Film / Achtergrond
special: Agent Hamilton: In the Interest of the Nation

De Zweedse 007

De Engelsen hebben Bond, maar de Zweden hebben Hamilton, Carl Hamilton.

Het personage is een creatie van thrillerschrijver Jan Guillou. De geheim agent, luisterend naar de codenaam Coq Rouge, is een linksige Scandinavische tegenhanger van de rechtsige Amerikaanse spionageromans van Robert Ludlum, die met Jason Bourne weer een Amerikaanse tegenhanger van James Bond creëerde.

Agent Hamilton: In the Interest of the Nation is niet de eerste verfilming. Vanaf 1989 al kruipen de betere Zweedse acteurs als Stellan Skarsgard en Peter Stormare in de huid van de meedogenloze geheim agent. Tegenwoordig heeft Mikael Persbrandt het stokje overgenomen.

Bruut einde aan relatie

~

Net als zijn Engelse collega is Hamilton een solist die liever niet naar zijn bazen luistert. Enige verschillen zijn er ook. De Zweedse 007 heeft niet de beschikking over allerlei slimme gadgets. En hij is wat onhandiger met vrouwen. In Agent Hamilton maakt hij een nogal bruut einde aan een relatie.

Zoals het de socialistische Zweden betaamt zijn niet de Arabieren, Russen of Noord-Koreanen de bad guys van dienst. Het plot draait om een malafide Amerikaanse beveiligingsfirma die met gestolen raketten onrust wil zaaien in het Midden-Oosten. Niet heel origineel, maar de Deense regisseuse Kathrine Windfeld weet hoe je spanning opbouwt en een hoe een goeie actiescène in elkaar steekt.

Gekwelde eenling
Het sterkste punt van deze Zweedse actiethriller is echter het personage van Hamilton. Een gekwelde eenling die net iets minder eendimensionaal is als zijn Britse evenknie. Een vervolg is er overigens ook al. Agent Hamilton: But Not If It Concerns Your Daughter haalt niet helemaal het niveau van de voorganger, hoewel Persbrandt zich ook hier weer heerlijk getormenteerd door het verhaal – zijn petekind is ontvoerd door terroristen – heen slaat.

Muziek / Achtergrond
special: Young and in the Way - When Life Comes to Death

Ronduit lomp

When Life Comes to Death is het eerste album van Young and in the Way dat op het hoog aangeschreven hardcore- en metallabel Deathwish uitkomt. Het is niet gek dat het label deze crustband een contract aanbood, want When Life Comes to Death is een ruim veertig minuten durende adrenaline-injectie.

Songtitels als ‘Fuck This Life’, ‘We Are Nothing’ en ‘Loved and Unwanted’, evenals de albumhoes, tonen direct wat we kunnen verwachten van de vrolijke jongens van Young and in the Way. Alhoewel de teksten op onverstaanbare wijze uitgekotst worden (dat is de enige manier waarop het geschreeuw van zanger Kable Lyall omschreven kan worden), druipt de misantropie op alle mogelijke manieren van het album af.

Dit is op muzikaal vlak ook zeker het geval. Het kwartet doet wat een crustband betaamt te doen: ze combineren het logge geluid van black metal met de energie en snelheid van hardcore punk. Het resultaat is ronduit lomp, maar wel erg lekker. Op de afsluiter van het album na dan. Met dit tien minuten durende nummer dat simpelweg saai is, bewijst de band dat ze zich beter kunnen richten op het schrijven van korte songs. Gelukkig is het de enige mispeer op een voor de rest indrukwekkend album.

Muziek / Album

Verhalen zingen

recensie: BJ Baartmans - Huis

.

BJ Baartmans is naast producer, gastmuzikant natuurlijk ook al jaren liedjesschrijver en zanger. Met Huis maakt Baartmans zijn elfde album. Vijftien verhalen verpakt in liedjes.

Menig muzikant uit binnen en buitenland heeft samengewerkt met snarenvirtuoos BJ Baartmans. Baartmans meestal op de achtergrond en soms zij-aan-zij met de artiest in kwestie. Daarnaast weet hij ook regelmatig de schijnwerper op zichzelf te laten richten en speelt hij zijn eigen verhalende liedjes.

Waarom niet in eigen studio?
In gesprek met Baartmans over zijn nieuwe album Huis vertelt hij waarom hij het album niet in zijn eigen huisstudio heeft opgenomen. “Omdat ik daar toch snel teveel huiselijke, zakelijke en emotionele beslommeringen op mijn pad bind. Werk ik voor anderen, dan kan ik de knop beter omzetten, maar voor mezelf loop ik gauw tegen blokkades op…. Teveel controle willen hebben is niet goed. Deze cd gaat over loslaten. We hebben een goed klinkende plek in het midden van nergens gezocht (en gevonden). Ik heb geen knop onder mijn vingers gehad. Het zijn echt vijftien live-vertolkingen, gitaar en zang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alsof ik thuis zat te spelen…….mooie ironie.”

Is er ook een verhaal achter Huis als album? “Focus op verhalen. Zingen en spelen. Buitenwereld buitenshuis houden. Van buiten naar binnen kunnen kijken. Het was een idee van Wouter (Planteijdt, producer red.) en ook mijn vriendin. Er zit wel een verhaal achter/in… luisterplezier?”

Om in te kruipen
Wie Huis als achteloze achtergrond muziek opzet zal al snel merken dat Baartmans je naar zich toetrekt met zijn verhalende manier van zingen. De verhalen die hij in deze vijftien liedjes vertelt, vragen en zuigen aan de luisteraar om een aandachtig oor. Het zijn geen liedjes met pakkende melodieën en rijmende strofen die uitnodigen tot meezingen. Nee, Baartmans praat-zingt zijn teksten op aandachttrekkende manier.

Toch weet Baartmans zijn muziek zo te plooien dat er bij herhaalde beluistering het feest der herkenning ontstaat. Niet verwonderlijk want deze pionier van de Nederlandse rootsmuziek verstaat zijn vak. Het is te prijzen dat Baartmans niet voor de gemakkelijkste kant kiest maar liedjes zingt over zelfreflectie zoals ‘Tegoed’. Hij kiest duidelijk niet voor het gemak van eenvoudige liedjes over de liefde bijvoorbeeld. Of het moet zijn de liefde door een ander te helpen in het zijn van ‘Klankbord’. Huis is een album om te kruipen en de schrijver te ontdekken.

Live in Nederland:
24 juli Parade Utrecht

10 augustus Muziekpark, Boxmeer
16 augustus Zebrafestival, De Bunker, Gemert
17 augustus Zomerparkfeest, Venlo

http:www.youtube.com/embed/9X6y9o4t47g

Boeken / Fictie

Een herhaling van de geschiedenis

recensie: Simon Urban (vert. Herman Vinckers) - Plan D

.

Het is 2011, maar de Berlijnse Muur is nooit gevallen. De Oost-Duitse rechercheur Martin Wegener is belast met het onderzoek naar de daders van een politieke moord die belangrijke onderhandelingen tussen Oost- en West-Duitsland tegenhoudt. Omdat West-Duitsland leden van de Stasi verantwoordelijk houdt voor de moord en Oost-Duitsland wijst naar de politieke tegenstanders van het regime, besluit men om de handen ineen te slaan. Wegener krijgt hulp van de West-Duitse rechercheur Richard Brendel om het onderzoek zo objectief mogelijk te laten verlopen.

Paranoia
Martin Wegeners persoonlijke sores en paranoia hebben echter hun weerslag op het onderzoek. Hij heeft nog steeds last van het plotselinge verdwijnen van zijn voormalige partner Joseph Früchtl, die waarschijnlijk dood is of opgesloten zit in een Stasi-gevangenis, wil zijn ex-vriendin terug die een belangrijke functie vervult bij de onderhandelingen tussen Oost- en West-Duitsland en gelooft dat al zijn collega’s eigenlijk informanten van de Oost-Duitse geheime dienst zijn.

Enerzijds is Plan D een spannende thriller met een complex plot waarbij niets is wat het lijkt. Iedere keer als het onderzoek tot een bevredigend einde lijkt te komen, duikt er weer nieuwe informatie op of gebeuren er weer onvoorziene dingen die het onderzoek een geheel andere richting in sturen. Net als Wegener vraagt de lezer zich constant af welke personages te vertrouwen zijn. Al snel wordt duidelijk dat het maar het beste is om – net als Wegener – niemand te vertrouwen in een land waarin de regering alles in werking stelt om haar burgers constant in de gaten te houden.

Politieke boodschap
Anderzijds kan Plan D ook gezien worden als een roman met een duidelijke politieke boodschap die misschien vooral duidelijk wordt aan het motto waar Urban voor gekozen heeft. Dit motto is een citaat van de filosoof George Santayana en luidt: ‘Wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen.’ Urban geeft geschiedenisles, plaatst deze geschiedenis in een hedendaagse context en lijkt op deze manier te willen waarschuwen voor een mogelijke herhaling van deze geschiedenis.

In het licht van onder andere de onthullingen van Edward Snowden afgelopen jaar is Plan D dan ook een uiterst interessante en relevante roman. Toch is het leesplezier niet altijd even groot. De schuld hiervan zijn vooral de paranoïde, pseudo-filosofische hersenkronkels van Wegener, die vaak pagina’s lang doorgaan, terwijl de boodschap al na enkele zinnen duidelijk is. Gelukkig wordt dit punt van kritiek gecompenseerd met de spanning van het verhaal, waardoor de lezer niet snel geneigd is Plan D naast zich neer te leggen.

Muziek / Achtergrond
special: Sean Nicholas Savage - Bermuda Waterfall

Vervelend cheesy

.

Other Life van de Canadese singer-songwriter Sean Nicholas Savage was de grootste guilty pleasure van vorig jaar. Bermuda Waterfall is echter niet fout genoeg om indruk te kunnen maken.

Wie Other Life voor het eerst opzet, barst spontaan in lachen uit. Wie nog niet in een deuk ligt om de mengelmoes van de zwoelst mogelijke r&b en foutst mogelijke synthesizerdeuntjes, zal zeker niet meer bijkomen wanneer Sean Nicholas Savage begint te zingen. Met veel pathos en niet zelden vals bezingt hij de geneugten en verschrikkingen van de liefde.

Oorworm


Toch gaat onder al die kitsch heel aanstekelijke popmuziek schuil. Wie één keer ‘Chin Chin’, ‘Other Life’, ‘More Than I Love Myself’ of een willekeurig ander nummer op Other Life hoort, heeft een heuse oorworm te pakken die dagen rondzwerft in je hoofd. Op Bermuda Waterfall zijn het slechts ‘The Rat’ en ‘Heartless’ die dit effect bewerkstelligen.
 
De ruiten staan nog steeds op springen wanneer Sean Nicholas Savage begint te zingen, maar het voelt inmiddels wat misplaatst. Muzikaal is het namelijk allemaal wat langzamer en vooral wat minder fout geworden. Dit betekent overigens niet dat de pop van Savage helemaal vrij van kitsch is. Bermuda Waterfall is nog steeds ontzettend cheesy, maar nu op een vervelende manier — niet spannend en overdreven genoeg meer om er plezier aan te kunnen beleven.

Film / Films

Ze lijken sprekend!

recensie: Dawn of the Planet of the Apes

Dawn of the Planet of the Apes is een topper in de serie, in het genre en in de effecten, maar het is nog altijd net niet de beste film die deze serie zou kunnen voortbrengen.

Tien jaar na de apenopstand en de uitbraak van een dodelijk virus begint de ‘planet of the apes’ al aardig vorm te krijgen. Zo zijn de steden overwoekerd met bomen en planten en bouwen de apen aan een gemeenschap in de jungle. Het geringe aantal, voor het virus immune, mensen hebben het in deze wereld lastig om te overleven door een groot gebrek aan energie. Een confrontatie tussen de twee groepen lijkt onvermijdelijk, waarbij de keuze tussen oorlog of vrede gemaakt dient te worden.

Vocabulaire


~

Visueel is het weer een prachtwerk geworden. De apen (onder andere chimpansees, gorilla’s en orang-oetans) zien er hyperrealistisch uit en kunnen allerlei subtiele emoties in hun gezichten en prachtige ogen leggen. Aan de basis hiervan ligt wederom uitstekend acteerwerk met motion-capture topartiest Andy Serkis (Gollum in The Lord of the Rings) als Caesar. Ditmaal krijgen de apen echter ook letterlijk meer te zeggen. Na de vier woordjes die Caesar kon spreken in Rise of the Planet of the Apes (2011)  is het vocabulaire inmiddels sterk uitgebreid en beginnen de andere apen ook langzaamaan te praten. Dit voelt in het begin nogal jammer aan – de manier waarop Serkis en anderen de emoties en gedachten van de apen non-verbaal konden overbrengen was immers fantastisch in het eerste deel – maar na verloop van tijd stoort het steeds minder. Wel blijft het vreemd hoe de apen onderling willekeurig schijnen te wisselen tussen gebarentaal en gesproken taal.

Met de mensen is het verhaaltechnisch een stuk treuriger gesteld. Jason Clarke (

~

Daar moet vervolgens wel bij worden gezegd dat er met deze actie en sensatie weinig mis is. De eerste gewelddadige confrontatie tussen apen en mensen is een fantastische actiescène die de toon zet voor alles wat ons als toeschouwer in het verloop van de film te wachten staat. De aanleiding hiertoe ligt in een vrij standaard subplot over een machtslustige vertrouweling dat weinig origineel, maar goed uitgevoerd is. De actie en uitstekende opbouw en tempo staan in contrast met de dialogen, die (zowel bij de apen als de mensen) vooral in het begin erg onnatuurlijk en onnodig uitleggend zijn en tegen het einde aan weinig doel of impact hebben buiten het voortduwen van het plot.

Dawn of the Planet of the Apes is vooral visueel een goed gemaakte film. Een film die de thema’s en sociale commentaren van de oude reeks uit de jaren ’70 op deze manier zou uitwerken, zou een ongeëvenaarde bioscoopervaring zijn. Wat dat betreft is er – nu er twee films zijn gewijd aan het introduceren van deze nieuwe wereld – veel potentie en goede hoop voor het volgende vervolg (gepland voor 2016). Tot die tijd kunnen we genieten van een film die ondanks af en toe wat simplistische elementen een fantastische rit is.

Boeken / Fictie

Het doel heiligt de middelen

recensie: Robin Sloan (vert. Jacques Meerman) - Het geheim van Penumbra's boekwinkel

Een queeste die van een stoffige boekhandel in San Francisco leidt naar het state of the art onderzoekscomplex van Google. Traditionele print ontmoet digitale vooruitstreving. Daaruit voortgekomen is een heerlijk boek.

Clay Jannon, vormgever, marketeer en semiprogrammeur, heeft een baan nodig. Hij wordt aangenomen bij boekwinkel Penumbra – voor de nachtdienst, want deze winkel is 24 uur per dag open. Penumbra is geen gewone boekhandel. Een selecte groep klanten komt regelmatig een versleuteld boek lenen, waarvan de inhoud al even cryptisch en nietszeggend is als de titel. ‘Gewone’ boeken worden nauwelijks verkocht. Is het een sekte, een uit de hand gelopen hobby, een eewenoud geheim genootschap?

De kracht van de digitalisering
Het geheim van Penumbra’s boekwinkel is een 007-waardige speurtocht met vervalsingen en gadgets, maar dan zonder de wereldvernietigende schurken. De superhelden zijn onvertrouwd en eigenaardig, maar zeer sympatiek. En werkelijk briljant, ieder op zijn of haar eigen manier, met een eigen set uiteenlopende vaardigheden en trucjes. Vriendinnetje Kat doet datavisualisatie bij Google, Neel heeft supersonische borstensoftware ontwikkeld, en Mat maakt levensechte miniatuurbouwerken. Clay is eigenlijk nog het normaalst van het stel en moet het vooral hebben van zijn doortastendheid en socialiteit. De personages zijn nerdy en geniaal, maar niet ‘onvolgbaar’. Het boek gaat dan wel over de Grootse Mogelijkheden van de computer, maar technische nitwits hoeven zich geen zorgen te maken het verhaal niet te kunnen volgen.

Penumbra’s boekwinkel is een cultboek in uitvoering, maar dan wel een heel toegankelijk, voor ieder wat wils verhaal. Excentriek en absurdistisch, maar ook fris, positief, enerverend en zo ontzettend geloofbaar. Bijzonder voor een boek dat eigenlijk een mix is tussen een avonturenroman, een feelgoedboek en een fantasyverhaal. Sloan schrijft beeldend en heeft een groot gevoel voor detail. Het boek leest alsof je naast Clay staat achter de kassa, achter hem aankimt de ladder op. De auteur heeft ook een subtiele humor waar je snel overheen leest: ”Hoe dan ook, volgens mij kunnen we over een week of twee klaar zijn. Twee weken vanaf nu.’ Ze knikt energiek. […] werkt hier al vijf eeuwen aan. Nu zetten we het voor een vrijdagochtend op de agenda.’ Ga daarom niet als een dolle de ontknoping tegemoet, hoe verleidelijk dat ook is.

Het maakt niet uit hoe je het leest
Het boek is een kreet om de vooruitgang toe te juichen, om technologie voor je te laten werken. Maar het oude wel te blijven eren. Google heeft bijvoorbeeld een big box waarin een kopie van het hele wereldwijde web wordt gehuisd. Toch is een megagroot deel van de menselijke, traditionele, oude kennis (nog) niet gedigitaliseerd. En wat is de digitale gigant jaloers op die kennis. De kracht van het conventionele en traditionele is nog steeds sterk. Sloan leidt je dan ook in sneltreinvaart langs de geschiedenis van het boek: van het begin van de boekdrukkunst tot digitale ontwikkelingen die nog in de prototypefase zitten. Maar in Het geheim van Penumbra’s boekwinkel speelt veel meer: geloof. En een vleugje magie. En dromen en ideeën. Meer kun je als lezer niet wensen. Hoe deze emoties de lezer bereikt – vanaf papier of een scherm of op een andere manier – maakt dan bepaald niet uit.

Film / Films

Intiem ongemakkelijk

recensie: Fading Gigolo

Het is geen complete ramp, maar een slecht geschreven script en ongemakkelijk acteerwerk limiteert Fading Gigolo in de potentiële impact.

Fioravante (John Turturro; Barton Fink) is een doodgewone man die een baan heeft in een bloemenwinkel. Tenminste, dat is zo tot op het punt dat hij het gigolobestaan inrolt omdat zijn oude vriend Murray (Woody Allen) hem aanbeveelt bij zijn dermatologe. Dit bevalt hen vrij goed totdat Fioravante een Joodse weduwe ontmoet en Murray onder scherp toezicht staat door de lokale Joodse wijksurveillance.

Woody Allen

~

De grootste attractie van deze film is de casting van filmlegende Woody Allen, die bijna nooit in films van andere regisseurs verschijnt. Het is echter geen uitzonderlijke toevoeging. Allen kan acteren en weet humor in zijn spel te leggen, maar het wordt snel duidelijk dat zijn diversiteit gelimiteerd is. In zijn eigen films speelt Allen vaak de Joodse, ietwat ongemakkelijke intellectueel die hij in het echte leven ook is. Dit werkt goed als hij ook zijn eigen dialogen schrijft. Maar wanneer hij wederom datzelfde typetje speelt met andermans werk komen de beperkingen daarvan naar voren en voelt het meer alsof we naar Woody Allen kijken dan de pooier Murray. Daarnaast speelt hij een hoofdrol terwijl zijn personage beter geschikt zou zijn als bijrol en kan hij de dialogen niet goed laten klinken.

Dat is een probleem dat meer voorkomt. Het script bestaat uit een reeks onnatuurlijke teksten die altijd net de plank misslaan om poëtisch of verklarend te zijn. De acteurs kunnen hier niet goed mee omgaan, waardoor elke scène ongemakkelijk aanvoelt en elke emotie maar ten dele overkomt. Het zijn de enkele stille momenten die de meeste indruk maken. Deze kunnen echter ook niet een diepe indruk achterlaten aangezien er constant tussen drie verhaallijnen wordt gesprongen, die uiteindelijke alledrie op niets uitlopen. Aan het eind van de film is het niet direct duidelijk welke reis de hoofdpersonen hebben doorgemaakt en wat de bedoeling was van alle voorgaande gebeurtenissen.

Mooie vrouwen

~

Verder weet Fading Gigolo de personages nauwelijks een achtergrond te geven. Turturro (naast acteur ook regisseur en scriptschrijver) springt direct het verhaal in, waardoor Fioravante en Murray nogal nietszeggend zijn wanneer de eerste plotpunten voorbij komen, wat vooral voor ongeloof of verwarring zorgt. Hoe is Murray – een oude boekverkoper – zo succesvol als pooier? Waarom is Fioravante zo’n succes bij de vrouwen? Het is immers op zich geen lelijke, maar niet bijster knappe man die in zijn gigolobestaan op de een of andere manier alleen de heetste stoten ter wereld tegenkomt, zoals Sofia Vergara (Modern Family) en Sharon Stone (Basic Instinct).

Toch heeft Fading Gigolo een bepaalde charme. Turturro legt in zijn gigoloverhaal de nadruk op intimiteit in plaats van seks, wat een veel sterkere impact heeft. Zo af en toe sluipt er wat humor of een leuke monoloog door het script heen (vaak van Allen) en de film weet het verhaal in een setting vol Joods-orthodoxe gebruiken te plaatsen die toch voor iedereen begrijpelijk blijft. Fading Gigolo is dan ook geen uitstekende film, maar weet zich als eigenzinnig kunstprojectje best te verkopen.

Film / Films

Muzikaal prachtwerk

recensie: Begin Again

Begin Again is een heerlijke film waarin sfeer, muziek en acteerwerk samenwerken om een opliftende muziektocht door New York te creëren, wat levensplezier inspireert bij zowel de personages als het publiek.

Dan (Mark Ruffalo; de Hulk in The Avengers) en Gretta (Keira Knightley; Pirates of the Caribbean) zijn twee eenzame mensen in New York op een punt in hun leven waar alles tegenzit. Hij is zijn baan kwijt en kan moeilijk contact leggen me zijn dochter; zij is net gedumpt door de mooie jongen met wie ze hiernaartoe was gekomen. Maar zij komen elkaar tegen en besluiten samen een muziekalbum op te nemen waardoor ze beiden weer de zin in hun leven terugvinden.

Acteerplezier en goede muziek

~

Het is niet correct om te zeggen dat het acteerwerk deze film draagt; daarvoor zijn de andere aspecten te sterk uitgewerkt. Maar Ruffalo en Knightley spelen met zichtbaar plezier fantastische rollen. Vooral Ruffalo als viezige, alcoholische platenbaas speelt een luchtige, humoristische rol die perfect wordt aangevuld door Knightley’s Britse muziekmeisje. De bijrollen worden capabel ingevuld door onder andere Hailee Steinfeld (True Grit) en Adam Levine (zanger van Maroon 5). De enige die een beetje buiten de boot valt is zanger Cee Lo Green, wier acteerwerk op zich niet slecht is, maar zijn rol voegt buitengewoon weinig toe aan de film en voelt meer aan als een ongeïnspireerde cameo in een muziekfilm.

Naast het acteerwerk neemt de muziek een belangrijke plaats in. Knightley blijkt een verrassend aangename stem te hebben die perfect past bij de singer-songwriter-achtige muzieknummers die ondanks een overkoepelende stijl allemaal verschillend klinken en heerlijk zijn om naar te luisteren. Regisseur John Carney (Once) weet de uitvoeringen hiervan zo in beeld te brengen dat ze bovendien ook visueel niet vervelen. Elk optreden voelt aan als een goed gemaakte videoclip of concertregistratie, waarbij beeld en geluid elkaar aanvullen en versterken.

Eigenzinnig goed uitgevoerd

~

Het script zit uitstekend in elkaar. De film neemt de tijd om gebeurtenissen en de achtergronden van personages uit te leggen, maar blijft het geheel in balans houden met het overkoepelende verhaal; nooit voelt het alsof er een zinloos zijweggetje is ingeslagen. De dialogen zijn fris en het verhaal speelt als een eigenzinnige kijk op het romcom-genre, waarbij stereotiepe verhoudingen tussen personages zijn vervangen door meer genuanceerde en meer realistische weergaven van volwassen relaties.

Het uitgangspunt van Begin Again – een luchtige komedie over muziekproductie – is niet nieuw, maar zelden werd het zo goed en effectief uitgevoerd als hier. Met uitstekende casting, script, cinematografie, soundtrack en acteerwerk wordt een uiterst charmante sfeer gecreëerd waar andere films in het genre soms slechts van kunnen dromen.

Boeken / Fictie

Ervaar de wereld als nieuw

recensie: K. Schippers - Fijn dat u luistert

.

Alleen al de titel van de bundel, Fijn dat u luistert, is typerend voor K. Schippers, zo wordt duidelijk uit het titelgedicht waarin de ik-figuur naar de radio luistert: ‘”Fijn dat u luistert!”, zegt de omroepster.’ Een uitspraak ontleent aan de radiowereld: hier herkennen we de door Schippers veelvuldig gebruikte readymade. Maar, een dichtbundel wordt toch niet beluisterd? Het gedicht vervolgt: ‘Je hoort het niet, ik ook niet. De radio staat niet aan.’ Tussen deze regels klinkt de volgende vraag door: bestaan de woorden wel als ze niet gelezen/gehoord worden?

Geen zekerheid, geen samenhang

Schippers zet vraagtekens bij alles wat als vanzelfsprekend wordt gezien. Elke zekerheid wordt de lezer ontnomen, elk houvast onschadelijk gemaakt. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in het gedicht ‘Wat er niet is’:

Dit is helemaal geen doos, het
is iets anders dat zich voor
doet als een doos. Er zit

Niet eens iets in. Gras ziet
er soms uit of het de rol
speelt van gras.

Het stelt zich aan en is
misschien iets onbekends
of zelfs dat niet.

Door elke vanzelfsprekendheid op te heffen, wordt ruimte gecreëerd voor een nieuwe kijk op de wereld. Het is een oproep aan de lezer om de dingen te zien zoals ze zijn, zonder veronderstelde betekenis, om ongestoord te kunnen zien. Hoewel dat natuurlijk onmogelijk is, geeft Schippers ook toe in het gedicht ‘Nuttige dingen’. Maar: ‘de wens blijft’.

De blik van een kind

Dit verlangen naar het kijken met ongestuurde blik is typisch Schippers. Dit thema mag dan niet bepaald vernieuwend zijn in zijn poëzie, de gedichten zelf zijn dat wel – wat misschien ook niet heel verwonderlijk is met een dergelijk thema, indien goed uitgevoerd. En dat is het: niet zelden roept deze poëzie twijfels op over de wereld zoals we hem denken te kennen en slaagt er daarmee in de lezer wakker te schudden. Het is alsof je de wereld weer voor het eerst ziet. Hiermee is Schippers’ poëzie bij vlagen kinderlijk te noemen, maar zeker niet kinderachtig: het zijn juist de kinderlijke inzichten die onze vastgeroeste ideeën op losse schroeven zetten, zoals in het gedicht ‘1e pers. enk.’:

Ze wijst naar een stapel van
dezelfde boeken.

En ze denkt dat die stuk voor stuk
door iemand zijn geschreven.

Alles is anders, zonder meervoud,
van niets bestaat een kopie.

K. Schippers lijkt de visie dat alles anders is, te willen delen. Hij probeert de werkelijkheid te beschrijven, maar omdat die niet te benoemen is en altijd verandert, lijkt zijn inspiratiebron onuitputtelijk. Vanwege deze veranderlijke blik is de poëzie van K. Schippers na vijftig jaar nog altijd een succes te noemen en daarom kan zijn poëzie een uitstekende helpende hand bieden voor wie een poging wil doen de wereld als nieuw te ervaren.