Dizzy Mizz Lizzy @ Bosuil Weert
Muziek / Concert

Dizzy Mizz Lizzy @ De Bosuil, Weert

recensie: Na 18 jaar nog steeds ijzersterk
Dizzy Mizz Lizzy @ Bosuil Weert

In de zaal zijn duidelijk twee groepen te onderscheiden. De ene groep volgt de band al sinds het begin, heeft de leeftijd van mijn ouders en zingt alle oude nummers uit volle borst mee. De andere groep zingt met name de nummers van het nieuwe album mee, draagt skinny jeans en een t-shirt van de band.

Zelf behoor ik tot een eenzame derde groep: geen skinny jeans, geen band t-shirt en geen van de nummers kan ik meezingen, maar daar komt verandering in. Het is bijzonder om in een zaal te staan met zo’n divers publiek, maar niet heel vreemd als je de geschiedenis van de band Dizzy Mizz Lizzy kent. Dizzy Mizz Lizzy is een Deense rockband, opgericht in 1988. Met name tussen 1994 en 1997 waren de drie rockers erg succesvol in eigen land en in Japan om vervolgens in 1998 uit elkaar te gaan. Uiteindelijk komen ze weer samen en in 2016 verscheen het derde studioalbum Forward in Reverse.

Rauwe, ongepolijste rockmuziek

Een gat van zo’n 18 jaar verklaart het gemengde publiek van trouwe fans van het oude werk en nieuwe fans die voornamelijk het meest recente werk kennen. Van een aantal mensen in het publiek hoorde ik dat ze de band vorig jaar leerden kennen op Bospop. Daar maakte de band veel indruk. 28 januari was het dan zover,in de Bosuil in Weert stond ik samen met drie vrienden klaar voor een avond rockmuziek. En dat kregen we.

In het voorprogramma staat BloYaTop, een driekoppige Limburgse rockband. Energie en tempo. Qua muziek in grote lijnen te vergelijken met ZZ Top, Foo Fighters en The Offspring. Zichtbaar genieten ze van het publiek, ieder op een eigen manier. Gitarist Mark Ferguson speelt met zijn ogen dicht, Paul Huge drumt juist met zijn ogen wijd open en zanger en bassist Mr. E geeft de zaal steeds meer energie. Fijne muziek om naar te luisteren én naar te kijken, heerlijk!. Rauw, ongepolijst en ook wel herkenbaar. Jammer alleen dat de zanger met zijn stem niet voldoende boven de muziek uit komt, waardoor hij slecht verstaanbaar is.

Na een goede drie kwartier BloYaTop is het tijd voor het hoofdprogramma.. Met ‘Mindgasm’ laat Dizzy Mizz Lizzy direct horen waar ze voor kwamen: lekkere melodieuze rockmuziek met de bijzondere stem van zanger en gitarist Tim Christensen. Een stem die goed past bij de gevoelige platen, maar waar hij ook flink mee uit kan halen. Een stem die je herkent uit duizenden.

Geen geouwehoer

Ik ga naar concerten voor de muziek, dus dat Dizzy Mizz Lizzy gas geeft en weinig tijd verspilt met geouwehoer doet mij veel plezier. Hier mag lekker geknald worden en daar voorziet Dizzy Mizz Lizzy zeker in. De setlist wisselt tussen oud en nieuw materiaal en combineert ruig met rustig. Mijn persoonlijke favorieten? In de nummers ‘Love is a loser’s game’ en ‘Made to believe’ komt de stem van Christensen met name in de rustige stukken extra goed naar voren. Bij ‘Barbedwired Baby’s Dream’ komen ze muzikaal even goed los wat vooral blijkt uit de rondende solo’s.

Aan het eind van de set staan drie rustige, ingetogen mannen op het podium. Een band die perfect op elkaar ingespeeld is, veteranen die hun vak verstaan. Hier kan ik van genieten, voor praatjes luister ik wel naar de radio. Dizzy Mizz Lizzy, jullie hebben er een fan bij!

mcewan
Boeken / Fictie

Hamlet in de baarmoeder

recensie: Ian McEwan - Notendop
mcewan

Voor hartstochtelijke lezers is het raadzaam eens in de zoveel tijd een boek van Ian McEwan ter hand te nemen. Om weer even te proeven van de weergaloze verbeeldingskracht van een topschrijver, een auteur die inmiddels thuishoort in de hoogste regionen van de wereldliteratuur.

McEwan weet zijn publiek keer op keer te boeien met ogenschijnlijk eenvoudige verhalen waarin de mens en diens benepen levenswandel centraal staat. Ondeugden worden uitvergroot, zwakheden tot leidend thema gemaakt, terwijl de geschreven taal alles in het werk stelt om het geheel scherp en met een dosis cynisme weer te geven. De minuscule wendingen in de verhoudingen tussen zijn personages – aantrekking, afkeuring, steken onder water – worden door McEwan haast terloops, maar daardoor des te virtuozer in woorden gevat. Typisch zo’n schrijver die zijn lezer dwingt tot een uiterst laag leestempo, om de ingenieuze woordcombinaties als bonbons op de tong te laten smelten.

Crime passionnel

Met de jongste roman Notendop is weer een nieuw luikje opengezet in het complexe bouwwerk waar zijn oeuvre inmiddels uit bestaat. Hoofdpersoon in deze tragikomedie is een observator pur sang: een ongeboren vrucht die vanuit de baarmoeder de rol van verteller krijgt toebedeeld. ‘Hier ben ik dan, ondersteboven in een vrouw’ luidt de openingsgedachte van deze jonge beschouwer, terwijl hij vaststelt dat zijn ‘zorgeloze jeugd’ voorbij is nu hij binnen afzienbare tijd zijn ‘privé-oceaan’ zal moeten verlaten. Met nog nauwelijks ruimte om te manoeuvreren krijgt hij alles mee wat buiten zijn cocon plaatsvindt, met zijn oor tegen de ‘bloedige wanden’ gedrukt luistert en onthoudt hij, denkt na en maakt zich zorgen.

In deze creatieve Hamlet-remake is de foetus getuige van de beraming van een moord. Moeder Trudy (Gertrude in Shakespeares tragedie) heeft met haar geliefde Claude (Claudius) het plan opgevat haar echtgenoot John (Hamlet senior) – de verwekker van de verteller – te vermoorden. De aanleiding is te verwaarlozen: Trudy en Claude willen hun stormachtige liefde voortzetten en het waardevolle herenhuis, dat eigendom is van John, te gelde maken. De nogal onnozele plannenmakerij wordt op de voet gevolgd door de observerende baby die zich verwondert over zowel de moraal als de uitvoering van deze crime passionnel.

Sauvignon blanc

Op fraaie wijze geeft McEwan zijn verteller een stem: het is de onschuld van de nieuwkomer die hij laat samenvallen met het geluid van de meer volwassen waarnemer. Het vertoonde inzicht wordt opgedaan door met Trudy mee te luisteren naar de nieuwsberichten op de radio en podcasts over allerhande onderwerpen. Als er behoefte is aan meer informatie, bij nachtelijke verveling, geeft hij zijn moeder een flinke schop zodat ze wakker wordt en de radio aanzet. Zo doet deze foetus aan stevige zelfontwikkeling en filosofeert hij er lustig op los over moslimterrorisme, transgenders, klimaatverandering, de Europese gedachte en immigratiestromen.

‘Het oude Europa stampt en rolt in haar dromen tussen meelij en angst, tussen helpen en afstoten.’

Ondertussen leeft Trudy niet bepaald het leven van een aanstaande moeder. Haar doorlopende drankinname zorgt dat de verteller (‘Ik deel graag een glas met mijn moeder’) al vroeg een connaisseur op het gebied van wijn is. Bij het ontkurken van de zoveelste fles sauvignon blanc geeft hij fijntjes aan dat zijn voorkeur naar een sancerre was uitgegaan. Ook de onstuimige seks tussen Trudy en Claude zorgt voor veel interne opschudding: ‘Niet iedereen weet wat het is om de penis van je vaders rivaal op een paar centimeter van je neus te hebben’.

In die atmosfeer van ernst en satire is Ian McEwan op zijn best. Met merkbaar plezier heeft hij aan zijn personages gesleuteld en het construeren van de ongeboren hoofdpersoon moet hem bijzonder hebben geprikkeld. Notendop is een uitzonderlijk goed geschreven pastiche op de klassieke Hamlet-tragedie, waarin aan het credo ’to be, or not to be, that is the question’ een nieuwe dimensie wordt toegevoegd.

Boeken / Non-fictie

Hoe te lezen?

recensie: Damon Young - De goede lezer

Als lezer sta je er niet zo vaak bij stil hoe het leesproces in zijn werk gaat, of dient te gaan. Ten onrechte, zo meent de Australische filosoof Damon Young. In zijn nieuwste werk stelt hij daarom de lezer centraal.

In de waardering van literatuur ligt de nadruk doorgaans op de auteur en diens vaardigheden. De rol van de lezer lijkt evident en zodoende wordt daar maar al te vaak aan voorbij gegaan volgens Young. In De goede lezer legt hij aan de hand van een zestal Aristoteliaanse deugden – weetgierigheid, geduld, moed, trots, matigheid en rechtvaardigheid – uit wat er van lezers verwacht mag worden wanneer ze een boek ter hand nemen. Young laat zien dat de van oudsher Griekse deugden nog uiterst relevant zijn.

Rechtvaardig lezen

Waar de meeste lezers zich wel iets zullen kunnen voorstellen bij weetgierigheid en geduld als vereisten voor een goede lezer, lijken de overige vier deugden wat lastiger om te duiden. Gelukkig zijn Youngs voorbeelden goed gekozen. Neem bijvoorbeeld Virginia Woolfs lezing van James Joyce’s Ulysses. Aanvankelijk was Woolf niet te spreken over Joyce’s onderneming en omschreef ze de roman als ‘het bewuste, berekenende onfatsoen van een wanhopige.’ Pas op latere leeftijd komt ze tot inkeer en herkent ze het talent van Joyce.

Het voorbeeld is volgens Young illustratief voor de deugd rechtvaardigheid. Woolf is volgens de filosoof geen onrechtvaardige lezer geweest maar enkel te gehaast of te trots. Waar ze in Joyce misschien eerder een rivaal zag, weet ze hem uiteindelijk als collega te waarderen. Zo kan het ook met eigen leeservaringen gaan. Je kunt te jong zijn voor een tekst, hem met een bepaalde bril op lezen of simpelweg niet alles eruit halen. Het is echter niet rechtvaardig de tekst en de auteur hierop af te rekenen, zoals sommige recensenten doen. Met een ontvankelijke en kritische houding dient de lezer de inspanningen van de auteur te erkennen, aldus Young.

Gevarieerde voorbeelden

De canon waar Young uit put is zeer divers: moeiteloos springt hij van H.P. Lovecraft naar Friedrich Nietzsche en van Jorge Louis Borges naar Star Trek-fictie. Dit brede palet werkt verfrissend. Niet iedere auteur komt er overigens vlekkeloos vanaf: Dan Brown wordt flink door het slijk gehaald om zijn voorspelbare plots, platte personages, voor de hand liggende metaforen en incorrect bronnengebruik. Het lezen van De Da Vinci Code zou dan ook niets meer zijn dan de bereidheid van de lezer om doelloos te lijden. Geen onterechte gewaarwording misschien, maar het draagt weinig bij aan Youngs betoog.

Al met al vormt De goede lezer een eerbetoon aan de lezer. Het is een prettig gevoel als lezer gewaardeerd te worden en een actieve rol toebedeeld te krijgen. Youngs liefde voor lezen en literatuur is er een waardoor je je graag laat meeslepen.

Film / Films

De bubbel van de buschauffeur

recensie: Paterson

Paterson (Adam Driver) is buschauffeur in Paterson, New Jersey. In zijn arbeidsvrije uren schrijft hij gedichten. Een film over sereen leven in je persoonlijke bubbel.

Paterson wordt wakker en ziet op zijn polshorloge dat het kwart over zes is. Hij geeft zijn vriendin Laura (Golshifteh Farahani) een kus, ontbijt met Honey Loops en loopt naar de garage. In de bus luistert hij naar de gesprekken die de passagiers achter hem voeren, over vrouwelijk schoon, of over de Italiaanse anarchist Gaetano Bresci. Tijdens de lunch schrijft hij gedichten. Na de door Laura bereide avondmaaltijd laat hij Marvin uit, hun Engelse buldog. Onderweg drinkt hij een glas bier in een café. Terwijl hij dit doet observeert hij zijn omgeving met een belangstelling die anderen slechts bewaren voor hun telefoon. Bovenstaande is de film in een notendop, maal 7, met variaties. Paterson: Jim Jarmusch’ filmische viering van details, dagelijkse interacties en variaties op die dingen, als tegengif voor de meer actiegeoriënteerde, hevig dramatische films van vandaag de dag.

Lief universum

Het Paterson dat Jarmusch de kijker voorschotelt is dus een lief universum: Laura staat op zaterdag vroeg op om met haar zelfgebakken cupcakes naar de boerenmarkt te gaan; ondanks het feit dat Engelse buldoggen in zwang zijn bij hondendieven kan Paterson Marvin buiten het café aan de lijn leggen zonder dat hij gestolen wordt; en hij loopt er zomaar een tienjarig meisje tegen het lijf dat prachtige gedichten schrijft en net zo veel van Emily Dickinson houdt als hij. Wanneer iemand een pistool trekt om dan uiteindelijk toch voor wat dramatiek te gaan zorgen, blijkt het vuurijzer achteraf slechts een speelgoedpistooltje te zijn. De grootste problematiek komt in de gedaante van falende elektronica, en Marvin, die zijn tanden in een voorwerp zet waar hij van af had moeten blijven.

Sereniteit

In Paterson staan lieflijkheid, sympathie, begrip voor elkaar, liefde voor kunst en aandacht, zowel voor het bijzondere als voor het alledaagse, centraal. Ondanks het feit dat een en ander soms iets té onwaarschijnlijk overkomt, is deze doelbewuste naïviteit niet per se een probleem. Niet elke film hoeft immers te gaan over het waarheidstrouwe gekrijs dat gepaard gaat met de bende die mensen van hun eigen of andermans leven maken. Het feit dat de thematiek van de Don Quichotachtige observant die volgens zijn eigen codes leeft al vaker en scherper door Jarmusch behandeld is (in Ghost Dog: The Way of the Samurai [1999] en The Limits of Control [2009]), maakt niet veel uit. Want hoe vaak gebeurt het dat iedere bioscoopbezoeker pas aanstalten maakt om te vertrekken nadat de aftiteling is afgelopen? Zo sereen is de week waarop de kijker getrakteerd wordt, en zo goed is Driver. Jarmusch laat je op een andere manier naar de wereld kijken, en daarom is Paterson een film waarvan het onmogelijk is om er minder dan vier sterren aan te geven.

 

Arnon Grunberg
Boeken / Non-fictie

Aan leesplezier geen gebrek

recensie: Arnon Grunberg - Aan nederlagen geen gebrek
Arnon Grunberg

Van Arnon Grunberg weten we twee dingen zeker: dat het een veelschrijver is, en dat zijn werk gekenmerkt wordt door milde ironie. Beide worden met verve aangetoond in Aan nederlagen geen gebrek, een kloeke aanvulling op de prestigieuze reeks Privé-domein.

De foto op de voorkant van het boek, waarop een piepjonge Grunberg de lezer enigszins spottend maar vol zelfvertrouwen aankijkt, geeft het al aan: dit is een jongen – een ‘eeuwige puber’ zoals hij zichzelf noemt – die vanaf het prille begin wist wat hij zou doen en worden. Dit boek is daar de weerslag van. Een bundeling van brieven, reminders en bedenkingen, geschreven tussen zijn 17e en zijn 23e. Ze zijn gericht aan een schare correspondenten: van uitgevers tot actrices en serveersters in Italiaanse restaurants.

Zoals dat in brievenboeken gaat, is de kwaliteit van de stukken wisselend. Waar het bij momenten adem happen is om zoveel stilistisch talent, zijn er evengoed kattebelletjes in te vinden van amper een paar zinnen met weinig literaire waarde. Maar toch slaagt hij er alsnog in daar iets van te maken. Zoals een ansichtkaart waarop hij noteert: ‘Alles gebeurt hier vandaag – nooit morgen of gisteren’.

Ontkiemend meesterschap

Qua stilistisch meesterschap kan Aan nederlagen geen gebrek niet tippen aan klassieke brievenboeken zoals Op weg naar het einde en Nader tot U (Reve) en Brieven uit Genua (Ilja Leonard Pfeijffer). Maar dat is ook geen eerlijke vergelijking: de brieven van Reve en Pfeijffer hadden van meet af aan een uitgesproken literair karakter en een brede doelgroep. Deze uitgave moeten we eerder op dezelfde hoogte plaatsen als het vorig jaar verschenen De brieven. Het schitterend verzorgde brievenboek van Frans Kellendonk, die veel te vroeg aan aids overleed. In beide boeken is ontkiemend meesterschap vast te stellen, net als de drang en wil om van de pen te leven, en het gebrek aan schroom om nederlagen en ontgoochelingen toe te geven.

En af en toe is het ook ronduit genieten, van kleine literaire traktaties als deze:

‘Ik begrijp dat je in de sombere periode zit. Ik kan niets tot troost zeggen. Alleen dat sombere periodes bij gevoelige zielen horen, als Beatrix bij Claus.’

Dit is een boek voor wie Grunberg wil leren kennen als ruwe diamant. Als de jongen die in het diepst van zijn gedachten al heel lang wist dat hij een groot schrijver zou worden. Of voor mensen die ervan houden de kiem en vervolgens de wordingsgeschiedenis van een kunstwerk van dichtbij mee te maken (in dit geval Blauwe maandagen, Grunbergs debuut). Bovendien bevat het boek een verhelderend notenapparaat voor extra duiding.

Kortom, Aan nederlagen geen gebrek is een schatkist om in te graaien, met weliswaar flink wat zilverpapier, maar ook authentieke juweeltjes.

abn amro kunstprijs 2016, marijn van kreij, recensie, hermitage
Kunst / Expo binnenland

Werk van Marijn van Kreij smaakt naar meer

recensie: Reclining Nude with a Man Playing the Guitar - ABN AMRO Kunstprijs 2016
abn amro kunstprijs 2016, marijn van kreij, recensie, hermitage

Zes werken in gemengde techniek van de prijswinnaar van de ABN Amro Kunstprijs 2016 hangen als een soort XXL-schaakborden in de Amsterdamse Hermitage. Om precies te zijn: in de pijpenla tussen restaurant en kerkzaal. Ze hebben wat te vertellen en te vragen, en smaken naar meer.

De gelukkige winnaar van 2016 is kunstenaar Marijn van Kreij. Hij studeerde aan het Grafisch Lyceum in Eindhoven, de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda en aan de Rijksacademie voor beeldende kunsten in Amsterdam. In 2005 ontving Van Kreij de basisprijs van de Prix de Rome op het gebied Tekenen/Grafiek. Sindsdien is zijn werk te zien geweest op diverse tentoonstellingen, zoals nu in de Hermitage Amsterdam, die, met ABN Amro als hoofdsponsor, sinds 2015 werk toont van de winnaars van de kunstprijs.

abn amro kunstprijs 2016, marijn van kreij, recensie, hermitage

Detail van: Untitled (Picasso, Nude in front of a Garden, 1956), 2013
Gouache en potlood op papier, 152 x 205 cm
Fotografie: Peter Cox, Courtesy KLEMM’S, Berlijn en andriesse eyck, Amsterdam

Picasso

De zes werken tonen details uit late schilderijen van Picasso, naast en onder elkaar uitvergroot als op de velden op een schaakbord. Telkens hetzelfde detail, zodat het voor de één een haast obsessieve uitwerking zal hebben, en voor de ander juist een meditatieve. In die zin is de zaal tussen het restaurant (voor sommige mensen is eten immers een obsessieve bezigheid) en kerkzaal (voor sommige mensen een plaats om te mediteren) zo gek nog niet. Al moet je als bezoeker een toeslag betalen om er, dwars door de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw, te kunnen komen.

Zes Picasso grids die haast even zoveel vragen oproepen. De jury van de prijs had het over thema’s als authenticiteit, originaliteit en artistieke toe-eigening. Thema’s in deze tijd waarin door digitale technieken het onderscheid tussen origineel en kopie niet langer duidelijk is. En toch roepen de grids, de patronen: “zoek de verschillen”, want die zijn er wel degelijk. De ene keer is een lijntje net wat verschoven, een andere keer net iets dikker of loopt de waterverf van de gouache net een tikkeltje meer uit.

Imitatio

Uiteindelijk gaat het volgens een bijschrift om de vraag: mag je zomaar een beeldfragment van Picasso naar je hand zetten? Het is een vraag die ook bijvoorbeeld de meditatieve knipselparkiet naar Matisse (in enkelvoud) van de onlangs overleden popart-kunstenaar Daan van Golden al opriep. Misschien is de conclusie gerechtvaardigd die de filosoof Roland Barthes reeds in 1967 trok: ‘Alles wat gemaakt wordt, is een reactie op iets voorafgaands en preludeert op een volgende vertaling.’ Imitatio noemden de oude meesters het al.

In dit filosofische kader past ook de verzameling krukjes die overgebracht is uit het atelier van Van Kreij, waarop bezoekers kunnen gaan zitten. Ze zijn ofwel geïnspireerd door klassieke modellen, ofwel van de hand van onbekende ontwerpers, en benadrukken zo het idee dat kunst deel uitmaakt van de publieke ruimte en je er naar hartenlust van zou mogen plukken.

abn amro kunstprijs 2016, marijn van kreij, recensie, hermitage

Untitled (Picasso, Reclining Nude with a Man Playing the Guitar, 1970), 2016
gouache en potlood op papier, 193 x 151 cm

Voorproefje

Op één van die krukjes ligt een prachtige catalogus, ontworpen door Irma Boom Office. Maar let wel: die is alleen te koop wanneer er een grote tentoonstelling is en de museumshop geopend is, zoals nu bij 1917. Romanovs & Revolutie (gestart op 4 februari).

Dat is jammer. Net zoals het wat jammer is dat slechts een kleine doorsnee uit Van Kreijs werk wordt getoond, hoe fraai op zich ook. Het wachten is op een grotere solotentoonstelling waarin ook zijn video’s en installaties te zien zijn. Bijvoorbeeld in Museum De Pont in Tilburg, zoals een eerdere winnaar van de ABN Amro Kunstprijs (2005), Eylem Alodogan nu te beurt valt (21 januari t/m 26 maart 2017).

De tentoonstelling in De Hermitage laat een klein voorproefje van zo’n installatie van Van Kreij horen: Go Folks (2010) van Bonnie ‘Prince’ Billy & The Cairo Gang. Het is de bedoeling dat je als bezoeker de platenspeler start, en dan het werk om je heen nog een keer al luisterend met andere ogen bekijkt. Wat zou er gebeuren als je dit al even repetitief doet als de beelden zelf? Dat is een interessante vraag. Eén van de vele die Van Kreij stelt.

Foto bovenaan recensie:
Untitled (Picasso, The Studio, 1956), 2016
Gouache en potlood op papier, 195 x 152 cm
Fotografie: Nick Ash, Courtesy KLEMM’S, Berlijn en andriesse eyck, Amsterdam

van de keuken
Boeken / Fictie

Memoires van een meeloper

recensie: Teun van de Keuken - Goed volk
van de keuken

Teun van de Keuken, kritische journalist en oprichter van het immens populaire merk Tony’s Chocolonely, schreef een roman over zijn jeugd: Goed volk. Het werd een uiterst persoonlijk en aangrijpend verhaal dat je in één ruk wilt uitlezen.

Teun van de Keuken had bepaald geen makkelijke jeugd. Als zoon van filmmaker en linkse idealist Johan van der Keuken, groeide Teun op in een tochtig kunstenaarshuis waar alles draaide om de juiste politieke opvattingen en de correcte kijk op kunst. Teuns jeugd werd bepaald door de idealen van zijn ouders. Zelfs de volkse basisschool De Brug waar ze Teun naartoe stuurden, was een statement tegen de tweedeling in de samenleving. Terwijl Teun thuis keihard zuurdesembrood at, was overleven op De Brug zijn belangrijkste doel.

De schaduwkant van principieel zijn

Van de Keuken beschrijft zijn moeizame basisschoolperiode op een toegankelijke manier, zonder dat het thema aan diepte verliest. De roman bevat veel interessante observaties en toont overtuigend hoe fragiel de grens tussen idealisme en dogmatisme is. Teuns ouders hebben goede bedoelingen, maar deze uiten zich in rigide regels en opvattingen. Als één van Teuns oudere broers jarig is, wil hij met het gezin naar Grease. In de bioscoop blijven Teuns ouders echter mopperen over de slechte kwaliteit van de film. De verjaardag is verpest.

Met dit voorbeeld en vele andere komisch beschreven gebeurtenissen, laat Van de Keuken zien hoe principieel zijn ouders waren en welke invloed dit op hem had. Thuis is hij doodsbang om in zijn vaders ogen domme dingen te zeggen en op school heeft hij geen aansluiting bij zijn klasgenootjes die met hele andere normen en waarden opgroeien. Deze pittige kindertijd beschrijft Van de Keuken met veel humor en kinderlijke verwondering, waardoor je schrik en afgunst afwisselt met een lach en ontroering.

Een eerlijk en persoonlijk verhaal

Op school is Teun een schuchter jongetje dat zijn best moet doen om nét niet gepest te worden. Dat is hard werken. Als hij zich weet te ontworstelen aan zijn gedwongen vriendschap met het andere zwarte schaap van de klas, doet hij er alles aan om bij de stoere jongens te horen. We zien hoe Teun mee gaat stelen en een ander kind voor schut zet, puur om erbij te horen. Van de Keuken idealiseert zichzelf niet, maar laat juist zien waar hij ondanks zijn zachte karakter toe in staat was om geaccepteerd te worden. ‘Memoires van een meeloper’ noemt Van de Keuken zijn roman in een interview treffend. In Goed volk ontziet hij niemand, ook zichzelf niet, en dat maakt zijn verhaal eerlijk en zijn boodschap sterk.

Amsterdam in de jaren zeventig

Goed volk is naast een persoonlijk verhaal ook een prachtig tijdsbeeld. De roman geeft een inkijkje in de opvoeding en het kunstenaarschap in het Amsterdam van de jaren zeventig. Regelmatig vergelijkt Van de Keuken zijn jeugd met de manier waarop Amsterdamse, linkse yuppen nu met hun kroost omgaan: “Tegenwoordig is vrijwel iedere ouder overbezorgd, zeker in mijn buurt van witte GroenLinks tweeverdieners. Regent het? Dan wordt er een huif op de bakfiets geplaatst, of wordt kindlief met de auto naar school gebracht.”

In deze observaties zien we weer even de scherpe journalist zoals we Van de Keuken kennen. Hoe het eenzame en angstige jongetje van toen zich uiteindelijk heeft kunnen ontpoppen tot deze succesvolle journalist, is iets wat je je regelmatig afvraagt bij het lezen van Goed volk.
‘Ideologische indoctrinatie’. Zo noemt Teun van de Keuken zijn opvoeding. En dat is inderdaad wat het is, ondanks de goede bedoelingen van zijn ouders.

Goed volk is een ijzersterk romandebuut met gortdroge humor, scherpe observaties en bovenal een zeer interessant thema.

Van der Jagt
Boeken / Non-fictie

Jachtige Van der Jagt

recensie: Krijn van der Jagt - De weg omhoog
Van der Jagt

Het uitgangspunt van De weg omhoog is alvast intrigerend: wie waren die schrijvers van de Bijbel eigenlijk? Waar haalden ze hun denkbeelden vandaan? En voor welk publiek schreven ze? Krijn van der Jagt wil, kortom, de Bijbel antropologisch duiden. En hoewel hij grotendeels in zijn opzet slaagt, is dit geen geslaagd boek, omwille van de repetitieve, jachtige en daarom irritante schrijfstijl.

Als voormalig pinksterchristen ken ik de Bijbel door en door. Ook mij heeft het verhaal ‘achter de schermen’ altijd mateloos geboeid. Wat is er waar van al die verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament? Geloofden die auteurs zelf dat er een gouden kalf was geweest? Dat Mozes met zijn staf de zon (sic) kon doen stilstaan? Of dat Jezus over water had gewandeld of zelfs verrezen was? Uiteraard doorprikt van der Jagt al deze mythes, maar helaas niet op een wervende manier. Daarvoor houdt hij te veel van herhaling en vaste structuur. Bovendien gaat hij soms met een wel heel grove borstel door zijn materie heen. Bijvoorbeeld door het koningschap van David en Salomo zomaar voor waar aan te nemen, terwijl daar niet het minste bewijs voor bestaat. Bovendien verstaat hij het om dingen te beweren als: ‘Wanneer een moderne lezer de Bijbel openslaat, gaat hij een vreemde wereld in (…), de wereld van goden, geesten en demonen.’ Daarmee ontkent hij dat miljoenen mensen wereldwijd nog steeds letterlijk geloven wat in de Bijbel staat, of ten minste in het bestaan van geesten en goden geloven.

Naaktheid

Er staan boeiende inzichten in De weg omhoog, bijvoorbeeld over de zondeval. We kennen allemaal het verhaal van Adam en Eva die van de verboden vrucht eten en daarom verbannen worden uit het aardse paradijs om in het ‘zweet huns aanschijns’ hun brood te verdienen en met veel moeite kinderen te baren. Van der Jagt biedt echter een interessante seksuele lezing van dit verhaal. Door te eten van de vrucht van de kennisboom ontdekken Adam en Eva hun eigen naaktheid en beseffen ze opeens hoe ze zélf leven kunnen maken – het geheim van procreatie ligt dus niet meer bij God alleen. De mensheid is, met andere woorden, wijs geworden en klaar om op eigen benen te staan. Vandaar dat ze het paradijs moeten verlaten.

Helaas bevat dit boek veel te weinig van dit soort mooie metaforen en hun toelichting. Het leeuwendeel bestaat uit de opsomming van wereldbeelden en mythologieën (Griekse, Assyrische, Egyptische… ) volgens eenzelfde structuur en cadans. Aan enkele opvallende elementen koppelt Van der Jagt dan het denken van de Joodse auteurs van de Bijbel en de reden waarom ze schrijven wat ze schrijven. Dat repetitieve karakter wordt op den duur erg vermoeiend, zeker omdat zeker allerminst wervend schrijft. Het tegendeel is zelfs waar. Een voorbeeld:

‘De ontwikkeling van een volwaardige taal is ongetwijfeld een van de voorwaarden voor de verdere ontwikkeling van het denkvermogen geweest. Het denken is waarschijnlijk traag op gang gekomen en wanneer de mens nu echt begon te denken weten we niet.’

En zo gaat het de hele studie door, wat voor een heel vermoeiende leeservaring zorgt. Waar de Bijbel een monument is in de klassieke literatuur, is De weg omhoog dat allerminst. Zonde, want nogmaals: het uitgangspunt van het boek is uitermate intrigerend.

Muziek / Album

Wars van elke trend

recensie: The Unknown Known - The Unknown Known

Altijd fijn: een nieuw album van Joop Nolles. De laatste cd van de eigenzinnige Utrechtse muzikant dateert alweer van 2012. The Unknown Known (tevens de titel van zijn nieuwe muzikale project) is een mooi vervolg op een klein, en te onbekend oeuvre.

Een kort bluesfragment van Blind Willie Johnson gaat vooraf aan de jachtige openingstrack ‘Long Way Home’. Melodieuze zang, westerngitaar en een klaaglijke mondharmonica bepalen de toon.’Invisible Man’ vervolgens is zompig rockend, met een prettig ontsporende finale van gitaar en (wederom) mondharp. Nolles weet ook te ontroeren, zoals in het kleine, subtiele ‘Sister Is Gone’.

Muzikale verrassing

Zo balanceert Joop Nolles op dit, door Maartje Jaquet kunstzinnig vormgegeven album, wederom vernuftig tussen traditionele muziekstijlen als blues en countryrock, en meer experimentele klanken. Enkele referenten: Neil Young, Howe Gelb, dEUS en The Beatles. Saai wordt het nooit bij de Utrechter, elk liedje heeft wel een aardige muzikale verrassing in petto. Dat kan een plotse wending zijn, een venijnige gitaar of een stemmige trompet.

De muziek van Joop Nolles heeft ook iets onbestemds, zoals in ‘We’ll Meet Again’ of in het ijle ‘Can’t Go Wrong’. Dat ongrijpbare is onmiskenbaar zijn charme, maar het zou Nolles ook wel eens in de weg kunnen staan bij het bereiken van een groter publiek. Maar daar lijkt het hem ook niet om te doen. Joop Nolles doet het op zijn eigen manier en is wars van elke trend. En dat is goed zo.

IFFR 2017
Film / Reportage
special: IFFR 2017
IFFR 2017

IFFR 2017 – deel 2

Hoe waren de films die draaiden tijdens het International Film Festival Rotterdam 2017? In dit tweede verslag lees je over HarmoniumDawson City: Frozen TimeNight of a 1000 hoursThe Mole Song: Hong Kong Cappricio en Elon Doesn’t Believe in Death.

 

Harmonium

Harmonium

Harmonium

Fukada Koji • Japan, Frankrijk, 2016
Sterren: 3,5

Opeens staat Yasaka op de stoep van Toshio. Hij – metaalbewerker met zijn eigen bedrijfje aan huis – neemt zijn oude kennis direct in dienst en biedt hem zelfs onderdak aan. Dat valt niet goed bij zijn vrouw Akié, die bij dit besluit helemaal niet werd betrokken. Maar Yasaka blijkt, ondanks zijn gevangenisverleden, een voorbeeldige gast die tevens de dochter des huizes kan helpen met haar harmoniumlessen. Al gauw lijkt hij een onlosmakelijk onderdeel van het gezinnetje.

Dit familiedrama is niet de eerste film van Fukada Koji die in Rotterdam te zien is. Zo werd Hospitalité op het festival vertoond en was vorig jaar zijn intrigerende postapocalyptische drama Sayônara te zien. In Harmonium bedient Koji zich weer van een bedachtzame, ingetogen stijl waarin de nadruk ligt op persoonlijke verhoudingen. Een ‘home invasion thriller’ wordt het in de festivalcatalogus genoemd, en ergens klopt dat wel. Maar anders dan je op basis van die beschrijving zou verwachten is dit geen spannend werkje vol adrenaline, maar zijn het eerder langzaam verschuivende panelen.

 

Dawson-City

Dawson City: Frozen Time

Dawson City: Frozen Time

Bill Morrison • VS, 2016
Sterren: 3,5

Tijdens werkzaamheden in 1978 kwamen ze opeens boven de grond: de ene na de andere filmblik en losse filmrol. Brandbare nitraatfilms uit het begin van de eeuw. Hoe die pakweg 500 films in het voormalige zwembad van het Canadese plaatsje Dawson City terecht zijn gekomen, wordt in deze documentaire uit de doeken gedaan. Maar het is veel meer dan dat: ook de geschiedenis van het stadje zelf wordt, grotendeels aan de hand van dit filmmateriaal, verteld.

Bill Morrison weet wat het is om met grote hoeveelheden archiefbeelden en muziek een fascinerend verhaal te vertellen. Zo schetste hij in 2010 – samen met componist Jóhann Jóhannson – opkomst en neergang van de Britse mijngemeenschap in de film The Miners’ Hymns. De atmosferische, soms wat dromerige muziek die Alex Somers maakte voor Dawson City: Frozen Time ligt in het verlengde hiervan. Er is geen voice-over en het enige interview in de film, met de ontdekkers van de filmische schat, zijn slechts boekeinden. Titels duiden de vele beelden uit zowel non-fictie- als fictiefilms.

Voor een groot deel bestaat het uit de films die in Dawson zelf waren gevonden, maar waar nodig zijn ze aangevuld met andere bronnen. Ze vertellen het verhaal van het Canadese stadje dat razendsnel groeide door de vondst van goud en even snel weer slonk. Omdat het zo ver weg lag en het eindpunt was van het distributienetwerk, namen de rechthebbenden vaak niet de moeite om hun films terug te halen. De stapel films werd uiteindelijk als opvulling van het oude zwembad gebruikt en bleven dankzij de permafrost bewaard. Sommigen zijn soms flink aangetast, maar dat versterkt vaak juist de vreemdsoortige schoonheid ervan.

 

Night of a 1000 Hours

Night of a 1000 hours

Night of a 1000 hours

Virgil Widrich • Oostenrijk, België, Nederland, Luxemburg, 2016
Sterren: 3,5

Doden die tot leven komen: we zagen dat eerder. We bedoelen niet de eindeloze stroom zombiefilms en -series. Wel die producties waarin overledenen écht tot leven komen en hun levens weer proberen op te pakken – met verwarring bij de nabestaanden als resultaat. De Franse serie Les Revenants bijvoorbeeld, net als de Amerikaanse remake The Returned en de Australische variant Glitch. De Oostenrijkse filmmaker Virgil Widrich geeft hier een interessante draai aan, waarin hij tevens commentaar geeft op een stuk geschiedenis van zijn vaderland.

Night of a 1000 Hours begint met een onvervalste machtsstrijd. In het huis van familiebedrijf Ullich strijden twee telgen over wie de opvolger wordt. Op het moment van stemmen overlijdt een van de directieleden, om even later weer springlevend aangetroffen te worden. En ze is niet de enige. Gedurende de nacht melden steeds meer personages uit vervlogen tijden. Iedereen is er, behalve het hoofd van de familie die in 1945 bij een bombardement om het leven was gekomen.

Widrich vermengt op knappe en energieke wijze de familiegeschiedenissen. De whodunit speelt zich geheel af in het familiepand, waarbij op haast onzichtbare wijze gebruik is gemaakt van zogenaamde rear projections: beelden die live op de achtergrond worden geprojecteerd. De vele personages en verhaallijntjes vergen enig concentratievermogen van de kijker. Maar een originele kijk op een stuk getroebleerde Oostenrijkse geschiedenis is het zeker.

 

The Mole Song

The Mole Song: Hong Kong Cappricio

The Mole Song: Hong Kong Cappricio

Miike Takashi • Japan, 2016
Sterren: 3

Hoeveel Miike’s zijn er inmiddels op het IFFR vertoond? Houdt iemand de teller bij? En hoeveel hebben wij er daarvan gezien? Eerlijk gezegd zijn er daarvan waarschijnlijk best veel die we verdrongen hebben, want van de enorme output van genre-veelvraat Miike Takeshi is slechts een beperkt percentage écht goed te noemen. The Mole Song: Hong Kong Cappricio is het vervolg op The Mole Song: Undercover Agent Reiji uit 2013, die ook door Miike was geregisseerd.

Politieman Reiji is undercover bij de Yakuza gegaan, maar binnen de politie zijn slechts weinigen die dit weten. Ondertussen maakt hij carrière als gangster, maar krijgt dan te maken met een bende mensenhandelaars uit Hong Kong en een nieuwe, ambitieuze crimefighter bij de politie, die niet weet dat hij een undercoveragent is. Hoewel niet tot zijn beste film behorende, is The Mole Song een vlotte film vol visuele vondsten, humor, en een goede cast. Hoewel hoofdrolspeler Tôma Ikuta een extra dimensie geeft aan het begrip ‘schmieren’. Het is allemaal erg vermakelijk, maar het is ook weer – zoals vaker bij Miike-films, enorm over the top, te lang uitgesponnen en soms wel heel erg flauw.

 

Elon Doesn't Believe in Death

Elon Doesn’t Believe in Death

Elon Doesn’t Believe in Death

Ricardo Alves jr. • Brazilië, 2016
Sterren: 2

Hoeveel arthousefilms moeten we nog verduren waarin de hoofdrolspeler eindeloos gevolgd wordt terwijl deze door straten, gangen of fabriekshallen loopt? Zonder dat snel het waarom ervan duidelijk wordt? Dit door de gebroeders Dardenne geperfectioneerde stijlmiddel is in handen van mindere goden al snel een trucje, die meer bedoeld lijkt om filmtijd te vullen en gebrek aan interessante ideeën te verdoezelen, dan de kijker op een prettige en slimme manier in het ongewisse te laten. Elon Doesn’t Believe in Death valt helaas ook in deze categorie.

Elon, nachtwaker in een leeg gebouw, blijkt in dit Braziliaanse debuut naarstig op zoek naar z’n vrouw, die hij vreemd genoeg dezelfde ochtend nog heeft gezien. Die zoektocht gaat dus aan de hand van eindeloos lopen en vaak korte ontmoetingen met personen waarvan Elon denkt dat ze hem verder kunnen helpen. Het moet allemaal de indruk van intensiteit wekken, maar gaat als een nachtkaars uit; een expliciete seksscène en een abrupt eind ten spijt. Raadselachtig is het allemaal wel, boeiend echter niet, waarbij de 75 minuten speeltijd als veel te lang aanvoelt.