Muziek / Album

Terug naar de wortels

recensie: Rosemary's Sons - Home Sweet Home

Het heeft vier jaar geduurd voordat het nieuwe album van Rosemary’s Sons het levenslicht mocht zien. Hier is dan Home Sweet Home als derde kwaliteitsstuk van deze Bredase groep. Met een geluid dat is geworteld in de Amerikaanse rootsrock blijft de band dicht bij huis, zoals de titel al suggereert.

~

Rosemary’s Sons maakte in 2002 All In Hand en zo’n drie jaar later St. Eleanor’s Park. Zij oogstten daar in Nederland een aardig succes mee, waardoor ze onder andere te zien waren op Lowlands, Paaspop en Dauwpop. Het vijftal toerde als supportact van Ilse DeLange, Krezip, The Cranberries en Bon Jovi. Dat ze met Home Sweet Home verder zullen doorbreken is in het genre van Amerikaanse rootsrock en Americana niet direct voor de hand liggend. Ondanks de warme belangstelling hiervoor in Nederland is het toch een genre dat niet de hitparades raakt maar veelmeer in het clubcircuit te horen is. Naar de liefhebbers van Americana zal de nieuwe cd wel zijn weg weten te vinden.

Gastbijdragen

Het album opent met ‘Best Is Yet To Come’, een prettig in het gehoor liggende compositie, die de luisteraar lekker moet maken voor wat er nog gaat komen. Dit nummer is een mooie singlekandidaat. Dat Stevie Ann haar steentje bijdraagt is niet zo vreemd, als je weet dat producer Patrick van Hofwegen aan dit album meewerkt; hij produceerde ook eens haar plaat. ‘Perfect’ is de compositie die zich versterkt weet met de prachtige zang van Stevie Ann. Het is een mooie toevoeging en haar stem kleurt prima in het palet van Rosemary’s Sons. ‘Perfect’ is een echt Americana-liedje geworden dat door gemengde zang een extra dimensie heeft. De zangeres is niet de enige vakgenoot uit Nederland die medewerking verleent. Op ‘Mary-Ann’ is het JW Roy die zijn stembanden doet horen. Ook JW Roy laat Rosemary’s Sons aangenaam in het Americana-idioom, zijn stem is een mooie aanvulling op de zang van Martijn Hagens. In het nummer ‘The Others’ trakteert de groep op blazers en een orgeltje dat in een vlaag doet denken aan Little River Band. Ook ‘Bad News’ roept herinneringen op aan muziek uit de tijd van die band, overigens zonder gedateerd te klinken.

Goed klimaat

Met Home Sweet Home heeft Rosemary’s Sons gelukkig afstand genomen van de invloeden van jazz en glamrock die ze voorheen ondergingen en is het gezelschap teruggekeerd naar de wortels waarop ook All in Hand was gebaseerd. Hoewel diens opvolger St. Eleanor’s Park met goede kritieken ontvangen werd, bleef het aanvankelijke succes van het debuut uit. Hierdoor was de band genoodzaakt om in eigen beheer te starten met opnames voor dit derde album. Inmiddels hebben ze met deze cd onderdak gevonden bij hun derde platenmaatschappij: CNR Entertainment. Met het succes van artiesten als Ilse DeLange, die op hun eerste album meespeelde, en Stevie Ann, moet het klimaat goed zijn om de kwaliteiten van Rosemary’s Sons op het gebied van Amerikaanse rootsrock en Americana door een groter publiek te laten waarderen. De kwaliteit van Home Sweet Home is voldoende hoog om boven de middelmaat uit te stijgen. Enige aanstekelijke songs maken het mogelijk om ook op de radio een plaatsje te veroveren.

Boeken / Achtergrond
special: Geen Daden Maar Woorden Festival, 16 mei 2009

Afwisselende aperitiefjes wakkeren de literaire honger aan

.

In de filmzaal worden filmportretten vertoond van Jeroen Brouwers, Hans Verhagen, Rien Vroegindeweij en Abdelkader Benali, evenals een aantal animatiefilms van Sander Alt. Vooral diens animatie van Maria Barnas’ gedicht ‘Het noorden is het noorden’ valt op door een abstracte eenvoud die de beeldende woordenstroom van Barnas niet wegdrukt, maar de ruimte geeft aan de fantasie en verbeelding van de toeschouwer. Dat maakt nieuwsgierig naar Barnas’ voordracht later op de avond. Het filmprogramma wordt zo nu en dan overstemd door de jazzband SteamTeam, die in de aangrenzende serre speelt. Hoewel hun muziek lekker klinkt, verstoort het de films.

Smeltende gedachten

Smeltende gedachten

Vragen en lachen

De repetitieruimte is deze avond het domein van Greet Verstraete, in het stuk Smeltende gedachten van Hanneke Paauwe. Staand in een laagje blauw water zwaait de actrice de scepter over het twintigkoppige publiek met een spervuur van vragen, op de man af gesteld: ‘Bent u een held? Wat is de geur van uw bed? Durft u een terrorist te kussen? Zult u zichzelf missen als u dood bent? Wat is belangrijker: vragen stellen of antwoorden geven? Uit hoeveel letters bestaat de zin van uw leven?’ Deze laatste vraag staat ook gedrukt op haar witte hoepelrok, die door het opzuigen van het water van onder blauw is geworden. Het publiek antwoordt zo nu en dan, maar is vooral in gedachten op zoek naar antwoorden op Paauwes vragen. De intieme sfeer, door het gedempte licht dat de waterkringen op de muur spiegelt en de limiet van twintig bezoekers, maakt evenveel indruk als het meisje met haar indringende blik en vragen.

Herman Koch

Herman Koch

Deze intimiteit staat in groot contrast met de grote zaal waarin Jan Siebelink, Herman Koch en Abdelkader Benali voordragen. Toch lukt het voornamelijk Koch om deze totaal gevulde zaal te verenigen, niet met vragen, maar door de lach. Hij leest drie korte verhalen voor. Twee daarvan zijn ‘bekentenissen van’ die samen met andere ‘bekentenissen van’ een nieuwe bundel zullen gaan vormen, aldus Koch. Met name ‘Bekentenissen van een kunstenaar’ is hilarisch. Hierin bekent een kunstenaar aan het eind van zijn leven dat hij ook niet meer weet hoe hij zijn schilderijen moet houden, wat de boven- en onderkant is. Ook stemt hij in met het vroeger door hem zo gehate commentaar dat een vijfjarig kind hetzelfde kan maken. De zaal buldert van het lachen als de kunstenaar aan zijn zoon die in Canada woont, vraagt wat zoonlief precies bedoelt met de uitspraak dat hij zo ver mogelijk verwijderd wil zijn van zijn moeder, zijn vader en diens kutschilderijen.

Brokjes poëzie

Serieuzer, maar niet minder vermakelijk, zijn de door Sabine de Lat naar Engelstalige liedjes omgezette gedichten van Charles Baudelaire, die zij in de kleine zaal ten gehore brengt met de band Le Loup Noir. Vooral ‘Poison’ (‘Le Poison’) klinkt als een echte chanson door de begeleiding op (onder andere) accordeon. De goed gevulde zaal loopt leeg als het optreden van Le Loup Noir wordt gevolgd door een voordracht van Maria Barnas. Het publiek kiest duidelijk voor de tegelijkertijd optredende Ellen ten Damme. Hoewel Barnas’ voordracht niet daverend is, leest ze een aantal mooie gedichten voor uit haar bundels Twee zonnen en Er staat een stad op.

Ellen ten Damme

Ellen ten Damme

Het is voor haar gewoonweg onmogelijk om op te boksen tegen de fraaie en swingende liedjes van Ellen ten Damme. De teksten van de liedjes, met openingszinnen als ‘Misschien zal ik een draakje voor je slachten’, werden geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer. Voor een afgeladen zaal brengt Ten Damme een afwisselende show: rustige liedjes met viool, hardere nummers op gitaar, akoestische liedjes en zelfs meezingers als ‘Ik ben bang om rijk te worden’. Een prima afsluiter voor een publiek dat lang genoeg heeft stilgezeten en wil praten en bewegen.

In die behoefte wordt voorzien met een afterparty verzorgd door Naald en Kraak. Gedanst wordt er (nog) niet, het publiek staat moe maar voldaan na te praten over het afwisselende programma. Er was voor ieder wat wils en de brokjes literatuur en poëzie die deze avond geserveerd werden, maken nieuwsgierig naar meer. Precies wat de organisatie voor ogen had bij het samenstellen van het festival.

 

 

Film / Films

Zoekende

recensie: Linha de Passe

.

~

In de afgelopen tien jaar is de internationale populariteit van Braziliaanse films sterk toegenomen. Enkele films die ons land bereikten schetsten een onthutsend beeld van de Braziliaanse sloppenwijken (bijvoorbeeld Cidade de Deus en Cidade dos homens), de politie (Tropa de elite) of de gevangenissen (Carandíru en voor een deel ook Estômago). Op verschillende manieren waren deze films confronterend en overweldigend, op het overdadige af. Linha de Passe is subtieler.

Engagement en identiteit

Toen hij vijf jaar geleden, ten tijde van het uitkomen van zijn film The Motorcycle Diaries het filmfestival in Cannes aandeed, zei de Braziliaanse regisseur Walter Salles in een interview dat de nieuwe generatie Latijns-Amerikaanse regisseurs sociaal en politiek geëngageerd was en films maakte die vaak over identiteit gingen. Deze beschrijving gaat ook op voor Salles zelf, die eraan bijdroeg dat Brazilië vanaf de late jaren negentig weer naam kreeg als filmland. Eerder had Salles al indruk gemaakt met Central do Brasil (1998), die hem twee Oscarnominaties opleverde. Daarin is een jongetje, gespeeld door Vinícius de Oliveira, op zoek naar zijn vader. In Linha de Passe, die Salles samen met Daniela Thomas maakte, keren zowel deze acteur als dit thema terug.

~

De Oliveira speelt Dario, een van vier halfbroers, die zijn armoedige leefomgeving probeert te ontvluchten via een carrière als voetballer. Zijn liefde voor deze sport deelt hij met zijn moeder, (gespeeld door Sandra Corveloni, die in Cannes de prijs voor beste actrice won voor deze rol) die daarnaast ook erg van mannen lijkt te houden. Ieder van haar vier zoons heeft een andere vader, en ook het vijfde kind in haar buik zal zonder vader opgroeien. Met haar baantje als huishoudster kan ze haar gezin eigenlijk niet onderhouden. Haar jongste, donker getinte zoontje is erg nieuwsgierig naar zijn vader en omdat hij weet dat deze buschauffeur is, brengt hij vele uren door in deze voertuigen. Steeds weer gloeit er hoop in zijn ogen wanneer de busdeuren zich sissend openen en hij een donkere man achter het stuur ziet zitten. Zijn broers en moeder, met wie hij een kleine woning deelt, zijn voor hem vaker een vloek dan een zegen. De korte scheldkannonades tussen de familieleden worden zo nu en dan afgewisseld door tedere momenten, die mede dankzij hun onverwachtsheid weten te raken. Het is logisch dat vijf mensen in zo’n klein huis elkaar in de haren vliegen; zeker als het geld schaars is en de onderlinge verschillen groot. Waar een van de oudere broers op het rechte pad probeert te blijven en zijn heil zoekt in religie, weet de ander verleidingen als criminaliteit en seks niet te weerstaan. Hij is zelf ook vader en laat op zijn beurt zijn vriendin en kind in de steek. Zo probeert iedere broer op zijn eigen manier een eigen weg en identiteit te vinden.

Veelzijdig

~

Het perspectief wisselt tussen de vijf personages, waardoor Salles en Thomas veel verschillende aspecten van de Braziliaanse samenleving kunnen belichten: van de alomtegenwoordige passie voor voetbal en de hoop die veel mensen zoeken in het geloof, tot de problematiek omtrent armoede, werkeloosheid, criminaliteit en vaderloze gezinnen. Door het goede acteer- en camerawerk en vooral de intieme en soms lyrische sfeer die de regisseurs weten te creëeren, gaat het engagement de film niet op een prekerige manier overheersen. De personages hebben allen zo hun goede en minder goede kanten en komen door kleine details echt tot leven. Rustige, dromerige momenten worden afgewisseld met snelle, energieke sequenties, die soms voor grote spanning zorgen. Ook het feit dat Salles en Thomas veel vragen oproepen maar weinig antwoorden geven, maakt deze film interessant. Deze aanpak levert meer betrokkenheid op dan een afgerond geheel, en dat was waarschijnlijk precies de bedoeling.

Muziek / Album

Invloedrijk

recensie: Lunar - umfelt.

Als je naar de maan kijkt zie je duidelijk dat deze gevormd is door de vele invloeden van buitenaf. De vele inslagen hebben letterlijk grote invloed gehad op de verschijningsvorm van dit hemellichaam. Hetzelfde is van toepassing op Lunar. Deze Haagse band is duidelijk ook door vele invloeden gevormd.

De band zelf geeft al aan dat ze niet in één hokje zijn te vangen en inspiratie haalt uit diverse muzikale voorbeelden. Om een beeld te geven: The Beatles, U2, dEUS, Snow Patrol, Radiohead, Matchbox 20, Primus, Dave Matthews, Pixies, Pearl Jam en Incubus. Dat deze hoeveelheid Lunar niet een even grillig en pokdalig aangezicht geeft als de bovengenoemde maan mag dan ook haast een wonder heten. Lunar heeft al deze invloeden perfect weten te versmelten tot een tiental lekkere rocknummers op haar cd umfelt.

Kadering

~


Kort samengevat noemt Lunar zichzelf ook wel: dEUS meets Pearl Jam meets Snow Patrol. Dat bakent de boel al verder af en geeft wellicht een duidelijker beeld van hetgeen we bij het beluisteren van de cd mogen verwachten. En inderdaad zijn deze invloeden goed terug te horen in hun nummers. Maar helaas is het leven zelden zo simpel. Want al snel zullen nog andere namen dan hierboven genoemd de revue passeren tijdens een tocht langs de nummers van umfelt.

Neem nu bijvoorbeeld een nummer als ‘Half Past Wrong’, met de pakkende tekst ‘This could be a perfect day, this should be a perfect day!‘. Velen zullen door het geluid van deze song toch echt niet de neiging kunnen onderdrukken heel hard aan de Nits te denken. Maar ook zijn er parallellen te vinden tussen de zanger van Lunar (Ron Nielen) en die van Rammstein (Till Lindemann). Niet dat Lunars muziek naar metal neigt, maar de zwaardere zangpartijen van Nielen hebben een zelfde soort rafeligheid als die van Lindemann. En zo zijn nog veel meer verbanden te leggen, maar we laten bands als Kaiser Chiefs en The Killers gemakshalve maar even buiten beschouwing.

Nearly perfect?

Waar het op neerkomt is namelijk dat Lunar van al deze invloeden een eigen mix heeft weten te produceren. En dat levert lekkere rocknummers op die goed in het gehoor liggen. En door al die invloeden komen die nummers je op een vreemde manier vanaf het allereerste moment bekend voor. Het voelt alsof je in een warm en gespreid bedje terechtkomt. En dat terwijl je de songs dus pas voor het eerst hoort. Dat zorgt ervoor dat umfelt. je een vertrouwd gevoel meegeeft. Geen geringe prestatie voor een eerste kennismaking.

Lunar heeft kortom een degelijk rockalbum neergezet dat je je meteen thuis laat voelen. Goed verzorgde nummers met de bekende thema’s als liefde, het dagelijks leven, geloof, maar ook tell sell-reclames passeren de revue. Daarmee vormen band en muziek een prachtige doorsnede van de hedendaagse (muzikale) realiteit. Om het ongeveer in de woorden van de band zelf te zeggen: ‘This could be a perfect cd, this should be a perfect cd!

En dat is niet eens zo ver bezijden de waarheid.

Theater / Voorstelling

Het oude Faust-verhaal in nieuw jasje

recensie: Amsterdams Marionetten Theater - De wonderbaarlijke reis van Dokter Faust

Charon, de bootsman van de onderwereld, is het zat om altijd maar onbeduidende zielen over te zetten en vraagt Pluto om een noemenswaardiger vracht. Pluto zet vervolgens zijn duivels in om de beroemde dokter Faust uit Wittenberg op het slechte pad te brengen. Een duister sprookje, dat op bijzonder humoristische wijze wordt opgevrolijkt door levendige details als rondrennende ratten op het podium en een zingende hansworst.

Het zaaltje van het Amsterdams Marionettentheater is klein maar knus, op de vloer staan gouden stoelen met rode kussens opgesteld in rijen en de garderobe en toiletten gaan half schuil achter een groot gordijn van rood velours. Op het podium zijn de touwtjes waarmee de marionetten bediend worden te zien, hun monden bewegen niet en de decors zitten eenvoudig in elkaar. De muziek en de stemmen klinken uit twee grote boxen aan weerskanten van het toneel.

~

Dit maakt de voorstelling echter niet minder vermakelijk. De toeschouwer wordt al gauw gegrepen door de illusie en vooral ook door de humor. Wanneer Faust zich beklaagt over de leegheid van boekenwijsheid, lopen achter hem een half dozijn schaapjes met zwiepende staartjes langs. Het contract van Faust met Mephisto wordt gebracht door een rondvliegende raaf die het contract in zijn bek draagt en die de poëtische naam Mercurius wordt toegekend. Als Wachter komt Faust vertellen dat er drie studenten op de stoep staan met een toverboek, stuurt Faust hem naar buiten toe om het toverboek aan te nemen. Terwijl Wachter doet wat hem is opgedragen, vliegen op de achtergrond drie angstige studenten op een bezemsteel langs.

Casperl, tegenhanger van Faust
Behalve in deze aandacht voor details en visuele grappen, komt er ook veel luchtigheid in het spel dankzij het personage Casperl. Deze wordt door Wachter aangenomen als hulp in de huishouding en hij maakt zich nuttig door de vloer te poetsen met zijn achterwerk. Hij zingt opera-achtige liederen die de simpelheid bezingen: geen kennis, maar een potje bier na een dag hard werken.

Waar Faust hulp krijgt van de achterbakse Mephisto, maakt Casperl kennis met Auerhaan. Auerhaan is een kalkoenachtige vogel op rode vrouwenpumps, die eieren legt en Casperl achter Faust aandraagt op diens wereldreizen. Met name de reis naar het Parijs ten tijde van de Wereldtentoonstelling van 1889 bevalt Casperl slecht: die ‘Fransozen’ eten immers kikkerbillen en van braadworst hebben ze nooit gehoord. Als hij klaagt over zijn onvrede, begint Auerhaan te huilen en zo blijkt dat Auerhaan geen slechte duivel is. Uiteindelijk draagt ze Casperl terug naar zijn geliefde Wittenberg, die daar nachtwaker wordt omdat je dan de hele dag kan blijven slapen. Hoe het met Auerhaan afloopt blijft onduidelijk.

Onbeslist lot

~

Ook hoe het Faust uiteindelijk vergaat, blijft onduidelijk. Hij probeert vergeving te zoeken bij God, maar faalt erin doordat Mephisto hem afleidt met de mythische schoonheid Helena. Mephisto verdwijnt met een duivelse lach en bezwerend dat het contract dat Faust met hem gesloten heeft bindend is. Faust blijft achter en ziet zichzelf op het moment dat hij het contract afsloot. Daarmee eindigt de strijd om Fausts ziel, schijnbaar onbeslist. De epiloog toont Charon, die aanmeert bij een haventje met daar een bord met de tekst: Volgende hellevaart om 12 uur. Charon vaart uiteindelijk weer weg, zonder vracht. Mercurius houdt de wacht bij het haventje.

Hoewel de zaal voornamelijk bevolkt werd door ouderen, is de voorstelling zonder meer geschikt voor alle leeftijden. De wonderbaarlijke reis van Dokter Faust is nog op zondag 24 mei en vrijdag 5 juni te zien in het Amsterdams Marionettentheater en keert in het najaar terug.

Theater / Voorstelling

Een gevangenis van radeloosheid

recensie: Productiehuis Meeuw - Werther

De radeloze eenzaamheid van een jongen wiens grote liefde, alles waar hij voor leeft, onbeantwoord blijft, krijgt een bijzondere lading door de locatie van de opvoering. Een kille gang in de voormalige mannengevangenis van Leeuwarden, de Blokhuispoort, maakt het stuk des te indringender.

Het stuk Werther is gebaseerd op de briefroman Die Leiden des jungen Werthers van Goethe. Het verhaal was destijds behoorlijk controversieel. Het gaat over een jongen, Werther, die tot over zijn oren verliefd raakt op Lotte, maar die afgewezen wordt voor een gewone, saaie zakenman. Hij verzinkt in zijn verdriet, dat hem zo tot wanhoop drijft dat hij uiteindelijk een pistool op zijn slaap zet. Het leidde in de achttiende eeuw, toen het boek verscheen, tot een rage: jongeren herkenden zich zo in de gevoelsmatig levende Werther, dat het aantal zelfmoorden schrikbarend steeg.

~

Productiehuis Meeuw uit Leeuwarden, dat werkt met leerlingen van de Jeugdtheaterschool, vraagt zich af hoe actueel deze tekst vandaag de dag nog is. Het verhaal uit de Romantiek, waarin jongeren bereid zijn zich voor de liefde van het leven te beroven, lijkt niet erg realistisch meer. Toch weten de drie jonge acteurs Lisa Frenkel, Bart Harder en Eva Meijering, met veel enthousiasme de beweegredenen van Werther voor het publiek te ontvouwen. Zowel de intense passie van de verliefdheid als de dramatische melancholie weten ze vol overtuiging over te brengen. Daarbij worden vooral de thema’s van de onbereikbare liefde en de tegenstelling tussen gevoel en rationaliteit benadrukt. Daarmee wordt het weer actueel. Het enigszins archaïsche taalgebruik wordt door de getalenteerde acteurs zo natuurlijk gebracht, dat ook moderne jongeren zich erin kunnen herkennen. Je gevoelens zijn toch altijd belangrijker dan het gezeur van je ouders en leraren over school en andere saaie, dagelijkse plichten?

Gevangenis

Daarmee is de stap naar zelfmoord nog niet gezet, natuurlijk. Het is de extreme eenzaamheid, zonder enig uitzicht, die Werther hiertoe drijft. Dat wordt benadrukt door de bijzondere locatie waar Werther gesitueerd is. Het stuk speelt in de Blokhuispoort, de oude strafgevangenis voor mannen in Leeuwarden. Inmiddels is daar geen gevangene meer opgesloten en worden de cellenblokken gebruikt voor culturele doeleinden. Toch hangt er nog steeds een bijzondere sfeer. Het stuk wordt niet in een oude cel gespeeld, maar in een witte gang. De gebruikte ruimte is daarmee erg lang, maar weinig breed, waardoor het benauwde gevoel versterkt wordt. De eenzaamheid die de gevangenen gevoeld moeten hebben, wordt weerspiegeld in de radeloosheid van Werther. De krijtstreepjes op de muren spreken daarmee boekdelen. Verder is het decor simpel gehouden: dat de oorspronkelijke roman uit brieven bestaat, komt terug in de stapels papier, enveloppen en inktpotjes die langs de muur staan, evenals in de kostuums, waar ook woorden en zinnen op geschreven zijn. Samen met het taalgebruik wordt zo het achttiende-eeuwse verhaal van Goethe met de moderne interpretatie verenigd.

Werther is een boeiende voorstelling over thema’s die ook tegenwoordig nog aanspreken, enthousiast gebracht door drie talentvolle acteurs. De speciale locatie waar het gespeeld wordt maakt het stuk alleen maar sterker. De doordringende eenzaamheid en wanhoop van Werther houden je zo drie kwartier gevangen en laten je niet los.

Werther is nog op 19 en 20 mei 2009 te zien in de Blokhuispoort in Leeuwarden, als lunch- en avondvoorstelling.

Theater / Achtergrond
special: Festival a/d Werf: 21 t/m 30 mei 2009

Verdieping bij Huis en Festival a/d Werf

Het is niet met grote trom bekend gemaakt, maar bij Huis a/d Werf gaat het een en ander veranderen. De meest duidelijke verandering is dat in Huis a/d Werf niet langer gastvoorstellingen geprogrammeerd worden. Men gaat zich volledig concentreren op het productiehuis en de zalen gaan alleen nog door de huismakers gebruikt worden. Volgens artistiek leider Yvonne Franquinet is dit een logische volgende stap in de ontwikkeling van het Huis en Festival.

~

Het Utrechtse Huis en Festival a/d Werf is één organisatie met twee pijlers. Huis a/d Werf vormt het productiehuis. Jonge makers krijgen hier de kans om zich na hun opleiding verder te ontwikkelen. Festival a/d Werf is het jaarlijkse theater-, muziek- en beeldende kunst-festival waar het werk van de huismakers wordt getoond. Dit programma wordt aangevuld met het werk van andere kunstenaars uit binnen- en buitenland. Daarnaast programmeert Huis a/d Werf in de eigen zalen ook gastvoorstellingen. Dit laatste zal vanaf september niet meer het geval zijn.

Huis voor de makers

Huis en Festival a/d Werf heeft al een aantal jaar veel succes met een theatervorm die ‘ervaringstheater’ is gedoopt. Deze ervaringsvoorstellingen hebben met elkaar gemeen dat het publiek niet in een theaterzaal zit, maar zelf een actieve rol heeft. Yvonne Franquinet: ‘Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland wordt er enthousiast gereageerd op ervaringstheater. We krijgen veel aanvragen voor tournees en reprises. Tot nu toe hadden we vaak geen ruimte om daar op in te gaan.’ 

Door de gastprogrammering af te stoten komt Huis a/d Werf helemaal in dienst te staan van de kunstenaars die er werken. Hierdoor ontstaat er nog meer ruimte voor onderzoek en conceptontwikkeling in het Huis. Franquinet: ‘Wat we de komende tijd bijvoorbeeld verder willen onderzoeken is het hergebruik van installaties. In Huis a/d Werf wordt veel installatiekunst gemaakt. Je zou een installatie kunnen beschouwen als de tekst van een theatervoorstelling. Onze gedachte is dat je een installatie, net als een repertoiretekst, opnieuw kunt gebruiken. We zijn heel benieuwd wat er gebeurt wanneer een andere kunstenaar zich tot een bestaande installatie moet verhouden.’

Daarnaast gaat er intensiever samengewerkt worden met de opleidingen van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). Franquinet: ‘Op die manier willen we de praktijk en de opleidingen beter op elkaar afstemmen. Die behoefte is er ook vanuit de HKU. Daarbij gaat het niet alleen om artistiek talent, maar we willen bijvoorbeeld ook zakelijke talenten begeleiden. We gaan onder andere gastlessen geven en werkervaringsplaatsen creëren.’

Aangezien er tijdens het festival in de huidige vorm al veel aandacht is voor de huismakers, verandert er aan de opzet van Festival a/d Werf niet veel. Franquinet: ‘Op het festival willen we dat wat we zelf produceren laten zien in relatie tot wat er elders wordt geproduceerd. De verhouding van vijftig procent eigen makers en vijftig procent gastvoorstellingen blijft gehandhaafd.’

Werkelijkheid en theater

Deze week gaat Festival a/d Werf 2009 van start. Deze editie heeft de titel Get real meegekregen. Die paraplutitel wijst op een trend die Franquinet signaleert binnen de kunst: de makers halen de werkelijkheid het theater binnen. Yvonne Franquinet: ‘De trend van het gebruik van de werkelijkheid in het theater is in Nederland begonnen met het ervaringstheater. In andere landen zijn daar andere vormen voor ontwikkeld. Het startpunt is hetzelfde, maar iedereen gaat hier op zijn eigen manier mee om. Ik vind het interessant om dat nu naast elkaar te zetten op het festival.’

Het collectief Berlin is hier volgens Franquinet een van de vele voorbeelden van: ‘Zij maken theatrale documentaires. De nieuwste is echt een pareltje geworden. Het is een stadsportret van Moskou en laat de grote tegenstellingen in de stad zien. Ze hebben hiervoor zelf een tent ontworpen, gebruiken live muziek en verschillende bewegende schermen. Als toeschouwer maak je zelf een eigen montage uit die verschillende schermen. Maar die montage wordt uiteraard wel gestuurd door de makers.’

Aandacht

Opvallend is dat niet alleen Huis en Festival a/d Werf in haar nieuwe beleid kiest voor verdieping, maar dat de makers op het festival dit ook doen in hun voorstellingen. Franquinet: ‘De wereld van tegenwoordig is druk en hectisch. Het goede is dat jonge mensen daardoor gewend zijn om snel verschillende soorten informatie bij elkaar te brengen. Aan de andere kant mis je daardoor ook iets, namelijk diepgang. De tijd nemen om iets heel gedetailleerd te bestuderen bijvoorbeeld. Ik merk dat dit een behoefte is die sterk leeft bij kunstenaars. Ze willen weer focus aanbrengen in de wereld en zeggen als het ware: “Kijk eerst eens goed naast je voordat je verder kijkt.” Gob Squad is daar een goed voorbeeld van. Zij doorbreken de anonimiteit van de stad en maken de helden van de straat zichtbaar. Hun werk staat voor het nemen van rust om het echte te bekijken.’

De begrippen rust en aandacht lijken ook van toepassing te zijn op het project van James Beckett. In een van de zalen van Huis a/d Werf werkt hij samen met zijn ploeg aan de installatie die straks in een container op de Neude komt te staan. In de perspectivisch toelopende constructie komen jaloezieën van verschillende formaten te hangen. Door middel van het openen van deze jaloezieën gaat een compositie van beweging en geluid ontstaan. Franquinet: ‘De uitvoering van James’ idee is veel werk, maar in wezen is het heel eenvoudig. Ik word heel gelukkig van de schoonheid van zo’n simpel idee.’ 

Festival a/d Werf vindt plaats van 21 t/m 30 mei in Utrecht.
Zie het 8WEEKLY-festivalverslag.

Boeken / Fictie

Waardige waarnemer rechtsboven

recensie: Ronald Giphart - Mijn vrouw & andere stukken

Het is wrang: een week na verschijning van Mijn vrouw & andere stukken, de verzamelde columns van zijn invaller in de Volkskrant, overleed Martin Bril, columnist hors concours. Vriend en vaste vervanger Ronald Giphart toont met deze bundeling aan dat ook hij de kunst van de column beheerst. Bijna ieder verhaaltje amuseert of vertedert.

Ronald Giphart (1965) kan als schrijver van romans over liefde, dood, seks en het studentenleven – de grote thema’s van het leven kortom – al decennialang rekenen op een groot lezerspubliek. Zijn boeken figureren op de leeslijst van vrijwel iedere scholier en iedere herdruk kan rekenen op een verkoopsuccesje. Daarmee laadde de Utrechter verdenkingen van de zwavelzure mandarijnen op zich. Geen hoge literatuur, pruttelden de critici.

Met zijn noodgedwongen invalbeurt voor de zieke Bril boorde Giphart niet alleen een nieuw reservoir lezers aan, hij kweet zich bovendien op indrukwekkende wijze van zijn taak. Zelfs de militante Bril-adepten zullen zich vermaakt hebben met de columns die Giphart schreef in de tweede helft van 2008. Zeker omdat de auteur zelf regelmatig vol bewondering over zijn voorganger schrijft, zoals in zijn allereerste stukje, met de titel ‘Bril’. Nu, zo kort na de dood van die laatste, krijgen de slotregels van die column een nieuwe lading:

Dit is een in memoriam noch een hagiografie, maar het moet toch eens worden gezegd: Brils toewijding aan het vak van columnist is ongeëvenaard. Voor mij is Bril de columnistste columnist van ons taalgebied. Wat ik bijna dagelijks heb mogen vaststellen: Bril lééft voor zijn column en heeft de gave dingen te registreren die anderen over het hoofd zien. Hoe vaak heb ik niet met Bril door dezelfde napruttelende dorpskern geslenterd, om de volgende dag verbaasd te lezen wat ik verdoemme allemaal had gemist? Ik hoop dat Bril snel weer in het land van de schrijvenden is, en tot die tijd droom ik lekker verder.

In de lijn van de meesters
Giphart is geen Bril, omdat niemand Bril kán zijn. Maar als Mijn vrouw & andere stukken iets bewijst, is het dat de hoofdredactie van de Volkskrant geen betere vervanger had kunnen kiezen. De columns zijn korte schetsjes uit het dagelijks leven van een beroemd schrijver, zonder daarbij te verzanden in belegen dagboekidioom. Overigens vindt Giphart het vak van columnist niet opnieuw uit. In de traditie van de grote meesters Bril en Carmiggelt, heeft ook hij het bijvoorbeeld opvallend vaak over zijn kinderen, waarbij hij zich niet beperkt tot die eeuwige komische versprekinkjes, maar ook schrijft over de schaduwkanten van het ouderschap. En juist dan ontroert Giphart het meest, zoals in het prachtige stukje ‘Hersenschudding’.

Vijf minuten later zat mijn zoon op de bank, bleek en trillerig. Op aandringen van mijn vrouw belde ik een bevriende arts, die zich net als ik geen zorgen maakte en aankondigde op weg naar huis even langs te wippen. Mijn zoon jammerde dat hij zich het hele voorval niet kon herinneren.
‘Dat is heel normaal’, zei ik, ‘je hebt waarschijnlijk een kleine hersenschudding.’ Mijn zoon keek mij hoofdschuddend aan, en sprak de woorden: ‘Wie ben jij eigenlijk?’

Uitstekend schrijver
Mijn vrouw & andere stukken bevat mooie verhalen, herinneringen, schetsjes en scènes, een bonte stoet aan prima columns eigenlijk. Ze blijven boeien, die stukjes, juist door de grote verscheidenheid. Onvoorstelbaar knap eigenlijk, wanneer je bedenkt dat deze stukjes allemaal stammen uit een halfjaar waarin Giphart slechts waarnemer was voor vriend Bril, een onderhoudsmonteur die de plek rechtsboven warm moest houden voor zolang het duurde. Voor de laatste twijfelaars: wie zulke columns afscheidt is een uitstekend schrijver. Geen Bril, dat niet. Enfin.

Theater / Voorstelling

On-Kafkiaanse herinneringen aan oude politieke stokpaardjes

recensie: thEAter EA - Aap

Het is aanpassen of wegwezen. Aap gaat over hoe een aap in een rap tempo verwordt tot een Europees mens, een politiek wezen. De aap gespeeld, door Sadettin Kirmiziyüz, wordt mens, niet omdat hem dat zo aantrekt, maar omdat het de uitweg is naar iets anders. Aap, gebaseerd op Ein bericht für eine Akademie van Franz Kafka, handelt over de voorbereiding op de grootste speech ooit.

Ein bericht für eine Akademie van Franz Kafka, handelt over de voorbereiding op de grootste speech ooit.

~

De aap vertelt het publiek, in monoloogvorm, hoe hij tijdens een jachtexpeditie gevangen is genomen en naar Europa is gevoerd. Geconfronteerd met het verlies van vrijheid ziet de aap zichzelf gedwongen zijn ‘aap-zijn’ op te geven en een beschaafd mens te worden. Hij jaagt zichzelf de evolutie door en weet het gemiddelde ontwikkelingsniveau van een Europeaan te bereiken. Dit zie je, helaas, letterlijk gebeuren op het podium. Een klauterend mensachtig persoon schommelt gehurkt van tafel op tafel, van spijltje naar spijltje, om uiteindelijk vier en rechtop zijn speech te geven. Terwijl de aap zich voorbereidt op deze speech, vertelt hij het publiek zijn verhaal en hijst hij zich in een rokkostuum.

Waarheen leidt de weg?


In lijn met de beoogde visie van Köroglu lijkt het stuk zonder moraliserende vinger te willen wijzen naar een politieke arena. Het publiek moet een kant kiezen in die arena. De vraag is alleen: welke kant? En welke politieke arena? Aap stipt hoogstens iets aan over integratie en minderheden. Maar wat wil Aap? Waar moet het publiek heen? Met een boek van Martin Luther King in handen scanderen: ‘Ik geloof in wonderen, maar alleen in de wonderen van de mens!’ gevolgd door een verzameling oneliners van Rita Verdonk geeft niet genoeg aan het publiek om er wat mee te kunnen. De verwijzingen naar Obama zijn voor de hand liggend en de referentie aan talkshow host Jerry Springer is vreemd.  Er is geen duidelijke keuze gemaakt in wat het stuk precies wilt vertellen over de politiek van het hier en nu vanuit Kafka en bovenal: hoe zich dat verhoudt tot Aap, en tot dat ‘iets anders’ waar de aap het steeds over heeft. Het stuk valt hierdoor in een onbedoeld effect: die van de stuurloosheid.

Aansluiting bij het thema van Kafka


Kafka slaagt, in tegenstelling tot het stuk Aap, er uitzonderlijk goed in een  gevoel op te wekken van wat het is om als vreemde in een geperfectioneerde samenleving te moeten staan. Jammer dat de makers van Aap (die Kafka expliciet bij Aap betrekken) hier niet wat beter en meer gebruik van hebben gemaakt. De spelvorm herinnert geenszins aan Kafkiaanse gegevens. Het spel prikkelt niet en is niet raadselachtig en beangstigend om naar te kijken. Het stuk werkt niet bevreemdend op de menselijke kunstmatige en ambtelijke systemen die Kafka aankaart in zijn werken. Het laat vrijwel zonder pijnlijkheden zien hoe de aap mens wordt.

De consequentie van een aap


~

Het grootste deel van de voorstelling spreekt de aap over het publiek heen. De regie mist ook hierin duidelijke keuzes. De vraag waar het drama zit in het personage en wat de noodzaak van het stuk in het hier en nu is, blijft helaas onbeantwoord.

Omkleden in avondkostuum is niet spannend genoeg en geeft in de breedste zin één op één de evoluerende mens weer. Het spel kiest de ingang: hoe wordt een aap een mens. Juist door deze letterlijke ontwikkeling wordt soms de geloofwaardigheid aangetast. De moeite die de aap heeft met zijn uitspraak bijvoorbeeld wisselt nog al. Het ene moment zijn het vloeiende zinnen in algemeen beschaafd Nederlands, het andere moment is alleen de klank ‘ui’ een enorme uitdaging. Deze willekeurige aanvallen en imitaties van ‘aap zijn’ maken het karakter inconsequent en ongeloofwaardig. Kirmiziyüz lacht dwars door zijn aapgeluiden en aapachtige bewegingen zijn levensverhaal weg. Hij maakt zijn aap daarmee onbelangrijk. Heel even na de bewuste speech, zien we het gevecht van Kirmiziyüz met zijn mens-zijn. Het mens-zijn waar hij als machteloos ‘showbizz’-individu geen controle meer over heeft en tegelijkertijd de aap in hem die probeert door te breken via zijn spieren. Dit is wat het stuk chronisch nodig heeft.

Het geheel


De muziek in het stuk lijkt uit te dragen dat het iedereen aangaat. Oosterse, Chinese akkoorden ondersteund door een jazz saxofoon, wisselen de klassieke viool en circusmuziek af. Deze verwarrende wereldse mix, die soms te luid door de teksten heen gespeeld wordt, lijkt het effect te willen veroorzaken dat Köroglu en Kirmiziyüz voor elkaar hadden moeten krijgen in regie en spel. Namelijk overweldigend zijn.

Het decor is niet bijzonder te noemen: een inloopkast met meerdere rokkostuums, een ijzeren constructie om aan te slingeren en in het midden twee diagonaal opgestelde spiegels. De spiegels maken onderdelen van de monoloog wel spannend omdat daar zich het beste spel van Kirmiziyüz ontvouwt. Op die momenten reageert hij daadwerkelijk op zichzelf. Aap ontdekt, speelt en snuffelt met zijn twee spiegelbeelden. De dans van Kirmiziyüz met zijn meerdere spiegelbeelden heeft een rustige en tragische uitwerking.

Aap is een stuk met potentie dat helaas soms meer lijkt op aapjes kijken dan een theatraal schouwspel dat zich op zijn minst ergens toe verhoudt.

Aap is te zien van 19 juni t/m 21 juni op Festival de Parade in Rotterdam.

 

Boeken / Fictie

China van nu in tien verhalen

recensie: Yiyun Li - Een heel leven later

Yiyun Li groeide op in Beijing en vluchtte naar de VS. Ook de personages in de tien verhalen die haar debuut Een heel leven later vullen, leven in scherp tegengestelde werelden: traditioneel, communistisch en modern China, en dan ook nog de ‘heilstaat’ Amerika. De dikwijls schrijnende fricties die dat oplevert, vormen Li’s onderwerp.

Haar personages staan meer tegenover dan naast elkaar. Je leeft mee met de zwakkere, die weerloos door de bevoorrechte het loodje legt, ook letterlijk. Li schildert de bevoorrechte niet demonstratief zwart af, maar heeft alle meedogen met de zwakkere. Zo is Oma Lin (51) van het oude fatsoen, maar ze grijpt overal naast omdat ze steeds de schuld van alles krijgt in plaats van waardering. Na bewezen diensten wordt ze afgescheept, om futiliteiten op staande voet ontslagen en op straat ook nog eens beroofd. Dickens in China. Li’s eerste roman – die nog in Nederland moet verschijnen – heet niet voor niets Verschoppelingen. Toch schuilt er meer licht dan duisternis in haar verhalen, mede door de teruggehouden en fijnzinnige stijl. Li is allesbehalve zwaar op de hand.

Problemen
Er is een moeder die uit schaamte haar geestelijk gehandicapte dochter verborgen houdt, een jaloerse echtgenote en een stiekem overspelige man die uiteindelijk voorstelt zijn vriendinnetje in huis te nemen, mannen die wegens politieke activiteiten gestraft zijn, uit de kast komen, willen scheiden, schijnhuwelijken sluiten om naar Amerika te kunnen. Dat genereert een hoop problemen, zeker in een land waar kapitalisme en marxisme elkaar niet langer uitsluiten, maar in een gevecht verwikkeld zijn waarin ze elkaar zoveel mogelijk proberen te sparen.

Enkele verhalen zijn minder sterk. Enerzijds komt dat doordat Li zo begaan is met de sociale werkelijkheid, dat de literaire minder kans krijgt. De ietwat schematische verhalen dreigen dan casussen te worden, waarin algemene trekken de persoonlijke verdringen, als illustratiemateriaal in lessen maatschappijleer. Waar zoonlief uit de VS (homo ook nog) zijn inmiddels zwaar christelijke moeder in China bezoekt, wordt de dialoog te veel beheerst door gediscussieer, uitwisseling van onverzoenbare meningen. Zo komen zoon en moeder niet echt tot leven. In een ander verhaal halen een stuk of wat babbelende boeren een tragedie van vroeger naar boven. Die truc werkt dan beter.

Flashbacks
Anderzijds is er het probleem van de nogal afstandelijk samenvattende flashbacks. Die heeft Li nodig om de plots uit te meten, die nu eenmaal flink uiteenlopende tijden en plaatsen bestrijken. Als de flashbacks de overhand nemen, boet het verhaal in het hier en nu aan kracht enigszins in en krijgt het iets vertellerigs. Een verhaal met een ononderbroken tijdsverloop spreekt dan waarschijnlijk meer aan.

Als je de bundel uit hebt, ben je niettemin blij de sterke verhalen niet gemist te hebben. Met name het titelverhaal en ‘Onsterfelijkheid’ zijn met meesterhand geschreven.

Vertaald uit het Engels door Sjaak de Jong