Muziek / Album

Duits-Slavische lessen op Turkse wijze

recensie: Xaver Scharwenka - Piano Music (deel 3)

De CD bestond natuurlijk rond 1900 nog niet. Dat was logisch, want niemand had een CD-speler. Wat heel veel mensen wel hadden, was een piano. Zo’n staand geval, model kasteel Dracula met twee kandelaars voorop waar het gezin zich verzamelde om te zingen, zoonliefs onvermijdelijke lessen af te handelen of met vrienden lam te worden. Als gevolg daarvan ontstond er een levendige markt in gedrukte pianomuziek en één van de mensen die daar de meeste vruchten (en Reichsmarken) van plukte was Franz Xaver Scharwenka.

~

Schwarwenka (en zijn broer Philipp) werd vooral bekend als muziekpedagoog en de succesvolle uitbater van erg goed boerende muziekopleidingen in Berlijn en New York. Hij werd geboren in Posen, tegenwoordig diep in Polen maar toen op het grensgebied van het Duitse en het Slavische gebied. Die tweespalt kenmerkt Scharwenka’s muziek ook: enerzijds een Duitse helderheid van structuur en melodie, maar ook een duidelijk Slavisch aandoende melancholie en bravoure. Dat is vooral te horen in zijn (vier) pianoconcerten, die vol zitten met roffelende solo’s, solistische waaghalzerij en grootse intro’s.

Mahler als solist

~

Met die concerten was Scharwenka bepaald succesvol: het eerste maakte zijn première mee in 1887, met de componist voor het orkest en niemand minder dan Gustav Mahler als solist (de enige keer dat Mahler ooit zoiets zou doen). Maar het succes van de concerten en Scharwenka’s conservatoria viel in het niet bij dat van de talloze stukken voor solo-piano die hij schreef.

Lesprogramma

Vooral met de Poolse Dansen, waarvan Scharwenka er een aantal series afleverde, voorzag hij in een stijgende behoefte naar speelbare pianomuziek en in zijn eigen, bijzonder forse, inkomen. Er zijn series met vrij eenvoudige muziek en met lastiger varianten; het totaal kwam neer op een soort lesprogramma voor piano, een beetje op de manier zoals Bach met het Wohltemperierte Klavier en Bartók met de Mikrokosmos voor ogen stond. Tot ver in de twintigste eeuw waren de Poolse Dansen standaard oefenmateriaal voor elke pianist.

~

Deze CD bevat één van de latere en ingenieuzer gecomponeerde series Poolse Dansen, gecomponeerd in 1881. De Turkse Seta Tanyel, die zich al langer inzet voor een herwaardering van Scharwenka’s muziek, handelt ze meer dan adequaat af, wat lastiger is dan je zou denken. In tegenstelling tot heel veel muziek voor piano solo geven deze stukken de solist nauwelijks mogelijkheden om uit te blinken – ze zijn er veel meer op berekend dat ze ook onder de handen van een minder talentvolle pianist goed klinken.

Tanyel heeft dat begrepen, doet geen gekke dingen, en laat haar virtuoze aandrang wachten tot de overige stukken op de CD, waarbij acrobatiek wat meer kans krijgt. Vooral het korte Scherzo in G is zo’n stuk, waarbij Tanyel iets meer van haar vaardigheden kan tonen.

Gevoel voor drama

Het meest opmerkelijke deel van deze CD wordt gevormd door een serie variaties voor piano, opus 48. In tegenstelling tot de Poolse Dansen zijn dit stukken geschreven voor de professionele solist en ook vaak door Scharwenka, zelf een beroemd concertpianist, uitgevoerd. Na de Dansen werd het dan ook zijn meest bekende werk. Tanyel lijkt zich er meer in thuis te voelen dan in de Dansen en speelt de stukken voluit, met gevoel voor drama en het pedaal. Dat ze daarbij af en toe struikelt over de rode draad van de sentimentaliteit kun je haar eigenlijk niet echt kwalijk nemen, maar het toont wel aan dat ze meer affiniteit heeft met Scharwenka’s Slavische gemoed dan met zijn Duitse degelijkheid. Aan Tanyels vakmanschap kan echter nergens worden getwijfeld.

De opname is een beetje aan de donkere kant, waardoor met name de (‘zware’) linkerkant van de piano soms onduidelijk wordt. Deze opname is oorspronkelijk gemaakt door het inmiddels ter ziele gegane label Collins classics, en Hyperion/Helios heeft een goede keuze gemaakt toen het besloot om deze serie van in totaal vijf CD’s opnieuw uit te brengen, vooral tegen deze prijs.

Boeken / Fictie

Van de pantippel en de blauwbilgorgel

recensie: C. Buddingh' - Alle gorgelrijmen

.

~

Ik ben de blauwbilgorgel
Mijn vader was een porgel
Mijn moeder was een porulan
Daar komen vreemde kind’ren van
Raban! Raban! Raban!

De blauwbilgorgel is al in 1943 ontstaan in een sanatorium in Soest. Cees Buddingh’ lag daar met tbc en bedacht de eerste van zijn gorgelrijmen, zo staat te lezen in een uitgebreid nawoord. Er volgden nog 72 gorgels, en die staan nu bij elkaar in de verzamelbundel Alle gorgelrijmen. De gorgelrijmen gaan over fantasievolle dieren als de pantippel, de simmelot, de wasseneushoorn en het zilverzandhaasje.

Niet alle rijmen zijn even sterk als de originele blauwbilgorgel. Soms lijkt een dier alleen maar verzonnen als rijmwoord, zoals de uffel (op knuffel), of gaat het om woordspelingen: de tralalama, de forelmuis en de vijfvooreenhoorn bijvoorbeeld. Maar sterk of niet, de verzen klinken als een klok, vooral bij het voorlezen.

Vakkundig

De gorgelrijmen van Buddingh’ zijn niet doortrokken van diepere levenslessen of allerindividueelste expressies van alleruniverseelste emoties. Ze zijn er vooral omdat ze leuk zijn en vakkundig in elkaar zitten. Maar de gorgelrijmen hebben nog een onverwachte, derde kant: ze zijn namelijk enorm goed voor de creativiteit. Bedenk maar eens hoe het wiffelklaasje eruit ziet, of de evel, de pippel of de juul. Buddingh’ berijmt nu eens eigenschappen, dan weer karaktertrekken, en steeds zijn het menselijk herkenbare vormen, maar dan met een eigenaardige draai eraan. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze:

De knork zat op een middag
te kwiedelen met zijn fras.
En het was nog wel biddag,
biddag voor het gewas.

In heel de wijde omtrek
neeg iedereen hoofd of kop,
en ’t lied: ‘Maak toch uw come-back,
o zon!’ klonk overal op

Alleen de knork zat lustig
te kwiedelen met zijn fras,
en legde daarna rustig
zijn vrouw vast waterpas.

~

Wat is een knork? Wat is kwiedelen en waarom moet dat met een fras? Vragen die je nooit zult kunnen beantwoorden, maar onbewust wil je het toch proberen. Stel je die knork maar eens voor: heeft hij een staart of niet? Is hij kaal, heeft hij veren of een vacht? Je kunt het zo gek niet bedenken. Het gedicht is van Buddingh’, maar de indrukken zijn van jezelf. En juist daarom zijn de gorgelrijmen zo tijdloos goed.

Verbeelding

Alle gorgelrijmen is door Wim Hofman voorzien van houtsnedes. Bij enkele gorgels heeft hij fraai gestileerde plaatjes gemaakt. De kracht van die plaatjes zit ‘m – alweer – in de grote mate van verbeelding die de lezer zelf nog toe moet passen. Hofmans houtsnedes zijn precies goed en nergens opdringerig: ze laten meer aan de verbeelding over dan menig omslagillustratie bij andere boeken. Alle gorgelrijmen is een verplicht werk voor op de (kinder)boekenplank.

Theater / Achtergrond
special: Theaterseizoen 2003-2004

Wat te zien?

De bladeren vallen van de bomen en jij zit binnen met een theatergids in je hand. Het theaterseizoen 2003-2004 is nog jong en je hebt dus keuze genoeg. Maar welke voorstelling mag je niet missen? 8WEEKLY ging op onderzoek uit en heeft alvast een paar tips voor je op een rij gezet.

Orkater: La Voix Humaine

~

Een monoloog die op de valreep nog een paar keer gespeeld werd in het seizoen 2002-2003, maar die nu echt op tournee gaat door Nederland. Ria Marks zet een mooi stuk neer vol passie en wanhoop, waarin ze wordt bijgestaan door drie musici. Ze heeft er alles voor over om het laatste telefoongesprek met haar ex-geliefde niet te laten eindigen. Een recensie over deze voorstelling is terug te vinden op deze site.
Speelperiode: 15 oktober tot en met 20 december 2003.

Nationale Toneel: Cyrano de Bergerac

Het Nationale Toneel presenteert in dit theaterseizoen in totaal vijftien verschillende producties, waarvan twee reprises. Een tip is Cyrano de Bergerac, een van de grote theatrale liefdesverhalen uit de geschiedenis over uiterlijke schijn en innerlijke oprechtheid. Een stuk van Edmond Rostand in een regie van Franz Marijnen. Meer dan vijfentwintig acteurs, inclusief figuranten en schermers, werken mee aan deze voorstelling. Stefan de Walle speelt de titelrol.
Speelperiode: 1 november 2003 tot en met 27 maart 2004.

Toneelgroep Flint: De dichter is een koe

~

Een combinatie van muziek, poëzie en toneel. Dat is wat deze voorstelling je te bieden heeft. Of je nu poëzie liefhebber bent of nog nooit een letter gelezen hebt, de voorstelling kan je toch raken door de combinatie met de muziek. Dichter Gerrit Achterberg en zijn poëzie worden tot leven gebracht in deze voorstelling. Je maakt kennis met zijn bezetenheid voor poëzie en aan de andere kant met de droge ambtenaar die worstelt met zijn obsessieve driften.
Speelperiode: tot en met 21 december 2003.

ZT Hollandia en Het toneelhuis: Tim van Athene

Een nieuw toneelstuk van Gerardjan Rijnders. Tim van Athene is de hedendaagse variant van Shakespeare’s Timon van Athene. Hier is Tim geen Atheens patriciër zoals bij Shakespeare, maar een intellectueel én de oprichter van een plotseling heel populaire politieke partij. Hij wordt Van Athene genoemd omdat hij de ‘Griekse beginselen’ is toegedaan. Net als Timon wordt Tim omringd door kunstenaars en financiers die hem graag willen ondersteunen, maar daar wel iets voor terugwillen. Net als Timon gaat Tim failliet. En net als bij Timon slaat bij Tim het noodlot toe. Maar uiteindelijk gaat het in dit stuk, zoals vaak bij Rijnders, over het onvermogen tot liefde en het onontkoombare van verval.
Speelperiode: in België van 6 tot en met 22 november en in Nederland van 4 tot en met 20 december 2003.

Wetten van Kepler: Witlox

~

Pijnlijk, absurd en humorvol tegelijkertijd: Witlox, een grimmig sprookje. Een bijzondere voorstelling met veel muziek en dans over twee zussen in een Vlaamse Frietkot. Ze vloeken hartgrondig op de kleine wereld van hun bestaan en dromen over weggaan. Weggaan naar een andere plek, weggaan van elkaar. En ze dromen over minnaar Jossip die weer op vrije voeten is en naar hen op weg is.
Speelperiode: 31 oktober tot en met 26 december 2003.

Het Toneel Speelt: Braambos

In Braambos is een zestienjarig meisje slachtoffer van een walgelijke misdaad, die haar leven tekent. Haar tweelingzus ontmoet jaren later de dader, die om vergeving smeekt. Een onmenselijke vraag. Deze aangrijpende ontmoeting vindt plaats in de ruimte waarin zij model staat voor een jonge, talentvolle schilder die werkt aan een spectaculaire opdracht: een groot schilderij met als onderwerp de kruisiging. Een emotionele explosie volgt en de gevolgen zijn ingrijpend.
Speelperiode: 4 januari tot en met 27 maart 2004.

Meer aanraders volgen! En als jij ook een theatertip hebt, laat het ons dan weten. Stuur een mailtje naar: nathalie@8weekly.nl

Film / Films

Dirty Pretty Things

recensie: Dirty Pretty Things

.

~

In dit Londen overleeft ook Okwe, een patholoog uit Nigeria. Overdag werkt hij als taxichauffeur en ’s nachts als hotel receptionist in een duur uitziend hotel. Hij is ondergedoken bij Senay (Audrey Tautou), een maagdelijk Turks meisje dat als schoonmaakster in het hotel werkt. Op een nacht vindt Okwe naar eigen zeggen een menselijk hart in een toilet in een van de hotelkamers. Wanneer hij het aan zijn baas Sneaky (Sergi Lopez) laat zien, vertelt deze Okwe dat hij zich met zijn eigen zaken moet bemoeien. Na wat gespeur komt Okwe erachter dat sommige immigranten zo wanhopig op zoek naar geld zijn dat ze hun nier verkopen voor veel geld, die Sneaky dan weer doorverkoopt aan de hoogste bieder. Wanneer Okwe een gewonde immigrant helpt, zoekt Sneaky uit wie de man is die zich Okwe noemt. Okwe heeft een geheim, dat hem de kop kan kosten met de immigratiedienst. Sneaky chanteert hem met zijn verleden uit Nigeria om nu eindelijk wel eens een goede chirurg in zijn team te hebben. Okwe wil er niets mee te maken hebben. Maar als Senay dan haar nier wil verkopen voor een ticket naar Amerika ontkomt Okwe niet meer aan de operatietafel, maar dan wel op zijn manier.

Rauw

Het eerste half uur had Frears zo gemakkelijk uit kunnen breiden tot een detective thriller, waarin Okwe steeds dieper verstrikt zou raken in het geheim achter het gevonden hart. En natuurlijk zou Okwe dan de grote held zijn van Londen, omdat hij de wereld gered heeft van de wanpraktijken van Sneaky. Laten we de man op onze blote knietjes bedanken dat hij dat niet gedaan heeft. De beginscene duurt op zijn langst een half uur, waarna het Frears lukt om zich verder te verdiepen in de immigranten-problematiek. Het verhaal focust zich op de wanhoop waarmee immigranten proberen te overleven, al is het om hun leven te riskeren voor geld. Geen horror of thriller die deze gruwelijke wandaden beter had kunnen visualiseren. De rauwe stijl van Frears blijft nog lang op je netvlies hangen.

~

De acteurs zijn misschien niet zo ontzettend bekend, maar wel erg goed. Ejiofor, bijvoorbeeld, speelt de sterren van de hemel als de door slaapgebrek geteisterde Okwe. De zorgen die het personage voelt en het nobele karakter dat steeds een beetje doorsijpelt in zijn omgang met mensen laten zien dat Okwe van een ander kaliber is dan al zijn taxi vriendjes en zijn collega’s bij het hotel. Zijn medische kennis gaat al snel door de taxicentrale heen, waar hij zijn collega’s van de gonoroe afhelpt. De onwaarschijnlijke tegenstelling tussen de harde immigrant en de hoger opgeleide man, zo goed en gebalanceerd gespeeld door Ejiofor, maken van Okwe een sympathiek karakter. Ineens zien we immigranten toch een beetje minder als profiteurs en meer als overlevers. Senay, het onbevlekte Turkse meisje, gespeeld door de ster van Amelie, laat zien dat ze hard is en hard gemaakt wordt door de Londense achterbuurten. Mooie meisjes zijn in trek, zo leert Senay. Tautou laat zien dat ze behalve de gekke Amelie ook een serieuzere rol aankan. En het feit dat ze Frans is, is al snel vergeten.

Aanrader

Dirty Pretty Things is een aanrader. Frears geeft je een kijkje in de smerige keuken van de achterbuurten van Londen, waarin nog wel wat te verdienen valt, zoals twee paspoorten, een vliegticket naar Amerika en een naar Nigeria. Prettige vlucht!

Film / Films

Bad Boys II

recensie: Bad Boys II

“Bad boys, bad boys, what’cha gonna do when they come for you?” Je moest er acht jaar op wachten, maar ze zijn terug: narcotica agenten Mike Lowrey (Will Smith) en Marcus Bennett (Martin Lawrence). Met nog meer humor en actie, actie en nog eens actie.

~

Je hoeft Bad Boys I er niet voor gezien te hebben. De ingrediënten zijn in deel twee daarentegen wel hetzelfde. En dat zorgt voor het feest der herkenning bij de mensen die het eerste deel hebben gezien. En dat zou ook de reden zijn waarom je deze film zeker wél gaat zien. Toen was het verhaal dat er voor 100 miljoen dollar aan heroïne was gestolen, nu moeten de heren een xtc-bende oprollen. Ze krijgen te maken met een gevaarlijke drugsbaron die over lijken gaat. Uiteraard ontbreken de snelle auto’s, rondvliegende kogels en een mooie dame in het spel niet.

Over de top

~

Bad Boys II borduurt vrolijk verder op het succes van deel I, die voor zijn tijd erg verassend was. Maar daar komt regisseur Michael Bay (Armageddon, Pearl Harbor, The Rock) natuurlijk niet mee weg, zeker niet met zo’n flinterdun verhaaltje. Dus wat gebeurt er in deel II? er wordt flink wat extra actie tegenaan gegooid. Veel explosies, knetterende schietpartijen, heftigere achtervolgingen waarbij er met auto’s en doden gegooid wordt. De vaart zit er lekker in, maar het is soms zeker over de top.

Achterwerk

De manier van filmen is overigens wel mooi gedaan. De camera zwenkt steeds heen en weer tijdens de achtervolgingen en kan heel goed versnellend en vertragend werken. Het mooiste filmmoment is als een afgevuurde kogel wordt gevolgd (in slow-motion) die uiteindelijk, hoe pijnlijk, in het achterwerk van Marcus terecht komt.

Oenige blik

De actie wordt dus weer afgewisseld met humor. De ‘bad boys for life’ stellen je niet teleur. Will Smith (Men in Black, Enemy of the State) en Martin Lawrence (Big Momma’s House) acteren prima en vullen elkaar perfect aan. Ze kraken elkaar constant af, maken de meest stomme fouten en hebben nog steeds die oenige blik in hun ogen. Maar zelfs met de humorscènes slaat Bay wel eens door. Het lachen vergaat je even als de agenten in lijken blijven graven om xtc op te snorren.

Grote doek

Je snapt het al: Bad Boys II haalt het niet bij zijn voorganger. Bay heeft jammer genoeg niet de moeite genomen om weer origineler uit de hoek te komen, wat ook wel een lastige opgave was na het succes van deel I. Een teleurstelling dus voor de echte fans, maar desondanks wel vermakelijk. Door de actiescènes en de special effects is het wel een film die je zeker op het grote doek gezien moet hebben. Gewoon lekker onderuitgezakt alles over je heen laten komen en lekker lachen.

Muziek / Album

Vijftien man aan het werk

recensie: Michael Brecker Quindectet - Wide Angles

In de relatief korte geschiedenis van de jazz is de big band altijd een vaste waarde gebleken. Natuurlijk evolueerden deze orkesten met de muziek mee, maar als genre binnen de jazz bleef de big band overeind. Daarnaast zijn er altijd muzikanten geweest die het begrip hebben willen herdefiniëren en ook de laatste jaren hebben we hiervan een aantal treffende voorbeelden gezien. Zo slaagde Andrew Hill er onlangs in om zijn fragmentarische en donkere muziek geschikt te maken voor een groot ensemble en worden de podia van de Lage Landen tegenwoordig onveilig gemaakt door onder andere het (redelijk behoudende) Brussels Jazz Orchestra en de Flat Earth Society. Met Wide Angles doet ook jazz-rock gigant Michael Brecker een poging en komt meteen met een nieuwe naam op de proppen: het quindectet. Een groep van vijftien muzikanten dus. Naast de traditionele blazers- en ritmesectie (zij het zonder piano) telt dit quindectet ook een aantal in de jazz minder gebruikelijke instrumenten als de hobo, basklarinet (ooit het handelsmerk van Eric Dolphy), viool en cello.

~

Wat een big band wint aan diversiteit van stemmen, levert hij doorgaans in aan spontaniteit en improvisatie; twee pijlers van de moderne jazz. Sinds het experiment Free Jazz van Ornette Coleman, waarop een dubbel kwartet met een minimum aan afspraken meer dan een half uur improviseerde, zijn de ‘vrije’ uitvoeringen van grotere groepen muzikanten op de vingers van één hand te tellen. Toch hoeft gecomponeerde, of zelfs tot in de puntjes georkestreerde, jazz niet saai te zijn, zoals de orkeststukken van Miles Davis, de eerder genoemde Andrew Hill en de muziek van Charles Mingus bewijzen.

Wide Angles is zo’n van a tot z gecomponeerde plaat. Het valt zelfs op dat Brecker weinig soleert. In de composities klinkt Breckers jazz-rock of fusion achtergrond duidelijk door. Dit levert hier en daar vlotte funky nummers op zoals Timbuktu of Night Jessamine, afgewisseld met trage – of zoet romantische – ballads als Angle of Repose. Brecker schotelt de luisteraar simpele melodietjes voor die af en toe uitgroeien tot een wirwar aan stemmen, die echter nooit onontwarbaar wordt. Zijn muziek is overzichtelijk en daardoor wellicht geschikt voor een groot publiek.

~

De doorgewinterde jazzliefhebber zal tevergeefs op zoek gaan naar ingewikkelde composities en ingenieuze maatsoorten. Bij Brecker is niets van dit alles te vinden. Daar staat tegenover dat de melodieën vaak erg catchy zijn en uitblinken in eenvoud, al moet Brecker zijn meerdere erkennen in zijn oude – en reeds overleden – muzikale mentor Don Grolnick, van wie de beste compositie afkomstig is: Evening Faces. Echt spannend wordt het echter zelfs in dit nummer niet.

Brecker lijkt zijn quindectet voornamelijk te hebben samengesteld om zijn tenor-sax te voorzien van een fijn geweven ondergrond. Cool Day in Hell vormt hierop een uitzondering. Het nummer is rauwer, minder glad, dan de andere tracks op de cd. Bovendien worden hier de mogelijkheden van de instrumenten volledig benut en zijn we aan het eind getuige van een mooie ontmoeting tussen big band en kamermuziek, waarin de instrumenten van Mark Feldman en Erik Friedlander (beide ook betrokken bij John Zorns Masada-kamermuziek-project) opvallen.

Muziek / Album

Eén, twee, drie briljante platen

recensie: My Morning Jacket - It Still Moves

Ik mag dan een heteroseksuele man zijn, toch ben ik jaloers op de vriendin of echtgenote van My Morning Jacket-songwriter Jim James. Al sinds het debuut van de band, The Tennessee Fire uit 1999, weet My Morning Jacket de luisteraar te betoveren met gruwelijk mooie composities waar de intensiteit en de passie vanaf spatten. Ook het nieuwe album It Still Moves (hilarische titel, mede dankzij de afbeelding van een opgezette beer op de voorkant) kent weer alleen maar hoogtepunten. Als iemand, wie dan ook, zulke nummers voor mij zou spelen voor het slapen gaan, ga ik zonder meer door de knieën.

~

De eerlijkheid gebiedt mij te vermelden dat mijn geschetste romantisering vooral geldt voor het genoemde debuut en haar opvolger At Dawn. Beide albums kennen meer rustige momenten geschikt voor bij het kampvuur. It Still Moves is veel meer een rock ’n rollplaat. De elektrische gitaar à la Neil Young wordt geregeld uit de kast gehaald. Een vergelijking met Young gaat trouwens ook op wanneer we het hebben over de stem van James. Ook kiest My Morning Jacket voor een uitbreiding van het muzikale arsenaal in de vorm van een blazerssectie. Een goede keuze, die zorgt voor ietwat meer luchtigheid. It Still Moves ligt op bepaalde momenten minder zwaar op de hand dan de twee voorgangers.

Tranen in je ogen

Wel kent It Still Moves haar godsgruwelijk mooie – tranen in je ogen – momenten. Het hyperemotionele I Wil Sing You Songs ligt in het verlengde van I Will Be There When You Die (van The Tennessee Fire). Degene die destijds bij dat nummer geen kippenvel kreeg… nou ja, u begrijpt wat ik bedoel. Om nog maar te zwijgen over het meer dan zeven minuten durende Steam Engine. Voor wie zich durft te laten meeslepen.

Ook in de ouderwetse rock ’n roll blinkt My Morning Jacket uit. Op At Dawn gaf de band al een voorproefje van haar kunnen op dat gebied en ook de bijbehorende optredens stonden als een huis. Alles wat Jim James en de zijnen doen, barst van de kracht en de energie: de belangrijkste ingrediënten van rock ’n roll. De muziek mag dan op het eerste gehoor wel wat luchtiger klinken, wanneer je de teksten er echter op naslaat komt de melancholieke aard van James weer naar voren.

Onsterfelijkheid

~

Dat zijn dus één, twee, drie briljante platen. Met It Still Moves doet My Morning Jacket nogmaals een flinke stap in de richting van onsterfelijkheid op het gebied van country/rock/pop. Het album vormt een prima gelegenheid om de band te leren kennen, maar vergeet niet ook die andere platen te beluisteren.

In 1999, bij het uitkomen van The Tennessee Fire, verkocht James nog bagels in zijn woonplaats. Laat dit, mede dankzij een groter platencontract, niet meer nodig zijn. My Morning Jacket is het aan de muziekminnende mensheid verplicht deze muziek live ten gehore te brengen. We worden dan ook op onze wenken bediend, want de band staat op 2 november in Vera Groningen en op 3 november in de Melkweg te Amsterdam.

Link:

http://mymorningjacket.com

Film / Films

The Right Stuff

recensie: The Right Stuff

Iedereen die ook maar een beetje is geïnteresseerd in ruimtevaart of wetenschap in het algemeen, moet wel kriebels krijgen bij de verhalen over de ruimtewedloop uit de jaren 50 en 60, toen de Russen en de Amerikanen om het hardst streden de eerste mens in de ruimte te krijgen. The Right Stuff vertelt de voorgeschiedenis van het hele ruimtevaartprogramma.

~

De film begint bij testpiloot Chuck Yeager, die gevraagd wordt een vliegtuig door de geluidsbarrière te vliegen. Nooit eerder had een mens zo snel gevlogen en wetenschappers vroegen zich af of het überhaupt mogelijk was sneller te vliegen dan het geluid. Maar uiteraard lukt het Yeager, en na zijn prestatie wordt vliegbasis Edwards het middelpunt van vele nieuwe tests waarbij vliegtuigen steeds hoger en steeds sneller moeten. Edwards is het nieuwe Mekka voor vele jonge piloten, op zoek naar roem en adrenaline. In diezelfde tijd is de NASA bezig met het opzetten van een ruimtevaartprogramma. Zeven jonge piloten worden uit verschillende takken van het leger gekozen en worden Amerika’s eerste astronauten: het begin van het Mercury-programma.

Vlekkeloos

The Right Stuff is gebaseerd op het gelijknamige boek van Tom Wolfe en geeft in ruim tweeëneenhalf uur een vrijwel vlekkeloze kijk op deze woelige periode van strijd, kameraadschap en inventiviteit. De film vormde – letterlijk – het lanceerplatform van vele Hollywoodsterren van vandaag: The Right Stuff was voor mensen als Dennis Quaid, Ed Harris, Scott Glenn en Fred Ward hun eerste grote film. Hoewel de film een typische jaren 80-sfeer ademt, doet hij zijn werk zo goed dat mijn vriendin en ik meteen het officieuze vervolg hebben besteld; de vierdelige dvd-box van de tv-serie From the Earth to the Moon wordt een dezer dagen door de postbode afgeleverd.

Gemiste kans

~

Een klassieker als The Right Stuff verdient natuurlijk een passende hoeveelheid bonusmateriaal, en deze dvd stelt niet teleur. Niet alleen komen we een hoop te weten over de totstandkoming van de film, ook de gebeurtenissen waarop de film is gebaseerd worden uitgebreid belicht. De film staat op de eerste schijf van deze tweedelige (en mooi vormgegeven) set. Een commentaartrack is de enige in het oog springende omissie op deze dvd, helemaal omdat op de tweede schijf een soort halfbakken audiocommentaar te vinden is. Gedurende twee keer 25 minuten praten vele medewerkers aan de film hier een compilatie van scènes uit de film vol. Dit klinkt nodeloos ingewikkeld en dat is het ook: als de geïnterviewden ieder nog drie extra scènes van commentaar hadden voorzien, dan was er genoeg materiaal voor een volledige commentaartrack geweest. Een gemiste kans dus.

Kritiek

De twee featurettes Realising the Right Stuff en T – 20 Years and Counting vormen eigenlijk één langere documentiare over het maken van de film. Alle belangrijke medewerkers worden geinterviewd in deze splinternieuwe documentaire die met zijn totale speelduur van [twintig?] minuten minstens een half uur te kort is. In The Real Men with the Right Stuff komen de echte piloten aan het woord, die het verhaal vertellen van de eeste ruimtemissie en en passant ook wat kritiek leveren op sommige gebeurtenissen uit de film die niet helemaal stroken met de werkelijkheid.

Rampen

De Interactive Timeline is precies wat de titel al zegt: een interactieve tijdbalk waarmee korte archiefbeelden en tekstjes met een paar foto’s zijn te bekijken. De balk beslaat de periode van 1961 (de gebeurtenissen uit de film) tot en met 2012 (!), het jaar waarin de eerste ruimtevliegtuigen in gebruik moeten worden genomen. Opvallend is dat van de drie belangrijkste rampen uit de NASA-geschiedenis (de brand in 1967 op het lanceerplatform waarbij drie astronauten om het leven kwamen, de ontploffing van de Challenger in 1986 en de ramp met de Columbia in februari 2003) geen videomateriaal is te zien. Door de korte stukjes was een Play All-functie wel handig geweest.

Bizarre stunt

John Glenn: American Hero van de Amerikaanse publieke omroep PBS stamt uit 1998, het jaar waarin astronaut Glenn op 77-jarige leeftijd, in een bizarre PR-stunt, nog eens de ruimte in werd geschoten. De titel zegt al genoeg over de inhoud en toon van de film. Glenns carriere van testpiloot tot presidentskandidaat wordt uitgebreid belicht. De docu duurt bijna anderhalf uur, maar die speelduur had beter besteed kunnen worden aan meer extra’s over de film zelf.

Klassiek

Je kunt van deze film genoeg leren over het begin van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma, en deze dvd doet daar nog een schepje bovenop met een ruime hoeveelheid extra materiaal. Maar The Right Stuff is meer dan alleen een documentaire: de film is een klassieke Amerikaanse film over een klassiek Amerikaans onderwerp.

Film / Films

Vijf Disney-dvd’s

recensie: Vrij en Vrolijk - Melody Time - Merlijn - Taran en de toverketel - Hercules

Soms lijkt het wel alsof dvd-makers een schijfje achteloos in elkaar knutselen om vervolgens te mikken op een groot succes. De dvd’s van Disney zien er soms zo uit: knullig, zonder extra’s en slecht aangepast aan verschillende afzetgebieden (zonder nasynchronisatie bijvoorbeeld). Toch zitten er ook wel degelijk betere dvd’s tussen. Hieronder een vijftal Disney-schijfjes besproken.

~

Vrij en Vrolijk

Deze ‘combo’ uit 1947 is eigenlijk ontstaan als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 begonnen de tekenaars bij Disney aan de animatie van Jacob en de bonenstaak, met Mickey in de rol van Jacob. In de zomer van 1941 was de film, die om en nabij een half uur duurde, klaar, maar Europa had op dat moment wel wat anders te doen dan kijken naar vrolijke filmpjes over Mickey, Donald en Goofy. Mickey en de Bonenstaak werd op de plank gelegd.
Niet lang daarna begon Disney aan een verhaal over een circusbeer genaamd Bongo. Het zou een film zonder dialogen worden, waarbij de muziek en de voice-over verzorgd werden door de toentertijd populaire zangeres Dinah Shore. Maar op 7 december 1941 vielen de Japanners Pearl Harbor aan en ook de Verenigde Staten waren nu in oorlog. Disney werd, volgens de documentaire op deze dvd, min of meer gedwongen propaganda-filmpjes te maken.
In 1947 werd besloten Mickey en de Bonenstaak en Bongo te combineren tot een avondvullende tekenfilm. De ‘combo’ kwam in de bioscopen onder de naam Fun and Fancy Free, in het Nederlands: Vrij en Vrolijk. Het zijn twee aardige films, vooral voor heel jonge kinderen. De live-action tussen de twee films komt van de ‘bekende’ buikspreker Edgar Bergen, die zijn poppen op vrij volwassen wijze cynische commentaren laat geven. Vrij en Vrolijk is oppervlakkig en simpel, maar de documentaire op de disc is zeker de moeite waard.

~

Melody Time

Dennis Day, Roy Rogers, The Andrew Sisters, wie kent ze (nog)? Wie nu meteen “o ja!” roept, zal veel plezier beleven aan Melody Time, een compilatie van zeven kortere animatiefilmpjes, voorzien van muziek door coryfeeën uit 1948 of daaromtrent. Maar ook zonder idolaat te zijn van bovengenoemde sterren is deze dvd heel aardig. De verhaaltjes zijn opnieuw simpel en geschikt voor de allerkleinsten, al is een muzikaal gedicht over de glorie van God en zijn schepping ‘de boom’ wat minder op zijn plek.
Het leukste van de zeven verhaaltjes is wel de legende van Pecos Bill, gezongen en verteld door countryzanger Roy Rogers en zijn vrienden. Pecos Bill is een ruige cowboy uit Texas, die persoonlijk verantwoordelijk is voor het aanleggen van de Rio Grande, het kleuren van de Painted Desert en andere geografische hoogstandjes.
De overige filmpjes zijn wat zoetsappig en de aankondiging is zeer belegen en gedateerd, maar het is een leuk initiatief om ook deze minder bekende films op dvd uit te brengen.

Merlijn de tovenaar

~

Wie de boeken van T. H. White heeft gelezen, voelt zich zwaar beledigd door deze verfilming. Alle subtiliteit en gelaagdheid is verdwenen en het hele verhaal van de jongen Wart die opgroeit
met de wijze lessen van zijn leermeester Merlijn is in een summier notendopje geperst. Maar wie dat allemaal niet weet, kan best veel lol beleven aan de soms absurde humor van de tovenaar, die naar eigen zeggen ‘achteruit’ leeft en de middeleeuwse Wart laat kennismaken met treinen, horloges en andere moderne vondsten.
Er zijn aardig wat extra’s aanwezig op deze disc: twee tekenfilms uit de oude doos (Het dappere kleermakertje en Ridder voor een dag) en een tweetal sing-along-songs. Een korte documentaire over de Sherman Brothers, die de muziek en liedjes van Merlijn de tovenaar schreven, is leuk en informatief. De Sherman Brothers zijn te herkennen aan hun handelsmerk: onzinwoorden. In Merlijn is het de toverspreuk “Higitus Figitus”, in Mary Poppins “supercalifragilisticexplialidocious” en in Bedknobs en Broomsticks “Traguna Macoides, Tregorum Satis Dee”. De Sherman Brothers zingen en spelen in de korte documentaire alle liedjes uit hun hoofd, zelfs al is het dertig jaar geleden dat ze die schreven.

Taran en de toverketel

~

The Black Cauldron, de originele naam van deze film, is een duister sprookje over een Gehoornde Koning die met behulp van een magische ketel een leger ondode soldaten wil opwekken om de heerschappij over de aarde te verkrijgen. De enigen die hem kunnen stoppen zijn Taran, het helderziende biggetje Hen Wen en de hoogblonde prinses Elonie.
Het klinkt moeilijk en dat is het ook. Taran is een warrige film vol magie met snufjes Tolkien erin, maar helemaal niet zo goed als je zou vermoeden bij het horen van die naam. Daar komt bij dat de beeldkwaliteit korrelig en vlekkerig is, wat het kijkgemak ook niet bevordert. De film is overigens wel in breedbeeld op schijf gezet.
De extra’s zijn summier. Er is een animatiefilmpje met Donald Duck en een spel waarbij je vragen moet beantwoorden. Ook met puur gokwerk kom je een heel eind. Wanneer je gewonnen hebt, komt er de zin ‘wacht op je prijs’ in beeld, waarna de dvd je doorschakelt naar… dat filmpje van Donald Duck! Heb je daar nou al die moeite voor gedaan?

Hercules

Eigenlijk is Hercules zo’n film die niemand echt leuk vindt, omdat hij eigenlijk helemaal nergens op slaat. De humor in deze film is veel te slapstick, de tekenstijl is absurd afwijkend (met veel Griekse krullen) en de mythologie waar het verhaal op gebaseerd zou moeten zijn is helemaal, maar dan ook helemaal door elkaar gehaald.

~

Maar wie al die stuitende onjuistheden voor lief neemt kan eigenlijk best lachen met deze film. Bij de originele stemmen vinden we Danny DeVito en James Woods, en vooral deze laatste leeft zich uit in de rol van slechterik Hades. Ze maken genoeg woordgrapjes op-het-randje om Hercules het bekijken waard te maken. Ze praten alleen wel heel erg snel, dus let goed op.
De extra’s zijn al net zo stuitend incorrect als de film zelf: de EncyclopeDisney voor de Griekse mythologie noemt die verhalen van vroeger ‘saai’ en ‘intellectueel’, en meent dat die alleen met humor leuk gemaakt kan worden. De eigen misinterpretaties worden zonder omhaal als de juiste versie gepresenteerd.
Verder zijn er nog wat korte, reclame-achtige filmpjes, zoals een Making Of en een spotje dat onder de naam Videogalerij een aantal aspecten van de ontwerpfase laat zien. Blijkbaar was Gerald Scarfe, een kunstenaar die nauw betrokken was bij The Wall van Pink Floyd, een grote inspiratiebron voor de tekenaars van Hercules. De instructievideo Maak zelf een Griekse vaas tenslotte is in het Frans (!) en toont je hoe je van papier maché zelf een urn in elkaar knutselt.

Lang niet alle Disney-dvd’s zijn de moeite waard, maar wanneer je de rotte appels laat voor wat ze zijn, of gewoon liefhebber bent, kun je er best wat plezier aan beleven. Uit bovenstaande selectie zou ik Merlijn de tovenaar en Melody Time in ieder geval van harte aanbevelen.

Muziek / Album

Alex Callier: Songwriter

recensie: Hooverphonic - Sit down and listen to Hooverphonic

Het Belgische Hooverphonic bracht sinds 1997 maar liefst vier uitstekende albums uit. Het werd dus blijkbaar tijd voor een verzamelaar dan wel een live-album, of natuurlijk een combinatie van beide. Hooverphonic koos voor het laatste en deed dat op een bewonderenswaardige manier. De band rond Alex Callier tourde eerder dit jaar door België met een min of meer akoestisch programma, waarvan Sit down and listen to Hooverphonic uiteindelijk het resultaat is.

~

De doorgaans vrij volgeproduceerde composities van deze Belgen werden tijdens deze tournee eens helemaal van hun kleren ontdaan. Het doorgaans uptempo Inhaler, afkomstig van het eerste album A New Stereophonic Sound Spectacular (toen de band nog Hoover heette), werd bijvoorbeeld subtiel ontdaan van al haar opsmuk en puntigheid. Alleen de briljante muzikale grote lijnen bleven nog over, gecombineerd met de prachtige stem van zangeres Geike Arnaert. Een werkelijk bloedmooie ballad. Deze parel vormt echter geen uitzondering op de plaat. Ook zonder veel poespas blijven de songs van Callier fier overeind staan.

Het grote publiek

Gekozen is voor een doorsnede van het repertoire. Elk album is met tenminste één nummer vertegenwoordigd, waarbij het zwaartepunt op de laatste twee platen The Magnificent Tree en Jackie Cane is komen te liggen. Uit dit kleine overzicht van het oeuvre van de band blijkt dat Hooverphonic zeer constant is in het leveren van hoge kwaliteit. Het is dan ook niet vreemd dat de populariteit van de band per plaat groeide en dat Hooverphonic juist met het toegankelijke laatste album Jackie Cane ook het grote publiek aan zich heeft weten te binden, met name dankzij de pakkende single Sometimes.

Triphop – Pop

~

A New Stereophonic Sound Spectacular en Blue Wonder Power Milk, de eerste twee albums, waren nog het beste onder te verdelen in de categorie triphop. De hier en daar Portishead-achtige nummers als 2 Wicky waren meestal wat zwaarder van aard dan het latere werk. Met name Jackie Cane is een over het geheel genomen vrolijke popplaat. Dat valt ook te horen op Sit down and listen to Hooverphonic. Heerlijke feelgoodnummers als The World Is Mine en Sometimes sluiten het reguliere gedeelte van het album af. Overigens nog gevolgd door een bonustrack, The Last Thing I Need Is You, die de geschetste ontwikkeling van triphop naar pop nog eens onderschrijft. Dit nummer kan en gaat ongetwijfeld ook de Belgische hitlijsten in schieten.

Sit down and listen to Hooverphonic geeft een prachtig akoestisch overzicht van het werk van een van de belangrijkste en populairste groepen van België. De songs worden in al hun eenvoud (nou ja, spreekwoordelijke eenvoud dan) en schoonheid aan ons ten gehore gebracht. Alex Callier blijkt een van de beste songwriters van het land te zijn en met zangeres Geike heeft de band goud in handen. Hooverphonic tourt de rest van het jaar nog door heel België, dus mocht je in de buurt zijn…

Link:

http://www.hooverphonic.com