Boeken / Non-fictie

Lofzang op een prachtig werkje

recensie: Bernardus van Clairvaux - Tempeliers. Lofzang op een nieuwe ridderorde
schild

Met deze Nederlandse vertaling van Bernardus van Clairvaux’ Loflied op een nieuwe ridderorde trachtten de vertalers de inhoud voor een ieder toegankelijk en begrijpelijk te maken. En dat is gelukt. Een volgend prachtig werkje in de mooie serie Middeleeuwse Monastieke Teksten van uitgeverij Damon.

De orde van de Tempel, dat weten we nog van school, was een christelijke ridderorde die een rol speelde tijdens de kruistochten naar het Heilige Land in de twaalfde eeuw. Een geschiedenis die tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreekt. Haar gedachtegoed was gestoeld op twee pijlers: het ideaal van ridderschap en dat van monastiek leven. Hugo van Payns, de geestelijk vader van de orde, richtte zich tot Bernardus van Clairvaux om geestelijke ondersteuning. Want dat het er bij die ridders toentertijd niet geheel volgens Bijbelse beginselen aan toe ging, is een understatement.

Criminelen

Bernardus was zelf een ridderzoon en wist dus goed met wat voor volk hij te maken kreeg. In zijn eigen woorden: ‘[Onder hen] vind je er maar een paar die níet behoren tot de categorie criminelen en tuig, rovers en heiligschenners, moordenaars, plegers van meineed en overspel.’ De roep om een gedragscode groeide. Ook na de grote verliezen die de tempelridders ten beurt vielen, vroegen velen van deze ridders zich af wat hun missie nu precies inhield en wat hun nut als strijder was. In eerste instantie werd Liber ad milites templi dan ook geschreven om de gedemoraliseerde moraal te verbeteren. Dat Van Clairvaux tegen deze opdracht opzag, blijkt uit zijn initiële getreuzel. Maar uiteindelijk vangt hij zijn schrijven aan en ontstaat er een geschrift dat meer nastreeft dan enkel een bemoediging.

Complimenten

Bernardus was predikant en publicist, had over geheel Europa contact met de belangrijkste mensen van zijn tijd en reisde dan ook stad en land af als bemiddelaar, raadgever en vriend. Hij was behept met iets wat wij tegenwoordig charisma zouden noemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Van Payns zo graag wilde dat juist hij dit traktaat zou schrijven. De Franse abt weet in simpele en heldere bewoordingen complexe materie over te brengen die voor velen begrijpbaar is.

Wat de vertalers op uitmuntende wijze hebben weten te waarborgen is deze helderheid. Voor mensen anno 2016 is er bijna niets zo ver weg als de wereld die Bernardus schetst, ruim negenhonderd jaar geleden. Wanneer een geschrift honderden jaren weet te overleven en niets aan kracht inboet, weet je te maken te hebben met een meesterwerk. Daarbij schreef Guerric Aerden, zelf cisterciënzermonnik, een inleiding tot het eigenlijke werk van Bernardus, die al een groot compliment verdient. Bernardus van Clairvaux lijkt voor even weer springlevend.