Muziek / Concert

Muse in Reykjavik

recensie:

Weinig grote bands nemen de moeite om naar het afgelegen IJsland te vliegen om er een concert te geven. De tickets voor Muse (à 60 euro) waren dus al binnen een halve ochtend uitverkocht, maar er passen maar 6000 mensen in de zaal, wat wellicht een reden is dat het commerciëel gezien niet zo lucratief is om op IJsland te spelen. Wanneer er een band van dergelijk kaliber wel die kant op komt, vindt het concert plaats in het enige grote podium dat de stad rijk is, de sporthal Laugardalshöllin, 5 minuten buiten het centrum van de stad.

~

IJslanders zetten het graag op een zuipen, maar in de sporthal geldt gelukkig een drankverbod, wat ook inhoudt dat er geen leeftijdsgrens gehanteerd wordt. Dat komt niet zo vaak voor in het restrictieve IJsland, en het overgrote deel van het enthousiaste publiek bestaat dan ook uit luidruchtige tieners. Muse mocht een inheems voorprogramma selecteren, en koos voor de in Engeland steeds populairder wordende groep Mínus. Die maakten vroeger dissonante noise-schuine-streep-hardcore, maar tegenwoordig concentreren ze zich op echte liedjes, met echte zang, een soort moderne en hardere versie van de Stooges. Hun korte setlist bestaat voornamelijk uit materiaal van hun laatste CD, Halldór Laxness. Het is een heftig, snoeihard concert, en het publiek vindt het prachtig.

IJslandse verkoudheid

~

Voor de dranghekken staat een bezwete meute tieners die elkaar platdrukken. De organisatoren hebben een aantal zware jongens ingehuurd die, nog voordat Muse het podium betreedt, al een flauwgevallen slachtoffer uit de massa slepen. De fans hebben er wel wat voor over om dicht bij hun held(en) te staan, en krijgen gelukkig ook waar ze voor kwamen. Muse begint denderend met Apocalypse please, dat al gelijk de toon zet voor de rest van het concert: voornamelijk nummers van hun laatste cd Absolution, in dezelfde bombastische en barokke stijl van dat album. Hun verschijning is nogal sober, maar ook behoorlijk grandioos, vooral wat zanger/frontman Matthew Bellamy betreft. Hij zingt, ondanks een IJslandse verkoudheid, behoorlijk zuiver, en wanneer hij niet in het rond aan het springen is, speelt hij virtuoos op een enorm keyboard dat in een futuristische metalen kooi gehuld is.

Eentonig

De band werkt zich op die manier door de helft van Absolution, de hitnummers van Origin of Symmetry (New born, Space Dementia, Bliss, Plug in Baby), een nieuw nummer en paar titels van hun debuut Showbizz, die zo zeer aan hun nieuwe, hardere geluid zijn aangepast dat ze bijna onherkenbaar zijn. Het is een optreden zonder bijzondere uitschieters, wat het concert een beetje eentonig maakt. Waar Muse vroeger een veel rauwer en directer voorkomen had, is hun verschijning vandaag de dag veel meer een concept, abstract en afstandelijk. De band is daarom nu ook afhankelijk van hun theatrale voorkomen, van geniale uitslover Bellamy (zijn handen op het keyboard worden in de achtergrond vergroot geprojecteerd), van videoprojecties en vermakelijke trucs als de gigantische confettibalonnen die aan het einde van het concert op het publiek losgelaten worden.

Belevenis

Dat neemt allemaal niet weg dat een concert van Muse een indrukwekkende en heftige vertoning is, door slechts drie mensen op een enorm podium. En dat de muziek er mag wezen, ook al klinkt hij even compact en doorzichtig als op hun album. Na een korte toegift in de vorm van een snoeiharde vertolking van Stockholm Syndrome is het concert al na anderhalf uur afgelopen. Voor Muse het laatste concert van het jaar, en een kleine vakantie in IJsland, voor de IJslandse jeugd een belevenis die ze in eigen land niet vaak meemaakt.