Boeken / Fictie

Illusionisme voor meisjes

recensie: De Engelse rozen & Wat moet ik aan?

.

Madonna • De Engelse rozen • Vassallucci • 48 bladzijden • ISBN 90 5000 642 6

Trinny Woodall en Susannah Constantine • Wat moet ik aan? • Archipel • 160 bladzijden • ISBN 90 6305 099 2

~

De Engelse rozen

Zangeres Madonna mag zichzelf inmiddels Vrouw noemen, het meisjesstadium gepasseerd. Ze heeft echter een dochtertje, en voor dat Meisje heeft ze een prentenboek geschreven. Het wat simpele verhaaltje gaat over vier vriendinnen die jaloers zijn op een meisje uit de straat, dat bijzonder knap is. Ze willen nooit met deze Binah spelen, omdat ze denken dat zij verwaand is. Maar wanneer een petemoei in een droom laat zien dat Binah geen moeder heeft en thuis keihard moet werken, slaat de jaloezie om in medelijden. Binah mag ook bij het vriendinnenclubje.

Het verhaal van De Engelse rozen is bijna ontstellend simpel en daarbij ook nog eens ontstellend meisjesachtig. Alleen meisjes zouden zo jaloers kunnen zijn. Het is een zoet verhaaltje, en als het al ergens op de Kabbala geïnspireerd is, dan is dit wel het meest suikerspinroze fabeltje uit de Joodse mystieke traditie. De tekeningen daarentegen, van Jeffrey Fulvimari, zijn erg mooi. Een beetje kriebelig misschien, en de tekst in de tekeningen zelf is niet vertaald, maar de illustraties zijn zeker mooier dan het verhaal.

Zoet

De Engelse rozen is het eerste prentenboek in een serie van vijf. Madonna mag wel wat minderen met haar suikerzoete toontje, zolang ze Fulmivari maar aanhoudt als tekenaar. Een zoet boekje voor zoete meisjes.

Eind goed al goed voor de vriendinnetjes uit De Engelse rozen. Het vervolg op dat boek komt in de vorm van een ander soort prentenboek: een fotoboek vol kledingadviezen. Wat moet ik aan? is het-boek-bij-de-serie van de Britse Trinny Woodall en Susannah Constantine.

Onmisbaar

~

Woodall en Constantine zijn twee modedames die Meisjes vertellen wat voor soort kleding ze moeten dragen. Dat doen de Cosmopolitan, de Elle en de Viva ook, inderdaad, maar W&C geven adviezen voor onvolmaakte lichamen. En welk Meisje heeft er nu niet een iets te dikke buik, te kleine of juist te grote borsten, dikke enkels of een korte hals? Om Wat moet ik aan hangt een air van onmisbaarheid.

Elk Meisje wil er wel eens leuk uitzien, zelfs wanneer ze een zichzelf verwaarlozend hobbezak-grotetruien-meisje is (zoals ik). W&C hebben hoofdstukjes gemaakt voor de gewraakte lichaamsdelen en poseren op de linkerpagina met een don’t en op de rechterpagina met een do. Jammer alleen dat ze daarbij gemaakt chagrijnige of hyperopgewekt glimlachende gezichten trekken, want zo is de kijk-en-vergelijk wel heel duidelijk.

Zadeltassen

W&C poseren in van alles en nog wat, en geven ook aan in welke winkels je dat kunt kopen, wat erg handig is (de meeste adressen bevinden zich natuurlijk weer in Amsterdam). Ze deinzen niet terug voor onflatteuze termen als waterballonnen (grote borsten), een niet goed gevuld condoom (zonder borsten in een jurk) en zadeltassen (brede heupen). Wat moet ik aan? is een boekje voor een regenachtige middag met vriendinnen en laat je ongegeneerd schelden op je eigen onvolmaakte lichaam, maar leert je intussen wel hoe je die dikke kuiten moet verhullen en hoe je je grote borsten wat minder groot laat lijken (diepe decolleté’s en v-halzen).

Abracadabra!

Wat deze twee boeken, voor kleine en grote Meisjes, ons leren? Dat Meisjes meesteressen in het illusionisme zijn. Een petemoei tovert alle jaloezie uit de wereld en een boekje als Wat moet ik aan? is niets minder dan een toverspreuk ter verhulling van die zadeltassen, waterballonnen en staalkabelkuiten. Het verschil met Madonna’s preek is dat Wat moet ik aan? echt helpt. Abracadabra!