Theater / Voorstelling

IJzingwekkende spiraal van onbegrip

recensie: Toneelgroep de Appel - Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld

Hoewel weinigen de verschrikkingen van de bootvluchten nog zullen ontkennen, is het een hele opgave om er iets mee te doen dat verder reikt dan het benadrukken van de ernst ervan. Regisseur David Geysen slaagt hier echter wonderwel in door op zeer zintuiglijke, vernuftige en tegelijkertijd poëtische wijze constant te wijzen op ‘de andere zijde’.

In het kader van Het Heijermans Festival brengt De Appel naast werken van de toneelschrijver zelf, ook enkele toneelstukken over de gemene deler tussen hem en het Scheveningse theater: de zee. In Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld is de zee zowel afbakening als overgangsgebied, zowel schepper als verwoester. In de vertelvorm wordt deze dubbele agenda al snel duidelijk: de voorstelling is een gelijktijdig tweeluik, gespeeld in twee afzonderlijke ruimtes. Door het steriele, apollinische karakter van de ene ruimte en de egoïstische, geldbeluste wereld in de andere ruimte zou je de twee zalen met een beetje goede wil kunnen classificeren als Marx’ boven- en onderbouw. Juist omdat er communicatie is tussen de twee ogenschijnlijk gescheiden werelden: we horen flarden gedichten uit de ene zaal weerklinken, acteurs lopen van het ene naar het andere toneelstuk. Na de eerste helft wisselt ook het publiek van zaal en speelt de voorstelling opnieuw.

Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereldOndergang van het Avondland

In de bovenzaal vormt de zee de afbakening voor een overzichtelijk, steriel wit landschap dat geheel door het zaallicht verlicht wordt. Een vrouw, gespeeld door Geert de Jong, ziet nieuwe mensen haar terrein opkomen. Als zij hun gewaden inwisselen voor ‘westerse’ klederdracht beginnen ze wel op haar te lijken, maar zelfs met deze nieuw aangenomen identiteit lijkt contact gedoemd te mislukken. Zelfs al spreken de nieuwelingen dezelfde taal, van communicatie is geen sprake, zoals wordt geïllustreerd wanneer een van de acteurs Van Ostaijens gedicht ‘Marc groet ‘s morgens de dingen’ opdraagt aan De Jong. Met lede ogen ziet zij toe hoe haar eerst zo overzichtelijke wereld nu bevolkt wordt door onbegrijpelijke wezens, tot ze uiteindelijk verwordt tot steen, om zo haar laatste beetje eigenheid te behouden.

Verlies van het eigen lichaam

Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereldDe benedenzaal is een ziltige jungle van planten, planken en kisten, waar de lichtbronnen subjectief zijn (bijvoorbeeld helmlampen) en van de meeste objecten slechts de contouren waar te nemen zijn. De hoofdrolspeler in deze wanorde is actrice Beaudil Elzenga, die met fenomenaal explosief fysiek spel een vluchteling speelt. Zij verliest de autonomie over haar lichaam en wordt speelbal van de golven en de sinistere bijpersonages. Van begint tot einde raast dit gedeelte door als een pulserende koortsdroom op de muziek van Carl Beukman. Tegenover de zinnelijke wereld van de andere voorstelling staat een wereld van pure lichamelijkheid: Elzenga vecht, zij het tegen de bierkaai, verkoopt zichzelf, wordt misbruikt, misschien zelfs vermoord, om vervolgens opnieuw opgetuigd te worden voor een nieuwe bestemming.

Communicerende vaten

Het onderste gedeelte van de voorstelling is op zichzelf al ijzersterk, het bovenste gedeelte is bij vlagen wat irritant in zijn vervreemding, maar gecombineerd is Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld het magnifiek totaaltheater, waarin thema’s als identiteit en projectie op een ingenieuze en creatieve wijze bevraagd worden. Door de gelijktijdigheid van de twee voorstellingen benadrukt Geysen dat er altijd (letterlijk) nog meer speelt dan hetgeen we op het ene moment kunnen waarnemen. Toch zijn de twee werelden onlosmakelijk verbonden en wordt de dubbele moraal pijnlijk duidelijk door de acteurs in dezelfde kostuums totaal verschillende archetypen te laten spelen. Geysen weet ook alle theatrale middelen slim en effectief in te zetten en toont zo een spiraal van menselijke miscommunicatie, zowel een gegeven als een eindeloze verandering, net als de zee.

Boeken / Fictie

Humoristische parabel voor de revolutie

recensie: Alaa al Aswani (vert. Djûke Poppinga) - De automobielclub van Caïro

De Arabische lente probeerde de bestaande machtsstructuren in het Midden-Oosten op z’n kop te zetten. De Egyptische Alaa al Aswani schreef een roman die zich afspeelt in de jaren veertig, maar impliciet ook over de revolutie zeventig jaar later gaat. Mét humor.

Alaa al Aswani is een politiek schrijver, of misschien een schrijvende activist. Hij was een van de voormannen van de revolutie in 2011, waarbij de Egyptische president Hosni Moebarak tot aftreden werd gedwongen. Na het einde van de protesten op het Tahrirplein ging al Aswani weer aan de schrijftafel zitten, waar het dan nog onvoltooide manuscript van De automobielclub van Caïro lag. In 2013 verschijnt de roman, die al snel vertaald werd. Nu is de Nederlandse vertaling verschenen.

De automobielclub van de titel heeft echt bestaan. Het was een plek waar de Europese elite in Caïro bijeenkwam. Alleen de Britten – Egypte was tot begin jaren vijftig een Brits protectoraat – en andere Europeanen konden het lidmaatschap verwerven. Eén van de weinige Arabieren die de club bezocht, was de Egyptische koning Faroek. (In 1952, na een staatsgreep van het leger, wordt hij afgezet, de Britten verjaagd en verandert het land in een autonome republiek.) Het is niet moeilijk om te zien dat in de club in het klein gebeurde wat in koloniaal Egypte op grotere schaal plaatsvond: een op uitsluiting gebaseerd racisme dat de overheerste bevolking kleineerde.

Onderdrukkers en onderdrukten

De automobielclub van Caïro volgt vele personages, maar centraal staat Abd al-Aziez Ga’far, die in de entourage van de koning werkt. Hij is, aan lager wal geraakt, naar Caïro getrokken. Hoewel zijn baantje fijn klinkt, is zijn baas Akoe een verschrikkelijke vent. Deze man, de rechterhand van de koning, is zowel onderdrukker als onderdrukte. De  koning verkeert weer in een dergelijke positie ten opzichte van de Britse heersers.

Daarmee zijn we aanbeland bij de ongemakkelijke waarheid waarop de Europese koloniale heerschappij deels rustte: het ontbreken van onderlinge solidariteit onder de onderdrukten, die elkaar net zo wreed behandelden als ze zelf behandeld werden. In De automobielclub van Caïro zien we hoe dat in de praktijk werkte: Akoe gedraagt zich tegenover Ga’far en de andere werknemers net zoals Faroek zich tegenover hem gedraagt en hoe, uiteindelijk, de Britten zich tegenover Faroek gedragen.

Historische parabel

Werd dat patroon in 1952 beëindigd? Nee, lijkt de roman te suggereren. Want behalve een historische roman is De automobielclub van Caïro ook een parabel voor de revolutie in 2011. Ook toen ging het over gewone mensen die de controle over hun eigen leven wilden nemen en bestaande machtsstructuren omver wilden werpen. Met dat in het achterhoofd wordt het abrupte einde van de roman minder onbevredigend: de ontwikkelingen waren nog niet voorbij, en zijn dat nog steeds niet.

NRC Handelsblad noemde al Aswani’s eerste roman, Het Yacoubian, een soap. In zekere zin is die kwalificatie ook wel op deze roman van pas. Op het internet wordt het boek ook wel vergeleken met Downton Abbey (meerdere personages, intriges en verwikkelingen), wat gezien de kritiek van al Aswani op de voormalige Britse kolonisator een wat ongelukkige vergelijking is. Toch is De automobielclub van Caïro geen geschreven GTST: daarvoor heeft al Aswani een te scherpe pen en is hij te goed in het verweven van grotere maatschappelijke ontwikkelingen in de levens van zijn personages.

Film / Films

Een bus vol hippies

recensie: Paradise Trips (dvd)

Mario Dockers doet wel wat denken aan een politieagent op leeftijd of een oudere crimineel. Net op het moment dat hij met pensioen denkt te gaan, dient zich nog een allerlaatste klus aan die hij moeilijk kan laten lopen. Alleen: Mario Dockers is touringcarchauffeur.

Paradise Trips is zo’n typische sociaal-realistische tragikomedie waar de Vlamingen de laatste jaren patent op hebben. Denk aan Aanrijding in Moscou, Hasta la Vista of Brasserie Romantiek. Geen films die heel diep graven, wel verhalen die vaardig de juiste feelgood-snaar weten te raken.

Zo ook Paradise Trips. Mario dreigt in een zwart pensioengat te vallen. Zijn vrouw heeft hij niets meer te vertellen. Dan wordt hij onverhoopt opgeroepen om een groep alternatieve jongeren naar een Kroatisch festival te rijden. Na een leven lang brave burgers afleveren aan de Spaanse costa’s is zo’n ritje andere koek.

Veganistische nietsnut

Dockers – type druipsnor en Viva España-ringtone – moet aanvankelijk niets hebben van deze groep ongewassen, werkschuw tuig. Maar gaandeweg bouwt hij enkele vriendschappen op met een onzeker hippiemeisje en een jongetje die niet zo veel moet hebben van zijn vader, die hij een veganistische nietsnut vindt.

Op het festival in Kroatië ontdekt Mario dat de vader in kwestie zijn eigen zoon is die hij jaren niet meer heeft gezien, nadat hij hem heeft aangegeven bij de politie wegens drugshandel. De vraag waar Paradise Trips vanaf dat moment om draait, is of de norse vader zich zal verzoenen met zijn flierefluitende zoon. Het antwoord laat zich raden, maar het traject naar de feelgood-finale is aangenaam.

Jemig de pemig-grapjes

Regisseur Raf Reyntjes gebruikt het computerspel Mario Bros als een metafoor voor de onhandige en emotioneel geblokkeerde buschauffeur. Geestig is de scene waarin Mario na een LSD-trip inclusief Mario-pet door een bos met paddenstoelen zijn weg moet zoeken.

Minder geslaagd zijn de vele voor de hand liggende jemig de pemig-grapjes over hippies. Ook de Nederlandse inbreng – Noortje Herlaar heeft een rol als reisleidster annex schoondochter – is er met de haren (lees: vanwege de subsidie van het Nederlands Filmfonds) bijgesleept. Het is gelukkig hoofdrolspeler Gène Bervoets die de weerbarstige Mario de nodige diepgang geeft.

Theater / Voorstelling

Onheilspellend debuut van paranoïde Pannekoek smaakt naar meer

recensie: Peter Pannekoek – Zacht van binnen

Voor Peter Pannekoek (1986) is de wereld een plek geworden waar hij langzaamaan steeds minder grip op heeft. Althans, dat blijkt uit de talloze situaties die hij beschrijft waarin hij zowel dader als slachtoffer is van grootse complotten, aanslagen, verkeersongevallen of zijn eigen relatie. De afwisseling in thematiek gaat van lichtvoetig naar loodzwaar, maar soms neemt de behoefte aan de lach nog iets te veel ruimte in in zijn overtuigende verhaal.

Na Pieter Derks is Peter Pannekoek de tweede cabaretier die na de wekelijkse optredens in De Wereld Draait Door de theaters ingaat met een avondvullend programma. Voor Derks hielp het zijn zalen voller te krijgen dan bij zijn eerdere programma’s, maar voor Pannekoek geldt deze voorstelling als zijn eersteling en dan is het altijd afwachten of de verwachtingen worden waargemaakt.

Scenefoto 2 Zacht van binnen - Peter Pannekoek (Fotografie Hans Peter van Velthoven)Anne Frank

Het begint al goed als Pannekoek opkomt in een djellaba en de vloer aanveegt met haast alle religies, zonder dat het zuur wordt. Integendeel, juist vanuit zijn angsten probeert hij zichzelf te verhouden tot zijn omgeving die hem iets wil aandoen. Hoewel hij met enkele rake grappen komt over Anne Frank, de NS en ernstige ziekten, blijft Pannekoek hier en daar toch teveel steken in zijn rol als comedian. Zo somt hij soms wel erg clichématige anekdotes op over seks, liefde en relaties. De verschillen tussen mannen en vrouwen kennen we nou wel, wat ook al vaker is behandeld door collega’s als Roué Verveer, Ronald Goedemondt en Eric van Sauers.  Dat is altijd makkelijk scoren, maar ook jammer. Pannekoek heeft namelijk veel meer zinnigs te melden dan dit soort zoetmakertjes.

Zeggingskracht

Gelukkig biedt Pannekoek na de pauze een boeiender verhaal en levert daarmee toch een alleraardigst eerste programma af, met een lekker tempo en genoeg zeggingskracht om zijn plek op het podium te rechtvaardigen. Een goede zet is daarbij de regie van Ruut Weissman, die de voorstelling meer artistieke lading geeft. Zo klinkt er op de achtergrond, vrij zacht overigens, een wat onheilspellend geluid wat de paranoia van Peter Pannekoek onderstreept. Dat heeft het gewenste effect, want hoewel humor de boventoon voert, zijn de sadistische gedachten van Pannekoek over pedofilie, racisme of zijn eigen begrafenis van alle onschuld ontdaan. De grappen zijn mooi opgebouwd, goed getimed en geven net genoeg lucht om de zwaarmoedige gedachtespinsels van Pannekoek een plek te geven. Dat biedt perspectief op een gedegen tweede voorstelling. Nu alleen nog de man/vrouw-geintjes wegwerken en we hebben er weer een prima cabaretier bij.

Chovansjtsjina
Muziek / Concert

Schitterende productie rond een onverkwikkelijke affaire

recensie: Chovansjtsjina van Modest Moesorgski @ Muziektheater Amsterdam
Chovansjtsjina

De Nationale Opera bewijst met Chovanstjsjina opnieuw voor lastige producties precies de juiste regisseur en muzikale leiding in te zetten. Deze door andere componisten voltooide collage van scènes van Moesorgski overtuigt als modern muziekdrama. De 19e-eeuwse muziekfragmenten over de politieke en religieuze twisten in het oude Rusland zijn door het artistieke team, de cast en het koor tot een aangrijpende, algemeen menselijke eenheid gesmeed.

Wie wel eens vochtige ogen krijgt bij het spelen van het Wilhelmus weet dat muziek, geschiedenis en vaderlandsliefde een makkelijke cocktail zijn. De aan drank verslaafde Moesorgski heeft in zijn opera’s geprobeerd muzikaal uitdrukking te geven aan zijn liefde voor het altijd tekortschietende, onderdrukte Russische volk.

Bij de viering van de 200e geboortedag van de vernieuwer, tsaar Peter de Grote, in 1872 begon hij aan een opera over de identiteit van Rusland. Hij gebruikte authentieke bronnen, geschreven tijdens de woelingen aan het eind van de 17e eeuw, die leidden tot de absolute macht van tsaar Peter. Het werd Chovansjtsjina, de affaire Chovanski.

Opstand en massazelfmoord

Vele groeperingen vochten onderling, en voor of tegen de tsaren. Een van die groepen was de keizerlijke garde, de streletsen. Hun aanvoerder Chovanski beraamde een staatsgreep, maar zijn plannen lekten uit en hij werd gedood. In dezelfde periode werd de Orthodoxe kerk ondergeschikt gemaakt aan de staatsmacht. Een fundamentalistische sekte, de Oudgelovigen, verzette zich met georganiseerde massazelfmoorden. Een derde groep bestond uit op het verlichte West-Europa georiënteerde adel.

In 1881 schilderde Vasili Soerikov het fel realistische historische tafereel De ochtend van de executie van de Streltsy. De lijken van duizend door tsaar Peter verslagen gardisten werden als afschrikwekkend voorbeeld tentoongesteld bij het Kremlin. Regisseur Christof Loy heeft lang en geconcentreerd naar dit werk gekeken en zich voorgesteld hoe alle personages onwetend deelnamen aan een historisch moment. Zo kwam hij tot een tableau vivant: een groep verklede mensen die gezamenlijk zo’n historische gebeurtenis uitbeelden. Begeleid door de introductie van de opera, Dageraad boven de (rivier) Moskva, trekken ze hun kostuums uit. In de eerste scène vraagt het ongeletterde volk een klerk (mooie rol van Andrey Popov) een proclamatie voor te lezen.

Op het podium ligt een levensgroot dood paard, dat – op de vierde akte na – de hele opera blijft liggen. Een symbool van het lijden van dit onschuldige, ongeletterde volk?

Glijmiddel

Moesorgski was zich er van bewust dat het laten zingen van bronmateriaal door fractieleiders zou uitdraaien op bordkartonnen personages. Als glijmiddel voor een identificatiemogelijkheid verzon hij de rol van Marfa, diepgelovig sektelid, maar ook hartstochtelijk verliefd op de jonge Chovanski, Andrej, en raadgeefster van Golitsyn, westerse hervormer.

Zo houdt Marfa de partijen bijeen in haar melodische, Italiaans aandoende partij. Mezzosopraan Anita Rachvelishvili vertolkt met haar warme timbre en virtuoze meesterschap deze brugfunctie en krijgt een welverdiend langdurig applaus. Verder moeten de prestaties van Gabor Bretz als de intrigant Sjaklovity en Orlin Anastassov als sekteleider Dosifej vermeld worden. Dmitry Ivashchenko lijdt aan verkoudheid, zodat hij niet voluit kan gaan.

Massascènes

Het koor heeft een grote en verbindende functie in deze opera. Massascènes, zelfs met een koperblazergroep op het toneel (mooie prestatie van het uitstekend spelende Nederlands Philharmonisch Orkest) zijn een specialiteit van Moesorgski. Christof Loy heeft de ruimte van het podium benut om tot optimale zeggingskracht te komen.

Russische volksmelodieën, liturgische psalmen, in tertsen en secundes gezongen spreektaal: de componist heeft er alles aan gedaan om de geschiedenis tot leven te laten komen. Dirigent Ingo Metzmacher houdt schijnbaar moeiteloos de koor- en solozangers geïnspireerd. Als aan het slot, na de collectieve zelfmoord van de Oudgelovigen, opnieuw het dageraad-thema uit de introductie klinkt, trekken de personages hun historische kostuums weer aan en verstarren in het beeld waar ze voor de duur van vier uur overweldigende muziek uit gestapt zijn.

Voorstellingen op 1, 4, 10, 13, 16 en 20 maart.

stop-acting-now
Theater / Voorstelling

De obstakels van engagement

recensie: Wunderbaum – Stop Acting Now! Extended Edition
stop-acting-now

Als slotstuk van het vierjarenproject The New Forest maakte Wunderbaum in samenwerking met Topkapi het docudrama Stop Acting Now, waarin ze proberen te beantwoorden hoe je tegenwoordig nog oprecht kunt zijn in je maatschappelijke betrokkenheid. Ondanks de vrolijke zelfspot en het spelplezier is het antwoord niet erg hoopvol.

stop acting nowNa vijftien jaar theatermaken over actuele en maatschappelijke onderwerpen, rijst bij de vijf theatermakers van Wunderbaum de vraag of zij diezelfde maatschappij ook maar enigszins hebben kunnen veranderen. Als Wine Dierickx zich tijdelijk terugtrekt om zich aan het moederschap te wijden (volgens haar de beste investering in een betere wereld), besluiten de andere Wunderbaumers ook te stoppen met acteren en in het echte leven het verschil te maken. Maartje Remmers probeert met het collectief De Basisoptimisten mensen uit de schulden te helpen. Marleen Scholten richt naar Japans model een tranenbar op, een plek waar mensen hun negatieve emoties kunnen uiten in een wereld van overdreven vrolijkheid. Walter Bart gaat ludieke acties voeren in de traditie van de Yes Men, zoals verkleed als zakenman strooien met dollars op de Rotterdamse beurs of door zich op internet voor te doen als multinational om zo moderne slavernij aan de kaak te stellen. Matijs Jansen lanceert, na lang zoeken naar de beste manier om de wereld te verbeteren, een succesvolle app voor het uitwisselen van de oogst van stadstuinen, Tuinder. Een steekspel volgt: wie is er oprecht geëngageerd, wie is enkel uit op eigen gewin?

Argwaan

In de film, die eerder al in première ging op het IFFR, laat Wunderbaum weinig over van de goede intenties. De straatperformances van Bart zijn holle frases zonder inhoud, de Tranenbar is een toevluchtsoord voor blasé hipsters, waar zij onder het genot van singer-songwritermuziek kunnen zwelgen in zelfmedelijden, en Jansen wordt met Tuinder het uithangbord van ’s lands duurzaamste grootgrutter. Hoewel de film erg luchtig is en er met veel zelfspot en zichtbaar spelplezier wordt geacteerd, is de onderliggende vraag naar de mogelijkheid tot rechtschapen engagement actueel en relevant.

stop acting nowDe mockumentary-vorm benadrukt dit integriteitsvraagstuk. Je kunt wel de schijn van oprechtheid wekken, maar naar iemands werkelijke belangen achter een initiatief blijft het gissen. Uiteindelijk lijkt het nobele streven niet meer dan de manifestatie van het ego. Het mechanisme werkt ook de andere kant op: we willen wel ons steentje bijdragen, maar wie gelooft ons nog op onze blauwe ogen? De groteske slotscène toont deze dubbelheid in al haar absurditeit: er is een enorm grote behoefte om iets te doen voor de wereld, ook al is de actie in kwestie (een massale geknielde mars op Brussel) volledig oppervlakkig en inhoudsloos. Niets doen is blijkbaar ook geen optie.

Geen spoor van slijtage

Ter gelegenheid van Wunderbaums derde lustrum volgde na de vertoning van Stop Acting Now een bijzonder nagesprek. Vijf mensen van respectabele leeftijd betraden het podium als de Wunderbaumers over een aantal decennia. De geïmproviseerde antwoorden op de vragen van de gespreksleider kregen zij via een oortje ingefluisterd door de ‘echte’ acteurs, wat resulteerde in een vrolijke chaos. Ook volgde een uitgebreide afterparty met onder andere een karaoke van de pakkendste frasen uit het werk van Karl Marx. Afgaande op deze speelse passie en spontaniteit van deze uitgebreide filmvertoning lijken er bij Wunderbaum na vijftien jaar nog geen tekenen van sleur te bekennen.

Wereldverbeteraar
Theater / Voorstelling

De toenadering op Whiens wereldverbeteraar

recensie: Toneelschuur Producties - De Wereldverbeteraar
Wereldverbeteraar

Onder de noemer van Toneelschuur Producties grijpt Erik Whien in in De Wereldverbeteraar van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard. In Whiens bewerking kruipen we langzaam in de huid van Sanne den Hartogh, die in zijn eigen schaduw een onnavolgbare woordenstroom omtovert in inhoudelijke waanzin.

Den Hartogh loopt rustig het toneel op. Schuchter en bescheiden. Op deze plek zal hij anderhalf uur sommeren over de mens. In De Wereldverbeteraar zien we een filosoof die zich voelbaar al jaren heeft teruggetrokken uit de buitenwereld. Ooit schreef hij een wetenschappelijk traktaat ter verbetering van de wereld. In de voorstelling aanschouwen we hoe hij zich onwillig voorbereidt op het in ontvangst nemen van zijn eredoctoraat.

Zodra Den Hartogh op zijn plek staat, wordt zijn romp door een groot zwart scherm in de schaduw gezet. Gedurende het hele stuk heeft hij enkel zijn lichaamscontouren om zijn woorden sterk te maken. Zonder mimiek overtuigt hij het publiek met de lichaamstaal van een man die verloren is in zijn eigen gedachten. Het ontroert hoe hij verdrinkt in een frustratie over de mens, over de fictie van het opstaan in de ochtend, en hoe hij zichzelf hier tegelijkertijd door veracht.

Bewerking tot eenmansgedachten

Whien heeft in zijn bewerking de rol van de Vrouw achterwege gelaten. In zijn zoektocht naar de kern van het stuk viel op dat de gemoedstoestand van de filosoof een centrale rol ging spelen. Tijdens het repetitieproces is het stuk bewerkt tot monoloog. De afwezigheid van het tegenspel van de Vrouw maakt het isolement waarin de filosoof zich bevindt voelbaar. De tekst is een poëtische stroom aan gedachten en in de gedachten van een mens zit geen rust. Ruimte voor tegenspel is er niet, en precies deze vondst is dé katalysator van de esthetiek in Whiens bewerking.

Aan deze esthetiek wordt kracht bijgezet door de minimalistische vorm; de enscenering en het decor geven samen een prachtbeeld, maar blijven het hele stuk onveranderd. De focus ligt met name op de tekst. De tekst lijkt een dwaze eenmansgedachte, maar is inhoudelijk ontzettend sterk. Het is helder dat deze man ooit een wetenschappelijk traktaat heeft kunnen schrijven. Het talent voor het analyseren van menselijk gedrag is hem echter fataal geworden.

Whien en Den Hartogh hebben reeds samengewerkt bij onder andere Toneelgroep Oostpool, waar zij beiden van 2008 tot 2013 aan verbonden waren. Met deze bewerking van De Wereldverbeteraar van Bernhard brengen zij een prachtstuk naar het Haarlemse theater. Het is zelden dat theatermakers zich wagen aan het (letterlijk) overschaduwen van een tekst, maar de mannen slagen erin om de woorden in het donker hun weg te doen vinden.

Theater / Voorstelling

De pijn van liefde: de stoute liedjes, echte tranen en donderpreken van Vloeken In De Kerk

recensie: Vloeken In De Kerk #5: Hartzeer

Er is tegenwoordig heel wat nodig om de gemiddelde twintig-nog-wat-er vroeg uit zijn bed te krijgen op een zondagochtend. Maar de “ochtenddienst” van Vloeken In De Kerk  is die moeite meer dan waard. Eerlijk gezegd was ik op voorhand sceptisch: vanwege de titel verwachtte ik veilig religieus theater waarin God en het christendom via een klein achterdeurtje binnen komen glibberen om het geloof weer hip en leuk te maken.

Eerlijk gezegd was ik op voorhand sceptisch: vanwege de titel verwachtte ik veilig religieus theater waarin God en het christendom via een klein achterdeurtje binnen komen glibberen om het geloof weer hip en leuk te maken. Niets is echter minder waar: de nadruk ligt veel meer op het vloeken/zoeken dan op de kerk uit de titel. De zeven theatermakers van Vloeken In De Kerk maken maandelijks een theatervoorstelling rondom een bijzonder thema, dat zij elk vanuit hun eigen perspectief belichten. In de valentijnsmaand februari gingen zij met gestrekt been tegen de stroom in door in plaats van de romantiek juist hartzeer en liefdesverdriet als onderwerp te kiezen.

Ontheiligd

Het is geen louter origineel idee om de kerkdienst als theatrale vorm te gebruiken. Toen Dries Verhoeven de Sint Willibrorduskerk in Utrecht gebruikte voor zijn begrafenisvoorstelling De Uitvaart veranderde hij maar weinig aan de traditionele vorm van de katholieke uitvaart. Toch leidde zijn voorstelling tot een hevig debat en de ontheiliging van die kerk. De vaste locatie van Vloeken In De Kerk, de prachtige Metaal Kathedraal, werd al jaren geleden ontheiligd.

Kleine revue

Misschien dat de makers van het theatercollectief Vloeken In De Kerk vrijer omgaan met de vorm van de zondagsmis. Ja, er is een preek, en ja, er is een koor, maar verder had de voorstelling meer weg van een kleine revue. Elk lid van het collectief spreekt zich op een andere manier uit over hetzelfde onderwerp, vaak ook nog in een ander theatergenre. Ook worden er gastsprekers en –acteurs uitgenodigd: zo was er bij deze editie ook een stand-upcomedian en werd er een minilezing gehouden door een echte cardioloog.

Ervaringsdeskundige

Door al deze verschillende perspectieven blijft de voorstelling vlot en prikkelend. De humor is intelligent en scherp, en daardoor voel je je als publiek serieus genomen. Het thema ‘hartzeer’ is bij uitstek zeer persoonlijk. De makers van Vloeken In De Kerk voeren zichzelf op als ervaringsdeskundigen: zij zijn immers allemaal single. Ze beschrijven hun eigen gevoelens in kwetsbare monologen, met break-upsongs en door middel van een droogkomische handleiding ‘omgaan met liefdesverdriet’. Tussen de echte pijn en de satirische grap viel mij op hoe herkenbaar alles eigenlijk was.

Intiem zelfonderzoek

Van de angst om je ex in de supermarkt tegen te komen tot de reboundrelatie via Tinder, iedereen die zich op de moderne liefdesmarkt begeeft zal iets kunnen herkennen. En de lach van herkenning is bij een onderwerp als hartzeer ook opluchtend: het is mooi om te ontdekken dat je niet de enige bent met zulke pijn, en dat werkt relativerend. Ook lijkt er bar weinig verschil te zijn tussen mannen en vrouwen bij liefdesverdriet, juist door het intieme zelfonderzoek van de theatermakers komt het universele van de ervaringen aan het licht.

Verliefd

Vloeken In De Kerk weet te verrassen met gevarieerd en integer theater met scherpe humor en een tegendraadse blik op de moderne wereld. Doordat de makers zichzelf ook als ‘zoekende’ presenteren bij het onderwerp word je als toeschouwer in die zoektocht meegesleept. Daarmee is Vloeken In De Kerk het tegenovergestelde van prekerig. De directe observaties en harde, intelligente humor zorgen ervoor dat je al heel snel verliefd wordt op de theatermakers van Vloeken In De Kerk. Vanzelfsprekend is niet elk onderdeel even sterk en soms merk je nog de rauwe randjes van repetities. Maar ook dat is onderdeel van de spontane charme. Voor mij bestaat er geen twijfel: ik ga vaker naar deze kerk.

Kunst / Expo binnenland

Magie in licht en donker

recensie: Toon Michiels - American Neon Signs by Day & Night

Ontwerper/fotograaf Toon Michiels (1950-2015) reist in de jaren zeventig van de vorige eeuw langs Amerikaanse autowegen en fotografeert systematisch de neon signs die zijn pad kruisen. Zijn indrukwekkende serie ‘tweeluiken van vergane glorie’ is nu te zien in het Nederlands Fotomuseum Rotterdam.

Eenmaal overdag en eenmaal in de nacht, dat is de simpele opdracht die Toon Michiels zichzelf stelt. Bij het zien van de vele neonborden langs de weg, voornamelijk bij de casino-steden Las Vegas en Reno, gaat zijn ontwerpershart sneller kloppen en begint hij met het aanleggen van zijn verzameling. De nachtopname wordt vanaf hetzelfde standpunt gemaakt als de dagopname, liefst zo kort mogelijk erop volgend.

Uitbundige landmarks

Toon Michiels Desert Isle Motel

Desert Isle Motel, Las Vegas, Nevada, 1979 © Toon Michiels

Voor Michiels zijn deze beelden van groot belang, omdat ze iconische uitingen zijn van zijn verschillende passies. Allereerst is hij de Nederlandse grafisch ontwerper en typograaf die de overdadige vormentaal van de borden beschouwt als exotisch communicatiemiddel. Daarnaast is hij de fotograaf met een scherp oog voor het bepalende (tijds)beeld dat deze boodschappen in hun omgeving uitstralen. Tenslotte is hij de muziekliefhebber die het liefst verdwaalt in de rock ’n roll van Amerika waarvan deze uitbundige landmarks ook een representatie zijn.

De strak in het gelid hangende tweeluiken doen de zaal oplichten van kleurig optimisme. Het is de herhaling van combinaties, de ene nog frivoler dan de andere, die de toeschouwer in een bijna hallucinerende toestand brengt. Er straalt een flinke dosis weemoed vanaf: het besef dat deze typische vormen nooit meer in werkelijkheid gezien kunnen worden. Voeg daarbij ook het blijmoedige consumentisme dat de automobilist frontaal tussen de ogen moet hebben geraakt plus de hevige concurrentie tussen de verschillende motels, restaurants en casino’s, en de Amerikaanse seventies zijn haast aanraakbaar.

Verweesde indruk

Toon Michiels - Holiday Motel

Holiday Motel, Las Vegas, Nevada, 1979 © Toon Michiels

De fotograaf moet zich gerealiseerd hebben dat hij een voorbijgaande beeldcultuur aan het documenteren was. Het vastleggen van deze hoeveelheid ‘snelwegsculpturen’ heeft een groot deel van zijn tijd in beslag genomen: na de foto in daglicht moest er gewacht worden tot er voldoende duisternis voor de nachtfoto was. In het niet-digitale fototijdperk dienden beide opnamen met grote zorgvuldigheid gemaakt te worden, want de fotograaf was een dag later alweer op pad naar een volgende setting.

Het mooiste effect in de tweeluiken is de wat verweesde indruk die de dagfoto’s maken. De opgetuigde lichtzuilen zijn voornamelijk gemaakt om in het donker hun werk te doen: de kleurcontrasten, lettervormen en bewegende figuren schitteren de automobilist van verre tegemoet. Overdag staan ze er overbodig bij, vrijwel zonder functie, omdat de boodschap niet speciaal de aandacht trekt en ondergesneeuwd raakt door het visuele rumoer van de omgeving. Een wat beschaamde houding zelfs, die pas weer verdwijnt als aan het einde van de dag de zon ondergaat.

Stevige rockmuziek

Toon Michiels - Lone Palm Motel

Lone Palm Motel, Las Vegas, Nevada, 1976 © Toon Michiels

Ook de wereld áchter de afgebeelde neons vormt voor onze ogen een prachtig decor dat de fotograaf onbedoeld heeft meegenomen. Anno 2016 zien we de Amerikaanse samenleving in de fletse kleuren van het daglicht van de jaren zeventig. De auto – in vrijwel uitgestorven modellen – is heilig en alom aanwezig, mensen laten zich amper op straat zien. Het tijdsbeeld is ouderwets en, mede door de doelloos aandachtvragende lichtreclame, een weinig troosteloos.

Als vervolgens de duisternis invalt en de neonlichten aanflitsen, verandert het beeld in een fluweelzachte achtergrond waaruit de kleurige vormen en letters opnieuw hun werk gaan doen. De B-Jay Motor Lodge heeft ‘deluxe rooms’ met ‘color tv’. Het Rancho Anita Motel probeert gasten met ‘phones’, ‘cribs’ en ‘sitters’ te verleiden. De Silverbird heeft Ray Charles ‘in concert’. Iedereen die een maaltijd, een bed en overig vertier zoekt, wordt luidruchtig binnengeloodst om later zijn weg weer te vervolgen.

Het Rotterdamse eerbetoon aan Michiels is van een bescheiden omvang. De beelden spreken voor zich en behoeven geen enkele uitleg. De anonieme sfeer in de ruimte wordt helaas benadrukt door het harde licht en er zou, zoals een bezoeker terecht opmerkte, voor de beleving een stevige partij rockmuziek moeten klinken. Alleskunner Toon Michiels, die in zijn laatste levensjaren zelf ook een man van dag en nacht was, wordt desondanks op intieme en bijzondere wijze geëerd.

Theater / Voorstelling

Veel boodschap, weinig hiphop

recensie: Productiehuis Rotterdam, Tanzhaus NRW Düsseldorf en Het Klooster - Built for it

Choreograaf Alida Dors wil met haar jonge dansgroep BackBone de grenzen van hiphop verleggen. De voorstelling Built for it is bedoeld als een pleidooi voor mensen met een stigma. Een mooi streven, maar door de manier waarop dat idee is uitgewerkt krijgen we niet veel hiphop te zien.

Alle zeven dansers in Built for it zijn gekleed in een vrouwelijk roze dikmaakpak met hoofdbedekking. Daaroverheen dragen ze een strakke zwarte slip en een grijsblauw jack. De dansers zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden, ook omdat ze zich allemaal op dezelfde manier voortbewegen. De romp gebogen, de armen tegen het lijf geklemd met de onderarmen en de handen naar voren, in rechte lijnen kleine pasjes nemend.

Massaal

Scenefoto_BackBone_Builtforit_fotograafJeanvanLingen_65_0De choreografie bestaat vooral uit een eenvormige robotachtige dans, met soms heuparticulatie of een hoog been. Wie zich heeft verheugd op een potje krumping en jerking heeft pech. Gelukkig weigert één van de mannen op een gegeven moment zich te blijven conformeren. Hij stopt ermee en wordt dan al tegenstribbelend door de hele groep voortgeduwd. Later lukt het hem om zich te bevrijden en terwijl de anderen zich blijven aanpassen aan de rest, produceert hij een paar fraaie hiphopmoves.

Helaas is de vrijheid van korte duur. Iedereen komt weer bij elkaar en gaat op dezelfde manier door. Dat duurt al met al ruim een half uur, dat is te lang. Omdat de dans niet boeit ga je fantaseren over de dansers. Hebben die lui het niet bloedheet? Die dikke pakken, het hoofd bedekt, ook nog een jack er overheen. Wat is daar toch de bedoeling van?

Diversiteit

Scenefoto_BackBone_Builtforit_fotograafJeanvanLingen_09Dan begint één van de vrouwen zich te ontkleden. Opvallend is dat daar door de anderen nauwelijks op wordt gereageerd. Maar langzaamaan volgen ze haar voorbeeld. Het is niet duidelijk waarom ze dat doen, maar het is wel een opluchting.

Interessant is dat er daarna nog steeds veel en groupe gedanst wordt, maar dat de dans nu veel minder eenvormig is. Je ziet diversiteit, verschillen in haar, huid, bewegingen van spieren.

Het einde van de voorstelling is het meest interessant. Er is veel meer vrijheid en nu pas kun je zien hoe goed de dansers zijn. Bij sommigen hangen de pakken op hun voeten, anderen dragen een gedeelte over hun schouder. Eén van de vrouwen besluit haar pak toch weer aan te trekken. Dat is boeiend, het maakt dat ze opvalt en dat je je afvraagt waarom ze dat doet. Het bijzondere is ook dat ze hierdoor in feite het meeste hiphop is van iedereen.

Stigma

In een gesprek na afloop vertelt maakster Alida Dors dat de dikmaakpakken in Built for it staan voor ‘gestigmatiseerd zijn’. Een stigma maakt log, je kunt niet jezelf zijn. Dat is zeer voorstelbaar, al kan je je afvragen: heeft iedereen dan hetzelfde stigma? Heeft ze het hier over zwart versus blank? Vrouw versus de rest van de wereld? Het is ook lastig dat ze dat moet komen uitleggen, dat we dat niet zelf uit de voorstelling kunnen concluderen.

Het is duidelijk dat Dors drive en visie heeft, maar voor Built for it is dat niet voldoende. Het idee is interessant, maar de uitwerking laat te wensen over. Het is (te) lang onduidelijk waar we precies naar kijken. Pas tegen het einde wordt het boeiend en meeslepend. Dit laatste stemt echter wel hoopvol voor wat we in de toekomst van Dors en haar jonge gezelschap kunnen verwachten.