Film / Films

Down With Love

recensie: Down With Love

Er zijn een aantal dingen die ik – en met mij vele andere vrouwen – niet kan weerstaan. Chocolade bijvoorbeeld. Of romantische komedies. Niet de standaard tranentrekkers, maar films die wat extra’s bieden. Daarom had ik mij zo verheugd op Down With Love, een komedie met een twist, zoals de posters melden.

~

De voortekenen waren erg goed. Jubelende vrouwenbladen, maar ook positieve recensies in kranten. Kameleon Ewan McGregor (van Young Adam tot Moulin Rouge) en Renée – “You had me with hello” (Jerry Maguire) – Zellweger in de hoofdrollen. Maar belangrijker nog: helemaal in de stijl van de Doris Day-films uit de jaren zestig. De tijd dat overkokende koffie nog dé manier was om seksuele opwinding in beeld te brengen. De tijd dat decors nog gewoon van bordkarton waren.

Technicolor

~

Alles aan de film is betoverend. Het begint al met de openingsscène waarin het provinciaaltje Barbara Novak (Zellweger) in New York aankomt om haar zelfhulpboek voor vrouwen avant la lettre Down With Love te promoten. In een knalroze mantelpakje staat ze stil in de grijze massa en snuift de geur van de stad op. Ook het kantoor waar ze doorheen trippelt, de restaurants waar ze heen gaat, zelfs de cover van haar boek: alles ademt de tijdsgeest tot op de details. De kleuren spatten in Technicolor van het scherm af.

Sokophouder

Ook het camerawerk is aangepast: van de kadrering tot de splitscreen-techniek bij telefoontjes. De grijnzende “man’s man, ladies man, man about town” McGregor en de pruilende Zellweger – allebei met een dikke knipoog naar hun voorgangers Rock Hudson en Doris Day – zijn helemaal op hun plaats in deze omgeving. Hilarisch is bijvoorbeeld de discussie tussen sterreporter Catcher Block (McGregor) en zijn chef (David Hyde Pierce, Niles uit Frasier, hier met extra neuroses) over het nut van de sokophouder na de komst van de kniekous.

Vette moraal

Maar de betovering van Down with Love is te snel uitgewerkt. Het lijkt of de makers zich ook hebben laten verblinden door de felle pastelkleurtjes. Is deze film bijvoorbeeld een hommage of een remake? Voor een hommage is alles te dik besmeerd met een laag ironie. Voor een remake moeten de grappen toch net zo spicy zijn als toen, maar in een standaard studentenkroeg kun je tegenwoordig pikantere seksuele toespelingen horen. Daarbij is ook het verhaal niet goed aangepast aan deze tijdsgeest. Het boek van Novak, waarin vrouwen wordt geleerd hoe je onafhankelijk van een man kunt worden, is heel Sex and the City, maar de vette moraal van het verhaal blijft dat elke vrouw tóch een man nodig heeft om helemaal gelukkig te worden.

Simpel

Misschien kun je Down With Love pas echt op waarde schatten als je de oude Doris Day-films kun dromen en bij elke grap weet waar die vandaan komt. Ik vind alleen dat dit soort verwijzingen een extraatje moeten zijn voor de doorgewinterde filmkijker. Als het film moet dragen, werkt het niet voor het grote publiek waar Down With Love wel degelijk op mikt. Noem me simpel, maar bij een romantische komedie wil ik gewoon na een minuut of honderd met een gelukszalige glimlach de bioscoop verlaten. Dat dát niet het geval was, was de grootste teleurstelling.

8WEEKLY

Voor kenners

Artikel: DragonballZ: The Legacy of Goku II

DragonballZ lijkt in ons landje inmiddels weer een beetje over zijn hoogtepunt heen. De nieuwe serie DragonballZ GT weet geen potten te breken, en de oude serie is inmiddels als weer aan de zoveelste herhaling toe. Om oude tijden te doen herleven, kunnen de fans nu naar de winkel hollen en deze game halen. Spelenderwijs kunnen ze dan de avonturen van Goku tijdens de Trunks, Android en Cell Saga’s naspelen.

~

De eerste DragonballZ game had de juiste sfeer te pakken, maar was vooral voor hardcore DBZ-fans leuk. Had je niets met de serie, dan was het wel zeer onwaarschijnlijk dat je de game echt zou gaan waarderen. In deze nieuwe game heeft men naast de typische DBZ-sfeer gepoogd wat meer gameplay toe te voegen. DBZ II is een adventure/RPG volgens de Zelda-traditie. Dit betekent dat je een mannetje schuin van boven ziet, en zo diverse werelden moet afschuimen, missies voltooien en puzzels op moet lossen.

Narigheid

~

De meeste puzzels in DBZ behelzen toch vak het vinden van dit dingetje om dat dingetje te doen. Dit was in het eerste deel ook al zo, en het is dan ook niet heel imponerend. Het vechtgedeelte is wel verbeterd ten opzichte van het eerste deel, waar het kon gebeuren dat een simpel slangetje al een einde aan je queeste maakte voor deze goed en wel begonnen was. Dat valt gelukkig in dit deel wel mee. Door veel te trainen tegen mindere tegenstanders (wederom slangen, bosdieren en andere narigheid) kun je je powerlevel flink verhogen. Dit zorgt ervoor dat de kleine tegenstanders je minder kwaad kunnen doen. Verder is een hoog powerlevel ook nodig om latere gedeeltes van het spel te kunnen spelen.

Lamme duim

Het spel is zoals gezegd gebaseerd op de Trunks, Android en Cell saga’s. Dit betekent echter niet dat je deze tekenfilms klakkeloos kunt naspelen. Tussendoor moeten nog diverse mini-quests opgelost worden. Ook moet de speler soms even wat mannetjes uitschakelen voor hij bij het volgende stukje van de tekenfilm komt. De echte spelstukjes die we kennen uit de film zijn helaas vaak voorzien van grote lappen tekst, en je krijgt soms echt een lamme duim van het tekst wegdrukken.

Conclusie

DBZ II zal voor de fans weer smullen zijn. Beeld en geluid weten de juiste atmosfeer uit de tekenfilms moeiteloos op te roepen. Het spel is iets duidelijker en speelbaarder dan zijn voorganger. Toch geldt ook voor deze game dat het helpt als je DBZ-fan bent. Je weet wat sneller waar het allemaal over gaat, en je leeft je net wat meer in. Voor niet-kenners dus wat minder geschikt, maar fans kunnen hier wel de nodige lol aan beleven.

Film / Films

Wie o wie?

recensie: Identity

Lekker origineel zul je denken: weer zo’n film waarbij mensen die elkaar niet kennen door een ongelukkig toeval met elkaar worden opgescheept. En verrek… één voor één worden ze vermoord. Daar gaan we weer! Welke gestoorde in het gezelschap is dit keer de moordenaar? Dat er toch nog een originele draai aan dit verhaal mogelijk is, laat Identity zien.

~

De eerste zestig minuten van de film laten je denken dat dit wel weer zo’n geijkte film is. Alle standaardingrediënten worden uit de kast gehaald: een afgelegen motel waar de telefoons het niet doen, het regent, onweert en er bevinden zich onbetrouwbare types onder de gasten. Dat gezelschap, dat de nacht in het motel door moet brengen vanwege het noodweer, is overigens een vreemd mengelmoesje: een chauffeur (John Cusack) met een actrice, een pasgetrouwd stel, een gezin met een zwijgzaam jongetje, een hoertje (Amanda Peet) en een rechercheur (Ray Liotta) met een gevangene. Als één van de gasten in stukken gesneden in de wasmachine wordt teruggevonden begint de zoektocht naar de dader. In je hoofd speel je het spelletje “whodunnit” vrolijk mee, want waarom ga je anders naar zo’n type film?

Verrassend

~

Na een uur denk je wel dat het een beetje een vage film is. Natuurlijk zijn veel dingen ongeloofwaardig, maar daar moet je overheen stappen bij dit soort films. En je bent al vaak op het verkeerde spoor gezet. Hier klopt iets niet… Maar wat en vooral wie, daar kom je zelf niet op. Daarom is de clou verassend en bovendien, als je de film weer even laat passeren, goed uitgewerkt. Er is over nagedacht en alle scènes, zowel het heden als verleden, vallen langzaam in elkaar. Tot op het eind blijft de film spannend.

Standaard weinig diepgang

Regisseur James Mangold (Cop Land en Heavy) heeft het goed voor elkaar. Oké, het is niet de beste thriller/horrorfilm ooit gemaakt, maar Mangold scoort wel in de categorie verassend met de sterke ontknoping en de spanning die hij opgebouwd heeft. Alhoewel de personages weinig diepgang hebben, zoals ook standaard is in dit soort films, acteren ze wel overtuigend. Vooral Ray Liotta (John Q, Blow, Hannibal) en John Cusack (High Fidelity, Being John Malkovich, Serendipity) passen prima in hun rol.

Onverwacht origineel

Identity; in eerste instantie een standaard horror/thrillerverhaaltje dat vragen oproept als: wie is de koelbloedige moordenaar in het gezelschap en is hun toevallige ontmoeting wel zo toevallig? Uiteindelijk is het een film die je zeker bijblijft als een kippenvelmoment, maar vooral als het op de clou aankomt, een moment van “Nee, dat meen je niet!” Onverwacht origineel dus.

Film / Films

Moonlight Mile

recensie: Moonlight Mile

Ik weet nog steeds niet waarom ik ooit een recensie-exemplaar van Moonlight Mile heb aangevraagd. Hoewel hoofdrolspelers Dustin Hoffman, Susan Sarandon en Jake Gyllenhaal stuk voor stuk interessante acteurs zijn, zorgen ze bij mij niet voor een automatische “must see”-aantekening. Ook het cv van regisseur Silberling (Casper, City of Angels) was weinig hoopgevend, om over de onoriginele synopsis (jongen verliest vriendin en wordt verliefd op een ander meisje) maar te zwijgen. Laten we het daarom maar op goddelijke interventie houden dat ik de film onder ogen kreeg, want Moonlight Mile is van het zeldzame soort dat overloopt van emotie, maar nergens sentimenteel wordt.

~

We ontmoeten Joe (Gyllenhaal) op de ochtend van de begrafenis van zijn verloofde, die door een dronken gek in een bar is neergeschoten. Joe is ingetrokken bij zijn, ietwat excentrieke, ex-schoonouders (Hoffman en Sarandon), en de rest van de film draait om hun relatie. Wanneer Joe verliefd wordt op de knappe Bertie (nieuwkomer Ellen Pompeo, een kruising tussen Renée Zellweger en Georgina Verbaan), realiseren zijn schoonouders zich dat ze hem, net als hun dochter, ooit eens zullen moeten loslaten.

Realisme

~

Wat opvalt aan de film is de totale afwezigheid van goedkoop sentiment. Alle acteurs spelen hun rollen ingetogen en heel realistisch, en de film is precies zo: ingetogen en realistisch. Iedereen die ooit een geliefde heeft verloren zal de gevoelens van verbazing en irritatie herkennen die Joe en zijn schoonouders voelen als ze merken dat het leven voor anderen niet stil heeft gestaan, maar gewoon doorgaat. Silberling baseerde zijn script op de ervaringen die hij in 1991 had, toen zijn vriendin bij een soortgelijk ongeluk om het leven kwam. Jarenlang leurde hij met zijn scenario langs verschillende studio’s voordat Disney uiteindelijk toehapte. Silberling wist zijn droomacteurs Hoffman en Sarandon te strikken voor hun rollen en uiteindelijk mocht hij de film na bijna tien jaar maken. Die persoonlijke band met het materiaal is in elk filmbeeldje te merken: de film voelt namelijk nergens “over the top” en is op een intelligente manier gemonteerd. Scènes duren precies lang genoeg om de essentiële informatie over te brengen en beginnen vaak midden in de handeling. Brad Silberling is een regisseur die de intelligentie van zijn kijkers respecteert, en dat is heel plezierig.

Extra’s

In een zo persoonlijke film als Moonlight Mile is een audiocommentaar van de schrijver/regisseur simpelweg een vereiste, en gelukkig stelt de DVD-release van de film niet teleur. Silberling praat op uiterst coherente wijze de speelduur van de film vol, en het klinkt alsof hij zich zeer goed heeft voorbereid. Op bijna chronologische wijze vertelt hij over de totstandkoming van de film, het lange schrijfproces, het zoeken van de juiste acteurs en locaties, het bepalen van de periode (het verhaal speelt zich af in 1973) en de opnamen. Na een commentaartrack als deze is elke documentaire overbodig, en de bijgeleverde making-of is dan ook niet veel meer dan een veredelde reclamespot, hoewel de interviews eerlijk zijn en de beelden achter de schermen interessant.

Het moge duidelijk zijn: Moonlight Mile is een aangename verrassing. Laat je niet afschrikken door de onopvallende hoes en wees bereid dit pareltje in je hart te sluiten!

Film / Films

Insomnia

recensie: Insomnia

Er is een moord gepleegd in een stadje in Alaska en rechercheur Will Dormer (Al Pacino) wordt er vanuit Los Angeles op afgestuurd: het uitgangspunt van Insomnia is op het eerste gezicht weinig bijzonder. Maar in de noordelijke regionen van de wereld blijft het in sommige perioden van het jaar 24 uur per dag licht, en dat is niet bevorderlijk voor de nachtrust van city cop Dormer (wiens naam slechts één letter verschilt van het Franse woord voor ‘slapen’). Het wordt steeds moeilijker zijn hoofd bij de zaak te houden, en als hij tijdens een achtervolging in dichte mist ook nog eens per ongeluk zijn maat doodschiet, is hij helemaal ten einde raad.

~

Insomnia is de derde film van Christopher Nolan, die eerder lof oogstte met het weinig geziene Following en de megahit Memento. Nolan deed nogal wat wenkbrauwen fronsen toen hij besloot deze film, een remake van de gelijknamige Noorse thriller uit 1997, met steracteurs Pacino, Robin Williams en Hilary Swank te willen maken, maar ook in Insomnia laat hij zien niet tevreden te zijn met een standaard detectiveverhaal; de verschillende lagen (het constante daglicht, de slapeloosheid, de verwrongen moraal van zowel de hoofdpersoon als de moordenaar) houden de film interessant tot aan de iets te standaard onknoping.

Nonlineair

~

Ondanks het feit dat dit nog maar zijn derde film is, is Christopher Nolan een vakman, en dat blijkt vooral uit zijn audiocommentaar die hij voor de film insprak (en trouwens nergens op de hoes staat vermeld). Nolan houdt de nonlineaire vorm van Memento aan, en presenteert de film tijdens zijn commentaar in de volgorde waarin hij werd opgenomen, iets wat ik nog nooit eerder op een DVD had gezien. Deze optie geeft een briljant beeld van de logistieke problemen die bij het maken van een film komen kijken. Nolans stem is aan de monotone kant en door het technische karakter van zijn monoloog zal zijn commentaar vooral voor filmstudenten interessant zijn. Voor de “normale” filmfans is er daarom nog een tweede audiospoor, waarin hoofdrolspeelster Hilary Swank, schrijfster Hillary Seitz, editor Dody Dorn, cameraman Wally Pfister en production designer Nathan Crowley ieder een paar scènes van toelichting voorzien. In totaal duurt dit commentaar ongeveer drie kwartier, dus perfect voor de geïnteresseerde kijker.

Extra’s

Onder het kopje Production Diaries vinden we de rest van de extra’s. 180°: A Conversation with Christopher Nolan and Al Pacino is precies wat de titel al zegt: een onvoorbereid maar zeer interessant gesprek tussen regisseur Nolan en zijn steracteur, over wie hij in het commentaar zegt: “He’s knows more about filmmaking than anyone on the set.” Eyes Wide Open: gaat over een onderwerp dat voor iedereen interessant is, omdat we er allemaal wel eens mee te maken hebben: de wetenschappelijke kant van slapeloosheid. Twee mensen die aan slapeloosheid lijden vertellen over hun ervaringen, en twee deskundigen lichten Dormers toestand in de film toe. De DVD van Insomnia bevat slechts één gesneuvelde scène, die optioneel door Nolan wordt toegelicht. In the Fog bestaat uit video-opnamen van de belangrijke scènes die in dichte mist werden opgenomen, aangevuld met commentaar van Wally Pfister en Nathan Crowley. Day For Night: The Making of Insomnia is een korte featurette die interessanter is dan de speelduur van zeven minten zou doen vermoeden.

Insomnia maakt niet dezelfde indruk die Memento enkele jaren geleden achterliet, maar de film is boeiend genoeg om hem tenminste twee keer te zien (de tweede keer uiteraard met het briljante commentaar van Nolan).

Muziek / Album

Ondoorgrondelijk

recensie: Hearse - Dominion Reptilian

.

~

Het album werd niet onverdeeld positief ontvangen. Een aantal recensenten bleken de muziek te rustig te vinden. Er is zelfs een recensent die de band eerder met de Scorpions zou vergelijken dan met ‘echte’ metalbands. Dit is interessant, want dit verklaart misschien waarom ik als luisteraar van toch wat ‘softere’ rock dit album lekker in mijn gehoord vind liggen. Ik zou de band zeker niet met de Scorpions vergelijken, omdat ze veel steviger muziek maakt, maar Dominion Reptilian is toegankelijk genoeg om een lekker ’s avonds op te zetten en een biertje bij te drinken.

Interessante melodielijn

De single Torch valt daarbij als eerste op. Door de muzikale lijn van de gitaar wordt hier een interessante melodielijn toegevoegd aan het nummer. Deze erkenning van de soms wat eentonige klank van metal siert de band en je merkt ook tijdens het hele album dat gekozen is om via gitaarsolo’s meer melodie en dus dynamiek toe te voegen. Dit maakt het een prettig album om te horen, waarbij je ook na een aantal keren nog nieuwe dingen aan de muziek ontdekt.

Massieve muur van geluid

Het album is echter vaak ook wel weer heel ontoegankelijk. Nummers als bijvoorbeeld Contemplation zijn echt erg moeilijk te doorgronden. In dit soort nummers wordt er zo’n massieve muur van geluid op je los gelaten dat je ook na twintig keer luisteren geen nuance kan ontdekken. Die nummers skip je dan ook op een gegeven moment.

~

Aantrekkelijk

Hearse klinkt dus duidelijk heel afwisselend. Sommige nummers zijn heel erg zwaar maar op een groot deel van de nummer is het zware metalgeluid opgebroken door een tweede melodielijn. Deze nummers zijn daardoor erg aantrekkelijk om te beluisteren. Ook voor hen die niet dagelijks metal in hun CD speler hebben liggen.

Link:

Officiële website – http://medlem.spray.se/hearse/

Boeken / Fictie

Illusionisme voor meisjes

recensie: De Engelse rozen & Wat moet ik aan?

.

Madonna • De Engelse rozen • Vassallucci • 48 bladzijden • ISBN 90 5000 642 6

Trinny Woodall en Susannah Constantine • Wat moet ik aan? • Archipel • 160 bladzijden • ISBN 90 6305 099 2

~

De Engelse rozen

Zangeres Madonna mag zichzelf inmiddels Vrouw noemen, het meisjesstadium gepasseerd. Ze heeft echter een dochtertje, en voor dat Meisje heeft ze een prentenboek geschreven. Het wat simpele verhaaltje gaat over vier vriendinnen die jaloers zijn op een meisje uit de straat, dat bijzonder knap is. Ze willen nooit met deze Binah spelen, omdat ze denken dat zij verwaand is. Maar wanneer een petemoei in een droom laat zien dat Binah geen moeder heeft en thuis keihard moet werken, slaat de jaloezie om in medelijden. Binah mag ook bij het vriendinnenclubje.

Het verhaal van De Engelse rozen is bijna ontstellend simpel en daarbij ook nog eens ontstellend meisjesachtig. Alleen meisjes zouden zo jaloers kunnen zijn. Het is een zoet verhaaltje, en als het al ergens op de Kabbala geïnspireerd is, dan is dit wel het meest suikerspinroze fabeltje uit de Joodse mystieke traditie. De tekeningen daarentegen, van Jeffrey Fulvimari, zijn erg mooi. Een beetje kriebelig misschien, en de tekst in de tekeningen zelf is niet vertaald, maar de illustraties zijn zeker mooier dan het verhaal.

Zoet

De Engelse rozen is het eerste prentenboek in een serie van vijf. Madonna mag wel wat minderen met haar suikerzoete toontje, zolang ze Fulmivari maar aanhoudt als tekenaar. Een zoet boekje voor zoete meisjes.

Eind goed al goed voor de vriendinnetjes uit De Engelse rozen. Het vervolg op dat boek komt in de vorm van een ander soort prentenboek: een fotoboek vol kledingadviezen. Wat moet ik aan? is het-boek-bij-de-serie van de Britse Trinny Woodall en Susannah Constantine.

Onmisbaar

~

Woodall en Constantine zijn twee modedames die Meisjes vertellen wat voor soort kleding ze moeten dragen. Dat doen de Cosmopolitan, de Elle en de Viva ook, inderdaad, maar W&C geven adviezen voor onvolmaakte lichamen. En welk Meisje heeft er nu niet een iets te dikke buik, te kleine of juist te grote borsten, dikke enkels of een korte hals? Om Wat moet ik aan hangt een air van onmisbaarheid.

Elk Meisje wil er wel eens leuk uitzien, zelfs wanneer ze een zichzelf verwaarlozend hobbezak-grotetruien-meisje is (zoals ik). W&C hebben hoofdstukjes gemaakt voor de gewraakte lichaamsdelen en poseren op de linkerpagina met een don’t en op de rechterpagina met een do. Jammer alleen dat ze daarbij gemaakt chagrijnige of hyperopgewekt glimlachende gezichten trekken, want zo is de kijk-en-vergelijk wel heel duidelijk.

Zadeltassen

W&C poseren in van alles en nog wat, en geven ook aan in welke winkels je dat kunt kopen, wat erg handig is (de meeste adressen bevinden zich natuurlijk weer in Amsterdam). Ze deinzen niet terug voor onflatteuze termen als waterballonnen (grote borsten), een niet goed gevuld condoom (zonder borsten in een jurk) en zadeltassen (brede heupen). Wat moet ik aan? is een boekje voor een regenachtige middag met vriendinnen en laat je ongegeneerd schelden op je eigen onvolmaakte lichaam, maar leert je intussen wel hoe je die dikke kuiten moet verhullen en hoe je je grote borsten wat minder groot laat lijken (diepe decolleté’s en v-halzen).

Abracadabra!

Wat deze twee boeken, voor kleine en grote Meisjes, ons leren? Dat Meisjes meesteressen in het illusionisme zijn. Een petemoei tovert alle jaloezie uit de wereld en een boekje als Wat moet ik aan? is niets minder dan een toverspreuk ter verhulling van die zadeltassen, waterballonnen en staalkabelkuiten. Het verschil met Madonna’s preek is dat Wat moet ik aan? echt helpt. Abracadabra!

8WEEKLY

Waar ligt Mekka eigenlijk?

Artikel: Spiritus

Een van de meest bekende en succesvolle programma’s van de NCRV is Man Bijt Hond. Dit programma, dat rond etenstijd wordt uitgezonden, geeft op eigenzinnige wijze een doorsnee van de Nederlandse samenleving. Met het programma Spiritus doet de NCRV in principe hetzelfde, alleen gaat het hierbij over de wereld van het geloof. In verschillende korte items wordt een mengelmoes aangeboden betreffende zeer uiteenlopende zaken omtrent religie. Niet erg diepgaand, maar wel vermakelijk.

~

Zo laat een jongen van de priesteropleiding zien hoe het is om mee te lopen in een ouderwetse processie ter ere van de heilige Willibrord. We werpen hierbij een korte blik achter de schermen van de Rooms-Katholieke tradities en we leren dat het toch wel heel zwaar is om een schrijn door de stad te dragen en dat ook priesters in opleiding na een flinke inspanning een lekker biertje nemen. In navolging van de vakantieman, die toeristen op een kaart liet aanwijzen waar zij nou eigenlijk op vakantie waren, vroeg Spiritus de Nederlander in welk land Mekka ligt. Na veel belachelijke antwoorden biedt de redactie zelf het verlossende woord. Oh, ja in Saudi-Arabië natuurlijk.

~

Met eten de buurt in

Verder gaat Spirtitus op bezoek in het plaatsje Godlinze, de enige Nederlandse plaatsnaam met het woord God erin. Er wordt gepraat met de eigenaar van een vermaard beeldenpark aldaar en met mensen uit de kerk. Ja, je had hetzelfde kunnen doen voor Baflo, Wierden of Ureterp, alleen kennen deze dorpen geen directe naamsverbindtenis met het christelijke geloof. Wel leuk is het item over de islamitische Hanife, die volgens traditioneel recept een gerecht kookt en dat volgens het geloof uit moet delen aan zeven mensen. Zij gaat de buurt in en geeft iedereen een bakje eten. Leuk item, al lijkt het me vooral interessant om na te gaan hoeveel van deze oerhollanders daadwerkelijk van dit Turks-Islamitische gerecht (met daarin een kilo suiker) hebben gegeten.

Alle items duren slechts een paar minuten. Het is dus inderdaad het soort zap-televisie volgens de Man Bijt Hond-formule, die overigens uitstekend werkt tijdens het eten, na een lange werkdag. Dan moet de inhoud niet al te moeilijk zijn. Spiritus biedt geen aanleiding tot overpeinzing, daarvoor is het programma te luchtig en te afwisselend samengesteld. De meeste religieus getinte programma’s dagen je uit om ook eens over het geloof of spiritualiteit na te denken. Die prikkel voel ik geen moment bij het kijken naar Spiritus.

Het boeddhisme en ik

Het programma heeft een erg leuke website, met daarop een test. Na het beantwoorden van een twintigtal vragen, wordt er een suggestie gedaan betreffende de religie die het best bij jou zal passen. Ik heb die test natuurlijk gedaan en ik moet zeggen dat de vragen en antwoordmogelijkheden hier en daar een beetje bizar overkomen. Ik vraag me bijvoorbeeld af welke Nederlander liever zijn auto met een noodgang in de sloot rijdt om een schaap te ontwijken. Liever een dood schaap dan een whiplash zeg ik dan maar.

~

Uit de test bleek dat het boeddhisme de meest geschikte religie voor mij was, met het humanisme en het jodendom als een goede tweede en derde. De site biedt ook nog eens heel kort profiel van de verschillende godsdiensten, waaruit blijkt dat het boeddhisme helemaal geen godsdienst is maar een levenswijze, want Boeddha is natuurlijk geen god maar een mens. Je kunt zelfs een vraag stellen die wordt beantwoord in stijl van deze levenswijze: zou een miljoen euro mij gelukkiger maken (vraag uit de categorie geld en bezit)?

Zoals de akker bedorven wordt door onkruid, zo de mens door zijn begeerten.
(Boeddha)

Nee, dus. Een andere vraag in de categorie leven en dood: als ik sterf, zie ik dan mijn familie weer terug in bijvoorbeeld het hiernamaals?

Beleef plezier aan het leven, dan zal het leven je omarmen.
(Anonieme Oosterse wijsheid)

Dat is wel een vreemd antwoord, nog een keer proberen.

Jullie gaan ook eens dood. Hoe kun je, als je dat weet, nog ruziemaken?
(Boeddha)

Mmmmm…

Het is ook mogelijk om een opdracht mee te krijgen in de stijl van de verschillende religies of levenswijzen. Bijvoorbeeld op het gebied van werk en carrière: “praat die onenigheid met je collega nou eindelijk eens uit.” Of op het gebied van lichaam en gezondheid: “probeer minimaal een keer in de week vegetarisch te eten.”

Het concept van de site is erg goed doordacht en uitermate geschikt als eerste kennismaking met de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen. Hier en daar is het ‘horoscoop’-gehalte van het interactieve deel wel een beetje erg hoog, maar het geheel is zeker leerzaam en ook er vermakelijk. Het programma wordt op maandag uitgezonden om 22:30 en herhaald op zondag rond een uur of vier. Neem vooral eens een kijkje op de site.

Spiritus
NCRV, Ned 1
maandag ca. 22.30u
herhaling: zondag 16.00u

8WEEKLY

Altijd weer die merchandise

Artikel: Futurama

.

~

Niet heel verrassend is het feit dat we hier te maken hebben met een cell-shaded platformspelletje. Het spel is dus in 3D, en platformspellen in 3D hebben zeker niet mijn voorkeur. Het grote probleem met dit soort spellen is vaak dat de camera niet lekker loopt, en de controle over de actiefiguurtjes vaak te wensen over laat. Helaas ontkomt ook Futurama ook niet aan dit probleem. Eenvoudigweg van punt A naar punt B springen lukt nog wel, maar als je dan direct naar punt C moet, en de camera ook nog eens in een vervelende hoek staat, dan wordt het al snel een heel ander verhaal, zeker als je ook nog eens in gevaar verkeert. Snelheid is soms geboden, maar wordt door een lastige camera vaak onmogelijk gemaakt.

Tekenfilmstijl

~

Futurama ziet er niet ontzettend geweldig uit, maar de cell-shaded graphics zijn afdoende. Er zijn qua graphics al heel wat betere games op de markt, zoals bijvoorbeeld Sly Raccoon of Rayman 3. Omdat het hier om een op een tekenfilm gebaseerde game gaat krijgt de game wat krediet, men moet immers de sfeer en kenmerken van de tekenstijl uit de tekenfilm weten over te brengen. De sfeer die de fans kennen uit de cartoon blijft men gelukkig zeer redelijk trouw. Jammer dat de tussenfilmpjes ook uit deze graphics bestaan, was het echt zoveel moeite geweest daar ook een tekenfilmpje van te maken? Dat had de connectie met de tekenfilm nog wat verstevigd.

Humor

Een groot pluspunt van de game is de humor. Matt Groening heeft zich op dat gebied persoonlijk met de game lopen bemoeien, en dat is maar goed ook. Hoe vaak hebben tekenfilmliefhebbers niet een lullig product voorgeschoteld gekregen dat inhoudelijk verder weinig met hun favoriete figuren te maken had? De Futurama-game heeft een verhaal dat prima in de serie past, en enkele leuke grappen, tussenfilmpjes en heerlijk melige dialogen. Zelfs mensen die Futurama niet erg goed kennen, zullen hier de humor wel van kunnen inzien.

Conclusie

Als game op zich is Futurama een middenmoter. Er is weinig nieuws onder de zon, en er zijn gewoon betere titels op de markt. Als merchandiseproduct doet de game het echter een stuk beter. Futurama is gewoon een erg leuke licentie, en de makers hebben in elk geval hun best gedaan om de fans een product te bieden dat trouw blijft aan de identiteit van de serie. Voor de vaste kijkers is deze game dan ook zeker geen miskoop, anderen moeten ze hem misschien eerst even uitproberen voor ze tot koop over gaan. Ik heb in elk geval best wel wat lol gehad met deze game.

Film / Films

Opgelicht

recensie: Matchstick Men

Oplichters worden in het Engels ook wel “flim flam men” of “matchstick men” genoemd. Een zeer toepasselijke benaming, want net als luciferpoppetjes zijn oplichters flinterdun. Ze vallen niet op om het risico om gepakt te worden te verkleinen. Ze wisselen bij iedere scam van identiteit, ze zijn de kleine onbekenden die zich vertrouwd maken met de slachtoffers om hen daarna genadeloos af te slachten en berooid achter te laten.

~

Matchstick Men beschrijft drie verhalen: dat van een man die last heeft van obsessieve en dwangmatige handelingen, dat van twee oplichters die hun grote slag kunnen slaan en dat van een vader die de dochter leert kennen die hij nooit gekend heeft. De obsessieve, kettingrokende oplichter Roy (Nicolas Cage) en zijn protégé Frank (Sam Rockwell) kunnen in een klap heel erg rijk worden. Om Roy van zijn fobieën en dwangmatige handelingen af te helpen, als hij voor de zoveelste keer volledig doordraait, besluit Frank om Roy in contact te brengen met een psychiater. Bij de psychiater leren we dat Roy getrouwd is geweest en dat hij zijn zwangere vrouw achterliet omdat hij haar in een dronken bui geslagen had. Zou zijn vrouw ooit bevallen zijn van een kind, zijn kind? Met behulp van de psychiater wordt Roys leven op z’n kop gezet door de ontmoeting met zijn 14-jarige dochter, Angela (Alison Lohman).

Uitentreure

~

Ik moet eerlijk toegeven, ik ben niet zo’n fan van Nicolas Cage. Op de een of andere manier weet hij altijd maar één gezichtsuitdrukking per film te handhaven, en die benut hij dan meestal ook uitentreure. Gone in Sixty Seconds (2000) is zo’n film waarin de gezichtsuitdrukking van Cage zich vooral concentreert op het trouwe hondenuiterlijk, compleet met trouwe doch droevige ogen. Maar in Matchstick Men laat Cage zien dat hij wel degelijk kan acteren. De door tics geplaagde Roy is overtuigend en vertederend tegelijk. Cage heeft goed gegokt met deze film. De grote nieuwkomer is natuurlijk Alison Lohman. Deze 25-jarige (!) actrice weet heel goed een tiener te spelen, die het leven van Roy wel even op zijn kop zal zetten. Lohman zal nog veel vaker op ons netvlies verschijnen.

Sympathie

Na zijn grote kaskraker Gladiator (2000), die deze week voor het eerst op tv was, is de wereld van Matchstick Men heel wat anders voor regisseur Ridley Scott. Terwijl het bij Gladiator vooral ging om kostuums en grootse effecten, moet Matchstick Men het vooral van het verhaal en de filmkunst hebben. En laat dat maar aan Scott over. Hij bewees al met Thelma and Louise (1991) dat hij de kunst van sympathie creëren perfect in de vingers heeft. Hij heeft alleen het juiste script nodig, blijkt nu. Heb je in het begin nog een bloedhekel aan de leugenachtige Roy, maar als hij zijn dochter probeert te leren kennen en van zijn tics af probeert te komen, kan het toch niet anders dan dat je Roy in de eerste plaats gaat zien als een nog ietwat onervaren vader, die het beste met zijn dochter voor heeft en dan pas als de oplichter die hij zijn hele leven is geweest.

Big Bang

En dan slaat Scott genadeloos toe. Wat een idyllische situatie had moeten worden in de film, loopt uit op een regelrechte ramp. Een echt Scott-moment. Terwijl de film over het geheel je op het puntje van je stoel laat zitten om vooral maar niets te missen, is het toch een beetje jammer dat Scott de laatste minuut aan de film heeft geplakt. Scott moet gedacht hebben dat hij het publiek toch met een blij gevoel de bioscoop moest doen verlaten. Hij laat de kijker niet aan de rand van het ravijn achter zoals in Thelma and Louise, maar rondt het verhaal mooi af. Roy laat zich een vrouw en kind aanmeten, die het eerder mislukte huwelijk van de meesteroplichter doet verbleken. Het einde van Thelma and Louise had een inspiratie kunnen en moeten zijn voor Matchstick Men, maar blijkbaar heeft Scott zich iets te veel laten beinvloeden door de scripts van zijn films van de afgelopen jaren.