Muziek / Album

Dwars en tegendraads

recensie: Indie-update vol. 7 King Hanna, Keeley Forsyth, Glitch Princess

Dat muziek soms dwars en tegendraads kan zijn is in de indie-hoek van de populaire muziek een heerlijkheid. In deze zevende editie van de indie-update geven we aandacht aan het soms schurende geluid van King Hannah, Keeley Forsyth en elektronische geluid van Yeule.

De avontuurlijke luisteraar wordt op zijn wenken bediend als het gaat om muziek die geen eenheidsworst is. Het indie-genre is zo breed dat we in deze editie wederom vele uithoeken opzoeken. Nergens vliegt de muziek negatief uit de bocht, maar weet de kwaliteit te prevelleren.

King Hannah

De eerste noten van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me, het tweede album van King Hannah doen zodra de zang klinkt zondermeer denken aan Patti Smith. Wat later druppelt een wat oudere referentie langzaam maar zeker door naar Nico van The Velvet Underground. De zang van Hannah is debet aan deze laatste vergelijking.

De donkere stem van Hannah Merrick en diep donkere bas, drum en gitaarlijnen maken van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me niet het vrolijkste album. In ‘Ants Crawling ON An Apple Stork’ klinkt de wat hogere mannenstem van Craig Whittle. Whittle vormt met Hannah Merrick het duo King Hannah.

De muziek van het duo vergt de nodige luisterinspanning om het op waarde te kunnen schatten. Wie de tijd neemt zal ervaren dat de parels zich langzaam maar zeker laten ontdekken. De inspanning die geleverd moet worden zit in de toegankelijkheid van de liedjes, bij vluchtige eenmalige beluistering ontvouwt zich niet de ware schoonheid.

Het lawaaierige ‘It’s Me And You, Kid’ sluit het tweede album van King Hannah af als een statement. Voor sommige luisteraars zal het daarna een zucht van verlichting zijn om de stilte te ervaren, voor de liefhebbers is het zeker een sein om het album op repeat te zetten. Uw 8WEEKLY recensent behoort zeker tot de laatste soort.

Keeley Forsyth

Het nummer ‘Fires’ opent het album Limbs van Keeley Forsyth en trekt de luisteraar direct naar binnen. De stem van Forsyth roept een vergelijking op met Dayna Kurtz, maar muzikaal zitten de twee dames op een totaal andere golflengte.

De songs van Forsyth zijn breekbaar en kaal in de instrumentatie van de begeleiding. De sfeer die de muziek oproept is mysterieus en dreigend. Vrolijkheid lijkt ver weg evenals lichtvoetigheid. De spanning die het album Limbs oproept trekt de aandacht van de luisteraar zodat een aandachtige luisterervaring al snel ontstaat. Wie niet in de stemming is zal snel weg willen bewegen van deze muziek. Wie zich openstelt voor de composities zal al snel de pracht ontdekken die zich ontvouwt.

Tekenend voor de sfeer is het nummer ‘Silence’ waar uiteraard de stilte tussen de noten evenveel muziek lijkt te zijn als de karige instrumentatie met tingelende percussie en rustige zang. De album afsluiter ‘I Stand Alone’ kent naast klanken van een harmonium tevens strijkers die de zang van Forsyth begeleiden.

Het album ademt een enorme rust uit, als een oase. Het zal heerlijk zijn om na de drukte van alle dag weg te drijven op de zalvende deining van deze weldadige rustgevende klanken die nergens uiteenspatten. Forsyth weet de luisteraar te boeien en langzaam te ademen in de onderhoudende rustige melodielijnen.

Yeule

De uit Singapore afkomstige Yeulewerkt vanuit London. Ze maakt geen muziek voor tere zieltjes. In het ‘My Name is Nat Ćmiel’ van het album horen we haar uitspreken: “I Like Getting Fuck and I like Being Fucked”. Ze stelt zichzelf voor in deze track met haar echte naam Nat Ćmiel. Deze tekstregel klinkt natuurlijk heftig in een tijd waar de kranten vol staan over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Misschien wil Yeule hiermee wel een stevig statement maken of juist laten blijken dat ze een gewone twintiger is. Verderop in de negende track ‘Too Dead Inside’ horen we veelvuldig “I Love You” waardoor gelukkig ook de liefde lijkt te overheersen in de teksten van deze dame.

Muzikaal is het album niet bestemd voor tere oortjes die niet tegen piepen en kraken kunnen. Yeale tapt uit een elektronisch vaatje dat schuurt en piept, maar soms ook ineens heel toegankelijk kan klinken. De contrasten zijn heerlijk groot.

Het album Glitch Princess is allesbehalve eenheidsworst. Yeule verrast de luisteraar op een prikkelende wijze. Zowel tekstueel als muzikaal is er voldoende te ontdekken voor de avontuurlijk ingestelde luisteraar.

 

Muziek / Album

De rijkdom van stilte

recensie: Silent Dreams - Harriet Krijgh
Harriet Krijgh op haar celloCo Broerse

De Nederlandse Harriet Krijgh is een van de meest veelbelovende cellisten van haar generatie. Op haar nieuwe album Silent Dreams (2021) speelt ze samen met pianiste Magda Amara liederen voor cello en piano. Onder meer Schubert, Schumann, Brahms, Strauss en Rachmaninov zijn van de partij. Krijgh selecteerde zestien liederen die haar na aan het hart liggen. Ze vormen een weerspiegeling van haar leven als mens en musicus.

Als Harriet Krijgh (1991) in 2019 door een zware handblessure thuis komt te zitten komt haar carrière als succesvol musicus noodgedwongen in de ijskast te staan. Ze wordt overspoeld door een gevoel van eenzaamheid. Zonder cello weet Krijgh niet meer wie ze is en is ze haar muzikale stem verloren. Ondanks deze tegenslagen put zij kracht uit dezelfde gedichten die componisten als Schubert, Schumann, Brahms en Richard Strauss inspireerden. Vooral het onbestemde verlangen erin treft haar als een blik van herkenning. Die liederen vertellen haar iets over zichzelf waar ze nog geen woorden voor had. Op Silent Dreams zijn nu zestien prachtige stukken te beluisteren die Krijgh speciaal voor het maken van dit album heeft uitgezocht. Samen vormen ze het magische huwelijk tussen woord en klank. Het zijn de liederen (en gedichten) die haar in moeilijke tijden troost en houvast hebben geboden.
‘En daarom wil ik ze spelen en delen, met de enige muzikale stem die ik bezit, die van de cello. Het gaat me niet om de schoonheid en de lange lijnen, maar om dicht bij de betekenis van de woorden te komen. Wanneer het in een lied om Schmerz (NL: pijn) gaat, moet mijn cello niet mooi zingen, maar juist die pijn voelbaar maken’, zegt ze daarover in het cd-boekje van Silent Dreams.

Klassieke werken

Om de klassieke werken zo goed mogelijk tot uitdrukking te laten komen, werkte Krijgh samen met haar goede Russische vriendin Magda Amara (1984). Amara behoort in haar eigen land en ver daarbuiten tot een van de meest vooraanstaande pianisten. Ze won prijzen op grote concoursen, waaronder het Ennio Porrino Piano Concours in Italië en de Vladimir Horrowitz International Competition. Net als Krijgh werd ook Amara al in een vroeg stadium van haar leven geïnspireerd door de wereld van de klassieke muziek. Beide vrouwen zijn ontzettend gedreven om alles te geven wat ze in zich hebben. En dat is terug te horen op dit album. Schubert, Schumann, Poulenc, Chausson, Glinka en Rachmaninov: ze komen allemaal voorbij in het artistieke repertoire van deze jonge makers. Ook de opname zelf is fraai gestileerd: met een speelduur van bijna 48 minuten is het een waar genot voor het luisterend oor. Vooral het laatste lied ‘Morgen’ van Richard Strauss klinkt hoopvol, vol vertrouwen en vooral vol van liefde.

Al met al is Silent Dreams een zeer ontroerende recital waarbij er over alles is nagedacht. De melodieën die door beide musici met veel precisie en aandacht zijn uitgewerkt raken je als luisteraar tot op het bot. Krijgh bewijst maar weer dat de cello echt kan ‘zingen’, het ideaal dat ze voortdurend nastreeft in haar musiceren. Dus leg je oor te luisteren, adem de klanken in en laat je meevoeren op de golven van de stilte.

Theater / Voorstelling

Futuristisch theater dat verbindt

recensie: Kyoko Scholiers - Zone X

Met Zone X maakte actrice en theatermaker Kyoko Scholiers een futuristische toeristische stadswandeling waarin de grenzen tussen publiek en performer vervagen. Een eerste speelreeks van de voorstelling vond plaats in het stadscentrum van Antwerpen. Begin mei zal Zone X nog te zien zijn in Gent.

Voor aanvang van de voorstelling ontvangt het publiek van Zone X een folder met toelichting bij de voorstelling. Hier begint meteen de verwarring over de grenzen van de voorstelling. “Proficiat met uw hoge burgerscore,” valt in blokletters af te lezen van de folder. “Als beloning voor uw onberispelijke gedrag biedt stadsbedrijf De Natie in samenwerking met GreenSlaves u graag aan: een gegidste wandeling van 55 minuten in Zone X.”

Wie die folder begint te lezen, staat meteen al met één been in de voorstelling. Even later krijgen we van onze gids Miko een koptelefoon en begint de immersie officieel. Miko, Daisy Ip, gidst al zes decennia lang bezoekers door de Zone, waar de tijd al sinds De Ramp van 2034 stilstaat en de mensen dus nog leven zoals in de jaren 2020. Miko kan zich voor haar uitzonderlijke kennis van de Zone beroepen op de bij haar ingeplante geheugenchip van een achtjarig meisje dat leefde ten tijde van De Ramp. Gekleed in een prachtig futuristisch patchwork-pak leidt ze het publiek op een wandeling langs allerhande bezienswaardigheden in de kern van de Zone en toont hoe mensen ‘toen’ leefden.

De ‘fuck it’-mentaliteit

‘Toen’ is dus nu, en de mensen die we bestuderen zijn de inwoners en bezoekers van de stad Antwerpen. Miko wijst op cafés en restaurants waar inwoners van Zone X zich op rituele wijze overgeven aan de ‘fuck it’-mentaliteit en waar zelfs nog dierlijk vlees wordt geconsumeerd – een onwaarschijnlijk anachronisme, zo valt af te leiden uit haar verontwaardiging. Op die manier houdt de tekst ons een spiegel voor over ons eigen gedrag.

De vraag is wel hoe confronterend die spiegel nog is. Dat vlees eten steeds problematischer wordt en dat een ‘fuck it’-mentaliteit de mens niet siert, zijn zacht gezegd open deuren. Bijgevolg krijgt de tekst een gemakzuchtige en zelf-feliciterende toon.

Wat Miko over de toekomst laat doorschemeren, is vaak evenmin vernieuwend of uitgewerkt genoeg om echt te beklijven. Zo heeft ze het slechts in een bijzin over ethisch kannibalisme, een boeiend en futuristisch gegeven waarover minstens 55 minuten te discussiëren valt. Dat roept de vraag op of het niet boeiender was geweest om naar de toekomst te kijken in plaats van naar het al zozeer platbekritiseerde heden.

Wie is de toeschouwer?

Het boeiendste aan Zone X is dan ook niet de tekst, maar de immersieve ervaring. Zonder ingewikkelde kunstgrepen brengt de voorstelling participatief theater naar een nieuw niveau en onderscheidt zich op die manier van theater in een zaal.

Het publiek wandelt achter Miko aan doorheen de stad en loopt dus te kijk voor de inwoners van De Zone. Dat samen te kijk lopen, genereert een verbondenheid zoals die wel vaker voorkomt bij geleide tours: in de tijd waarin ze allen naar dezelfde gids luisteren groeit er een collectief uit de samenstellende groepjes en individuen. Daarnaast: waar bij participatief theater in een zaal een zeer groot zelfbewustzijn aanwezig blijft, wordt het publiek hier, dankzij de blik van de Zone X’ers, onderdeel van het stuk. Het publiek begint op die manier zelf mee te spelen – al is ‘spelen’ niet het juiste woord voor het ophouden van het gedeelde decorum dat we ons in een futuristische stadswandeling bevinden.

Theatrale registers

Ook Ip moet het merendeel van de voorstelling schijnbaar geen enkele moeite doen voor de rol van gids. Aan de hand van een zeer accurate bewegingstaal en stem laat ze het publiek moeiteloos geloven in haar rol van gids. Het is pas naar het einde van de voorstelling toe, wanneer ze meer uit haar rol van gids moet stappen en het verhaal van het vermiste meisje verder wordt uitgediept, dat ze echt speelt.

Die plotse verandering van theatraal register sluit niet aan bij de rest van de tour. Opeens staan de aanwezigen in een afgelegen plekje op een kluitje te kijken naar het drama dat zich voor hun ogen ontwikkelt en komen ze op die manier buiten het geheel te staan.

De aandoenlijke afsluiter waarin Ip ons wijst op de schoonheid van hetgeen ons omringt, en waarvoor twee mannen in Takeaway-uitrusting minutenlang blijven meeluisteren, maakt veel goed. Het is bijzonder en slim theater dat dit soort verbondenheid over theatrale grenzen heen kan teweegbrengen, maar de voorstelling had baat gehad bij meer tekstuele durf en nog strengere keuzes met betrekking tot de theatrale registers.

Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam
Kunst / Expo binnenland

Naar het noorden met de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen

recensie: Allart van Everdingen (1621-1675): het ruige landschap
Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam

Stedelijk Museum Alkmaar pakt uit met een tentoonstelling over de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen, een kunstenaar die zich heeft laten inspireren door het Scandinavische landschap. Een mooie overzichtstentoonstelling van een onbekende, maar veelzijdig kunstenaar.

In de zeventiende eeuw vertoefden schilders het liefst in Italië. Het werk van Italiaanse oude meesters als Rafaël, Michelangelo en Leonardo da Vinci sprak tot de verbeelding van veel kunstenaars uit de Nederlanden, evenals de ruïnes uit de Romeinse oudheid en de mediterrane landschappen die op schilderijen vaak lijken te baden in goudgeel zonlicht. Het is daarom niet verbazingwekkend dat Italië in de zeventiende eeuw een sterke aantrekkingskracht had op schilders en hun vaak rijke opdrachtgevers, maar dat geldt niet voor Allart van Everdingen (1621-1675). Hij is, voor zo ver bekend, de enige schilder uit zijn tijd die een reis ondernam naar het noorden in plaats van het zuiden.

Allart van Everdingen, Noors landschap met waterval en watermolen, 1650, olieverf op doek, 112,8 x 88,2, Bayerische Staatsgemälde Sammlung, Alte Pinakothek, München

Naar het noorden
Van Everdingen vertrok in 1644 voor enkele maanden naar Scandinavië. Het klinkt als een gewaagde, tegendraadse keuze, maar in feite was Scandinavië toen een gebied waar Nederland al enkele decennia lang goede handelscontacten mee had. Dus daar kon Van Everdingen handig op meeliften.

Het eerste deel van de tentoonstelling geeft een mooi overzicht van de indrukken die hij opdeed in Scandinavië. Eenmaal daar aangekomen legde hij rotsachtige landschappen met blokhutten vast op tekeningen. Na enkele maanden keerde hij terug naar Nederland om zijn studies uit te werken tot etsen en schilderijen van het Scandinavische landschap. Je ziet dat hij vaak dezelfde motieven gebruikt in zijn schilderijen, etsen en tekeningen. Zijn schilderijen zijn bovendien lang niet altijd volledig naar waarheid geïnspireerd op bestaande landschappen. Hij plaatste motieven vaak zodanig in composities om een zo mooi en indrukwekkend mogelijk landschap te creëren.

Zo zie je in zijn landschappen vaak kleine menselijke figuren die aan het werk zijn. De ondergeschiktheid van deze mensen aan de natuur doet denken aan de schilderijen van de Romantiek, een negentiende-eeuwse stroming waar Van Everdingen ook invloed op heeft gehad. Dat wordt echter in deze tentoonstelling buiten beschouwing gelaten. De kleine figuren in de landschappen van Van Everdingen worden omgeven door monumentale rotspartijen, kolkende rivieren en houten blokhutten. Zulke landschappen hadden schilders en rijke opdrachtgevers in de Nederlanden nog nooit gezien. Het tweede deel van de tentoonstelling staat daarom in het teken van zijn succes en de interacties tussen Van Everdingen en zijn tijdgenoten. Zo ga je merken dat de landschappen van Van Everdingen naar verloop van tijd grappig genoeg steeds minder “Scandinavisch” worden.

Allart van Everdingen, Berglandschap met rivier en kasteel, ca. 1660-1670, olieverf op doek, 219 x 193 cm, Statens Museum for Kunst, Kopenhagen

Steeds minder Scandinavisch
Aanvankelijk lijkt het schilderij Berglandschap met rivier en kasteel een typisch schilderij dat is gemaakt door Van Everdingen. Hiervan getuigen de kleine figuren op de voorgrond, de rotspartijen en de rivier. Maar hoe zit het met het kasteel op de achtergrond? Op de tekeningen die Van Everdingen maakte tijdens zijn reis zien we namelijk helemaal geen kastelen terug.

Van Everdingen verhuisde in 1652 naar Amsterdam waar hij in aanraking kwam met het werk van de Haarlemse schilder Jacob van Ruisdael (1628-1682). Van Everdingen nam enkele motieven van hem over, zoals vakwerkhuisjes en burchten, terwijl Van Ruisdael op zijn beurt de watervallen van Van Everdingen gebruikte in zijn schilderijen. Zo konden ze allebei een graantje meepikken van elkaars succes. Het is alleen jammer dat er geen schilderijen, tekeningen of etsen van de tijdgenoten van Van Everdingen tentoon worden gesteld die zich door hem hebben laten inspireren, of andersom.

Alleen maar Allart
De tentoonstelling draait alleen om Allart en raakt zijdelings aan zijn interactie met tijdgenoten en zijn rol in de Romantiek. Het is een mooi verhaal over een tegendraadse schilder die voor zijn tijd uitzonderlijke landschappen maakte. Dat maakt deze tentoonstelling een mooi initiatief en zeker een bezoek waard, maar het is vooral een goede opmaat naar een breder verhaal met tijdgenoten, negentiende-eeuwse bewonderaars en hedendaagse kunstenaars die reageren op zijn werk.

Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest
Kunst / Expo binnenland

Helemaal terug van weggeweest: Aelbert Cuyp

recensie: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner
Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest

Lange tijd kon je de fraaie landschappen van Aelbert Cuyp, geboren in Dordrecht, alleen bewonderen aan de overkant van de Noordzee. De afgelopen decennia zijn enkele belangrijke doeken teruggekocht door Nederlandse musea. Ter ere van zijn 400e geboortedag eert het Dordrechts Museum haar plaatsgenoot met een prachtige overzichtstentoonstelling: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner.

Aelbert Cuyp (1621-1690) wordt tegenwoordig tot de grote landschapsschilders van de 17e eeuw gerekend. Maar in zijn eigen tijd was hij nauwelijks meer dan een lokale grootheid. Kenmerkend zijn de stralende landschappen, badend in het heldere licht van een net buiten beeld gepositioneerde zon. Op de voorgrond vaak een aantal minutieus geschilderde koeien, of schepen, op de achtergrond het herkenbare silhouet van zijn geliefd Dordrecht. Buiten die regio begaf hij zich zelden. Op bestelling werkte hij voornamelijk voor plaatselijke notabelen. Pas jaren na zijn dood begon zijn ster echt te rijzen, vooral in Engeland.

Ontdekt door de Engelsen

In Engeland werd Cuyp vanaf het midden van de 18e eeuw een gevierde naam, met bewonderaars als Thomas Gainsborough, William Turner en de rijke landadel die zijn ode aan het buitenleven enorm waardeerde. Die hang naar het buitenleven is opvallend in een periode waarin de grauwe industrialisering een aanvang nam. Als je de overzichtstentoonstelling in Dordrecht bezoekt, valt het op dat  zijn werken nog steeds erg fris, levendig en harmonieus ogen. Ze ademen in alles een groot vakmanschap. Het is meteen begrijpelijk dat Cuyp de Engelsen wist te raken met zijn panorama’s vol warme gloed en ongerepte landelijkheid.

Invloedrijk

Engelse landschapsschilders als John Constable, Gainsborough, en Turner waren allemaal op de één of andere manier schatplichtig aan Cuyp. Zijn lichteffecten, wolkenpartijen, thema’s en composities werden door hen grondig bestudeerd en vervolgens naar eigen hand gezet. Veelzeggend is dat grootmeester Turner in de periode 1817-1835 vier keer naar Dordrecht afreisde om persoonlijk de wereld van Cuyp te bestuderen. De impact van Cuyp op de toonaangevende Engelse kunstenaars is een mooi uitgewerkt thema in de expositie.

Even helemaal terug in Dordrecht

Het gevolg van Cuyps grote overzeese populariteit was dat bijna al zijn werken rond 1800 waren opgekocht door Engelse aristocraten. In Nederland was toen amper nog een schilderij van hem te vinden. Hij raakte hier zelfs een beetje in vergetelheid. Gelukkig is er de afgelopen decennia gewerkt aan een inhaalslag. Eén van de topstukken van de expositie in Dordrecht is Cuyps Rivierlandschap met ruiters (ca. 1653-1657). Dit schilderij werd in 1965 als eerste belangrijke werk van Cuyp aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam.

Met de expositie In het licht van Cuyp is de schilder weer even helemaal terug, thuis in het Dordrecht waar hij van geboorte tot dood leefde. Vanuit Engeland en de Verenigde Staten zijn meesterwerken als Het Valkhof te Nijmegen (ca. 1660) en De Maas bij Dordrecht (ca. 1650) beschikbaar gesteld. In totaal zijn er bijna 30 van zijn schilderijen te zien, geflankeerd door tientallen werken van Engelse bewonderaars. Een uitgelezen kans om je onder te dompelen in hun weidse landschappen.

Verlengd t/m 8 mei

In verband met onderbreking door de pandemie is de tentoonstelling verlengd en nog te bezoeken t/m 8 mei. Nieuwsgierig? Op de website van het museum kun je vooraf een leuke online rondleiding volgen!

 

Afbeelding boven: Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca. 1650 (Museum of Fine Arts, Budapest)

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap

recensie: Portrait of a Lady - Art Deco museum Villa Empain

De tentoonstelling Portrait of a Lady, nog tot 4 september 2022 te zien in het Art Deco museum Villa Empain te Brussel, biedt in vijfentachtig zeer goed geselecteerde kunstwerken een niet te missen bijdrage aan de vervrouwelijking van de kunst.

‘It isn’t easy to inhabit the body, is what I’m trying to say; it isn’t easy to stop being a picture, pretty as or trying to be,’ schrijft Olivia Laing in haar essay Skin Bags[1]. In Portrait of a Lady wordt niet expliciet verwezen naar Laing, maar de expositie roept wel echo’s van Laings werk op door op dezelfde doorwrochte manier te wroeten in het beeldkarakter van de vrouw. In een tiental kamers passeert de toeschouwer een geschiedenis van de vrouw in de kunst.

Geen geschiedenisles

De hoofdstukken waarin de expo is onderverdeeld (zoals: Vrouwen in een interieur en De transformatie van het discours) vormen zeker niet het boeiendste onderdeel van de expo. Al was het maar omdat zich toch steeds de vraag blijft opdringen wat deze hoofdstukken voor hebben op andere thema’s. In vijfentachtig goed gekozen kunstwerken (overigens van consequent hoge kwaliteit), verdeeld over een tiental kamers, loopt het publiek langs een van de schier oneindige versies waarop het verhaal van de vrouw in de kunst verteld kan worden.

Wie deze expo bezoekt met als doel een eenduidige geschiedenisles te krijgen, komt bedrogen uit. Wie die ambitie echter los kan laten, krijgt iets zeer waardevols in de plaats. De expo roept bedrieglijk eenvoudige gevoelens op, waaronder een complex netwerk van interessante, intellectuele opvatting verborgen zit.

Meer dan de male gaze

Neem het voorbeeld van de twee werken in de volledige met azuurblauwe steentjes betegelde badkamer: Girl with Outstretched Arms van Alphonse Mucha en Voluptuous van Felix De Vigne. Frontaal in de nis van de badkamer hangt de potloodtekening van Mucha waarop een jonge vrouw haar armen uitstrekt, de palmen in een afwerend gebaar. Dieper in de nis hangt het schilderij van De Vigne. Het werk straalt sensualiteit uit en toont twee naakte, roomwitte vrouwen die zich baden in een rivier.

De vastberaden vrouw in broze potloodlijnen lijkt haar seksegenoten te willen beschermen tegen begerige blikken. Zodat deze, niet verstoord door schaamte of zelfbewustzijn, naakt kunnen zijn. Hoewel dit contact over kaders en lijsten heen een werkelijk uitzonderlijk moment in de expo is, blijft de dialoog tussen kunstwerken en publiek zich door de hele tentoonstelling manifesteren.

Deze expo overstijgt met verve de eendimensionele antwoorden op het vraagstuk van de male gaze en legt de verantwoordelijkheid voor het denken en voelen bij de kijker. Dat je daarbij en passant ronduit schitterende werken van Seydou Keïta, James Ensor en Irina Rasquinet te zien krijgt, is balsem voor de soms pijnlijke vragen die overblijven. Met betrekking tot het werk van Rasquinet, te zien onder de bomen op het balkon van de villa, valt het overigens tegen alle goede gewoonten in aan te raden het museum op een stralend zonnige dag te bezoeken. Het spel van licht en schaduw op de glasvezel sculpturen is van een hypnotiserende schoonheid.

Museum van empathie

Portrait of a Lady sluit af met een reizende installatie van het Empathy Museum: A Mile in My Shoes. De bezoeker kiest een paar schoenen uit, stuk voor stuk vrouwenschoenen. Ze krijgt vervolgens in een koptelefoon het korte, bijbehorende (levens)verhaal te horen, ingesproken door de eigenaar van de schoenen zelf. Dat kan een heftig en geladen verhaal zijn, maar net zo goed het relaas van een ouder wordende vrouw die haar roeping vond als bloemist.

Door het laatste woord te geven aan vrouwen en aan een verbindend gegeven als empathie lijkt deze expo te willen zeggen dat in de feministische slag om musea, protest en zorg hand in hand moeten gaan.

Het is niet met zekerheid te zeggen, maar het vermoeden rijst dat dit een tentoonstelling is die gemaakt is voor vrouwen. Als het dan al niet de vrouwelijke kunstenaar of de vrouwelijke muze is die als kwantificeerbare winnaar uit deze vergelijking komt, dan toch zeker wel de vrouwelijke toeschouwer, die dankzij haar bezoek een wezenlijke en nog lang nazinderende dialoog over vrouwelijkheid kan aangaan. Portrait of a Lady is op die manier als een goed gesprek met een hartsvriendin, of als een essay van Olivia Laing. En bovenal is de expo een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap.

 

[1] Laing, Olivia. 2020. Funny Weather: Art in an Emergency. Londen: Picador.

Film / Kunst / Documentaire / Film / Serie

De man achter het icoon

recensie: The Andy Warhol Diaries – Andrew Rossi

Andy Warhol. Wie kent hem niet? Van Campbell’s Soup Cans tot de zeefdruk van Marilyn Monroe. Maar zijn belangrijkste kunstwerk was misschien wel hijzelf. Wie was toch die man onder die zilveren pruik? Schrijver en regisseur Andrew Rossi probeert er met zijn The Andy Warhol Diaries achter te komen in een boeiende maar onevenwichtige documentairereeks op Netflix.

Andy Warhol had er vast van genoten: een AI-recreatie van zijn stem, die in de serie zijn dagboekfragmenten voorleest. De recreatie van Warhols stem doet recht aan zijn behoefte ‘to be a machine’. De kijker voelt zich een vertrouweling, bijna vergetend dat Warhol niet zelf zijn verhaal vertelt. Naast ‘AI Andy’ komt een grote variatie aan (on)bekenden aan het woord met wisselende verhalen. Dat is de kracht maar ook de zwakte van de documentaire. Rossi is veelzijdig maar onevenwichtig in zijn keuze van onderwerpen en in de behandeling van de vragen die hij oproept.  Zes afleveringen later vragen we ons nog steeds af of we Andy Warhol wel hebben leren kennen.

 

Een onbetrouwbare verteller?

Warhol zou Warhol niet zijn als hij zelf in zijn dagboek had geschreven. Nee, de kunstenaar heeft zijn leven van 1976 tot en met 1987 via de telefoon gedicteerd aan zijn goede vriendin Pat Hackett. Op deze opgetekende memoires is Rossi’s documentairereeks gebaseerd. Ze kwamen in 1989 onder redactie van Hackett uit als boek met de titel The Andy Warhol Diaries. De documentaire waarschuwt vanaf het begin dat we Warhols versie van de gebeurtenissen niet als de ultieme waarheid moeten beschouwen. Het is tenslotte een persoonlijk perspectief. Dit persoonlijke perspectief wordt aangevuld met een rijkdom aan foto- en filmfragmenten. Die zijn interessanter dan de ingezette stand-in acteur. Een documentaire over Warhol verdient stilistisch vernieuwender ideeën. Vooral gezien de acteur niet goed op Andy Warhol lijkt. Het is een dissonant met de AI-recreatie van zijn stem.

In de zoektocht naar de man achter de kunst legt Rossi de nadruk op Warhols persoonlijke leven. Andy’s belangrijke relaties zijn ijkpunten voor de afleveringen. Eerst is er Jed Johnson, de jonge interieurontwerper die op basis van zijn knappe uiterlijk werd aangenomen bij The Factory. Dan is er Jon Gould, de straight-passing executive van Paramount. Ten slotte is er Jean-Michel Basquiat, de opkomende zwarte kunstenaar wiens relatie met Warhol tussen mentorschap en samenwerking lijkt te liggen. Het blijkt dat zelfs vrienden en familie niet altijd weten wat er in Warhol omging. De sprekers zijn het bijvoorbeeld niet eens over wat voor soort relatie hij met Jon Gould had.

 

Aangrijpend queer-perspectief

De serie is op zijn aangrijpendst als de aidsepidemie opkomt. Het wordt al snel duidelijk dat de ‘gay cancer’ een schaduw werpt over de kunstbeweging en feesten van de jaren tachtig. We worden geconfronteerd met hoe weinig van de personages nog in leven zijn om hun verhaal te doen. Ook Gould overlijdt in 1986. Iets wat we niet hadden gelezen zonder Hacketts annotaties, aangezien Gould niet uit de kast was en absoluut niet wilde dat Andy persoonlijke dingen over hem schreef in zijn memoires.

Warhol zelf is nooit echt in of uit de kast geweest, zegt schrijver Lucy Sante in aflevering één. Hij profileerde zich als aseksueel, wat een schild lijkt te zijn geweest tegen de homofobe maatschappij waarin hij als publiek persoon navigeerde. De bevragingen van Warhols seksuele activiteiten voelen soms invasief. Maar het blijkt de moeite waard om voorbij het persona te kijken. In de woorden van curator Jessica Beck: ‘But within the diaries there are moments when the performance lapses. … this idea of intimacy or queerness is always there.’

Wisselend niveau in behandeling lastige vraagstukken

In de interpretatie van Warhols werk kiest de documentaire originele invalshoeken, maar blijft ze vaak aan de oppervlakte. Zo is het interessant hoe neerbuigend Warhol is naar de honger naar beroemdheid van jongere kunstenaar Keith Haring, maar het was des te boeiender geweest voor kijkers zonder voorkennis om Harings aids-activisme daarna in contrast te zetten met Warhols gebrek hieraan. Vergelijkbaar is de discussie over Warhols exploitatie van minderheidsgemeenschappen. De documentaire benadrukt de significantie van de fotoserie Ladies and Gentlemen (1975) waarin de naam van activist en drag queen Marsha P. Johnson zonder uitleg gebruikt wordt. Het perspectief van de – veelal gekleurde transgender – fotomodellen wordt überhaupt onvoldoende uitgelicht. Juist bij een onderwerp waarbij de meeste personen zelf niet meer aan het woord kunnen komen. De documentaire geeft geen bevredigende antwoorden op de opgeworpen vragen en maakt er zich daarmee te gemakkelijk vanaf. Zonde voor een serie die Warhol met behulp van een machine menselijk weet te maken en daarmee meer dan zes uur boeit.

 

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

Playlist van eigen bodem

Deze maand liggen de winkels weer vol met oranje tompoucen en Nederlandse vlaggen. Aan het einde van april is het weer Koningsdag en bij deze viering hoort natuurlijk ook een lading goede muziek. Een goed moment om stil te staan bij al het moois dat de Nederlandse muziekwereld heeft voortgebracht. Het resultaat is een lijst met verschillende hits van eigen bodem, klassiekers afgewisseld met nieuwer materiaal. Oude bekenden zoals Doe Maar en Golden Earring ontbreken zeker niet, maar er is ook aandacht voor nieuwere artiesten zoals KUZKO, 4B2M en MEAU. We stellen ze graag aan jullie voor!

KUZKO’s verzameling alpacaknuffels

Zangeres Danique van der Vlugt en producer Sam Ouwehand vormen samen het synthpop duo KUZKO, vernoemd naar hun eerste alpacaknuffel. De verzameling alpacaknuffels is ondertussen flink gegroeid, net als de loopbaan van de band zelf. Zo heeft het duo ondertussen hun eerste EP Teardrops on the Floor uitgebracht en hebben ze in 2022 al Eurosonic Noorderslag plat gespeeld. De elektropopliedjes bevatten een combinatie van aanstekelijke synth hooks en melodieuze zanglijnen. Een goed voorbeeld hiervan is de nieuwste single ‘Penelope’. Het nummer is ontzettend zoet en aanstekelijk en bevat een dikke knipoog naar welbekende Amerikaanse cliché liefdesliedjes. Met de vrolijke klanken van dit nummer door je speakers wordt het lastig om nog langer chagrijnig te zijn!

De familieband van 4B2M

Een andere band die wel weet wat ze moeten doen met een synthesizer is 4B2M. De bandnaam staat voor four brothers, two mothers en dat legt meteen de samenstelling van de band uit. De band bestaat namelijk uit de broers Cas en Teun Hieltjes, die we beide kennen van de bands Go Back To The Zoo en St. Tropez, en de broers Rocco en Jimmi Hueting, die we kennen van De Staat en Jo Goes Hunting. Naar eigen zeggen hebben ze al sinds kinds af aan plannen om samen muziek uit te brengen, sterker nog de plannen voor deze band ontstonden in de jaren ‘90 bij een zwembad. Het succes van ieders individuele muzikale carrière verhinderde echter het verwezenlijken van deze droom, tot in 2021 toch echt de eerste gezamenlijke single verscheen. Wat er gebeurt als je bandleden vanuit indie-, garage- en jazzbands bij elkaar zet hoor je in het nummer ‘This Is Happening’.

Drie Snickers en een Bueno van MEAU

Met het grote succes van de hit ‘Dat heb jij gedaan’ voelt het vreemd om MEAU nog te bestempelen als nieuwe artiest, maar haar carrière is redelijk recent begonnen met haar eerste single. MEAU had in september 2020 deze eerste single ‘Kalmte’ uitgebracht en belde naar 3FM om te vragen of het mogelijk was om dit zelf te pluggen, in plaats van het inhuren van een professionele plugger. Ze belde echter live in de uitzending en was zo te horen in de lunchshow van radio DJ Timur Perlin. Hij beloofde haar te helpen om haar nummer pluggen, in ruil voor drie Snickers en één Bueno. Na ‘Kalmte’ kwamen er nog opvolgers als ‘Weet’ en ‘Afgesloten’, totdat in september 2021 de hit ‘Dat heb jij gedaan’ uitkwam. Deze hit stond enkele weken op nummer 1 in de Nederlandse Top 40, maakte zijn debuut in de Top2000 en werd afgelopen maand bekroond met een 3FM award. Hoewel het nummer nog maar jong is, is het dus nu al een klassieker te noemen!

Naast KUZKO, 4B2M en MEAU staan er nog een hoop (on)bekende Nederlandse artiesten op je te wachten in de nieuwste playlist van 8WEEKLY, veel luisterplezier!

De playlist van april

Tijdmachine – Dio, Sef

Neem Me Mee – Abel

Treur Niet (Ode Aan Het Leven) – Diggy Dex, JW Roy

Op Fietse – Skik

Ik Wou Dat Ik Jou Was – Veldhuis & Kemper

Ijskoud – Nielson

Slapeloze Nachten – The Opposites

Metromannen – Lieve Bertha

Toen Ik Je Zag – Hero

Citroen – Veenstra & de Wentelneefjes

Ktll – Fokko

Springlevend – The Kik

Sterrenstof – De Jeugd Van Tegenwoordig

Zou Zo Graag – Jurk!

Dat heb jij gedaan – MEAU

Door De Wind – Miss Montreal

Stil In Mij – Van Dik Hout

Laat Mij Maar Alleen – Klein Orkest

Met Hart En Ziel – Tröckener Kecks

Iedereen Is Van De Wereld – The Scene

Ik Kan Het Niet Alleen – De Dijk

Ik Wil Alleen Maar Zwemmen – Spinvis

Ja Ja Nee Nee – Goldband

Ik Ben Een Sukkel – Lucky Fonz III

You – Ten Sharp

België… (Is Er Leven Op Pluto) – Het Goede Doel

Wicked Way – Waylon

Dansplaat – Brainpower

Never Be Clever – Herman Brood & His Wild Romance

Sinds 1 Dag Of 2 (32 Jaar) – Doe Maar

R U Kiddin’ Me – Anouk

Mooie Dag – Jayh

Hard To Say Goodbye – RONDÉ

Radar Love – Golden Earring

Weekend – Earth & Fire

Electric – Go Back To The Zoo

Dance (The War Is Over) – Handsome Poets

Amigo – Chef’Special

Alles Is Liefde – BLØF

Penelope – KUZKO

Zij Maakt Het Verschil – De Poema’s

Honderd Keer – Suzan & Freek

Het Regent Zonnestralen – Acda en de Munnik

Venus – Shocking Blue

Little Green Bag – George Baker Selection

The Devil’s Son – Danny Vera

Rollercoaster – DI-RECT

Uncharted – Kensington

Strange Again – The Vices

Killer Bee – Anouk

Avond – Boudewijn de Groot

Afraid Of The Dark – Chef’Special

Make it a Memory – Krezip, Danny Vera

Nightcrawler – DI-RECT

Skinnyjeans – Le Le

Niets Tussen – Froukje

Burning The Ground – Moke

This Is Happening – 4B2M

Noodgeval – Goldband

Love Right Now – Jett Rebel

Tonight – Jett Rebel

War – Kensington

Sexy Als Ik Dans – Nielson

No Mercy – Racoon

Het Is Al Laat Toch – Racoon

Alles Gaat Voorbij – Rob Dekay

Als Het Avond Is – Suzan & Freek

Onderweg – Abel

Zandloper – Typhoon, Rico, Andre Manuel

Het Is Een Nacht… (Levensecht) – Guus Meeuwis, Vagant

Stiekem Gedanst – Toontje Lager

Till The Sun Comes Up – Miss Montreal

Vrijheid, Gelijkheid, Zusterschap – Sophie Straat

Ambiance – Thijs Boontjes

Confetti – Judy Blank

Gewoon Je Maat – WIES

Hallo – Antoon

De Mat – LE MOTAT, Het Gezelschap, KUZKO

Missen Zou – Thomas Acda, Rolf Sanchez, Kraantje Pappie

Stap Maar In Bij Mij – Paul de Munnik, MEAU

 

 

 

 

Muziek / Achtergrond
special: Het nieuwe concertseizoen
Hans Roggen

Van de middeleeuwen tot nu

Ze rollen zo langzamerhand in de brievenbus: de brochures voor het nieuwe concertseizoen 2022-2023. En de aankondigingen op social media komen ondertussen ook binnen, met het verzoek data vrij te houden. Concerten, series en festivals die lopen van middeleeuwse muziek, via de gouwe ouwe tot werken waarvan de inkt nog nat is. Een voorproefje. 

Een middeleeuwse legende

Soms ontstaan er interessante dwarsverbanden. Om te beginnen de ‘Hildegarddag’ van de Organisatie Oude Muziek, op 25 februari 2023 in TivoliVredenburg in Utrecht en een dag later in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam. Een hele dag gewijd aan ‘een middeleeuwse legende’. Met een scratch voor amateurzangers, de film Vision, een lezing door de gerenommeerde Vlaamse musicus Hendrik Vanden Abeele, onder meer dirigent van vocaal ensemble Psallentes en onderzoeker aan de Universiteit Leiden, en twee concerten door achtereenvolgens Ars Choralis Coeln en het Triburtina Ensemble.

Precies een maand later, op 25 maart 2023, brengt de sopraan Barbara Hannigan in het kader van de NTR ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw samen met de legendarische pianisten Katia en Marielle Labèque een vertaling van ‘de impact die de muziek van de Duitse abdis en mystica destijds had (…) naar de eenentwintigste eeuw’. Met licht, soundscapes en projectie.
In december dit jaar staat Hannigan voor het eerst voor het Koninklijk Concertgebouworkest als dirigent. Zij verheugt zich er vooral op deel uit te maken van de prachtige klank van het orkest, zoals ze in een interview met artistiek directeur Ulrieke Niehoff vertelde tijdens de seizoenpresentatie op 28 maart jl. via Zoom.

Grote Zaal en Het Koninklijk Concertgebouworkest

Een gouwe ouwe

Een gouwe oude blijkt komend concertseizoen Johannes Brahms te zijn; zijn naam duikt overal op, al valt 190 jaar geleden geboren-zijn toch niet echt een kroonjaar te noemen. Bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest dirigeert John Eliot Gardiner in mei 2023 de vier symfonieën die Brahms componeerde, verdeeld over twee avonden (3 en 5 mei). Een ‘bonusserie’ volgens spreekstalmeester Dominic Seldis tijdens voornoemde presentatie onder leiding van een dirigent die het beste uit het orkest naar boven haalt.
Ook in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam zijn bijvoorbeeld verschillende concerten met de kamermuziek van Brahms gepland, waaronder een marathon op 5 november 2022 met als centrale gast zowel ’s middags als ‘s avonds de pianiste Elisabeth Leonskaja.  

Festivals

Ook de festivals hopen komend concertseizoen weer ‘los’ te kunnen gaan. Variërend van het Festival Oude Muziek in Utrecht tot November Music in ’s-Hertogenbosch en alles wat daar qua muziekstijlen, periodes en provincies tussen zit.
Het Festival Oude Muziek (FOMU) richt de aandacht dit jaar van 26 augustus – 4 september op ‘Galanterie(s)’, met name op de zonen van Joh. Seb. Bach. Co-curator is dit jaar prof. dr. Rosa Braidotti (Universiteit Utrecht), die al verschillende edities van het festival als interessante gastspreker optrad.
In 2022 vindt ook weer het Internationaal Van Wassenaer Concours plaats. Van 31 augustus t/m 2 september tijdens het FOMU, met dit jaar de focus op klassiek en romantisch repertoire.

Qua tijd (september) volgt het Gaudeamus Festival bijna naadloos op het FOMU. Hier gaat het om ‘hét festival voor nieuwe muziek van jonge en experimentele makers’. Op 7 september 2022 is de opening night. Hier treedt dan het Asko|Schönberg op in samenwerking met de Ensemble Academie en Wu Wei (cheng). In VredenburgTivoli in Utrecht, ook het hart van het FOMU.

Wie zijn hart wil ophalen aan nog meer hedendaagse muziek, kan terecht bij November Music (van 3 t/m 13 november 2002). De centrale componist is dit jaar Joey Roukens, over wie 8WEEKLY al eerder schreef. Aan hem is onder meer de opdracht gegeven tot het schrijven van het jaarlijkse Bosch Requiem.
Op 15 oktober gaat overigens in een serie van de AVROTROS in VredenburgTivoli Roukens’ Eerste symfonie in première, uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van André de Ridder. En op 11 mei 2023 danst Het Nationale Ballet de première van de ‘dansthriller naar het beroemde boek van Oscar Wilde: Dorian’ op muziek van diezelfde Joey Roukens.

Festivals om altijd goed in de gaten te houden zijn het Februari Festival in het nieuwe Amare in Den Haag, het ‘huis voor cultuur, educatie, events en ontmoeting’, het Peter de Grote Festival in Groningen (20 t/m 30 juli), dat tegen die tijd overigens waarschijnlijk een naamsverandering heeft ondergaan, en ‘Musica Sacra’ in Maastricht (14 t/m 18 september 2022) met als thema ‘Exodus’.
En houd – nu we het over nieuwe concertzalen hebben – ook de programmering van Musis Arnhem in de gaten! Als ze daar een gigant als pianist Grigory Sokolov weten te strikken (10 juni 2022), is dat een belofte voor een interessant concertseizoen 2022-2023! 

Niet in Arnhem maar wel in Enschede (31 maart), Oldenzaal (1 april) en Zwolle (2 april 2023) voert Phion, het orkest van Gelderland en Overijssel Bachs Matthäuspassion uit onder leiding van barokspecialist Reinhard Goebel. Dat belooft spannend te worden!

Alle hokjes te boven

Zoals we begonnen met interessante dwarsverbanden, zo eindigen we met een ensemble dat een paar keer te horen is komend seizoen, en dat met hun opname van Bachs Matthäus Passion op Harmonia Mundi dit seizoen hoge ogen gooide. Merlijn Kerkhof schreef er in de Volkskrant het volgende over: ‘Wie in een stuk waarvan iedere noot tien keer is omgekeerd nog zo kan verrassen, behoort tot de groten. En wie alleen al het openingskoor beluistert, moet vaststellen dat Pichon aardig groot is.’ Raphaël Pichon is dirigent van Pygmalion. Zij komen onder meer naar het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam en voeren dan werk uit van de voorgangers van Joh. Seb. Bach, zoals in het FOMU navolgers van hem te horen zijn. Op 7 februari en 8 april 2023.

En dan zijn nog lang niet alle brochures en aankondigingen binnen! Zo ontbreekt nog veel vocale (koor en opera) muziek, maar dat we wat hebben in te halen, dat is duidelijk.  

 

Boeken / Fictie

Alleen in Berlijn

recensie: Stadsnomade - Amy Liptrot

In haar overtuigende autobiografische debuut De uitweer beschreef Amy Liptrot haar dronken jaren in Londen en haar teruggevonden soberheid in haar thuisbasis op de Orkneyeilanden. Haar wederom autobiografische Stadsnomade pikt de draad op waar De uitweer eindigt.   

Eerlijk is eerlijk: de Orkneyeilanden zijn schitterend, maar nieuwe mensen ontmoet je er maar weinig. Laat staan de liefde van je leven. Liptrot windt er dan ook geen doekjes om: ze vertrekt naar de grote stad uit eenzaamheid. Idealiter ontmoet ze de ware en keren ze samen terug naar haar vertrouwde archipel. Zodoende waagt Liptrot een sprong in het diepe. Ze besluit zich een jaar lang onder te dompelen in Berlijn en te zien wat er op haar pad komt.  

Stedelijke wildernis

Glamoureus vangt het leven in Berlijn niet aan: Liptrot trekt van het ene onderhuuradresje naar het andere en voelt zich een beetje verloren. Als geheelonthouder en liefhebber van de zee lijkt de inlandse clubhoofdstad ook niet de meest voor de hand liggende bestemming, maar schijn bedriegt. Liptrots verfrissende blik biedt de lezer een nieuwe kijk op Berlijn. 

Zo ontwikkelt de natuurliefhebster al gauw een fascinatie voor de stedelijke fauna. Ze spot haviken en zoekt tevergeefs naar de vermeende wasberen die bij Berlijn rijk zou zijn. Ook stelt ze zich samen met haar nieuwe geliefde tot doel om op alle verkeerseilanden in Berlijn te zoenen en verslag uit te brengen van de locatie. Als voormalig alcoholist laat Liptrot het nachtleven grotendeels aan haar voorbij gaan, een enkele excursie naar Berghain daargelaten. 

Leven om te schrijven

Het Berlijnse avontuur lijkt niet louter ingegeven door een verlangen naar een andere omgeving. Liptrot creëert met haar onderneming ook haar schrijfonderwerp. In De uitweer was dat proces natuurlijker: Liptrot had een problematisch drankverleden te verwerken en wist dit op eigen wijze te vervlechten met verslagen over de woeste natuur van de Schotse eilandengroep. Een afrekening met het verleden dat leest als een reisverhaal.  

In Stadsnomade is Liptrot meer zoekende, zowel letterlijk als figuurlijk. Het siert Liptrot dat ze openhartig is over haar onzekerheden. Stadsnomade is waarschijnlijk niet het boek dat Liptrot wilde schrijven over Berlijn. Ze zocht een metgezel maar bleef zitten met liefdesverdriet. Stadsnomade is een eerlijk verslag van het leven zoals het ons toekomt, maar deze gegevens maken een vertelling niet per definitie boeiend. De urgentie waarvan De uitweer is doordrongen, is minder aanwezig in Stadsnomade. Volgens Liptrot wordt haar reis ingegeven door een verlangen naar nieuwe ontmoetingen, maar het idee om een boek te schrijven over deze periode zal niet pas achteraf in haar zijn opgekomen. Dit maakt Stadsnomade wat geknutseld, ondanks Liptrots unieke pen en overduidelijk talent.  

Gelukkig neemt het leven soms vlugge wendingen en wordt het schrijfmateriaal weer op een zilveren dienblaadje aangereikt. ‘Liptrot woont op de Orkneyeilanden met haar partner en zoontje’, zo valt te lezen in haar biografie op de binnenflap.