Muziek / Concert

Muse in Reykjavik

recensie:

Weinig grote bands nemen de moeite om naar het afgelegen IJsland te vliegen om er een concert te geven. De tickets voor Muse (à 60 euro) waren dus al binnen een halve ochtend uitverkocht, maar er passen maar 6000 mensen in de zaal, wat wellicht een reden is dat het commerciëel gezien niet zo lucratief is om op IJsland te spelen. Wanneer er een band van dergelijk kaliber wel die kant op komt, vindt het concert plaats in het enige grote podium dat de stad rijk is, de sporthal Laugardalshöllin, 5 minuten buiten het centrum van de stad.

~

IJslanders zetten het graag op een zuipen, maar in de sporthal geldt gelukkig een drankverbod, wat ook inhoudt dat er geen leeftijdsgrens gehanteerd wordt. Dat komt niet zo vaak voor in het restrictieve IJsland, en het overgrote deel van het enthousiaste publiek bestaat dan ook uit luidruchtige tieners. Muse mocht een inheems voorprogramma selecteren, en koos voor de in Engeland steeds populairder wordende groep Mínus. Die maakten vroeger dissonante noise-schuine-streep-hardcore, maar tegenwoordig concentreren ze zich op echte liedjes, met echte zang, een soort moderne en hardere versie van de Stooges. Hun korte setlist bestaat voornamelijk uit materiaal van hun laatste CD, Halldór Laxness. Het is een heftig, snoeihard concert, en het publiek vindt het prachtig.

IJslandse verkoudheid

~

Voor de dranghekken staat een bezwete meute tieners die elkaar platdrukken. De organisatoren hebben een aantal zware jongens ingehuurd die, nog voordat Muse het podium betreedt, al een flauwgevallen slachtoffer uit de massa slepen. De fans hebben er wel wat voor over om dicht bij hun held(en) te staan, en krijgen gelukkig ook waar ze voor kwamen. Muse begint denderend met Apocalypse please, dat al gelijk de toon zet voor de rest van het concert: voornamelijk nummers van hun laatste cd Absolution, in dezelfde bombastische en barokke stijl van dat album. Hun verschijning is nogal sober, maar ook behoorlijk grandioos, vooral wat zanger/frontman Matthew Bellamy betreft. Hij zingt, ondanks een IJslandse verkoudheid, behoorlijk zuiver, en wanneer hij niet in het rond aan het springen is, speelt hij virtuoos op een enorm keyboard dat in een futuristische metalen kooi gehuld is.

Eentonig

De band werkt zich op die manier door de helft van Absolution, de hitnummers van Origin of Symmetry (New born, Space Dementia, Bliss, Plug in Baby), een nieuw nummer en paar titels van hun debuut Showbizz, die zo zeer aan hun nieuwe, hardere geluid zijn aangepast dat ze bijna onherkenbaar zijn. Het is een optreden zonder bijzondere uitschieters, wat het concert een beetje eentonig maakt. Waar Muse vroeger een veel rauwer en directer voorkomen had, is hun verschijning vandaag de dag veel meer een concept, abstract en afstandelijk. De band is daarom nu ook afhankelijk van hun theatrale voorkomen, van geniale uitslover Bellamy (zijn handen op het keyboard worden in de achtergrond vergroot geprojecteerd), van videoprojecties en vermakelijke trucs als de gigantische confettibalonnen die aan het einde van het concert op het publiek losgelaten worden.

Belevenis

Dat neemt allemaal niet weg dat een concert van Muse een indrukwekkende en heftige vertoning is, door slechts drie mensen op een enorm podium. En dat de muziek er mag wezen, ook al klinkt hij even compact en doorzichtig als op hun album. Na een korte toegift in de vorm van een snoeiharde vertolking van Stockholm Syndrome is het concert al na anderhalf uur afgelopen. Voor Muse het laatste concert van het jaar, en een kleine vakantie in IJsland, voor de IJslandse jeugd een belevenis die ze in eigen land niet vaak meemaakt.

Theater / Voorstelling

Oud zeer

recensie: Keesen&Co - Omtrent PP

Het gemotoriseerde leger van Italië werd eind negentiende eeuw met een handvol pijlen en speren uit Ethiopië verjaagd. Tien jaar later was Japan de eerste Aziatische macht die een Westers land (Rusland) versloeg. Vlak na de Tweede Wereldoorlog verloor Nederland een oorlog in Indonesië: de superieur geachte Westerse wereld heeft in loop der geschiedenis een aantal pijnlijke veldslagen en oorlogen verloren. De strijd om Nederlands-Indië heette tot het debacle van Sebrenica zelfs ‘nationaal trauma’. Tien jaar terug liepen de emoties nog hoog op, toen de Nederlandse overheid deserteur (of held?) Poncke Princen een visum verstrekte. Toneelschrijver Rob de Graaf schreef hierover voor het Arnhemse gezelschap Keesen&Co Omtrent PP. Over Poncke Princen en dat we toen niet beter wisten.

~

Omtrent PP handelt over twee oorlogsveteranen en de vrouw van een oud-Indië strijder die op Schiphol Poncke Princen opwachten. Het liefste willen ze voorkomen dat hij ook maar één voet op Nederlandse bodem zet, want Poncke is het kwaad dat uit alle macht geweerd moet worden. Terwijl het vliegtuig op zich laat wachten barsten de keurig geklede oudjes uit in woedende monologen. Ze laten een Poncke zien die geen gedreven idealist was, maar simpelweg een luciferdoosje opgooide om te beslissen of hij bij zijn legeronderdeel bleef of de jungle in zou trekken. Ze verhalen van hun eigen twijfels aan ‘de goede zaak’ als ze ’s nachts op wacht lagen. Maar ze verhalen vooral van het leed van de veteranen van een zinloze, verloren en vergeten oorlog.

Wat betekent hij?

Rob de Graaf koos ervoor enkel de stemmen van de oud-strijders te laten horen, Poncke Princen zelf komt niet in het stuk voor. Dat zou een eenzijdig beeld op kunnen leveren, over de verrader en degenen die hij heeft verraden, of over de held en de achterblijvers die hem zijn eer niet gunnen. Maar daar is De Graaf niet op uit. De vraag is niet wie Princen is, maar wat hij betekent voor een groep mensen bij wie hij na jaren nog zoveel woede weet op te wekken.

Om beurten stappen de mannen en de vrouw naar voren. Ze schelden eindeloos op Poncke. Achter die scheldkanonnades schuilt echter hun verbitterde teleurstelling, en woede en frustratie nemen het steeds weer over van afstandelijk sarcasme. De veteranen zijn eerlijk tegen wil en dank. Door de komst van Poncke Princen komen gevoelens naar boven die jarenlang geen uitlaatklep hebben gehad. Emoties die inmiddels tegen het kookpunt liggen gaan met de personages op de loop, en dat levert huiveringwekkende, intense scènes op.

Hoogdravende diepgang

In een interview in De Gelderlander zei een oud-Indiëganger dat het stuk de kwestie van de vergeten oorlog zo goed uitdiept, dat hij soms even de draad kwijtraakte. De diepgang van Omtrent PP ligt soms dicht tegen hoogdravende nietszeggendheid aan: woede-uitbarstingen van tien minuten hebben grenzen aan geloofwaardigheid en mogelijkheden tot inleven. Steeds hervindt het stuk echter een balans. Niet alleen de prachtige beelden, maar ook het krachtige spel van de acteurs van Keesen&co leggen genoeg gewicht in de andere kant van de schaal.

Omtrent PP speelt tot begin februari
www.keesen-co.nl

Film / Films

Superman en zijn mooie vriendin

recensie: Smallville (seizoen 1)

Paranormaal is al een tijd in, of is misschien al een beetje voorbij. In reactie op het megasucces van de serie X-files schoten paranormale series als paddestoelen uit de grond. Zo kregen we series als Roswell, Charmed en Angel voorgeschoteld. Smallville is er duidelijk ook een in dit rijtje. Ik vraag me af of dit de zoveelste kloon van Mulder en Scully is of dat we van deze serie meer kunnen verwachten.

~

Smallville gaat over de jeugd van Superman. Tijdens een meteorenregen die uitgerekend het miniscule dorpje Smallville in Kansas treft duikt een jongetje op (Clark Kent, ook wel Superman genoemd), dat direct door een echtpaar dat wanhopig probeert kinderen te krijgen wordt geadopteerd. De jongen blijkt uitzonderlijke gaven te hebben en de grootste zorg van de ouders is dan ook dat hij hier verantwoord mee om leert gaan. Maar er is meer dan Superman, het hele dorp ligt bezaaid met groene meteoren en deze stenen blijken vaak een rare uitwerking op mensen te hebben. Bijna elke aflevering is er wel deel van de meteoor te vinden dat het dorpje in rep en roer weet te brengen. Ondertussen probeert Clark met zijn gaven alles zo veel mogelijk in goed banen te leiden.

Knap en fris

~

De serie is erg fris gefilmd. De hoofdpersonen zijn niet zo vroegwijs als in Dawson’s Creek, maar natuurlijk allemaal wel verschrikkelijk braaf. Ze zien er overigens zonder uitzondering allemaal erg knap uit. Goed voorbeeld hiervan is Lana Lang (Kristin Kreuk). Zij is de onbereikbare natte droom van Superman en mag zeker het stralend middelpunt van de serie mag worden genoemd.
Frisse snelle shots met mooie acteurs en actrices, afgewisseld met af en toe een lekker stukje goedkoop drama. De serie is zo oppervlakkig als Goede Tijden Slechte Tijden, maar daarom niet minder interessant entertainment. Je zal er geen stuiver intelligenter van worden, maar je hebt zeker bij elke uitzending een prettige tijd.

Judging Amy

~

Hoofdrolspeler Tom Welling, die de rol van Clark Kent op zich neemt, is een redelijk onbekende acteur. Hij speelde in een paar episodes van de TV-serie Judging Amy (1999) mee en speelde na Smallville in 2003 nog in de film Cheaper By The Dozen met Steve Martin. Dat Welling een onbekend gezicht heeft is natuurlijk perfect voor deze rol. Zijn gezicht zou heel erg goed de jeugdige versie van de ‘echte’ Superman Christopher Reeve kunnen zijn. Welling speelt een jongen die verwonderd is van zijn eigen krachten, maar anderszins ook poogt om zo normaal mogelijk te leven. Hij doet dit overtuigend en charmant. Een echte Superman dus.

Simpele, maar lekker ontspanning

De serie Smallville kijkt erg lekker weg, al moet gezegd worden dat als je meer dan twee afleveringen achter elkaar kijkt de serie wel een beetje gaat vervelen. Het is dus zeker niet zo dat als je deze box aanzet je, het klein etmaal dat het duurt, geboeid zit te kijken. Een stevige, diepgaande verhaallijn moet je niet verwachten, maar voor een lekkere highschoolserie doet Smallville het prima. Makkelijke emoties en het geruststellende gevoel dat Superman die het altijd toch wel oplost zijn een stevige basis. Dat blijkt ook maar weer aangezien de serie in de VS al haar derder seizoen in gaat.

~

Dit maakt het dan ook echt een andere serie dan de eerder genoemde X-files. Smallville is een highschoolserie die is opgehangen aan de paranormale basis van de jeugd van Superman. Dit is echter niet meer dan de aanleiding, de eigenlijke serie gaat over Clark Kent en zijn vrienden en hoe die met het leven en de puberteit omgaan. Dat is het ook wat de serie interessant maakt. De serie is dus eerder een waardige opvolger van Dawson’s Creek dan van The X-files. Met dat in je achterhoofd is het een heerlijke serie om met een groot glas cola bij weg te dromen.

Muziek / Concert

Staande ovatie is niet altijd nodig

recensie: Noord Nederlands Orkest speelt werken van Sibelius en Tsjaikovski

Als je aan Finland denkt, dwingen voorstellingen zich aan je op van duistere naaldwouden, stille meertjes en besneeuwde steden met hier en daar een beschonken Fin die zich onstabiel probeert huiswaarts te begeven temidden van verlammende vrieskou. En die van al dan niet ontploffende mobiele telefoontjes natuurlijk. Met uitzondering van dat laatste zijn het
ook beelden die zich op de voorgrond dringen terwijl je luistert naar de muziek van Johan Sibelius (1865-1957), Finlands onbetwiste componist nummer één. Het succes van Sibelius’ muziek is dan ook gedeeltelijk te verklaren uit die identificering met het stereotype beeld van Finland.

Sibelius: Vioolconcert / Pjotr Iljits Tsjaikovski: Notenkraker (delen uit de balletmuziek) • Sergei Kachatryan, viool • Noord Nederlands Orkest o.l.v.
Yaron Traub

~

Sibelius was een gecompliceerd en bovenal zeer individueel componist.
Daardoor wordt het knap lastig hem in een stroming in te delen, want
temidden van allerlei invloeden – Richard Strauss, Richard Wagner,
Tsjaikovski, om een paar te noemen – bleef hij toch vooral zichzelf, iets
waar hij zich nadrukkelijk op beriep. Maar ook als mens bleek Sibelius
geen simpel geval: rond zijn vijfenzestigste vond-ie dat het wel mooi
geweest was – de laatste dertig jaar van zijn leven zette hij nauwelijks
meer een noot op papier.

Makkelijker

Sibelius’ vioolconcert werd geschreven op het hoogtepunt van zijn
kunnen, net na de eeuwwisseling van 1900. De eerste versie voldeed niet
helemaal aan de verwachtingen van de componist, die het eerste deel een
goed stuk aanpaste (lees: eenvoudiger maakte) waarna het concert nooit
meer de concertzalen zou verlaten. Het was deze tweede versie die door het
Noord Nederlands Orkest, dirigent Yaron Traub en solist Sergei Kachatryan
afgelopen vrijdag ten gehore werd gebracht.

~

Een zichtbaar nerveuze violist onthaalde ons op een zonder meer
virtuoze en gedreven uitvoering van Sibelius’ op één na bekendste werk (na
Finlandia). Die nervositeit vertaalde zich niet hoorbaar in zijn
vertolking: die stond als een huis. Technisch was er vrij weinig aan te
merken, de indruk werd zelfs gewekt dat het een relatief simpel stuk was.

Fluisteren

Het probleem is, dat Sibelius allesbehalve simpel materiaal levert. Het
blijft natuurlijk een kwestie van voorkeur, maar persoonlijk ben ik niet
zo gecharmeerd van Kachatryan’s ‘krachtviolistiek’. In de uitbundige
stukken is het niet zo’n probleem, maar in meer ingetogen momenten en,
belangrijker nog, in de talrijke overgangen ontaard zo’n aanpak in
oppervlakkigheid. Kachatryan liet zijn viool smeken en bidden, maar gunde
zich niet echt de rust om te fluisteren wanneer de muziek daarom vroeg.
Dat is jammer, want hoewel Sibelius’ concert zeker een ‘showpiece’ is op
plekken, valt er beneden de oppervlakte veel te ontdekken – Kachatryan
hield ons echter ferm boven de waterspiegel.

Daarmee wordt duidelijk dat het Sibelius-concert eigenlijk een stuk is
voor mensen met wat meer savoir-vivre: technisch is het allemaal nog wel
te doen, maar voor het behoorlijk overbrengen van de emotionele lading van
het stuk zou je je een wat meer ervaren kracht wensen. De begeleiding van
het NNO onder dirigent Yaron Traub was zeer behoorlijk en van dit orkest
heb ik zelden beter ensemblespel gehoord. Een beetje onfortuinlijk dat
desondanks één hoorn de pret moest bederven.

Reclame

Tsjaikovski’s Notenkraker -ditmaal niet de suite, maar stukken uit de
balletmuziek- is een moeilijk stuk om ook maar enigszins kritisch te
benaderen, omdat het zo’n integraal onderdeel van ons collectieve muzikaal
geheugen is. Ik kan me voorstellen dat zelfs iemand die het nooit gehoord
heeft vier of vijf keer een Aha-Erlebnis krijgt, aangezien het zo vaak
wordt ge- en misbruikt als gebruiksmuziek door documentairemakers,
filmmakers en de knullen van de reclame.

~

Maar dat wil niet zeggen dat je als orkest niet op je plaat kunt gaan met
het uitvoeren ervan. Integendeel, de grote ritmische variatie maakt het
tot een potentieel muzikaal mijnenveld – het is zaak om het werk van de
orkestgroepen zo nauw mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. Yaron Traub
slaagde daar ditmaal wonderwel in – de krachten van het Noord Nederlands
Orkest werden meer dan adequaat gekanaliseerd. Dat deze muziek de
verwijdering uit de context van een balletvoorstelling maar ternauwernood
overleeft is hem en het orkest dan ook niet aan te rekenen.

Niet met glans

Het is tegenwoordig voor een kleiner orkest niet eenvoudig om zich in
zulke bekende stukken te meten met de toporkesten die iedereen op CD in de
kast heeft staan. Het NNO heeft ook geregeld die vergelijking niet met
glans kunnen doorstaan. Voor dit dilemma zijn twee oplossingen mogelijk:
speel minder bekend repertoire (iets wat op zich te prijzen valt) of doe
heel erg je best. Op deze avond was ik blij dat het NNO het risico van de
tweede mogelijkheid heeft genomen.

Applaus

Slechts een kleinigheid moet me nog van het hart. Wanneer leert het
Groningse concertpubliek dat niet elke prestatie van een orkest zich leent
voor een staande ovatie? De mate en manier van applaudisseren zijn een
voor een publiek het enige middel om duidelijk te maken wat het van een
voorstelling vindt en je dient daar dan ook met zorg mee om te gaan.
Slechts uitzonderlijk goede voorstellingen lenen zich voor een minutenlang
durende staande ovatie. En dit concert, hoe goed ook, was dat niet.

Link:

http://www.noordnederlandsorkest.nl

Film / Films

De kerstgedachte redden

recensie: Elf

Een volwassen vent in een elfenpakje die wel heel erg naïef in de wereld staat: de film Elf moet de kerstgedachte bij veel mensen naar boven brengen. Volle zalen in Amerika, maar of de Nederlanders ook zo hard voor deze kerstfilm lopen is nog maar de vraag.

~

Elf Buddy (Will Ferrell) woont al z’n hele leven bij de kerstman op de Noordpool. Als mensenkind torent hij hoog uit boven de andere elfjes. Op een dag vindt z’n pleegvader dat het tijd is dat hij op zoek gaat naar z’n echt vader in New York. En zo belandt de wereldvreemde Buddy in de grote stad. Het is geen superspannend verhaaltje, maar Elf is wel een film met de nodige humor. De grappen zijn verfrissend en goed, waardoor het je meestal niet lukt een lach te onderdrukken. Het is sowieso al een komisch gezicht als je de lange Buddy in zijn maillot ziet rondhuppelen door de stad. En door zijn naïviteit zegt hij zulke domme dingen en doordat hij alles nogal letterlijk neemt, haalt hij de meest rare dingen uit. Soms zie je de grappen wel aankomen en soms ook niet, dat is het sterke van deze film.

Zoetsappig

~

Maar het is uiteraard (en hier kom je bij het typisch Amerikaanse aspect aan) niet alleen maar lollig in de grote stad. Buddy’s echte vader is een scrooge en z’n achtjarige stiefbroertje gelooft niet in de kerstman. En alsof dat nog niet erg genoeg is lijkt iedereen in New York de ware betekenis van kerst vergeten te zijn. O jee! Gaap! Je voelt het al aankomen: Buddy gaat de kerstgedachte redden. En dat is toch wel een erg zoetsappig element in de film. Amerikanen kwijlen bij dit soort verhalen, maar wij Nederlanders zijn daar toch te nuchter voor.

Onnozele blikken

Will Ferrell (Austin Powers, Old School, Zoolander) heeft wel heel erg zijn best gedaan om typetje Buddy neer te zetten, en met succes. Zijn onnozele blikken zijn lachwekkend en zijn manier van doen past er heel goed bij. Je kan Ferrell alleen na het zien van deze film niet meer zonder groene jas en gele maillot (hoe verzin je het!) zien. Het is dus maar de vraag of hij ooit nog van zijn elfenimago afkomt. De andere acteurs zijn niet prominent aanwezig in de film. Ze vervullen hun bijrol en springen er niet echt uit.

Zingend en vrolijk

Elf haalt het niet bij een kersttopper als Home Alone, al heeft regisseur Jon Favreau nog zo z’n best gedaan om er wat moois van te maken. Het ziet er ook allemaal wel best uit en de grappen komen in ieder geval goed aan (en daar gaat het toch om in een familiekomedie), maar toch had het verhaal wel wat sexier gekund, in plaats van dat eeuwige happy feeling and ending gedoe. Eén ding zul je in ieder geval niet kunnen ontkennen als je Elf gaat zien: je zal zingend en vrolijk de bioscoop verlaten.

Muziek / Concert

Gecompliceerd en individueel

recensie: Sibelius: Vioolconcert / Pjotr Iljits Tsjaikovski: Notenkraker (delen uit de balletmuziek)

Als je aan Finland denkt, dwingen voorstellingen zich aan je op van duistere naaldwouden, stille meertjes en besneeuwde steden met hier en daar een beschonken Fin die zich onstabiel probeert huiswaarts te begeven temidden van verlammende vrieskou. En die van al dan niet ontploffende mobiele telefoontjes natuurlijk. Met uitzondering van dat laatste zijn het ook beelden die zich op de voorgrond dringen terwijl je luistert naar de muziek van Johan Sibelius (1865-1957), Finlands onbetwiste componist nummer één. Het succes van Sibelius’ muziek is dan ook gedeeltelijk te verklaren uit die identificering met het stereotiepe beeld van Finland.

~

Sibelius was een gecompliceerd en bovenal zeer individueel componist. Daardoor wordt het knap lastig hem in een stroming in te delen, want temidden van allerlei invloeden – Richard Strauss, Richard Wagner, Tsjaikovski, om een paar te noemen – bleef hij toch vooral zichzelf, iets waar hij zich nadrukkelijk op beriep. Maar ook als mens bleek Sibelius geen simpel geval: rond zijn vijfenzestigste vond-ie dat het wel mooi geweest was – de laatste dertig jaar van zijn leven zette hij nauwelijks meer een noot op papier.

Aangepast

Sibelius’vioolconcert werd geschreven op het hoogtepunt van zijn kunnen, net na de eeuwwisseling van 1900. De eerste versie voldeed niet helemaal aan de verwachtingen van de componist, die het eerste deel een goed stuk aanpaste (lees: eenvoudiger maakte) waarna het concert nooit meer de concertzalen zou verlaten. Het was deze tweede versie die door het Noord Nederlands Orkest, dirigent Yaron Traub en solist Sergei Kachatryan afgelopen vrijdag ten gehore werd gebracht. Een zichtbaar nerveuze violist onthaalde ons op een zonder meer virtuoze en gedreven uitvoering van Sibelius’ op één na bekendste werk (na Finlandia). Die nervositeit vertaalde zich niet hoorbaar in zijn vertolking: die stond als een huis. Technisch was er vrij weinig aan te merken; de indruk werd zelfs gewekt dat het een relatief simpel stuk was.

Showpiece

~

Het probleem is, dat Sibelius allesbehalve simpel materiaal levert. Het blijft natuurlijk een kwestie van voorkeur, maar persoonlijk ben ik niet zo gecharmeerd van Kachatryan’s ‘krachtviolistiek’. In de uitbundige stukken is het niet zo’n probleem, maar in meer ingetogen momenten en, belangrijker nog, in de talrijke overgangen ontaard zo’n aanpak in oppervlakkigheid. Kachatryan liet zijn viool smeken en bidden, maar gunde zich niet echt de rust om te fluisteren wanneer de muziek daarom vroeg. Dat is jammer, want hoewel Sibelius’ concert zeker een ‘showpiece’ is op plekken, valt er beneden de oppervlakte veel te ontdekken – Kachatryan hield ons echter ferm boven de waterspiegel.

Savoir vivre

Daarmee wordt duidelijk dat het Sibelius-concert eigenlijk een stuk is voor mensen met wat meer savoir-vivre: technisch is het allemaal nog wel te doen, maar voor het behoorlijk overbrengen van de emotionele lading van het stuk zou je je een wat meer ervaren kracht wensen. De begeleiding van het NNO onder dirigent Yaron Traub was zeer behoorlijk en van dit orkest heb ik zelden beter ensemblespel gehoord. Een beetje onfortuinlijk dat desondanks één hoorn de pret moest bederven.

Knullen

Tsjaikovski’s Notenkraker – ditmaal niet de suite, maar stukken uit de balletmuziek – is een moeilijk stuk om ook maar enigszins kritisch te benaderen, omdat het zo’n integraal onderdeel van ons collectieve muzikaal geheugen is. Ik kan me voorstellen dat zelfs iemand die het nooit gehoord heeft vier of vijf keer een Aha-Erlebnis krijgt, aangezien het zo vaak wordt ge- en misbruikt door documentairemakers, filmmakers en de knullen van de reclame.

Mijnenveld

~

Maar dat wil niet zeggen dat je als orkest niet op je plaat kunt gaan met het uitvoeren ervan. Integendeel, de grote ritmische variatie maakt het tot een potentieel muzikaal mijnenveld – het is zaak om het werk van de orkestgroepen zo nauw mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. Yaron Traub slaagde daar ditmaal wonderwel in – de krachten van het Noord Nederlands Orkest werden meer dan adequaat gekanaliseerd. Dat deze muziek de verwijdering uit de context van een balletvoorstelling maar ternauwernood overleeft is hem en het orkest dan ook niet aan te rekenen.

Dilemma

Het is tegenwoordig voor een kleiner orkest niet eenvoudig om zich in zulke bekende stukken te meten met de toporkesten die iedereen op CD in de kast heeft staan. Het NNO heeft ook geregeld die vergelijking niet met glans kunnen doorstaan. Voor dit dilemma zijn twee oplossingen mogelijk: speel minder bekend repertoire (iets wat op zich te prijzen valt) of doe heel erg je best. Op deze avond was ik blij dat het NNO het risico van de tweede mogelijkheid heeft genomen.

Staande ovatie

Slechts een kleinigheid moet me nog van het hart. Wanneer leert het Groningse concertpubliek dat niet elke prestatie van een orkest zich leent voor een staande ovatie? De mate en manier van applaudisseren zijn een voor een publiek het enige middel om duidelijk te maken wat het van een voorstelling vindt en je dient daar dan ook met zorg mee om te gaan. Slechts uitzonderlijk goede voorstellingen lenen zich voor een minutenlang durende staande ovatie. En dit concert, hoe goed ook, was dat niet.

Link:

NNO

Muziek / Album

Het was een mooi jaar

recensie: Nieuwegein aan Zee (cd+dvd)

Spinvis was een van de grootste verrassingen van de afgelopen twee jaar. Zijn in 2002 verschenen titelloze debuut is een nederlandstalige klassieker in wording. Een album dat, in principe, geen direct vervolg zou krijgen, want: een album, daarbij zou het hoogstwaarschijnlijk blijven. Erik de Jong (Spinvis) hield het niet voor mogelijk dat hij de kans zou krijgen zijn muziek op het podium te vertolken. Behalve als hij zou worden bijgestaan door oude ervaren muzikanten die reeds deel uit maken van de geschiedenis waaruit het gesamplede debuut voortkwam.

~

Wie Spinvis dit jaar goed in de gaten heeft gehouden, zag deze droom van Erik de Jong uitkomen. Hij ging op tournee met oudgedienden als drummer Louis Debij, pianist Han Reiziger en niemand minder dan zijn eigen vader Walter de Jong. Het allereerste optreden van het combo op Crossing Border vorig jaar, was naar verluid een van de hoogtepunten van het festival. Noorderslag volgde, helaas zonder uitgebreid ensemble. Toch bleven in de Groningse Oosterpoort nummers als Bagagedrager en Ronnie Gaat Naar Huis fier overeind, mede dankzij vibrafonist Jan van Eerd. De rest van het jaar tourde Spinvis door Nederland en andere delen van Europa.

De Tijdmachine

Het is tegenwoordig erg hip om een combinatie tussen CD en DVD uit te brengen. Ook Spinvis lift met Nieuwegein aan Zee mee op dit concept. De DVD met daarop de door Hans Kok gemaakte Spinvisfilm De Tijdmachine vormt een positieve uitzondering op de vaak oninteressante, dure extraatjes die doorgaans verschijnen. De film geeft een prachtig overzicht van het afgelopen jaar.
Zo waren de camera’s aanwezig bij de eerste kennismaking tussen de muzikanten (Louis Debij en Han Reiziger kenden elkaar nog uit een heel ver verleden), de voorbereidingen op Crossing Border en de tournee in het land. Live-opnamen worden afgewisseld met interviewfragmenten, waarin onder andere platenbaas en tourmanager Ferry Roseboom en De Jong zelf anekdotes vertellen. Verder bevat de DVD enkele videoclips en nog veel meer fragmenten voor wie er echt geen genoeg van kan krijgen.

Nieuwegein

De live-opnamen op de cd zijn dezelfde als die in de film. Het gaat hierbij om registraties van concerten in Paradiso en De Kom in thuisbasis Nieuwegein aan Zee. Dit deel van het album is, gezien de compleet opnieuw gearrangeerde nummers, een prachtige aanvulling op het debuut. Nieuwegein aan Zee herbergt ook nog eens vier gedeeltelijk nieuwe nummers, waarvan vooral het ontroerende Een Nagemaakte Gek een verpletterende indruk achterlaat. Enig minpuntje is de wat vervelende Vlaamse versie van Astronaut, samen met de dames van Lais.

Maar een enkel minder moment valt in het niet bij de stortvloed aan interessant materiaal die over je heen komt bij het kijken en luisteren naar Nieuwegein aan Zee. Wie, als Spinvisfan, deze ‘anthology’ niet in huis haalt doet zichzelf tekort, want is het niet mooi getuige te zijn geweest van dit bijna onwerkelijke kleine hoofdstuk in de vaderlandse popgeschiedenis.

Link:

http://www.spinvis.nl

Film / Films

Platte cartoons in nog plattere film

recensie: Looney Tunes: Back in Action

Looney Tunes: Back in Action zou aanvankelijk een vervolg worden op Space Jam uit 1996 en zou Spy Jam gaan heten. Regisseur Joe Dante had echter zo’n hekel aan die film met Michael Jordan dat hij vastbesloten was een Looney Tunes-film te maken waarin de personages naar zijn mening wel tot hun recht zouden komen. Helaas voor Dante is dat allesbehalve gelukt…

~

In Looney Tunes: Back in Action wordt live action (echte acteurs) gecombineerd met animatie. De tekenfilmfiguren uit de Looney Tunes lopen dus rond in de echte wereld. De film begint met het ontslag van Daffy Duck bij Warner Bros-studio’s, waarna de eend optrekt met tevens ontslagen bewaker/wannabe-stuntman DJ Drake (Brendan Fraser). Samen trekken ze richting Las Vegas om de ontvoerde vader van DJ (gespeeld door oud James Bond-acteur Timothy Dalton) uit de handen van directeur van het ACME-concern Mr. Chairman (Steve Martin) te bevrijden. Ze worden op de voet gevolgd door Kate Hudson (Jenna Elfman) van Warner Bros en Bugs Bunny die ervoor moeten zorgen dat Daffy Duck terugkomt bij de studio. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, maakt het hele gezelschap ook nog eens jacht op de Blue Monkey – een diamant die de hele mensheid in een oogwenk kan veranderen in apen.

Chaotische rommel

De makers van Looney Tunes: Back in Action lijken erg hun best te hebben gedaan een zo bizar mogelijk verhaal te verzinnen. Het resultaat is een onsamenhangende, chaotische rommel die op geen enkel moment echt grappig wordt. Regisseur Joe Dante (Gremlins, Small Soldiers) lijkt bovendien maar niet te kunnen beslissen of hij nou wel of niet een kinderfilm wil maken: humor die doorgaans alleen leuk is voor kleine kinderen, zoals Bugs Bunny die een boer laat, wordt afgewisseld door hordes grappen en verwijzingen naar andere films, zoals de douchescène uit ä van Alfred Hitchcock, die duidelijk voor volwassenen zijn bedoeld. Maar omdat die grappen eigenlijk nooit echt grappig zijn, neemt de irritatie bij de kijkers boven de vijf al snel toe.

Grootste ergernis bij de film is echter zonder twijfel het feit dat iedereen zo verschrikkelijk zijn best doet grappig te zijn, waardoor precies het tegenovergestelde het geval is. Jenna Elfman, bekend van de comedyserie Dharma & Greg, lijkt zichzelf weer eens heel erg grappig en charmant te vinden, terwijl Steve Martin een belachelijke rol neerzet als slechterik. Met zijn te kleine outfit en spastische bewegingen geeft hij overacting een compleet nieuw gezicht.

De Looney Tunes zelf zijn ondertussen niet veel beter. Zwermen tekenfilmfiguren komen weliswaar voorbij – soms zelfs zoveel in een shot dat het nauwelijks is bij te houden -, maar daar houdt het ook wel op. De enige rollen die verder gaan dan een seconde durend optreden zijn die van Bugs Bunny en Daffy Duck. Helaas zijn zij dankzij hun flauwe grappen eerder irritant dat grappig. Ook technisch gezien valt Looney Tunes: Back in Action tegen. Het blijft natuurlijk moeilijk tekenfilmfiguren in 3D te laten rondlopen in echte decors, maar de Looney Tunes-figuren blijven wel erg plat. Zo is het negen van de tien keer niet eens duidelijk of Daffy Duck nou voor, achter of naast iemand staat.

Helaas voor Dante is zijn missie een film te maken waarin de Looney Tunes goed tot hun recht komen dus jammerlijk mislukt. In plaats daarvan wordt de kijker overladen met alle denkbare tekenfilmfiguren uit de Looney Tunes-geschiedenis, die door deze overload juist helemaal niet tot hun recht komen. De film kan hooguit grappig zijn voor de allerkleinsten; voor de rest van ons zal Looney Tunes: Back in Action echter een bron van irritatie zijn.

Muziek / Album

Gooi je haar los

recensie: Tales of a Librarian

Eerst moet ik iets bekennen. Ik ken Tori Amos nauwelijks. Ja, Cornflake Girl hoorde ik jaren geleden wel eens op de radio maar ik wist eerlijk gezegd niet dat ze zoveel plaatjes had gemaakt om een soort ‘best of’ album te rechtvaardigen. Maar op haar website www.tori.com zie ik dat Tales of a Librarian al haar achtste album is.

~

De meeste nummers op Tales of a Librarian komen van haar debuut CD Little Earthquakes; zes songs maar liefst. Ook Under the Pink met drie songs; Boys for Pele met twee liedjes en From the Choirgirl Hotel met drie. Verder staan er vier nieuwe nummers op de CD en één nummer van To Venus and Back en een speciale remix van Professional Widow door Armand van Helden. Dit maakt samen twintig nummers in negenzeventig minuten. Wat opvalt is dat van van twee voorlaatste albums Scarlet’s Walk en Strange Little Girls (coveralbum) geen enkel nummer is opgenomen in dit overzicht.

Dat ik haar niet ken, heeft ook voordelen. Ik ben niet verblind door hartstocht of kennis. Ik kan de CD puur gaan luisteren en ook de bijgesloten DVD met vier extra nummers kan ik naturel bekijken.

In het CD boekje zie ik dat Tori een nieuw imago probeert uit te dragen. Niet meer de neohippie met rood haar en bloemetjesjurk. Maar een femme fatale in jaren dertig stijl die de potentiële luisteraar uitdagend aankijkt vanaf het hoesje. Dit zijn de feiten, maar nu de CD zelf.

Snik

Op een grijze decembermorgen stop ik vol verwachting de CD in de lade en ik hoor soms prachtige liedjes. Maar wat me opvalt is dat je het in gedeelde porties tot je moet nemen. De teksten zijn schitterend en de piano kabbelt voort, maar het is allemaal zwaar over the top (hetzelfde heb ik met Rufus Wainwright). Bijvoorbeeld het schitterende Me and my Gun werkt na 1 minuut 50 (een erg vreemde snik) op mijn lachspieren in plaats van dat het ontroert, wat wel de bedoeling is. Ook het live nummer Honey van de bonus DVD is na de schitterende opening lachwekkend na een te lange grommende uithaal. Daarnaast staan op Tales of a Librarian schitterende uitvoeringen van Precious Things en Winter. Maar waarom helpt Tori haar andere nummers vaak zo vakundig om zeep? Emotie is mooi maar mensen die geen greintje relativering kennen zoals Tori Amos werken op de lachspieren in plaats van op de traanbuis.

Deze CD is bedoeld voor de echte fans, maar die hebben Little Earthquakes, Under the Pink, From the Choirgirl Hotel en Boys for Pele allang in de kast staan. Dus die betalen voor zes songs, waaronder de vervelende remix van Armand van Helden, de volle mep. Dit riekt naar geldklopperij. En mensen zoals ik die nog niks van Tori in de kast hadden staan, worden ook niet echt blij van dit overzicht.

Tori, een tip: gooi je haar los en neem jezelf niet zo serieus want je hebt een goede stem, speelt goed piano en zit er goed uit. Ingrediënten genoeg voor een nieuw, fris begin.

Boeken / Fictie

Altijd weer de liefde

recensie: Elf minuten

Een liefdesverhaal. Wat is er elementairder in de literaire kunst dan de aloude liefde? Zeker als het gaat om de liefde tussen twee mensen uit verschillende maatschappelijke lagen. Aan de ene kant de prostituee en aan de andere kant de gevierde kunstenaar. Als dat maar goed komt.

~

De schijnbaar onbereikbare liefde is een thema dat we eerder aantroffen in andere boeken. Van streekroman tot Shakespeare; iedereen heeft er wel al eens over geschreven. Hoewel de strekking van het verhaal altijd op hetzelfde neerkomt, verschillen de diverse uitvoeringen behoorlijk in uitwerking en kwaliteit. Je kunt je vrij simpel vergalopperen bij dit in principe simpele verhaallijntje.
Het komt er altijd op neer dat twee mensen van elkaar houden, maar dat de situatie hun liefde onmogelijk lijkt te maken. De twee personen dreigen elkaar vervolgens kwijt te raken, maar uiteindelijk komt het dan toch nog goed.

Clou

Daarmee heb ik dus nu al onthuld hoe het verhaal zich zal ontvouwen, maar daarmee verraad ik niets schokkends, denk ik. De lezer heeft al snel genoeg door waar het allemaal heen leidt.
Het gaat hier veel meer om hoe Coelho de Braziliaanse Maria van het Braziliaanse platteland naar de prostitutie in Genève verplaatst, om aldaar de ware liefde te vinden in de persoon van de succesvolle, maar ook eenzame schilder Ralf. En dat doet Coelho gewoon goed.

De invulling van het verhaal is, door de strijd die Maria levert met de begrippen liefde en seksualiteit, toch weer de moeite waard om te lezen. De liefde blijft boeien, zeker als Coelho zich ermee bemoeit.

Seks

~

Weliswaar gaat Elf minuten voor een groot gedeelte over seks. Elf minuten is de tijd die, volgens Coelho, de daad gemiddeld in beslag neemt. Maar alle ontwikkelingen die Maria op seksueel gebied doormaakt staan in het teken van haar zoektocht naar de ware liefde. Hier is in de letterlijke zin van het woord sprake van functioneel bloot.
Maria is nu eenmaal prostituee. En een goede, dus die heeft regelmatig seksuele contacten. Maar het gaat hier meer om de manier waarop zij deze contacten ervaart en integreert in haar wereldbeeld, dan om de contacten zelf.

Plaatjes

Paulo Coelho is een beeldend schrijver. Hij geeft niet alleen een duidelijk beeld van de seksscènes, maar ook de emoties van Maria beleef je mee. Daardoor wordt een mooi plaatje van de emotionele ontwikkeling van Maria geschetst. Een vrouw die bang is zich emotioneel te binden, want dan kan ze ook teveel verliezen, komt steeds meer onder invloed van haar liefde voor Ralf.

Je voelt de strijd die Maria levert tussen gevoel en ratio. En dat je dat voelt is een duidelijk teken. Het teken dat Coelho z’n vak verstaat. Ok, het blijft een standaardverhaal, en hier en daar is het misschien wat over the top. Maria gaat soms wel erg ver in het analyseren van haar gevoelens in de dagboekscènes. Maar uiteindelijk vermaak je jezelf prima met het verhaal van Maria. Sterker nog: ik was aan het eind teleurgesteld dat het allemaal al afgelopen was.

Eind

Aan het aantal pagina’s dat je in het boek nog resten zie je natuurlijk wel dat een verhaal het einde nadert, maar toch kwam het voor mij als een verrassing. Na alle verwikkelingen en lange verhandelingen over de heersende emoties, was het eind er opeens heel snel en zonder poespas. En juist dit snelle einde voegde weer een dimensie toe aan het verhaal en gaf aan hoe snel situaties kunnen veranderen. Hoe je alles kunt proberen te plannen en hoe je vervolgens moet ondervinden dat het in het leven toch weer anders verloopt. Gelukkig maar, dat levert namelijk mooiere verhalen op. Verhalen zoals Elf minuten.