Film / Films

Who Framed Roger Rabbit

recensie: Who Framed Roger Rabbit

Er is iets heel vreemds aan de hand met deze dvd. Niet met de film natuurlijk, want Who Framed Roger Rabbit blijft een verbluffend technisch meesterwerk dat ook na twaalf keer kijken nog steeds boeit. Nee, het vreemde zit ‘m in de extra’s. De meesten staan er namelijk twee keer op.

Dik vijftien jaar geleden waren er twee mannen met een gezamenlijke droom. Ze wilden de ultieme combinatie van animatie en live action maken. Gelukkig hadden ze beiden een indrukwekkend CV: de ene was de meest succesvolle regisseur aller tijden, de andere zijn leerling en discipel en tevens maker van een paar komedies, waaronder het onbekende niemendalletje Back to the Future. Steven Spielberg en Robert Zemeckis kregen dankzij hun reputatie de studio’s Disney en Warner Brothers zover om hun bestand van klassieke animatiefiguren open te trekken zodat tijdloze karakters als Donald Duck, Porky Pig, Bugs Bunny, Tweety en Mickey Mouse voor het eerst – en helaas waarschijnlijk voor het laatst – in één film te zien konden zijn.

Bekvechten

Aan de hand van Gary K. Wolfs satirische roman over het Hollywood van de jaren 40 werd er een script geschreven en de zeer complexe voorbereidingen konden beginnen. Het resultaat is bekend: Who Framed Roger Rabbit is een klassieker geworden die vier (technische) Oscars won en miljoenen dollars opbracht. Hoewel de film soms wel erg hysterisch is, blijft het een genot om te zien hoe titelpersonage Roger Rabbit en de morsige detective Eddie Valiant (briljant gespeeld door Bob Hoskins) met elkaar bekvechten, op elkaar reageren en elkaar in de nesten werken, zonder zich te beseffen dat de een van vlees en bloed is en de ander van inkt en verf.

Slordig

~

Dankzij deze splinternieuwe dvd kun je nu zelf zien hoeveel tijd en moeite de makers in letterlijk elk beeldje van deze film hebben gestopt. Roger Rabbit is prachtig op schijf gezet en zag er volgens mij zelfs in 1988, toen ik hem in de bioscoop zag, niet zo goed uit. De extra’s op de twee disks van deze mooi uitgevoerde set zijn voornamelijk leuk, maar geven hier en daar genoeg achtergrondinformatie, met name in de archiefbeelden. Maar distributeur Buena Vista heeft zich waarschijnlijk te laat gerealiseerd dat er in Amerika ook een prachtige special edition van de film is uitgebracht en heeft van de Nederlandse editie een haastklus gemaakt. De set is zo slordig samengesteld dat de meeste extra’s op beide schijfjes te vinden zijn!

Bekocht

Maar dat is niet het ergste. Want waar is bijvoorbeeld het audiocommentaar van zo ongeveer iedereen die aan de film heeft meegewerkt die wel op de Amerikaanse versie staat? Als er nog iets langer was gewerkt aan de dvd van Roger Rabbit zou hij alleen al vanwege de kwaliteit van de film hoog in mijn jaarlijstje van 2003 geëindigd zijn. Tenzij Buena Vista voor het eind van het jaar voor een vervangende versie zorgt, ben ik bang dat de enige lijst waar Roger Rabbit dit jaar op zal verschijnen die van de grootste teleurstellingen van 2003 is.

Nogmaals: met de (presentatie van) de film is helemaal niets mis. Maar de Nederlandse consument mag zich met deze dvd terecht bekocht voelen.

Boeken / Fictie

Een roman in fragmenten

recensie: De dieven zijn al gaan slapen

Leo Pleysier, de man die in vijf boeken (onlangs uitgegeven in één cassette) zijn familie portretteerde, is in zijn nieuwe boek De dieven zijn al gaan slapen aangekomen bij zichzelf. Deze keer geen compacte historie over zijn moeder, zus, tante, broer of vader, maar een verzameling van korte en zeer korte teksten die van de uitgever (of de schrijver?) het etiket ‘roman’ niet mocht dragen.

~

Pleysier, die met Wit is altijd schoon en De gele rivier is bevrozen bekendheid kreeg bij het grote publiek, heeft door de jaren heen gewerkt aan een compact, maar intens oeuvre. Verwijdering is zijn grote onderwerp. In de eerste trilogie, verzameld onder de titel Waar was ik weer?, draaide het om een jonge man die de stap van het Vlaamse platteland naar de grote stad probeerde te maken. Een stap die te groot bleek.
In de daaropvolgende romans stond steeds een familielid centraal dat om de een of andere reden onbereikbaar was: een gestorven moeder, een tante in India, een broer in Afrika. En steeds sprak de wens om zelf te vertrekken uit de boeken, maar wist de schrijver zich gevangen in zijn geboortedorp, gevangen in zijn verleden en ook gevangen in de taal. Want dat is een sleutelbegrip in het werk van Pleysier. Hoezeer de taal ook het instrument is van de auteur, hoezeer ook zijn identiteit: taal overweldigt de ikfiguren in zijn boeken. In De dieven zijn al gaan slapen is dit niet anders:

Mijn romans zijn slimmer dan ik zelf ben. Omdat taal hun onderwerp is. En omdat taal groter is en ook slimmer dan ik ben. Taal overstijgt mij. Taal neemt het over van mij.

Dergelijke opmerkingen zijn als marsepein voor de Pleysier-lezer. Net als vele andere fragmenten in het boek. Het is bijvoorbeeld een genoegen om tantenon (tante non) uit De gele rivier is bevrozen nog eens te ontmoeten en het is fijn om te vernemen dat ook de broer in Nigeria uit Zwart van het volk het goed stelt. Bovendien is het verrassend om tussen de vele tekstjes reflecties van de schrijver op zijn eigen boeken aan te treffen.

Vlaamse meester

Het boek biedt veel herkenning en hier en daar heeft het iets weg van een ‘handboek Leo Pleysier’, maar dat is het niet. Hier blijkt het raffinement van de Vlaamse meester. De op het eerste gezicht achteloos verzamelde fragmenten vormen een zorgvuldig gecomponeerd zelfportret, gelardeerd met vele grappige, maar betekenisvolle anekdotes. De passage over opa die spijt heeft dat hij nooit iets genoteerd over zijn leven, omdat hij het overzicht verliest, is veelzeggend:

Nu vormden al die feiten, feitjes en gebeurtenissen één grote chaos en warboel, zei hij. En het komt vooral door de volgorde waar het dan mis mee gaat.
‘O, maar denk maar niet dat het bij mij zoveel beter gesteld is daarmee’, zei ik daarop tegen hem.
‘Waarmee?’ vroeg hij.

Spiraal

Ondanks de afwezigheid van een rechtlijnig verhaal, is De dieven zijn al gaan slapen in alle opzichten een echte Pleysier. Een ‘weefsel van stemmen‘ zoals hij zelf zijn werk typeert. Bij nader inzien is zelfs de chaos, waarvan sprake is in het citaat, te overzien. Het boek is een lange spiraal die via het lichaam, de omgeving, de mensen, de gesproken taal, de geschreven taal en het zwijgen, uiteindelijk uitkomt bij het onuitsprekelijke. Bij de ultieme rust. En eigenlijk: bij de schrijver.

~

In thematisch opzicht staat De dieven zijn al gaan slapen daardoor wel los van Pleysiers overige werk. In plaats van de onophoudelijke tocht naar elders, die steeds, bij wijze van noodlot, thuis eindigt, is het nieuwe boek van Pleysier een implosie, een lange reis van thuis naar thuis. Waar, eenmaal aangekomen, zelfs de laatste reis, die naar de ouderdom, niet wordt aanvaard:

In plaats van ‘Papa Leo’ (een ontwijkingsmanoeuvre, die aanspreking, ik weet het, maar ik voel mij nog wat te jong om met ‘opa’ of ‘grootvader’ te worden aangesproken) noemt Nathan mij ‘Pablo’.
Mijn verdiende straf.

Leven en boek

Louis Paul Boon schreef ooit: ‘Het leven is geen boek. Nergens begint het. Het is hier en daar en ginder, en alles gebeurt tegelijk. Een boek is anders.‘ Het zelfportret dat Leo Pleysier in De dieven zijn al gaan slapen heeft geschilderd is hier en daar en ginder. Het is het leven van de schrijver, waarop De Bezige Bij gerust het etiket ‘roman’ had mogen plakken.

Film / Films

Old School

recensie: Old School

.

In Old School betrapt advocaat Mitch (Wilson) zijn vrouw tijdens een kleine orgie. Mitch besluit dat hij seksueel niet modern genoeg is, en gaat op zichzelf wonen. Hij weet via via een mooi huis op een universiteitsterrein te ritselen. Zijn vrienden Frank en Beanie besluiten het huis te misbruiken om grote collegefeestjes te geven en hun suffe huwelijken te ontvluchten. Met name Frank gaat zich helemaal te buiten en heeft binnen no-time zijn oude bijnaam Frank ’the Tank’ weer terug.
De decaan van de universiteit vind dit allemaal maar niets en probeert Mitch het huis te ontnemen door middel van een oude regel: alle huizen op het campusterrein moeten een universitair doel hebben. Door van het huis een studentenvereniging te maken vinden Mitch en zijn vrienden een maas in de wet. Het feest kan beginnen.

Acteurs

~

Old School heeft al snel een groot probleem, en dat is aansprekende acteurs. Luke Wilson is sympathiek, maar blijft vooral een David Arquette look-a-like. Als hoofdrolspeler heeft hij het gewoon (nog) niet om een film te dragen. Vaughn doet ook zijn best, mijn zijn karakter Beanie is vrij 2-deminsionaal, en dus valt er weinig mee aan te vangen. Will Ferrel mag zich als Frank de hele film te buiten gaan aan veel onzin, en dat doet hij met verve. Toch had een aansprekend gezicht de film iets meer kunnen geven. Ryan Reynolds zette op uiterst slimme wijze de titel rol in Van Wilder neer, en bewees daarmee dat je met acteurs die niet tot de a-list van Hollywood behoren wel dat extra effect kunt krijgen. Ferrel, Wilson en Vaughn falen hier toch een beetje in.

Sean William Scott

Op de titelrol staat verder de naam van Julliette Lewis. Totaal overbodig, aangezien ze hooguit 4 minuten in de hele film te zien is, en dan wel in een hele onbeduidende rol. Als perverse vrouw van Mitch mag ze even haar gezicht laten zien. Daarna mag Ellen Pompeo komen opdraven als nieuwe ‘love interest’ voor de film. Haar poging is erg lief, maar eigenlijk is ze niet meer dan aankleding voor het hele verhaaltje. Wel uitermate geslaagd is de piepkleine rol van Sean William Scott, die de lachers al bij het eerste shot op zijn hand heeft.

Stiekem

~

Is er dan wel iets goed aan Old School? Jawel, hij stiekem eigenlijk gewoon verdomd grappig. De hele zaal lag om mij heen plat van het lachen, en dat is ook belangrijk. De flauwe, vieze, slappe en vette grappen worden geen moment geschuwd, en de film kent totaal geen pretenties. Als je de eerste foto’s en het plotje tot je neemt weet je meteen wat je kan verwachten, en dus denk ik dat fans van dit genre zich prima zullen vermaken. Kon je genieten van Road Trip, Van Wilder en American Pie, dan is deze film ook wel iets voor jou. Andere mensen kunnen hier maar beter met een flinke boog omheen lopen.

Theater / Voorstelling

Vrijdag

recensie: Vrijdag

Rode banken, rode kleren en rode wijn. Rood: de kleur van de liefde. En dat is waar het om draait in het toneelstuk Vrijdag. Al in 1968 schreef Hugo Claus de tekst, en ZT Hollandia laat in deze eigentijdse uitvoering zien dat het onderwerp nog steeds van deze tijd is.

~

Het is vrijdag. Georges Vermeersch komt vervroegd vrij uit de gevangenis. Hij was veroordeeld voor incest met zijn minderjarige dochter. Inmiddels heeft zijn vrouw Jeanne er geen gras over laten groeien en heeft het aangelegd met zijn goede vriend Erik. Bovendien is ze pas bevallen van zijn dochter. Verstoorde relaties alom. Je vraagt je af: komt dit ooit nog goed?

Overspel alom

Georges en Jeanne voeren een strijd met elkaar en met zichzelf om het verleden te vergeten, de eigen schuld onder ogen te zien en elkaar te vergeven. Het frappante is dat het eerst lijkt alsof alleen Georges de blaam treft, maar nee, alle personages in het stuk maken zich schuldig aan ontoelaatbare seksuele handelingen. De man pleegt ontucht met zijn dochter, de vrouw bedriegt haar echtgenoot en de huisvriend mengt zich in een huwelijk.

Niet voor niets kiest Hugo Claus voor seksualiteit als onderwerp. Het is het terrein waarop de menselijke aandrang het grootst is en tegelijkertijd de oproep tot zelfbeheersing het luidst klinkt. Regisseur Johan Simons heeft dat prima verpakt. Wat leidt tot vragen als: wat is goed en wat is fout? Als toeschouwer kijk je soms afkeurend naar het toneel, maar uiteindelijk zou je wel begrip kunnen krijgen voor de situatie. Het heeft even iets weg van een sprookje als blijkt dat Georges en Jeanne laten zien dat liefde alles overwint. Het is een mooie gedachte, maar terugredenerend naar wat er is voorgevallen, zet dat je wel weer met beide benen op de grond.

Besnuffelen

Bert Luppes, Elsie de Brauw, Fedja van Huêt en Yonia Spijker zijn allen prima acteurs. Ze hebben met Vrijdag een goed stuk neergezet in een rustig tempo. Je maakt de ontwikkeling van de personages van minuut tot minuut mee. Soms wel met iets teveel diepgang, waardoor het stuk aan de lange kant is met twee uur en twintig minuten. Op sommige momenten kabbelt het stuk voort, maar er zijn ook momenten die voor een opleving zorgen. Zoals bijvoorbeeld de scène met Georges en zijn dochter Christiane. Vader en dochter kruipen naakt over het toneel en besnuffelen elkaar. Vader kust Christiane op haar kont en ze verdwijnen achter het rode bankstel. Incest: niet iedereen zal het fijn vinden om hiermee geconfronteerd te worden, maar het is wel discreet verpakt en heeft ook wel degelijk een functie in dit toneelstuk.

~

Wat minder gelukt is, zijn de Vlaamse dialogen. Heel het toneelstuk wordt in het Vlaams gesproken. Grappig, dat is het wel, maar ook heel onnatuurlijk. Zo nu en dan vielen de spelers even uit hun Vlaamse rol. Zonde! Het decor mag er wel zijn: simpel en mooi, met een leuk effect als de toneellampen heen en weer zwaaien.

Het is een aparte Vrijdag. Het thema liefde spreekt aan en komt op een bijzondere manier aan de orde. Ontucht en vreemdgaan, schuldgevoelens en vertrouwen gaan hand in hand. Keur je het af of geef je deze mensen een tweede kans? Je zit tijdens de voorstelling niet steeds op het puntje van je stoel, maar het blijft wel interessant dankzij de goede acteurs die het stuk sterk hebben neergezet.

Vrijdag wordt nog tot en met 7 juni gespeeld. Voor de speellijst en meer informatie kijk op: ZTHollandia.nl

8WEEKLY

Pokemon Sapphire

Artikel: Pokemon Sapphire (US versie)

~

Hier duurt het voorlopig nog wel even, maar in de USA is hij er eindelijk, Pokemon voor de GBA! Via via konden wij na veel gedoe eindelijk een taste of the game krijgen. Dit is wel de versie die in de USA uitkomt, dus we hebben geen idee of ze er nog veel aan gaan veranderen (waarom moet het überhaupt zo lang duren voor men in Nederland kan Pokemonnen?).

Professor

Aan het begin van het spel kies je wie en wat je bent (naam en geslacht), en ga je op avontuur. Je karakter is net verhuisd naar een nieuwe stad, en je moeder vraagt je om kennis te gaan maken met de nieuwe buurman, Prof. Birch. Na wat zoeken tref je hem aan in het bos, waar hij wordt aangevallen door een wilde Pokemon! Op de grond ligt de rugtas van de Prof. Snel pak je hieruit een welbekend rood-wit balletje, en ga je met een Pokemon van de Professor de strijd aan…

Trainen

Nadat je hebt gewonnen is de Prof zo blij dat hij je een Pokemon cadeau geeft. Nadat je ook nog eens zijn dochter (een ervaren trainer) hebt verslagen heb je het helemaal gemaakt, en krijg je een PokeDex cadeau. Hierin kan je informatie opslaan over de diverse Pokemon die je pad kruisen. Bovendien leg je beslag op wat bolletjes waarmee je Pokemon kunt vangen. Nu ben je helemaal klaar om op avontuur te gaan, Pokemon te vangen en Pokemon te trainen. Veel succes!

Ook voor niet Pokemonners

~

Het spel heeft qua opzet wat weg van Zelda. Beetje rondstruinen, mini quests oplossen, praten met mensen, en gewoon uitvinden wat alles doet en betekent. De Pokemongevechten zijn redelijk simpel, en het spel is vrij makkelijk te begrijpen. Zelf was ik nooit een echte Pokemonfan, maar ik moet toegeven dat dit voor het spel niets uitmaakt. Het spel is kleurrijk, leuk en heeft dezelfde verslavingsfactoren die bijvoorbeeld Zelda een succes maakte. Pokemon Sapphire is ook voor niet Pokemon kenners erg leuk.

Conclusie

Pokemon Sapphire is een prima spel geworden, waar ik inmiddels al weer een flink aantal uurtjes in heb zitten. Het is als adventure misschien niet allemaal zo diepgaand als bijvoorbeeld Zelda, maar daar hebben de Pokemonliefhebbers natuurlijk maling aan. Een goed spel gekoppeld aan de enorme fanbase die Pokemon (nog steeds) heeft, dat moet wel een hit worden. Wat ons betreft in elk geval een geslaagd spel.

Film / Films

Van God los

recensie: Van God los

Vriendschap, liefde, de ene moord na de andere die gepleegd wordt en een Limburgs accent zijn de ingrediënten van de film Van God Los. Het is een gewaagde en vooral heftige thriller, die zo hier en daar voor discussie zal zorgen. Maar bovendien is het een film waar Nederland trots op kan zijn.

~

Van God Los is gebaseerd op een waargebeurd verhaal: de Bende van Venlo. Deze groep was in de jaren 90 actief en pleegde naast een aantal roofovervallen ook zeven verschrikkelijke moorden. Regisseur Pieter Kuijpers groeide op in een dorpje in de buurt van Venlo en kon dit drama nauwgezet volgen. Hij besloot iets met dit bizarre verhaal te doen en kwam op het idee van deze film. Het verhaal is niet identiek, want er is nog veel onduidelijk in deze zaak. Daarom werd er een draai aan het verhaal gegeven en moet je de film dus als fictie zien. De film is vorig jaar opgenomen, niet in Venlo (waar de opnames werden verboden), maar in onder andere Amsterdam, Rotterdam, Beverwijk, IJmuiden en Venray.

Drugsmaffia

~

Van God Los vertelt het verhaal van de 17-jarige scholier Stan (Egbert Jan Weeber), die zich verveelt totdat crimineel Maikel (Tygo Gernandt) zijn leven binnen valt. De twee worden vrienden en plegen een overval, waarbij ze in hun paniek het slachtoffer doden. Ze maken daarmee onbedoeld indruk op het hoofd van de plaatselijke drugsmaffia. Deze ziet wel wat in de jongens en ze maken snel carrière, waarna de ene na de andere moord volgt. Hun vriendschap wordt door de gebeurtenissen steeds hechter. Maar dan komt Anna (Angela Schijf), Maikels vriendin, erachter waar haar vriend zoveel geld mee verdient. Ze wordt bang en gooit roet in het eten.

Accent

Het feit dat Van God Los gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, maakt de film spannender om te zien. En wat zeker niet onbelangrijk is: het verhaal komt heel realistisch over. Daarbij is-ie ook op een bijzondere manier verfilmd. Het heeft iets weg van een documentaire, maar dat is het zeker niet. Het is Stan die je aan je hand meetrekt in zijn ‘avontuur’ en de gebeurtenissen verwoordt. En dat allemaal met een Limburgs accent. Het kost je soms wat moeite om – als je het dialect niet kent – bepaalde zinnen te verstaan, maar hierdoor blijf je wel in de sfeer van het verhaal.

Kippenvel

Dat je bij deze film kippenvelmomenten kan krijgen, is ook zeker te danken aan de acteurs die zich geweldig hebben ingeleefd. Het is een jonge cast, maar zeker niet de minste. Ze laten in deze film zien waar ze goed in zijn: het overbrengen van emoties. Egbert Jan Weeber (Oesters van Nam Kee) en Tygo Gernandt (Soul Assassin, Jesus is een Palestijn, Naar de Klote) spelen de maten die door het vuur gaan. En al draait de film om die mannen, Angela Schijf (Ik ook van jou) geeft nog een eigen draai aan het verhaal en misstaat ook zeker niet in de film, al heeft ze geen hoofdrol. Een goede bijrol is weggelegd voor de Turkse drugsbaron Osman, gespeeld door Brader Torun. Pieter Kuijpers maakt met Van God Los zijn debuut als speelfilmregisseur. Hij heeft in deze film gekozen voor de juiste inhoud. Hij laat naast de laffe daden ook de persoonlijke kant achter het verhaal zien.

Zeldzaam

Ze zijn zeldzaam; de Nederlandse ‘deze-mag-je-niet-missen’-films. Maar Pieter Kuijpers heeft het voor elkaar gekregen. Een aangrijpend, heftig verhaal gespeeld door de juiste acteurs. Van God Los trekt je mee in het verhaal over twee vrienden wiens vriendschap zo sterk is dat ze de realiteit uit het oog verliezen.

Film / Films

Sprookjesachtig schouwspel van Japanse meester

recensie: Spirited Away

Van Pokémon en Dragonball Z weten we alles, maar er zijn weinig grote Japanse films die doordringen tot op het Europese – laat staan het Nederlandse – witte doek. Spirited Away geeft echter een unieke blik op een andere cultuur, en een andere manier van filmmaken. Over vliegende draken en Stinkgoden in een badhuis.

~

In Azië is de Japanse regisseur Miyazaki beroemder dan Disney. De films van de Japanner worden beter bezocht én hoger gewaardeerd dan die van de Amerikaanse concurrent, en dit is Disney niet ontgaan: ze hebben de gehele film van Miyazaki overgekocht, nagesynchroniseerd en onder eigen vlag uitgebracht. In Japan werd Spirited Away de best bezochte film ooit. Maar ook internationaal kreeg de film het afgelopen jaar alle erkenning: Miyazaki schreef het filmfestival van Berlijn (Gouden Beer voor beste film) op zijn naam en is nu kanshebber op een Oscar voor beste animatiefilm.

Meer karakter

~

De kwaal waar de meeste grote animatiefilms van dit moment aan lijden is een totaal gebrek aan een goed verhaal. Met name Disney gaat daar keer op keer de mist in. Juist daarom zijn de Japanse speelfilms van Miyazaki zo verfrissend: eindelijk zijn er prachtig geanimeerde speelfilms waarin het verhaal iets gecompliceerder ligt dan bijvoorbeeld “het goede tegen het kwade”. De personages hebben meer karakter, en een voorgeschiedenis die vaak hun handelen bepaalt en verklaart.

Goddelijk badhuis

Ook in Spirited Away is dit het geval. Het tienermeisje Chihiro raakt verstrikt in een wonderlijke geestenwereld als ze met haar vader en moeder een verlaten pretpark betreedt. Haar ouders raken betoverd na het eten van magisch voedsel, en Chihiro staat voor de zware taak om hen én zichzelf te bevrijden. Ze weet een baantje te veroveren in een enorm badhuis, waar geesten en goden komen voor een verkwikkend bad (voor liefhebbers van de
Japanse cultuur: de figuren zijn Mononoke en Kami, goddelijke wezens uit de Sjintoïtische cultuur).

Geen echte schurk

Chihiro’s belevenissen in het badhuis doen het meest denken aan de avonturen van Alice in Wonderland. Het geestenrijk blijkt een prachtige, kleurrijke en soms griezelige wereld met eigen wetten en creaturen. En zoals gezegd bestaan puur “goede” of “kwade” wezens niet. De tovenares Yubaba is weliswaar een chagrijnig mormel, maar geen echte schurk.

Spirited Away gaat – zoals veel films – over de moed, vriendschap en doorzettingsvermogen van een tienjarig meisje. Maar Miyazaki bekritiseert ook de strijd van de mens tegen de natuur – een terugkerend thema in zijn films. De echte kracht van de film ligt echter in de ongebreidelde fantasie van de makers. Het zal voor de meeste westerlingen even slikken zijn, maar als je bereid bent goed te kijken is Disney voorgoed verleden tijd.

Film / Films

Sunset Blvd.

recensie: Sunset Blvd.

Hoe moeilijk is het om als twintiger van nu een oordeel te vellen over een film uit 1950? Niet zo moeilijk, als je het cliché erbij haalt dat goede kunst tijdloos is. Maar in vijftig jaar film is er heel wat veranderd. Het acteerwerk doet vandaag de dag oubollig aan en de muziek klinkt muf en naar veel te veel violen. Ook Sunset Boulevard, een van de zogenaamde meesterwerken van Billy Wilder, heeft last van de tand des tijds.

Sunset Boulevard gaat over Norma Desmond, de ster uit het tijdperk van de stille film. Dat tijdperk is echter dertig jaar eerder al geëindigd. Op een dag wandelt de berooide scriptschrijver Joe Gillis haar verouderde villa binnen. Norma ruikt haar kans en zet Joe aan het werk: hij zal een script van haar omwerken en dan zal zij weer schitteren voor haar miljoenen fans. Joe doet het, voor het geld en de luxe die Norma hem kan geven. Voor de fans hoeft het niet, want butler Max, ooit Norma’s regisseur, is de enige die haar nog fanmail stuurt, om zo de mythe van adoratie maar in stand te houden.

Machinegeweervuur

~

De twee elementen in film die het meest aan bederf onderhavig zijn vertonen ook in Sunset Boulevard slijtplekken. Ten eerste het acteerwerk. De dialogen worden opgezegd alsof het machinegeweervuur betreft: de sprekers nemen nauwelijks de tijd om naar elkaar te luisteren. Subtiliteit in dictie ontbreekt. Dan is er de muziek, die vaak ergerlijk duidend is. Wanneer bijvoorbeeld butler Max aan Joe vertelt dat hij ooit Norma’s echtgenoot was, horen we een paukeslag, met daarbij zwaar brommende, onheilspellende trombones. Dat is echt te veel van het goede, vooral ook omdat het helemaal geen schokkende onthulling is. Op andere momenten janken de verschillende strijkinstrumenten om het hardst, alsof ze een wedstrijdje doen in sentimenteel woestijndrama.

Maar goed, uit het weinige dat ik van Billy Wilder weet, komt wel naar voren dat hij vooral een script-regisseur was. Iemand met aandacht voor het verhaal. Niemand mocht ooit ook maar een regeltje tekst veranderen, zo luidt de overlevering. Slijtageplekken in acteerwerk en muziek doen dan ook niets af aan de kwaliteit van de film.

Waanzin

~

Billy Wilder schreef het script zelf, samen met producent Charles Brackett. Ze hebben het goed in elkaar getimmerd. De film opent met een lijk in een zwembad, maar omdat je niet duidelijk ziet wie het is en de structuur niets verraadt, blijf je tot het eind toe in spanning. De verschillende gradaties van Norma Desmonds waanzin vloeien bijna naadloos in elkaar over: eerst leeft ze in diepe haat voor de producenten die zo nodig sprekende films wilden, dan koestert ze zichzelf in de valse hoop dat haar een nieuwe film te wachten staat, en aan het eind draait ze, volkomen verklaarbaar vanuit het voorafgaande, volledig door.

Een van de schokkende elementen uit Sunset Boulevard is de karakteromslag van hoofdpersoon Joe Gillis. Vlak voor de climax toont hij zijn ware aard, en die is allesbehalve aardig. Dat is vreemd, want omdat hij de spil van de film is en het verhaal door hemzelf (in voice-over) wordt verteld, ben je lange tijd bereid om zijn standpunten te aanvaarden.

Groots en grotesk

~

De sympathie ligt (wat mij betreft) al vanaf het begin bij Norma Desmond. Zij is de werkelijk tragische figuur, die de mythe van het sterrendom nodig heeft om te kunnen overleven. Norma wordt gespeeld door Gloria Swanson, en dat maakt het allemaal nog veel interessanter en treffender. Gloria Swanson was in de jaren twintig zelf – net als Norma – een grote ster van de stille film, en ze was – net als Norma – in de jaren erna volledig vergeten. Norma is Gloria, en daardoor begint haar karakter nog meer te leven. Haar gebaren en gezichtsuitdrukkingen zijn groots en grotesk en laten weinig aan de verbeelding over. Vaak lijkt ze op de slechte koningin uit Disney’s Snow White and the Seven Dwarfs, met haar hoge wenkbrauwen, spiedende blik en neergetrokken mondhoeken. Het hoort bij de veroudering van de film en soms leidt het af, maar het is wel waar.

En er is nog meer waar. Butler Max wordt gespeeld door Erich von Stroheim, een van de betere regisseurs uit de jaren twintig. En ook Von Stroheim en zijn personage lijken op elkaar. Cecil B. DeMille, de regisseur van de grootse bijbeldrama’s, speelt een rol als zichzelf. Buster Keaton, Hedda Hopper, Anna Q. Nilsson en H.B. Warner, allemaal namen die mij niets zeiden, allemaal sterren uit de stille film, een stil leven leidend in de jaren vijftig, en allemaal zichzelf spelend in Sunset Boulevard. In die parallellen tussen de acteurs en hun rollen ligt de ware kracht van deze film.

Onmisbaar

Dit alles doet Sunset Boulevard voor mij leven. Daarom ben ik ook zo blij dat al die informatie op de dvd staat, verwerkt in documentaires. Als mij niet was verteld dat Swanson eigenlijk Desmond is, had ik de film waarschijnlijk anders gezien. De making of geeft goede achtergrondinformatie, die na vijftig jaar bijkans onmisbaar is. Ook het audiocommentaar is erg goed. Hoewel Ed Sikov, groot kenner van Billy Wilder en Sunset Boulevard, soms lange pauzes inlast is de informatie die hij geeft nuttig en ter zake doend.

~

Twee featurettes brengen relatief onbekende sterren van Sunset Boulevard voor het voetlicht: Edith Head en Franz Waxman, respectievelijk kostuumontwerper en componist. Waxman kreeg een Oscar voor zijn muziek bij deze film, zo leren we in een prettig stukje, maar dat neemt niet weg dat die violen en pauken zeer irritant blijven.
Edith Head blijkt een ware beroemdheid te zijn, met een eigen biograaf. Talloze foto’s worden getoond van een vrouw in leraressenkledij, met een streng kapsel en een zware zonnebril. Ze heeft de kostuums van 440 films verzorgd, 34 Oscarnominaties gekregen en er acht verzilverd. Haar biograaf Chiericetti weet echter niet veel meer te melden dan de reden voor haar zonnebril: ze wilde ondoorgrondelijk lijken.

Pratend lijk

~

Het meer statische deel van de dvd bevat een zogenaamde location map, die bij een aantal lokaties in Hollywood een kort verhaaltje vertelt. Helaas is dat iets te summier voor op een dvd. Een foldertje bij de VVV van Hollywood zou beter zijn voor dit materiaal.

Ook is het script van de originele proloog te lezen. Oorspronkelijk zou het lijk in het zwembad naar het mortuarium gebracht worden, waarna het in gesprek zou raken met andere doden en zou vertellen over zijn eigen dood. Bij een screening echter bleek het publiek zo hard te moeten lachen om pratende lijken, dat ze de serieuze, cynische ondertoon van de film helemaal niet meer grepen. Het is leuk materiaal om te lezen en bovendien spaarzaam versierd met fragmenten uit die originele proloog. Jammer genoeg is dat zonder geluid. Ik vraag me af waarom de hele proloog er niet op staat. Het zou jammer zijn als deze vernietigd was.

Sunset Boulevard en alle verhalen er omheen smaken naar meer. Naar meer Billy Wilder, naar meer films uit de jaren vijftig. Maar bovenal naar meer verhaal en diepgang in de hedendaagse filmindustrie. Ik kan niet één ster bedenken die in een mogelijke remake de rol van Gloria Swanson/Norma Desmond over zou kunnen nemen. Daarvoor zijn ze simpelweg te vluchtig.

Film / Films

The Hunt For Red October

recensie: Special Collector's Edition

Er zijn van die films die je steeds maar weer opnieuw kunt kijken. Zo om het half jaar bijvoorbeeld, als je van structuur houdt. Of gewoon als je er zin in hebt. Dat kan zelfs twee keer in één maand zijn. Some things never go out of style, zeg maar. Ik heb dat met een aantal films, waarvan er toevalligerwijze twee zijn geregisseerd door John McTiernan. De ene is het uitermate groteske spektakelstuk en derde deel uit de Die Hard-reeks: Die Hard with a Vengeance uit 1995. De andere is het wat serieuzere kanon The Hunt For Red October, de verfilming van Tom Clancy’s eerste thrillerroman uit de Jack Ryan-serie.

~

Het verhaal van Red October zal bekend zijn. In 1984, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, gaat een Russische onderzeebootkapitein er met een splinternieuwe en ultra-geavanceerde onderzeeboot vandoor. Alles wordt in het werk gesteld om hem te lokaliseren, zowel door de Russen als door de Amerikanen. Zal hij zijn kernwapens willen gaan gebruiken, of speelt er toch wat anders?

Zeeslag

Eén van de redenen waarom de film mij elke keer weer naar de keel grijpt is de immense lading suspense waarmee de film overgoten is. Mooi is dat toch, als je precies weet wat er komen gaat, maar dat je toch steeds weer bijna je nagels afbijt. De onderwatermanoeuvres van drie bakbeesten van onderzeeërs die zo dicht bij elkaar in de buurt vertoeven, zijn werkelijk adembenemend. Denk daar dan nog wat rondschietende torpedo’s bij en je hebt een prachtig georkestreerde zeeslag.

Renegade Ramius

~

Een andere reden is het ijzersterke acteerwerk van praktisch alle betrokkenen. Ik word altijd een beetje moe als pseudo-connaisseurs beginnen te zeiken over een accent. Zo zou Sean Connery (“Renegade Ramius” of “Vilnius Nastavnik”) te weinig moeite doen om zijn Schotse afkomst te verbergen in zijn rol als Russische kapitein. Totaal ongefundeerd en daarnaast hoogst irrelevant lijkt me. Vele malen belangrijker is het gemak waarmee Connery de autoriteit uitstraalt die we van iemand in die positie mogen verwachten. De tweede hoofdrol is voor Alec Baldwin als CIA-analyst Jack Ryan. Waar het precies fout is gegaan weet ik niet, maar ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat uiteindelijk Harrison Ford en later Ben Affleck de rol van Jack Ryan kregen in de sequels Patriot Games, Clear And Present Danger en The Sum Of All Fears. Baldwin’s jeugdige, wellicht ietwat naieve maar zeker doortastende optreden is een genot om naar te kijken en ja, bijzonder geloofwaardig. Wat mij betreft de enige échte Jack Ryan.

Kippenvel

Tenslotte kan niet voorbij worden gegaan aan de prachtige soundtrack. De muziek van Basil Poledouris weerspiegelt de intense ervaring en de majestueuze beelden van onderzeeërs die gracieus langs grillige rotsformaties laveren. Het doet me onwillekeurig denken aan de soundtrack van The Abyss. Maar het meest tot de verbeelding sprekende stuk is natuurlijk de Hymn To Red October, met dat schitterende mannenkoor. Kippenvelwerk.

Misleidend

De titel van deze gloednieuwe Special Collector’s Edition roept de vraag op hoeveel waarde zo’n term eigenlijk heeft. Eén blik op de lijst met extra’s achterop de hoes laat zien dat er een commentaartrack van regisseur McTiernan aanwezig is, plus een trailer en de documentaire Beneath the Surface. Bij de meeste nieuwe DVD’s is dit tegenwoordig het minimale pakket aan extra’s, en ook het sjieke kartonnen hoesje voegt weinig toe aan de eigenlijke kwaliteit van de schijf. Een beetje misleidend dus, zo’n label.

Gortdroog

McTiernan staat over het algemeen niet bekend om zijn sappige verhalen, en ook het commentaar bij The Hunt For Red October is bij tijden gortdroog. Vooral aan het begin laat de man stiltes vallen, maar gaandeweg komt de kijker genoeg te weten over het maken van dit meesterwerk. De eerder genoemde documentaire Beneath the Surface duurt iets minder dan een half uur en bevat naast de op de hoes vermelde “new cast & crew interviews” ook archiefbeelden van de opnamen. Uiteraard zou ik graag alles willen weten over de productie, maar de docu doet zijn werk prima en de beelden van de special effects zijn onbetaalbaar. De originele trailer maakt het geheel compleet.

Uiteindelijk kan deze Special Collector’s Edition me niet helemaal bevredigen. Het gebodene is prima, maar er had voor mijn gevoel nog veel meer ingezeten. Gelukkig is de film zo goed dat fans de DVD zonder moeite aan hun collectie kunnen toevoegen.

Theater / Voorstelling

Let’s Buddha baby!

recensie: The Buddha family

De theaterfirma Growing up in Public heeft met de voorstelling The Buddha Family weer eens de tanden in één van de wereldreligies gezet. En net als bij eerdere voorstellingen wordt het spel begeleid door muzikanten, die over het podium wandelend onderdeel worden van het stuk. Jazzmuziek en boeddhisme leveren de inspiratie voor een veelzijdige, prikkelende komedie over wat mensen beweegt.

~

Een boeddhistische monnik verschijnt op een avond voor de deur van een echtpaar dat net aan een zondags dineetje voor twee is begonnen. Het is geen gezellig avondje dat hij verstoort: de man en de vrouw begrijpen elkaar duidelijk al lang niet meer. De monnik, Monk genaamd, valt binnen in een wereldje van eenzaam samenzijn, dat hij maar al te gemakkelijk naar zijn hand zet. Want onder zijn boeddhistische spreuken van onthechting, zelfverloochening en opgaan in het al gaan hele andere bedoelingen schuil…

Kaasfondue

Monk nodigt zichzelf aan tafel en doet zich tegoed aan kaasfondue, goede wijn en sigaren. Na afloop van zijn maaltijd pist hij vervolgens voldaan in de plantenbak, om even later met zijn hoofd op de schoot van de vrouw tevreden glimlachend in slaap te vallen. Het eind van het liedje is dat de monnik zich het leven van de man toeëigent, met vrouw en al. De man scheldt en moppert, maar kijkt vooral machteloos toe vanaf de bank hoe zijn veilige wereldje instort. De vrouw bloeit op van de bevrijdende moraal (of eigenlijk: moraalloosheid) die de monnik predikt. Als je je natuur volgt betekenen schuld of schaamte helemaal niks meer, en doe je gewoon precies waar je zin in hebt, zo ontdekt ze onder Monks begeleiding. En Monk schenkt zich ondertussen genoegzaam nog eens een wijntje in…

Zo kort samengevat lijkt The Buddha Family te gaan over winnaars en verliezers, over de nutteloosheid van moraal, het recht van de sterkste. De mooie woorden van het boeddhisme worden gepresenteerd als een zoveelste schaapsvel voor het beest in de mens. Maar het mooie van een voorstelling van Growing up in Public is dat die boodschap niet alles is. Natuurlijk is Monk de bedrieger en praatjesmaker die er met de buit van doorgaat. Maar er is meer. Het gemak waarmee de monnik de orde tussen het echtpaar verstoort biedt ook een kijk op het kwetsbare, onnatuurlijke bestaan van de man en de vrouw. En al Monks praatjes over afstand nemen van het aardse, je ontdoen van je ego… Is dat niet precies dat wat de man doet, door Monk z’n gang te laten gaan en zich op de bank terug te trekken om daar ’te versterven’? Is de man daarmee misschien niet de ware boeddhist? Het zijn vooral vragen die overblijven, geen antwoorden.

Knipogen

Growing up in Public prikt graag de illusies van goed en kwaad door. De kracht van hun voorstellingen ligt erin dat ze het voor de hand liggende gevaar omzeilen zelf een moraal te gaan prediken. De slotsom is geen existentialistische zwartgalligheid of een luchtig modern relativisme. Het mooie en eigene van de stukken van Growing up in Public is juist dat er geen slotsom lijkt te zijn. Er is te veel tegelijk gebeurd, er zijn te veel knipogen uitgedeeld om aan het eind alles onder een noemer te brengen. Het gaat meer om alles op de kop zetten, verwarren dan om ontluisteren.
Het boeddhisme krijgt geen veeg uit de pan, ook al wordt duidelijk dat de boeddhistische monnik weinig waarmaakt van zijn principes. De man is ook geen echte held in zijn tragische lijden. Het publiek lacht als hij als Jezus aan het kruis, alleen nog een doekje om zijn middel, zijn armen hulpeloos spreidt en zegt dat hij enkel liefde wil. De voorstelling The Buddha Family geeft een steeds verspringende kijk op ons bestaan en op de grote woorden die we gebruiken om daar zin aan te geven. Bij vlagen wel serieus, misschien zelfs tot nadenken stemmend, maar nooit zwart-wit moraliserend.

Poëzie

Deze open blik zit hem ook in de vorm van de tekst. Daphne de Bruin schreef een tekst in vele korte scènes met steeds een ander perspectief, een andere kijk op de zaak. Het tekstboekje doet af en toe denken aan een dichtbundel. Kleine blokjes tekst in korte zinnen, waarin één gevoel, één indruk centraal staat. Als een waar dichteres verstaat Daphne de Bruin de kunst van het weglaten: de machteloosheid van de man spreekt uit afgebrokkelde zinnetjes als ‘Ik hou nog net zoveel‘. Net als in gedichten heeft de tekst een aparte regelval:

‘de man
of beter
wat er over is van de man
haalt moeizaam adem
het karkas van zijn lichaam
hangt verwrongen over de bank
het grootste deel
van zijn huid en spieren zijn weg
de bloederige resten
vormen een merkwaardige verzameling’.

Natuurfilms

De man geeft vaker dit soort merkwaardig aandoende commentaren op zichzelf. Dapnhe de Bruin heeft zich niet alleen door het boeddhisme laten inspireren, uit het stuk spreekt ook haar fascinatie voor natuurfilms. En dan vooral voor de commentaarstem die alles benoemt wat het een of andere diertje doet en gedragingen registreert zonder daar een oordeel aan te verbinden. In dit stuk beschrijft de man zijn gedrag alsof hij de hoofdrol speelt in een natuurdocumentaire op Discovery. Leuk is ook het spel met tekst en beeld: terwijl de man dit uitspreekt zit hij op de bank, alleen nog gekleed in zijn schamele Jezus-uitdossing, maar gezond en wel. En zo zegt hij vaker iets te doen, terwijl hij het juist niet doet. Dit soort speelse dubbelzinnigheid sluit ook weer een eenduidige moraal uit. En zo weet Growing up in Public met The Buddha Family alles weer eens op losse schroeven te zetten.

GrowingUpInPublic.nl