Boeken / Fictie

Een sinistere geschiedenis

recensie: Christiaan Weijts - De Linkshandigen

Een cartoonist die zijn baan opzegt en een muzikante op weg naar België ontmoeten elkaar in de nieuwe roman van Christiaan Weijts. Allebei zijn ze linkshandig en allebei hebben ze iets te verbergen.

Christiaan Weijts is een schrijver die sinds zijn debuut in 2006 al in de kijker staat. Art. 258b werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs én de Gouden Uil, net als Weijts’ tweede roman Via Capello 23. Winnen deed hij ook al. Met zijn tweede boek won hij de Gerard Walschapprijs en met zijn derde, Euforie, de BNG Nieuwe Literatuurprijs.

Eigenwaarde
Een dergelijke erelijst wekt hoge verwachtingen van een boek. Afgaande op de eerdere boeken moet ook De Linkshandigen een parel zijn. Maar laten we wel wezen: wie weet er nu nog wie in 2008 en 2012 welke prijs ook alweer won? Waar het om gaat is het huidige boek. Het verleden telt niet mee.

De Linkshandigen laat echter zien dat het verleden wél een bepalende rol kan spelen in het heden. Dat begint al met de afkeer van cartoonist Zink voor de telecomgigant S&M. Hij heeft een zeer expliciete en kritische tekening ter publicatie ingeleverd. Na de – onvermijdelijke – afwijzing zegt Zink zijn baan op en vertrekt naar onbekende bestemming. Onderweg ziet hij een liftster, die met weekendtas en cellokoffer naast de snelweg staat met een bordje ‘België – Belgique’. Hoewel Zink nog geen idee heeft waar hij naar toe gaat, neemt hij haar wel mee.

Achtergronden
Doordat de liftster, Katherina, eveneens linkshandig is, raakt Zink geïntrigeerd door haar. Dat wordt alleen nog maar versterkt doordat ze haar cellokoffer nooit uit het oog verliest en weigert open te maken. Zink wil haar begrijpen en zoveel mogelijk over haar te weten komen. Katherina is echter erg gesloten en wispelturig.

Onderweg leert de lezer vooral Zink beter kennen. Naarmate het doel van de reis duidelijker wordt, komt de lezer ook meer over de achtergrond en motivatie van Zink te weten. Waar de afkeer van S&M vandaan komt, wordt langzaam aan de lezer duidelijk gemaakt. In de loop van het verhaal laat Weijts langzaam alle puzzelstukjes op hun plaats vallen.

Kundig schrijver
Weijts heeft, zoals gezegd, al zijn strepen verdiend. De Linkshandigen stelt wat dat betreft niet teleur. De spanningsboog van het verhaal wordt goed opgebouwd en het lukt Weijts ook om personages neer te zetten waarvoor de lezer sympathie op kan brengen. Vooral Zink wordt als karakter goed uitgewerkt. Hoe meer je als lezer over hem te weten komt, hoe meer je met hem meeleeft en hem begrijpt.

Weijts hanteert een vlotte pen in De linkshandigen. Het boek is geen echte pageturner, maar het houdt de aandacht vast. De plot vordert snel genoeg om nergens langdradig te worden, de wendingen zijn (over het algemeen) niet heel goed te voorspellen. De lezer krijgt steeds genoeg informatie om verder te willen lezen, zonder dat er een dwang achter zit, of dat de vaart uit het verhaal wordt gehaald. Wellicht geen Groots Meesterwerk der Nederlandse Literatuur, maar wel een goed boek.

Theater / Achtergrond
special: De theaterredactie van 8WEEKLY selecteerde de interessantste voorstellingen van het afgelopen jaar

De beste voorstellingen van 2014

De theaterredactie van 8WEEKLY zag dit jaar veel uiteenlopend theater. Voor de eindejaarslijst blikken we terug en zetten de indrukwekkendste voorstellingen op een rij. Omdat elke productie in haar eigen genre zeer bijzonder is besloten wij om geen rangschikking te hanteren, maar de uitverkoren tien topvoorstellingen op alfabetische volgorde te presenteren.

~

~

~

O die zee – Theater De Wegwijzer
Op zeer komische en grootse wijze voltrokken de omzwervingen van Odyssee zich deze zomer een maand lang in de slotgracht van een fort nabij Vlissingen. Deze moderne muziektheaterbewerking was een ode aan de Zeeuwse cultuur, waarbij niet-Zeeuwen overtuigend Zeeuws spreken en Zeeuwse grootheden uit de popcultuur hun geboortegrond op de grondvesten doen trillen. Voor zowel jonge als oude Zeeuwen en niet-Zeeuwen was dit een heerlijk avontuurlijke avond uit!

Theater / Voorstelling

Een levendig en magisch prinsessenverhaal

recensie: Het Nationale Ballet - Cinderella

.

Cinderella, een voorstelling van Het Nationale Ballet in coproductie met San Francisco Ballet, is op de eerste plaats een fantastisch virtuoos meesterwerk. Zowel de dansers als het decor schitterden intrigerend mooi. Niet te vergeten de onwijs kleurrijke ondersteuning van het orkest, die de voorstelling van een magische allure voorzag. De theatrale kanten binnen de voorstelling, het ’toneelspelen’ van de dansers, gaven een levendige indruk.Hoewel de titel reeds aangeeft dat de voorstelling over het sprookje van Assepoester gaat, zag ik gedurende de voorstelling steeds meer verschillen met hoe ik het verhaal ken. Het is duidelijk dat het verschil er moest zijn, aangezien bepaalde aspecten van het ‘originele’ verhaal onmogelijk toe te passen zijn in een balletvoorstelling: denk aan het inzetten van dieren. Naar mijn idee hebben deze ‘aanpassingen’ het verhaal achter de voorstelling tot leven gebracht. De dimensies van het verhaal zijn volledig aan bod gekomen, zonder de in feite onmogelijke aspecten uit het oorspronkelijke verhaal te doen vervagen. Zo kon ik geheel volgen hoe de koets van Assepoester zich opbouwde uit de dansers: de helpmuizen, in deze voorstelling waren het helpgeesten, deden een paardenmasker op, een aantal andere dansers hielden de wielen vast. In dit gedeelte was er nog niet zo veel magie, tot het moment waarop Assepoester, gedanst door Maia Makhatelli, op de koets plaatsneemt en het vloeiende materiaal van haar jurk de bolling van de koets vormt. Hier is de magie aan alle kanten te voelen.

Een danslegende op het podium
Daar staat ze: Michaela DePrince. Na al het nieuws in de sociale media en diverse tijdschriften over de Sierra Leoonse danseres had ik eindelijk de mogelijkheid haar te zien dansen. Hoewel ik deze voorstelling niet bezocht heb vanwege haar, was ik erg enthousiast om deze danslegende live te mogen zien. Zij is en blijft, als ‘zwarte ballerina’, een belangrijk figuur in de geschiedenis van balletwereld en ik denk dat Cinderella en het maakproces van de voorstelling mogelijk mee kunnen worden genomen in toekomstig onderzoek over de balletwereld en haar dynamiek.

Boeken / Fictie

Een moderne Icarus

recensie: Gerrit Hoogstraaten - Wie vleugels heeft

Eerst waren er Oedipus en Icarus. Nu is er Frank. Amateurtheaterproducent Gerrit Hoogstraaten publiceerde onlangs zijn eerste roman Wie vleugels heeft: thriller, psychologische roman en moderne tragedie. Wie hoog vliegt kan diep vallen. Maar wie vleugels heeft móét wel vliegen.

De roman begint als een thriller: een spannende flashforward en vervolgens de chronologische aanvang van het verhaal dat volledig gaat over een nieuwe regisseur die zijn plaats probeert te veroveren bij een amateur musicalgezelschap. De regisseur begint meteen op de verkeerde voet als hij decorbouwer Frank toestaat om ook eens een rol te spelen in de volgende uitvoering, Pippin. Deze introductie in de wereld van het amateurtoneel begint met snelle monologen en dialogen doorregen met observaties van de wat zelfbewuste regisseur (“Ik moest afronden met iets pakkends, anders was dit een verloren praatje.”). Ook de interne bespiegelingen met pregnante vragen, overpeinzingen en analyses van Pippin zorgen voor een interessant begin. Hoogstraaten schrijft bovendien met voldoende spot om de wat pompeuze regisseur sympathiek te vinden. Vanaf dan begint alles door elkaar te lopen: toneelspelers en toneelpersonages, roman en toneelstuk en ook de protagonist en Hoogstraaten zelf.

Tweede acte
Dit dooreenlopen van rollen en lijnen is de grote forte van de roman maar hierin zit hem ook de reden dat het middenstuk van het boek wat zwak is. De personages worden platter beschreven, er zit veel herhaling en veel van hetzelfde in en Hoogstraaten verwijst regelmatig naar het toneelstuk Pippin. Die verwijzingen zijn echter slecht te begrijpen voor wie het stuk niet kent. De spanning van het begin is er hierdoor in deze tweede acte helaas uit.

Pippin wordt uiteindelijk een moderne Icarus door zijn manische natuur en de stemmen die rondrazen in zijn hoofd – verbeeld door de andere toneelspelers. Die stemmen spreken en zwijgen op precies de verkeerde momenten en leiden hem naar zijn noodlottige einde. Pippin wordt gespeeld door decorbouwer Frank, die wel erg veel parallellen met zijn personage blijkt te vertonen. Maar welke stem wat zegt, wie zwijgt en wie wat hoort blijft in de schaduw. Ook de regisseur wordt achterdochtig.

Exit Frank
Na de repetities blaast hij stoom af bij zijn vrouw Joosje, een tamelijk betweterig type dat niet zo goed uit de verf komt. Ze blijft vooral een personage en lijkt een kunstmatige variant op wat wellicht beter een monologue intérieur had kunnen zijn. Naarmate het dramatische einde nadert, het hele toneel in elkaar dondert, en ook ’s regisseurs positie onhoudbaar wordt, blijkt juist Joosje echter een zeer belangrijke sleutel voor een interessante interpretatie van de roman: ze besluit te zwijgen.

Op het moment dat de vragen rijzen, eindigt het verhaal en valt het doek voor deze intrigerende roman waarvan na het zwakke middenstuk het sterke einde als een grote verrassing komt.

Muziek / Achtergrond
special: Een gesprek met Joop en Jessica

‘Joop heeft hele mooie oren’

.

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk ontmoet? 

~

Jessica: “We kwamen elkaar tegen bij het klassieke koor waar we allebei zingen. Voor mij was het allemaal nieuw: het zingen, de meerstemmige muziek, de tweestemmige duetten. De liedjes van Joop kende ik niet en ik ben er nog steeds verbaasd over dat juist hij mij eruit pikte om eens samen te gaan zingen. Dat is nu 12 jaar geleden.”

Joop: “Toen ik een keer moest optreden in Utrecht vroeg ik Jessica om een paar nummers mee te zingen. Het publiek was erg enthousiast en de geluidsman zei: “Jullie stemmen passen mooi bij elkaar, daar moet je mee doorgaan.” En dus zijn we samen verder gegaan.”

Waarom passen jullie zo goed bij elkaar?

Jessica: “We voelen elkaar feilloos aan en hebben allebei een soort ‘sport-mentaliteit’ van training en discipline. Bovendien hebben we dezelfde humor en relativeringsvermogen. Ik vind Joop erg grappig.”

Joop: “Sport en humor bindt ons, inderdaad. En Jessica is erg grappig, vind ik.”

Joop is natuurlijk al jarenlang muzikant, maar wat deed Jessica voor jullie samenwerking? 

Jessica: “Ik was net gestopt als gymjuf toen Joop op mijn pad kwam. Voor mij begon toen een totaal ander, avontuurlijk leven. Dat vond en vind ik nog steeds geweldig, vooral omdat ik niet in de theater- en muziekwereld ben opgegroeid. Mijn vader was sportjournalist en dat wilde ik ook worden. Maar hij zei dat die wereld te hard was voor mij, dus toen ben ik voor de klas beland. Nu combineer ik onderwijs en muziek: samen met een vriendin heb ik ook nog een kinderkoor.”

Wat heeft Joop wat Jessica niet heeft en andersom?
Jessica: “Joop heeft hele mooie oren. Hij is een bèta. En een bas.”

Joop: “Jessica is altijd geduldig en nooit eigenwijs. Zij is een alfa. En een sopraan.”

Hoe schrijven jullie de liedjes?
Jessica: “Joop zorgt voor de teksten en de muziek. Samen zoeken we vervolgens naar de meerstemmigheid en het tempo.”  

Joop: “Jessica gooit er af en toe precies een goed woord in. De uiteindelijke uitvoering is het resultaat van overleg en uitproberen.”

Wat vinden jullie zelf het best geslaagde lied en waarom?

~

Jessica: “Een toplied vind ik zelf: ‘De Winkel’. Daar zit zo’n mooie opbouw in en het heeft humor en romantiek. ‘Boekelo’ is ook een favoriet van mij. Net als ‘De Schemering’ raakt dat aan een diep gevoel van heimwee en eenzaamheid. Iets dat ik herken in Joop.”

Joop: “Op YouTube staat ‘Jan de Manager’ ruim bovenaan, maar wat zegt dat? Is de meest gelezen krant of het best bekeken programma ook het beste? Dat denkt toch niemand!”

Jullie zijn gestopt met optredens, behalve op gesloten feestjes. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
Jessica: “Het werd fysiek te zwaar voor Joop om nog avondvullende voorstellingen te draaien. We doen nu kleinere optredens op verzoek, op plekken waar we meer dan welkom zijn. Het zijn dan ook echt feestjes!”

Joop: “Korte openbare optredens van twintig tot zestig minuten doen we ook nog steeds hoor.”

Hoe gaan jullie te werk op zo’n feestje?
Jessica: “We proberen altijd rekening te houden met de sfeer in de groep en maken een voorstelling waarbij het feestvarken centraal staat, met zijn of haar voorkeuren voor bepaalde liedjes. Zo blijft het voor ons ook afwisselend en plezierig om te doen. De reacties zijn meestal erg enthousiast!”

Joop: “Ik maak een passend lied op de jarige of jubilaris(sen) en dat lukt bijna altijd. En we eindigen met een feestelijke meezinger, op maat gemaakt. Dat maakt het speciaal.”

Boeken / Non-fictie

Steve Jobs van de zestiende eeuw

recensie: Sandra Langereis - De woordenaar

Christoffel Plantijn (1520-1589) was de belangrijkste drukker en uitgever van zijn tijd. Hij bouwde in de zestiende eeuw aan een imperium dat met strakke hand vanuit handelscentrum Antwerpen werd geleid. Dat ging niet zonder slag of stoot, zo beschrijft historica Sandra Langereis in een boeiende biografie.

Aan de Vrijdagmarkt in hartje Antwerpen kan men in het Museum Plantin-Moretus nog altijd de drukpersen zien waarop Christoffel Plantijn zijn boeken drukte. Het huis en de bijbehorende werkplaatsen zijn in een perfecte staat behouden gebleven en vormen het decor van de vroegste geïndustrialiseerde boekdrukpraktijk. Nadat Johannes Gutenberg in Duitsland de boekdrukkunst uitvond – de reproductie van boeken door middel van uit losse loden letters samengestelde pagina’s – bracht Plantijn die techniek met een grote versnelling de wereld in.

Kanten kragen
Sandra Langereis levert een grondige studie af. Ze volgt Plantijn van zijn jeugd in Lyon en Parijs, via zijn opleiding tot boekbinder in Caen tot zijn eigen onderneming in Antwerpen. Een bijzondere loopbaan voor een jonge ambachtsgezel die het geluk heeft een vak te kunnen leren, terwijl hij het niet moest hebben van zijn afkomst. Nog opvallender is het feit dat Plantijn na zijn opleiding een eigen bedrijf start in Antwerpen, dat hij binnen korte tijd levensvatbaar maakt en tot een succes weet uit te bouwen.

Zijn ambitieuze ondernemerschap wordt gekenmerkt door een grote dosis realiteitszin: gedurende zijn hele werkzame leven als drukker en uitgever dreef Christoffel ook nog een lucratieve handel in kanten kragen on the side. Met de opbrengsten van deze typisch Vlaamse koopwaar kon hij de perioden dat hij als drukker te weinig inkomsten had goed overleven.

Polyglotbijbel
Veel aandacht is ingeruimd voor de twee hoogtepunten uit het oeuvre van Plantijn. Hij bracht als eerste de rommelige Nederlandse taal systematisch bijeen in een omvangrijk en wetenschappelijk verklaard woordenboek. Redacteuren en taalkundigen werden aangesteld om deze klus in een aantal jaren te klaren. Als volgende project produceerde hij de Polyglotbijbel: een meertalige bijbel in de grondtalen Hebreeuws, Grieks, Aramees en Syrisch met daar direct naast, van iedere taalsoort, een Latijnse vertaling.

Langereis laat uitstekend zien hoe deze monsteruitgaven een riskante investering vormden in de zestiende-eeuwse werkelijkheid: de boekdrukkunst zorgde voor een geweldige opleving in de uitwisseling van kennis, zodanig dat de burgerlijke en kerkelijke autoriteiten nerveus begonnen te worden. Dat gedrukte teksten zomaar gereproduceerd en verspreid werden, ging regelrecht in tegen het toen geldende adagium ‘hou jij ze dom, hou ik ze arm’.

Als boekdrukker lag Plantijn stevig onder vuur van met name de geestelijkheid. De controle op zijn drukwerken was streng ten tijde van de sluimerende Reformatie en steeds vaker voorkomende beeldenstormen. In 1562 werd hij bankroet verklaard – en werd zijn drukkerij onteigend – vanwege de verspreiding van een boekwerkje dat aan de strenge censuurregels had weten te ontsnappen. Vanuit zijn schuiladres in Parijs liet Plantijn zijn geveilde inboedel in het geheim opkopen door vrienden en vertrouwelingen en begon een paar jaar later weer opnieuw met een sterk ingekrompen, en dus minder zichtbare, drukkerij.

Steve Jobs
In onze tijd zou Christoffel Plantijn een soort Steve Jobs zijn geweest: een entrepreneur die in een opkomende markt op zoek is naar een niche waarmee hij zich kan onderscheiden van zijn concurrenten. En precies zoals Jobs bij Apple deed, wist Plantijn op te vallen door de superieure kwaliteit van zijn belangrijkste producten. Hij investeerde in exclusieve letterstempels en in speciaal vervaardigde papiersoorten, hij zorgde voor een betrouwbaar distributiesysteem en was, toen al, jaarlijks zichtbaar op de Büchmesse in Frankfurt waar hij zijn Europese opdrachtgevers ontmoette.

Met de Spaanse koning Filips II als zijn belangrijkste klant – tegelijk ook de moeilijkste, want er werd onregelmatig betaald – wist Plantijn in zijn hoogtijdagen 22 drukpersen aan de gang te houden. Ondertussen bleef hij zich bewust van zijn persoonlijke missie: hij geloofde heilig dat de verspreiding van gedrukte teksten, de toegang tot kennis in een gemeenschappelijke taal de ontbrandende tegenstellingen tussen de bevolkings- en religieuze groepen zou doen blussen. Die bijzondere doelstelling maakt deze illustere zestiende-eeuwer tot dankbaar onderwerp van een zeer leesbare biografie.

Theater / Voorstelling

(On)smakelijke avond in Restaurant Amore

recensie: Golden Palace - Restaurant Amore

Restaurant Amore wordt geopend met prachtig stil spel van Gerindo Kartadinata. De Franse chef heeft zijn eigen keuken, waarin hij aan de lopende band culinaire kunstwerken presenteert. Het eten zelf krijgt niet zozeer een nieuwe betekenis, ervan uitgaande dat iedereen inmiddels wel bekend is met de verschrikkelijke vleesindustrie, maar de confrontatie met ons eigen consumeren wordt – doch clichématig – toch 100% voelbaar gemaakt.

Golden Palace beweert een voorstelling te maken over de betekenis van eten. Laten we voorop stellen dat zij meer doen dan dit. Restaurant Amore is een humoristische voorstelling waarin zij de spot drijven met hun medemens en dus ook hun publiek. De vijf gasten zijn elk stereotypes van het hysterische soort. Het eerste half uur wordt puur op de lach gespeeld door een Italiaanse, een Nederlandse – wannabe-Britse – kopie van Jamie Oliver en een non-verbaal communicerende Afrikaan. Zij beleven de gerechten met een passie die zich uit in lust, liefde, jaloezie, wraak en extase. De emoties lopen hoog op, waardoor het contrast met het ‘burgerlijke’ stel dat even later in het restaurant plaats neemt groot is.

Vervreemdend vreten
In de vormgeving word je nog net niet doodgegooid met de grove afbeeldingen en videobeelden uit de vleesindustrie die op een multimediaal scherm worden afgewisseld met romantische schilderijen van gedrapeerde druiven en complete hazen op tafel. Het decor is zeer gestileerd en realistisch opgesteld met sober gedekte tafels voor een of twee personen. Op de achtergrond hoor je wachtmuziek (piano) en uit de keuken komen pruttelende geluiden. Het absurdistische spel van de acteurs komt in deze vormgeving prima tot zijn recht.
Wat er vervolgens gebeurt is dat het orgastisch eten lijnrecht tegenover het naïeve massagedrag van de huidige maatschappij wordt gezet. Dit uit zich wanneer een van de zes personages de voorgeschotelde gerechten weigert te eten: het is namelijk naast selfservice ook nog eens ‘eten wat de pot schaft’. In plaats daarvan schranst zij – als emo-eter – uit frustratie, angst en wanhoop een zak chips met augurk en ketchup naar binnen. Nu lijkt een uitvergrote versie van een ‘normale’ situatie ons compleet wereldvreemd. De rotzooi die zij naar binnen werkt wordt bij velen in het publiek voelbaar. Geluiden van gruwel ruizen door de ruimte.

Effectieve clichés
Of ik na Restaurant Amore anders naar eten kijk, betwijfel ik. Inmiddels is de kennis van de huidige vleesindustrie ons welbekend en zal de voorstelling dus ook geen nieuwe betekenis van boter, kaas of eieren brengen. Tegelijkertijd geef ik Ingrid Kuijper groot gelijk om naast alle quinoahipdoenerij nog even terug te grijpen naar wat nu werkelijk een probleem is. De uiteindelijke vreetchaos is mij te veel geschreeuw, maar dit zal in het niets verdwijnen naast het oorverdovende geschreeuw van een gefileerd en op de kop hangend speenvarken. Elk uitvergrote cliché spreekt huid en duidelijk. Aan tafel!

Film / Achtergrond
special:

De 8WEEKLY-filmredactie selecteert de beste films van het afgelopen jaar

.

Under the Skin
Under the Skin

1. Under the Skin – (Jonathan Glazer, 2013)

Een onconventionele en vervreemdende sciencefictionfilm die meer vragen oproept dan beantwoordt maar van begin tot het einde weet te intrigeren. Een excellerende Scarlett Johanssen speelt een alien die met een busje mannen in grauw Schotland van straat oppikt. De stilistische cinematografie en karakteristieke soundtrack dragen bij aan de mysterieuze sfeer en zorgen voor een audiovisuele belevenis.

2. Gone Girl – (David Fincher, 2014)

Weer eens een David Fincher waarin bijna alles klopt. Een (moord)mysterie dat voorbij vliegt en hierbij de kijker constant op het verkeerde been zet, met dank aan een uitgekiende cast, een wederom fantastische score van Reznor & Ross en vooral Finchers vakmanschap.

Venus in Fur
Venus in Fur

3. Venus in Fur – (Roman Polanski, 2013)

Een prachtig toneelstuk op het witte doek waarin Roman Polanski zijn eigen vrouw Emmanuelle Seigner haar tegenspeler Mathieu Amalric laat verleiden. Zij doet auditie in een theater, hij is de regisseur. De verwijzingen naar Polanski zelf en de erotische spanning die door de hele film voelbaar is, maakten dit tot een waar meesterwerk.
Lees de recensie: Sensueel toneel of SM-porno?

4. Nebraska – (Alexander Payne, 2013)

Een donkere roadmovie waarin Bruce Dern gestalte geeft aan een verwarde oude man die te voet een geldprijs wil ophalen. De achterdochtige zoon die hem vergezelt, draagt heerlijk bij aan het familiedrama. De zwart-witbeelden versterken het beeld van de eenzaamheid en de verloren ambities.
Lees de recensie: Man met een msisie

5. Still Life – (Uberto Pasolini, 2013)

Een excellerende Eddie Marsan als archetypische kantoorklerk komt tot leven wanneer hij wegbezuinigd wordt en nog een laatste taak volbrengt. Ondersteund met prachtige muziek kent de film een melancholisch, droevig en in z’n eigen stijl ook een voltooiend einde.

Winter Sleep
Winter Sleep

6. Winter Sleep – (Nuri Bilge Ceylan, 2014)

Dit extensieve epische drama over menselijke interactie en het onvermogen om elkaar te begrijpen moet het vooral hebben van zijn sterke filosofische dialogen, ijzersterke conflicten en schitterende setting van de Turkse binnenlanden. Meditatief, intens en zeer belonend.

7. Boyhood – (Richard Linklater, 2014)

Linklaters magnum opus is een buitengewone filmervaring. Een uniek project: in een periode van twaalf jaar filmde hij elk jaar een klein stukje van de film. Het leven van Mason en zijn familie wordt van zijn 6e tot zijn 18e levensjaar gevolgd. Linklater slaagt erin een bijna perfecte weergave van het gewone leven te geven.
Lees de recensie: Het leven op een scherm

Wolf of Wallstreet
The Wolf of Wallstreet

8. The Wolf of Wallstreet – (Martin Scorsese, 2013)

Scorsese mag dan al 71 zijn, maar in zijn meesterwerk weet hij het publiek vanaf de eerste minuut te lanceren naar een onbekende wereld, om ze na drie uur weer langzaam terug te brengen naar de realiteit. Een eigenzinnige film waarin dromen waar worden gemaakt.
Lees de recensie: Scorsese en DiCaprio wederom een match made in heaven

9. Starred up – (David Mackenzie, 2013)

De opvliegende tiener Eric wordt van jeugddetentie overgeplaatst naar de reguliere gevangenis (‘starred up’ in jargon). Daar blijkt zijn vader ook te huizen. Rauw en tergend benauwend drama, waarin het spel van de acteurs alle ruimte krijgt.
Lees hier de recensie: Koningen van de tralies

10. Dawn of the Plantes of the Apes – (Matt Reeves, 2014)

De wijze waarop deze film gemaakt is en het feit dat een zootje apen je weten mee te slepen in hun problematiek is behoorlijk indrukwekkend. Daarbij sluit de film naadloos aan op zijn voorganger –  voor het geval je een apenfilmmarathon wil doen met kerst en geen zin hebt in King Kong.
Lees hier de recensie: Ze lijken sprekend!

Muziek / Voorstelling

Snijvlak van leven en dood

recensie: Giacomo Puccini - La Bohème

De nieuwe productie van La Bohème van Giacomo Puccini (1858 – 1924) bij De Nationale Opera zet het drama van de 19e-eeuwse kunstenaarsvrienden en het stervende meisje in een tijdloos frame. Met een jonge, enthousiaste cast, schitterende decors en een regie gericht op herkenbaarheid is de traditionele kitsch afwezig en krijgen authentieke emoties de boventoon.

Plastische uitlichting van details

~

Voor het componeren van La Bohème greep Puccini terug op zijn chaotische studententijd aan het conservatorium van Milaan. Hij herkende zichzelf in het armoedige, hartstochtelijke en antiburgerlijke leven van jonge Parijse kunstenaars, die leven voor de poëzie en oprechte gevoelens. Het ritmische thema waarmee de opera begint, en dat steeds terugkomt, haalde hij uit zijn eigen eindexamenwerkstuk. Zijn muziek voegt zich plastisch om de hoog oplaaiende emoties. Strijkers voor het liefdespaar Rodolfo (Atalla Ayan) en Mimi (Grazia Doronzio), blazers voor de vrienden en de flirtende Musetta (Joyce El-Khoury). Zijn muziek is impressionistisch, gericht op het uitlichten van details en op het wekken van dezelfde diepe emoties bij het publiek. Het kostte hem lange tijd de achting van de critici, die de opera een onverteerbaar brok kitsch zonder kop of staart vonden.

Op de grens van leven en dood
Regisseur Benedict Andrews en decorbouwer Johannes Schütz plaatsen de bohemiens in een modern, kaal atelier met de telkens uitgaande kachel als symbool van de armoede in het midden. De ontmoeting van dichter Rodolfo met naaister Mimi sluit daar bij aan. “Wat een ijskoud handje!” is zijn eerste liefdesverklaring, warm ondersteund door de violen. De ijzigheid van de Parijse winter keert terug wanneer, aan het begin van het derde bedrijf, bij het tolhuis aan de stadsgrens, de waarheid doordringt tot het stel. Mimi heeft tbc en zal sterven.

Op een donker podium dwalen de zangers rond in de dwarrelende sneeuw, op de grens van leven en dood. Van het vrolijke kerstfeest – een mooie massascène met het als altijd fantastische koor – is niets over. De vrienden Marcello (Massimo Cavalletti), Colline (Gianluca Buratto) en Schaunard (Thomas Oliemans) blijven solidair en verkopen alles wat ze hebben om Mimi’s sterfbed te verlichten.

Intieme toonzetting
In de laatste acte is plotseling achter de atelierramen een bloeiend grasveld met spelende kinderen te zien. Wat zou kunnen werken als irritante kitsch  – symbolisch leven naast een sterfbed – vergroot in deze regie de betrokkenheid. Terwijl de dokter nog in aantocht is en Musetta bidt tot de Madonna om Mimi’s leven te sparen, voltrekt het drama zich in een intieme toonzetting. Mimi sterft ‘realistisch’, zonder een lange aria, terloops bijna. Het is het moment waarop de kracht van Puccini, zijn perfecte menging van realisme en romantiek, op zijn hoogtepunt is.

De zangers zijn zonder uitzondering van grote klasse, met een speciale vermelding voor Atalla Ayan (Rodolfo) die met zijn warme, krachtige vertolking de diepe menselijkheid van het verhaal de zaal in brengt. Het orkest is hier en daar wat te luid, wat soms tot balansproblemen leidt. Maar dat is dan ook de enige kanttekening bij deze fraaie kerstproductie.

Er zijn nog voorstellingen op 25, 28 en 30 december.

Muziek / Achtergrond
special: Top 10 cd's 2014

Zomaar een top 10

.

Tijd om het jaar af te sluiten met een lijstje. Zoals het goede traditie betaamt is het ook dit jaar weer tijd voor een eindejaarslijst met 10 muzikale hoogtepunten van wat 2014 ons op muzikaal gebied te brengen had.

En dat viel nog niet mee. Niet omdat er zo weinig kwaliteit was, maar omdat over smaak nou eenmaal niet te twisten valt. En dus moest de redactie het nodige denkwerk, slijmen, troost en bemiddeling verrichten om tot een eensgezind eindejaarslijstje te komen. Maar het is ons gelukt! 

Zie hier de top 10 van 2014 van de muziekredactie van 8WEEKLY:

1. Atmosphere – Southsiders

Op album nummer zeven is Atmosphere nog verder gegroeid, en dat geldt vooral voor producer Ant. Het orkestrale randje van zijn beats is nog verder uitgewerkt en de instrumentatie is verrassend en gedetailleerd. Lees het concertverslag: Gedoe met geluid mag de pret niet drukken

2. Bastille – VS. – Other People’s Heartaches Pt. III

~

Een heerlijke verrassende en frisse mix met fijne, afwisselende electronische deuntjes; dit album laat zien dat uiteenlopende artiesten samen interessante muzikale werken kunnen neerzetten. Lees de recensie: Patchwork 

3. Damon Albarn – Everyday Robots

Blur was heel goed in uit allerlei vaatjes te tappen en zo toch een heel eigen geluid neer te zetten, en hetzelfde geldt voor Everyday Robots, de nieuwe soloplaat van Damon Albarn. Helemaal nu en helemaal toen tegelijkertijd (referentiekader: James Blake, Elbow, triphop en de melancholischere kant van Blur): warmbloedige elektronische soulpop.

4. FINK – Hard Believer

De zanger neemt je op een inspirerende, rustgevende reis mee naar een droomwereld, als het album afgelopen is schrik je weer wakker in de gewone wereld. De voormalig dj heeft intussen ook al een vijftal albums op zijn naam met intrigerende, donkere, veelal ingetogen luisterpop. ‘Hard Believer’ is er weer zo een. Niet alleen mega-hit Looking Too Closely is prachtig, maar het hele album is zeker de moeite van het beluisteren waard. Lees de recensie: Bevestiging van een fenomeen

5. alt-J – This Is All Yours

~

Na het vertrek van de bassist en het extreem grote succes van An Awsome Wave, niet gedacht dat deze plaat weer zo goed zo zijn. De singles waren in eerste instantie maar zo zo, maar na het album veelvuldig te hebben gedraaid kun je moeilijk ontkennen dat de plaat niet onderdoet voor het debuut. Op dit tweede album van deze, even enigmatische als fascinerende Britse formatie openbaart zich, na een ontoegankelijk intro, wederom veel muzikale schoonheid.Lees de recensie: Alt-J verbaast nog steeds

6. Beck – Morning Phase

Het album van Beck was vanaf het eerste moment dat we het hoorden van een ongekende en onverwachte schoonheid. We bleven het album maar draaien. Het is direct ook het fraaiste album dat Beck heeft gemaakt in zijn carrière. Misschien wel zijn meest gewone album, maar daardoor toch heel bijzonder.

7. Curtis Harding – Soul Power

De titel zegt genoeg – met dit album beleef je de ware kracht van Soul! Lees de recensie: Curtis Harding kent zijn klassiekers

8. John Fullbright – Songs

Wellicht het grootste singer-songwritertalent van deze generatie. Ook het  tweede studioalbum van deze pas midtwintiger met doorleefde stem staat bol van de gevoelige prachtsongs. Lees de recensie: Dicht bij het liedje

9. The War on Drugs – Lost in the Dream

~

Was de grote verrassing van 2014. Uitgesponnen indie-rocknummers die doen denken aan een dromerig zinggende Dylan als frontman van de Dire Straits. Vooral de single Red Eyes is fantastisch.

10. Anouk – Paradise And Back Again 

Prachtige songs die keihard binnenkomen, en daarna nog een tijdje diep in jezelf blijven ronddwalen.