Muziek / Achtergrond
special: Martinus - Martinus

Warme klanken

Het verlangen om de band Martinus ook live te horen kan niet beter aangewakkerd worden dan door te luisteren naar deze in eigen beheer uitgebrachte EP. Met warme klanken stookt Martinus het haardvuur stevig op.

Het zestal dat samenwerkt onder de naam Martinus maakt muziek die tot de melancholische folk en Americana gerekend kan worden, zo schrijft de groep zelf in de bij hun EP geleverde persnotitie. Naast de broers Ashwin (zang, gitaar en tekstschrijver) en Aäron Steps (bas), spelen Yannick Hermans (gitaar, zang), Ingo Jetten (gitaar, zang) Joost Koevoets (drum) en Astrid van Kerckhoven (viool) op deze debuut-EP. De vier nummers ademen een grote mate van vakmanschap en rust uit. De warmte van de composities neemt samen met de sound en de productie al snel bezit van de luisteraar. De meerstemmige zang van de goed bij elkaar kleurende stemmen klinkt als een klok.

‘Move On’, ‘Whose Choice’, ‘Drugs’ en ‘True Love’ doen in kwaliteit niets voor elkaar onder. Alle composities gaan over de liefde tussen twee mensen, al is dat in ‘Drugs’ over de liefde tussen ouders en hun zoon die verloren is door de drugs.

Het enige wat helpt om meer te genieten van dit kleine juweeltje, is de repeatknop van de cd-speler indrukken.

Live in Nederland:
11 januari 2015 Butterfly Moves, Sittard
10 februari 2015 Studio Tilburg, Tilburg
6 maart 2015 Poppodium Volt, Sittard
 

Boeken / Fictie

Meester der observatie

recensie: Ernest Hemingway - Een mekka voor veinzers

Ter gelegenheid van het festival Literaire Meesters verzamelde uitgeverij Het Literatuurhuis vroege teksten, columns en essays van en over een van de meest tot de verbeelding sprekende schrijvers van de vorige eeuw: Ernest Hemingway.

Noem de naam Hemingway en velen roepen in koor: drank, jagen, boksen, vissen en vrouwen en o ja, is dat niet die schrijver die zelfmoord pleegde? Inderdaad, dat is de schrijver die zichzelf in 1961 door zijn bebaarde kop schoot. Hij was het leven zat, een wrak na jaren van excessief drankgebruik. Maar wordt, ondanks het macho beeld dat men van hem heeft en dat de schrijver overigens zelf rijkelijk voedde, Hemingways werk nog wel gelezen? Iedereen zal de titels van zijn boeken kunnen noemen, maar wie kan iets zinnigs over de inhoud zeggen? Het Literatuurhuis doet met Een mekka voor veinzers een poging het leesvuur weer wat aan te wakkeren.

Eerste teksten

Met zijn eerste vrouw, Hadley Richardson, vertrekt Hemingway naar Parijs, het literaire mekka van dat moment. Hij weet met de Toronto Star, een krant waarvoor hij in Amerika reeds schrijft, een deal te sluiten zodat hij ook in Parijs voor haar mag werken. Het boek begint met veelal niet eerder gepubliceerde stukken die hij schreef voor deze Toronto Star. Het is meteen het beste én interessantste wat het te bieden heeft. Columns vanuit Parijs, reisverslagen en teksten over  onderwerpen die later ook in zijn romans regelmatig terugkeren. Hemingways typische stijl is al licht aanwezig, maar vooral in de thematiek vindt men de schrijver zoals wij hem kennen.

Observator

Wie Hemingways romans leest, moet verbluft zijn over het enorme observatievermogen dat de schrijver tentoonspreidt. Ook in zijn vroege werk laat hij blijken deze signaleringskunst te bezitten. Hij schrijft over zijn bohémien landgenoten die in de jaren twintig in groten getale naar Parijs trekken en zich de godganse dag in haar cafés ophouden. Het kost weinig moeite je de tafereeltjes voor te stellen. De rokerige, overdrukke ruimten waarin iedereen een eind weg kakelt en de een er nog vreemder uitziet dan de ander. Hemingway observeert en trekt de conclusie dat in hun streven naar individualisme ‘ze een soort uniformiteit in de excentriciteit bereikt hebben’.

Ditzelfde vermogen etaleert hij in zijn stukken over de op de vlucht geslagen bevolking van Thracië. Tevens zien we hier de gevoelige Hemingway die, hoewel aanwezig in zijn fictie, vaak onderbelicht blijft:

Het is een zwijgende stoet. Niemand die zelfs maar gromt. Dit is alles wat ze kunnen doen om in beweging te blijven. Hun prachtige boerenkostuums zijn doorweekt en bemodderd. Kippen bengelen, aan hun poten opgehangen, aan de karren. Kalveren snuffelen aan het trekvee zodra een opstopping de stoet stil doet houden. Een oude man loopt gebogen onder een jong varken, een zeis en een geweer, een kip aan zijn zeis vastgebonden. Een huisvader spreidt een deken over een barende vrouw in een van de karren, om haar tegen de slagregen te beschermen. Zij is de enige die geluid maakt. Haar dochtertje kijkt naar haar in panische angst en begint te huilen. En de stoet trekt voort.

Herhaling

Het grootste deel van Een mekka voor veinzers gaat op aan essays over de schrijver. Helaas, want na zo’n veelbelovend begin verlang je naar meer onontdekte pareltjes van de meester zelf. Ton de Kok schreef het boeiendste essay, waarin hij een verbinding legt tussen De oude man en de zee en het Bijbelboek Prediker. Bovendien laat hij Santiago (de oude visser uit de novelle) en Salomo (de schrijver van Prediker) elkaar op het strand ontmoeten. De overige essays zijn onderhoudend, maar de Hemingwaykenner en -liefhebber zal niet veel nieuws opsteken. Daarnaast worden feitjes uit schrijvers leven in verschillende teksten te vaak herhaald. Voor een eerste kennismaking met de zelfbenoemde macho vormen de essays echter een goede opmaat.

Theater / Achtergrond
special: Tractor Girl maakt sneeuwpop op de Zuidpool

Droom komt uit

Theatermaker Manon Ossevoort bedacht een verhaal: ‘Meisje dat op een tractor naar de Zuidpool rijdt’. Nu, twaalf jaar later, is haar verhaal werkelijkheid geworden.

~

Na een barre laatste etappe bereikte het team in de vroege ochtend van 9 december de Zuidpool. Hier heeft Manon, zoals beloofd, een sneeuwpop gemaakt ‘met de dromen van de wereld in z’n buik’. Ze verzamelde deze dromen in de afgelopen jaren met haar voorstelling Doe tijdens haar lange reis per tractor door Europa, de Balkan en Afrika. Maar ook via haar site kon je je droom aan haar meegeven. Alle dromen reden jarenlang mee achterop de tractor, werden gedigitaliseerd en zitten nu in een kleine globe in de buik van een sneeuwpop op Antarctica.

In haar gastenboek kun je nu bijvoorbeeld lezen: ‘Hi Manon! I am so glad to hear that you really made it!!!  We met in 2008 in Namibia at the Kunene River! I thought your story was so inspiring and I read it in the news today that you arrived at the South Pole. That really touched me and I just wanted to say that I am very happy to be a little part of it. Thanks for taking our wishes with you. Love, Stefanie’.

12058-1.jpg‘Het is belangrijk om dromen te hebben, maar misschien nog wel belangrijker om voorbeelden te hebben dat dromen uit kunnen komen. Het heeft me 12 jaar gekost, maar ik ben zo blij om hier te zijn met al deze dromen. Ik hoop dat velen al zijn uitgekomen.’ aldus Manon. ‘Ik wil mensen in de kracht van hun dromen laten geloven – ze laten weten dat met doorzettingsvermogen en vastberadenheid je je dromen waar kunt maken. Ik had de schijnbaar onmogelijke droom om met een tractor naar de Zuidpool te reizen. Dat is nu gelukt! Geloof in je dromen!’ Een mooie nieuwjaarswens voor 2015.

Het hele expeditieteam is inmiddels veilig thuisgekomen voor Kerst.

Theater / Voorstelling

Lekkere kerst met warme appelsap en whiskey

recensie: Circus Treurdier - Het eeuwige nachtcafé/Kerst met Kaak XL

Een half uur voor aanvang gaan de deuren naar het nachtcafé van Circus Treurdier open. De grote zaal van Theater Bellevue is omgetoverd tot een donkere en gezellig kerstige bedoening. De geuren van warme appelsap, kaneel en Jameson zijn niet weg te denken. De zaal is gevuld met tafeltjes, lampjes of nepkaarsen, glazen zijn gevuld met spannende dranken, bier of wijn, en lachende mensen staan in de rij voor de bar waar al dat lekkers vandaan lijkt te komen. Vijf minuten voor de voorstelling neem ik plaats aan zo’n tafeltje, dat ik deel met verschillend gezelschap. Iedereen lijkt als een kind zo opgewonden voor degenen die de aankomende drie en een half uur beloven te vullen.

Het verhaal lijkt op sommige vlakken gebaseerd op A Christmas Carol, een novelle van Charles Dickens uit 1843. In dit ‘kerstverhaal’ is Frederik Kaak de nieuwe Scrooge, een rol die fantastisch wordt gespeeld door Jan-Paul Buijs. Hij neemt het publiek op sleeptouw in zijn eigenzinnige en bittere gedachten over kerst en de tijd die hieraan vooraf ging.
Kaak zit, na jaren van succes als televisiepresentator, eenzaam en alleen thuis. Hij zoekt volhardend naar een nieuw televisieformat om zijn roem uit de jaren negentig voort te kunnen zetten. Gedurende de avond maken we kennis met zijn omgeving, die hem duidelijk nooit meer hoeft te zien. De voorstelling laat ons via een absurdistische weg en met een grote portie humor zien waar het met kerst toch eigenlijk om gaat: veel lieve woorden en vergiffenis.

Muzikaal en humoristisch
De humor zit in alles: de teksten zijn vlijmscherp en enorm goed, zowel op klank als inhoudelijk. De vier acteurs rondom Buijs schakelen non-stop van het ene personage naar het andere, nog niet eens sprekend over de muzikale capaciteit waarmee zij de avond in korte optredens aan elkaar lijmen. De vier bedrijven worden van elkaar onderscheiden door korte pauzes waarin het publiek een nieuw drankje of kleine snack bij de Treurdieriaanse bar kan halen.
Het nachtcafé voelt oneindig door de tijdloze glitters van het gordijn dat het café van de televisiedoos onderscheidt. De lege doos is tegelijkertijd het thuis van Mr. Kaak, waarin hij door zijn kostuum letterlijk in de patronen van het behang verdwijnt. De acteurs komen uit alle hoeken van het café en bewegen zich sluw, mysterieus en sierlijk, maar ook hysterisch door de toeschouwers heen. Het publiek buldert van begin tot eind. Het klopt van begin tot eind.

Circus Treurdier bestaat uit een groep jonge individuele makers die zich richten op theater-, muziek- en filmproducties. In hun werk zul je altijd een combinatie vinden van kleinkunst, toneel en popmuziek. Zij zeggen zelf er naar te streven om ‘het gat te dichten tussen de hoge en populaire kunst’. In het Het Eeuwige Nachtcafé is dit dichten een feest om de kerstdagen mee te beginnen, al zal ermee eindigen ook heus ultiem zijn. Chapeau!

Theater / Voorstelling

Een walhalla voor alfa’s en bèta’s

recensie: Jan Beuving en Daan van Eijk - Reken maar nergens op

Het knusse doch muffe Werftheater in Utrecht is afgeladen. Hoewel het podiumpje een schooltoneelstukje doet vermoeden, wordt de knullige entourage overspoeld door de gezwindheid van het getalenteerde duo.

Jan en Daan of Daan en Jan, want dat is immers hetzelfde, razen met prachtige bewoordingen door de geschiedenis van de exacte wetenschappen. Af en toe blijven ze staan bij een wonderbaarlijk verhaal over een van hun nerdhelden, zoals het legendarische rekenwonder Wim Klein en de ongeëvenaarde natuurkundige Hessel de Vries. In de drang naar het verklaren van de wereld en het heelal wordt niet geschroomd andere wetenschappen te betrekken. Er wordt op los geflirt met biologie, filosofie en religie, wat ook voor het publiek zonder bèta-achtergrond resulteert in een boeiende voorstelling.

Signatuur
Als ware poëzie zijn de teksten in elkaar geweven. Met belegen woorden en vernuftige zinsconstructies weten Jan en Daan een stempel te drukken op hun werk. Hoewel de stijl van de liedjes in snelheid en begeleiding soms wat eenzijdig lijkt, hoort de aandachtige luisteraar interessante maatsoorten en akkoordprogressies voorbij komen. Toch zijn de Ruitjesblues en het prachtige Lot een aangename afwisseling. Vooral laatstgenoemde spreekt tot de verbeelding en doet de drang naar het zoeken van verklaringen even vergeten. De kunst van het vertellen hebben de heren aardig onder de knie, waardoor je steeds wordt meegezogen in de verhalen die vol zitten met grappige woordspelingen.

Als een Jekko
De sneltreinvaart zit niet alleen in de liedjes, maar ook in de afwisseling van de scènes. Een aantal van deze scènes lenen zich op zichzelf al voor een voorstelling, waardoor er soms enige diepgang blijft liggen. Door deze afwisseling word je als toeschouwer overigens wel continu geactiveerd om je juiste geheugensporen op te duikelen. Hilarische conversaties bij het loket voor moeilijke vraagstukken, die het multi-interpreteerbare karakter van taal aantonen, lopen als een laagdrempelige rode draad door het programma heen. Ook hier kunnen alfa’s hun hart ophalen.

Intellectueel en braaf
Als kibbelende buurjongetjes nemen ze je mee langs toevallige ontdekkingen. Bij de ontdekking van het toeval staan gereformeerde Jan en nuchtere Daan lijnrecht tegenover elkaar. Met dit contrast wordt gedurende de voorstelling wat voorzichtig gespeeld, een felle confrontatie blijft dan ook uit. Er wordt gemierenneukt en verlangd naar anatomieles van Doutzen Kroes en snaartheorie van Janine Jansen. Wellustiger wordt het niet. Intellectueel theater is het zeker, academici worden dan ook naar hartenlust bediend. Jan en Daan verstaan naast hun exacte vakgebied ook zeker het vak van de literaire (lied-)kunst. Gaat dat zien!

Boeken / Fictie

Een sinistere geschiedenis

recensie: Christiaan Weijts - De Linkshandigen

Een cartoonist die zijn baan opzegt en een muzikante op weg naar België ontmoeten elkaar in de nieuwe roman van Christiaan Weijts. Allebei zijn ze linkshandig en allebei hebben ze iets te verbergen.

Christiaan Weijts is een schrijver die sinds zijn debuut in 2006 al in de kijker staat. Art. 258b werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs én de Gouden Uil, net als Weijts’ tweede roman Via Capello 23. Winnen deed hij ook al. Met zijn tweede boek won hij de Gerard Walschapprijs en met zijn derde, Euforie, de BNG Nieuwe Literatuurprijs.

Eigenwaarde
Een dergelijke erelijst wekt hoge verwachtingen van een boek. Afgaande op de eerdere boeken moet ook De Linkshandigen een parel zijn. Maar laten we wel wezen: wie weet er nu nog wie in 2008 en 2012 welke prijs ook alweer won? Waar het om gaat is het huidige boek. Het verleden telt niet mee.

De Linkshandigen laat echter zien dat het verleden wél een bepalende rol kan spelen in het heden. Dat begint al met de afkeer van cartoonist Zink voor de telecomgigant S&M. Hij heeft een zeer expliciete en kritische tekening ter publicatie ingeleverd. Na de – onvermijdelijke – afwijzing zegt Zink zijn baan op en vertrekt naar onbekende bestemming. Onderweg ziet hij een liftster, die met weekendtas en cellokoffer naast de snelweg staat met een bordje ‘België – Belgique’. Hoewel Zink nog geen idee heeft waar hij naar toe gaat, neemt hij haar wel mee.

Achtergronden
Doordat de liftster, Katherina, eveneens linkshandig is, raakt Zink geïntrigeerd door haar. Dat wordt alleen nog maar versterkt doordat ze haar cellokoffer nooit uit het oog verliest en weigert open te maken. Zink wil haar begrijpen en zoveel mogelijk over haar te weten komen. Katherina is echter erg gesloten en wispelturig.

Onderweg leert de lezer vooral Zink beter kennen. Naarmate het doel van de reis duidelijker wordt, komt de lezer ook meer over de achtergrond en motivatie van Zink te weten. Waar de afkeer van S&M vandaan komt, wordt langzaam aan de lezer duidelijk gemaakt. In de loop van het verhaal laat Weijts langzaam alle puzzelstukjes op hun plaats vallen.

Kundig schrijver
Weijts heeft, zoals gezegd, al zijn strepen verdiend. De Linkshandigen stelt wat dat betreft niet teleur. De spanningsboog van het verhaal wordt goed opgebouwd en het lukt Weijts ook om personages neer te zetten waarvoor de lezer sympathie op kan brengen. Vooral Zink wordt als karakter goed uitgewerkt. Hoe meer je als lezer over hem te weten komt, hoe meer je met hem meeleeft en hem begrijpt.

Weijts hanteert een vlotte pen in De linkshandigen. Het boek is geen echte pageturner, maar het houdt de aandacht vast. De plot vordert snel genoeg om nergens langdradig te worden, de wendingen zijn (over het algemeen) niet heel goed te voorspellen. De lezer krijgt steeds genoeg informatie om verder te willen lezen, zonder dat er een dwang achter zit, of dat de vaart uit het verhaal wordt gehaald. Wellicht geen Groots Meesterwerk der Nederlandse Literatuur, maar wel een goed boek.

Theater / Achtergrond
special: De theaterredactie van 8WEEKLY selecteerde de interessantste voorstellingen van het afgelopen jaar

De beste voorstellingen van 2014

De theaterredactie van 8WEEKLY zag dit jaar veel uiteenlopend theater. Voor de eindejaarslijst blikken we terug en zetten de indrukwekkendste voorstellingen op een rij. Omdat elke productie in haar eigen genre zeer bijzonder is besloten wij om geen rangschikking te hanteren, maar de uitverkoren tien topvoorstellingen op alfabetische volgorde te presenteren.

~

~

~

O die zee – Theater De Wegwijzer
Op zeer komische en grootse wijze voltrokken de omzwervingen van Odyssee zich deze zomer een maand lang in de slotgracht van een fort nabij Vlissingen. Deze moderne muziektheaterbewerking was een ode aan de Zeeuwse cultuur, waarbij niet-Zeeuwen overtuigend Zeeuws spreken en Zeeuwse grootheden uit de popcultuur hun geboortegrond op de grondvesten doen trillen. Voor zowel jonge als oude Zeeuwen en niet-Zeeuwen was dit een heerlijk avontuurlijke avond uit!

Theater / Voorstelling

Een levendig en magisch prinsessenverhaal

recensie: Het Nationale Ballet - Cinderella

.

Cinderella, een voorstelling van Het Nationale Ballet in coproductie met San Francisco Ballet, is op de eerste plaats een fantastisch virtuoos meesterwerk. Zowel de dansers als het decor schitterden intrigerend mooi. Niet te vergeten de onwijs kleurrijke ondersteuning van het orkest, die de voorstelling van een magische allure voorzag. De theatrale kanten binnen de voorstelling, het ’toneelspelen’ van de dansers, gaven een levendige indruk.Hoewel de titel reeds aangeeft dat de voorstelling over het sprookje van Assepoester gaat, zag ik gedurende de voorstelling steeds meer verschillen met hoe ik het verhaal ken. Het is duidelijk dat het verschil er moest zijn, aangezien bepaalde aspecten van het ‘originele’ verhaal onmogelijk toe te passen zijn in een balletvoorstelling: denk aan het inzetten van dieren. Naar mijn idee hebben deze ‘aanpassingen’ het verhaal achter de voorstelling tot leven gebracht. De dimensies van het verhaal zijn volledig aan bod gekomen, zonder de in feite onmogelijke aspecten uit het oorspronkelijke verhaal te doen vervagen. Zo kon ik geheel volgen hoe de koets van Assepoester zich opbouwde uit de dansers: de helpmuizen, in deze voorstelling waren het helpgeesten, deden een paardenmasker op, een aantal andere dansers hielden de wielen vast. In dit gedeelte was er nog niet zo veel magie, tot het moment waarop Assepoester, gedanst door Maia Makhatelli, op de koets plaatsneemt en het vloeiende materiaal van haar jurk de bolling van de koets vormt. Hier is de magie aan alle kanten te voelen.

Een danslegende op het podium
Daar staat ze: Michaela DePrince. Na al het nieuws in de sociale media en diverse tijdschriften over de Sierra Leoonse danseres had ik eindelijk de mogelijkheid haar te zien dansen. Hoewel ik deze voorstelling niet bezocht heb vanwege haar, was ik erg enthousiast om deze danslegende live te mogen zien. Zij is en blijft, als ‘zwarte ballerina’, een belangrijk figuur in de geschiedenis van balletwereld en ik denk dat Cinderella en het maakproces van de voorstelling mogelijk mee kunnen worden genomen in toekomstig onderzoek over de balletwereld en haar dynamiek.

Boeken / Fictie

Een moderne Icarus

recensie: Gerrit Hoogstraaten - Wie vleugels heeft

Eerst waren er Oedipus en Icarus. Nu is er Frank. Amateurtheaterproducent Gerrit Hoogstraaten publiceerde onlangs zijn eerste roman Wie vleugels heeft: thriller, psychologische roman en moderne tragedie. Wie hoog vliegt kan diep vallen. Maar wie vleugels heeft móét wel vliegen.

De roman begint als een thriller: een spannende flashforward en vervolgens de chronologische aanvang van het verhaal dat volledig gaat over een nieuwe regisseur die zijn plaats probeert te veroveren bij een amateur musicalgezelschap. De regisseur begint meteen op de verkeerde voet als hij decorbouwer Frank toestaat om ook eens een rol te spelen in de volgende uitvoering, Pippin. Deze introductie in de wereld van het amateurtoneel begint met snelle monologen en dialogen doorregen met observaties van de wat zelfbewuste regisseur (“Ik moest afronden met iets pakkends, anders was dit een verloren praatje.”). Ook de interne bespiegelingen met pregnante vragen, overpeinzingen en analyses van Pippin zorgen voor een interessant begin. Hoogstraaten schrijft bovendien met voldoende spot om de wat pompeuze regisseur sympathiek te vinden. Vanaf dan begint alles door elkaar te lopen: toneelspelers en toneelpersonages, roman en toneelstuk en ook de protagonist en Hoogstraaten zelf.

Tweede acte
Dit dooreenlopen van rollen en lijnen is de grote forte van de roman maar hierin zit hem ook de reden dat het middenstuk van het boek wat zwak is. De personages worden platter beschreven, er zit veel herhaling en veel van hetzelfde in en Hoogstraaten verwijst regelmatig naar het toneelstuk Pippin. Die verwijzingen zijn echter slecht te begrijpen voor wie het stuk niet kent. De spanning van het begin is er hierdoor in deze tweede acte helaas uit.

Pippin wordt uiteindelijk een moderne Icarus door zijn manische natuur en de stemmen die rondrazen in zijn hoofd – verbeeld door de andere toneelspelers. Die stemmen spreken en zwijgen op precies de verkeerde momenten en leiden hem naar zijn noodlottige einde. Pippin wordt gespeeld door decorbouwer Frank, die wel erg veel parallellen met zijn personage blijkt te vertonen. Maar welke stem wat zegt, wie zwijgt en wie wat hoort blijft in de schaduw. Ook de regisseur wordt achterdochtig.

Exit Frank
Na de repetities blaast hij stoom af bij zijn vrouw Joosje, een tamelijk betweterig type dat niet zo goed uit de verf komt. Ze blijft vooral een personage en lijkt een kunstmatige variant op wat wellicht beter een monologue intérieur had kunnen zijn. Naarmate het dramatische einde nadert, het hele toneel in elkaar dondert, en ook ’s regisseurs positie onhoudbaar wordt, blijkt juist Joosje echter een zeer belangrijke sleutel voor een interessante interpretatie van de roman: ze besluit te zwijgen.

Op het moment dat de vragen rijzen, eindigt het verhaal en valt het doek voor deze intrigerende roman waarvan na het zwakke middenstuk het sterke einde als een grote verrassing komt.

Muziek / Achtergrond
special: Een gesprek met Joop en Jessica

‘Joop heeft hele mooie oren’

.

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk ontmoet? 

~

Jessica: “We kwamen elkaar tegen bij het klassieke koor waar we allebei zingen. Voor mij was het allemaal nieuw: het zingen, de meerstemmige muziek, de tweestemmige duetten. De liedjes van Joop kende ik niet en ik ben er nog steeds verbaasd over dat juist hij mij eruit pikte om eens samen te gaan zingen. Dat is nu 12 jaar geleden.”

Joop: “Toen ik een keer moest optreden in Utrecht vroeg ik Jessica om een paar nummers mee te zingen. Het publiek was erg enthousiast en de geluidsman zei: “Jullie stemmen passen mooi bij elkaar, daar moet je mee doorgaan.” En dus zijn we samen verder gegaan.”

Waarom passen jullie zo goed bij elkaar?

Jessica: “We voelen elkaar feilloos aan en hebben allebei een soort ‘sport-mentaliteit’ van training en discipline. Bovendien hebben we dezelfde humor en relativeringsvermogen. Ik vind Joop erg grappig.”

Joop: “Sport en humor bindt ons, inderdaad. En Jessica is erg grappig, vind ik.”

Joop is natuurlijk al jarenlang muzikant, maar wat deed Jessica voor jullie samenwerking? 

Jessica: “Ik was net gestopt als gymjuf toen Joop op mijn pad kwam. Voor mij begon toen een totaal ander, avontuurlijk leven. Dat vond en vind ik nog steeds geweldig, vooral omdat ik niet in de theater- en muziekwereld ben opgegroeid. Mijn vader was sportjournalist en dat wilde ik ook worden. Maar hij zei dat die wereld te hard was voor mij, dus toen ben ik voor de klas beland. Nu combineer ik onderwijs en muziek: samen met een vriendin heb ik ook nog een kinderkoor.”

Wat heeft Joop wat Jessica niet heeft en andersom?
Jessica: “Joop heeft hele mooie oren. Hij is een bèta. En een bas.”

Joop: “Jessica is altijd geduldig en nooit eigenwijs. Zij is een alfa. En een sopraan.”

Hoe schrijven jullie de liedjes?
Jessica: “Joop zorgt voor de teksten en de muziek. Samen zoeken we vervolgens naar de meerstemmigheid en het tempo.”  

Joop: “Jessica gooit er af en toe precies een goed woord in. De uiteindelijke uitvoering is het resultaat van overleg en uitproberen.”

Wat vinden jullie zelf het best geslaagde lied en waarom?

~

Jessica: “Een toplied vind ik zelf: ‘De Winkel’. Daar zit zo’n mooie opbouw in en het heeft humor en romantiek. ‘Boekelo’ is ook een favoriet van mij. Net als ‘De Schemering’ raakt dat aan een diep gevoel van heimwee en eenzaamheid. Iets dat ik herken in Joop.”

Joop: “Op YouTube staat ‘Jan de Manager’ ruim bovenaan, maar wat zegt dat? Is de meest gelezen krant of het best bekeken programma ook het beste? Dat denkt toch niemand!”

Jullie zijn gestopt met optredens, behalve op gesloten feestjes. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
Jessica: “Het werd fysiek te zwaar voor Joop om nog avondvullende voorstellingen te draaien. We doen nu kleinere optredens op verzoek, op plekken waar we meer dan welkom zijn. Het zijn dan ook echt feestjes!”

Joop: “Korte openbare optredens van twintig tot zestig minuten doen we ook nog steeds hoor.”

Hoe gaan jullie te werk op zo’n feestje?
Jessica: “We proberen altijd rekening te houden met de sfeer in de groep en maken een voorstelling waarbij het feestvarken centraal staat, met zijn of haar voorkeuren voor bepaalde liedjes. Zo blijft het voor ons ook afwisselend en plezierig om te doen. De reacties zijn meestal erg enthousiast!”

Joop: “Ik maak een passend lied op de jarige of jubilaris(sen) en dat lukt bijna altijd. En we eindigen met een feestelijke meezinger, op maat gemaakt. Dat maakt het speciaal.”