Kunst / Expo binnenland

Uitgezwaaid

recensie: Ouders – Fotomuseum Den Haag

Ouders, wie kent ze niet? De gelijknamige expositie in Fotomuseum Den Haag toont werken van maar liefst 39 fotografen die hun vader en/of moeder op een vaak heel intieme manier hebben afgebeeld. Daarbij overheerst vooral de weemoed, de behoefte om hun vergankelijk bestaan voor altijd vast te leggen. Een paradox die geen bezoeker onberoerd kan laten.

De expositie Ouders is in meerdere opzichten een afscheidstentoonstelling. Om te beginnen is het de laatste expositie die is samengesteld door hoofdconservator Wim van Sinderen. Na ruim twintig jaar voor het Fotomuseum te hebben gewerkt, gaat hij wegens ziekte met vervroegd pensioen. Daarnaast is ‘afscheid nemen’ toch wel het hoofdthema van deze ontroerende en indrukwekkende tentoonstelling. Waarschijnlijk was dat niet de expliciete doelstelling, maar helemaal toeval is het ook niet. De werken zijn veelal gemaakt door gevestigde fotografen, geslaagde kunstenaars die hun ouders hebben geportretteerd op (ver)gevorderde leeftijd, in een fase waarin een definitief vaarwel zich stukje bij beetje aandient.

Fragiele levens

Voor de duidelijkheid; er is ook zeker aandacht voor andere ervaringen en emoties. De Schot Colin Gray ensceneert samen met zijn ouders bijvoorbeeld een aantal rake jeugdherinneringen. Zo verbeeldt hij met behulp van wat rimpelende folie en gedateerde badkleding zijn terugkerende kinderdroom over wakker worden in een overstroomd huis. Een paar andere fotografen richten hun lens graag op gekoesterde gebruiken in het alledaagse gezinsleven. En ook een enkel trauma ontbreekt niet. Twee werken van Eddo Hartmann tonen het huis dat hij als kind samen met zijn moeder en broertje ontvluchtte. De agressie van zijn vader was niet langer vol te houden. De foto’s dateren van een bezoek dat hij 21 jaar later aan de lege woning bracht. Bergen papier en rommel symboliseren de chaos die zijn vader achterliet.

Maar zoals gezegd staat de vergankelijkheid in veel werken centraal. Ouders die net gestorven zijn, ouders die dementeren, ouders die tegelijk kanker hebben, ouders die nog niet gemist kunnen worden … ; op allerlei manieren wordt vooral de tijdelijkheid en fragiliteit van ouder-kindrelaties op latere leeftijd belicht.

Eén langgerekt afscheid

Het meest kenmerkend is misschien wel de hele serie snapshots die de Amerikaanse Deanna Dikeman bijdraagt aan de expositie. Onder de noemer Leaving and Waving maakte zij 27 jaar lang altijd een foto als ze met de auto vertrok na een bezoek aan haar ouders. Die zwaaiden haar altijd uit vanaf de oprit voor hun garage. Wat rest is nu een wand vol foto’s. Eerst twee ouders die haar uitzwaaien. Dan, na de dood van haar vader, een tijdje alleen een moeder, die er zichtbaar niet gelukkiger op wordt. En tenslotte een lege oprit met een dichte garagedeur. Achteraf lijkt het bijna één langgerekt afscheid van ouders die op het eind letterlijk zijn uitgezwaaid.

Alles bij elkaar geeft dit de tentoonstelling wel een zwaar tintje. Misschien voor sommigen wel iets te zwaar, getuige een klein voorval. Terwijl een paar mensen met een brok in de keel naar de fotowand staan te kijken, benen twee gezette mannen van middelbare leeftijd snel achter hen langs. ‘O ja, al die zwaaifoto’s’, zegt de een. Waarop de ander antwoordt: ‘Daar heb ik dus niet zoveel mee’. Wie ouders graag ziet afgebeeld als bron van kracht of inspiratie, of als mensen met wie je jarenlang samen het leven kunt vieren, heeft hier minder te zoeken.

Podcast met verhalen

‘Every picture tells a story’ is een uitdrukking die je bij elke foto-expositie boven de ingang kunt hangen. Dit geldt dubbel en dwars voor de prachtige en innige beelden die de deelnemende fotografen van hun ouders hebben gemaakt. Naast de foto’s vind je altijd een korte tekst met aanvullende informatie over de maker en de ervaringen die hij of zij erin verwerkt heeft. Een mooi extra is een zesdelige podcast die je op de website van het museum kunt vinden. In deze podcast interviewt Wilfried de Jong vijf Nederlandse fotografen en afzwaaiende conservator Van Sinderen. Zeker ook het beluisteren waard!

Indie albums 9
Muziek / Album

Een enorme verscheidenheid

recensie: Indie-update vol. 9 Mark Pontin Group, iET, Donna Blue
Indie albums 9

De indie categorie van muziek is heel divers. In deze editie gaan referenties weer alle kanten op. Mark Pontin Group heeft zijn album niet voor niets Kaleidoscope genoemd en dat zullen we merken. iET weet met Hunger ons te raken en laat ons hongerig naar meer achter met het korte album. Donna Blue laat de tijd stil staan in een soort filmisch beeld.

Sommige albums die we terugvinden in het indie genre vragen veel luisterinspanning van de luisteraar. Inspanning omdat minder makkelijk in het gehoor liggende songstructuren soms verborgen schatten bevatten. De drie albums die we deze editie belichten hebben daar niet of nauwelijks last van. Ze zullen een liefhebber van het genre makkelijk verleiden om het album vaker te draaien en te laten groeien.

Mark Pontin Group

Het album Kaleidoscope is alweer een tijdje uit maar heeft de aandacht niet gekregen die het verdiende. Reden genoeg om hier alsnog de loftrompet te blazen.

Na de opening ‘Sunrise’ zet Pontin ons op het verkeerde been bij ‘Everything (today)’. De aanvang doet ons meteen denken aan ‘Big Log’ van Robert Plant, maar zich vervolgens ontvouwt als een bluesy-soul-nummer met een funky randje. Die funk horen we vervolgens ook in ‘Don’t Sleep’. ‘Starmaker’ duwt ons vervolgens naar de kracht van Gary Moore en Jimi Hendrix, het is een ballad met ballen, en toch een slow blues. ‘Roll With Me Easy’ start verrassend met strijkers om vervolgens uit te pakken met fraaie gitaarklanken in een weldadige ballad. ‘Forever’ is een powerrock nummer dat herinneringen oproept aan The Cars. ‘Hotel Diablo’ gaat naar de jazz-rock-hoek dat zelfs refereert aan Al Di Meola om in ‘Hell’s Kitchen’ zomaar Duane Eddy te laten klinken. ‘Waiting’ is een heerlijk zonnig nummer met gitaarwerk in de rock-blues-hoek en heerlijke dameskoortjes.

Alles maakt dat de albumtitel eer wordt aangedaan. Alles bij elkaar is Kaleidoscope een genre topper, maar welke genre? En dat met een ferme knipoog naar heel veel grootheden! Een album dat al veel rondjes maakte en dat zeker nog vaak zal doen.

iET

Het heeft zes jaar geduurd voordat iET na Clarity nu met een opvolger komt. Hunger verhaalt over het verlangen om een moeder en tegelijk een musicus te zijn en het lastige gevecht tussen die twee. Dit staat als boodschap linksboven op de achterkant van het hoesje. Dat verklaart de tijd die het kostte om een nieuw album te maken.

iET is het pseudoniem van Lisa van Viegen, een vrouw die met dit vijfde studioalbum een heel persoonlijk werkstuk in de wereld zet. Wie de titels leest, snapt met die boodschap in gedachte wat de teksten willen zeggen. Het openingslied ‘Can You Carry Me’ en de afsluiter ‘Life and Love’ markeren de in totaal negen liedjes die iET schreef voor dit album. iET verzorgt niet alleen de zang, ze speelt zelf onder andere akoestische gitaar en trompet. Ze heeft het album opgenomen samen met haar echtgenoot Budy Mokoginta (onder andere gitaar, bas), Keimpke Zigterman (cello), Thierry Castel (synthesizer, mellotron, piano, contrabas) en Mark Schilders (drums).

Samen weten ze een heel ingetogen geluidspallet te toveren waar de liedjes van iET heerlijk op gedijen en volkomen tot hun recht komen. Het tempo blijft altijd laag en is nergens schreeuwerig. Misschien is door de emotionele worsteling die spreekt uit de liedjes, dit wel het mooiste album geworden dat iET in haar carrière wist te maken tot nu toe. Of dat een voorbarige conclusie is, laat niet weg dat iedere beluistering van Hunger alleen maar meer honger oproept om het album nogmaals te spelen.

Donna Blue

De band Donna Blue bestaat uit het echtpaar Danique van Kesteren en Bart van Dalen. Na eerst een aantal EP’s te hebben gemaakt, is Dark Roses het debuutalbum.

Een album vol met filmische muziek, zeg maar een soundtrack zonder een film. De dromerige sfeer is verhalend, sfeervol en romantisch. Hier en daar is er een duistere kant die we kennen van bijvoorbeeld Julee Cruise, Ennio Morricone en natuurlijk Angelo Badalamenti. Toch is elke compositie een echt origineel en geenszins een kopie van een of ander bekend nummer. Het is gewoon de vertrouwde sfeer die het album uitademt die zorgt dat de genoemde vergelijkingen gerechtvaardigd zijn.

Het album opent met ‘The Beginning’ om te sluiten met ‘Reprise’, de link naar een filmmuziek gevoel is hiermee compleet. Het tweede nummer ‘The Idea’ trekt ons zomaar de jaren zestig in met de sound die Donna Blue etaleert.

‘Forever’ bezegelt de vergelijking met Julee Cruise en Angelo Badalamenti in een heerlijk zoet en zilt werkje.

Ondanks dat alle titels in het Engels zijn zal je verrast worden bij ‘Solitaire’ als je ineens een Franse tekst hoort. Het titelnummer ‘Dark Roses’ heeft een hoog cowboygehalte in de sfeer zitten wat de link naar Morricone onderstreept. Het instrumentaaltje ‘Waking Up From A Dream’ doet je als luisteraar wegdromen en zelf invullen waar het duo je heen gaat voeren in het vervolg van het album.

Wie zich heeft laten verwennen door Dark Roses is wellicht meteen verslaafd.

Film / Films

Magisch realistisch insomnia mysterie

recensie: Memoria - Apichatpong Weerasethakul

De film Memoria (2021) van regisseur en scenarist Apichatpong Weerasethakul is al een paar keer in de prijzen gevallen. Hij heeft de juryprijs op het 74e Festival van Cannes gewonnen en tevens de hoofdprijs op het 57e Film Festival van Chicago. En dat is begrijpelijk. Het is geen alledaagse film en hij bestaat uit meerdere verhaallagen, vaak op verschillende manieren te interpreteren. Een must-see voor de liefhebber van films met diepere dimensies en magisch realistische elementen.

Het verhaal speelt zich af in Colombia. Volgens de regisseur een plek met veel historie door de oude beschavingen en een landschap dat, in zijn ogen, de groeven van een brein bevat. Een land waar hij als kind vaak over las – over de anaconda’s en koppensnellers-stammen – en dat veel met zijn verbeeldingskracht deed. De filmmaker komt zelf uit Thailand. Het is een internationale film waarin de gesproken talen Engels en Spaans zijn.

Flirten met het bovennatuurlijke

Een Britse antropoloog, Jessica, wordt opgeschrikt door terugkomende luide knallen die alleen zij lijkt te horen. Ze kan er niet door slapen en gaat op zoek naar de oorzaak. Tijdens de film raakt ze bevriend met een archeoloog en een geluidstechnicus. De laatste helpt haar het geluid te reproduceren. De archeoloog voorziet haar zoektocht van een diepere laag.

Actrice Tilda Swinton is goed gecast voor de rol van Jessica. Haar excentrieke verschijning past perfect bij het karakter. Daarnaast is haar spel uitstekend. Het scenario is poëtisch geschreven. In de conversaties komen de perceptie en herinneringen van Jessica ter discussie te staan. Bijvoorbeeld als personen die zij al dood had gewaand nog steeds leven of als mensen met wie ze heeft gepraat niet lijken te bestaan. Komt dit door haar slaaptekort of heeft het met het geluid te maken? Er zijn meer van dit soort verwijzingen. Ook een verhaal dat verteld wordt over een zogeheten volk van ‘onzichtbaren’ in het Amazonewoud heeft een mysterieuze insteek. De stamoudsten zouden er door middel van bezwerende spreuken voor zorgen dat de buitenwereld hen met rust laat. De archeologische opgravingen in de film gaan de dialoog aan met dit soort verhalen, alsof er grafschennis wordt gepleegd en er transcendentale krachten loskomen.

Het is een film die flirt met het bovennatuurlijke en hij heeft magisch realistische aspecten – niet zo gek als de hoofdpersoon last heeft van slapeloosheid. Het bovenzinnelijke en het magisch realisme zijn ingebakken in de Latijns-Amerikaanse samenleving, je hoeft maar naar Gabriel García Márquez of Jorge Luis Borges te kijken om daar bewijs voor te zien. Deze hang naar het bovennatuurlijke komt duidelijk naar voren in een scène waar Jessica een dokter opzoekt voor haar klachten. Deze onderzoekt haar en komt met een paar rationele, medische constateringen. Als Jessica vraagt of ze misschien wat kalmeringspillen voorgeschreven kan krijgen, raadt de arts dit af maar overhandigt haar meteen een foldertje met de mededeling: ’Jezus is bij u’. Het geloof in het metafysische staat pal naast de rationaliteit.

De mooiste scène uit de film is als Jessica aan een dorpeling met een grote herinneringskracht vraagt of hij haar wil tonen hoe hij slaapt, alsof ze wilt weten hoe het ook alweer moet. De man gaat voor haar op de grond in het gras liggen en lijkt ineens dood. Als de man na een lange tijd ontwaakt vraagt ze: ‘Hoe was het? De dood?’ De man antwoordt: ‘Goed.’

Sterke cinematografie, iets teveel uitleg

De cameravoering heeft vaak wat weg van een bewegende foto, zonder cameraverplaatsing, en zaken gebeuren zoals ze gebeuren. Zoals een parkeerplaats bij nacht waar autoalarmen achter elkaar aanslaan om vanzelf weer allemaal uit te doven. De tijd komt onaangetast voorbij zonder dat er gesneden wordt. Alles wordt uitgestrekt en dit geeft je de rust om de situatie gedetailleerd op te nemen. Het geeft een verstilling en traagheid aan het verhaal dat past bij de perceptie van een slapeloos persoon, alsof je door een rivier nat cement waadt om de overkant te bereiken.

De film is een sterk staaltje verteltechniek waar je meerdere keren naar kunt kijken. Alleen de scène waar de bron van de knal wordt getoond is wat teleurstellend. De filmmaker had dat beter kunnen oplossen en daarmee de kracht van de film overeind kunnen houden. Het voelt alsof hij het teveel wil uitleggen – zoals een moordenaar in een misdaadroman aan het einde uitgebreid uit de doeken doet hoe de moord gepleegd werd – terwijl het sterker is om het niet zo direct te tonen. Om die reden krijgt de film niet het maximale aantal sterren.

 

Memoria draait niet meer in de bioscoop, maar is te bekijken via YouTube voor een klein huur- of koopbedrag.

Boeken / Fictie

In de voetsporen van Tsjechov: Sergej Dovlatov

recensie: Sergej Dovlatov - De vreemdelinge

De Russisch-Joodse Dovlatov (1941-1990) geldt al jaren als een geheimtip. In De vreemdelinge beklaagt hij zich nog over zijn verkoopcijfers, sinds zijn dood is hij in de VS ruimschoots ontdekt en in Rusland mateloos geliefd geworden.

In zijn vaderland kwam hij onder president Brezjnev en opvolgers niet aan de bak, net als veel collega’s, omdat hij weigerde lid te zijn van de Schrijversbond. Om den brode zat er niets anders op dan voor bedrijfsbladen te schrijven, zoals een interview met een recordhoudster koeien melken. Na overspel leefde hij gescheiden van vrouw en zoontje, sinds 1978 in de VS.

Menselijk hart

In Queens, NY kwam hij terecht in een wijk met veel Russische emigranten. Daar speelt De vreemdelinge zich goeddeels af. Wát zich daar afspeelt heeft een romanesk autobiografische basis. Er passeren met naam, toenaam en bezigheden velerlei naburige Russen als vluchtige, maar levendige bijfiguren. In hun Russische gemeenschapje zorgen ze voor nogal wat absurde toestanden. Dovlatov heeft daar een speciaal oog voor en voert ze met lichtelijk satanisch plezier en in prettig verschillende versnellingen op. Hij heeft sowieso een stijl waarin ironie, sarcasme en cynisme geregeld om voorrang strijden, maar altijd gevoed door een milddadig Tsjechoviaans hart.

Titel- en hoofdfiguur is de mooie jonge Maroesja (Moesja) met haar zoontje, in trek dus bij heel wat mannen, met wie zij op haar beurt niet veel op heeft. De man die volhardend het meest om haar geeft, wat zij voor het materiële gemak toestaat, is de moeilijk peilbare latino Rafael: onduidelijk waar hij zijn wisselende inkomsten vandaan haalt. Eigenlijk geeft zij het meest om Dovlatov, maar die beroept zich schijnheilig op vrouw en kind.

Spijtoptant

De emigranten doen al het mogelijke om aan de kost te komen. Ze wennen niet aan de Amerikaanse cultuur, terwijl de Russische blijft knagen. Dus werpt de vraag zich vaak op: blijven of repatriëren? Dat laatste gaat niet zomaar. De spijtoptant, Maroesja in dit geval, moet bewijzen als Russische burger te zullen deugen, en wel voor honderd procent. Dat moet dan geloofwaardig gespeeld zien te worden.

De vertaling lijkt als authentiek Russisch te klinken. Na deze roman kan de lezer zich verheugen op de eerder vertaalde De koffer, Compromissen, Het kamp en Domein. Niet alleen Russische lezers zien dat Dovlatov door de overeenkomsten in stijl en mensbeeld in de voetsporen van Tsjechov treedt, hoezeer de tijdsomstandigheden van rond 1900 en eind 20e eeuw ook verschillen.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Back To These Disco Days

Als er een maand perfect is om stil te staan bij al het moois uit het disco-genre, dan is het de maand september. Hoewel het genre in de jaren ’70 grote hoogtijdagen beleefde mede dankzij bands als Earth, Wind & Fire, betekent dit niet dat het genre anno 2022 minder relevant is. Zo zetten meerdere artiesten in 2020 hun eerste stappen binnen het genre, waardoor er sprake was van een ware wederopbloei van disco. Hoog tijd voor 8WEEKLY om stil te staan bij de hoogtepunten van de disco. Althans, van stil staan zal er weinig sprake zijn met artiesten als Kylie Minogue en Laura Mvula in de nieuwste playlist van 8WEEKLY: Back To These Disco Days.

Earth, Wind & Fire’s samenwerking met hitmachine Allee Willis

Earth, Wind & Fire is een van de grootste bands aller tijden en hun repertoire bestrijkt meer genres dan alleen disco. Voor verschillende nummers van hun disco repertoire werkten ze samen met songwriter Allee Willis. De excentrieke Willis heeft tijdens haar carrière meerdere hits afgeleverd. In samenwerking met Earth, Wind & Fire bracht ze hits als ‘September’ en ‘Boogie Wonderland’, maar ze is ook het brein achter een van de bekendste TV-serie soundtracks ooit: ‘I’ll Be There For You’ van The Rembrandts, uit de TV serie Friends. Als het aan Willis had gelegen had het nummer ‘September’ echter anders geklonken! De aanstekelijke ‘ba-dee-ya’s uit het refrein waren een groot punt van ergernis voor haar. Ze wilde dat deze brabbeltaal vervangen werd door echte woorden, maar niks leek echt zo goed te klinken als ‘ba-dee-ya’. Earth, Wind & Fire’s Maurice White vond het niet erg dat deze brabbeltaal niets betekende en uiteindelijk zegt Willis door hem een belangrijke les te hebben geleerd: laat tekst nooit in de weg zitten van een goedlopend ritme en groove.

Kylie Minogue start (alweer) een disco revolutie

Ondertussen zijn er al meerdere decennia voorbij sinds ‘September’, maar disco is nog steeds alive and kicking! In 2020 was er zelfs sprake van een ware wederopbloei van het genre toen onder andere Lady Gaga, Dua Lipa en Kylie Minogue muziek uitbrachten binnen dit genre. Laatstgenoemde bracht in 2020 een volledig disco album uit, dat geheel toepasselijk Disco heet. Het project begon voordat de corona pandemie uitbrak, maar noodgedwongen zette Minogue het project verder in haar studio aan huis. Het album begeleidt de luisteraar door de evolutie van het discogenre, van de jaren 70 tot en met de zeroes. Zo horen we talkbox-effecten in nummers als ‘Miss a Thing’ en pakkende baslijnen op nummers als ‘Real Groove’. Voor de oplettende luisteraar en de fans zijn er zelfs referenties te horen naar Minogue’s eigen muziek en de rol die albums zoals Light Years hebben gespeeld in de hedendaagse opbloei van het genre. Hoe dit nieuwe album klinkt binnen het genre valt te beluisteren met de nummers ‘Magic’ en ‘Say Something’ in de nieuwste playlist.

Terug naar de jaren ’80 met Laura Mvula

Hoewel Laura Mvula eerder bestempeld werd als een jazz- en soulzangeres kan ze sinds 2021 ook disco aan het rijtje toevoegen. Haar recentste album Pink Noise bevat een paar nummers die niet misstaan binnen het genre. Zo klinkt het nummer ‘Church Girl’ als een ware dansvloermagneet zoals we die kennen van Prince en Whitney Houston. Het aanstekelijke nummer ‘Got Me’ doet dan weer denken aan Michael Jackson’s ‘The Way You Make Me Feel’. Pink Noise was voor Mvula het album dat ze altijd al wilde maken en vormt een eerbetoon aan de new wave en dance pop klanken van de jaren ’80. Niet geheel verrassend, gezien Mvula over zichzelf zegt dat ze al schoudervullingen droeg toen ze in 1986 geboren werd.

Naast Earth, Wind & Fire, Kylie Minogue en Laura Mvula wachten nog vele andere artiesten op je in 8WEEKLY’s Back To These Disco Days playlist. Veel luisterplezier!

De playlist van september

  • September – Earth, Wind & Fire 
  • I Don’t Feel Like Dancin’ – Scissor Sisters 
  • Free – Sisters Sledge, Sledgendary 
  • Get Lucky – Daft Punk, Pharrell Williams, Nile Rodgers 
  • Le Freak – CHIC 
  • Disco Inferno – The Trammps 
  • Love And Appreciation – Agnes 
  • Give It Up – KC & The Sunshine Band 
  • Magic – Kylie Minogue 
  • Blame It on the Boogie – The Jacksons 
  • Daddy Cool – Boney M. 
  • Funky Town – Lipss Inc. 
  • Boogie Wonderland – Earth, Wind & Fire, The Emotions 
  • Stayin’ Alive – Bee Gees 
  • I Can’t Stand the Rain – Eruption 
  • Uh Oh – Maggie Szabo 
  • Jump (For y Love) – The Pointer Sisters 
  • Nights (Feel Like Getting’ Down) – Billy Ocean 
  • Lady Marmalade – LaBelle, Patti LaBelle 
  • Hot Stuff – Donna Summer 
  • It’s Raining Men – The Weather Girls 
  • Future Nostalgia – Dua Lipa 
  • Lest’s All Chant – Michael Zagger Band 
  • Born to Be Alive – Patrick Hernandez 
  • Do You Wanna Funk – Sylvester 
  • Knock On Wood – Amii Stewart 
  • Working My Way Back to You – The Spinners 
  • Let’s Go Round Again – Average White Band 
  • Crying at the Discoteque – Alcazar 
  • P.Y.T. – Michael Jackson 
  • Dancing Machine – The Jackson 5 
  • Girl Crazy – Hot Chocolate 
  • Feels Like I’m In Love – Kelly Marie 
  • Heaven Must Be Missing An Angel – Tavares 
  • Bad Girls – Donna Summer 
  • Let It Whip – Dazz Band 
  • He’s The Greatest Dancer – Sister Sledge 
  • Dance, Dance, Dance (Yowsah, Yowsah, Yowsah) – CHIC 
  • It’s a Disco Night (Rock Don’t Stop) – The Isley Brothers 
  • Shake Your Groove Thing – Peaches & Herb 
  • Got Me – Laura Mvula 
  • Night Fever – Bee Gees 
  • Car Wash – Rose Royce 
  • Ring My Bell – Anita Ward 
  • Good Times – CHIC 
  • Machine Gun – Commodores 
  • Swearin’ to God – Frankie Valli 
  • Rock the Boat – Hues Corporation 
  • You’re a Woman – Bad Boys Blue 
Interview

Aardse hunkering

special: Interview met Jabik Veenbaas
orb op het strandUnsplash

Een van de titels van een dichtbundel van dichter/schrijver/vertaler/filosoof Jabik Veenbaas luidt: Soms kijkt de aarde me aan. In zijn boek De Verlichting als kraamkamer staat een zinsnede over een van de voorlopers van de Verlichting, predikant Balthasar Bekker. Deze zinsnede zet aan tot denken: ‘Toch nog een traantje omdat de aarde haar magische glans is kwijtgeraakt?’. Geldt dat vraagteken ook voor Jabik Veenbaas’ manier van denken en in de wereld staan? We praten erover na afloop van een door hem gegeven zomercursus over de filosoof Immanuel Kant, aan de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden.

Bepaalde beelden in je gedichten komen vaak terug, zoals het beklimmen van een ladder, een wankele trap of – sterker nog – een gezicht dat licht geeft, het oplichtende ogenblik. Gaat het dan toch ook niet om het opklimmen naar iets hogers? Of iets hogers dat afdaalt?

‘Niet in de zin van iets transcendents. Het zijn allemaal zaken die het leven licht, kleur en contour geven en belangrijk maken. Het gaat om wat ik als aardse mens meemaak, het is allemaal vanuit een atheïstisch-humanistisch perspectief gedacht.’ Het is – zo lezen we in een gedicht –

… gewoon

een hunkering […], een lange
jacht op een fabeldier, een dansend
spookschip, een dronkemansgebed …

Wil je dan de grote vragen, de grote zaken terugbrengen tot kleine dingen, zoals de herfstzon, stenen en gras, zoals te lezen valt in een ander gedicht in de bundel Soms kijkt de aarde me aan?

‘In het gedicht Oktober, terras in Bergen, dat eindigt met die drie zaken, speelt het thema van de onttovering. Daar staan “herfstzon, stenen, gras” voor het concrete, het tastbare. Maar het gaat er dan om dat ook die aardse zaken magisch en wonderlijk zijn. Denk ook aan het gedicht Toespraak over de ziel, waaruit je zojuist citeerde. In dat gedicht zeg ik enerzijds dat de ziel niet bestaat en dat die niets is. En toch is het begrip waar je niet buiten kunt als je het over de mens en bijvoorbeeld zijn kunstvoortbrengselen hebt. Je leest daar ook: “want wie zijn ziel verliest / is alles kwijt.” Ik speel met zo’n sleutelbegrip en probeer me dat toe te eigenen, met alle filosofische vraagtekens die erbij horen. Maar kleine dingen zou ik het niet willen noemen. Het gaat om alles wat je belangrijk vindt en huiveringwekkend mooi, zoals de muziek van Bach of Rameau of het Joodse bruidje van Rembrandt.

Jabik Veenbaas’ leven en werk

Jabik Veenbaas werd in 1959 geboren in het Friese dorpje Hilaard (bij Leeuwarden). Hij studeerde Engels, Fries en wijsbegeerte met een specialisatie in de filosofie van Immanuel Kant. Van zijn hand verschenen acht dichtbundels: vier in het Nederlands en vier in het Fries, waaronder het eerder genoemde boek De Verlichting als kraamkamer. Deze belandde in 2014 op de shortlist voor de Socratesbeker en krijgt 2023 een eigen cursus bij de ISVW. Verder schreef hij onder meer de cultuurhistorische studie Odysses’ onvoltooide reis, over de ontwikkeling van de figuur Odysseus in de westerse literatuur.
Daarnaast vertaalt hij zowel filosofische studies als poëzie, romans en toneelstukken. Samen met onder meer Willem Visser, de drie kritieken van Kant. Samen kregen zij voor hun vertaling van diens Kritiek van het oordeelsvermogen de Filter-vertaalprijs (2010). Veenbaas vertaalde poëzie van onder meer Wordsworth, Coleridge en Whitman en ook werk van oude(re) en jonge(re) Friese dichters als Obe Postma, Douwe Tamminga, Albertina Soepboer, Theun de Vries en Cornelis van der Wal.
Hij woont tegenwoordig samen met zijn vrouw en hun zoon in Castricum, niet ver van de plaats waar ooit schilder Charley Toorop werkte. … de Dorpsvrouw uit een gedicht in de bundel Mijn vader bad:

daar staat ze
haar voeten geplant
in de harde aarde

Momenteel werkt Jabik Veenbaas aan zijn negende dichtbundel, die de werktitel Kamermuziek heeft.

Waar gaat het in je nieuwe bundel over?

‘In Soms kijkt de aarde me aan stelde ik grote filosofische vragen aan de orde, overigens vaak op een heel spottende en relativerende manier. In mijn nieuwe bundel gaat het over het intiem-persoonlijke, over mijn jeugd, mijn vader en moeder, mijn huidige gezin.’

Immanuel Kants aardse wending

Je visie op de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant, waarover je recent een mooi, genuanceerd portret schreef in de serie De essentie van … (Uitgeverij ISVW, 2022), heeft ook iets persoonlijks. Bij denkers als Kant is er sprak van een soort ‘aardse wending’. Kun je die wending begrijpen?

‘De Verlichtingsdenkers stelden de aarde en de mens meer centraal. Maar ze bewaarden vaak nog restanten van het oude godsgeloof. Dat geldt ook voor Kant, die in zijn mensbeeld en ethiek humanisme en godsgeloof om de voorrang laat strijden. Zelf heb ik, zoals veel generatiegenoten, ook een soort Verlichtingsproces doorgemaakt. Ik ben ooit christelijk opgevoed, maar heb me gaandeweg van die opvoeding losgemaakt en een thuishaven gevonden in een atheïstisch-humanistisch wereldbeeld. Het gaat daarbij om een geleidelijk proces. Je begint in je puberteit met felle maar ongenuanceerde opstand en van lieverlee, al worstelend en zoekend, geef je vorm aan je eigen visie op het leven.’

‘Overigens ben ik er in mijn boek De Verlichting als kraamkamer ook vooral op uit geweest om clichés over de periode onderuit te halen. Eén van die clichés is het rationalisme van de Verlichting. Als je denkers als Hume, Kant en Rousseau goed leest, zie je dat ze juist vraagtekens plaatsen bij het hyperrationalisme van vroegere denkers als Descartes en Spinoza. Ik hecht veel waarde aan close reading: nauwkeurig lezen en de tekst eer aandoen. Denk bijvoorbeeld maar aan de Amor Dei intellectualis van Spinoza (de verstandelijke liefde voor God). Het is goedkoop en anachronistisch om dit te reduceren tot het idee dat Spinoza zich conformeerde aan de godsdienst van zijn tijd en diep in zijn hart materialist was. Zorgvuldige lectuur van de teksten zelf behoedt je voor gemakkelijke hedendaagse conclusies.’

Vertalen is met hart en ziel oefenen

Datzelfde geldt ook voor het vertalen van teksten, een ander aandachtspunt binnen je werk. Stefan Zweig schrijft in zijn De wereld van gisteren het volgende over vertalen: ‘Uit vreemde talen vertalen, is de beste vorm voor een (…) schrijver om dieper en creatiever inzicht te krijgen in het wezen van zijn eigen taal’. Herken je dat?

‘Ik kan dit deels beamen. Vertalen is een machine oliën en door vertalen leer je je taal zeker beter kennen. Je oefent de soepelheid van je taal, het precies formuleren. Maar vertalen heeft ook een intrinsieke waarde. Als je, wat ik veel heb gedaan, achttiende-eeuwse denkers vertaalt, ontsluit je hun teksten voor je eigen cultuur en voeg je op die manier iets wezenlijks toe aan die cultuur. Overigens is het werk van goede stilisten makkelijker te vertalen dan dat van slechte. Bij een goede stilist kun je bij wijze van spreken alles laten staan, bij een slechte stilist zie je je soms gedwongen om correcties aan te brengen.’

Delen in overvloed

Naast een nieuwe dichtbundel werkt Veenbaas tenslotte ook aan een nieuwe essaybundel onder de werktitel De kunst van het leven in achttien romans.

De opzet doet denken aan De wijsheid van de roman van Jeroen Vanheste, cultuurwetenschapper en universitair docent filosofie aan de Open Universiteit. Vanheste zoekt literaire antwoorden op filosofische vragen. Jij ook?

‘Mijn opzet is specifieker dan die van Vanhestes mooie boek Denkende romans. Mijn hypothese is dat schrijvers uit de afgelopen eeuw mede vorm hebben gegeven aan ons wereldbeeld. En dan nog iets specifieker: aan ons humanistisch-seculiere wereldbeeld. Daarbij passeren auteurs als Hesse, Proust, Camus, Mann, maar ook Baldwin, Reve en Houellebecq de revue. Het is de bedoeling dat het boek in 2024 zal verschijnen en dat ik dan ook wat met mijn overvloed aan verzamelde kennis ga doen. Bijvoorbeeld in de vorm van een cursus voor de ISVW.’

Het interview is nauwelijks beëindigd, of Veenbaas zet zich achter de piano en speelt een paar liedjes van de Beatles en Charles Aznavour. Het is aardse muziek, over dingen die het leven licht, kleur en contour geven. Want daar draait alles om bij de veelzijdige Jabik Veenbaas.

Film / Kunst / Muziek / Theater / Film / Kunst / Muziek
special: 8WEEKLY podcast - Aflevering 10

8WEEKLY podcast – Aflevering 10

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In de tiende aflevering, de laatste van het eerste seizoen, bespreken Vick, Sanne en Jorien de nodige films, series en voorstellingen die zij de afgelopen tijd gezien hebben. Het gaat ondermeer over ParkPop en Nick Cave, de Marvel-serie Moonknight en 14 de musical.

Het trio legt elkaar ook een scherpe stelling voor: Waar verschilt jouw mening met die van de publieke opinie?

Luister nu hier naar de podcast!

 

Theater / Voorstelling

De nachtmerrie van iedere ouder

recensie: Girls and Boys - Toneelgroep Oostpool

Onder regie van Daria Bukvić neemt Hadewych Minis haar publiek mee in een ijzingwekkend verhaal dat begint als een luchtige boy meets girl-story, maar eindigt in een gitzwart drama. Met haar open en eerlijke spel toont Minis hoe een personage de grootst mogelijke pijn te verwerken krijgt en probeert nieuwe houvast te vinden. De voorstelling laat je naar adem happend achter. Weet dat de recensie spoilers bevat.

De zo onschuldig klinkende titel Girls and Boys (2018) is een toneelstuk van de veelgeprezen Britse toneelschrijver Dennis Kelly, vertaald door Han van Wieringen. In Londen is het gespeeld door Carey Mulligan, hier brengt de Bosnisch-Nederlandse Daria Bukvić (1989) de voorstelling als een onewomanshow van Hadewych Minis. Een sterk staaltje performance, waarbij je het gegarandeerd niet droog houdt.

Horrorscenario

En dan wordt het plots doodstil in de zaal. Zojuist is er nog hard gelachen om de boude grappen waarmee het vrouwelijke personage haar impulsieve levenskeuzen als midtwintiger beschrijft. Actrice Hadewych Minis pakt het publiek volledig in met haar cabareteske begin van Girls and Boys. Beeldende beschrijvingen over dronken seks in plasjes kots rollen zo over haar lippen. Maar diezelfde humor is ver te zoeken wanneer ze begint te vertellen over haar huwelijk met de vader van haar kinderen. Ze leert haar inmiddels overleden ex-man kennen op het vliegveld waar ze hem eigenlijk ook al meteen een klootzak vindt. Toch valt ze voor hem en ziet zelfs af van een abortus bij de eerste zwangerschap. Zo bang is ze om hem kwijt te raken.

Hoewel Minis het publiek van tevoren waarschuwt, ben je als toeschouwer niet opgewassen tegen de ijzersterke monoloog die daarop volgt. Met een bedrieglijk kalme stem vertelt ze hoe allebei haar kinderen zijn vermoord door hun vader. Daarbij wijst ze de plekken aan waar hij ze in hun lichaam heeft gestoken met een mes. Eerst haar zoon en daarna haar dochter.

Femicide in Nederland

Maar het verhaal gaat over meer dan alleen kindermoord. Bovenal is het stuk gericht op geweld tegen vrouwen. Zo worden de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen pijnlijk blootgelegd. Want hoe kan het zo zijn dat we nog steeds in een samenleving leven die gericht is op mannen? Dat is de grote vraag in deze voorstelling. Bijna elke 8 dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord omdat ze een vrouw is. Toch is femicide hier, anders dan in Frankrijk of Spanje, nauwelijks een onderwerp. Hoe kan dat? Onze huidige maatschappij is ingericht door en voor mannen. De wet maakt nu nog onderscheid in de strafmaat van verschillende moorden. Hierdoor worden veel daders van moord ten gevolge van (ex)partnergeweld berecht tot een minder lange straf én komt niet de noodzaak naar voren in het aanpakken van femicide bij Justitie en Veiligheid.

Girls and Boys toont de impact van de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen en laat zien waar het vaak mis gaat in de opvoeding. De voorstelling is gedurfd en past helemaal bij de tijdsgeest van nu. Hadewych Minis weet de juiste snaar te raken en brengt daarmee femicide en gendergerelateerd geweld weer onder de aandacht bij het grote Nederlandse publiek. Ook toont ze haar veelzijdigheid als actrice en geeft betekenis aan het vrouw-zijn.

 

Film / Serie

De stofzuigerman komt nooit twee keer

recensie: Better Call Saul

Ook de opvolger van Breaking Bad draait om de ontwikkelingsgeschiedenis van een ‘held’ die moreel steeds verder uit de bocht vliegt. Deels prequel, deels sequel van die briljante serie volgt Better Call Saul zes heerlijke seizoenen lang de opkomst en ondergang van Jimmy McGill-Saul Goodman-Gene Takovic. Zijn uiteindelijke val, gefilmd in de mooie zwart-wittinten van een klassieke Amerikaanse noir’, dreunt nog wel even na in televisieland. (NB: De recensie bevat mogelijke spoilers!) 

Aan het eind van Breaking Bad zagen we dat louche advocaat Saul Goodman New Mexico ontvluchtte en met hulp van de ‘stofzuigerman’ een compleet nieuwe identiteit kreeg. In Better Call Saul blijkt dat hij daarna als Gene Takovic door het leven gaat. De eerste vijf seizoenen krijgen we hier mondjesmaat iets van mee. In korte zwart-witfragmenten zien we hoe een in zichzelf gekeerde Gene zijn dagen slijt in Omaha, Nebraska als manager/medewerker van luxe bakkerij Cinnabon. Pas in het laatste seizoen krijgt dit sequelverhaal echt substantie, maar daarover later meer. Bedenkers Vince Gilligan en Peter Gould bouwen de spanning graag langzaam op.  

Slippin’ Jimmy sjoemelt zich omhoog

Better Call Saul is in de eerste plaats een prequel van Breaking Bad. In het begin is het even wennen aan het schijnbaar richtingloze gepruts van Jimmy McGill (een glansrol van Bob Odenkirk). Maar wie geduld heeft, ontdekt dat er opnieuw een narratieve goudmijn is aangeboord. Met zorgvuldig gedoseerde flashbacks wordt in de eerste seizoenen de achtergrond van ‘Slippin’ Jimmy’ uitgewerkt. Vooral de haat-liefdeverhouding met oudere broer Chuck is een cruciaal thema in het eerste deel van de serie. Chuck is de gevierde topadvocaat en één van de naamgevers van het grote Hamlin, Hamlin & McGill (HHM). Jimmy is de kleine sjoemelaar die de advocatuur betreedt via een schriftelijke cursus van een laten we zeggen nogal exotische universiteit. Hun ingewikkelde relatie krijgt extra reliëf door de bijzondere kwaal waar Chuck aan lijdt en die Jimmy op zijn beurt opzadelt met een toch wel liefdevolle rol als mantelzorger. 

Collega Kim Wexler – even voortreffelijk gespeeld door Rhea Seehorn – lijkt zich ondertussen te ontwikkelen tot Jimmy’s soulmate. Flashbacks van hun voorgeschiedenis laten zien dat beiden er vilein plezier in scheppen om dikdoenerige landgenoten een (financiële) loer te draaien. Wat ze ook delen is een carrière bij HHM die niet helemaal zonder wrijving en frustraties verloopt. Gaandeweg dienen zich dus een paar logische vragen aan. Is een gezamenlijk kantoor geen goed idee? En is de persoonlijke chemie misschien sterk genoeg voor een huwelijk? Voor de steeds gewiekstere Jimmy en juridisch toptalent Kim gloort iets van een stralende gezamenlijke toekomst.  

Nevenschade is niet te overzien

Het huis van Chuck, dat in de serie in vlammen opgaat. Foto: Frank Kremer

Helaas wordt de weg naar geluk niet zelden geblokkeerd door persoonlijke gebreken. Het probleem met Jimmy, en eigenlijk ook met Kim, is niet zozeer een slecht karakter, maar een noodlottig onvermogen om de diepere consequenties van hun acties te overzien. Om Kim te steunen in haar poging een grote klant (de Mesa Verde bank) mee te nemen, zet Jimmy zijn broer, die Mesa Verde voor HHM wil behouden, een enorme hak. Zijn ingenieuze plan slaagt perfect, maar de indirecte gevolgen zijn desastreus en leiden tot een uiterst tragische ontknoping van het derde seizoen. Dit herhaalt zich bij de vernederende pranks die ze later samen voor ‘plaaggeest’ Howard Hamlin bedenken. Door een samenloop van omstandigheden, waar ze zelf medeverantwoordelijk voor zijn, is de collateral damage opnieuw gigantisch. Dat Jimmy steeds meer betrokken raakt bij de drugswereld die we al kennen van Breaking Bad blijft niet zonder gevolgen. Kim trekt uiteindelijk de juiste conclusie: Jimmy en zij halen het slechtste in elkaar naar boven, een totale scheiding is onvermijdelijk. 

Gilligan en Gould waken voor teveel psychologisering, maar het ligt voor de hand dat Jimmy na alle zware klappen en verliezen maar al te graag vlucht in het nieuwe karakter dat hij al een tijdje opbouwt. Is Saul een getraumatiseerde Jimmy? Wie weet. De blik verschuift nu in ieder geval even naar Saul Goodman, de glibberige en cynische advocaat uit de eerdere serie. De ultieme gladjanus die schijt heeft aan elke moraal zolang hij zijn huis kan decoreren met een gouden toiletpot.   

Old habits … 

In het laatste seizoen maken we definitief een sprong vooruit naar Nebraska. Een beslissend moment doet zich voor wanneer de nieuwe identiteit van Saul pijnlijk wordt doorgeprikt. Een oude stadgenoot uit Albuquerque herkent Gene Takovic als Saul Goodman. In eerste instantie overweegt Gene om een tweede keer gebruik te maken van de diensten van de stofzuigerman. Maar wil hij nog een keer zo’n peperdure en loodzware identiteitswissel? Hij meent alles zelf wel te kunnen oplossen. Een gewiekst plan – wat een sublieme episode is Nippy toch weer – lijkt het gevaar te bezweren. Wanneer Jimmy/Saul/Gene de verleiding niet kan weerstaan en zijn oude bedriegerspraktijken weer oppakt, gaat het echter helemaal mis. Hoe ver hij inmiddels is afgegleden blijkt wel als Gene tijdens ontsnappingspogingen twee keer een zwaar geweldsmisdrijf overweegt. Zelfs scootmobiel Marion – ontwapenend gespeeld door tv-legende Carol Burnett – bedreigt hij met een wurgdood. 

Hoewel de ontknoping op een serieuze inkeer wijst, is Jimmy’s teloorgang niet meer terug te draaien. Het veelvuldig gebruik van noir-motieven en subtiele verwijzingen naar klassiekers als Citizen Kane (Orson Welles, 1941) en Sunset Boulevard (Billy Wilder, 1950) plaatsen hem uiteindelijk in een oer-Amerikaanse filmtraditie. Een traditie die doorgaans met een grauwe desillusie eindigt. De laatste scene voert ons naar de gevangenis, de plek waar zo treurig veel collateral damage van een zielloze consumptiemaatschappij is opgehoopt. En ook de plek waar je het materiaal vindt waar nachtmerries en onovertroffen tv-series van zijn gemaakt. Want het lijdt geen twijfel, Better Call Saul is in alle opzichten een absolute topper. Het verhaal en de ontwikkeling van de personages, de vindingrijkheid van de schrijvers, het acteren en het camerawerk, het is allemaal om door een ringetje te halen. De titel van de laatste episode mag dan Saul Gone zijn, er is ook een andere woordspeling te bedenken. Saul There! 

 

 

 

Boeken / Fictie

Meesterlijk laveren op een driebaansweg

recensie: Billy Summers - Stephen King

‘Toen Billy Summers op een morgen uit onrustige dromen ontwaakte … ’ Nou ja, van Stephen King een Kafka maken wordt lastig. De Amerikaanse schrijver noemde zichzelf ooit ‘de McDonalds van de literatuur’. Maar daarmee doet hij zichzelf wel erg tekort. King heeft een enorme fantasie, een stijl waar menig literator jaloers op kan zijn, en is echt een rasverteller met een scherp oog voor menselijke emoties en actuele ontwikkelingen. Zijn Billy Summers (vertaald naar het Nederlands in 2022) is een heerlijke thriller zonder paranormale complicaties.

Met ijzeren discipline – het streven is om 2000 woorden per dag te schrijven – breidt Stephen King (1947) zijn imponerende oeuvre nog steeds uit. Ook zijn nieuwste boeken vliegen als warme broodjes over de toonbank, en niet ten onrechte. Met grote regelmaat publiceert hij weer een fraai staaltje schrijfkunst. Behalve aan horrorverhalen (The Shining, 1977), waagt King zich ook graag aan universele thema’s. Neem bijvoorbeeld The Stand (1978), waarin hij al beschrijft hoe een supervirus de wereld op zijn kop zet. Of het magnifieke liefdesverhaal dat hij verpakt in 22-11-63 (2011).

Billy Summers is voor de verandering een realistische thriller. Hoofdpersoon is een voormalige scherpschutter uit het leger, die als huurmoordenaar zijn kostje verdient met het elimineren van ‘foute types’.  Wij treffen Billy op het moment dat hij zijn laatste slag wil slaan met een bijzonder lucratieve opdracht. Daarna kan hij zijn geweer aan de wilgen hangen.

Driebaansweg

Maar zo simpel blijft het natuurlijk niet. Billy krijgt het gevoel dat het zaakje stinkt, en zijn neus laat hem niet in de steek. Er ontvouwt zich een geschiedenis met drie verhaallijnen die King moeiteloos met elkaar verweeft. De lucratieve opdracht blijkt levensgevaarlijk voor onze protagonist; zijn dekmantel van ‘schrijver’ wordt langzaam geen dekmantel meer, maar de realiteit; en dan is er nog de ontmoeting met zijn protegé, met wie hij een bijzondere relatie opbouwt. Ziedaar de driebaansweg waar King zich op bevindt. Aan actie geen gebrek. En King laveert soepel van de ene baan naar de andere, alsof er niks gemakkelijkers bestaat.

Land met diepe kloven

Interessant in het verhaal van Billy is het doorkijkje naar de recente Amerikaanse geschiedenis. Zo leggen de beschrijving van zijn legerervaringen in Irak een aantal pijnlijke beleidsmissers bloot. Of neem de sneer als Billy geen contact met een belangrijke relatie kan krijgen en hij zichzelf moed inspreekt: ‘Hij veronderstelt dat in een wereld waarin een oplichter tot president kan worden gekozen alles mogelijk is’. Ook onderneemt hij een rake wraakactie, verscholen achter een Melaniamasker. Dat King niets van Trump moet hebben, is geen geheim. De schrijver heeft het duidelijk wel gehad met rechts Amerika. Dat Billy’s bedrieglijke opdrachtgever en uiteindelijke hoofdschurk associaties oproept met Jeffrey Epstein is vast ook geen toeval. Kings panoramische highways slingeren door een land met diepe kloven.

Zijn finale stemt deze keer melancholisch en stelt ons voor een paar interessante literaire vragen. In hoeverre is Billy de schrijver van het laatste hoofdstuk van zijn manuscript? Hoe betrouwbaar is dit hele verhaal eigenlijk? Wat hebben we überhaupt aan fictie? King stipt dit soort vragen nog even luchtig aan in het slothoofdstuk. In het besef dat we in elk geval een hoop meesterlijke verzinsels hebben gelezen, kunnen we het boek met een (uit)gerust hart dichtslaan.