Boeken / Fictie

Schrijfster worden? Niet in de buurt van een schrijver!

recensie: Verleiding en verraad – vrouwen en literatuur – Elizabeth Hardwick

In Verleiding en verraad lezen we indringende beschouwingen over talentvolle vrouwen die in de schaduw van hun mannen niet of niet geheel tot hun recht kwamen. Na een lang huwelijk scheidde Elizabeth Hardwick zelf van en verzoende zich later weer met de manisch-depressieve dichter Robert Lowell. Die had uit haar brieven geplunderd voor eigen werk.

De vrouwen in Verleiding en verraad die niet van vlees en bloed zijn, spelen rollen in toneelstukken van Ibsen of zijn romanpersonages. Zij missen in hun verzonnen plots enig realiteitsgehalte, waardoor Hardwick’s bewijslast voor haar interpretaties iets theoretisch houdt. Acteurs weten daaraan te ontkomen. Hardwick voelt misschien al nattigheid waar ze over Hedda Gabler schrijft dat die ‘wel degelijk echt is, maar eerder in de knoop zit dan dat ze werkelijk complex is.’ Elders geeft ze toe dat fictie ‘niet helemaal te verenigen valt met de roekeloosheid en de stormen van het leven.’ 

Naderbij

De wereld van de gezusters Brontë staat ons wél naderbij, geholpen ook door de verfilmingen van de romans van Charlotte, Emily en Anne. En die hangen weer nauw samen met hun levens, ‘afgesneden van de natuurlijke saamhorigheid van de boerenklasse.’ Die ontbrak in het strenge domineesgezin met een zoon (geen dochter!) die in zijn ongeluk alle perken te buiten kon gaan.  

Triest is ook het ongelijke ongeluksspel tussen Scott en Zelda Fitzgerald, die net als Sylvia Plath door geestesziekte werd geplaagd. Die staat centraal in de meeste van haar gedichten. Geen pretje als je daar niet in mee kan gaan, hoezeer ze de dichtkunst op zichzelf ook machtig is. De motor achter haar ongeluk was de vroege dood van haar vader en de ontrouw van haar echtgenoot. Hardwick vindt haar ‘geen aardig mens’, wat bezwaarlijk alleen uit teksten opgemaakt kan worden. Streng ziet ze ‘haar zelfmoord als een optreden.’ Maar misschien zag Plath die, net als haar poëzie, als een vorm van nalatenschap, een statement dat naadloos op de poëzie aansluit. 

Niet overtuigend

Hardwick legt niet geheel overtuigend uit waarom ze de romans van Virginia Woolf prachtig vindt, maar op zekere hoogte niet interessant. The waves ontroerde haar, maar ze ‘weet niet wat ze erover zou kunnen zeggen.’ Woolf schrijft de mooiste oppervlakken, maar ‘alles wordt versluierd door een mist van bekoring.’ Wat moet je daar als lezer mee aan? 

Haar beschouwingen zitten stuk voor stuk vernuftig in elkaar en zijn een genot om te doorvorsen. Dat gaat niet altijd meteen: ze viert haar vindingrijkheid met een zekere lust tot formuleren, niet zelden tegen het poëtische aan. Dat veroorzaakt enige vaagheid in haar redeneringen, zodat je je afvraagt of ze dan wel kloppen. Het is een schrijfstijl die juist wél goed past in haar ook pas vertaalde roman Slapeloze nachten. 

De cases worden besloten met Dorothy Wordsworth en Jane Carlyle. Die hebben in het hoofdstuk ‘Amateurs’ ook met hun mannen geen benijdenswaardig geluk, juist omdat ze zich aan enige schrijfambitie waagden.  

Helderheid

Waarschijnlijk als slotsom eindigt het boek met het hoofdstuk ‘Verleiding en verraad.’ In haar langere zinnen leeft Hardwick zich graag uit in twee of drie varianten van een statement. Die voegen nauwelijks iets toe en doen de helderheid van het betoog geen goed. 

Dat ze haar gezichtspunten nog eens staaft aan een serie romans van voor de seksuele revolutie, is op zich geen bezwaar. De openbaarmakingen en veroordelingen in onze tijd betreffende verkrachting in het huwelijk, #Me Too en ander seksueel grensoverschrijdend gedrag hoeven niet per se te betekenen dat de aloude verhoudingen tussen mannen en vrouwen echt verbeterd zijn. Die gedragingen kwamen vroeger, hypocriet genoeg, hooguit bedekt aan het licht, evenals borsten in speelfilms. Misschien dat mannen zich meer beschaamd voelen om in de fout te gaan, maar onbeschaamd zijn de gevallen onverkort wel. 

Theater / Voorstelling

Kritiek op eerwraak als reflectie op de samenleving mist gelaagdheid

recensie: Kroniek van een aangekondigde dood
5 Kroniek mrt 2023. foto Jean van LingenJean van Lingen

Als dertienjarige jongen, eind jaren 70, was regisseur Celil Toksöz twee keer getuige van eerwraak in zijn geboortestreek in het zuidoosten van Turkije. De eerste keer betrof het zijn buurvrouw Dilek, die hij hoorde gillen in haar appartement. Kort daarop lag een buurtgenoot met messteken vermoord in de tuin. Tijdens de drie kwartier durende Talk vooraf in de foyer van de Amsterdamse Stadsschouwburg emotioneren de gebeurtenissen hem nog steeds en maken hem zichtbaar boos. ‘Waarom laten we die dingen doorgaan’, vraagt hij, terwijl hij het publiek aankijkt. ‘We moeten tegenspreken.’ Voor Toksöz is het belangrijk ‘híer iets te vertellen omdat hij élders niets kan veranderen’.

Kroniek van een aangekondigde dood is een toneelbewerking van Aron Goossens naar de gelijknamige roman van Gabriel García Márquez, het toneelstuk Wachten op Godot van Samuel Beckett en Verhalen uit het dal van Ararat. Het vertelt het verhaal van een meisje dat een paar uur na haar huwelijk naar huis wordt gestuurd omdat ze geen maagd meer zou zijn. De bruidegom bezorgt haar nog diezelfde nacht terug bij het ouderlijk huis zoals in sommige culturen de sociale code dicteert. Het huwelijk is daarmee ten einde. Haar familie dwingt haar de naam te noemen van de ‘dader’. Haar broers besluiten hem te vermoorden.

De voorstelling begint op de bruiloft. Iedereen danst uitbundig, is uitgelaten en blij totdat plotseling de muziek stopt en de bruid ineenzakt in het midden van de zaal. In het volle licht kijkt ze met geruïneerd kapsel en verkreukelde trouwjurk aangeslagen de zaal in. Ze zoekt hulp bij vrouwen uit het dorp maar die deinzen collectief terug. Haar twee broers, in het stuk Dario en Diego, dwingen haar hardhandig de naam te noemen van de dader. Ze wijst naar Santiago Yasim en het besluit is genomen: hij moet dood. Aan iedereen die ze tegenkomen melden ze hun voorgenomen moord maar niemand is echt bereid om te luisteren. Bij één van de broers ontstaat twijfel maar het is de eer van de familie die hem overtuigt. Ze zullen wachten tot het juiste moment zich voordoet.

Toneelbewerking

Toneelschrijver Aron Goossens bewerkte de roman tot een voorstelling van anderhalf uur. In lange dialogen overtuigen de broers elkaar om hun voorgenomen daad door te zetten. Ze bezoeken een plaatselijk café, praten met een geestelijke en wachten op een plek in het dorp met uitzicht op de voordeur van de dader. Ze fantaseren beurtelings over het doden van vreemdelingen en ongehoorzamen. Op harde muziek, felle lichtflitsen en de luide stem van een leider bidden ze in strak tempo met dorpsgenoten in de plaatselijke moskee. Wanneer het tweetal met stoere en seksistische mannenpraat het stenigen van vrouwen ter sprake brengt, reageren de vrouwelijke dorpsgenoten afwijzend door te spugen en te stampen op de grond.

Het toneelbeeld blijft de hele voorstelling vrijwel ongewijzigd. Al bij binnenkomst zien we in de zaal een houten tafel en stoel met op het achtertoneel een podium; de open ruimte tussen arena en podium is afgeschermd met een wit valletje met bloemmotief over de hele breedte. Op enkele momenten in het stuk vertonen de dorpsvrouwen zich in verschillende hoedanigheden: zingend, sissend, pratend, dansend, achter dit halve gordijn: hun hoofden net boven de rand zichtbaar. Tegen de achterwand hangt een hoge witte vitrage tegen een blauw verlicht decor. De fantasieën en verhalen van de broers verkleuren het decor van blauw naar rood.

Eerwraak kwalijk

Dat eerwraak nog aan de orde is, is voor regisseur Celil Toksöz een kwalijke zaak. Met dit toneelstuk maakt hij dit kenbaar. Vrouwen op deze manier behandelen vindt hij onterecht en daarvan wegkijken extra kwalijk. Voor Toksöz staat het probleem van wegkijken bij eerwraak ook voor andere problemen. Zo ook het klimaatprobleem dat volgens Toksöz nog steeds niet door ons allen wordt omarmd. ‘We reizen naar Oostenrijk en klagen over het gebrek aan sneeuw. Dat moet stoppen’, vindt hij. ‘Het is net als met roken, je wil ervan af maar je bereikt dat alleen door ermee op te houden.’

Het open decor aan het begin van dit toneelstuk maakt ons deelgenoot van de tragiek. De zaal klapt en beweegt vrolijk mee op de klanken van de Turkse muziek. Ook worden we toegesproken door een dame van plezier: ‘Jullie zitten hier nu wel maar neem je verantwoordelijkheid’, zegt ze wijzend met het vingertje. Maar met toespreken alleen kom je er niet. Wat we nodig hebben is een doorleefd en gelaagd toneelspel dat verdergaat dan het opzeggen van een tekst en het nalopen van de pasjes. Evenals diversiteit in de karakters, krachtige dialogen en een scherpe choreografie. En gezien de twijfel bij de broers – gevangen in een sociale klem – hadden enkele monologen hier ook niet misstaan om inzicht te krijgen in hun binnenwereld. Dan bereik je als regisseur wellicht de extase bij je publiek die je nodig hebt om hen af te helpen van gewoontegedrag.

Muziek / Concert

Theaterspel in concertvorm

recensie: Neveldieren door Spinvis & Saartje Van Camp
Doris Konings

Neveldieren is de naam van de voorstelling waarmee Spinvis samen met de Vlaamse Saartje Van Camp langs de Nederlandse theaters toert. Een show vol teksten en liedjes. Veel van de liedjes komen van zijn jongste album 7.6.9.6.. Spinvis is altijd een beetje vreemd, maar voor de fan, liefhebber heel lekker.

Wie denkt naar een concert te gaan komt er al snel achter dat Neveldieren meer aanschurkt tegen een theatervoorstelling met heel veel muziek. Eigenlijk is het een theaterspel in concertvorm. Visueel weet Spinvis de bezoeker te verbazen, te verwarren en mee te nemen in zijn fantasiewereld vol teksten en klanken die soms weerstand en vaak allerlei gevoelens oproept.

Schimmenspel

Het podium is bij aanvang van de show verdeeld in twee ruimtes naast elkaar die afgeschermd zijn met vitrage waarachter meerdere verlichte ogen een schouwspel toveren op de gordijnen. Als de lichten doven begint de muziek te spelen en ontwaren we langzaam een verlichte gestalte die we aan zijn stem en spel herkennen als Spinvis. Eerst zien we hem duidelijk op zijn rug en al spelend draait hij zich om, nog altijd achter het gordijn, en is zijn gestalte inclusief gitaar een schimmenspel op de gordijnen. Later in de show zullen we zien dat dit vaker wordt toegepast om zo een bijzondere sfeer aan een liedje te geven.

We ontwaren langzaam achter het tweede gordijn ook de klanken van een cello waar we natuurlijk Saartje Van Camp zien verschijnen. Uiteraard blijven de gordijnen niet gesloten en treden de artiesten tijdens de eerste liedjes langzaam in het licht voor een tweede set gordijnen die al snel videobeelden gaan weergeven die de liedjes ondersteunen. Zo zien we korenvelden als Spinvis daarover zingt. Of roeiboten als er gezongen wordt over het zijn in een boot.

Beiden muzikanten/artiesten zijn geheel gekleed in het wit om het contrast met de plaatjes te benadrukken.

Aan elkaar gewaagd

De samenwerking tussen Saartje Van Camp en Spinvis voelt als twee gelijkgestemde geesten die elkaar gevonden hebben. De soms absurdistische draaiingen in teksten die we al vele jaren kennen van Spinvis uit zijn twintig jaar durende carrière lijken op het lijf geschreven van deze Vlaamse muzikante. Van Camp speelt afwisselend cello, toetsen en mondorgel. Tevens laat ze met grote regelmaat haar stem klinken in woorden en zang. We hoorden haar eerder op het laatste studioalbum van Spinvis 7.6.9.6 dat werd opgenomen ten tijde van de coronapandemie en in boekvorm met cd verscheen. Een boek vol beelden uit het leven van Spinvis zonder samenhang, zonder verhaal en zonder paginanummer. Echt iets wat je van deze artiest kan en mag verwachten.

Of Van Camp en Spinvis nu samen optrekken in fijne zang, akoestisch gitaarspel en fijne cello klanken of in tergende klanken van een cello vol dissonanten en een elektrische gitaar die jankt omdat hij met een stok bewerkt wordt, ze zijn aan elkaar gewaagd. Deze laatste situatie horen en zien we tijdens een gloedvolle uitvoering van ‘Een kindje van god’ waarin Peter en Eva figureren. Saartje Van Camp en Spinvis trekken het hele concert samen op en zetten een bijzondere en onderhoudende show neer. Meermaals kruipt Spinvis achter de drumkit terwijl Van Camp de ene keer de toetsen laat klinken en dan weer de cello bespeelt terwijl ze samen zingen. Het is een totaal andere beleving dan Spinvis solo met al zijn instrumenten om zich heen.

Verwondering en schoonheid

Muziek die het hart sneller doet kloppen in verwondering en bewondering. Dat is wat Neveldieren met het publiek doet. Een publiek dat overigens zeer divers van leeftijd en (soms kunstzinnige) uitdossing is. Een breed scala aan liefhebbers dat past bij het brede talent van de twee kunstenaars en muzikanten.

Als afronding van de show krijgen we nog twee toegiften op verzoeken vanuit het publiek. Zo is het enige vrolijke liedje van de show ‘Wespen op de appeltaart’ ons deel. Hierbij wordt Van Camp door Spinvis aan het giechelen gemaakt zodat de start van de uitvoering even door een spontaan lachende zangeres een aantal herstarten kent. Dit geeft een fijne ontspannen sfeer die afstraalt van het podium.

Daarna geeft Spinvis nog wat uitleg over de show en bedankt hij het publiek voor het komen. Hij benadrukt dat de show veel te danken heeft aan de technicus, zonder hem was het niet zoals wij dat mochten zien en ervaren.

Het applaus na de show is hartverwarmend en laat iedereen met een voldaan gevoel nog even napraten onder genot van een drankje dat klaar staat in de foyer.

Ga deze voorstelling zien als je houdt van een beetje vreemd maar wel heel lekker, zoals Spinvis altijd klinkt. De duoshow loopt eerst tot eind mei van dit jaar en is nog in veel theaters in Nederland en België te zien. Vanaf september gaat hij dan weer verder, tot in januari 2024.

Boeken / Non-fictie

It takes two to tango

recensie: Israël aan de Tiber – Leonard Rutgers
1024px-Arch_of_Titus_MenorahWikimedia Commons

Leonard Rutgers, hoogleraar Antieke Cultuur aan de Universiteit Utrecht, begint zijn boek over joodse catacomben in Rome met de ontdekking ervan door Antonio Bosio (1602). Hij was, schrijft Rutgers, een kind van zijn tijd. ‘Net als iedereen.’ Ook Rutgers is dat in de accenten die hij legt. Fascinerend om te lezen.

1024px-Interno_con_particolare

© Wikimedia Commons

Bosio leefde in een tijd waarin de verhouding tussen joden en christenen op scherp stond, Rutgers leeft in een tijd van dialoog en aandacht voor integratie en identiteit. Hij stapt in de jaren tachtig van de vorige eeuw in, toen hij in Rome ging studeren.

De focus lag op de vraag ‘Hoe de joodse en vroegchristelijke catacomben van Rome zich tot elkaar verhielden’. Lang verhaal kort: de kunstzinnige elementen waren evenzeer met elkaar verweven als het dagelijks leven zelf, met als opvallende bezienswaardigheid de overal voorkomende menora, de zevenarmige kandelaar. Er was bijvoorbeeld een schilderstijl van fresco’s maken, de zogenaamde rood-groene lijnen, die zowel in joodse, heidense als vroegchristelijke catacomben werd toegepast.

Prachtige illustraties

In het boek zijn zeer veel prachtige voorbeelden (kleurenfoto’s) van dergelijke fresco’s opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om fresco’s in de Vigna Randanini-catacomben zonder joodse iconografie, maar volledig in de Romeinse stijl van die tijd en wellicht ook door Romeinse kunstenaars gemaakt. De conclusie die Rutgers trekt, is verrassend: ‘De joden in het oude Rome (…) wisten heel goed wat ze deden. Bij hen was er sprake van een hele ontspannen manier van omgaan met de grotere wereld waarin zij leefden. Juist omdat ze zeker waren van hun eigen joodse identiteit, konden zij de omringende niet-joodse wereld vol vertrouwen tegemoet treden.’

Dat vertrouwen is er niet altijd geweest, weten we al vanaf het begin van het boek. Ook verderop wordt er melding gemaakt van joodse slaven en krijgsgevangenen die in Rome terecht kwamen in de tijd van een generaal als Titus (66-73). De nadruk wordt in dit boek echter niet hier op gelegd, eerder op wat de catacomben ons aan rijkdommen overlieten. Overigens zouden hier en daar wat meer jaartallen of een tijdtafel de lezer behulpzaam kunnen zijn geweest, zoals er wel een Verklarende woordenlijst achterin is opgenomen alsmede een thematisch geordende, selecte bibliografie van begrijpelijkerwijs maar helaas alleen Engelstalige literatuur.

Brede context

Daar staat tegenover dat er veel context wordt gegeven met betrekking tot het joodse denken in het algemeen en dat in Rome in het bijzonder. Bijvoorbeeld over het geloof in al dan niet een leven na de dood, maar ook over iets heel anders als de methode van koolstofdatering waardoor de catacomben niet alleen ouder bleken te zijn dan gedacht, maar ook nog eens langer in gebruik waren, tot in de vijfde eeuw en mogelijk zelfs de vroege zesde eeuw na Christus aan toe.

Wat opvalt, is Rutgers’ enorme kennis van zaken. Niet alleen van archeologie en antieke oudheid, maar ook van het jodendom. Ook valt zijn voorzichtige, wetenschappelijk verantwoorde benadering te prijzen waarin hij zich verre houdt van gissingen en suggesties die mogelijkerwijs op de loer kunnen liggen.
Bovendien heeft Rutgers ook nog eens een fijne pen, zodat zijn boek voor elke geïnteresseerde lezer toegankelijk is. Of die nu is geïnteresseerd in archeologie, antieke oudheid, Rome en/of het jodendom.

Alleen moeten we nu niet denken, dat er voor het eerst over joodse catacomben is geschreven. Ja, wel zo uitvoerig en met veel uniek fotomateriaal als in dit boek, maar Sam Wagenaar deed het al beknopt in zijn boek De joden van Rome (1978). Het verschil is ook, dat Rutgers enerzijds afwijkt ‘van diens traditionele diasporatheorie (…) van een gemeenschap die in den vreemde haar dagen in maatschappelijk isolement en ellende doorbracht’ en anderzijds een nuancering aanbrengt in het beeld dat de vroege christenen alleen maar strijdlustig waren en tegen de joden gericht om hun gelijk te halen dat hun geloof het joodse zou hebben vervangen; er was wel degelijk sprake van acculturatie, waarbij beide groepen elementen van elkaar overnamen. Hoe actueel wil je het hebben!

Theater / Voorstelling

De dappere dochters van de beschermheilige

recensie: Dochters van Nino – Theater Oostpool
Nino 02 © Sanne Peper_kleinSanne Peper

Nino, dé grote beschermheilige van Georgië, die het vroegere ‘Iberië’ kerstende en daarmee de grondlegger was van de Georgische Orthodoxe Kerk. Schrijfster Nino Haratischwili, vernoemd naar deze ‘heldin’ met een kardinale rol in de Kaukasus, schreef het veelgeprezen boek Het achtste leven voor Brilka. Theater Oostpool kocht de rechten: het all-female popconcert Dochters van Nino is geïnspireerd op de thematiek uit Het Achtste Leven. Het theater bereidt zich ook voor op een marathonvoorstelling Het Achtste Leven, die volgend jaar in première gaat. Een ingrijpend toneelstuk, gevoed met de muzikaliteit van Démira Jansen en Sharon Harman.

Geen woord schiet tekort

De historische Nino betrad 1684 jaar geleden voor het eerst Georgië en dat ging niet zonder slag of stoot. Een nieuwkomer, een vrouw zelfs, die in een door mannen bestuurd land een nieuw geloof komt prediken, kan rekenen op veel weerstand en een algemeen sluimerend gevoel van onveiligheid. Net als de door iedere Georgiër aanbeden beschermheilige, worden de vier dochters van Nino in het gelijknamige concert/toneelstuk geteisterd door het land dat ze liefhebben en dat hen tegelijkertijd onderdrukt. Je zou verwachten dat je voor sommige verschrikkingen woorden tekortkomt, maar gelukkig had Haratischwili woorden te over om te schrijven over haar geboorteland. Geïnspireerd door de thematiek uit Het Achtste Leven schreef Vera Morina een geheel nieuwe tekst voor Dochters van Nino.

Mama Nino

Het verhaal start met een dialoog die voor vele ouders herkenbaar is: de jonge Nino heeft een korte en bozige woordenwisseling met haar moeder, eveneens Nino geheten. Aanleiding voor de discussie is een DNA-test, in het kader van een schoolopdracht voor geschiedenis. Moeder Nino is afwijzend tegenover het verzoek van haar dochter om meer te vertellen over haar voorgeschiedenis. ‘Je kreeg te eten en te drinken, je kon op handbal en uitgaan tot midden in de nacht’, zegt ‘moeder Nino’. ‘Terwijl ik er twee banen op nahield om alles te kunnen betalen.’

Diezelfde voorgeschiedenis die de jonge Nino onthouden wordt, krijgt het publiek wél te zien. We duikelen terug in de geschiedenis en starten bij de oma van ‘moeder Nino’, Nino 1 (voor het gemak nummeren we iedere Nino). Klauwend in een grote hoop aarde die op het podium ligt, vertelt ze over haar land, dat de ‘hele wereld beslaat’. Haar wereld, beperkt tot dat ene land, is zo afgezonderd van alles en iedereen. De dictator dicteert zijn volk hoe het moet spreken tot elkaar, hoe het moet omgaan met alles wat vreemd en eigenaardig is (toeristen) en hoe het zijn dochters moet opvoeden. Van intellectuelen, zoals het schoolvriendinnetje van de dochter van Nino 1 (‘Nino 2’), moet men in dit land niets hebben. Dit meisje, Elona, en Nino 2, bezien de wereld vanuit een nieuwsgierige blik, die onmiddellijk eigenhandig vermorzeld wordt door Nino 1.

Onwetendheid

Nino 2 baart op haar beurt ook weer een dochter: Nino 3. Nino 2 weet uit eigen ervaring dat een gelukkig bestaan in haar thuisland niet mogelijk is en ze geeft haar dochter mee aan een soldaat, die een overzees avontuur aangaat om een nieuw leven te beginnen. Ontworteld uit het land van haar ‘voormoeders’, begint Nino 3 een leven in een nieuw thuisland. Ze heeft een biografie nodig om het zo felbegeerde paspoort te krijgen, maar ze weet niet wie ze is. Met die onwetendheid moet ze leren leven én het zal die onwetendheid zijn waarin haar dochter, Nino 4, later wil wroeten voor een opdracht voor school…

Vrouwelijke empowerment

Het spel van de actrices wordt op verscheidene manieren ondersteund: zowel door het decor met de vele stroboscopische lichten, afgezet tegen een achtergrond met doeken vol rotsachtige landschappen, als door de door Démira Jansen en Sharon Harman speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde muziek. Meteen schuilt daarin ook een groot jammerlijk feit: de zang van Jansen is niet altijd even goed te verstaan. Soms krijg je de indruk dat er ook wat Georgische woorden doorklinken in de Engelstalige klaagzangen, in dat geval zou de theaterbezoeker evengoed kunnen horen wat hij/zij zelf wil. De liedjes blijven beperkt tot het Engels en zijn prachtige intermezzo’s die het toneelspel even stilleggen. Het getuigt van empowerment dat alle samenwerkende lieden op het toneel een vrouwelijk geslacht hebben. Wat van ieder personage ook zo’n sterke vrouw maakt, is het feit dat ze op een aangrijpende wijze gehele monologen afsteken tegenover het publiek. Van dialogen is bijna geen sprake. Deze techniek, de monologue intérieur, is dé manier bij uitstek om de gedachtestroom van iedere protagonist weer te geven en het geeft ieder van hen een uniek stemgeluid.

Hoewel je aan het begin van de show start met een kennisachterstand en je nog vele open plekken bespeurt, wordt het verhaal stilaan begrijpelijker en daarmee ook indrukwekkender. Het samenspel tussen Jansen, Harman en de vier actrices komt ook steeds beter tot uitdrukking en wint gaandeweg alleen maar aan kracht. Het doet je opnieuw, na deze voorstelling, stilstaan bij al die belangrijke voormoeders uit je eigen geschiedenis.

Nog te zien tot zaterdag 20 mei 2023, Stadsschouwburg Nijmegen.

vreemdekostgangersFoto-_Marjolijn_Hoogervorst_(2)
Muziek / Album

Eerbetoon van en aan drie muzieklegendes

recensie: Vreemde Kostgangers – Mist
vreemdekostgangersFoto-_Marjolijn_Hoogervorst_(2)

Travelling Willbury’s, Cream en Crosby, Stills, Nash & Young move over! Nederland heeft haar eigen supergroep: Vreemde Kostgangers. De band bestaande uit drie iconen uit de Nederlandse muziekgeschiedenis, George Kooymans, Henny Vrienten en Boudewijn de Groot, ontstond in 2013 als gelegenheidsband voor de verjaardag van Golden Earring drummer Cesar Zuiderwijk.

Eigenlijk gaat hun geschiedenis nog terug tot wel decennia daarvoor, naar de jaren zestig en zeventig toen Kooymans en De Groot elkaar al tegenkwamen op menig poppodium. Vrienten was in de seventies eerst onderdeel van de band van De Groot voordat hij met collega Ernst Jansz de band Doe Maar vormde. Maar goed, in 2013 (her)ontdekten ze hun onderlinge chemie – en daar wilden ze meer mee. Ze reisden Nederland rond voor hun succesvolle theatertournees en kwamen in 2017 met de twee albums Debuutplaat en Nachtwerk. Op 17 maart 2023 komt hun laatste album Mist uit, en 8WEEKLY kreeg al een voorproefje.

Een bewogen ontstaansgeschiedenis

Helaas voor de drie muzikanten volgen na hun eerste twee succesvolle albums enkele bewogen jaren. Hun optreden in Arnhem van maart 2020 blijkt de allerlaatste te zijn, vanwege de uitgebroken pandemie. In 2021 raakt bekend dat Kooymans aan de spierziekte ALS lijdt en hierdoor moet stoppen, en het daaropvolgende jaar in april overlijdt Vrienten aan longkanker. Gelukkig voor het drietal, en voor ons als luisteraars, zijn de opnames voor de derde en laatste plaat van Vreemde Kostgangers grotendeels al af. Het was de uitdrukkelijke wens van Henny Vrienten dat dit laatste album er zou komen. Dankzij de inzet van de bandleden zelf, producer en percussionist Dave Menkehorst, toetsenist Jasper Slijderink, drummer Rick van Wort en bassist Xander Vrienten komt deze wens tot vervulling. Mist is het sluitstuk van de trilogie van deze Nederlandse supergroep en komt met de pijnlijke wetenschap dat dit zal behoren tot de laatste muzikale activiteiten van Vrienten en Kooymans.

Ieder zijn eigen stempel

Mist bevat dertien nummers, waarvan elk nummer een duidelijke handtekening van één van de bandleden draagt. Typische Vrienten nummers zijn bijvoorbeeld ‘Tijd Tekort’, ‘Zeg me’ en ‘Niet Wederzijds’.  Kooymans straalt in ‘Lippen’, ‘Liefde Kent Geen Tijd’ (geschreven door Thé Lau) en bezingt de liefde voor zijn 88 gitaren in ‘Fender Strat’. De Groot schreef het nummer ‘Hoe Meer Ik Dichterbij Kom’ voor zijn moeder en zette dit nummer op zijn soloalbum Windveren en Kooymans verzorgde voor dit nummer de muziek. De Groot was echter zo’n fan van hoe Kooymans de demo had ingezongen, dat ze dit nummer met Kooymans vocals op hun derde album hebben geplaatst. Zo weet elk van de kostgangers zijn eigen stempel op het album te drukken.

Het voordeel van deze aanpak is dat het album genoeg afwisseling en dus voor ieder wat wils bevat. Maar het haast niet te vermijden gevolg is dat je als luisteraar ook een voorkeur ontwikkelt voor specifieke nummers. Persoonlijk keert deze schrijfster als groot Doe Maar en Vrienten fan steeds terug naar het nummer ‘Tijd Tekort’, dat duidelijk zijn stijl (én zangstem) bevat.

Een wrange smaak

De heren laten in hun nieuwste nummers duidelijk weer zien hoe goed ze met taal zijn en leveren teksten af die eenieder doet glimlachen, en ons soms weemoedig laat zijn. Teksten als “er zijn nog jaren te gaan” uit het nummer ‘De Luie Liefde’ en “zal ik ooit aan liggen kunnen wennen?” uit het nummer ‘Tijd Tekort’ klinken nu wat wrang, maar nummers als ‘Zeg Me’ en ‘Fender Strat’ laten lichtere, op momenten komische teksten horen.

 

Een waardige afsluiter

Het album Mist laat het drietal horen zoals we ze kennen, met gezellige gitaren, teksten die ons doen glimlachen en ons weten te raken, genoeg ruimte voor intermezzo’s en prachtige, meerstemmige harmonieën. De drie heren die samen goed zijn voor meer dan 150 jaar aan Nederlandse muziekgeschiedenis en meer dan vijfhonderd weken aan singles in de hitlijsten voegen met dit laatste album weer minutenlang luisterplezier aan hun repertoire toe. Mist is een prachtig eerbetoon aan drie poplegendes en vormt een passend vaarwel voor dit illustere trio.

Theater / Voorstelling

Provocatief staaltje kunst

recensie: Nouveau Fuck – Cat Smits Company

‘Ongemak’, zegt de vrouw op de eerste rij. ‘Dat kwam in me op tijdens het kijken naar de uitvoering.’ Het publiek gaat in gesprek met actrices Meike van den Akker en Cat Smits over hun toneeladaptatie van het manifest Nouveau Fuck van Stella Bergsma. Maanden geleden sloten de actrices zichzelf op in een vissersdorpje in Noorwegen om een voorstelling tot stand te brengen die gaat over ‘buiten de norm vallen’ in onze maatschappij en die zich in het bijzonder richt op de rol van de vrouw binnen dat geheel. Ondanks de haast poëtische boodschappen die zo nu en dan klinken, de eerlijke inkijk in hun onzekerheden en een prachtig decor, rest vooral de vraag: waar heb ik in godsnaam naar zitten kijken? Het antwoord daarop laat zich niet makkelijk formuleren.

Gezocht: triggerwarning

foto Thomas Brand

‘Wie wil er nu gaan?’, vraagt Van den Akker na de eerste scène, waarin Cat Smits zojuist een levensgrote clitoris bevredigde. Even draaien enkele vertwijfelde hoofden zich naar elkaar om, maar niemand maakt aanstalten om daadwerkelijk de zaal te verlaten. Iedereen weet in ieder geval: ‘Wees gewaarschuwd, dit was nog slechts het begin…’ De scènes lijken niet alleen toe te nemen in geluidsvolume, maar ook in intensiteit. Iedere scène is weer een losse voorstelling op zichzelf en gaat over een geheel andere invalshoek. De actrices deinzen er niet voor terug om ook heftige onderwerpen te behandelen: zo voel je hoe de krampen in je lichaam toenemen wanneer een ongemakkelijke dans met een pop eindigt in een verkrachting. Vervolgens verwordt het slachtoffer tot een ‘dierlijk’ wezen dat leuzen als ‘Hoer!’ en ‘Slet!’ naar haar hoofd geslingerd krijgt. Tijdens het aanschouwen, kan het zomaar gebeuren dat je dieper in je stoel wegzakt. Het is niet de enige confrontatie die je voor ogen krijgt. Een triggerwarning was wellicht op zijn plaats geweest… Aan het einde van deze ‘poppenkast’ geven de twee artiesten aan dat ze de keuze voor een disclaimer volledig overlaten aan de locatie waar ze optreden. Wat maakt dat je de ene toeschouwer wel en de andere niet behoedt voor het eventueel komen bovendrijven van traumatische herinneringen?

Protest à la Extinction Rebellion

Vrolijk kun je de voorstelling geenszins noemen. De zorgen over diverse onderwerpen buitelen over elkaar heen en de actrices praten ook over hun eigen innerlijke onrust. Wanneer ze praten over innerlijke en uiterlijke worstelingen, zoals ‘een grote kont’ en ‘spillenbenen’, roept het herkenning op. Wie mag bepalen of je wel of niet kwetsbaar mag zijn? Wie zegt dat je je niet onzeker mag uitlaten over lichamelijke gebreken? De twee geven zich niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk bloot. ‘Als ik de stem van mijn moeder in mijn oor voelde – “Cat, is dat niet te bloot?” – dan wilde ik het juist doen,’ zegt Smits over de keuze om in haar lingerie over de podiumvloer te kruipen. De poster was natuurlijk al een zekere voorbode over wat komen ging: de tepel op de poster staat niet in verhouding tot al het naakt in de voorstelling. Op een gegeven moment lijkt het alsof de actrices onderdeel uitmaken van Extinction Rebellion als ze naakt met protestborden op de bühne staan om hun kritiek ten gehore te brengen.

Een nieuw ‘vrouwtype’

Wat hun protestgeluid precies is, is moeilijk onder woorden te brengen door de harde muziek en het onbegrijpelijke ronddartelen. En dat geldt niet alleen voor deze ene scène: met zoveel gefragmenteerde beelden die worden voorgeschoteld, is het lastig om de ‘rode draad’ te volgen. Na, voor én tijdens iedere scène komt die prangende vraag weer bovendrijven: wat is nu precies de boodschap, dé intentie van deze mix van woorden en spel? Het zou enorm helpen om iedere bezoeker bij zijn of haar ticket een kopie van het manifest van Stella Bergsma mee te geven. De enige écht duidelijke momenten – en ook meteen de meest diepzinnige – zijn die waarop de stem van Bergsma spreekt (via de speakers, niet in levenden lijve) en ze allerlei wijze boodschappen uit haar manifest naar voren brengt. Dit gebeurt via een levensgrote mond, die Van den Akker en Smits laten meebewegen op de stem van Bergsma.

Schijt aan alles!

Wie Bergsma’s woorden aan elkaar knoopt, kan het beschouwen als didactische poëzie. De slotsom is dat Van den Akker en Smits als twee ‘losgeslagen’ vrouwen laten zien dat wij vrouwen ook meer schijt mogen hebben. Schijt aan het hokje waarbinnen wij ongevaarlijk, vol mededogen, beschaamd en bescheiden moeten leven. Het toneelstuk biedt een nieuwe, radicalere vorm van feminisme: laat zien hoe gevaarlijk je bent. Bijt! Schuur! Toon hoe geil, vies, woedend en slecht wij vrouwen kunnen zijn. Oftewel: beste maatschappij, maak plaats voor een nieuw type vrouw. Van den Anker en Smits zijn duidelijk pleitbezorgers van deze nieuwe ‘radicale’ vrouw. Samen met hen staat er nog een derde ‘vrouw’ op het podium: de pop wiens mond letterlijk ‘gesnoerd’ is, omdat zij er geen heeft. Ze helpen deze pop om tot grotere hoogten te stijgen (ze tillen de pop steeds hoger op in een rode jurk) en iets te bereiken wat zovelen niet gegund wordt: de vrouwen staan klaar voor een andere vrouw en helpen haar om weer uit het ‘slijk’ te komen en weer op te bloeien als mens. Het doet denken aan de bekende quote: ‘We rise by lifting others’. Het podium biedt hierbij een helpende hand. Het decor is prachtig vormgegeven door Elze van den Akker en vormt een mooi geheel met het beeldmateriaal van Thomas Brand. De schreeuwerige dialogen staan in een interessant contrast met de klassieke muziek die Wim Selles heeft gekozen.

Van den Akker en Smits hebben een zeer opmerkelijk toneelstuk georkestreerd. Het betreft een voorstelling waarmee ze iedereen willen aanspreken. De vraag is of dat gaat lukken. Staat de wereld al open voor zo’n radicale versie van de vrouw? Als er al zoveel ophef is om een ietwat uitdagende poster (die overigens wel goed werd ontvangen in Noorwegen waar het toneelstuk ook op de planken is én wordt gebracht), wat zegt dat dan over de normen en waarden in Nederland? Het is zeker goed om de denkbeelden van je publiek op te rekken. Als het echter op zo’n radicale manier gebeurt, is het altijd maar de vraag of je mensen aan je kunt verbinden of slechts van je kan afstoten. Het oordeel mag je zelf vellen. De voorstelling is vanaf 24 mei twee weken lang als lunchvoorstelling te zien in theater Bellevue. Sta je klaar voor een turbulente avond, waarin een nieuw vrouwtype wordt gepresenteerd?

Boeken / Fictie

Een gruwelijke werkelijkheid in de spotlight

recensie: Het schaarse licht - Nino Haratischwili

Schaarste speelt een grote rol in het boek Het schaarse licht van Nino Haratischwili. Niet alleen is er in het verhaal spreekwoordelijk gezien weinig ruimte voor lichtpuntjes, er is ook een tekort aan diepgaande vriendschappen, liefde voor elkaar en de meest alledaagse dingen waarmee wij ons in onze levensbehoefte voorzien. Haar vorige romans waren de prelude voor deze duistere roman, die weer vol prachtige zinsneden staat die je zullen bekoren. Het verhaal daarentegen is lastiger te volgen, maar is daarom niet minder krachtig van aard.

 

Een marteling van een systeem

Schrijfster Nino Haratischwilli stond er middenin en plaatst nu zelf haar vier vrouwelijke hoofdpersonages Keto, Dina, Ira en Nene in het Tsibili (de hoofdstad van Georgië) van eind jaren tachtig. Midden in de grote omwenteling van het communisme naar totale anarchie. De personages zitten in de nadagen van het Breznjev-tijdperk. Mensen verliezen langzaam het vertrouwen in het systeem: de politie perst de bevolking af en de ‘buurtcrimineel’ is nog betrouwbaarder dan de gemiddelde politicus. Mensen worden vanzelf slecht – of maken slechte keuzes – als je hen in een situatie zonder hoop op beter plaatst. Zo zijn de personages te typeren: stuk voor stuk staat het leven hen tegen vanwege het grootschalige gebrek aan een toekomstperspectief en kansen. De enige kansen die de broers van de hoofdpersonages (de immer rivaliserende Tsotne en Rati) zien, is opklimmen in de machowereld van de drugshandel met alle gevolgen van dien. Na de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan, stroomden de drugs het land binnen en werden vele slachtoffers ‘slaven’ van het middel… 

Afgedrukte pijn

Ditmaal is Georgië niet de enige ruimte met een symbolische betekenis. Brussel, thuisstad van het Europees parlement, is de stad van waaruit de drie oudere versies van Ira, Nene en Keto in het jaar 2019 spreken. Het is de stad waar wordt bepaald welke landen mogen toetreden tot de Europese Unie. De droom van vele Georgiërs. Laat dat nu nét de plek zijn waar de foto’s van Dina – die dan overleden is – met de wereld worden gedeeld. De foto’s vormen momentopnamen van hun gezamenlijke verleden en deze worden nu openbaar gemaakt in een overzichtstentoonstelling. Tijdens de expositie worden de drie vriendinnen geconfronteerd met het verleden. In de hoofdstukken lees je afwisselend over dit ‘zwarte’ verleden. Iedere foto uit de collectie roept een andere herinnering, op. Via deze raamvertelling krijgen we als lezerspubliek op chronologische wijze het gehele verleden tot ons.  

Romeo en Julia en de drugsbende

Te midden van de machtsstrijd en de oorlog om Abchazië proberen Keto en haar vriendinnen in de jaren 70 en 80 een leven op te bouwen dat niet half zo corrupt is als de levens van hun dierbare families. Dat blijkt nogal een opgave, want veel mannelijke vrienden verliezen hun leven in de bendeoorlogen. Moord en doodslag zijn de enige constanten in hun leven. De enige die zich daar met enig succes van weet los te koppelen, is Dina. Zij ziet voor zichzelf een toekomst als fotografe weggelegd. Keto kijkt naar haar vriendin op en probeert haar voor onheil te behoeden als ze de speelbal van Keto’s broer Rati en Totsne, de broer van Nene, lijkt te worden. Nene is degene met het grootste lef en – misschien daardoor – ook degene die de zwaarste lasten lijkt te verduren. Als een ware Julia worstelt ze met haar gevoelens voor haar Romeo, de knappe Saba. Net als in het verhaal van de geliefden kunnen ze het noodlot niet afwenden. Gelukkig heeft Nene een eigen beschermheilige in de gedaante van haar vriendin Ira, de slimste van het stel, die tevens als enige een mooie toekomst voor zichzelf veilig weet te stellen. 

In het razendsnelle tempo dat je van de auteur gewend bent, lees je over de personages die komen en gaan. Kortstondig raken sommige levens van vreemdelingen verweven met het leven van de vier vriendinnen en altijd is de nasleep daarvan enorm. Zo redden Keto en Dina het leven van een jongen door de vereiste som geld aan zijn afperser te geven. Geld dat bedoeld was om Rati vrij te krijgen, die door Totsne in de gevangenis terecht is gekomen. Iedere actie eist een reactie en hier is altijd sprake van een kettingreactie. Deze gebeurtenis laat inzien dat Dina al langzaam wegglijdt in de duisternis. Je voelt hoe de vriendschap door de vingers van Keto glipt en daardoor snap je alle wanhopige handelingen die de vriendinnen treffen. Haratischwili weet ieder personage zo weer te geven dat je het gevoel hebt dat je hebt rondgekeken in de hersenpan van menig bijfiguur. Zelfs de meest kwaadaardige drugsbaron van de buurt, Tapora, lijkt nog een zekere familieman te zijn en ook de altijd stoere jongens in de wijk zijn slechts onzekere pionnen op een schaakbord. De onmacht heeft hen allemaal gegijzeld en maakt dat voor ieder van hen het onderscheid tussen goed en kwaad vervaagt.  

Onuitspreekbare tastbaar maken

Het boek vereist de nodige kennis van de Georgische geschiedenis. Dat is wellicht het enige minpuntje dat bespeurd kan worden. De verwijzingen naar vele gebeurtenissen uit het verleden volgen elkaar haastig op en je hebt enige context nodig. Het biedt helaas ook een betreurenswaardige gelijkenis met de situatie in Oekraïne. Tegelijkertijd gaat het ook voornamelijk over prille vriendschap en dat sommige vriendschappen uitgroeien tot verbintenissen voor het leven. Zoals haar personage Dina haar omgeving in foto’s kan vangen en daarmee het onuitspreekbare tastbaar maakt, kan Haratischwili met een objectieve en toch zo’n medeleven biedende beschrijving een geschiedenis navertellen. 

Theater / Voorstelling

Het geheim achter het raadsel George Soros

recensie: The Making of Soros the Musical - mugmetdegoudentand
Scènefoto The Making of Soros the MusicalNichon Glerum

Of je nou vriend of vijand bent van het Hongaars-Amerikaanse financiële mirakel George Soros, niemand kan een pink krijgen achter wie deze gesloten man nou eigenlijk echt is. Theatergezelschap Mugmetdegoudentand doet een poging het raadsel te doorgronden in de even charmante als rommelige The Making of Soros the Musical.

De speelvloer heeft nog het meeste weg van een kringloopwinkel, met kapotte fauteuils en afgetrapte vloerkleden. En dat is ook de bedoeling: de theatermakers zijn nog volop bezig met het in elkaar zetten van een musical. We treffen ze aan op het moment dat George Soros, het onderwerp van de musical, komt binnenlopen. Hij komt controleren wat er wordt gedaan met de één miljoen dollar die hij heeft gestopt in dit project, in de veronderstelling dat dit een vriendelijk verhaal zal worden over hem, zijn politieke missie en zijn goedgevigheid.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Van speculant tot filantroop

George Soros (Boedapest, 1930) is een Joodse Amerikaan van Hongaarse komaf. Hij maakte zijn onwaarschijnlijke fortuin -dat wordt geschat op 6 tot 7 miljard- in de tweede helft van de twintigste eeuw door behendig te speculeren met geld; vooral met dat van The Bank of England, om precies te zijn. En door allerlei andere financiële kansen precies op het goede moment te zien. Vervolgens ging in zijn hoofd de knop om, en veranderende hij van nietsontziende speculant in empathische filantroop: Soros geeft enorme bedragen weg aan goede doelen. Zijn ideaal is het kapitalisme de nek om te draaien.
Hij heeft echter aan beide uitersten van het politieke spectrum vijanden: rechts haat hem, omdat hij mensen met veel geld pootje probeert te haken. Links wantrouwt hem, omdat het knap vreemd is dat iemand die zo veel geld heeft verdiend door kapitalistisch handelen, nu opeens het licht zou hebben gezien en de wereld wil redden.

The Making of

In The Making of Soros The Musical proberen regisseur (Lineke Rijxman) en acteur (Jasper Stoop) een verhaal te maken waarin de ‘echte’ drijfveren en persoonlijke achtergrond van de filantroop duidelijk worden. Soros zelf (Vincent van der Valk) wil zijn persoonlijke verhaal niet zien; hij wil dat alleen zijn politieke boodschap in zang, dans en sketches zal worden verwoord: ‘dood aan het kapitalisme’, kort gezegd. Hij heeft betaald voor deze productie, de makers moeten de voorstelling neerzetten zoals hij die voor ogen heeft.

Helder en eerlijk

Wat volgt is een lang en rommelig geheel, waarin op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd een helder en eerlijk beeld te schetsen van de mens George Soros. Heel even verschijnt de man ook zelf in beeld, wanneer een Amerikaans interview met hem wordt geprojecteerd op een schermpje. In dat gesprek reageert de harde zakenman stamelend op vragen over zijn Joodse jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog in genazificeerd Hongarije.

Tussen het verhaal van Soros door, passeren de meest uiteenlopende (levens-)vragen de revue. Vragen over ieders identiteit, over ik en de ander, over inclusiviteit – zelfs over het leven in een door toeristen en partyboten overspoeld Amsterdam. De acteurs wisselen van personage, worden nu en dan zichzelf, of de ander. De handeling wordt geregeld onderbroken door dansjes en liedjes, veelal geleend uit andere musicals.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Hart

Daarmee is The Making of Soros The Musical niet bepaald een well made play, maar een rommeltje; maar wel een buitengewoon sympathiek en charmant rommeltje. Mugmetdegoudentand is een groep die het hart op de juiste plaats heeft, die maatschappelijk recht en onrecht graag mag bespreken. Ze gebruiken deze voorstelling dan ook om het eens te hebben over het noodzakelijk einde van het kapitalisme, omdat de samenleving er niet alleen slechter van wordt, maar er ook aan ten onder gaat. “Het kapitalisme wordt begraven”, aldus Soros.

IJzersterk is de scène waarin Vincent van der Valk als Soros in een razendsnel en vlijmscherp betoog uiteenzet hoe hij de -uit gebakken lucht bestaande- Bank of England onderuit heeft gehaald.
Hoogtepunt van de voorstelling is de finale, waarin Lineke Rijxman -zelf Joods- het kantelpunt in Soros’ leven verbeeldt. Ze zet de veertienjarige Joodse jongen in Hongarije neer, die moet toezien hoe zijn vader door de Nazi’s wordt gedwongen de bezittingen van weggevoerde mede-Joden te stelen, louter om zichzelf en zijn zoon de gang naar het concentratiekamp te besparen. De boodschap: als je je afvraagt hoe George Soros is geworden tot wie hij is: hier heb je je antwoord.

Stoppen

Mugmetdegoudentand heeft aangekondigd na 38 jaar theatermaken als groep te gaan stoppen. The Making of Soros the Musical is de laatste voorstelling die het collectief maakt. De leden van de groep gaan steeds meer hun eigen weg; en de financiële nekslag die corona heeft betekend, maakt voortgang en voldoen aan hun eigen kwaliteitseisen niet echt mogelijk. Het stoppen is wel oprecht jammer, zeker wanneer ze met deze maffe en hilarische musical opnieuw laten zien hoe belangrijk hun boodschap is en hoe verfrissend hun visie op theater is.

Kunst / Expo binnenland

Geen vlieg op de muur

recensie: Susan Meiselas in FOMU Antwerpen

De tentoonstelling Mediations in het Antwerpse Fotomuseum focust op een aantal reeksen uit de vijftigjarige carrière van Susan Meiselas. Deze expo toont hoe Meiselas er meesterlijk in slaagt empathie en grotere politieke actie aan elkaar te koppelen in haar werk.

Mediations vangt op lichte toon aan, met de portretten die Meiselas over een periode van vijftien jaar (1975-1990) maakte van een groepje vriendinnen in Little Italy, New York. Vanaf het begin valt op dat ze de mensen die ze fotografeert ook een stem wil geven; ze maakt audio-opnames van interviews met hen en laat hen reageren op hun eigen portret, zoals in de reeks 44 Irving Street. Zelf geeft de fotografe te kennen dat ze steeds op zoek is naar manieren waarop fotografie een dialoog kan worden: “Er is altijd dat ongelijke machtsevenwicht. Hoe doorbreek je dat?[1]

[1] Susan Meiselas, https://fomu.be/expos/susan-meiselas-mediations.

We are people with feelings

Lena on the Bally Box, Essex Junction, Vermont, 1973 © Susan Meiselas / Magnum Photos

In de volgende ruimte wordt de expo al wat ruwer, met de beelden uit de reeks Carnival Strippers die tevens in boekvorm verscheen. Ook in deze reeks bleef Meiselas meerdere jaren in de buurt van de vrouwen die ze fotografeerde. Frappant zijn de portretten van Lena op haar eerste dag als stripper en, twee jaar later, tijdens haar derde seizoen als stripper. Deze opeenvolging van beelden zonder verdere duiding geeft de bezoeker het onbehaaglijke gevoel iets van de veronderstelde miserie van het stripper-zijn te projecteren op Lena, alsof ze in die twee jaar tien jaar ouder zou zijn geworden.

Lena zelf schreef in een brief aan de fotografe dat ze het maken van het boek over ‘the girls’ belangrijk werk vond, omdat men zo de vaak slecht begrepen en fout gerepresenteerde mensen achter de strippers kan ontmoeten. “We are people with feelings. We have a heart, and a brain. We breathe, we fuck, we sleep, we need to eat,” schrijft ze in een groot, onregelmatig handschrift met veel agressieve doorhalingen. Mensen als mensen tonen, het lijkt de kern van Meiselas’ fotografische project. Ook in haar latere, meer politiek geëngageerde werk zal het belang van persoonsnamen in haar werk overeind blijven.

Het leven van een beeld

Zo ging ze tien jaar nadat ze de bekende foto van de tot dan toe anonieme ‘Molotov Man’ nam opnieuw naar hem op zoek en liet ze hem op video getuigen over zijn tot icoon verworden actie tegen het dictatorschap in Nicaragua; een beeld dat zo in het collectieve geheugen staat geprent dat velen de oorsprong ervan wellicht niet meer kennen. Meiselas ging op zoek naar alle mogelijke recuperaties van de foto die zij in 1979 maakte en die er mee voor zorgden dat het beeld in het publieke geheugen gegrift werd. Ze vindt haar Molotov Man in eindeloze variaties terug in de vorm van street art, monumenten en op t-shirts.

Sandinistas at the walls of the National Guard headquarters, ‘Molotov Man’, Estelí, Nacaragua, 1979 © Susan Meiselas / Magnum Photos

Ook haar andere foto’s van de revolutie in Nicaragua worden in grote getale overgenomen en getoond door de massamedia. Haar fascinatie voor die eindeloze reproducties lijkt vele malen groter dan haar frustratie over het kapen van haar beeld, al uit ze wel een bezorgdheid over de keuzes die media nemen wanneer ze een bepaald beeld, vaak ontdaan van context, tonen in plaats van een ander. Het zien van die foto’s in verschillende contexten roept belangrijke vragen op over de impact van beelden.

Een foto van een vrouw die met haar zoontje aan de arm wegrent van een bom heeft, ingekaderd in een wit passe-partout, iets bijna contemplatiefs, alsof we een in de tijd bevroren deel van iemands leven zien. Dezelfde foto, paginagroot afgedrukt en omgeven door tekst en andere beelden van de revolutie, heeft niets meer van die afstand die de foto als kunstwerk heeft. De foto doet een appèl op de toeschouwer. Het stemt tot denken over de macht van beelden en over het machtsmisbruik dat kan ontstaan wanneer een beeld niet in de juiste context wordt geplaatst.

De fotograaf als getuige

Het laatste en meest heftige deel van de tentoonstelling vangt aan met Saddam Husseins genocide op Iraakse Koerden en mondt uit in het tot op heden verder lopende project akaKURDISTAN waarin Koerden over de hele wereld een collectieve identiteit opbouwen aan de hand van hun herinneringen – of het gebrek daaraan, want veel Koerdische families vernietigden uit veiligheidsoverwegingen hun fotoalbums.

Waar fotografen vaak observator blijven, is Meiselas een kunstenaar die actief ingrijpt in wat haar bezighoudt. Zo is ze als fotograaf aanwezig bij de opgraving van massagraven in Noord-Irak en legt ze de hartverscheurende stillevens vast waarin opgegraven kleding een graf herkenbaar moet maken voor eventuele nabestaanden. Door het visueel zichtbaar maken van de graven en massagraven valt het geweld tegen de Koerden niet meer te ontkennen en worden families in staat gesteld te rouwen over hun vermoorde dierbaren.

Susan Meiselas stelt zichzelf en haar camera zowel op macro- als op microniveau ter beschikking van degenen die ze voor haar lens haalt. Haar eigen vraag of ze erin slaagt in dialoog te gaan met haar subjecten is moeilijk te beantwoorden, maar vast staat dat in Meiselas’ werk het leven en de kunst in uitzonderlijk nauw contact staan met elkaar. De tentoonstelling is nog tot 04/06/2023 te bezoeken in FOMU Antwerpen.