De Joodse bruidjes
Theater / Voorstelling

Net iets te klein

recensie: Stichting Goppe - De Joodse bruidjes
De Joodse bruidjes

Door de eenvoud en het gebrek aan grote gebaren is De Joodse bruidjes intiem en toegankelijk voor een groot publiek. Door deze kleine aanpak verliest de voorstelling over leven met oorlogsherinneringen echter wel aan impact.

De Joodse bruidjesDe Joodse bruidjes, een vertelling van schrijfster Mieke van Zeben, is een kraakheldere combinatie van Zebens eigen familiegeschiedenis, ingezonden verhalen en fictieve elementen. Twee Joodse bejaarde vrouwen, Edith (Rick Nicolet) en Mirjam (Diana Dobbelman), zijn tot elkaar veroordeeld in een verzorgingstehuis. De eerstgenoemde hoopt binnen twee weken weer naar huis te mogen, de ander lijkt te berusten in het idee dat deze plek haar laatste bestemming is. Het tweetal wordt hier bijgestaan door de verpleger Matthias (Martin Willem van Duijn), wiens Duitse afkomst de spinnige Edith een doorn in het oog is. Om de tijd te doden kijken ze televisie en praten ze over vroeger. Mirjam heeft namelijk steeds vaker angstdromen over haar transport van Westerbork naar Auschwitz. Edith zat juist de hele oorlog ondergedoken op een zolder, met als enig bezoek de man die haar uiteindelijk bezwangerde. Soms lijkt de uitwisseling van verhalen net een spel over wie het meeste heeft geleden, maar duidelijk is dat het oorlogsverleden diepe groeven heeft achtergelaten.

Efficiënt

Hoewel de voorstelling ietwat kluchtig begint – vooral het gekat van Edith richting Matthias doet soms stereotiep aan – ontwikkelt zij zich tot een bescheiden en intiem drama. De voorstelling werkt omdat alles uiterst klein is gehouden, zonder dat het gestileerd wordt. Het decor bestaat uit twee verzorgingstehuisbedden en een stoel, de handelingen zijn beperkt en de dialogen zijn niet gericht op effectbejag. Met deze economische benadering vermijdt regisseur Jori Hermsen overdadige sentimentaliteit (op een enkel mineurarpeggiootje op de piano na) en verwordt De Joodse Bruidjes niet tot Holo-kitsch.

Grote lijnen

De Joodse bruidjesEr kleeft echter ook een nadeel aan de voorzichtige aanpak. Mieke van Zeben heeft zichzelf als doel gesteld de oorlog ten herdenken aan de hand van persoonlijke verhalen en ze heeft het publiek gevraagd om oorlogsherinneringen in te sturen (‘betaal met je verhaal’). Misschien komt het juist omdat er uit zo veel verschillende bronnen is geput, maar de herinneringen van Mirjam en Edith blijven te veel aan de oppervlakte. Het zijn plotbeschrijvingen, met nog te weinig oog voor de details die zulke verhalen juist levendiger kunnen maken. Doordat het drama in de voorstelling wat voortkabbelt, is het tragische einde niet zo invoelbaar als had gekund. De grootste kracht van de voorstelling is tevens haar manco: door de grote eenvoud blijft De Joodse Bruidjes gespaard van dweepzucht, maar wordt het ook nooit echt indringend.

Idan Raichel Project
Muziek / Album

Betoverd en Ontroerd

recensie: Idan Raichel – At The Edge Of The Beginning
Idan Raichel Project

Idan Raichel is in Israël een superster. Met zijn nieuwste album laat hij even zijn vijfennegentigkoppige begeleidings band achter zich. Hij trok zich terug om een zeer intiem album te maken op de plek waar het allemaal voor hem begon: de kelder van zijn ouderlijk huis.

In 2002 debuteerde Idan Raichel met zijn Idan Raichel Project in Israël. Na het verschijnen van zijn tweede album was zijn populariteit zo gegroeid dat het in 2006 tijd werd voor een internationale release. De compilatie uit dat jaar onder de titel The Idan Raichel Project is een verzameling van zijn in Israël verschenen werk. In 2013 volgde Quarter To Six. Na tien jaar in de schijnwerpers was het tijd voor reflectie voor Raichel en tevens tijd om een gezin te stichten, dat inmiddels twee dochters telt.

 

Zanglijnen die omarmen

In de kelder van zijn ouderlijk huis zette Raichel ooit de eerste stappen in het maken van muziek. Hij koos die ruimte om zijn nieuwste album te schrijven en op te nemen. Op At The Edge Of The Beginning horen we bijna alleen Raichel zelf die muziek maakt. Slechts in een paar gevallen wordt de cocon geopend en wordt er iemand toegevoegd aan dit unieke en vooral intieme project.

Het album opent met een instrumentaal stuk. Idan Raichel speelt piano met subtiele strijkersbegeleiding op ‘Le’ Chakot (The Wait)’. Het is een mooie opmaat naar de teksten, omdat we al in de stemming zijn, waarin hij verhaalt over zichzelf en zijn familie. De teksten zijn gezongen in zijn moedertaal, maar een Engelse vertaling is beschikbaar. Al kunnen we de teksten niet doorgronden, we horen oorstrelende muziek en zanglijnen, die je als muziekliefhebber duidelijk maken dat het hier om warmte en intimiteit draait. Raichel weet te raken, ook zonder hulp van de teksten.

Luister naar de zanglijnen die je omarmen in ‘Ha’Yad Ha’Chama (The Warm Hand)’. Raichel vertelt hier hoe hij de aanvang van zijn retraite heeft ervaren als een terugkeer naar een vervallen en verlaten plek, die toch nog steeds als een warm thuis voelt.

 

Gasten in de eenzaamheid

In het negende nummer van het album komen we een gast tegen, Dana Zalah, die de eenzaamheid van Raichel even doorbreekt om haar stem te lenen aan het mooie ‘Ga’agua (Longing)’ en daarmee de compositie naar een machtige hoogte weet te tillen. Als we daar eenmaal in de vertaling hebben gekeken, horen we de pijn van het verlangen die Raichel gevoeld moet hebben. Opgekomen na het besef wat hem weg hield van aardse- en familiezaken gedurende zijn tien jaar in de schijnwerpers, in de drukte. Dat alles beseft hij pas ten volle nu hij eenmaal de rust hervindt en weer landt in zijn oude wereld.

De tweede gast die we horen is de Marokkaan Hassan Hakmoun, die op ‘Be’Chamesh Shniyot (In Five Seconds)’ te horen is met zijn typische bas-instrument: de sintir, dat overigens origineel uit Ghana afkomstig is. Hij neemt niet zoals Zalah een hoofdrol maar een bijrol naast Raichel.

Zelfs wie oppervlakkig luistert naar dit bijzondere album zal snel naar binnen gezogen worden in de wereld van Idan Raichel. Ook zonder te begrijpen waar de teksten over gaan, is het gevoel van deze muziek direct goed. Wie de moeite neemt om te graven in de teksten onder het luisteren naar de Israëlische zang, zal zich betoverd en ontroerd voelen worden: betoverd door de muziek en ontroerd door de zielenroerselen van de mens achter de wereldster Raichel!

 

Live in Nederland:

21 februari, Melkweg Amsterdam

 

 

Schuld Nieuw West
Boeken / Fictie

Het drijfzand van Nieuw-West

recensie: Walter van den Berg - Schuld
Schuld Nieuw West

In zijn eerste roman voor uitgeverij Das Mag confronteert Walter van den Berg de lezer met personages die boven hun bedroevende leefmilieu proberen uit te stijgen, maar telkens weer ten prooi vallen aan de zuigkracht van het drijfzand dat Nieuw-West heet.

Net als zijn eerdere werken, waaronder De Hondenkoning (2004) en Van dode mannen win je niet (2013), speelt de roman van Van den Berg zich af in de volksbuurten en achterafwijken van Amsterdam. Zijn personages worstelen met gevoelens en emoties die ze zelf nauwelijks kunnen bevatten of waar ze überhaupt geen ruimte aan durven te geven. Er wordt gedacht in schulden en rechten, in vergeldingen en reddingspogingen.

De stijl van Van den Berg is heel direct. Het hier en daar beperkte taalinzicht van de personages is knap gecombineerd met literair interessante zinnen. De dialogen confronteren de lezer soms met de bekrompenheid van de hoofdpersonen, maar niet op een denigrerende manier. Van den Berg heeft de balans gevonden tussen het literaire en het representatieve.

Perspectieven op ellende

In Schuld staan zes personages centraal, die continu om elkaar heen draaien en in specifieke hoofdstukken hun perspectieven met de lezer delen. De jonge Kevin maakt gestolen laptops schoon voor de heler Witte Mo, die in feite Edwin heet, maar jaren geleden had besloten om te gaan slepen met zijn been en zich een Marokkaans accent aan te meten. Kevin studeert econometrie en lijkt zich via die weg te kunnen ontworstelen aan de ellende van zijn jeugd, maar hij vertoont een antifreudiaanse loyaliteit aan zijn vader Ron door diens schuld af te willen lossen bij dezelfde Mo.

Ron was vroeger een talentvolle voetballer en zanger, maar Nieuw-West heeft hem van zijn talenten en dromen beroofd. Zijn broer, Cor, heeft vwo gedaan en schrijft boeken, maar niet van het soort waar hij van kan leven. Het geheel aan perspectieven wordt gecompleteerd door marinier Marco en de mishandelde huisvrouw Sandra. Allemaal hebben ze financiële of emotionele schulden: ze zijn gevangen in een biotoop en veroordeeld tot elkaar.

Geen oordeel, maar begrip

Van den Berg geeft een inkijkje in de harde wereld van de autochtone onderklasse. Hij schrijft over én vanuit een bevolkingsgroep die normaliter niet aan bod komt in de hedendaagse literatuur. De wanhoop, de ellende, de verkeerde keuzes, de onwetendheid, het spat allemaal van de pagina’s af, maar Van den Berg oordeelt niet, hij creëert eerder begrip. Begrip voor de uitzichtloosheid, de armetierigheid en voor de dappere pogingen om daar aan te ontsnappen.

Ontsnappen moet daarbij niet te letterlijk worden genomen. Kevin is niet van plan om met zijn studie econometrie de wijde wereld in te trekken en Nieuw-West definitief vaarwel te zeggen. Hoe anders hij ook is dan de mensen in zijn buurt, het blijft toch zíjn buurt. En hoe stroef het contact ook loopt met zijn vader, het blijft toch zíjn vader. Geen enkele schuld zal daar wat aan veranderen. Het drijfzand heeft geen vat meer op Kevin, maar zijn omgeving blijft erin wegzakken.

 

pynchon, nieuwe vide, 8weekly
Kunst / Expo binnenland

Pynchon debuteert als pop

recensie: In Search of Thomas Pynchon
pynchon, nieuwe vide, 8weekly

In het project In search of Thomas Pynchon laat Haarlems kunstencentrum Nieuwe Vide een aantal kunstenaars hun antwoord leveren op de vraag wie Pynchon is en waar we de mysterieuze Amerikaanse schrijver zouden moeten zoeken. Het levert een intrigerende tentoonstelling op.

De Amerikaanse complottheorieënschrijver Thomas Pynchon blijft notoir onbekend, al zit ‘ie dan wel weer in een aflevering van The Simpsons (met zijn echte stem), vertelt Nieuwe Vide-directeur Lennard Dost. De schrijver lijkt simpelweg van mening te zijn dat voor de duiding van een kunstwerk geen enkele informatie over de maker noodzakelijk is, aldus Dost. Af te vragen valt of het de bedoeling is dat in dit project daadwerkelijk naar antwoorden wordt gezocht. Een probleem vormt dat echter niet, omdat in deze tentoonstelling het juist de zoektocht zelf is die centraal staat.

pynchon, nieuwe vide, 8weekly

zaaloverzicht

Op ontdekkingstocht

Zou je als bezoeker, zonder te weten waar het over gaat, deze tentoonstelling kunnen linken aan de beruchte schrijver? Het antwoord daarop dient toch nee te zijn. Het best is het de openingstekst te volgen: ‘Ons advies: ga op ontdekkingstocht, en verwacht niet meteen een pasklaar antwoord. Dat antwoord geeft Pynchon niet, en wij ook niet.’

Na het lezen van de tekst kan de bezoeker op pad. Die ziet twee ruimtes voor zich, hoort een projector draaien in de eerste ervan, ziet een aantal portretten in een cirkelvorm aan de muur aan en uit flikkeren en ziet op een groot scherm wat op het eerste gezicht een natuurdocumentaire lijkt. Op de achtergrond van deze eerste zaal hoort hij een verhaal verteld worden. In het midden staat een bar, met daarop een citaat van Pynchon geschilderd. De ruimte is klein en bescheiden maar de video’s en audio nemen qua inhoud genoeg plaats in om dat te compenseren.

pynchon, nieuwe vide, 8weekly

Machteld Rullens, Slow Learner, 2015

De flikkerende portretten op de muur zijn van Machteld Rullens. Haar Slow Learner uit 2015 is een gaaf gelukt project, waarbij ze gebruik maakt van Slow scan television (SSTV), om het zogenaamde Moon bounce in de praktijk te brengen: ‘For this project ten portraits were transmitted to the Moon and back.’ Op de tv waarop een van de portretten wordt getoond ligt een koptelefoon, die het prachtige geluid van een bestand dat naar de maan gestuurd wordt erbij levert.

Het personage Pynchon doorgronden

Elke kunstenaar levert zijn andere, geïnspireerde visie op het werk en vooral de afwezigheid van de Amerikaanse schrijver. Thema’s als informatietechnologie, complottheorieëen, reizen, maar ook romanpersonages of een poging tot het doorgronden van het ‘personage’ van de schrijver zelf komen langs.
Zo doet Pia Louwerens drie dingen: ze heeft een Pynchon-object gemaakt (een kleine wereldbol van klei op een sokkel), ze gaf een performance en ze heeft een audio-piece van bijna tien minuten, waarin ze Thomas Pynchon als háár literatuurpersonage op laat draven. Zij maakt van hem een karakter en van haarzelf de maker daarvan: ‘Pynchon debuts as a puppet’, getuigt de bijgevoegde tekst.

pynchon, nieuwe vide, 8weekly

zaaloverzicht

Een prettige, lage stem die de hele eerste ruimte vult is van Lance Wakeling. Zijn prachtige A tour of the AC-1 Transatlantic Submarine Cable is een mooi voorgelezen verhaal dat bij een drieëndertig minuten durende video hoort. Op groot scherm toont het bijbehorende beeld een lange reis langs een telecommunicatiekabel tussen New York-Engeland-Nederland-Duitsland. Het commentaar dat hij erbij levert behandelt politiek, veiligheid, oorlog, geologie en communicatie. Het is een natuurfilm, maar dan anders.

Nog nieuwsgieriger

Opvallend is dat er in de tentoonstelling heel veel audio te horen is. Kennelijk leidt literatuur als inspiratiebron bij beeldend kunstenaars tot het gebruik van daarvan. Samengevat kan gezegd worden dat Pynchon intrigeert en dus inspireert en zowel voor de kunstenaars als de bezoeker een dankbaar onderwerp oplevert. Deze tentoonstelling maakt de bezoeker, op een prettige manier, nog nieuwsgieriger dan hij al was.

Catone in Utica
Muziek / Concert

Verdorven zielen in donkere tijden

recensie: Catone in Utica @ Concertgebouw, Amsterdam
Catone in Utica

Barokspecialist en dirigent Andrea Marcon weet samen met zijn La Cetra Barockorchester in de opera seria Catone in Utica van Vivaldi (1678 – 1741) een fijn kantwerk te weven, waarop onder andere de Duitse sopraan Anett Fritsch, de Zweedse mezzosopraan Ann Hallenberg en de opvallende Italiaanse mezzosopraan Francesca Ascioti als kostbare juwelen schitteren.

De internationale cast in de opera van Vivaldi, Catone in Utica, verleidt met expressie en voyante stemmen het publiek tijdens deze ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw. Al vanaf de eerste maten trekt het Zwitserse barokorkest La Cetra (de citer) onder leiding van Vivaldi-specialist Andrea Marcon de aandacht en verplaatst het in de zaal aanwezige publiek naar Utica. Omdat deze late opera van Vivaldi slechts gedeeltelijk bewaard gebleven is, verschijnt tijdens de als ouverture gespeelde sinfonia ‘L’Olimpiade’ (1734) van Vivaldi een korte samenvatting via de boventiteling. Vervolgens begint een emotionele achtbaan van jaloezie, macht, verraad en ontroering.

Vindingrijk
Als door een onzichtbare hand van boven geleid borduurt Vivaldi een waar naaldwerk tussen het libretto van Metastasio en simpele harmonische formules. De vindingrijk gecomponeerde stemrollen in deze klassieke opera seria verlenen alle zes personages essentie en gelaagdheid. Je waant je in de stad Utica, waar de stijfkoppige staatsman Catone zijn macht uitoefent. Zijn woede is in iedere noot voelbaar. Hij haat Cesare om zijn oneerlijke machtspolitiek, maar vooral om zijn gewoonte vrouwen van zijn tegenstanders te verleiden. Als Catone ontdekt dat Cesare ook het hart van zijn eigen dochter Marzia heeft gestolen, raken de ontwikkelingen in een geniaal georkestreerde muzikale versnelling.

De Italiaanse Francesca Ascioti, mezzosopraan, verrast met een verzadigde en wendbare stem, waarmee ze Marzia’s drama geloofwaardig neerzet. Krachtig is ook Anett Fritsch in de rol van de arrogante Cesare. Maar de weergaloze klank van de Zweedse mezzosopraan Ann Hallenberg blijft de hoogste traktatie. Jammer dat de Zwitserse tenor Emiliano Gonzales Toro als Catone af toe zijn stem forceert, waardoor de spanning wegvalt. Ook de Spaanse countertenor Carlos Mena, hoewel uitstekend in zijn expressie, is tekstueel minder goed te volgen. Roberta Invernizzi vertolkt prins Arbace toneelachtig met donker getinte mezzosopraan, zodat de kleine rol alsnog goed opvalt.

Ontlading
De vandaag jarige Marcon toont ambachtelijk meesterschap in zijn dirigeerkunst; hij laat moeiteloos de dynamiek van de stemmen versmelten met de structuur van het orkest. De vitaliteit spat gedurende de hele opera van de orkestmusici af. De vele recitativi cantandi storen niet, integendeel. Marcon genereert hiermee de emoties om ze tot een hoogtepunt te brengen en in de aria’s uit de handen te geven. De ontlading laat hij helemaal aan de zangers over.

De indruk dat niet Marcon maar de muziek de leiding heeft, dringt zich al snel op. En hoewel Vivaldi’s Catone in Utica sterk op de taal gecomponeerd is en daardoor het toneelbeeld moeilijk blijft, is het verlangen om deze cast in kostuums op de operahuisplanken mee te maken na vandaag sterker dan ooit.

Anuli Croon
Kunst / Kunstboek

In your face

recensie: Anuli Croon - Patterns of life/Levenspatronen
Anuli Croon

In Patterns of life/Levenspatronen, het oeuvre-overzicht van de Rotterdamse kunstenares Anuli Croon, wordt de mens een wanhopig personage in een beperkte ruimte. Hier geldt overeind blijven en elkaar vasthouden als een fundamentele overlevingsstrategie.

Het is de stilte in het werk van Anuli Croon die tegelijkertijd oorverdovend genoemd kan worden. De vormen in de grote schilderijen lijken zich zwijgend tot de toeschouwer te verhouden, terwijl de kleurschakeringen in lawaaierige samenstellingen de geschilderde ruimte vullen. De overheersende stilte wordt extra benadrukt door mensfiguren die het vlak bevolken en met lege hoofden de geluidloosheid bevestigen.

Anuli Croon

Mug & City IV, 180 x 150 cm. 2013

Anonimiteit

Het doek Mug & City IV toont twee figuren, waarbij de een door de ander in een soort heimlichgreep gehouden wordt. De willoze houding van de voorste persoon contrasteert met de stevige greep van de achterste. Is dit een levensreddende omhelzing of een vijandige worsteling? Croon laat op een indringende manier zien hoe de verstilling tot verwarrende scènes leidt. De ogenschijnlijke apathie van haar personages kan zowel uit liefde als uit strijd voortgekomen zijn.

Het is vooral de afwezigheid van gezichtsuitdrukking die de afstandelijke sfeer versterkt. Hoofden zonder ogen, zonder mond of neus, lijken zich terug te trekken in een anonimiteit die de vraag oproept of deze mensen zich überhaupt iets van elkaar aantrekken. Armen en handen daarentegen zijn overal aanwezig. Er wordt meer dan normaal aangeraakt, vastgegrepen en omhelsd. Alsof deze wereld voorbijgaat aan zintuiglijke communicatie en het enkel moet stellen met een fysieke toenadering.

Anuli Croon

Architectural construction VI, 180 x 225 cm. 2008

Filmstroken

Croons strakke schilderwerk maakt haar technische werkwijze direct herkenbaar. De door middel van sjablonen en stempels opgebouwde composities staan meestal voor een decor van uitbundige patronen dat doet denken aan voorbijflitsende filmstroken. De drukte op de achtergrond isoleert de verstilde menselijkheid en maakt dat de diverse lagen in dit werk samenkomen in een geforceerd, maar daardoor juist fascinerend totaalbeeld.

Ook als Croon niet voor een menselijke verbeelding kiest en op puur abstracte wijze haar composities maakt – zoals in Architectural construction VI – is de gelaagdheid van de oppervlakte van een bijzondere kwaliteit. De strakke voorstellingen, het lijnenspel en de kleurrijke patronen geven deze werken een duidelijk architectonische sfeer. De ‘gebouwde’ ruimtes worden begrensd door fraai gedecoreerde wandvlakken en bieden een doorkijk naar weer andere ruimtes. Het is een spel met structuur, licht en ritme dat door de kunstenaar op virtuoze wijze wordt gespeeld en dat ook in het driedimensionale werk tot uitdrukking komt.

Claustrofobisch

Op enkele foto’s in deze uitgave is goed te zien hoe het werk van Anuli Croon zich verhoudt tot de ruimte waar het aan de muur hangt. De grote mensfiguren en maskers, in hun haast claustrofobische kadrering, vullen de kamers en zalen met een monumentale atmosfeer. Smartelijke gezichtsuitdrukkingen en uitgestoken, rondtastende handen verdringen zich voor het raamwerk waarin de kunstenaar ze gevangen heeft gezet.

Dat effect wordt grotendeels weggenomen door de robuuste opmaak van dit boekje. De krappe marges en forse plaatsing van de separate schilderijen – weinig witruimte rondom – maakt dat er nauwelijks omgeving is om de bijzondere ruimtelijkheid van dit werk te ervaren. Het is aan de kijker om afstand te nemen en zelf een tussenruimte te creëren. Voldoende aanleiding om Croons kunst in werkelijkheid te gaan zien.

Titel: Anuli Croon – Patterns of life/Levenspatronen
Uitgever: Jap Sam Books
Aantal pagina’s: 128
Prijs: € 25,00
ISBN: 978 94 90322 59 5

schild
Boeken / Non-fictie

Lofzang op een prachtig werkje

recensie: Bernardus van Clairvaux - Tempeliers. Lofzang op een nieuwe ridderorde
schild

Met deze Nederlandse vertaling van Bernardus van Clairvaux’ Loflied op een nieuwe ridderorde trachtten de vertalers de inhoud voor een ieder toegankelijk en begrijpelijk te maken. En dat is gelukt. Een volgend prachtig werkje in de mooie serie Middeleeuwse Monastieke Teksten van uitgeverij Damon.

De orde van de Tempel, dat weten we nog van school, was een christelijke ridderorde die een rol speelde tijdens de kruistochten naar het Heilige Land in de twaalfde eeuw. Een geschiedenis die tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreekt. Haar gedachtegoed was gestoeld op twee pijlers: het ideaal van ridderschap en dat van monastiek leven. Hugo van Payns, de geestelijk vader van de orde, richtte zich tot Bernardus van Clairvaux om geestelijke ondersteuning. Want dat het er bij die ridders toentertijd niet geheel volgens Bijbelse beginselen aan toe ging, is een understatement.

Criminelen

Bernardus was zelf een ridderzoon en wist dus goed met wat voor volk hij te maken kreeg. In zijn eigen woorden: ‘[Onder hen] vind je er maar een paar die níet behoren tot de categorie criminelen en tuig, rovers en heiligschenners, moordenaars, plegers van meineed en overspel.’ De roep om een gedragscode groeide. Ook na de grote verliezen die de tempelridders ten beurt vielen, vroegen velen van deze ridders zich af wat hun missie nu precies inhield en wat hun nut als strijder was. In eerste instantie werd Liber ad milites templi dan ook geschreven om de gedemoraliseerde moraal te verbeteren. Dat Van Clairvaux tegen deze opdracht opzag, blijkt uit zijn initiële getreuzel. Maar uiteindelijk vangt hij zijn schrijven aan en ontstaat er een geschrift dat meer nastreeft dan enkel een bemoediging.

Complimenten

Bernardus was predikant en publicist, had over geheel Europa contact met de belangrijkste mensen van zijn tijd en reisde dan ook stad en land af als bemiddelaar, raadgever en vriend. Hij was behept met iets wat wij tegenwoordig charisma zouden noemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Van Payns zo graag wilde dat juist hij dit traktaat zou schrijven. De Franse abt weet in simpele en heldere bewoordingen complexe materie over te brengen die voor velen begrijpbaar is.

Wat de vertalers op uitmuntende wijze hebben weten te waarborgen is deze helderheid. Voor mensen anno 2016 is er bijna niets zo ver weg als de wereld die Bernardus schetst, ruim negenhonderd jaar geleden. Wanneer een geschrift honderden jaren weet te overleven en niets aan kracht inboet, weet je te maken te hebben met een meesterwerk. Daarbij schreef Guerric Aerden, zelf cisterciënzermonnik, een inleiding tot het eigenlijke werk van Bernardus, die al een groot compliment verdient. Bernardus van Clairvaux lijkt voor even weer springlevend.

Boeken / Fictie

Een onbenullige student en afgezaagde metaforen

recensie: Hanna Bervoets - Ivanov

Hanna Bervoets heeft een nieuw boek geschreven, Ivanov, en zelfs de Volkskrant is er weg van. 8WEEKLY kan zich hier niet in vinden, het is een vrij voorspelbaar verhaal doorregen van slechte metaforen en dramatische zinsconstructies.

De uitgever beschrijft Bervoets’ boek als ‘een ontluisterende roman over de invloed van cultuur op ethiek en over de grenzen die we trekken om te bepalen wie of wat we zijn’. Dat hier totaal voorbij wordt gegaan aan het feit dat ethiek per definitie beïnvloed wordt door cultuur, wekt gelijk argwaan op. Het geeft direct aan dat van dit boek veel meer gemaakt wordt dan het eigenlijk is.

Weinig verrassingen

Bervoets ontvouwt het verhaal van een hulpeloze student, Felix, die op onverklaarbare wijze verwikkeld raakt in het onderzoek van een merkwaardige academicus, die een experiment van een negentiende-eeuwse Rus wil nadoen. Bervoets heeft hiermee een interessant stukje geschiedenis te pakken, en breit daar in feite een vrij interessante verhaallijn omheen. Maar het wil niet erg lukken. Behalve de onverklaarbare wijze waarop de hoofdpersoon te maken krijgt met het merkwaardige onderzoek, komt niks in het verhaal als een verrassing. Bervoets weet telkens wel wat spanning op te bouwen, maar omdat steeds datgene gebeurt waar je als lezer als eerste aan dacht, raakt de spanning er al gauw vanaf.

Storende beeldspraak

Veel storender dan de inhoud is echter de manier waarop het verhaal geschreven is. Bervoets is bepaald niet vies van beeldspraak, en wel om de pagina. Bovendien gebruikt ze het vaak overdreven dramatisch, zo niet overbodig. Angst beschrijft Bervoets als ‘mieren die tussen schouderbladen omhoog kruipen’, en geheimen worden een paar pagina’s daarvoor beschreven als ‘een zak glimmende edelstenen’. Die vergelijking wordt vervolgens over een hele pagina uitgesmeerd, alsof Bervoets bang is dat we het anders niet begrijpen. Dat gaat zo het hele boek door, wat vrij snel gaat irriteren.

Ook zonder beeldspraak weet Bervoets op onnodig dramatische manier te schrijven. Als Felix een indianentooi heeft gekocht, realiseert hij zich: ‘Ik wilde de indianentooi niet kopen. Gulio wist dat ik de indianentooi niet wilde kopen. Toch kocht ik de indianentooi’. Hier wordt in drie, elkaar op pathetische wijze volgende zinnen, maar weinig gezegd. Bovendien had het makkelijk in een zin gekund.

Intrigerende wetenschappers

Bervoets heeft met Ilya Ivanov, die echt bestaan heeft, en Helena Frank, de fictieve wetenschapper die zijn experiment over wil doen, twee heel intrigerende personen te pakken. Maar de nadruk ligt niet op hen. Ironisch genoeg zijn de passages waarin zij voorkomen wel het best te lezen. De manier waarop Ivanov en Frank hun onderzoek uitvoeren, en het relaas dat Frank erover geeft, roepen prikkelende vragen op. Jammer genoeg moet dit relaas wel worden afgesloten met een afgezaagde metafoor over een schermwedstrijd.

Al met al weet Bervoets’ vijfde roman Ivanov niet erg te boeien, en is haar schrijfstijl eerder vervelend dan vermakelijk. Wat blijft is een gevoel dat er meer in het verhaal zat dan er is uitgehaald.

Theater / Voorstelling

De gecultiveerde natuur volgens NBprojects

recensie: NBprojects - 3: The Garden

Wegens succes is de voorstelling 3: The Garden van NBprojects uit 2011 weer te zien in de theaters in Nederland. Nicole Beutler en haar team hebben de voorstelling aangepast zodat het nu past in de grote zaal, in plaats van de kleine zaal.

Op de vloer van het podium zien we een vierkante grasmat met aan beide kanten drie korte nepbomen. Een normaal geklede jongeman vertelt ons geanimeerd over het moment dat er niets was en de oerknal en geeft een opsomming van dingen, plekken en mensen die op aarde zijn of zijn geweest. Ondertussen verschijnen er vijf anderen. De hierop volgende groepsdans bestaat uit een constant veranderen van de ene symmetrische vorm in de andere, wat veel weg heeft van een menselijke caleidoscoop. De vloeiende bewegingen bewijzen dat de dansers, inmiddels uitgekleed tot aan hun ondergoed, goed op elkaar zijn ingespeeld. Hoewel ze in het begin vrij lang met deze bewegingen doorgaan, zorgen de muziek, die steeds zachter en dan weer sterker wordt, en het licht, dat van de gehele zaal naar een enkele felle spot op het toneel gaat, ervoor dat het niet saai wordt, maar eerder een hypnotiserende werking heeft.

TheGarden3©AnjaBeutler.deSterke spanningsboog

De symmetrische groepsdans is de leidraad in de voorstelling, maar wordt enkele keren onderbroken. Bijvoorbeeld wanneer de performers met instrumenten verstopt in de nepbomen een ritme maken en de tekst “You will find me, if you want me, in the garden, unless it’s pouring down with rain” uitspreken, of wanneer ze patronen op elkaar tekenen met verschillende kleuren verf. Elke onderbreking lijkt een verandering in de symmetrische groepsdans als effect te hebben, van vloeiende naar stotende bewegingen en van lineair naar voren gericht tot circulair naar elkaar toe gericht. Door de combinatie van de subtiele licht- en muziekveranderingen met de grote onderbrekingen houden de performers de aandacht op een inventieve en humoristische manier muurvast.

Futuristische ideeën

Tegen het einde van de voorstelling vertelt een van de performers op een geanimeerde manier over futuristische dingen, mensen en plaatsen, zoals dat wij mensen naakt zullen zijn en geen behoefte meer hebben aan voedsel. De cirkel is rond: van het begin van de aarde, via alle aanpassingen die wij mensen aan de natuur hebben aangebracht, naar een toekomstbeeld.. De voorstelling eindigt heel bevredigend met de performers die naakt een asymmetrische, harmonieuze groepspose aannemen.

Versterkend effect van de grote zaal

Het is opvallend dat deze voorstelling ook erg goed werkt in een grote zaal. De grotere afstand tussen performers en publiek draagt juist bij aan het hypnotiserende effect, omdat het makkelijker is om naar het geheel te kijken. 3: The Garden is, nog meer in de grote zaal, een sterke voorstelling die hypnotiserende momenten kent, maar ook veel afwisseling en humor.

Theater / Voorstelling

Schitterend pleidooi voor kennis en onwetendheid 3.0

recensie: Jasper van Kuijk - Onder de streep

Alles willen weten is natuurlijk een mooi, nobel streven. Maar het kan ook verkeerd uitpakken. Juist het niet willen weten, durven twijfelen aan de dingen, kan nieuwe ervaringen opleveren. In zijn nieuwe voorstelling Onder de streep onderzoekt Jasper van Kuijk (1976) op een toegankelijke manier zijn obsessie voor de wetenschap, al lijkt hij geen concessies te doen aan de hoeveelheid materiaal.

Tegenwoordig is het ontbreken van wifi een dodelijke aangelegenheid: op de camping, in het vliegtuig of in een hippe koffietent of andere plekken blijkt dat verbinding met het internet hoogst noodzakelijk is. Voor Jasper van Kuijk reden om eens te gaan kijken achter het gordijn van de technologische vooruitgang. En wat ziet hij? Juist. ‘De mens dient gemak’, stelt hij. Door robotisering en automatisering dreigt de mens zichzelf te verliezen. Maar ook menselijke nieuwsgierigheid is hem niet vreemd, zo vertelt hij over het maakproces van kaas of de schroefjes van zijn drone. De wegen naar een uitvinding zijn soms ondoorgrondelijk, grapt Van Kuijk. Dat maakt wetenschap volgens hem zo fascinerend.

Enzymen

podiumfoto 4 Onder de Streep - Jasper van Kuijk -© foto Jaap ReedijkMaar valt er ook nog wat te lachen? Het is meer beleefd gegniffel wat de zaal vult, al is dat juist een verademing in Nederland cabaretland. In anderhalf uur schetst de jongensachtige (maar inmiddels vader van drie kinderen) Van Kuijk een natuurkundige kijk op de wereld, maar heeft het naast de schoonheid ook over de lelijkheid ervan. Verliefdheid is bijvoorbeeld alleen maar een verbinding van enzymen, met romantiek heeft het weinig te maken. En het bereiden van Japanse kogelvis is een sterk staaltje Russisch roulette, in plaats van verantwoord van de goede textuur genieten. In het universum van Van Kuijk zijn toeval, religie en genegenheid creaties die niet bewezen kunnen worden. En dan telt het niet.

Verwondering

Daarmee boort Van Kuijk een nieuw genre aan binnen het cabaret, zoals eerder Diederik van Vleuten vanuit de geschiedenis programma’s maakt. Nooit geschreven op de lach, maar altijd op de verwondering, bedoeld om de bezoeker mee te nemen in een nieuwe wereld. Cabaret voor de hogeropgeleiden, zonder dat het stoort. De vraag is alleen of Van Kuijk keuzes heeft durven maken in zijn materiaal; het is namelijk nogal veel wat hij te vertellen heeft. Naast een terugkerend liedje zou ook een alternatief intermezzo voor iets meer rust in de voorstelling zorgen. Ook stilistisch oogt het hier en daar wat kaal en niet functioneel, maar ach, wat geeft het. Jasper van Kuijk heeft tenminste wat te vertellen, met een schitterend slotpleidooi als toetje.