Muziek / Album

Eerste indie-releases 2021

recensie: Still Corners, Clap Your Hands Say Yeah en Kiwi Jr.

Indiemuziek is net zo’n stroming als Americana; er kan zoveel onder gevat worden dat je er duizelig van wordt. In deze tweede editie gaat het ook weer alle kanten op, maar altijd heel smaakvol en van hoge kwaliteit. Deze keer de nieuwe albums van Still Corners, Clap Your Hands Say Yeah en Kiwi Jr.

Ga er maar even rustig voor zitten, want het zijn allen pareltjes en ondanks dat er geen debuutalbum bij zit, zullen ze voor velen toch helemaal nieuw zijn. Een enkel album steekt met kop en schouders boven het maaiveld uit. Wat vooral bovenaan staat, is de hoge kwaliteit van deze eerste releases van het jaar.

Still Corners

Het album van Still Corners draait al weken rondjes in de cd-speler bij 8WEEKLY. Het bandje is niet helemaal nieuw, maar voor onze redactie is het een eerste kennismaking. En waar moeten we muzikaal dan allemaal aan denken? Een kolkende mix van Dire Straits, The Doors, Yazoo en wat hoor ik nog meer in dit album, dat ondanks haar invloeden klinkt als iets totaal eigens? Onwillekeurig is bij de wat off-toneklanken in sommige nummers een herinnering aan Twin Peaks niet ver weg.

Still Corners slaagt erin om naast het oproepen van veel referenties uit het muzikale herinneringsbrein vooral iets volstrekt nieuws te maken. Een album dat na ontvangst vlak voor kerstmis 2020 bijna niet uit de cd-speler te houden is. Steeds weer wil je The Last Exit opnieuw horen.

Clap Your Hands Say Yeah

Het bandje Clap Your Hands Say Yeah heeft met het album New Fragility opnieuw de aandacht van de verzamelde muziekpers weten te trekken. Na het debuut uit 2005 zijn ze een beetje van de radar verdwenen bij uw recensent. Toch is dit nieuwe album al het zesde album in successie. Het vorige werkstuk dateert uit 2017 en droeg de titel The Tourist. De gerenommeerde site Allmusic.com laat de hoge kwaliteit van alle albums in de waarderingen zien, waarbij het album uit 2014, Only Run, er net bovenuit lijkt te steken. Reden genoeg om deze later ook nog eens te checken.

Maar wie onbevangen naar dit nieuwste album luistert, kan zeker niet om de alom vertegenwoordigde kwaliteit van de liedjes en de uitvoering heen. De leadzanger Alec Ounsworth heeft een klaaglijke stem, die soms zeurderig en licht naast de toon klinkt. . ‘Mirror Song’ voelt eerst lange tijd als een pianoliedje, dat uitsluitend gedragen wordt door pianoklanken, voordat eerst een akoestische gitaar en niet veel later een heel orkest wordt toegevoegd, om vervolgens weer terug te keren naar de pianobegeleiding. Als we het cd-hoesje mogen geloven zal dat liedje het eerst liedje zijn van de b-kant van de vinyluitvoering. Het ‘CYHSY, 2005’ dat volgt zit vol dissonante strijkers, wat een licht unheimisch gevoel geeft.

Kiwi Jr.

Het album Cooler Returns is het tweede album van het gitaarbandje Kiwi Jr., dat al bij de openingsklanken van het album met het nummer ‘Tyler’ meteen doet denken aan Oasis. Een slechtere vergelijking had natuurlijk gekund. Het Canadese bandje opereert momenteel vanuit Toronto, maar is opgericht in Charlottetown, Prince Edward Islands. Het kwartet werd in 2015 opgericht.

De dertien liedjes van het album klinken allen even fris en passen goed in de britpoptraditie. Het uptempogehalte van de composities is groot. De liedjes zijn vaak lekker puntig en hebben een fraaie kop en staart. Luister in dat kader bijvoorbeeld naar ‘Domino’, waar een heerlijk slot aan zit waardoor het liedje echt helemaal af is.

Wie op zoek is naar een opvolger van Oasis uit vervlogen tijden kan zich prima muzikaal laven aan dit album van Kiwi Jr., maar dan zonder het gevoel in het verleden terechtgekomen te zijn. Het traditioneel opgebouwde bandje met zang, gitaar, bas en drums weet met haar liedjes het hart sneller te laten kloppen en de zon te laten schijnen. Ook horen we wat piano- en orgelklanken voorbijkomen, waardoor er meer dan voldoende afwisseling in de instrumentatie te horen is. Kiwi Jr. is gewoon een lekker bandje met een fijn, zonnig album onder de titel Cooler Returns.

Gamut
Muziek / Album

Waar het leven vol van is

recensie: Gamut! - UT
Gamut

Het Finse Ensemble Gamut! wast ons op hun debuut cd UT de oren. Zij bewandelen nieuwe wegen. Op die manier leren we anders te luisteren naar oude, voornamelijk middeleeuwse muziek, naar verwante volksmuziek uit Finland en Estland en naar improvisaties en flarden jazz. Deze stijlen vloeien in elkaar over en gaan een gesprek met elkaar aan.

Het titelwoordje ‘UT’ verwijst niet alleen naar de eerste noot van de toonladder in de middeleeuwse muziektheorie, maar ook naar het Zweedse woord voor buiten zijn of naar buiten gaan, alleen, zonder iemand anders. De muziek werkt zo introspectief.

Op reis

Wat we gaandeweg deze cd al luisterend doen, is op reis gaan met het ensemble. Niet alleen op reis door diverse eeuwen en landen (van het Iberisch schiereiland tot het hoge Noorden),  maar vooral op reis langs verschillende levensstadia en de daarbij behorende verlangens en emoties. Of liever gezegd: verschillende emoties vallen vaak over elkaar heen, als de lagen verf op een schilderij. De donkerte van verdriet, pijn en gemis wordt op deze cd niet geschuwd.

Neem nu het laatste nummer op de cd, een volksliedje uit Oost-Finland. Het roept op om te dansen, te zingen en elkaar lief de hebben, maar tegelijk valt er een waas van verdriet overheen die kruipt in de vele rusten die de melodie kent. Heel eenvoudig, en daarom des te indrukwekkender wellicht:

Medleys

Een paar nummers terug op de cd (track 9) horen we een medley, ingetogen en schrijnend. Deze bestaat uit een Cantiga uit de beroemde verzameling Cantigas de Santa Maria, toegeschreven aan Alfonso X El Sabio, een Ests wiegeliedje en een stukje volkspoëzie uit de negentiende eeuw. In het eerste gedeelte bezingt Maria het lijden van haar Zoon, in het volksliedje wandelt de zanger over de weg van zijn/haar geliefde die er niet langer meer is en het Estse wiegenliedje gaat over een overleden kindje.

Er staan ook opzwepende nummers op de cd, of muziek die ademt en van kleur verschiet, zoals het eerste nummer, de combinatie van een Cantiga (dertiende eeuw) en een Finse volksmelodie. Het begint rustig, wordt daarna onrustig om weer rustig te eindigen. Aan het begin horen we donkere klanken, in de lage registers van de instrumenten. Gaandeweg komen de hogere registers aan het bod, en klimt het naar licht. De stem wisselt van voor- naar achtergrond en weer terug om uiteindelijk in het niets te verdwijnen. Het is een lied dat bidt om God, een lied waarin het verlangen wordt geuit naar vrede. Hoe actueel wil je het hebben:

Het ensemble

Dit zijn zomaar een paar voorbeelden van deze debuut-cd, waarop de musici optimaal op elkaar zijn ingespeeld, naar elkaar luisteren, subtiel op elkaars spel reageren en gelijkwaardig zijn aan elkaar. De arrangementen zijn van de ensembleleden, die soms lege plekken in een manuscript in alle bescheidenheid hebben ingevuld.

Het ensemble bestaat uit vier musici: Aino Peltomaa (zang, middeleeuwse harp, klein slagwerk), Ilkka Heinonen (jouhikko, een Finse lier, tenorvedel en G-violone), Juho Myllylä (blokfluiten en elektronica) en Marianna Henriksson (klavecimbel). Een rijke achtergrond aan betekenissen én een rijke, gevarieerde bezetting dus. De naam van Ensemble Gamut! komt uit een middeleeuws muziektraktaat van Guido van Arezzo, daarnaast betekent het tevens ‘kleurenreproductie’ en ‘vrienden’ in het Fins. Ook zit er verwantschap in naar ‘kamu’, steno voor kansanmusiikki (Finse volksmuziek).

Wie zei er iets over de donkere middeleeuwen? Ensemble Gamut! brengt er, als een stel schilders, strepen licht in aan. En dat niet alleen. Zo’n middeleeuwse dubbelblokfluit bewijst ook maar weer eens dat het niet pas de Renaissance was waarin werd teruggegaan naar de Griekse oudheid met zijn aulos (dubbelfluit), maar dat dit al in de middeleeuwen gebeurde.
Kortom: dit is muziek die smaakt naar meer!

Muziek / Album

Americana op veel manieren

recensie: Americana update volume 9: Bootleg Betty, The Mystix & Su Andersson
platenlabels

Americana komt deze keer weer aan bod uit vele landen. Zo hebben we allereerst de Nederlandse band Bootleg Betty. De Amerikaanse band The Mystix met tal van gasten komt langs. En we gaan naar Zweden met Su Andersson. Ook muzikaal verschillen de drie binnen het genre.

Wat is het toch heerlijk om binnen het Americanagenre te zoeken naar verschillen maar ook naar overeenkomsten. Het genre is zo breed dat het soms verwonderlijk is dat al die verschillen binnen één muziekgenre te vatten zijn. Ook in deze negende editie is de variatie heel groot.

Bootleg Betty

Het dameskwintet Bootleg Betty maakt een aanstekelijke soort muziek, die referenties oproept aan het geweldig gekke damescollectief Katzenjammer uit Scandinavië, dat we als 8WEEKLY jaren geleden spotten op Eurosonic in Groningen. Hopelijk houdt dit Nederlands collectief langer stand, zodat we als muziekliefhebbers nog lang kunnen genieten van muziek zoals op dit debuut: Soul Searching. Voor wie Katzenjammer niet kent is natuurlijk wel enige uitleg op zijn plaats. Bootleg Betty maakt muziek, die we wellicht in de soul en vooral in de rootsmuziek moeten duiden, met een enorme drive en lol in het musiceren. Alle vijf dames zingen samen zodat we met regelmaat een fijne samenzang horen. Karlijn Wolsing neemt naast de toetsen ook de leadzang voor haar rekening. Vanaf het eerste liedje zet de band het feestgevoel aan. ‘Seven Sins’ spreekt over een vurige en totale liefde om in te verdrinken. Bij het daaropvolgende ‘Mocking Bird’ nemen de dames in het tempo even het gas een beetje terug, maar van een echte ballad is geen sprake. Dit is tevens de tweede single, die van het album is getrokken.

Het album van Bootleg Betty hunkert ernaar veel gedraaid te worden in de cd-speler, maar ook zeker naar een live-uitvoering op een podium. De maatregelen maken het helaas lang wachten tot we deze dames in levenden lijve kunnen gaan bewonderen. Tot die tijd koesteren we dit fijne album!

The Mystix

Met Can’t Change It heeft the Mystix een album gemaakt dat je of direct kan bekoren of je als luisteraar snel links laat liggen als de zangstem van de leadzanger je niet aanspreekt. De indringende en soms rollende zang met een lichte tremor kan afstoten, maar ook aantrekken. Instrumentaal en qua sfeer zit deze blues-rock met countryrandje heel solide in elkaar. In een aantal liedjes krijgt de band hulp van North Mississippi Allstars en één met Charlie McCoy. Vooral de eerstgenoemde band zal velen het hart sneller doen kloppen en meteen skippen naar ‘Jumper On the Line’, dat zelfs in twee versies te vinden is op dit album.

Maar laten we niet te vlug door het album heen schieten, want dan zouden we zomaar ‘Ain’t Gonna Cry’, dat als tweede liedje op de cd te vinden is, kunnen missen en dat zou heel zonde zijn. Deze slow blues gevatte melodie is een echt pareltje.

De studiomuzikant Charly McCoy speelt gitaar op ‘Bottle of Whiskey’. McCoy speelde met vele groten, waaronder Bob Dylan, Al Kooper, Gordon Lightfoot, Paul Simon, Joan Baez en Leon Russell, om de lijst niet te lang te maken.

Mocht je in eerste instantie twijfels hebben over de kwaliteiten van The Mystix en toch tot hier aangeland zijn bij de eerste beluistering, dan zul je de zang steeds meer gaan waarderen, zeker in combinatie met de kwaliteit van de composities.

Su Andersson

De naam Su Andersson zal bij velen geen belletje doen rinkelen. Ook bij 8WEEKLY was deze dame tot op heden een grote onbekende. Maar bij beluistering van haar fijne stem met een vleugje van de klank van Chrissie Hynde (The Pretenders) neemt de waardering voor haar liedjes snel toe. Een iets minder bekende referentie is wellicht die naar Edie Brickell. Of het die referentie is die de aandacht vraagt of de sterke liedjes op zich is natuurlijk moeilijk te scheiden van elkaar.

Andersson komt uit Zweden; toch gaat haar album Train Movies over een treinreis die ze door de USA maakte langs een 15-tal staten. Referenties naar grote singer-songwriters als Janis Ian, Joni Mitchell en ook Dusty Springfield rinkelen in het rond. Instrumentaal valt op dat we met regelmaat prachtige celloklanken horen, gespeeld door Maja Molander, maar we horen verder een breed palet aan instrumenten, zoals piano, orgel, contrabas, harmonica en lapsteel, naast de standaard instrumenten

Door sommige critici wordt dit album van Su Andersson gezien als een van de mooiste van het bizarre jaar 2020. Het liedje ‘A Bunch of Flowers in San Francisco’ werd begin september losgelaten op YouTube. Het album Train Movies van Su Andersson verdient zeker en vast nog een breder bereik.

 

Film / Films

Stugge grootvader laat zich niet uit zijn veld slaan

recensie: M. Manikandan - The last farmer (IFFR)

Met stramme benen staat Maatandi op uit zijn bed, een hangmat in de open lucht. Hij laat zijn kippen scharrelen en aait liefdevol zijn twee runderen. Met de zonsopgang wordt de rest van de natuur wakker en Maatandi leidt zijn ossen naar de akker om het veld te ploegen. Het landschap is arcadisch, de beelden zijn idyllisch en Maatandi lijkt helemaal in zijn element, tot zijn geitenhoudende buurjongen luidkeels belt op zijn mobieltje en zo de natuurlijke rust verstoord.

En daarmee is de toon meteen gezet. De schoonheid van het eenvoudige boerenleven wordt bedreigd door allerlei moderne uitvindingen die het vrome leven met en in de natuur ondermijnen. Op de markt kan Maatandi, die ver in de tachtig is, alleen nog maar gemodificeerde tomatenzaden kopen die zelf geen vruchtbare nakomelingen zullen krijgen. En één voor één hebben de andere boeren in het dorp het land van hun voorvaderen verkocht aan een projectontwikkelaar. Maar dan slaat de bliksem in de heilige boom van het dorp: een duister voorteken van de lokale goden, dat alleen afgewend kan worden met een bijzonder ritueel dat al vijftien jaar niet meer is uitgevoerd. 

Iconische superheld

Als de laatste, stugge boer van het dorp is Maatandi de enige die kan zorgen voor dit graanoffer. De geïdealiseerde, zwijgzame Maatandi neemt deze plicht zonder veel morren op zich. De film, die bijna twee en een half uur duurt, neemt de tijd om te laten zien hoeveel zorg Maatandi heeft voor zijn akker. Zo word je met elk detail verder getrokken in de wereld van Maatandi. De enige machine die hij gebruikt is de waterpomp en hij proeft zelfs het voer voor zijn ossen om zeker te zijn van de kwaliteit. Het personage is zo iconisch als een superheld en kent eigenlijk geen gebreken. Nou ja, hij hoort misschien niet meer zo goed als vroeger. Nallandi, de acteur die hem speelt, hoeft maar weinig te doen. De diepe groeven van de tijd in zijn gezicht vertellen eigenlijk het hele verhaal. Hij lijkt de rol meer te leven dan te spelen. Het lijkt goed te gaan met de akker, maar dan slaat het noodlot toe: Maatandi wordt beschuldigd van de moord op een heilige pauw en gevangen gezet. Hij moet erop vertrouwen dat zijn klungelige kleinzoons en een breedbesnorde agent zich het traditionele boerenleven in rap tempo eigen kunnen maken, voordat de oogst mislukt en het ritueel faalt. 

Andere wereld

The Last Farmer (M. Manikandan, 2021) is een moraliserende, antimoderne film die een kritische blik werpt op de maatschappelijke ontwikkelingen in India en pleit voor een terugkeer naar de oude, bijna verloren tradities. De conservatieve thema’s hebben ook een actueel ecologisch tintje: door de aanhoudende droogte is het boerenleven niet meer zo winstgevend als dat het ooit was. Maar ondanks de zware boodschap is The Last Farmer een vitale film. De fictieve wereld wordt met veel liefde en oog voor detail opgeroepen en er is meer dan genoeg luchtigheid om het melodrama af te wisselen. Daarmee biedt The Last Farmer precies waar je op hoopt bij een IFFR-film: een andere wereld om naar te kijken en een andere manier om naar de wereld te kijken. 

The Last Farmer is van 3 tot 6 februari te zien tijdens de online editie van het IFFR.

Film / Documentaire

Ere wie ere toekomt

recensie: Julien Faraut - Les Sorcières de l’Orient (IFFR)

Een groepje vrouwen dat zich na het werk in een textielfabriek in sportkledij hijst om een potje te volleyballen, blijkt een gouden combinatie met een inhumane coach. Het duurt even voordat Les Sorcières de l’Orient op gang komt. Dat is jammer, want het bijzondere van het verhaal wordt later – wanneer er wat meer vaart in zit – des te duidelijker. Julien Faraut regisseerde in 2018 de documentaire John McEnroe: In the Realm of Perfection en schijnt met Les Sorcières de l’Orient wederom de spotlight op een bijzonder moment in de sportgeschiedenis.

Beelden van keurige oude dames die op fluistertoon converseren worden afgewisseld met een mix van futuristische muziek, oude opnames van trainingen en anime fragmenten. Want wanneer het damesteam hoger en hoger in de top terecht komt, worden de volleybalsters vastgelegd als deze schattige tekenfiguren. De diverse anime verhalen hebben allemaal dezelfde insteek: de strenge coach beult de schattige meisjes af. Zelfs voor de Japanse cultuur en werkethiek werden de trainingen als intens gezien. Toch reppen de volleybalsters zelf geen slecht woord over de coach. Ze waren bijna net zo gedreven als de oud-commandoleider die tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn troepen in de jungle wist te overleven. De keiharde trainingen maken van dit onbekende clubje vrouwen landelijke lievelingen en kanshebbers voor wereldtitels en gouden medailles. De ‘heksen uit de Oriënt’ móeten wel bovennatuurlijke gaven bezitten om tegenstanders als de USSR te verslaan.

Nationale trots

De eerste twintig minuten van de documentaire kijken door de traagheid en het herhalen van dezelfde beelden wat lastiger weg. Wat er op het spel staat, wordt echter steeds duidelijker. Ook wordt er meer en meer van het damesteam gevraagd. In een tijd waarin Japan kampte met een slecht imago, rust er druk op de volleybalvrouwen om het land weer wat trots te geven. Helemaal als op de Olympische spelen van 1964 blijkt dat de gouden plak voor judo, een sport door de Japanners zelf geïntroduceerd, naar de Nederlandse Anton Geesink gaat.

Vermakelijk schouwspel

Waar in het begin de afwisseling van filmbeelden en anime wat onwennig is, groeit de samenhang naarmate het verhaal vordert. Tegen de tijd dat de echt spannende wedstrijden worden verslagen, valt het bijna niet meer op dat de shots van het publiek en de coach getekend zijn. De rest van de honderd minuten durende film bevat alle ingrediënten voor een vermakelijk verslag, ook voor iemand die geen volleybalfan is. Julien Faraut weet op een eigenzinnige manier dit bijzondere schouwspel uit de sportwereld te halen en als een mooie film neer te zetten.

Les Sorcières de l’Orient is vrijdag 5 februari te zien tijdens de online editie van IFFR.

Film / Films

Influencer met dertigersdilemma

recensie: Magnus von Horn – Sweat (IFFR)

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: niets is wat het lijkt op het internet. Regisseur Magnus von Horn laat in Sweat de menselijke kant zien van influencers die op sociale media een jaloersmakend leven lijken te lijden. Fitness influencer Sylwia heeft dan wel 600.000 volgers, sponsordeals en een prachtig uiterlijk, maar eigenlijk is ze ontzettend eenzaam.

Ze zijn de marketingtool van de laatste jaren: influencers. Door foto’s en filmpjes van zichzelf te posten krijgen de bloggers en vloggers sponsordeals, gratis spullen en een alsmaar groeiend aantal volgers. Merken maken graag gebruik van deze relatief goedkope vorm van reclame. Sweat volgt drie dagen uit het leven van fictieve influencer Sylwia. De fitnessgoeroe heeft een bomvolle agenda waarvan ze elk aspect deelt met haar volgers. Het leven buiten Instagram is echter niet zo rooskleurig. De familie van Sylwia snapt niets van al dat gesport en veganistisch eten. En bij gebrek aan een liefdespartner is haar hondje Jackson Sylwia’s levensgezel. Als ook haar laatste vrijgezelle vriendin een man ontmoet en aan kinderen begint, komt Sylwia erachter dat een online leven toch niet zoveel voorstelt.

Sociale mediatraining

Aangezien Sweat één hoofdpersoon heeft en slechts enkele bijrollen met tekst, is Sylwia bijna alle honderd minuten in beeld. Het merendeel zelfs in close-up. Storend is dat niet, want actrice Magdalena Kolesnik speelt de rol van Sylwia met verve. De sportoefeningen, het gebruik van allerlei telefoonattributen en het posten van sociale mediacontent gaan haar geloofwaardig makkelijk af. De actrice schijnt een jaar voor de opnames dan ook verplicht de leefwijze van een influencer geadopteerd te hebben, om haar rol goed neer te zetten. Een geslaagde training, aan elk aspect is gedacht.

Menselijke kant

De meningen over influencers zijn verdeeld. Je moet wel flink van jezelf houden om je persoonlijke leven online te gooien en zo nog fans te krijgen ook. Dat is nogal wat voor de meeste nuchtere Hollanders. Sweat zet aan tot denken, want er wordt vaak vergeten dat een influencer een echt persoon is. Op internet is het erg makkelijk om even snel een bekritiserende reactie achter te laten. Maar wat doet dat met de ontvanger? Daarnaast snijdt regisseur Magnus von Horn een pijnlijke situatie aan die veel eind-twintigers en begin-dertigers bekend voorkomt. Want hoewel de wereld anno 2021 aan de voeten van vrouwen lijkt te liggen, is het alsnog ongemakkelijk om onvrijwillig als laatste vrijgezel over te blijven terwijl iedereen een gezin aan het stichten is.

Sweat is vanaf donderdag 4 februari te zien op het IFFR.

Film / Muziek / Theater / Film / Muziek
special: Waar kijkt onze redactie deze maand naar uit?

8WEEKLY staat te trappelen

Elke maand zijn er zoveel mooie albums, voorstellingen en boeken te beluisteren, zien en lezen dat het soms lastig is om de parels ertussenuit te vissen. Daarom vertellen onze redacteuren in ‘8WEEKLY staat te trappelen’ waar zij zich de komende maand het allermeest op verheugen. Deze maand kijken we uit naar een nieuw album, een festival en een theatermarathon.

Het IFFR: als je alle films op Netflix al gekeken hebt
Door Joke Maas

Het maakt niet uit hoeveel films en series je al hebt gekeken in de lockdown: het IFFR blijft een festival om naar uit te kijken. Het is natuurlijk jammer dat de vijftigste editie van dit internationale filmfestival online moet plaatsvinden. Deze mijlpaal was vast groots gevierd in Rotterdam. Maar goed, de films zelf zijn er niet minder om en bijkomend voordeel is dat je per huishouden maar één ticket hoeft te kopen. Je kan kiezen of je de films op de specifieke premièretijd ziet, of voor de flexibele screening waarbij je 72 uur toegang hebt tot de film. Op mijn lijstje staan onder andere The Last Farmer, Sweat en Les Sorcières de l’Orient. Maar eigenlijk zijn er te veel mooie films om op te noemen. Ik sluit mijzelf deze week in ieder geval extra goed op!

Romeinse Tragedies: hier kan Rutte niet tegenop
Door Roos Wolthers

Jaren geleden zag ik het marathontoneelstuk Romeinse Tragedies van Internationaal Theater Amsterdam. Het was een reprise en de jaren erna zouden er nog veel meer reprises van het stuk volgen. Terecht, want de aangrijpende monologen, de bijzondere vorm en de fantastische acteurs zijn indrukwekkend. Als bezoeker mocht je plaatsnemen op het podium en de acteurs gingen tijdens de korte pauzes in hun rol de interactie aan met het publiek. Weinig mensen zullen net als ik kunnen zeggen dat ze terecht zijn gewezen door Julius Caesar en dat ze per ongeluk in de weg stonden toen Brutus een belangrijke redevoering moest geven.

Fysiek op het podium aanwezig zijn is helaas niet mogelijk als je net als ik naar de lifestream van het stuk gaat kijken (op 14 februari). Maar afgaande op de eerdere lifestreams die ITA organiseerde, zal ook dit stuk weer haarscherp en dynamisch worden vastgelegd. En een lifestream heet ook voordelen. Bij mij thuis maken we er meteen een Romeinse themadag van, inclusief kostuums, trossen druiven en grote glazen wijn. Maar of je nu op de bank gaat zitten in een zelfgemaakte toga of in een spijkerbroek: het wordt sowieso bijzonder. Eén nadeel heeft het zien van het stuk wel. Nadat je Marcus Antonius een van de mooiste redevoeringen aller tijden hebt zien voordragen (fantastisch gespeeld door Hans Kesting), steekt Rutte daar tijdens de persconferenties wel heel magertjes tegenaf.

The Last Exit: een hoeksteen voor het jaarlijstje
Door Joost Festen

Een kolkende mix van Dire Straits (gitaarklanken), The Doors (orgeltje), Yazoo (elektronica), maar Still Corners klinkt ondanks alle invloeden als iets totaal eigens. De band slaagt er steeds opnieuw in om iets volstrekt nieuws te maken. Misschien vroeg in het jaar, maar ik denk dat hun nieuwe album The Last Exit toch alweer een album wordt voor het jaarlijstje van 2021! Ik durf het gerust te roepen. Eind van het jaar maar een zien of het ook een jaar lang houdbaar is geweest en of dat andere muzikale lekkernijen dit mogelijk verdrongen hebben uit het muzikale geheugen. Of dat het dringen geblazen wordt aan de top van de mooiste plaatjes van het jaar.

Boeken / Non-fictie

Gierig, dronken en laf: al wat Dutch is op een rijtje

recensie: De Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is – Gaston Dorren

Een Dutch cut laten knippen, double Dutch praten of Dutch luck hebben. Waarom heeft de toekenning Dutch zoveel verschillende betekenissen? In De Dutchionary. Woordenboek van al wat Dutch is toont Gaston Dorren waar alle clichés over de Dutch vandaan komen.

Dat er zoveel uitdrukkingen zijn met het woord Dutch erin is niet toevallig. De betekenis van Dutch had niet altijd te maken met de Nederlandse taal of bevolking. Wie of wat de Dutch waren is in de loop van de tijd nogal eens veranderd en de bijbehorende stereotypen ook.

Voor de Engelsen was Dutch ooit zoiets als ‘volks’ of ‘eigen’, slaand op de volkstaal die naast het Latijn van geleerden bestond. ‘Betekenis nummer twee ontstond doordat Engeland op een zeker moment niet meer als deel van die regio werd beschouwd – noem het een middeleeuwse Brexit,’ schrijft Dorren. Dutch had zich nu juist verplaatst naar het vasteland, waar inwoners van het Duitse Rijk aan zichzelf refereerden als Dutch, Duutch, Dietsch of Deutch.

Duits of Dutch?

Tegenwoordig zijn de Dutch Nederlanders. Maar onze geografie zorgt natuurlijk wel voor verwarring met Duitsland. ‘Dat Willem van Oranje in ons volkslied wordt omschreven als “van Duitschen bloed” […] moet juist zijn band met het huidige Nederland onderstrepen,’ schrijft Dorren. Maar de Pennsylvania Dutch die zich in de zeventiende eeuw in Amerika vestigden, waren juist wel protestanten uit Duitsland.

Amerikanen gebruiken Dutch dan ook meestal om Duitsers, Nederlanders en Scandinaviërs over één kam te scheren. Wie weleens een Amerikaanse televisieserie met Nederlandse personages heeft gezien zal zich dat vast gerealiseerd hebben: daar zijn we namelijk steevast hoogblond en praten we met een Duits accent.

Stereotypen en clichés

Er zijn oneindig veel clichés die de Dutchman omgeven. Naast onverstaanbaar zouden we onder andere geldbelust, drankzuchtig, goddeloos, sluw en laf zijn. De meeste vooroordelen komen waarschijnlijk bij de Britten vandaan. Het roept een interessante discussie op: zijn deze stereotypen erg? Dorren meent van niet: pas wanneer een bevolkingsgroep al met achterstelling en discriminatie te maken heeft wordt beledigen schadelijk. Woorden als ‘turkenbak’ en ‘polenklus’ getuigen van slechte smaak, vindt hij. Maar is het onderscheid tussen een geintje en kwetsen wel duidelijk te maken?

De gebruiken van het woord Dutch die de auteur opsomt variëren van droog en feitelijk tot uiterst vergezocht. Een Dutch guinea pig is bijvoorbeeld gewoon een cavia ras. Maar een Dutch fuck is het aansteken van de ene sigaret met de andere, een Dutch nose is het stuitje van gevogelte dat pas na het plukken zichtbaar wordt en een Dutch fair is een brandend pakhuis. Dat gaat zelfs Dorren  iets te ver: ‘“Nederlandse kermis” voor een gebouw dat in lichterlaaie staat – welke zieke geest verzint zoiets?’

Sporen in de taal

De Dutchionary is humoristisch, uitgebreid en goed onderbouwd met historische informatie. De schrijver heeft goed onderzocht hoe de ontwikkelingen van bevolkingen hun sporen achterlaten in de taal. Niet alle gebruiken van Dutch zijn even spannend, zoals Dutch tulips en Dutch doors, maar de Dutch paradox is juist weer onverwacht intrigerend: Nederland zou voor minderheden helemaal niet zo veilig zijn als zijn imago doet geloven. Met De Dutchionary geeft Dorren een goed beeld van het ontstaan van vooroordelen en het fascinerende fenomeen van de taal zelf.

 

 

Boeken / Fictie

Levensverhaal van een rat

recensie: De rat van Amsterdam - Pieter Waterdrinker

De rat van Amsterdam is een rijke roman over opportunisme, corruptie en existentieel verlangen naar thuisgrond.

Afgelopen zomer verscheen Pieter Waterdrinkers De rat van Amsterdam, een stevige literaire roman. Waterdrinker is Rusland-correspondent en auteur van onder andere Danslessen (1999), zijn debuutroman die een vervolging voor antisemitisme veroorzaakte, en het succesvolle Tsjaikovskistraat 40 (2018­). Een bevlogen man die graag de nuance aanbrengt wanneer het gaat om de relatie tussen Rusland en Europa, zo blijkt ook uit De rat van Amsterdam.

De toon die wordt gezet door Ruben Katz, hoofdpersoon en zelfbenoemde rat der ratten, is in eerste instantie weinig genuanceerd. Vol grootspraak en originele vergelijkingen begint hij het verhaal van zijn leven te vertellen. Hij brengt zijn confessie vanuit de gevangenis, waar hij zegt te zitten voor een klein misdrijf. Maar erg betrouwbaar is hij niet. Is er alleen fraude in het spel, of heeft zijn obsessie met jeugdliefde Phaedra toch iets te maken met haar dood?

Ruben Katz wil geen geschiedenisles geven, noch iets rechtzetten. De literaire relevantie van de roman schemert eigenlijk door het beweeglijke narratief heen, vooral in de eerste helft. Die zit hem in Waterdrinkers unieke benadering van het historische in relatie tot het persoonlijke. Van zijn vader moet de jonge Ruben ‘proberen […] zoveel mogelijk door de verschijnselen in dit bestaan heen te kijken. Oorzaak en gevolg te zien. Herkomst en huidige locatie.’ Hij moet weten dat iedereen dezelfde behoeften heeft en dat de wereld niet statisch, maar voortdurend in beweging is. Die boodschap blijft gedurende de roman impliciet aanwezig.

Hoop en heimwee

Wanneer het gebroken Letse gezin bestaande uit Ruben en zijn ouders (zijn zusje Liza is dood) in Nederland belandt en het ontwortelde bestaan opnieuw moet opbouwen, komen de laagjes van de geschiedenis bloot te liggen. Iets zo vanzelfsprekends als een snackbar wordt door de ogen van een immigrantengezin symbool voor zowel hoop en welvaart als corruptie. Als hoofd van Snackbar Cinderella lijkt Rubens vader voor het eerst te integreren maar daarmee verwijdert hij zich ook steeds verder van het gezin.

Een bijzonder pijnlijke scene voltrekt zich wanneer Ruben met zijn klas de snackbar binnenstapt. Zijn vader, de man die vier talen sprak en Napoleon en Goethe bewonderde, wordt vernederd door Rubens klasgenoten van het elitaire Amsterdamse gymnasium.

De snackbar, de viskraam en De Wallen staan in schril contrast met de samowar, een Russische theemachine waar Rubens moeder haar dagen mee vult en het enige bezit van waarde dat ze nog hebben uit Riga. Moeder komt nauwelijks de flat uit, wordt gekweld door medische problemen en verliest zichzelf in een existentiële heimwee naar de Sovjet-Unie die niet meer bestaat. Waar vader de manische missie heeft alles te vergeten en opnieuw te beginnen, wordt moeder ziek van nostalgie.

Laagjes

Met hetzelfde opportunisme als zijn vader liegt en bluft Ruben zich door zijn leven heen. Hij lijkt een slimme schaakspeler, maar Waterdrinker laat zien dat het leven ook een grote aaneenrijging van toevalligheden is. De plot van De rat van Amsterdam laat te wensen over, maar het is zonder twijfel een volle, rijke roman. Waterdrinker toont dat de wereld om ons heen is opgebouwd uit laagjes van geschiedenis en dat de mens, immer gericht op overleven, uiteindelijk niet veel verschilt van de rat.

Boeken / Poezie

Poëtisch pretpark

recensie: Wout Waanders - Parkplan
Oneisha Lee (unsplash.com)

Tijdens corona rustig wandelen in een pretpark? Dat kan met de dichtbundel Parkplan van Wout Waanders. Dit debuut is een plattegrond van een pretpark waarop jij jouw eigen route tussen de gedichten door kunt uitstippelen. Begin jij bij de kinderattracties of ben jij een sensatiezoeker?

Pretparken en gedichten. Het zijn twee losstaande begrippen die in eerste instantie weinig met elkaar te maken lijken te hebben. In zijn poëtisch debuut weet Wout Waanders de twee echter goed met elkaar te verbinden: een pretpark vol gedichten.

Gedichten als attracties

De bundel bevat een grote uitklapkaart waarop de grote plattegrond van het pretpark staat. Elk van de 34 attracties heeft een bijpassend gedicht. Of elk van de gedichten is een attractie. Sommige verbindingen zijn makkelijk te leggen: ‘Rabarberlimonade’ bij een drinktentje, ‘Vis eten’ bij een vistentje en ‘Spoorwijzigingen’ bij een station. Andere verbindingen zijn minder letterlijk zoals ‘Proefballonnetje’ bij vliegende ballonnen en ‘Het valt mee’ bij een vrije val. Soms lijkt de verbinding zoek, maar is het gedicht een mooie vulling van de bundel/plattegrond.

Nog nooit was gedichten lezen zo’n avontuur. Welke route kies jij? De plattegrond is opgedeeld in verschillende soorten attracties: ‘kinderattracties’, ‘familieattracties’, ‘voor sensatiezoekers’ en ‘horeca & shops’. Mijn oog blijft hangen op ‘Afsporing’, een grote houten achtbaan met een locomotief die door het Wilde Westen gaat. Een gedicht over de nasleep van een treinramp, of misschien toch gewoon over een ritje in deze achtbaan? Een erg beeldend gedicht: ‘Alles wat valt wordt kinderspeelgoed’.

In de gedichten staat vaak een ik-figuur centraal en zijn/haar (toevallige) ontmoeting. Elk gedicht staat op zichzelf, maar past even goed in het geheel. De gedichten zijn soms grappig, soms wat absurd en geven regelmatig stof tot nadenken. De korte situatieschetsen zijn zeer beeldend en je waant je zo op de locatie van het gedicht of juist in het pretpark.

Verfrissend debuut

Parkplan is de debuutbundel van Wout Waanders, opvallend, want Waanders heeft zijn sporen in de literaire wereld reeds verdiend. De stadsdichter van Nijmegen begon ooit als campusdichter van de Radboud Universiteit,  publiceerde in onder meer Das Magazin en Hollands Maandblad, en trad op verschillende festivals zoals het Wintertuinfestival en Lowlands op. Daarnaast won hij al een aantal literaire prijzen en momenteel maakt hij deel uit van de literaire boyband genaamd BOYBAND.

Waanders’ passie voor pretparken is al op jonge leeftijd ontstaan. Met het gezin gingen ze regelmatig op vakantie in België in de buurt van Bobbejaanland. Ze gingen niet naar dit pretpark, maar wel naar het VVV-kantoor waar zijn verzameling van pretparkfolders ontstond. Geïnspireerd door de folders begon hij zelf met het tekenen van de vetste attracties en maakte hij hele plattegronden van pretparken. Deze oude passie blies hij nieuw leven in voor zijn dichtbundel. Alle attracties en dus de hele plattegrond zijn door Waanders zelf getekend. Hoewel de hele bundel vol tekeningen staat, laat het gelukkig wel veel tot de verbeelding over. De plattegrond van het park is duidelijk, maar je moet zelf de route uitstippelen en het avontuur beleven.

Parkplan is een bijzondere dichtbundel, die alleen al om de plattegronden en attracties de moeite is om te bekijken. Een pretpark vol attracties die hun eigen wereld vormen, soms grappig, soms wat absurd en soms wat om over na te denken.