Muziek / Concert

Calexico live

recensie:

~

…en toen werd het prachtige Not Even Stevie Nicks ingezet. Iedereen had nog een brok in zijn keel van de dankwoorden van Joey Burns in de richting van de familie Arendshorst. Roel en Lisette Arendshorst overleden vorig jaar bij een veerbootramp in Senegal en het schip is, wegens geldgebrek, nog steeds niet geborgen. De heren van Calexico droegen het laatste album Feast Of Wire op aan de twee ongelukkigen en voeren actie om het wrak, met hulp van de westerse landen, geborgen te krijgen.

De spil van de band, zanger/gitarist Joey Burns en drummer John Convertino, zijn duidelijk zeer betrokken bij het leed in de wereld en willen dat uitdragen. Het zijn idealisten, die met No War-button en Werkershelm het podium van ’the temple of pop’ betreden. Elf september wordt geregeld genoemd en natuurlijk komt George W. Bush er ook niet zonder kleerscheuren vanaf. Een beladen avond dus, zou je denken. Er kon echter ook nog voldoende gefeest worden… Mariachi!

Wekker

Calexico kiest zowel op plaat als live voor afwisseling. Dat betekent dat ontroerende, ingetogen en emotionele liedjes afgewisseld worden door kleine blokjes Mariachi. Aan de ene kant is afwisseling best prettig, maar aan de andere kant moet je wel de tijd kunnen krijgen om bij te komen van de soms ongelooflijk spannende, af en toe bijna surreële werkstukken van de band. Een stukje Mexicaanse volksmuziek werkt zo nu en dan als een wekker, die je wakkerschudt uit een mooie droom of een nachtmerrie. En dat is jammer.

~

Hoe dan ook is de muziek van Calexico over het algemeen helemaal in orde. Vooral Feast Of Wire was het onderwerp van de avond. Wie al kippenvel kreeg van de albumversie van het nummer Woven Birds zal in Paradiso rillingen over het gehele lichaam hebben gehad. Vooral de bijdragen van twee trompettisten en de pedal steel-gitarist waren naast de basis, de keiharde drumslagen van Convertino en de gitaar van Burns, sfeerbepalend. Jammer dat Burns er zangtechnisch nogal eens naast zat.

Consistentie

Goede en minder goede momenten dus. De band was vooral aan het eind van het optreden voelbaar op dreef. Er gebeurde wat in de zaal, die overigens wat aan sfeer had ingeboet vanwege de stijgers. Paradiso wordt verbouwd. Vóór de toegift wist Calexico de spanning echter lang niet altijd vast te houden. Misschien zou iets meer consistentie goed zijn geweest.

Link:

Casa de Calexico.com

Film / Films

Johnny English

recensie: Johnny English

He knows no fear. He knows no danger. He knows nothing. Rowan Atkinson is in de huid gekropen van geheim agent Johnny English en dat zorgt natuurlijk voor hilarische momenten. De film is alleen wel een tikkie anders dan dat we van Atkinson gewend zijn; dit keer geen sketches, maar een echt verhaal. Nou ja, een parodie op de James Bond-films. Het is niet de eerste, maar wel een grappige en dat is te danken aan de stunteligheid van Atkinson.

~

In een serie Britse tv-commercials speelde hij een soort van simpele geheim agent. Deze Johnny English werd toen zo populair dat er werd besloten een film van te maken. Het script is geschreven door Neal Purvis en Robert Wade die ook verantwoordelijk waren voor The World Is Not Enough en Die Another Day. De regie was in handen van Peter Howitt (Sliding Doors).

Foutje!

Johnny English is bepaald geen standaard topspion. Een foutje komt niet voor in zijn woordenboek, zegt hij zelf. Sure! En waarom worden de Britse kroonjuwelen dan onder zijn neus gestolen? Uh… foutje! En dan te bedenken dat de veiligheid van de natie in zijn handen ligt. Oeps. Gelukkig is zijn trouwe partner Bough (Ben Miller) in de buurt.

Weinig humor

~

Helaas is de film traag en de verhaallijn saai. Natuurlijk gaat het hier niet helemaal om de snelheid en de inhoudelijkheid, maar het oog wil ook wel wat anders dan alleen de Britse humor. Het blijft nu allemaal erg oppervlakkig. Na deze film wil je waarschijnlijk wel iets anders dan een komedie. De humor valt overigens ook wel tegen; de schaterlachmomenten zijn op één hand te tellen. Sommige grappen zie je van mijlenver aankomen, waardoor het net niet meer leuk is. Toch krijgt Atkinson het met zijn mimiek voor elkaar om iedereen te laten glimlachen, zelfs de mensen die niet zo gecharmeerd zijn van hem.

English girl

Atkinson doet gewoon zijn ding en daar is hij goed in. Maar hij is wel minder ‘Bean’-erig dan je van hem gewend bent. Jammer dat door zijn verschijning de andere acteurs bijna weggecijferd worden, zoals John Malkovich als bad guy met zijn geweldig foute accent, die uitgeschakeld moet worden door English. En Natalie Imbruglia die verassend uit de hoek komt als ‘English-girl’. Ze zou het zeker ook leuk doen als ‘Bond-girl’. Zanger Robbie Williams is verantwoordelijk voor de aangename soundtrack. Een tip: blijf tijdens de aftiteling nog even genieten van dat liedje en laat je dan vermaken met nog een paar smakelijke scènes uit de film!

Glimlach

Johnny English moet je zien als feel-good movie. Het is weer zo’n Bond-parodie, waarvan je de grappen wel kent. Lekker fout, en dan weet Atkinson toch zo nu en dan verassend uit de hoek te komen. Waarschijnlijk wordt de film beter gewaardeerd door de Britten, maar hij laat ook de Nederlanders glimlachen.

Boeken / Reportage
special: Tanja Grotter vs. Harry Potter

Plagiaat?

~

Tanja is een lekker Russisch ding met een pukkel naast haar neus, een gescheurde leren jas en een strakke spijkerbroek. Tot zover is er niets aan de hand. Maar dan. Tanja woont in een inrichting voor ongehoorzame jonge tovenaars, kan ‘drakenballen’ als de beste en vliegt rond op een contrabas. Haar vriendjes gebruiken voor hun vluchten een stofzuiger, een bankstel, drums en een viool.

Klinkt bekend? Dat dacht de moeder van Harry Potter, J.K. Rowling, ook. En Harry’s eigenaar, Time Warner, dacht met haar mee. Plagiaat. Parodie. Schande!
In Rusland is Tanja Grotter een succes. Schrijver Dimitri Jemetz zag al meer dan vijfhonderdduizend exemplaren van zijn boek over de toonbank gaan. De Nederlandse uitgeverij Byblos zag wel wat in Tanja en liet het boek vertalen. Op 8 april zouden de eerste exemplaren in de winkel liggen. Totdat het alziend oog van Warner het in de gaten kreeg.

Omslagen

Warner, of Rowling, of allebei, spanden een kort geding aan: Tanja Grotter en de magische contrabas is plagiaat. Ze kregen gelijk.
Tanja’s ‘vader’ Jemetz is het er niet mee eens: “De eerste rechtszitting duurde maar drie uur. De rechter had niet eens de tekst van Tanja Grotter gelezen. Ze vergeleek alleen maar de omslagen van de boeken. Die lijken inderdaad veel op elkaar.” De inhoud is echter heel anders, verzekert Jemetz: “Met mijn tekst schend ik absoluut de auteursrechten niet. Ons belangrijkste doel in het hoger beroep is dat de rechter echt naar het geschrevene zal kijken. Dat filologen, kunsthistorici en literaire critici een deskundig oordeel mogen geven.” Dit alles zegt Jemetz in een interview in de Volkskrant.

~

Harry en Tanja zouden inderdaad broer en zus kunnen zijn: allebei wees, allebei behept met magische krachten, een teken in het gezicht en een vijand die te angstaanjagend is om zijn naam te noemen. Dit vertaal ik nu van een Duitse site, want ik heb Tanja Grotter niet gelezen. Ik zou dus niet weten wat erin staat. Maar ik zou dat bijzonder graag te weten komen. Daarom alleen al hoop ik dat Jemetz en Byblos het groene licht krijgen voor de publicatie van Tanja Grotter en de magische contrabas.

Granaatwerper

Het is toch in alle opzichten beter voor het imago van Warner en Rowling om dit soort dingen te negeren? Van elk succesverhaal worden parodieën gemaakt. In Rusland lopen wel meer jongetjes rond die op Harry Potter lijken. Porri Gatter bijvoorbeeld, is een parodie in de ware zin des woords: een bespottelijk makende nabootsing van een kunstwerk. Porri schakelt zijn vijanden uit met een granaatwerper en hij heeft een blikken uil als metgezel. En in Tanja Grotter loopt een Horry Poeper rond, een bescheiden Brits jongetje dat omringd wordt door madvocaten, magische advocaten.

Nae ’s landts gheleghentheyt verduytschet

Het gaat bij Jemetz echter niet om parodie, maar om plagiaat. De beschuldiging plagiaat houdt in dat hij zich onrechtmatig de geestesvoortbrengselen van een ander heeft toegeëigend. Heeft hij dat? Ik ben de rechter niet, maar ik zou hem het voordeel van de twijfel geven. In de Gouden Eeuw deed men niet anders. P.C. Hooft schreef op de titelpagina van zijn klucht Warenar: ‘dat is: Aulaluria van Plautus, nae ’s landts gheleghentheyt verduytschet.‘ De parodie Don Quichot is nu bekender dan het origineel waarop het ooit gebaseerd is.

~

In de Renaissance was er een beginsel dat dit soort kopieerpraktijken goedpraatte: de imitatio, en meer in het bijzonder de creatieve imitatie. Of, met een makkelijker term: beter goed gejat dan slecht bedacht. Met creatieve imitatie is mijns inziens niets mis. Zolang de schrijver maar duidelijk aangeeft wat hij creatief heeft geïmiteerd. Wat Hooft heeft gedaan, en Jemetz nu aan het doen is. Hij heeft zijn mond vol van Harry Potter. En de buik vol van diens eigenaar.

Waarom is Warner zo krampachtig bezig om alles wat naar Potter riekt en waar geen Warner-stempel op staat, te verbieden? Iedereen weet van het Aziatische meisje dat het domein www.harrypotter.com in handen had voor haar eigen fansite. Ontnomen. Het mag toch niet zo zijn dat elk initiatief, hoe creatief imiterend ook, in de kiem gesmoord wordt door een multinationale multimiljardair die graag nog wat extra dollars verdient?

Censuur

Hoeveel verschillende versies van Romeo en Julia kennen wij? We weten toch, dat het origineel van Shakespeare komt? Zolang duidelijk is en blijft, dat Tanja Grotter een aftreksel van de bekende Harry is, moet zo’n boek gewoon in de winkel liggen. Dit riekt naar censuur en naar geldelijke belangen, twee dingen die nog ooit de dood van de letteren zullen betekenen als dit zo doorgaat. Tanja Grotter moet in de Nederlandse boekhandel komen te liggen, het liefst vandaag nog. Dan kan ik zelf wel bepalen of ik het plagiaat vind. Daar heb ik Warner niet voor nodig.

Om beschuldigingen van plagiaat te voorkomen, staan hieronder mijn bronnen:

Corine de Vries, ‘Harry Potter vlucht voor een klein meisje’, de Volkskrant, 11 april 2003
Der Spiegel
P.C. Hooft, Warenar, ingeleid en toegelicht door Dr. C. Kruyskamp, Martinus Nijhoff 1979
Leipziger Bücherei
www.gatter.ru (kon ik niet lezen)

Boeken / Strip

Aarstronauten van de planeet Humus

recensie: Wormtroopers

.

Op zoek naar ‘nabijgelegen darmstelsels’ en in die hoedanigheid op bezoek in Lectrrs lichaam, rijden de aarstronauten dood in Lectrrs blinde darm, ontmoeten ze eerder hinderlijke dwergen, zien ze wel wat in een ‘strip’-beurs, maar dat blijkt, gezien Lectrrs voornaamste bezigheid, helaas heel iets anders dan wat zij eronder verstaan. Als na een lang verblijf in ‘ruimtestation’ Lectrr de sleur onvermijdelijk begint toe te slaan, en Lhul meer met zijn … dan met zijn … – ja, hij heeft niks anders eigenlijk – begint te denken, wordt het tijd voor onmiddellijke evacuatie.

Je leest en ziet het: Lectrr biedt met Wormtroopers een alternatieve interpretatie van het momenteel populaire en goedlopende genre van de autobiografische strip. Maakt de auteur met deze (pseudo-)autobiografie een statement in de richting van auteurs zoals Maaike Hartjes en Ilah? Gesprekken met de man wijzen uit van wel. Mét respect, maar zonder omwegen maakt hij in zijn eerste, overigens erg geslaagde langere strip, volgetapt met absurde, taboeloze humor, ook een punt met betrekking tot het soms inspiratieloze genre van de autobiografie – en slaagt daar zelf met méér inspiratie in! Vandaar ook de multiple choice-ondertitel: ‘een autobiografisch heldenepos’, ‘een anti-autobiografisch heldenepos’ of ‘een autobiografisch anti-heldenepos’.

~

De stripliefhebber kent Lectrr al langer van zijn geschifte één-plaatjes-gags in onder andere het Vlaamse tijdschrift Ink., maar met Wormtroopers bewijst hij niet alleen ook over meer pagina’s gevat te blijven, maar ook dat er achter de absurditeiten wel degelijk ideeën zitten. En dat maakt de vergelijking die men zou kunnen maken met Kamagurka beperkt tot een erg frêle affiniteit op het stilistisch vlak. Want bij Lectrr zit er logica in de absurditeit, die bij Kamagurka soms ver te zoeken is. Wat betreft die stijl hanteert Lectrr een eenvoudige, gekunsteld-onvolgroeide stijl die perfect aansluit bij het punt dat hij wil maken en zijn knotsgekke humor.

Wat misschien nog het best de algemene indruk van dit album illustreert, is de jammerlijke paginaverwisseling die Incognito gemaakt heeft bij het ter perse gaan: pagina dertien behoort namelijk pagina zeventien te zijn, en pagina’s veertien tot en met zeventien schuiven allemaal één pagina vooruit. En níemand, óók de auteur zelf niet, had de verwisseling opgemerkt bij een eerste lezing!!! Het noodlot van het absurde wellicht.

In ieder geval, voor Wormtroopers geldt hetzelfde als voor Ongezellige Verhalen (nummer tien in de Incognito-reeks – zie elders in de Etalage): als je niet van deze humor houdt, blijf er dan ver uit de buurt! In het andere geval: zo snel mogelijk toehappen!

Wormtroopers is te bestellen door € 5,21 (incl. portokosten) over te maken op rekeningnummer 6193908, t.n.v. R. Schouten te Zaandam. Dit onder vermelding van ‘Incognito deel 13’.

8WEEKLY

No-nonsense Caesar

Artikel: Praetorians

.

~

Economische kennis niet nodig

In Praetorians hoef je je geen zorgen te maken over grondstof beheer en dat soort economische knowhow. Belangrijker is tactisch en strategisch inzicht op het slagveld. Welke units heb je nodig? Welke formatie werkt het beste? Om deze vragen te beantwoorden moet je natuurlijk over gegevens van de vijand bezitten. Ook is het zaak om veel nederzettingen te veroveren, want deze lappen je leger weer op en leveren je nieuwe units. Het kiezen voor een pure gevechtssim is misschien wat jammer voor de fans van economische RTS fans, maar het resultaat is toch erg mooi te noemen.

Verkennen

Voor het voeren van een goede veldslag zijn vele factoren belangrijk. Het terrein moet bestudeerd worden. Ook kan men door middel van Hawk (lucht) en Wolf (land) scouts het terrein en de zich daar bevindende vijandelijke units in kaart brengen. Hawk-scouts verkennen het terrein vanuit de lucht. Dit kan onvoldoende zijn aangezien de vijand zich in het bos kan verschuilen. Ook de speler kan dit doen, maar er is een gevaar aan verbonden. Ten eerste kunnen bosbewoners (herten, opvliegende vogels) je positie verraden, en een verkeerd vallende vuurpijl kan een absolute catastrofe voor jouw leger betekenen.

Klik klik klik

De legers en de formaties zelf zijn absoluut indrukwekkend te noemen. Het blijft een prachtig gezicht om al die eenheden tegen elkaar op te zien marcheren om vervolgens een bloedig gevecht te leveren. Nadelen hiervan zijn dat je wel een behoorlijke computer nodig hebt, en dat je behoorlijk in de weer moet om controle over het gevecht te behouden. En dat is toch al mijn grootste kritiek op het RTS genre, veel klikken, weinig echt genieten van het spel zelf. Het lijkt meer werk dan spel.

Conclusie

Ondanks dit laatste puntje van kritiek is Praetorians een prachtig spel met onverwacht tactische mogelijkheden. Er is veel detail (wegvluchtende beesten als je door een bos marcheert) in het spel gestopt, en het is tactisch allemaal vrij logisch uitgewerkt. Met andere volkeren (Egyptenaren bijvoorbeeld) spelen is niet heel verschillend, alle units kunnen ongeveer hetzelfde en hebben ook de zelfde kracht. Voor de no-nonsense RTS-fan een prima keuze.

Film / Films

Final Destination 2

recensie: Final Destination 2

Het idee is hetzelfde gebleven, maar dit tweede deel is zoveel gruwelijker! Doorboorde oogkassen, lichamen die geplet worden door boomstronken, uit elkaar getrokken lichaamsdelen… Moet je voor Final Destination 2 een sterke maag hebben, of valt het allemaal wel mee? Regisseur David R. Ellis is er in ieder geval in geslaagd om geen slap vervolg te maken, maar eentje die toch blijft boeien, ondanks het bekende concept.

~

Deel twee begint precies een jaar na de tragische vliegtuigramp van vlucht 180, uit het eerste deel. Kimberly Corman (A.J. Cook) besluit uitgerekend op deze dag met haar vrienden op reis te gaan. Voor het stoplicht van de snelweg ziet ze in een visioen dat er een lading boomstammen van een truck valt en dood en verderf zaait onder de vele automobilisten die erachter rijden. Ze bedenkt zich geen moment en blokkeert de weg. En jawel: ze ziet het verschrikkelijke ongeluk gebeuren. Daarmee redt ze de passagiers van de auto’s achter haar uit handen van de Dood. Maar die laat het er niet bij zitten…

Verstopt

~

In deel één sloegen de spelers op de vlucht voor de Dood. Dat was niet zo succesvol, want als je eenmaal voorbestemd bent om te sterven, is het moeilijk om er onderuit te komen. En dan kan je de Dood wel bedriegen, maar hij vindt je toch wel een keer. Slechts één persoon uit de eerste film kan dat navertellen, blijkt nu: Clear Rivers (Ali Larter), die zich voor de zekerheid heeft laten opsluiten om maar niet gevonden te worden door ‘vriendje’ Dood. Maar ze komt toch te voorschijn om Kimberly te helpen.

Flauw

En hoe zit het dan met al die gruwelijkheden? Regisseur David R. Ellis lijkt een zieke geest te hebben door de beelden die je ziet. Hij weet de ongelukken met gevoel in beeld te brengen. Toch valt het wel mee. Voordat je echt ‘iew’ zou willen zeggen, is het alweer voorbij. Maar het duurt lang genoeg om je een onprettig gevoel te geven en zo hoort het ook. Wat Ellis heel goed heeft gedaan is de kijker misleiden door situaties in beeld te brengen waarbij je zélf de meest vreselijke ongelukken kunt bedenken, maar die uiteindelijk niet gebeuren. Lijkt flauw, maar is het zeker niet. Door het snelle tempo van de film hoef je je zeker niet te vervelen.

Nagedacht

Het leuke van deze film is dat er nog over nagedacht is ook. Het is niet zomaar een simpele remake, nee, er is een duidelijke link met deel één gemaakt. De eindjes worden aan elkaar geknoopt, oplossingen worden gevonden, de twee delen worden in elkaar verweven en het klopt allemaal. Soms wat ver gezocht, maar toch aardig gedaan. En nog redelijk geacteerd ook.

Videotheek

Je moet deze film niet gaan zien voor de geweldige kwaliteit. Verwacht geen volledig nieuwe of originele dingen, want het concept blijft bekend. Maar hou je van een thriller op z’n tijd, dan is dit best een aardige. Al moet er ook weer geen deel drie komen. Visioenen in de trein of in de boot? Het zou allemaal nog kunnen, maar de koek is nu wel op. Final Destination 2 hoef je niet persé in de bioscoop te zien; je kunt net zo goed wachten tot-ie in de videotheek ligt.

8WEEKLY

Neukend ten onder: Veronica

Artikel:

.

~

Het woord “Veronica” doet velen met weemoed terugdenken aan de koddige jaren ’60 en ’70. Een roestige oude schuit die zijn piratenprogramma’s over de onschuldige Nederlandsche burger uitstrooide. Daarna werden ze legaal als publieke omroep, om uiteindelijk in de jaren ’90 commercieel te gaan. Na de verandering in Yorin (wat een kutnaam) zweefde de naam Veronica een beetje troosteloos rond. Er was wel een goedlopende TV-gids, maar alleen geen zender meer. Een tijdje terug kwam daar verandering in. Veronica ging uitzenden met Nickelodeon, een kinderzender. ’s Ochtends kinderprogramma’s die door geen kind in Nederland werden bekeken, ’s avonds goedkope troep die door geen volwassene werden bekeken. Er zat een soort talkshow in die in mijn studentenkamertje gemaakt had kunnen worden, maar dan had het allemaal waarschijnlijk te veel niveau gekregen. Verder kon je een heleboel hele oude series weer zien (Tour of Duty), en zond men totaal onbekende B-films uit.

Nostalgie

~

Deze poging Veronica nieuw leven in te blazen faalde godzijdank jammerlijk. Men moest iets nieuws gaan bedenken. Om de tijd naar dit nieuws te overbruggen ging men gewoon veel herhalingen en flashbackprogramma’s uitzenden. Tour of Duty was nu elke dag twee keer te bewonderen, men herhaalde The Best of Countdown zo vaak als mogelijk was en men kocht nog meer onbekende films per dozijn voor een kwartje van de filmboer. Ironisch genoeg was deze overbruggingsperiode nog wel het bekijken waard voor nostalgisch ingestelden zoals ik. De Veronica leaders en jingles van begin jaren ’90 (voor men commercieel ging) en de herhalingen van oude programma’s gaven je bijna een schaamteloos retourtje jeugd. Als men hieromheen wat kwalitatief betere flashbackprogramma’s, een leuke talkshow en een aardig filmmagazine omheen had gebouwd, dan had Veronica een prima basis voor een leuke zender gehad.

Fatsoenlijk

Maar het heeft zo niet mogen zijn. Omdat V8, SBS6 en NET5 iets serieuzer genomen wilden worden, verdween veel van de koddige softporno die vaak op die zenders te bewonderen was. Veronica zag zijn kans, dit gat wilden zij best opvullen. De altijd subtiele en innemende ideale schoonzoon Menno Buch werd aangetrokken. In zijn spoor volgden Mental Theo, beter bekend als die ’toffe’ TMF-gozer die met camera en microfoon op wilde feestjes jonge tienermeisjes al speeksel spuitend probeert op te geilen. Als vrouwelijk tegenwicht werd de suffe reality show van (de inmiddels moddervette) Anne Nicole Smith aangetrokken. Met de van zelfspot getuigende slogan ‘eindelijk weer iets fatsoenlijks op de televisie’ trok men ten strijde. Amper was de boel opgestart, of notabene hun eigen personeel ging staken. De goedlopende Veronica-gids was bang dat de dure en slechte TV-zender voor een totaal faillissement ging zorgen.

Menno, neuken en stompzinnigheid

De rest is inmiddels geschiedenis. Veronica is (op dit moment) de meest goedkope, stupide en ranzige zender van de Nederlandse televisie. Penetraties vol in beeld, slechte talkshows van Menno “hoe vaak kan ik vies glimlachen” Buch en vooral veel neuken. Vroeger hadden ze ook een laagdrempelig imago, maar kon je er in elk geval nog om lachen. Daarnaast hadden ze enkele aardige programma’s waardoor de zender vooral voor jongeren erg aansprekend was. Nu is voormalig zendpiraat Veronica verworden tot een stompzinnig log slagschip dat op het punt staat al neukend ten onder te gaan.

Film / Films

Ken Park

recensie: Ken Park

Het Californische woestijnstadje Visalia, met een levendige skatecultuur, schrikt met een knal even op: de drop-out Ken Park heeft zichzelf en plein public door het hoofd geschoten omdat hij geen zin heeft vader te worden van zijn kind dat op komst is. Wat volgt is een portret van vier doormodderende tieners die hem kenden, met ieder zo hun eigen problemen met hun opvoeders. Ken Park is de film van fotograaf en regisseur Larry Clark die, samen met cameraman en co-regisseur Ed Lachman, een scenario van Harmony Korine op een rauwe en een tevens opmerkelijk tedere manier verfilmde.

~

Tate, Peaches, Shawn en Claude zijn tieners van de zelfkant van de samenleving, die zich al zuipend, neukend en drugs gebruikend staande houden. De psychisch gestoorde Tate zit met een driepotige hond (genaamd Legs), zijn kiwiserverende grootmoeder en zijn met Scrabble valsspelende grootvader opgescheept. Peaches met haar godsdienstfanatieke en gewelddadige vader. Shawn gaat naar bed met de moeder van zijn vriendinnetje en Claude wordt door zijn vader als loser en homo bestempeld. Vier verhaallijnen die aan het eind tot een climax komen. Het is een curieuze verzameling van op de werkelijkheid gebaseerde verhalen: persoonlijke ervaringen van Larry Clark, krantenartikelen en verhalen van vrienden vormen de basis van de film.

Skaterseks

~

Clark heeft sinds eind jaren 1980 iets met skatende tieners met zachte huidjes die al op jonge leeftijd seksuele ervaring opdoen. Hij legde hun leven fotografisch vast, zonder zelfcensuur toe te passen. In die tijd kwam ook het idee op voor een film, maar pas in 1995 ontstond zijn eerste film, Kids. Een pseudo-documentaire over (onveilige) skaterseks, drugs en geweld.
In Ken Park is de seks nog weer explicieter kant in beeld gebracht: ejaculaties worden bijvoorbeeld doodleuk in beeld gebracht. De camera zwenkt normaliter naar opzij waarna suggestie zijn werk kan doen, terwijl in Ken Park de camera soms zelfs inzoomt op de (letterlijk) seksuele uitspattingen van de tieners.

R(a)uw

Maar de toon van de seksscènes is wel weer goed getroffen, mede dankzij de cinematografie van co-regisseur Ed Lachman. De scènes hebben over het algemeen niet een pornografische, maar meer een r(a)uwe en soms zelfs gevoelige lading meegekregen. Net als in Kids zijn de seksscènes veel te lang: de kijker – die in de rol van voyeur wordt geplaatst – heeft allang door dat er (solo)seks wordt bedreven. De scène gaat zo lang door dat er weinig meer aan het verhaal wordt toegevoegd: het leidt af van het hoofdthema van de film, opgroeien op de rand van de samenleving. Nu beklijven de seksscènes meer dan noodzakelijk.

Shock

Het willen shockeren om het shockeren van Larry Clark in Ken Park (een Frans-Nederlandse productie) zie je ook bij andere Amerikaanse kunstenaars als Marilyn Manson en Matt Stone (South Park) terug: de maatschappij verandert volgens hen nauwelijks, dankzij een conservatieve massa (ongeveer 50 procent van de Amerikaanse [plattelands-]bevolking) die kort gezegd de vrijheid van meningsuiting belemmert, tegen abortus is en voor de doodstraf. Expliciete ongenuanceerde beelden en teksten werken als olie op het vuur van een groot deel van dit segment van de bevolking: keer op keer wordt door de producties van deze Amerikaanse kunstenaars het gewenste shockeffect bereikt, met als uiteindelijk doel een maatschappelijke revolutie te forceren zoals die zich in Europa in de jaren zestig heeft voltrokken. In augustus 2003 zal Ken Park voor het eerst in de VS te zien zijn en dan zal de uitwerking van de film blijken. In een links-liberale democratische rechtsstaat als Nederland heeft dergelijk effectbejag dus waarschijnlijk geen zin meer, al moet gezegd worden dat er eigenlijk geen Nederlandse films – of films over Nederland – te noemen zijn die met een orgie van seks en geweld de vinger leggen op de zwakke plekken in de Nederlandse samenleving.

Korinesk?

De scenarist van Ken Park, Harmony Korine, werkte al eerder samen met Larry Clark. Het scenario van Kids, dat gezien kan worden als het verhaal voor of na Ken Park maar dan zonder de ouders erbij, werd door Korine geschreven toen hij 19 was op basis van een verhaallijn die Clark voor hem schetste. Later maakte Korine furore als regisseur/schrijver van de films Gummo (1997) en de Dogma 95-film Julien Donkey-Boy (1999). Hij schreef het script van Ken Park ook weer op basis van de observaties van Clark. Korine’s maatschappijkritische en humoristische visie is venijnig en doeltreffend. Zijn misschien wel als ‘Korinesk’ aan te duiden puntige dialogen, leggen de pijnlijke keerzijde van de VS-façade – the American Dream – moeiteloos bloot. Dit komt met name in het eerste (en beste) gedeelte van de film, voor de seks- en geweldsexplosie in het tweede gedeelte, tot uiting. Het is echter de vraag in hoeverre het script helemaal van de hand van Korine is, aangezien hij een wurgcontract had getekend waarin stond dat hij zich verder niet met de film mocht bemoeien. Clark heeft het script waarschijnlijk naderhand nog gewijzigd.

Clash

Larry Clark en Harmony Korine kunnen beter niet meer gaan samenwerken. De meer subtiele visie van Korine clasht toch wel enigszins met het expliciete visuele shock-and-awe-spektakel dat Clark aan het publiek wil overbrengen. Samenwerking zal er de komende tijd waarschijnlijk ook niet inzitten, aangezien Korine zich gedistantieerd heeft van het uiteindelijke product van Clark en Lachman en heeft verklaard nooit meer in opdracht van een ander een script te schrijven. In de media hebben ze elkaar al herhaaldelijk zwart gemaakt.

Dus?

Al met al is Ken Park geen volledig geslaagde film, hoogstens een curieus portret van opgroeiende Amerikaanse jeugd in een zonovergoten Visalia maar met wel een paar hele goede scènes die een bijdrage leveren aan de alternatieve great American movie.

Theater / Voorstelling

Romeo ’n Juliette: A Caribean Xperienz

recensie: Romeo 'n Juliette: A Caribean Xperienz

Het verhaal is o zo bekend, maar in deze uitvoering heb je hem nog nooit gezien: Romeo en Juliet. Geen poëtische dialogen en treurnis, maar veel muziek en dialogen van de straat. Het Cosmic Theater weet met deze voorstelling een feestje te bouwen. De toevoeging achter de titel van deze voorstelling is dan ook niet voor niets A Caribean Xperienz.

~

In deze herschreven versie van Shakespeares toneelstuk (door Jenny Mijnhijmer) staan twee families centraal: Coropina uit Suriname en Madaro van de Antillen. Beide families wonen in Nederland, maar kunnen elkaar niet echt luchten. Zo blijkt maar weer dat er ook genoeg spanningen zijn tussen Surinamers en Antillianen. De cast van dit stuk steekt het niet onder stoelen of banken en gaat flink tekeer met de vooroordelen over en weer. Wat weer tot herkenbaarheid leidt in het publiek. Maar de verschillen tussen de families weerhouden Romeo (Jeffrey Spalburg) en Juliette (Esmée de la Bretoniere) er niet van om verliefd op elkaar te worden. En dat vraagt om de welbekende ellende…

Emotieloos

Je vergeet tijdens de voorstelling regelmatig dat je naar een tragedie zit te kijken. Het spel is luchtig en vrolijk. En ook op de cruciale momenten voel je weinig emotie. Dit is te wijten aan de prestaties op het toneel, die meteen het minpunt van deze voorstelling vormen. De spelers hebben hun best gedaan, maar het komt er niet helemaal uit. Misschien komt het door de manier waarop ze spelen: gesprekken voeren ze niet met het gezicht naar elkaar toe, maar altijd naar het publiek en met weinig emotie. Niet echt een vernieuwende manier van toneelspelen. Als kijker word je niet meegesleurd door de ontroostbare Romeo en de wanhopige Juliette. Tijdens het stuk blijven ze aan de oppervlakte en vallen zelfs zo nu en dan weg tussen alle andere spelers die bijna continu op het toneel blijven staan.

Lichaamstaal

Nog zo’n minpunt: het stuk wordt namelijk gespeeld door 21 acteurs. Dat is op zich een mooi aantal, maar niet om constant op het podium te zien; dat maakt het onoverzichtelijk. Doordat de acteurs niet altijd met lichaamstaal werken, is het soms een zoekplaatje om de juiste spreker te vinden. De regisseurs hadden er beter aan gedaan om de sprekers steeds goed uit te lichten, of de overbodige spelers tijdelijk van het toneel af te halen. Maar tegelijkertijd heeft de gezellige drukte ook zo zijn charme. Dus daar moet je even doorheen kijken.

Beats

Waar de regisseurs John Leerdam en Khaldoun Elmecky wel in geslaagd zijn is de originaliteit. Het decor is simpel met de bouwsteigers, maar het zijn de videobeelden die het ‘m doen. Tijdens de voorstelling zijn beelden van buiten te zien. Zo lijkt het net alsof het stuk zich ook buiten afspeelt. Af en toe worden de beelden onderbroken bij een heftigere scène waarbij de gezichten van de acteurs te zien zijn op het doek. De verteller van het stuk loopt namelijk rond met een kleine camera die aan zijn hand is vastgebonden. Hiermee kan hij live-beelden van de toneelspelers maken. Erg leuk bedacht. Daarnaast worden de acteurs ondersteund door een dj en drie musici, die voor de swingende beats zorgen.

Parkeergarage

Romeo ’n Juliette, A Caribean Xperienz is een feest om naar te kijken. Qua toneelprestatie geen topper, maar muziek, dans, humor en videokunst maken het leuk en origineel. Hierdoor valt de voorstelling ook in de smaak bij jongeren en allochtonen, die lastig naar het theater te trekken zijn. Het is maar goed dat dit stuk, wat eerst alleen in een parkeergarage in de Bijlmer werd opgevoerd, nu tot en met juni 2003 in diverse theaters en schouwburgen in het land te zien is.

8WEEKLY

Sonic Advance 2

Artikel: Sonic Advance 2

~

Het blijft toch behoorlijk wennen voor mij om Sonic op een Nintendo te spelen. Als Sega-liefhebber doet het soms zelfs een beetje pijn om het blauwe baasje op de cover van een Nintendo-magazine te zien prijken. Aan de andere kant is het misschien maar goed ook, op deze manier kunnen mensen over de hele wereld zelfs na het debacle van de Dreamcast (Sega’s laatste console) van Sega games genieten.

Sonic voor de Sega Mega Drive was het eerste platformspel waarbij ik als stoere jongen (ik was ongeveer 16 jaar) mijn meerdere moest erkennen in een meisje. En ook al ben je door een progressieve moeder opgevoed met alle fijne kneepjes van het feminisme, dat doet toch even pijn. Helemaal als je bedenkt dat het meisje in kwestie niemand minder dan mijn 9 jaar jongere zusje betrof. Met één hand op haar rug gebonden speelde ze het spelletje op haar sloffen uit, en wist ze zonder problemen alle levels sneller af te ronden.

The need for speed

Wat Sonic voor velen boven Nintendo’s Mario deed uitstijgen was de waanzinnige snelheid waarmee hij zich kon voortbewegen. Dit element is op de GBA perfect overgebracht. Nog meer dan op de Mega Drive kunnen snelheidsduivels zich lekker uitleven. De manier waarop de landschappen soms in hoog tempo aan je voorbij schieten is mijn inziens op de GBA nog niet eerder vertoont. Het echt ouderwetse Sonic gevoel kwam weer in me boven, zelfs op een Nintendo apparaatje.

Mis

~

Die snelheid is leuk, maar hierdoor mis je veel elementen die het spel je te bieden heeft. Te pas en te onpas kom je verborgen bonussen en schatten tegen die je door een al te hoge topsnelheid makkelijk mist. Daarom is ouderwets schotje springen en beestjes ontwijken soms ook even nodig. In de latere levels redt topsnelheid alleen je sowieso niet meer, daarvoor zijn de levels veel te ingewikkeld opgebouwd.

Conclusie

Sonic Advance 2 is weer ouderwets platformgenot met die ouwe trouwe blauwe Hedgehog. Sonic is nog altijd (en nu hoor ik duizenden Nintendo-fans joelen) tien keer cooler dan dat maffe Italiaanse loodgietertje en zijn slungelige broertje. Voor de oude Sega-adepten, de verstokte Nintendo-fans die Sonic stiekem toch leuk vinden en nieuwelingen is Sonic Advance 2 een titel die niet gemist mag worden. Absolute platformtop! Hier kunnen veel 3D-platformers op de ‘grote consoles’ nog veel van leren qua vlotte gameplay en speelplezier.