Boeken / Fictie

Ervaar de wereld als nieuw

recensie: K. Schippers - Fijn dat u luistert

.

Alleen al de titel van de bundel, Fijn dat u luistert, is typerend voor K. Schippers, zo wordt duidelijk uit het titelgedicht waarin de ik-figuur naar de radio luistert: ‘”Fijn dat u luistert!”, zegt de omroepster.’ Een uitspraak ontleent aan de radiowereld: hier herkennen we de door Schippers veelvuldig gebruikte readymade. Maar, een dichtbundel wordt toch niet beluisterd? Het gedicht vervolgt: ‘Je hoort het niet, ik ook niet. De radio staat niet aan.’ Tussen deze regels klinkt de volgende vraag door: bestaan de woorden wel als ze niet gelezen/gehoord worden?

Geen zekerheid, geen samenhang

Schippers zet vraagtekens bij alles wat als vanzelfsprekend wordt gezien. Elke zekerheid wordt de lezer ontnomen, elk houvast onschadelijk gemaakt. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in het gedicht ‘Wat er niet is’:

Dit is helemaal geen doos, het
is iets anders dat zich voor
doet als een doos. Er zit

Niet eens iets in. Gras ziet
er soms uit of het de rol
speelt van gras.

Het stelt zich aan en is
misschien iets onbekends
of zelfs dat niet.

Door elke vanzelfsprekendheid op te heffen, wordt ruimte gecreëerd voor een nieuwe kijk op de wereld. Het is een oproep aan de lezer om de dingen te zien zoals ze zijn, zonder veronderstelde betekenis, om ongestoord te kunnen zien. Hoewel dat natuurlijk onmogelijk is, geeft Schippers ook toe in het gedicht ‘Nuttige dingen’. Maar: ‘de wens blijft’.

De blik van een kind

Dit verlangen naar het kijken met ongestuurde blik is typisch Schippers. Dit thema mag dan niet bepaald vernieuwend zijn in zijn poëzie, de gedichten zelf zijn dat wel – wat misschien ook niet heel verwonderlijk is met een dergelijk thema, indien goed uitgevoerd. En dat is het: niet zelden roept deze poëzie twijfels op over de wereld zoals we hem denken te kennen en slaagt er daarmee in de lezer wakker te schudden. Het is alsof je de wereld weer voor het eerst ziet. Hiermee is Schippers’ poëzie bij vlagen kinderlijk te noemen, maar zeker niet kinderachtig: het zijn juist de kinderlijke inzichten die onze vastgeroeste ideeën op losse schroeven zetten, zoals in het gedicht ‘1e pers. enk.’:

Ze wijst naar een stapel van
dezelfde boeken.

En ze denkt dat die stuk voor stuk
door iemand zijn geschreven.

Alles is anders, zonder meervoud,
van niets bestaat een kopie.

K. Schippers lijkt de visie dat alles anders is, te willen delen. Hij probeert de werkelijkheid te beschrijven, maar omdat die niet te benoemen is en altijd verandert, lijkt zijn inspiratiebron onuitputtelijk. Vanwege deze veranderlijke blik is de poëzie van K. Schippers na vijftig jaar nog altijd een succes te noemen en daarom kan zijn poëzie een uitstekende helpende hand bieden voor wie een poging wil doen de wereld als nieuw te ervaren.