Muziek / Achtergrond
special: Zaterdag 18 augustus

Lowlands 2012

De nachten op Lowlands zijn normaal gesproken al niet lang, maar deze editie drijft de zon iedereen al vroeg zijn tentje uit. Nog nauwelijks bijgekomen van een nacht vol foute muziek in de Grolsch, of de Berlijnse sounds van Innervisions in de Bravo, wordt de festivalgangers na de ochtendsessie tai chi ook nog aangeraden om vandaag de koffie wegens vochtafdrijvende eigenschappen te laten staan. Geen wonder dat de dag wat mellow verloopt.

Foto: M.G. van Leeuwen

Foto: M.G. van Leeuwen

Te beginnen met een prachtig concert van de Ierse folkzanger James Vincent McMorrow, die zijn debuutalbum met de toepasselijke titel Early in the Morning als eenmansproject opnam. Een verhaal met een Bon Iver-achtig tintje. Ook in de muziek is de invloed van Bon Iver overduidelijk aanwezig, vermengd met een vleug Sufjan Stevens, een mespuntje Fleet Foxes en een stem die soms aan Gavin DeGraw doet denken. Vernieuwend is het misschien niet per se, maar mooi zeker wel. Begeleid door een vijfkoppige band weet McMorrow iedereen nog even in dromenland te houden. Vooral de prachtige samenzang met de serene zangeres voegt toe aan het kippenvelgehalte.

We blijven nog even in hogere sferen bij Alt-J, de Britse indie-electroformatie die zijn naam afleidde van een sneltoetsencombinatie van Mac. En niet voor niks: de band is minimalistisch, clean, creatief en bovenal hip, erg hip. De hele tent is afgeladen, en elk nummer wordt welwillend ontvangen. De set zit prima in elkaar met als extra touch een optreden van Dario Fo (het koor van Kyteman). Toch ontbreekt er nog iets aan de show; de muziek is net te afstandelijk en de bandleden doen weinig moeite het publiek bij het optreden te betrekken. Iets minder hip, maar een stuk knusser is het bij Spinvis. Zelfs in een grote tent als de Grolsch weet Spinvis, ondersteund door zijn band en live-visuals van tekenaar Hanco Kolk, je mee te voeren in zijn wonderlijke hersenspinsels. Mooie vondsten als de zingende zaag geven het geheel net iets extra’s. De muziek van Spinvis is oprecht en de muzikanten doen ieder hun eigen fijne ding. Laten we hopen dat ze dat nog lang blijven doen. Langzamerhand vordert de dag en wordt het toch echt tijd om wakker te worden. Gelukkig zijn daar de vrolijke sets van La Pegatina en Two Door Cinema Club om de voetjes van de vloer te krijgen. Het echte wakker schudden zou bij het supergrote, op Facebook aangekondigde watergevecht moeten gebeuren. Helaas is de lol van een watergevecht (net als bij een kussen- of sneeuwballengevecht) eigenlijk dat het spontaan ontstaat, het liefst ergens waar een hoop water is. Zo valt deze actie toch een beetje in het water.

Gelukkig werden de shirts toch nog nat bij het super Britse Kasabian, waarbij het publiek gedwongen werd door gitarist Sergio Pizzorno om eens flink te springen. Niet dat het raar is, want Kasabians gierende, stampende Britse rock is uiterst dansbaar, waardoor het zweet al snel langs menig ruggetje loopt. Met een Kasabian typerende hint van arrogantie brengen de boys hun nummers rücksichtslos aan de man. Een goeie starter voor wat een enerverende avond belooft te worden.

Foto: M.G. van Leeuwen

Foto: M.G. van Leeuwen

Voordat er wordt aangeschoven bij The Whitest Boy Alive is er tijd voor wat bezinning bij Charles Bradley and his Extraordinaires.

Vrijdag | Zondag

Innervisions in de Bravo, wordt de festivalgangers na de ochtendsessie tai chi ook nog aangeraden om vandaag de koffie wegens vochtafdrijvende eigenschappen te laten staan. Geen wonder dat de dag wat mellow verloopt.

Foto: M.G. van Leeuwen

Foto: M.G. van Leeuwen

Te beginnen met een prachtig concert van de Ierse folkzanger James Vincent McMorrow, die zijn debuutalbum met de toepasselijke titel Early in the Morning als eenmansproject opnam. Een verhaal met een Bon Iver-achtig tintje. Ook in de muziek is de invloed van Bon Iver overduidelijk aanwezig, vermengd met een vleug Sufjan Stevens, een mespuntje Fleet Foxes en een stem die soms aan Gavin DeGraw doet denken. Vernieuwend is het misschien niet per se, maar mooi zeker wel. Begeleid door een vijfkoppige band weet McMorrow iedereen nog even in dromenland te houden. Vooral de prachtige samenzang met de serene zangeres voegt toe aan het kippenvelgehalte.

We blijven nog even in hogere sferen bij Alt-J, de Britse indie-electroformatie die zijn naam afleidde van een sneltoetsencombinatie van Mac. En niet voor niks: de band is minimalistisch, clean, creatief en bovenal hip, erg hip. De hele tent is afgeladen, en elk nummer wordt welwillend ontvangen. De set zit prima in elkaar met als extra touch een optreden van Dario Fo (het koor van Kyteman). Toch ontbreekt er nog iets aan de show; de muziek is net te afstandelijk en de bandleden doen weinig moeite het publiek bij het optreden te betrekken.
Iets minder hip, maar een stuk knusser is het bij Spinvis. Zelfs in een grote tent als de Grolsch weet Spinvis, ondersteund door zijn band en live-visuals van tekenaar Hanco Kolk, je mee te voeren in zijn wonderlijke hersenspinsels. Mooie vondsten als de zingende zaag geven het geheel net iets extra’s. De muziek van Spinvis is oprecht en de muzikanten doen ieder hun eigen fijne ding. Laten we hopen dat ze dat nog lang blijven doen.

Langzamerhand vordert de dag en wordt het toch echt tijd om wakker te worden. Gelukkig zijn daar de vrolijke sets van La Pegatina en Two Door Cinema Club om de voetjes van de vloer te krijgen. Het echte wakker schudden zou bij het supergrote, op Facebook aangekondigde watergevecht moeten gebeuren. Helaas is de lol van een watergevecht (net als bij een kussen- of sneeuwballengevecht) eigenlijk dat het spontaan ontstaat, het liefst ergens waar een hoop water is. Zo valt deze actie toch een beetje in het water.

Gelukkig werden de shirts toch nog nat bij het super Britse Kasabian, waarbij het publiek gedwongen werd door gitarist Sergio Pizzorno om eens flink te springen. Niet dat het raar is, want Kasabians gierende, stampende Britse rock is uiterst dansbaar, waardoor het zweet al snel langs menig ruggetje loopt. Met een Kasabian typerende hint van arrogantie brengen de boys hun nummers rücksichtslos aan de man. Een goeie starter voor wat een enerverende avond belooft te worden.

Foto: M.G. van Leeuwen

Foto: M.G. van Leeuwen

Voordat er wordt aangeschoven bij The Whitest Boy Alive is er tijd voor wat bezinning bij Charles Bradley and his Extraordinaires. Na vijftig jaar op zijn doorbraak te hebben gewacht brengt Bradley lowlands soul; echte, intense en steengoeie soul met power en een band met grote klasse. De hoeveelheid passie en liefde die de beste man op het podium brengt, wordt met gelijke munt betaald door het publiek dat aan het eind van het optreden niet anders dan verliefd kan zijn op deze soulman.

In de aanloop naar de grote afsluiter van de avond loopt de Grolsch-tent goed vol voor de nerdy jongens van The Whitest Boy Alive. Met hun relaxte, vrolijke en groovy nummers toveren ze bij elke omstander een lach op het gezicht en een dans in de benen. Hun kleurige, klungelige voorkomen doet je op het verkeerde been hupsen; hier staat een gesmeerde muziekmachine. Alle nummers worden uit volle borst meegezongen en de tent barst bijna uit elkaar van geluk. Het optreden van The Whitest Boy Alive is meer dan geslaagd. De tent loopt zelfs niet voor Skrillex eerder leeg dan dat het catchy refrein van het laatste en nieuwste nummer voor de tiende keer door het publiek is gescandeerd.

Inmiddels lijkt het alsof iedereen die niet bij The Whitest Boy Alive was zich naar de Alpha heeft begeven waar Skrillex de avond afsluit. Tot ver buiten de randen van het Alpha-domein probeerden mensen iets mee te pikken van de show. Skrillex doet wat Skrillex moet doen: hij blaast de tent half op met onnavolgbare, vuige dubstep waarvan de bas Biddinghuizen doet trillen. Voor de gelegenheid wordt er ook op het podium uitgepakt alsof het Sensation is, met een lichtshow die niet geschikt is voor mensen met fotosensitieve epilepsie. Maar wie denkt dat Skrillex de zoveelste populaire platendraaier is heeft het mis. De set is supergevarieerd met nummers van Bob Marley tot Justice die in en uit het Skrillexgeluid worden geslingerd. Dat het een belevenis is staat buiten kijf, maar hoe je er nou op moet dansen blijft nog raadselachtig.

Muziek / Concert

Geslaagde switch

recensie:

Het Belgische Ganashake debuteerde in 2010 met een titelloos debuut in de bluesscene. Na veel goede kritieken maakte het drietal een switch naar de rock. Een verlies voor de blues maar een aanwinst voor de rockwereld.

Het is een compliment als je een nieuwe club mag openen waar bands uit binnen- en buitenland hun opwachting maken voor showcase-optredens voor een speciaal TV-kanaal. Zo stond Ganashake als eerste in de Club Ziggo zaal voor een select publiek van zo’n tweehonderdvijftig man, terwijl de camera’s draaiden voor een TV-opname. Nog mooier is dat het intro van ‘I’ve Been Waiting’ de tune is geworden van het programma. Meer reclame valt niet te maken voor dit ijzersterke trio. Hoe klinkt Ganashake op hun nieuwe cd Flirty Fishing?

Stadionrockers

~

Al bij de openingstrack, ‘I’ve Been Waiting’, wordt duidelijk dat dit een heel andere Ganashake is dan we gewend zijn. Een stevig rockgeluid dat doet denken aan Pearl Jam en Red Hot Chili Peppers knalt je huiskamer binnen. Wie de band nog niet kende van hun bluesverleden zal niet beter weten. Ganashake zet stevig de tanden in de rock. Het tempo ligt over het algemeen lekker hoog en het geluid is van het kaliber stadionrock.

De stem van zanger en gitarist Jess Jacob ligt dicht tegen die voornoemde bands aan. Met zijn maatjes Sander Goethals op bas en drummer Bert Minnaert levert hij een aangenaam luisterbaar rockalbum af. De productionele leiding is in handen van Michel Dierickx die we ook kennen van zijn werk met dEUS, Arid, Gorki en onze Nederlandse BLØF.

Het geluidsbeeld op Flirty Fishing is stevig met de nadruk op het elektrische gitaargeluid. De ritmesectie is een stevig fundament van drums en bas. De bas hakt en bromt soms een lekker stukje van de melodielijn mee. Goethals laat stevig van zich horen door het duel aan te gaan met Jacob die de gitaar de boventoon laat voeren.

Live-reputatie
Dat de heren in korte tijd een goede live-reputatie hebben opgebouwd, bewijzen ze tijdens hun optreden in Club Ziggo. Het optreden staat als in beton gegoten. De rock is stevig, strak en vooral afgemeten. Dat de heren momenteel van de rock zijn en niet van de blues is overduidelijk: het karakteristieke van bluesmuziek is in geen velden of wegen meer te bekennen. Het laatste album van de band is dan ook het brandend middelpunt van het optreden.

Het drietal werkt zich letterlijk in het zweet om hun stuwende show kracht bij te zetten. Soms denk je dat het hoofd van bassist Goethals op een elastiekje staat en eraf zal floepen. Maar hij en zijn maatje Minnaert vechten een continue duel uit ter ondersteuning van de scheurende gitaarklanken en de zang van Jess Jacob. In een dik half uur geeft de band een bijna volledige weergave van hun nieuwe rockalbum. Een toegift blijft achterwege. Ganashake is in huis en dat zullen we weten ook!

Live in Nederland:
29 sept. Café Stob, Echt

8WEEKLY MediaPlayer
Boeken / Non-fictie

Eindeloze waterval van kennis

recensie: Sandra Rendgen, Julius Wiedemann (red.) - Information Graphics

.

                            

Informatiegrafieken, data die opeens inzichtelijk worden door visueel aantrekkelijke vormgeving. Die vormgeving zorgt ervoor dat mensen in de informatiemaatschappij enorme hoeveelheden academische kennis en weetjes snel kunnen verwerken. Diagrammen en grafieken zijn filters die hiërarchie aanbrengen in gepresenteerde feiten. Information Graphics laat op unieke wijze de kunst van het grafisch design zien.

Zware verantwoordelijkheid

~

Het boek brengt onze moderne behoefte aan visueel behapbare informatie terug naar de oude beschavingen, zoals de Egyptenaren die het hele leven van de overledenen op tombes weergaven. Deze beeldende weergave is natuurlijk in vele beschavingen terug te vinden. De grafische weergave van concepten in onze Europese historie wordt in de inleiding van het boek fraai geïllustreerd met tekeningen vanaf de middeleeuwen. Statistische diagrammen ontstaan in de 19e eeuw met de opkomst van de natiestaten om politici van informatie te voorzien.

Grafieken bestaan natuurlijk bij de gratie van samenkomst van beeld en informatie. Functioneel ontwerp moet complexe thema’s duidelijk maken. Verschillende soorten informatie vragen om verschillende behandeling van de designer. De schrijvers noemen het een zware verantwoordelijkheid om de juiste representatie van de data te vinden. De samenstellers van Information Graphics brengen een zeer eclectische mix van kwantitatieve en kwalitatieve infographics samen.

Bouwwerken van informatie

~

Onder de thema’s locatie, tijd, categorie en hiërarchie is een eindeloze waterval aan designs in de meest uiteenlopende invalshoeken bij elkaar gebracht. Wetenschappelijke vindingen en prestaties zijn natuurlijk een gewillige bron voor spannende grafische weergave.  Mission(s) to Mars biedt de lezer in een oogopslag verschillende lagen van informatie aan: lengte van historische missies, de slaging daarvan en het type missie. Door het mooie design waant de lezer zichzelf in de ruimte. De graphic Pets gebruikt de vorm van een hond. Daarbinnen veel meer tekst, met minigrafieken die een bouwwerk aan weetjes over onze ‘huisdierengebruiken’ verschaffen.

Het boek laat het niet bij het etaleren van de grote diversiteit aan direct functionele grafieken maar ruimt ook veel plaats in voor meer experimentele vormen. Een voorbeeld is de tekening Earthquakes and wars van John J. Connor. Hij zet de grote Amerikaanse oorlogen af tegen de grote aardbevingen in de Verenigde Staten. Als kunstenaar veroorlooft hij het zich om niet neutraal tegen de data aan te kijken, maar verloren te raken in alle gegevens. Hierdoor eindigt hij in het centrum van de grafiek met de suggestie van een vlinder, van het butterfly effect. Experimenteler nog zijn de grafieken van fenomenen van Jorinde Voigt, die bijvoorbeeld het verloop van explosies en zoenen grafisch weergeeft.

~

De reden dat Information Graphics zo uitzonderlijk is, ligt niet aan zozeer aan het design, maar aan de enorme hoeveelheid kennis van nieuwswaardige inzichten die in het boek ontluikt. Een dergelijke informatiedichtheid is uniek en enerverend. Onderwerpen die variëren van wereldwijde verbanden tussen politieke instituten en veiligheidsdiensten tot een weergave van de menselijke identiteit. Van topsalarissen versus ontslagen tot een stroomschema voor het kiezen van het juiste lettertype.  Allemaal plaatjes om jezelf in te verliezen en te leren van de meest aantrekkelijke vorm die data kan hebben.

Boeken / Fictie

Bombastisch schouwspel in vlammend Amsterdam

recensie: Leon de Winter - VSV

Bijna acht jaar nadat filmmaker, columnist, maar ook aartsvijand van Leon de Winter, Theo van Gogh, werd vermoord, neemt De Winter het laatste woord in deze langslepende strijd in zijn nieuwe boek VSV. Het boek is geen afrekening met Van Gogh geworden, maar een spannend verhaal vol bombastische wendingen zoals we inmiddels van De Winter gewend zijn.

Theo van Gogh kijkt als engel naar al deze spannende spektakels op aarde, omdat hij na acht jaar nog steeds niet door ‘de intake’ van de hemel is gekomen. Dit boek toont echter dat ook De Winter niet verder kon de afgelopen acht jaar; vandaar dat hij over Van Gogh ‘moest’ schrijven. ‘Hij drong zich aan me op’, verklaarde De Winter al eerder over het opvallende personage in zijn nieuwste roman.

BN’ers
Van Gogh is niet de enige bekende persoon die in VSV wordt opgevoerd. Ook Geert Wilders, Piet Hein Donner, Bram Moszkowicz, Job Cohen, Jessica Durlacher en Eva Jinek zijn van de partij. En Leon de Winter heeft ook zichzelf een prominente rol toebedeeld.

In het boek volgt beschermengel Theo van Gogh op de voet de gebeurtenissen in het leven van onderwereldfiguur Max Kohn. Kohn heeft net een harttransplantatie ondergaan en voelt zich een herboren en dankbaar mens. Hij wil weten waar hij zijn nieuwe hart aan te danken heeft en gaat op zoek naar de familie van de zwarte franciscaan Jimmy. Nadat hij een pakketje met foto’s ontvangt, beseft Kohn dat hij Jimmy’s hart niet voor niets heeft gekregen: Kohns grote liefde Sonja staat op meerdere van zijn foto’s. Als Kohn na tien jaar afwezigheid terug reist naar Nederland om op zoek te gaan naar Sonja (die inmiddels samen is met Leon de Winter), breekt de hel los. Explosies, vliegtuigkapingen, ontvoeringen en gijzelingen: Amsterdam staat in vuur en vlam.

Bombastische pageturner
Het moge duidelijk zijn: de nieuwe roman van De Winter is bombastisch, spannend en een echte pageturner. De keerzijde is echter dat de overdaad aan personages en gebeurtenissen ervoor zorgt dat je als lezer met geen van de opgevoerde figuren een band krijgt vanwege de oppervlakkige beschrijvingen en weinig uitgewerkte karakters. Geen van de BN’ers wordt op een verrassende manier beschreven: Moszkowicz draagt mooie pakken, De Winter is te dik en Piet Hein Donner beleefd.

Ook qua taal komen de personages niet helemaal uit de verf. De hoofdstukken geschreven vanuit het perspectief van de tienjarige Nathan bijvoorbeeld zijn soms ongeloofwaardig volwassen, dan weer overdreven kinderachtig. Het ontbreken van een eigen stem van de vele personages draagt eraan bij dat geen van hen echt gaat leven.

Bekende thema’s
De thema’s die De Winter in zijn nieuwe boek aansnijdt, zijn bekend. Net als in zijn laatste roman Het recht op terugkeer worden de meeste personages vooral gedreven door angst, en ook in VSV speelt de vader-zoonrelatie een grote rol. Storend is dat echter niet, het zijn thema’s waar De Winter goed mee uit de voeten kan.

Hoewel het verhaal knap in elkaar zit en tot het einde toe spannend is, blijft het ook tot het einde van het boek onduidelijk wat De Winter ons eigenlijk wil vertellen. En misschien is dat ook wel beter, want dan kan VSV gewoon beschouwd worden als een spannend boek voor een mooie zomerdag. Niets meer en niets minder.

Film / Films

Een stad vol tijdelijke ontmoetingen

recensie: To Rome with Love

Met een uitgebreide ensemblecast en een prachtige stad als locatie is To Rome with Love een genot voor de ogen. Als film is het echter een wanorde van bij elkaar gevoegde verhaaltjes. De hommage die Woody Allen brengt aan de stad is romantisch maar voorspelbaar.

~

To Rome with Love bestaat uit vier losse verhalen die een ding met elkaar gemeen hebben: het gaat over ontmoetingen in Rome. In één deel verandert het leven van de saaie Italiaanse doorsneeman Leopoldo (Roberto Benigni) plotseling als hij voor beroemdheid wordt aangezien. In een ander deel gaat de gepensioneerde Amerikaanse operaregisseur Jerry (Woody Allen) met zijn vrouw Phyllis (Judy Davis) naar Rome om de aanstaande van hun dochter te ontmoeten. Dan is er de Amerikaanse architect John (Alec Baldwin) die vakantie viert in Rome wanneer hij de jonge student Jack (Jesse Eisenberg) ontmoet die hem aan zijn eigen jeugd doet herinneren. Tenslotte is er een pasgetrouwd Italiaans stel dat gescheiden van elkaar één dag in Rome doorbrengt.

Onsterfelijk Rome is het centrale punt en wordt uiteraard door Allen, net als de voorgaande Europese steden Londen, Barcelona en Parijs, de hemel in geprezen. De oude Italiaanse stad komt tot leven in een chaos van ontelbare fonteintjes, trappetjes, nauwe straatjes, terrasjes en de immer altijd aanwezige zon. De cultuurverschillen en de onvermijdelijke stereotyperingen, zoals het Italiaanse eten, de muziek en het temperament, werkt in combinatie met Allens droge humor en scherpe dialogen aanstekelijk en levert regelmatig mooie lachmomenten op. 

Less is more


To Rome with Love is een typische Allenfilm; het is niet alleen een romantische komedie maar ook een satire. Naast de gebruikelijke relatieproblemen, het intellectuele gezever en de levens- en doodsvragen, vindt Allen ook ruimte om de huidige media op de hak te nemen. De film barst van de tegenstellingen, zowel in de personages als in de verhaallijnen. Een sequentie is langer dan de andere of absurder of juist romantischer. Er zit niet direct een lijn tussen de verschillende verhalen en dat maakt het dat de ene interessanter of grappiger is dan de andere. De film lijkt daardoor zijn doel te missen.

~

Het zwakste punt van To Rome with Love ligt echter in de tijdspanne en dat leidt met name in het begin van de film tot verwarring. Terwijl de sequentie van het pasgetrouwde stel maar één dag in Rome beslaat, blijkt uit het verhaal van Leopoldo dat er een periode van weken zijn verstreken en bij die van Jerry en Phyllis zelfs maanden. Bij John en Jack ligt ’tijd’ iets gecompliceerder en absurder, omdat John met Jack meeleeft in zijn fantasie in het heden terwijl hij aan de andere kant teruggaat naar zijn eigen herinneringen. De vier verhalen staan geheel op zichzelf en bereiken geen ultieme climax, in tegenstelling tot andere mozaïekfilms waarin de verschillende plots uiteindelijk samenkomen.

Oud en vertrouwd


Net als de verhalen zijn ook de relaties of de roem tijdelijk. Alle personages willen iets nieuws, waardering en genieten ook van alle nieuwe avonturen, maar kiezen uiteindelijk toch voor het oude, het zekere en het veilige. Dat is wat Allen ook met To Rome with Love doet. Voor Woody-Allenfans is dit zeker een vermakelijke film, maar het levert niets vernieuwends of spannends op.

Muziek / Album

Kunde wint van enthousiasme

recensie: Anne Soldaat - Anne Soldaat

Platen die dezelfde naam dragen als hun maker wekken vaak interesse. Het werk is blijkbaar zo’n directe artistieke representatie van de identiteit van de muzikant, dat een ‘echte’ titel overbodig is.

Deze hoop leeft ook bij een eerste luisterbeurt van de titelloze nieuweling van Anne Soldaat. Helaas is het niet het persoonlijke document geworden waar de afwezigheid van een titel op duidt. Dat is extra jammer als je beseft wat voor staat van dienst de aanvoerder van de Nederlandse gitaarmuziek heeft. Hij was een van de architecten van de sound van het inmiddels legendarische Daryll-Ann. Daarnaast speelt hij in de band van Tim Knol en sorteerde hij lof met zijn vorige soloplaat In Another Life. Op zijn nieuwe langspeler is hij helaas te trouw aan de traditie waar hij in staat.

Furiositeit en productie 
Het album opent met de track ‘Maybe’, dat een intro kent van drie basisakkoorden. Op zichzelf niks mis mee, want het gaat in popmuziek vaak meer om timbre en toon dan om een surplus aan harmonieën. Het ontbreekt in het intro, dat erg zestiger jaren georiënteerd is, echter aan een furie die bijvoorbeeld een Pete Townshend wel had.

Ook valt direct op dat de productie wat reliëfloos is. Er zit teveel compressie over het totaalgeluid heen, waardoor het geheel nogal aan dynamiek inboet. Daarbij vormt het geluid van de instrumenten geen eenheid, waardoor het een nogal steriel geluidsbeeld wordt.

Foto: Robert Tjalondo

Foto: Robert Tjalondo

Goede leerling, maar te weinig eigenzinnigheid 
Los van de productie die de plaat synthetisch maakt, speelt vooral Soldaats revisionistische aanpak hem parten. Hij laat horen zijn klassiekers te kennen en daar is niks mee. Helaas is hij zo druk bezig een respectvolle geste te maken naar zijn inspiratiebronnen uit de jaren zestig en zeventig, dat de plaat aan eigen karakter inboet en meer een pastiche wordt.

Lichtpuntjes zijn er wel, voornamelijk wanneer de gitarist zijn elektrische gitaar voor een akoestisch exemplaar verruilt. De nummers ‘If’ en ‘Purple Heart’ klinken een stuk hartstochtelijker en minder anoniem, hoewel ook hier de reverb over de zang minder had gekund. Op deze hoogtepunten na blijft het echter toch een fletse en generieke verzameling liedjes. Als stijloefening is er weinig mis mee, maar Soldaat zal meer van zichzelf prijs moeten geven om te overtuigen met een echt autonoom product. Nu blijft hij steken op het niveau van getalenteerde leerling van oude meesters, die de stap naar een privaat en oorspronkelijk geluid helaas nog niet heeft gezet.

8WEEKLY MediaPlayer
Muziek / Album

Herrijzenis van de doden

recensie: Dead Can Dance - Anastasis

.

Ergens, midden in Ierland, verscholen tussen de bomen, ligt een oud kerkje. Diensten worden er niet meer gehouden, maar dit jaar werd er wel een wederopstanding gevierd: die van Dead Can Dance, dat er zijn eerste album sinds 1996 voltooide. Lisa Gerrard en Brendan Perry gaven hun nieuweling de toepasselijke titel Anastasis mee, Grieks voor herrijzenis.

Ooit begonnen als post-punk band in de tijd dat dit ‘gothic’ heette, ontwikkelt de band in de loop van de jaren tachtig een uniek geluid: een mix van folk en klassieke muziek van alle tijden en uit bijna alle windstreken. Opvallend is de duidelijke scheiding tussen de Gerrard en de Perry-nummers: haar woordeloze klanktapijten zijn etherisch en ongrijpbaar; zijn songs aards en bespiegelend. Dat blijft zo wanneer de twee na 1996 solo verder gaan. Het levert sterke albums op, maar de voor Dead Can Dance kenmerkende balans is weg. Dat de ex-geliefden de handen weer in een hebben geslagen is dan ook niet echt verrassend, eerder kun je zeggen dat het sinds hun reünietour van 2005 nog lang heeft geduurd.

Op zijn Grieks
De Griekse cultuur is een terugkerend element op Anastasis. Zowel de Griekse muziek als de Griekse filosofie dienen als inspiratie. Bovendien is Griekenland de plaats waar Oost en West samenkomen, en Anastasis brengt een mengeling van Oosterse en Westerse muziek. Gerrard en Perry leveren beiden vier composities. Perry mag openen met ‘Children of the Sun’.  Dit keer is het niet Socrates of Democritus, maar Joni Mitchell aan wie hij schatplichtig is:

We are anchient, as anchient as the sun
We came from the ocean, once our ancestral home
So that one day we could all return
To our birthright: the great celestial dome
We are children of the sun
Our journey’s just begun
Sunflowers in our hair.

Het is een volwassen en integer eerbetoon aan de Woodstock-generatie.  

Gerrard neemt het stokje over op ‘Anabasis’ en ‘Agape’. Naast haar kenmerkende vocalen is ook de subtiele instrumentatie indrukwekkend. Perrys gedoseerde gitaarparijen onderscheiden het van Gerrards solomateriaal. Hetzelfde kan gezegd worden van het onheilspellende ‘Kiko’. Op ‘Amnesia’ benadrukt Perry het belang van de lessen die we kunnen leren van de geschiedenis. Op ‘Opium’ herneemt Perry de thema’s van ‘Children of the Sun’ en ‘Amensia’, maar deze keer wil Perry ontsnappen en vergeten, ‘but all roads look the same: they lead nowhere’.

All in Good Time
Na de zwaarmoedigheid van ‘Kiko’ en ‘Opium’ verrast Dead Can Dance met ‘Return of the She-King’. Het is een duidelijke verwijzing naar The Lord of the Rings en de soundtrack van die film. Plotseling klinken daar glorieuze Keltische uillean pipes en geeft Gerrard een overtuigende Enya-imitatie weg. Het is een controversiële geste van Gerrard, omdat de fans de associatie van Dead Can Dance met de als kitsch gediskwalificeerde Enya altijd hebben gehekeld. Hoe het ook zij, ‘Return of the She-King’ is het meest toegankelijke nummer van Anastasis en komt precies op het goede moment.

Na deze finale verzorgt Perry een ingetogen epiloog met ‘All in Good Time’. Na de spirituele zoektocht en de radeloosheid heeft de compassie het laatste woord.

When you reach the end of your rainbow
Chasing shadows and down on you luck
Look for the sign
Look for a sign
As you rise to the weary top of your mountain
Just remember those whose lost souls are on their way down.

Zo blijken Perry’s afzonderlijke songs op een geraffineerde manier met elkaar samen te hangen.

Die scherpe focus is kenmerkend voor Anastasis als geheel: na veertien jaar afwezigheid weten Gerrard en Perry hun eigen creaties beter te doorgronden. Dat leidt niet tot radicaal nieuwe inzichten en ook niet tot de meest memorabele melodieën, maar wel tot de comebackplaat waarop de fans zo lang hebben gewacht.   

Muziek / Achtergrond
special: Vrijdag 17 augustus

Lowlands 2012

Het schijnt dat Lowlands niet meer hip is, of moet ik zeggen niet meer hipster. In de dagen vlak voor het weekend werden er op Facebook aan alle kanten kaartjes verhandeld. Of de hipsters Lowlands dit jaar inderdaad links hebben laten liggen is moeilijk te zeggen, want badend in het zweer ziet (bijna) niemand er nog fashionable uit.

Zaterdag |

Want ja, ook al is dit al tot vervelens toe uitgesproken: wat was het heet. De Beugelbar was voor het gemak omgedoopt tot ‘Beugelbad’. Onder het genot van een beugeltje kon je je voetjes af laten koelen in een bad(je) dat door het stof dat er van die voetjes werd afgespoeld al snel al zijn allure verloren had. Het resultaat was erg Saint Tropez, met mensen die aan de rand van het zwembad onder een parasol hingen. Gelukkig was er ook elders schaduw te vinden, zoals onder de picknicktafel; naast de vuilnisbak (wel even plaatsmaken voor de bekerverzamelaar) en natuurlijk in de Alpha, Grolsch, Bravo of India.

Die alom gevreesde mainstream ontwijkend begin ik de eerste dag met een fairtrade koffie en de Cloud Nothings. Deze jongens uit Chicago hebben zich duidelijk voorgenomen om de tent af te breken. Soms gaan de liedjes ten onder in gitaarnoise, rookwolken en wilde drumpartijen, terwijl er zich op andere momenten toch een pakkend gitaarriffje tussendoor weet te wurmen. De rauwe stem van frontman Dylan Baldi trekt het geluid een behoorlijk eind richting een band als The Vines en ook de vergelijking met Kurt Cobain wordt al veelvuldig gemaakt. Het potentieel en de rauwe energie van de jongens is wel te voelen, maar helaas gaat er een hoop verloren in de rommelige set. Gelukkig zijn ze allemaal nog jong genoeg om flink te kunnen groeien.

India laten we even voor wat het is en we begeven ons naar de Alpha voor Ed Sheeran. Wat een lef moet je hebben om zo’n podium in je eentje te bestieren. Sheerans enige hulplijnen zijn een gitaar, een looppedaal en het publiek. Die zet hij dan ook veelvuldig in om toch een optreden neer te zetten dat een klein uur lang blijft boeien. Maar het is vooral de stem van Sheeran die het de moeite waard maakt. Tijdens het rappen heeft hij een snelle, herkenbare flow. Tijdens het zingen klinkt hij zuiver, buigzaam en eerlijk. Ook al is het knap wat Sheeran hier weet neer te zetten, ik hoop stiekem dat er volgende keer wat gastmuzikanten ter versterking komen.

Zoals altijd moet je op een volgepropt festival kiezen of delen omdat je nu eenmaal niet alles kunt zien. In de middag is het dus delen met Dio die een feestje neerzet in de Bravo waar het echt te heet voor is. Niet dat het iemand iets kan schelen, want tegen het eind staat iedereen met zijn shirt de helikopter te doen. Gaslight Anthem weet in de Alpha-tent niet te overtuigen met een muzikaal wel prima, maar erg matte show met nummers die eigenlijk steeds meer van hetzelfde zijn. Gelukkig is daar Django Django die met hun hippe grijs/paarse retro-shirts de mensen aan het dansen krijgen. Want doordat de band de nadruk op de beats legt, is de ietwat maffe elektro-pop van het kwartet zeker dansbaar. Soms wat minimalistisch, maar een welkom fris windje waait er zeker door de Bravo. Iets waar je Me First and the Gimme Gimmes niet van kunt betichten, want hoe lang halen zij al songs door hun punkpopmachine? Zeventien jaar. Gelukkig nemen ze zichzelf ook niet al te serieus, waardoor het nog enigszins dragelijk blijft om allerlei nummers tot een eenheidsworst met punksaus geperst te horen worden.

~

Hoewel er altijd genoeg andere dingen te doen zijn op Lowlands (zoals het bezoeken van Spielbergs klassieker Jaws in de Echo) eisen de grote namen Bloc Party en The Black Keys toch de aandacht op. Op de vooravond van de release van Bloc Partys vierde album, dat heel toepasselijk de titel Four heeft gekregen, vallen de Britten opvallend veel terug op eerder werk. De pure wilskracht die drie jaar geleden doorschemerde in dezelfde Alpha-tent is vanavond niet voelbaar. Gelukkig heeft Bloc Party met Silent Alarm in 2005 een klassieker afgeleverd, waardoor de show nog steeds staat als een huis.

Ook The Black Keys zetten een heel solide set neer, waarbij tot groot genoegen van het publiek alle hitjes voorbij komen. Maar kun je het redden met een goed georganiseerde show en een ruime handvol meezingers? In het midden van de set vallen The Black Keys een klein beetje door de mand als een ietwat saaie band die ook somewhere in Holland zijn nummers af komt draaien. Betrapt! Maar het mag de pret niet drukken en velen gaan met een voldaan gevoel de eerste echte lange Lowlandsnacht in.

Muziek / Concert

Feeëriek, niet zoetsappig

recensie: Ane Brun & Band

Natuurlijk is het een eer een nieuw podium te mogen openen. Ane Brun speelt voor de derde maal in haar carrière in Roepaen. Nu opent ze op onnavolgbare wijze, daags voor haar optreden op Lowlands, het buitenpodium op de binnenplaats van het klooster.

Direct bij aanvang maakt deze Noorse dame duidelijk er een bijzondere avond van te maken. De band zet langzaam en voorzichtig in terwijl het publiek naar het podium schuift in afwachting van het moment dat Brun het podium betreedt. Omdat ze gehuld is in een wit en dun gewaad, een broek met daaroverheen een lange tuniek en een sluier over het hoofd, zien we alleen het gezicht van Brun. Het geeft haar een feeërieke uitstraling. Bovendien kan ze zo de expressiviteit van haar armen en handen een bijzondere zwier meegeven. Met een gitaar om geeft het een bijzonder beeld van een non met gitaar. Brun is gegroeid als performer, zo blijkt vanavond.

Sprankelend en geïnspireerd

~

Het voorprogramma wordt verzorgd door Charl Delemarre, een singer-songwriter uit de buurt van Ottersum die eerder deelnam aan het tv-programma van Giel Beelen: ‘De beste singer-songwriter van Nederland’. In krap zestien minuten warmt Delemarre het publiek – dat duidelijk voor Brun is gekomen – maar matig op. Aan zijn optreden kan het niet liggen, maar toch steekt een geroezemoes op tijdens zijn korte set.

Ane Brun speelt voornamelijk nummers van haar vorig jaar verschenen album It All Starts With One; slechts een enkele song speelt ze van het rijke repertoire dat ze daarvoor toevertrouwde aan de cd. Zo komen liedjes als ‘Worship’, ‘Undertow’ en het door Patti Smith geïnspireerde ‘Words’ voorbij in een uitvoering die niets onder doet voor die op cd. Het geluid en het samenspel van Ane Brun met haar band is sprankelend en geïnspireerd. De band staat duidelijk onder leiding van Brun zelf: al zijn haar aanwijzingen nog zo subtiel, ze zijn er. Geen moment heb je het idee naar een routineklus te kijken te luisteren. De vonken spetteren tussen de verschillende musici zodat een levendige show ons deel is.

Uitmuntend
Hoogtepunten zoeken in een uitmuntende show is lastig. Het zijn vooral de afwijkende momenten die opvallen. Zoals het ‘Du gråter så store tåra’ dat gezongen wordt in het dialect uit Molde, Noorwegen, waar Brun geboren is. Of het als afsluiter bedoelde ‘Both My Hands’ waarbij met de lichtshow een bijzondere sfeer wordt neergezet. Brun vertrekt na een uur van het podium om vervolgens een serie toegiften te spelen zodat er nog bijna een half uur aan het optreden wordt geknoopt. Het uitzinnige publiek blijft echter klappen en eist bijna dat Brun nogmaals de bühne betreedt. Na ruim vijf minuten klappen geeft ze toe en verschijnt Brun opnieuw, deze keer zonder sluier en alleen met gitaar. Ze speelt het nummer dat ze heeft opgenomen voor het Voice-project. Haar keuze is gevallen op een nummer van Arcade Fire. ‘Neighborhood #1 (Tunnels)’ speelt Brun volledig akoestisch in haar uppie op het Roepaen podium. En zo komt er een einde aan een heel bijzondere en geslaagde avond in Ottersum. Het overgrote deel van het publiek blijft nog even napraten om niet direct de betovering te verbreken van de warme avond.

Live in Nederland:
09 jan. 2013 Eindhoven, Muziekgebouw Frits Philips  
10 jan. 2013 Enschede, Muziekcentrum  
11 jan. 2013 Tilburg, Concertzaal    
12 jan. 2013 Leiden, Stadsgehoorzaal   
13 jan. 2013 Utrecht, Vredenburg Leidsche Rijn  
15 jan. 2013 Zwolle, Theater De Spiegel  
16 jan. 2013 Amsterdam, Concertgebouw  
17 jan. 2013 Groningen, De Oosterpoort  
19 jan. 2013 Rotterdam, Nieuwe Luxor Theater

8WEEKLY MediaPlayer
 
Muziek / Concert

Australische folk legt publiek het zwijgen op

recensie: Boy & Bear

Ooit speelde Boy & Bear in het voorprogramma van Mumford & Sons. Tegenwoordig staan ze op Lowlands en zijn ze zelf hoofdprogramma. Ook een uitverkocht Doornroosje gaat op de knieën voor de mijmerende en dynamische muziek van deze vijf singer-songwriters.

Brother & Bones verzorgt het voorprogramma. Alleen de zanger van de band is aanwezig, gewapend met gitaar. Hij heeft een indrukwekkende stem en varieert in zijn gitaarwerk sterk door snelle volumewisselingen, riffs en accenten. Ondanks zijn virtuoze optreden wordt hij meermaals overstemd door geroezemoes. Pas wanneer Boy & Bear begint te spelen valt de zaal respectvol stil.

Interactie

~

De band begint ietwat verlegen aan het optreden. Hoewel de meest trouwe fanschare direct ´Wel gefeliciteerd´ inzet bij de opkomst van Boy & Bear beginnen de muzikanten haast stoïcijns aan het nummer ´Lordy May´. Binnen twee maten weten ze de zaal tot stilte te manen. Enkele nummers later hoort het publiek dat één van de bandleden jarig is. Ditmaal krijgt het publiek wél de ruimte om hem te feliciteren. De hele zaal zingt samen een Nederlands verjaardagsliedje terwijl Boy & Bear verwonderd en geduldig luistert.

Veel muziekliefhebbers luisteren met open mond en dichte ogen naar elk nummer dat de band ten gehore brengt. Zanger Dave Hosking bedankt het enthousiaste publiek dan ook uitgebreid en toont zich vereerd vanwege de propvolle zaal. Meer interactie zoekt de formatie door te vragen hoe je ´cheers´ zegt in het Nederlands. Tot hilariteit van de toehoorders kan zanger Dave Hosking geen kaas kan maken van het ´proost´ dat in koor geroepen wordt. Ook gaan de bandleden een gesprek met elkaar aan over koala´s (´Do you know that a koala in his whole life drinks no drop of water?´). Dit klinkt echter nogal ingestudeerd.

Nieuw materiaal
Na geweldige uitvoeringen van onder meer ´Rabbit Song´ en ´Milk And Sticks´ kondigt Boy & Bear een voorproefje van het volgende album aan. ´Three Headed Woman´ is een wat rustiger nummer, maar het is zeker geen stijlbreuk met debuutalbum Moonfire. Ook dit is toegankelijke folk met een vleugje indie en een aanstekelijk deuntje in het refrein.

Instrumentwisselingen zorgen ervoor dat het concert geen moment saai wordt. Naast verschillende gitaren komen er shakers langs, een banjo, een tamboerijn en een mandoline. Jon Hart is een multi-instrumentalist en ook Jake Tarasenko en Tim Hart laten zien dat zij hun weg vinden met meerdere instrumenten. Ook leveren alle artiesten een aandeel in de microfoon dat leidt tot mooie samenzang.

Het concert is rijk aan instrumentale verlengingen van nummers. ´Part Time Believer´, gekenmerkt door een nostalgisch refrein en een catchy basloopje, wordt opgevolgd door een zeer lange vertolking van ´Fall At Your Feet´. Deze cover van Crowded House is het meest duistere wat Boy & Bear laat horen: de rest slaat een opgewektere toon aan. ‘Golden Jubilee’ is een spetterende afsluiter waarin de laatste uitspatting een virtuoze gitaarsolo is.

Wanneer de band het podium verlaat komt het publiek langzaam weer op gang en wordt er luidruchtig gesproken over het optreden. Het contrast  is groot: tijdens het concert lijkt het alsof iedereen behalve de muzikanten zijn tong verloren heeft. Boy & Bear neemt de bezoeker mee in een flow door dromerige teksten af te wisselen met volle klanken en energieke partijen. Deze groep verdient uitverkochte zalen.