Boeken / Achtergrond
special: Rick de Gier - Verdwaald in Ponoka

Verdwaald in Ponoka

“Het is een merkwaardig plaatsje,” zegt Rick de Gier over het Canadese Ponoka, waar hij vijf jaar van zijn jeugd doorbracht. In een Utrechts café vertelt de schrijver/muzikant over zijn nieuwe project: ‘Verdwaald in Ponoka’, een ode aan het dorp in de vorm van een boek en een cd.

In 1985 emigreert het gezin De Gier naar Canada om er, net als veel Nederlanders, het geluk te beproeven van het boerenbestaan. De missie slaagt, maar de vader van Rick kan er niet aarden. Na vijf jaar keert hij met vrouw en kinderen terug naar Nederland en vestigt zich in Houten. Wanneer hij ernstig ziek wordt, gaat hij terugkijken op zijn leven. De Gier: “Het experiment in Ponoka beschouwde mijn vader als mislukt. Hij dacht dat zijn kinderen er een vervelende jeugd hadden gehad. Mijn moeder was met tegenzin meegegaan en ging vijf jaar later met tegenzin weer mee terug. En dat mijn oudste zus in Canada bleef, vond hij ook moeilijk.”

Niet alledaags

Met het boek wil De Gier laten zien dat hij welzeker een mooie kindertijd heeft gehad in het dorp in de Canadese provincie Alberta. Het is een eerbetoon aan zijn vader. Geholpen door familieleden, die de gaten in zijn geheugen aanvulden, schreef hij een tiental anekdotische verhalen over zijn jaren in Ponoka. Zijn zus Marian (intussen fotografe in Vancouver) maakte er prachtige foto’s bij. Ponoka was geen alledaagse stek om op te groeien: “Met al die Nederlanders die er wonen en dichtbij een indianenreservaat, het grootste winkelcentrum ter wereld, en een psychiatrisch ziekenhuis is het een merkwaardig plaatsje.”

Cowboys

Bijna terloops en niet zonder humor beschrijft De Gier zijn jeugd in Ponoka: zijn vader die het hoofd van school ervan weerhoudt de kleine Rick er met ’the strap’ van langs te geven, logés die een toer maken langs de cowboys en indianen, de tere zieltjes van zowel vader als zoon bij het doden van dieren op de boerderij, en zijn kennismaking met film, muziek en meisjes.

Op de cd voert americana de boventoon: het alternatieve amalgaam van folk, country en rock. Met zijn Utrechtse band Ponoka zat De Gier voorheen meer in de hoek van indie-bands als Eels en Ellioth Smith: “Om in de sfeer van het boek te blijven heb ik een banjo en pedaalsteel bij de band gehaald. Bij een foto van een cowboy hoort natuurlijk passende muziek.”

‘Verdwaald in Ponoka’ is al met al een mooi totaalproject geworden van tekst, beeld en geluid; een combi die De Gier, tevens filmrecensent bij de VPRO, goed bevalt: “Het is een droom om nog eens een film te maken, zo kom ik al wat dichter in de buurt.”

 

Film / Achtergrond
special: Tabloid

Een leven vol onwaarschijnlijkheden

.

De ontvoering van een mormoon, geketende seks en het klonen van je eigen hond. Welkom in de wondere wereld van voormalig Miss Wyoming Joyce McKinney.

Tabloid start als een sprookje. Vroege opnames van Joyce McKinney tonen haar als een dwalende prinses, op zoek naar haar lieve, knappe prins. Het verhaal erachter? We springen terug naar de jaren 70, waarin McKinney, voormalig model, verliefd wordt op de Mormoonse Kirk. Volgens McKinney was het liefde op het eerste gezicht.

Maar die liefde krijgt een bizarre wending, wanneer McKinney naar Engeland reist om haar geliefde, die daar als missionaris zijn kerk vertegenwoordigt, te ontvoeren. Volgens haar wilde ze hem bevrijden uit de Mormoonse sekte waar hij onderdeel van uitmaakte, om vervolgens drie dagen lang de liefde te bedrijven. Maar volgens Kirk werd hij onder bedreiging van een pistool ontvoerd, verdoofd met chloroform en moest hij vastgeketend aan een bed seks hebben met McKinney.

Excentriek portret

~

Regisseur Errol Morris, bekend van serieuze en politiek beladen documentaires als The Thin Blue Line (1988), The Fog of War (2003) en het vorig jaar op IDFA verschenen The Unknown Known, laat in deze documentaire een ander gezicht zien. Tabloid is gecentreerd rondom de excentrieke en kleurrijke McKinney waarbij het de regisseur niet lijkt te gaan om het naar boven halen van de waarheid. McKinney’s eigen bizarre versie van het verhaal wordt door Morris tegenover dat van Britse tabloids als de Daily Mirror geplaatst. Enkele objectieve geïnterviewden kunnen alleen maar concluderen dat de waarheid waarschijnlijk ergens in het midden ligt.

Het McKinney verhaal stopt echter niet bij de ontvoeringen en geketende seks. Wanneer McKinney na een aantal maanden gevangenisstraf op borgtocht vrijkomt, wordt ze geliefd onderwerp van de Britse tabloidkranten. Ze verkoopt haar verhaal aan de Daily Express die haar neerzet als non die gehandeld heeft uit passie. De Daily Mirror daarentegen schuimt het verleden van McKinney af en ontdekt dat ze werkzaam was als escortdame in de bondagewereld. Foto’s van een naakte en kinky McKinney verschijnen in de krant. Non versus hoer dus, terwijl McKinney bij hoog en laag zweert dat de aanstootgevende foto’s bewerkt zijn. Waarop de Daily Mirror opmerkt dat negatieven niet te bewerken zijn.

Fantasie versus werkelijkheid

Tel daarbij een hond op die gekloond wordt en je hebt een bizar en nauwelijks te bevatten verhaal. Regisseur Morris wisselt de beelden van talking heads, waaronder McKinney zelf en gossip columnist Peter Tory van de Daily Express, af met snelle montages van animaties en bestaande filmbeelden. De komische noot ontbreekt daarbij niet, waardoor het absurde verhaal haast als gimmick overkomt en moeilijk serieus te nemen valt. Maar wat wil je? McKinney, hoe innemend en vlot ze haar geschiedenis ook uit de doeken doet (er vloeit zelfs af en toe een traantje), komt vooral over als iemand die dondersgoed weet hoe ze haar publiek moet bespelen. Morris laat McKinney haar verhaal doen, waarbij het aan de kijker is om te oordelen. Manipulatieve fantast vol grootspraak, vasthoudend aan haar eigen sprookje, of tragisch slachtoffer van de roddelpers? Een ding is zeker na het zien van Tabloid: de naam Joyce McKinney vergeet je niet meer. De dame in kwestie heeft Morris overigens aangeklaagd, omdat de regisseur haar misleid zou hebben met betrekking tot haar verschijning in zijn film. Over bizar gesproken.

Film / Films

Onbegrijpelijk toekomstbeeld

recensie: The Congress

De nieuwe film van Ari Folman (Waltz with Bashir) ziet er schitterend uit en weet vanaf de eerste minuut te betoveren. Jammer genoeg lukt het niet om dat vast te houden, waardoor een groot deel van de film oogverblindend, maar niet te volgen is.

The Congress begint fenomenaal. Actrice Robin Wright (Forrest Gump; gespeeld door zichzelf) verkoopt haar beeltenis aan een filmstudio, die deze daarna digitaal kan gebruiken om nieuwe films te maken zonder dat zij er ook maar van afweet. Het is een premisse die, in deze tijd van steeds beter wordende CGI (zie bijvoorbeeld de tijger in Life of Pi), tegelijkertijd buitengewoon en onvermijdelijk lijkt. De film kijkt met een leuk satirische blik op dit idee en weet er filosofische vragen mee op te roepen over het heden en de toekomst van onze filmindustrie. Daarnaast zorgt het uitstekende spel, de mooie muziek, het camerawerk en een prachtige monoloog van Harvey Keitel (Reservoir Dogs) voor een buitengewoon emotionele ervaring voor zowel personage als toeschouwer.

Visueel avontuur

~

Plots komt er echter een ommezwaai, in het verhaal èn de kwaliteit. Het plot springt naar 20 jaar later, als Robin een congres bezoekt in een buitengewone animatiewereld. De film vloeit prachtig over van live action naar geanimeerd. Vanaf dat moment is de film letterlijk en figuurlijk een plaatje. De stijl is apart maar intrigerend, bestaand uit een soort mix van Heavy Metal (de film), Yellow Submarine en Steamboat Willy, met een vleugje Popeye. Verder valt er te genieten van subtiele culturele verwijzingen naar onder andere film, schilderkunst, mythologie en geschiedenis. Het is het gebruik en de stijl van animatie die de film zo heerlijk origineel maken. Het is erg prettig om aan te zien, aangezien de film elke seconde weer iets nieuws biedt. Daardoor weet je soms zelfs even niet waar je moet kijken, aangezien er wel tien verschillende mooie dingen te zien zijn.

Maar het zal bij kijken blijven. Want zo strak (en toch vloeiend) als de animatie aanvoelt, zo rommelig en onoverzichtelijk zit het plot in elkaar. In het eerste – live action – deel van de film was het al af en toe merkbaar dat er niet duidelijk werd uitgelegd wat er precies gebeurt (en waarom het gebeurt!), maar dat was nog best te volgen. In de animatie wordt dit echter nog stukken erger. Vanaf het absolute begin komen er vragen die niet duidelijk beantwoord worden. Waar zijn we? Wat gebeurt er? Waarom doet ze dat? Wie is dit? Jammer genoeg is dit stuk zo rijk aan gebeurtenissen (en plot) dat het verhaal al vrij snel compleet niet meer te volgen is. De filosofische concepten worden nog verder uitgebreid, maar het lukt ze niet meer om zo te prikkelen als zij dat eerder deden. Van emotie is al helemaal geen sprake meer. Een publiek kan niet meevoelen met een personage als ze niet begrijpen wat dat personage meemaakt.

Gemiste kans

~

Dit is jammer, want zodra de film naar het einde toe werkt komt het allemaal weer een beetje dichter bij elkaar, en wordt het weer wat duidelijker waar de film precies over wil gaan. Het wordt wat helderder wat de setting van de animatiewereld precies was, al blijft het precieze plot immer een mysterie. Het emotionele niveau van het eerste deel wordt niet meer bereikt, maar toch weet de film een mooi einde te bieden, wat de kijker tevreden achterlaat. Als het middenstuk beter zou zijn uitgewerkt in het script, waardoor het publiek de kans krijgt om het verhaal te volgen, zou The Congress een van de beste films van het jaar geweest kunnen zijn. Nu wordt een te groot deel gereduceerd tot plaatjes kijken met het verstand op nul. Maar dat is ook geen straf. Het moet gezegd worden: de film verveelt geen moment, met animatie die qua stijl (en vaagheid) soms doen denken aan het werk van Miyazaki (Spirited Away; Howl’s Moving Castle). The Congress voelt daarmee uiteindelijk als een gemiste kans, maar wel een uitzonderlijk stijlvolle.

Film / Films

Philomena

recensie: Philomena

Philomena behandelt een beladen onderwerp op verfrissende en komische wijze. Met gevoel voor humor brengt regisseur Stephen Frears het waargebeurde verhaal van Philomena Lee.

Philomena Lee was ongehuwd toen ze zwanger raakte in de jaren vijftig. Een schande in die tijd en reden genoeg voor haar vader om Philomena naar een klooster te verbannen. Philomena beviel aldaar van zoon Anthony en werd gedwongen te werken in de wasserij. Haar zoontje mocht ze één uur per dag zien. Op een dag ‘adopteert’ een Amerikaans gezin Anthony, waarvoor de nonnen veel geld vangen. Philomena ziet haar zoon nooit meer. Ze zweeg over deze tijd, zelfs haar eigen gezin wist van niets. In 2004 besluit Philomena het zwijgen te doorbreken en vertelt ze haar dochter dat ze een broer heeft.

De film is gebaseerd op Martin Sixsmith’s boek The Lost Child of Philomena Lee, het resultaat van de zoektocht naar Philomena’s zoon. Voormalig journalist Sixsmith is in 2004 werkloos. Op een feestje ontmoet hij Philomena’s dochter en zij vertelt hem haar moeders verhaal. Sixsmith reageert arrogant en kortaf, hij heeft geen interesse in human interest stories, die volgens hem pulp zijn. Toch laat hij zich verleiden tot een afspraak met Philomena en bezwijkt hij onder haar charmes. Echter, Sixsmith’s drijfveer om tot het uiterste te gaan, is de houding van de nonnen, die vijftig jaar na dato nog altijd weigeren mee te werken.   

Geen protestfilm

~

De Rooms-Katholieke Kerk komt er wederom niet goed vanaf. Het voorval in dit klooster blijkt geen incident, duizenden kinderen verdwenen in die periode uit Ierse kloosters. Moeders en adoptiekinderen worden in het ongewisse gelaten. De zaken zijn verjaard, maar de schade blijft onverminderd voelbaar. Het blijft fascinerend en moeilijk te begrijpen hoe de nonnen dogma’s boven morele waarden stellen. Het toppunt is zuster Hildegard, hoofdverantwoordelijke voor de adopties, zij weigert op aarde verantwoording af te leggen voor haar daden. Slechts God zal haar veroordelen.

Philomena is nadrukkelijk geen protestfilm tegen de kerk, maar gaat in op het persoonlijke leed van Philomena. Het narratief wordt vanuit haar perspectief verteld. De frustratie die zich van veel kijkers meester zal maken, wordt belichaamd door Sixsmith. Philomena daarentegen, deelt de frustratie en haat jegens de nonnen niet. Haar geloof in God is net zo krachtig als haar geloof in de goedheid van de mens en dit dient niet te worden verward met naïviteit. Philomena schroomt niet om Sixsmith, en wellicht ook de kijker, dat duidelijk te maken.

Hunkering naar erkenning

~

Steve Coogan, die het script schreef en de film produceerde, kruipt in de huid van Sixsmith. De ‘echte’ Sixsmith verleende graag zijn medewerking en zette met Coogan de puntjes op de ‘i’, hetgeen resulteert in een sterk personage. Sixsmith is niet bijzonder sympathiek, maar oogst waardering door zijn cynisme en oprechte frustratie. Daarnaast heeft hij een goed gevoel voor humor, Coogan is tenslotte een comedian. Hij hunkert al jaren naar erkenning voor zijn acteerwerk, een hunkering die expliciet kenbaar wordt gemaakt in The Trip (2009). The Trip bestaat voornamelijk uit grappige imitaties en slap geouwehoer over haute cuisine. Maar, de gespreksscènes met Coogans agent laten zien dat hij, in tegenstelling tot de flutprojecten die hij krijgt aangeboden, smacht naar een kans zijn acteertalent te tonen. Het tij lijkt met Philomena definitief gekeerd.

Het belangrijkste personage is natuurlijk Philomena zelf, gespeeld door niemand minder dan Judi Dench. Philomena is aanvankelijk een typisch oud vrouwtje die de cynische grappen van Sixsmith niet begrijpt, maar blijkt later verrassend modern te zijn. Geen generatiekloofgrappen, maar een hippe, oude dame die bijvoorbeeld homofilie de normaalste zaak van de wereld vindt. De Britse levende legende heeft niets meer te bewijzen, maar wat een fenomenale rol zet Dench hier neer. Hooguit Cate Blanchett (wegens Blue Jasmine) zou nog tussen het gouden beeldje en Dench’ rimpelige handen kunnen staan.

Boeken / Non-fictie

Vorst, gemaakt door Napoleon

recensie: Jeroen Koch - Koning Willem I

Toen erfprins Willem Frederik op 30 november 1813 in Scheveningen terugkeerde uit ballingschap, werd hij ‘soeverein vorst’ van de Nederlanden. Anderhalf jaar later werd hij koning van wat nu de Benelux is. Nu is er Jeroen Kochs uitmuntende biografie van Willem I.

Koning Willem I verschijnt ter ere van de feestelijkheden rondom de viering van 200 jaar koninkrijk, tegelijkertijd met biografieën van Willem II en III. Al enkele malen eerder is het levensverhaal van de eerste Oranje-koning van Nederland opgetekend, maar deze uitgave lijkt de definitieve versie te gaan worden. Koch en zijn collega-biografen hebben in 2007 van Beatrix, toen nog koningin, toestemming gekregen in de Koninklijk Huisarchieven onderzoek te doen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen.

Koch houdt goed rekening met alle verschillende perspectieven van Willem I die hij dient te belichten. Hij besteedt niet alleen aandacht aan Willem als koning en bestuurder en de rol die hij gespeeld heeft in het vormen van het koninkrijk direct na het verdrijven van Napoleon. Er is ook voldoende te lezen over Willem Frederik (zoals hij vaak genoemd wordt om hem te onderscheiden van alle andere Willems) als familieman, als zoon en als vader; maar net zo goed vader van het Huis Oranje-Nassau, een van de koninklijke geslachten die bijna verdwenen onder het bestuur van Napoleon.

Napoleon

Onder druk van oprukkende Franse legers ontvluchtte de stadhouderlijke familie in 1795 de Republiek. Het was niet de eerste keer dat de toen 23-jarige Willem Frederik meemaakte dat anderen hem en de zijnen niet altijd goed gezind waren. Al in 1780 en 1787 braken er onlusten uit in de Republiek, die het stadhouderlijk gezag van zijn vader aantastten en de jonge erfprins moeten hebben gevormd. Zonder het continu expliciet te maken, toont Koch aan hoe in deze jeugdervaringen de kiem is gelegd voor zijn latere persoonlijkheid.

‘Sinds 1780 bepaalden [revolutie en oorlog] het lot van de Republiek en Willem Frederik,’ schrijft Koch, en later:

Willem Frederik zou nooit vergeten hoezeer zijn koningschap het product van politieke ontwikkelingen was. Daarvoor was de herhaalde ervaring van verdrijving en machtsverlies te ingrijpend geweest.

In 1803 kreeg Willem Frederik, dan hoofd van de dynastie, van Napoleon het recht om over  Fulda en enkele andere Duitse gebieden te regeren. In 1806 wordt hij hieruit echter weer verdreven en hij gaat in ballingschap in onder meer Berlijn. Napoleon werd zo de man die eigenhandig over het lot van het Huis Oranje-Nassau beschikte: als hij het had gewild, hadden ze nooit meer ergens aanspraak op kunnen maken. Ook later in zijn leven ontsnapte Willem niet aan de geest van de Franse keizer: zijn eigen bewind werd dikwijls met die illustere voorganger vergeleken.

Blunders

Zijn bestuurlijke ervaringen tot 1806 bepaalden hoe Willem I zou handelen op de Belgisch revolte in het najaar van 1830. Bij die dreiging van machtsverlies reageerde hij als door een wesp gestoken. De oude trauma’s die die gebeurtenis opentrok belemmerden hem bij zijn regeren. Hij handelde onbeholpen en dubbelzinnig, en droeg zo niet bij aan een goede uitkomst.

Het was niet de enige en ook niet de eerste blunder die Willem Frederik begin. Vakkundig wist hij vooral machtige buitenlanders tegen zich in het harnas te jagen. Zo was Arthur Wellesley, de hertog van Wellington, niet gecharmeerd van het optreden van de soeverein vorst bij Waterloo, waar hij een paar dagen voor de veldslag wegging om terug te keren naar Den Haag en zijn zoon het leger liet leiden. Zijn vlucht van het slagveld beet hem jaren later in zijn staart: Wellington, inmiddels Brits minister van Buitenlandse Zaken, was weinig genegen de koning te hulp te komen rondom de Belgische kwestie.

Continuïteit en verandering

In de media ging het bij publicatie van de koningsbiografieën vooral over de schandalen die aan het licht kwamen. Zo heeft Willem tussen 1807 en 1812 een tweede gezin gesticht bij een hofdame van zijn vrouw. Opzienbarend misschien, maar zeker niet de boeiendste passage in het boek. Schokkender zijn deze woorden, geschreven in de eerste dagen van de prille monarchie:

‘Ik besta ook zonder de constitutie,’ wierp hij zijn zoon voor. ‘De Staten-Generaal bestaan slechts bij gratie van de grondwet. Als zij de grondwet vernielen, zijn zij er niet meer en blijf ik alleen over.’

Hier spreekt een kleine dictator – al is het niet een zeer opvallende uitspraak voor die tijd. Willem I was voor alles een restauratiekoning, onderdeel van de monarchale beweging om macht te verkrijgen en te consolideren na de roerige revolutiejaren. Hij was de vorst, hij was de bestuurder. Later zal dit veranderen, na Willem Frederiks dood, tijdens het bewind van zijn zoon. Aan hem de taak de (vooral) financiële puinhopen van zijn vaders bewind op te ruimen, en dat in wederom roerige tijden.


Binnenkort verschijnt op 8Weekly.nl de bespreking van de biografie van Willem II.

 

Film / Films

Scorsese en DiCaprio wederom een match made in heaven

recensie: The Wolf of Wall Street

Martin Scorsese kreeg artistieke vrijheid voor The Wolf of Wall Street. De 71-jarige regisseur benut deze carte blanche optimaal wat resulteert in een meesterwerk dat het publiek vanaf de eerste minuut weet te lanceren naar een onbekende wereld,  om ze na drie uur weer langzaam terug te brengen naar de realiteit.

Jordan Belfort heeft ons al eens een kijkje laten nemen in het robuuste leven dat hij leidde in de jaren tachtig en negentig middels zijn biechten, die hij neerschreef in een autobiografie. Terence Winter tovert het om naar een scenario, waarna Scorsese die biechten op weerzienwekkende wijze laat zien op het witte doek.

~

Zodra Belfort (DiCaprio) leert hoe hij op wonderbaarlijk makkelijke en criminele wijze geld kan verdienen door burgers waardeloze aandelen te verkopen, ontpopt hij zich in rap tempo tot de (geld)wolf uit de titel. Samen met compagnon Donnie Azoff (Jonah Hill) opent hij Stratton Oakmont. Het bedrijf doet denken aan de chocoladefabriek, met Belfort als Willy Wonka – waar Belfort zelfs nog naar verwijst tijdens zijn speeches. De miljoenen die binnenstromen worden linea recta uitgegeven aan drugs, luxe, prostituees en feesten. De film portretteert een hebzuchtige en verslaafde man die uiteindelijk te maken krijgt met de consequenties daarvan.

Midden in de totale gekte
Scorsese heeft ervoor gekozen om deze biopic op satirische wijze en geheel vanuit het perspectief van Belfort te laten zien. Slachtoffers worden buiten beschouwing gelaten, Belfort dacht daar immers ook niet aan toentertijd. Dit was een bewuste keuze van Scorsese, met als doel een film te maken zoals die nog nooit gemaakt is en die nog lang in het geheugen van het publiek gegrift zal staan.

De gevierde regisseur is daar met vlag en wimpel in geslaagd. Het spektakel voelt door de snelle montage en de onuitputtelijke energie aan als een turbulente achtbaan waarbij je aan het einde van de rit het liefst nog een keer gaat. Hij weet het publiek het gevoel te geven alsof ze zelf deel uitmaken van de totale gekte waarin Belfort leeft, wat ervoor zorgt dat de film een heuse belevenis wordt. De sfeer van de jaren negentig en de opzwepende muziek komen die belevenis ten goede.

Humor en tragedie

~

DiCaprio levert een fenomenale prestatie. Hij vertolkt Belfort met enorme bezieling en charisma. Met diezelfde bezieling en charisma lijkt hij door middel van speeches niet alleen zijn werknemers te betoveren, maar toch ook even onwillens het publiek. Hij neemt het publiek mee naar zijn wereld,  waar niets te gek is. Hoe humoristisch het ook is wat er in die wereld gebeurt, het lachen roept een bepaald schuldgevoel naar boven. Wanneer het einde nadert en Belfort steeds meer verliest, werkt de betovering langzaam uit en wordt humor op subtiele wijze aangevuld met tragedie. 

Het leven dat Belfort leidt is ronduit verbazingwekkend. Nog verbazingwekkender is dat hij hordes keurig ogende mensen daarin meekrijgt. Scorsese geeft hiermee in feite aan dat iedereen in een dergelijke situatie kan belanden. Chapeau voor Scorsese en DiCaprio, die op geheel eigen wijze een film maken, die naast het verbluffende resultaat ook discussie weet aan te wakkeren. Nu is het wachten op de zesde samenwerking van het dream team.

Film / Films

Zaadfilm

recensie: Delivery Man

David Wozniaks sperma is gebruikt om 533 kinderen te verwekken. 142 van deze kinderen spannen een rechtszaak aan tegen de spermabank: ze willen weten wie hun biologische vader is. David heeft echter een anonimiteitsverklaring getekend.

David (Vince Vaughn) is koerier binnen zijn familiebedrijf, een verantwoordelijkheid die hij niet aan kan. David komt, als nalatig en gemakzuchtig type die een bende heeft gemaakt van zijn leven, steevast te laat. Hij is criminelen geld schuldig, waardoor hij een wietplantage begint, heeft een zwangere vriendin (Cobie Smulders) én krijgt te horen dat hij de biologische vader is van 533 kinderen waarvan er 142 een rechtszaak aanspannen om zijn identiteit te achterhalen. De kinderen hebben zich verenigd als de Starbuck kinderen, naar het pseudoniem dat David gebruikte toen hij zijn sperma doneerde. Waarom je zou doneren onder een pseudoniem wanneer je een anonimiteitsverklaring tekent, wordt in het midden gelaten. 

Delivery Man is zo’n film waar de verhaallijn in de eerste vijf minuten uit de doeken wordt gedaan, waarna er niet meer van de uitgestippelde route wordt afgeweken. Het lineaire plot, de manier waarop plichtmatig de verschillende clichés worden afgewerkt en het gebrek aan humor doen deze feelgood film geen goed. Erger nog is de wetenschap dat het hier een remake betreft. En niet zomaar een remake.

Van remake

~

De film is een remake van het Canadese Starbuck dat in 2011 verscheen. Deze komische kaskraker werd geregisseerd door Ken Scott, tevens regisseur van Delivery Man. Hij kreeg een jaar later het verzoek om Starbuck nog eens dunnetjes over te doen, maar dan op zo’n manier dat Amerikanen de film ook snappen. Starbuck is namelijk een film uit Quebec (Franstalig) en je zou als Amerikaan maar een niet-Engelstalige film moeten zien met ondertitels, dat is natuurlijk geen optie.

Bij een remake van eigen werk is in een zekere mate van boven jezelf uitstijgen wel gewenst. Scott is overigens niet de eerste die een remake maakt van zijn eigen werk. Grote namen als Alfred Hitchcock (The Man Who Knew Too Much) en Michael Mann (van de serie L.A. Takedown maakte hij Heat) gingen Scott voor, maar ook ‘onze’ George Sluizer maakte van Spoorloos (1988) het niet al te best ontvangen The Vanishing (1992).

Naar slechte kopie

~

Helaas, Scott stijgt niet boven zichzelf uit. Delivery Man haalt bij lange na het niveau van Starbuck niet – een niveau dat best haalbaar is. Vince Vaughn is niet zo charismatisch als Patrick Huard en de identieke grappen komen in de remake totaal niet uit de verf. Chemie ontbreekt en de mooie Franse muziek is vervangen door Amerikaanse rock. Starbuck is ontdaan van elke vorm van originaliteit en charme. Het enige lichtpuntje – tevens de enige verbetering – is de vertederende en hartverwarmende patriarch van Davids familie, gespeeld door de Poolse acteur Andrzej Blumenfeld.

Scott zelf zei dat hij de film ook herkenbaar wilde maken voor de Amerikaanse cultuur. Dat bewerkstelligt hij door een scène waarin David naar een voetbalwedstrijd gaat – hij heeft in Starbuck onder andere een profvoetballer ter wereld gebracht – te veranderen door een scène waarin David naar een basketbalwedstrijd gaat. Is het veranderen van een sport en de taal reden genoeg voor het plakkaat ‘remake’? Er wordt niets opnieuw gemaakt, Scott kopieert slechts en stelt het kopieerapparaat in op de goedkoopste stand. Afgezien van de sportscène neemt Scott zijn film shot voor shot over. Daarnaast neemt hij niet de moeite om het script enigszins te herschrijven, waardoor de subtiele Franse grappen niet werken in de lompere Amerikaanse setting. De pijnlijke conclusie is dat Ken Scott de gemakzucht van zijn protagonist heeft overgenomen, een andere duiding is er niet voor Delivery Man.

Boeken / Fictie

Nigeriaans immigrantenepos

recensie: Chimamanda Ngozi Adichie (vert. Hien Montijn) - Amerikanah

Als er iemand in staat is om identiteits- en rassenkwesties aan te kaarten en te analyseren, dan is het wel Chimamanda Ngozi Adichie. Vlijmscherp zijn haar observaties in Amerikanah, de derde roman van deze Nigeriaanse schrijfster.

Ifemelu en Obinze zijn jeugdgeliefden, maar raken elkaar uit het oog wanneer Ifemelu naar Amerika verhuist om te studeren. Ze kan aanvankelijk moeilijk rondkomen, maar weet uiteindelijk een bestaan op te bouwen en blijft er dertien jaar. Ondertussen beproeft Obinze zijn geluk in Engeland. Na enkele jaren illegaal gewerkt te hebben, wordt hij gedwongen terug te keren naar Nigeria. Zo kruisen hun paden vele jaren later opnieuw.

Geen single story
In een klassiek-geworden TED Talk legt Adichie de gevaren uit van wat zij een single story noemt. Ze merkt dat Afrika in de rest van de wereld vaak op slechts één manier gerepresenteerd wordt: er zijn prachtige natuurgebieden en mooie dieren te vinden, maar de mensen zijn arm en maken veel ellende mee door ingewikkelde politieke conflicten. Dat veel niet-Afrikanen dit beeld hebben komt niet voort uit desinteresse, maar uit het feit dat dit het verhaal is dat telkens opnieuw verteld wordt.

Amerikanah is dan ook alles behalve een single story. Adichie schetst een veelzijdig beeld van het hedendaagse Nigeria en haar inwoners. Ifemelu en Obinze verlaten Afrika niet als vluchtelingen die omkomen van de honger, maar als welopgevoede jongvolwassenen die meer willen bereiken in het leven. Een verfrissende kijk op Nigeria voor de Westerse lezer, die gewend is geraakt aan verhalen over oorlog en ziekte in Afrika.

Kroeshaar- vs. stijl
Haardracht is een belangrijk thema in de roman. Om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, begint Ifemelu haar haar te’ relaxen’. Het werkt: vanaf het moment dat ze stijl haar heeft, krijgt ze inderdaad een baan. Maar al snel ontwikkeld ze een afkeer voor het chemische middel dat haar hoofdhuid doet branden en haar haren doen uitvallen. Ze vraagt zich af waarom het vanzelfsprekend is dat succesvolle zwarte vrouwen zo hun best doen om Westerse schoonheidsidealen na te streven.

Het is een van de onderwerpen waarover ze schrijft in haar succesvolle blog, getiteld ‘Rassenweetjes of Diverse observaties over Amerikaanse zwarten (degenen die vroeger bekendstonden als negers) door een niet-Amerikaanse zwarte’. In Nigeria was Ifemelu zich nooit bewust van het concept ‘ras’. In Amerika ondervindt ze deze gevoelige kwestie echter aan den lijve. Een aantal van Ifemelu’s blogposts zijn opgenomen in de roman, wat het verhaal nog meer diepgang geeft.

Toch is Amerikanah meer een liefdesverhaal dan een politiek pamfet. Met name na de hereniging van Ifemelu en Obinze is de roman maar moeilijk neer te leggen. Dit is het talent van Adichie: ze is bovenal een verhalenverteller, politiek is ondergeschikt aan het naratief.

Film / Films

Een never-ending vaginamonoloog

recensie: Nymphomaniac

.

Nu, twee jaar later, zijn de verwachtingen rondom het vier uur durende tweeluik Nymphomaniac hooggespannen. De grootse publiciteit is alom aanwezig, de trailers laten niet veel informatie los en de enfant terrible zelf plakt zijn mond dicht met tape. Maar alle ophef ten spijt is Nymphomaniac niets meer dan een tragisch verhaal over een vrouw met een seksuele afwijking. Ja er zitten inderdaad veel expliciete seksscènes in de film, maar sexy is heel wat anders.

Nymphomaniac is een literaire film en geen softporno, zoals velen zullen denken. In acht hoofdstukken vertelt de film het verhaal van de zelfgediagnosticeerde nymfomaan Joe (Charlotte Gainsbourg). Maar nog interessanter zijn de talloze uiteenlopende zijpaden die Von Trier bewandelt om het karakter van Joe voor de kijker toegankelijker te maken. Aan de ene kant provoceert Von Trier opnieuw door net als met The Idiots (1998) de grenzen op te zoeken van wat de samenleving beschouwt als afwijkend seksueel gedrag. Aan de andere kant maakt hij juist de weg vrij voor mensen met een seksuele afwijking of verlangens die nu eenmaal onderdeel uitmaken van deze maatschappij. Von Trier maakt van Joe geen weerzinwekkende persoon maar juist een vereenzaamde, gekwelde ziel zonder hoop.

Vrouwelijk zeer

~

Op een sneeuwachtige ochtend treft Seligman (Stellan Skarsgård) een gewonde vrouw, Joe, aan in een steeg. Omdat ze geen politie erbij wil hebben, neemt Seligman haar mee naar zijn grauwe appartement en zet een kopje thee voor haar. In flashbacks vertelt Joe aan Seligman haar verhaal over haar seksuele ontwikkeling. Om de haverklap wordt ze door Seligman onderbroken die met een theoretische onderbouwing komt om haar gedrag te verklaren, zoals vliegvissen of Zeno’s paradox. In het eerste deel van de film vertelt Joe hoe haar nymfomanie tot ontwikkeling is gekomen. Het begint bij haar jeugd waarin ze voornamelijk haar relatie met haar vader en zijn liefde voor bomen uitgebreid aan bod laat komen. Als tiener (gespeeld door Stacy Martin) rebelleert ze samen met een groepje meiden tegen de liefde omdat ze vinden dat liefde alleen maar draait om jaloezie. Een wedstrijdje meeste mannen afwerken in de trein past dan ook geheel binnen hun rebellie. Joe wordt ouder en haar leven bestaat uit een saai baantje en het bed delen met zes tot tien mannen per dag. Totdat ze op een dag verliefd denkt te worden op Jerôme (Shia LaBeouf), de jongen die haar ook heeft ontmaagd. Deel twee begint waar deel een eindigde met Jerôme. Joe merkt dat ze geen verlangen meer heeft en haar lust is verloren. Ze probeert aan haar ‘afwijking’ te werken maar zonder succes. Ze zoekt de extremen op en komt terecht in de duistere kant van de onderwereld.

Vrouwelijke hoofdpersonages nemen steeds meer ruimte in in Von Triers films. Na Antichrist (2009) en Melancholia (2011) is het opnieuw een vrouw die op een keerpunt van haar leven staat. Joe begint haar verhaal over hoe slecht ze is, dat ze heeft gezondigd en dat ze zich schaamt. En dat zegt ze niet voor niets, want een oversekste vrouw wordt vandaag de dag nog steeds beschouwd als een taboe. Hoewel seksverslaving vaker opduikt in films, zoals Steve McQueens Shame (2011) of Joseph Gordon-Levitts Don Jon (2013), zijn het toch weer de mannen die seksverslaafd zijn. Maar zou een man de rol van Joe overnemen, dan zou het verhaal – zoals Seligman ook stelt – erg saai en onbeduidend zijn geweest. Via Seligman ontkracht Von Trier alle oordelen over nymfomanie en stelt hij hier kritische vragen over. Joe zegt letterlijk in de film dat het niet om verzadiging draait, zoals veel mensen denken. Impliciet zegt ze dat er een leegte gevuld moet worden, maar deze leegte is jammer genoeg niet lichamelijk voor haar, zoals ze zelf denkt. Angst en verlangen liggen dicht bij elkaar en het is dát verlangen wat haar steeds dieper de afgrond meesleurt en wat haar situatie uitzichtloos maakt.

Een is beter dan twee

~

Na het zien van de twee delen lijkt de keuze voor een tweeluik erg voor de hand liggend. Waar het eerste deel nog onderzoekend en verkennend is, gaat het tweede deel meteen de diepte in met meer rauwere en explicietere beelden. Gelukkig duurt de film vier uur, in plaats van Von Triers originele versie van vijf en half uur, want halverwege het tweede deel zakt het verhaal in en bevat het hier en daar onnodige uitwijdingen. Deel een daarentegen is sterk met veel hoogtepunten, veel humor en antwoorden. Von Trier laat meteen zien dat de film niet draait om de erotische kant van seks, maar om de aard van de mens. Er is niets seksueel aan het systematische afwerken van de mannen. De bijrollen van Uma Thurman als de bedrogen echtgenote en Christian Slater als Joe’s vader zijn bijzonder goed uitgewerkt en geacteerd. William Dafoe heeft echter in deel twee geen toegevoegde waarde, net zo min als Joe’s verhaallijn als zijn compagnon. Het lijkt er op dat Von Trier teveel wil vertellen en dat hij geen keuzes kan maken.

Von Trier is ambitieus. Misschien wel iets té ambitieus wat tegelijkertijd ook zijn valkuil is. De intellectuele gesprekken tussen Joe en Seligman zijn een doeltreffende insteek. Iedere conversatie, elke scène gaat gepaard met een feit. Seligman trekt een vergelijking met alles wat Joe vertelt en kadert het om op die manier te begrijpen wat er in het hoofd van een nymfomaan omgaat. Het is briljant hoe Von Trier abjecte onderwerpen bespreekbaar maakt en met vooroordelen speelt. Maar teveel metaforisering en het teveel uitweiden naar verschillende subteksten kan ook averechts werken. Sommige onderwerpen zijn te vergezocht of niet goed uitgebalanceerd. In dit geval is ‘less is more’ voor Von Trier van toepassing.

Tussen alle pompende lichaamsdelen en naakte close-ups van genitaliën door valt er nog veel moois te zien. Er worden zelfs special effects en animaties ingezet om Seligmans theorieën kracht bij te zetten. Von Trier prikkelt daarnaast niet alleen het visuele, maar ook het gehoor. Zo opent hij de film met het toepasselijke Führe Mich van Rammstein en eindigt hij het eerste deel met een letterlijk muzikaal hoogtepunt. Maar een happy ending is niet weggelegd voor Nymphomaniac

Film / Films

Geen nieuwe kansen

recensie: Fruitvale Station

Hoe een oudejaarsavond uit de hand kan lopen blijkt wel uit Ryan Cooglers regiedebuut. De jonge Oscar heeft plannen om zijn leven te beteren, maar ongelukkige gebeurtenissen en toeval leiden tot een fatale afloop. Met een sterke rol van Michael B. Jordan.

~

Fruitvale Station toont het waargebeurde verhaal van de 22-jarige Oscar Grant, die op oudejaarsnacht 2008 betrokken raakt bij een vechtpartij in de metro. Dat het niet goed met Oscar afloopt, is al in de eerste, oorspronkelijk opgenomen camerabeelden te zien, waarbij de politie een fatale inschattingsfout maakte. Waar veel reconstructiefilms – of films die berusten op een waargebeurd verhaal – teveel neigen naar het sentiment, of de kijker juist overladen met feiten die leiden tot de gebeurtenis, blijft Fruitvale Station in zijn opzet vrij puur.

We volgen Oscar in die bewuste laatste twaalf uur van zijn leven. Hij is geen lieverdje, blijkens het feit dat hij ontslagen is, handelt in wiet en een kort lontje heeft. Maar Oscar heeft plannen om zijn leven te beteren. Hij heeft een vrouw en kind, met wie hij serieus verder wil. Diverse gebeurtenissen die dag tonen hoe hij worstelt met zijn verleden en tegelijkertijd hoe hij een nieuwe start wil maken. Een dag die gepaard gaat met mooie, tedere, maar ook pijnlijke momenten en toevalligheden, die op ongelukkige wijze samenkomen.

Rauw en oprecht

~

Ryan Coogler weet zijn film goed in balans te houden. Enkele momenten neigen teveel naar het benadrukken van Oscars intentie het anders aan te willen pakken, zoals een opzichtige flashback naar zijn gevangenisverleden of het zich ontdoen van zijn complete wietvoorraad. Deze scènes voelen wat overbodig aan, want Oscars dualisme – schipperend tussen snel geld verdienen met drugs of de eerlijke weg bewandelen – is van begin af aan merkbaar. Een kleine smet op een verder sterke film overigens, want op realistische wijze en zonder teveel opsmuk weet Coogler Oscars persona en handelen in beeld te brengen.

Sterke troef is Michael B. Jordan, die eerder al overtuigde in de bejubelde serie The Wire als de jonge Wallace. Jordan zet Oscars dualisme en onzekerheden ten aanzien van de toekomst overtuigend neer. Boos, onmachtig, maar ook met humor en liefde. Hij weet de kijker te raken, waarmee het fatale moment – ondanks dat je weet dat die scène er aan gaat komen – als een klap in het gezicht aan komt. Het is knap hoe Coogler gebeurtenissen uit het verleden laat versmelten met ongelukkig toeval op een oudejaarsavond die hoopvol leek. Het onrecht dat Oscar uiteindelijk wordt aangedaan blijft nog even nasudderen na het zien van de film. Geen nieuwe kansen voor deze jongen – en het was hem zo graag gegund.