Muziek / Achtergrond
special: Interview met zanger Steve Hogarth van Marillion

“Een concert is soul-to-soul contact tussen mij en het publiek”

Het is niet zo lang geleden dat Pearl Jam besloot om al hun concerten op CD uit te brengen om zo de handel in bootlegs de wind uit de zeilen te nemen. De klassieke Britse band Marillion (bekend van bijvoorbeeld Kayleigh (met de vorige zanger Fish) of het nieuwere Sympathy) gaat zelfs een stapje verder. Ze gunt ons een blik in de studio door demo’s en nog niet uitgebracht nummers op CD te zetten. Ook brengt ze regelmatig concerten op DVD uit. 8WEEKLY sprak met zanger Steve Hogarth over dit opvallende initiatief.

~

Gekoppeld aan de website marillion.com is de band een paar jaar gelden begonnen met het label Racket Records. Deze aparte maatschappij brengt, los van de officiële albums, opnames uit van concerten, maar ook bijvoorbeeld opnames die de officiële Cd’s niet hebben gehaald. Deze extra platenmaatschappij maakt het ook mogelijk om lid te worden van een Front Row club, die er voor zorgt dat je elke keer de nieuwste muziek van Marillion in huis hebt. Weg dus met de romantiek van stoffige platenbeurzen: een echte Marillion-fan kan altijd de nieuwste opnames in huis hebben. Je hoeft er alleen maar Engelse ponden voor neer te tellen.

Waarom?

~

Het is verwonderlijk dat Marillion zoveel energie steekt in een dergelijk project. De albums en DVD’s zijn niet echt duur en zullen ook zeker niet in grote oplagen worden verkocht. Dat het geen gouden business moet zijn blijkt wel uit het feit dat er weinig andere bands zijn die dit initiatief gevolgd hebben. Daarom vroegen we de huidige zanger van de band Steve Hogarth om een toelichting op dit project.

JvH: Waarom is Marillion eigenlijk met deze hele onderneming begonnen?
SH: Van Marillion zijn altijd erg veel bootlegs verschenen. Veel daarvan zijn door mensen opgenomen met een discman in hun jaszak en dus van erg slechte kwaliteit. We ontdekten een mogelijkheid om binnen ons contract met platenmaatschappij EMI toch legaal speciale opnamen te versturen naar onze fans. Daarom zijn we begonnen om met Racket Records goede live-opnames voor de hardcore fans beschikbaar te stellen en zo te voorkomen dat ze veel geld aan slechte opnames uitgeven.

JvH: Heb je enig idee waarom het voor die fans zo belangrijk is om deze live-CD’s ook in huis te hebben?
SH: Het is de enige manier om te ontdekken of we het ook echt kunnen [lacht]. Nee, serieus: ik denk dat een live-optreden altijd meer impact zal hebben dan een album, omdat er simpelweg dingen zijn die je niet op een CD kunt vastleggen. Dan kun je nog zo veel geld uitgeven aan je hifi-installatie, het gevoel van interactie tussen de band en het publiek zul je altijd missen.

JvH: Maar waarom maken jullie dan eigenlijk nog studioalbums?
SH: Voor de duidelijkheid: het geven van concerten is voor mij de reden dat ik muziek maak. Zingen is zo persoonlijk, ik heb eigenlijk het idee dat er een soort “soul-to-soul” contact tussen mij en het publiek ontstaat. Als we bezig zijn met het opnemen is dit niet meer dan een manier om onze nieuwe songs beter te maken. Na dit proces zijn de songs klaar en kunnen we er het podium mee op.

~

JvH: Jullie geven ook CD’s uit met songs die tijdens de opnames op de plank zijn blijven liggen. Komt er ook een dergelijk album van jullie nieuwste CD Marbles?
SH: Natuurlijk. Bij Marbles hebben we er zelfs een dubbel-cd van gemaakt omdat we te veel materiaal hadden. Er zijn ook nog erg goede nummers blijven liggen die binnen het album geen plaats konden krijgen. Zo uit mijn hoofd gezegd vind ik in ieder geval “Faith”, “Power” en “Real Tears For Sale” hiervan zeker de moeite waard om eens uit te brengen.

Christmas in the Chapel

Om een beeld te krijgen van wat Racket Records te bieden heeft, hebben we de DVD Christmas in the Chapel bekeken. Op deze DVD is het integrale concert van de band op 7 december 2002 in de Union Chapel in Londen opgenomen. Een stevig, 18 nummers lang concert van goede beeld- en geluidskwaliteit. Voor een relatief lage prijs van 15 pond (zeg 22 euro) heb je dan toch een mooi concert in huis, dat zeker veel hoger van kwaliteit is dan het werk dat je op een platenbeurs weet te pakken te krijgen. De romantiek van weleer is dan wel weg, maar daarvoor krijg je dan ook op muzikaal gebied behoorlijk veel nieuws. Laten we hopen dat andere bands dit voorbeeld snel volgen.

8WEEKLY

De Weerwolven van Wakkerdam

Artikel: De Weerwolven van Wakkerdam

Partyspelletjes, ik heb er lang niet altijd het geduld voor. Onlangs bevond ik me met een groep medestudenten in een afgelegen kampeerboerderij. Als de nacht valt, kunnen er twee dingen gebeuren: of we worden allen gruwelijk vermoord zoals in de Scream-films gebeurt (tenslotte hebben we te maken met jongeren op een afgelegen locatie), of we gaan proberen ons te vermaken. Al snel kwam ik tot de conclusie dat Party & Co eigenlijk gewoon een stomvervelend spel is, en leek er niet veel anders op te zitten dan studentikoos te gaan drinken en elkaar gedichten voor te dragen (of zoiets).

Aantal spelers: 8-18

Op dat moment toverde iemand een klein kaartspelletje tevoorschijn: De Weerwolven van Wakkerdam. In dit spel neem je met een groepje medespelers een rol aan. De kaarten worden geschud, en vervolgens deelt de spelleider de kaarten. De kaart die je krijgt houd je geheim voor je medespelers: ze geeft namelijk aan wat jouw rol in het spel is. In het dorpje Wakkerdam wonen namelijk eerzame burgers, maar ook weerwolven. Verder zijn er zieners, jagers, geliefden, een Cupido en een onschuldig meisje. Heb je een weerwolfkaart, dan ben je een weerwolf, heb je een burgerkaart, dan ben je.. juist, je snapt hem.

Ontmaskeren

Het doel van het spel is dat de burgers de weerwolven ontmaskeren. De weerwolven proberen op hun beurt de burgers uit te schakelen. ’s Nachts ontwaken de wolven, en schakelen ze een burger uit. Overdag proberen de burgers op middeleeuwse wijze (roddel en achterklap) iemand als weerwolf aan te wijzen. Is er iemand beschuldigd, dan wordt deze ter dood gebracht (uit het spel gezet), en moet hij zijn speelkaart tonen. Het kan dus gebeuren dat de burgers een onschuldige medeburger uitschakelen. Toont het kaartje echter het weerwolvenlogo, dan hebben ze er dus eentje te pakken.

Ogen dicht

De spelleider vertelt de spelers wanneer het dag of nacht is. Bij nacht sluit iedereen de ogen, en ontwaken vervolgens de weerwolven. Zij wijzen in stilte hun slachtoffer aan, en sluiten weer de ogen. Vervolgens vertelt de ziener dat men kan ontwaken, en wie helaas door toedoen van de wolven nooit meer het levenslicht zal zien. Vervolgens vergaderen en stemmen de burgers dus een speler weg. Wakkerdam wordt al snel een afvalrace. Als de burgers zodanig zijn uitgedund dat ze de wolven niet meer kunnen ontmaskeren, hebben de wolven gewonnen.

Onschuldige meisjes

Andere spelers kunnen ook functies hebben. Zo is er een ziener die wakker wordt als iedereen slaapt en elke beurt mag gluren achter één kaartje. Op deze manier kan hij/zij er ook achter komen wie wel of geen weerwolf is. Als je als speler in de daaropvolgende discussie te duidelijk laat blijken dat jij de ziener bent, zullen de wolven je uitschakelen, dus voorzichtigheid is geboden. Cupido kan twee geliefden aanwijzen. Zij zijn tijdens het spel met elkaar verbonden. Sterft de één, dan sterft de ander ook. Het onschuldige meisje mag, als de weerwolven ontwaken, stiekem meegluren en zo proberen de wolven te betrappen. Zien de wolven haar gluren, dan is ze zelf het haasje. De heks heeft de gave om een gedode speler te laten leven, of juist een extra speler dood te maken, en de jager kan als hij vermoord wordt nog net voor zijn dood zelf iemand afmaken.

Conclusie

Als partygame is dit spel in al zijn eenvoud zeer geslaagd. Als je na drie of vier ronden afvalt, blijft het toch leuk om te zien wie nou eigenlijk de wolven waren. Met die wetenschap in het achterhoofd kan het ook hilarisch zijn om de discussies overdag te volgen, over wie er nou een weerwolf is, en wie niet. Het blijft echter een afvalrace, en daardoor kan het, zeker als je met zijn achttienen speelt, een hele zit worden als je bijvoorbeeld al in de eerste ronde eruit ligt. Desondanks zeker een aanrader voor de lange winternachten of die zwoele zomeravond.

Muziek / Concert

De imitatie voorbij

recensie: Filip Jordens - Hommage à Brel

Valentijnsdag in het Jacques Brel-herdenkingsjaar. De ware romanticus nam zijn vriendin, of beter: geliefde, mee naar het eerbetoon aan Brel van Filip Jordens en les p’tits mozarts de ce soir in Amersfoort. En hield bij voorkeur haar hand vast terwijl het indringende Ne me quitte pas door de met kroonluchters verlichte Sint-Aegtenkapel klonk – overigens ook beschikbaar voor huwelijksvoltrekkingen. Wie op het romantische vlak nog iets goed te maken heeft, of gewoon een zwak heeft voor de liedjes van de ongeëvenaarde Vlaamse zanger, heeft nog een paar kansen om Jordens en zijn gezelschap op Nederlands grondgebied te zien. Na een succesvolle tournee langs Belgische, Franse en Nederlandse theaters kan binnenkort het Duitse publiek kennis maken met Jordens imitatie van Brel die we van Jordens geen imitatie mogen noemen.

~

Jordens beweert dan wel dat hij Brel niet wil imiteren, maar zelfs voor de leek op Brelgebied is al na een paar nummers duidelijk dat de gebaren van Jordens wapperende handen geen willekeurige gebaren zijn en dat zijn vrolijke huppeltjes tussen twee liedjes door een bloedserieuze inzet hebben. Hier wordt, met een enorme toewijding, iemand tot in de kleinste details nagedaan. Wat is er boeiend aan een volwassen man die z’n best doet om z’n idool te kopiëren? Bestond er in het België van Jordens’ jeugd geen equivalent van Hennie Huisman, dat Jordens zich nu alsnog zo schaamteloos uitleeft in het nadoen van mimiek en gebaren van Brel? Kun je om Brel werkelijk eer te betonen niet beter thuis een kaarsje aansteken, een wijntje inschenken en een langspeelplaat uit Brels glorietijd opzetten? Het zijn kritische vragen die je zou kunnen stellen bij de uitgangspunten van Jordens’ voorstelling.

Tussen clownesk en ingetogen

Het energieke, gepassioneerde optreden van Jordens en zijn p’tits mozarts maakt echter het verschil tussen hommage en imitatie. De eigen inbreng van Jordens en zijn pianist, contrabassist en accordeonist is de liefde voor Brel die uit alles spreekt, van de perfecte uitvoering van zang en muziek tot de zorgvuldigheid waarmee het repertoire is samengesteld. In een razend tempo komen niet alleen vele van Brels publiekssuccessen maar ook juist de minder bekende nummers voorbij. Bij elk nummer weet Jordens de bijpassende Brel uit de kast te trekken; hij schakelt geloofwaardig en schijnbaar moeiteloos tussen clownesk en ingetogen, tussen kwaad en teder. Jordens voegt af en toe actuele opmerkingen toe in de chansons. Deze kleine afwijkingen doen Brel alleen maar dichterbij komen: als Brel werkelijk voor ons had gestaan had hij ongetwijfeld ook iets te zeggen gehad over Erwin Krol of Arnold Schwarzenegger.

Voorbij de taalbarrière

De hommage à Brel is een zinderende voorstelling waar de liefhebbers van Brel nog lang over zullen spreken, en waarmee iedereen die niet zo bekend is met Brel alsnog gewonnen kan worden voor zijn prachtige composities en teksten. Jammer alleen dat Jordens geen Vlaamse versie van Les plat pays of Amsterdam opnam in het programma van zijn Nederlandse tournee. Het zou een tegemoetkoming geweest zijn aan het overgrote deel van het publiek dat niet zo goed uit de weg kan met het Frans. Toen Jordens na afloop van de show in het Frans contact probeerde te leggen met het publiek, kwamen veel van zijn opmerkingen niet over. Op een grapje over Helmut Lotti kwam geen reactie, op de daarop volgende opmerking dat Amersfoort toch maar een gelukkige stad was dat Lotti er onbekend was volgde wat schaapachtig gelach van een enkeling. Pas met een opmerking in het Vlaams bereikte Jordens het publiek. De volgende zin ratelde echter weer in het Frans voorbij. Het applaus was, ondanks het wat stroeve einde, oorverdovend, verdiend en Brel waardig. Brels muziek heeft gelukkig geen hinder van taalgrenzen.

De hommage à Brel is nog te zien op:
17-02 IJsselstein
18-02 Deventer
19-02 Zoetermeer

Boeken / Fictie

Winteraffaire is warm noch koud

recensie: Shamim Sarif - Winteraffaire

.

Alexander is een succesvol zakenman en zit midden in de overname van een bedrijf. Dan vat hij een warme vriendschap – of zijn het andere gevoelens? – op voor Estelle, de moeder van zijn onderhandelingspartner Melissa. Deze ‘vriendschap’ brengt ook zijn herinneringen aan de enige liefde in zijn leven boven, Katja. Zonder haar vluchtte hij in de jaren vijftig uit het Stalinistische Rusland. Zijn nichtje Lauren vindt dat het tijd wordt onderzoek te doen naar de mysterieuze dood van Katja. En dan komt ze achter dingen die haar oom Alexander misschien liever niet wist.

Verraad en spionage

Het boek bestaat uit hoofdstukken die zich afwisselend afspelen in Boston en Rusland. Doordat er ook sprongen in de tijd worden gemaakt tussen de beide hoofdstukken, zijn er eigenlijk twee boeken die samenkomen als Lauren en Melissa naar Rusland gaan. Het verschil in tijd is wel een interessant gegeven, omdat Alexander nogal een zwijgzame man is en er door de verhalen meer duidelijk wordt over hem. Zo blijkt dat Katja in eerste instantie met hem uitging om hem te bespioneren, omdat hij voor de regering werkte. Haar haat kwam voort uit de zinloze moord op haar ouders. Maar tijdens hun relatie wil ze stoppen met het werk, omdat ze daadwerkelijk verliefd is geworden.

Passieloos

De personages in Winteraffaire zijn goed uitgewerkt en allemaal maken ze een duidelijke ontwikkeling door. Estelle verandert van een zwijgzame en bescheiden echtgenoot in een schrijfster die er achter komt dat er meer is dan een passieloos huwelijk met een professor. De verandering van Melissa is misschien wat flauw. Terwijl ze een koel persoon blijft, wordt ze later door de schrijfster veel positiever neer gezet. Het vertelperspectief draagt bij aan de uitwerking. Er wordt verteld vanuit het hij/zij-perspectief, maar ondertussen is er ook een alwetende verteller die van alle personen de gedachten kan lezen.

Voor ieder wat wils

Het boek is vlot geschreven, maar met soms wat onhandige vergelijkingen, als ‘het gevoel dat zijn hoofd voelt alsof er schuimgebak in zit’. Ook zijn bepaalde zinnen nogal cliché en niet echt bijzonder om een bepaald gevoel uit te drukken. Het boek bevat misschien wat te veel van alles: een liefdesrelatie, een geheime liefdesrelatie, spanning door de spionagepraktijken en verraad, culinaire beschrijvingen en kunst. Doordat er van al deze elementen een beetje in zit, is het wel een totale roman geworden met voor ieder wat wils, maar tegelijk is het ook minder interessant geworden, omdat niets echt uitgewerkt is en het boek om te veel verschillende dingen draait. Het beeld dat van Stalinistisch Rusland wordt gegeven is wel goed. Het laat het lijden van de gewone mensen zien en de regeringsfunctionarissen die het ondertussen wel goed hebben. Ook wordt verschillende keren beschreven dat er voor de mensen in die periode in Rusland geen echte keuzes waren.

‘Ik hou van mijn werk,’ zegt hij, als ze het hem vraagt.
‘Hartstochtelijk?’
‘Nee. Hoe hartstochtelijk kun je zijn over iets dat je niet hebt gekozen te doen?’
‘Waarom doe je dan niets anders?’ vraagt ze.
‘Werkt dat zo in de Sovjet-Unie?’ zegt hij, met zachte stem.

Winteraffaire is niet alleen een allegaartje van allerlei verhaallijnen, maar ook een boek dat de Koude Oorlog weer in beeld brengt door Amerika voor te stellen als het land van onbegrensde mogelijkheden en de Sovjet-Unie als een land in de greep een verkeerde ideologie. Het verhaal is tragisch maar grijpt niet echt aan. En winterroman is het zeker, getuige de sneeuw, maar of ik er nu echt warm van word? Nee.

Muziek / Album

Ook mooi in hi-fi

recensie: The Mountain Goats - We Shall All Be Healed

Al een paar jaar laat ik vriend en vijand versteld staan wanneer ik mijn favoriete band bekend maak: The Mountain Goats. “Wie? Die ken ik niet,” is de eerste reactie steevast. En dat terwijl ik (en nooit mijn gesprekspartner) bekend sta als een totale leek op muziekgebied, die bij wijze van spreken James Hetfield zou noemen als de zanger van Pearl Jam. Maar ik ken The Mountain Goats! En nu er een nieuw album uit is, mag ik ook mijn steentje bijdragen aan een discussie over muziek.

The Mountain Goats bestaat uit John Darnielle en een akoestische gitaar. Vraag me niet waarom deze man zichzelf een meervoudsnaam geeft, want ik weet het niet. Ik ken alleen zijn muziek en die klinkt folk-achtig, maar is veel meer dan dat. Darnielle heeft een wat nasale stem en begeleidt zichzelf zo energiek dat je zijn vingers soms tegen het hout van zijn gitaar hoort slaan. Zijn teksten bevatten veel lange zinnen die vaak net niet binnen de melodielijn passen, waardoor je heen en weer glijdt tussen hakkelend en melodieus. Neem dit alles op met een simpel bandrecordertje, zodat je ruis en het ronddraaien van de spoelen erbij krijgt en je hebt, ongeveer, het geluid van The Mountain Goats: Energieke, lo-fi luistermuziek.

Veranderingen

We Shall all be Healed is het twaalfde album op rij, maar het verschilt drastisch van zijn voorgangers. In 2002 bracht Darnielle maar liefst vier albums uit, waarvan de laatste, Tallahassee, de overstap naar een nieuw label markeerde. Met die overstap naar 4AD veranderde ook de muziek: de bandrecorder als extra instrument verdween en de liedjes op Tallahassee moesten het doen zonder de charmante ruis en kraakgeluiden. Op We Shall all be Healed is de ruis bij sommige liedjes weer aanwezig, zij het op de achtergrond. Maar er is nog een groot verschil: voor het eerst maakt The Mountain Goats veelvuldig gebruik van piano, drums, violen en andere instrumenten. Het lijkt erop dat Darnielle zowel de lo-fi als de eenvoud vaarwel zegt. Maar is The Mountain Goats dan nog wel The Mountain Goats?

We Shall all be Healed is een bonte verzameling liedjes van allerlei pluimage en voor elke stemming. Er zitten heel opzwepende nummers tussen, zoals het zomerse, bijna dansbare Palmcorder Yajna, Home Again Garden Grove en het korte maar hevige Quito. De energie van deze nummers is aanstekelijk en wanneer je de cd de eerste (paar) keer beluistert vallen deze het meest op.
Dan zijn er wat rustige liedjes die voorzien zijn van extra instrumenten en deze nummers vergen wat meer tijd om er bekend mee te raken. Het openingsnummer Slow West Vultures klinkt goed, maar de violen, basgitaar, drums en een of ander orgelachtig apparaat maken het in eerste instantie te vol en te glad. Wanneer je gewend bent aan alleen Darnielle en zijn gitaar ben je geneigd te zeggen: overdaad schaadt, maar hoe vaker je luistert, hoe meer je ontdekt dat die extra instrumenten, en dan juist de violen die je in eerste instantie niet kon waarderen, de nummers wel die extra diepte verlenen. Alleen het stukje experimentele piano in het nummer Cotton is niet op zijn plek.

Persoonlijk

Er zijn ook nummers waarin Darnielle zich ouderwets beperkt tot zijn gitaar en dan hele zachte, stille liedjes zingt, zoals Your Belgian Things en Mole (wel met piano), die beiden lijken te gaan over verloren liefdes. Dat is nog zo’n bijzondere eigenschap van The Mountain Goats: je merkt dat sommige liedjes heel persoonlijk zijn en eigenlijk helemaal niet voor jou gelden. Your Belgian Things klinkt als een intieme brief aan iemand die erg gemist wordt:

The men were here to get your Belgian things
They’ll spend the whole day hauling them downstairs
I shot a roll of thirty-two exposures
My camera groans beneath the weight it bears

Eigenlijk voel je je een beetje een inbreker in deze verstilde liedjes. Je kunt alleen maar raden naar de betekenis van de woorden, maar de werkelijke boodschap zul je nooit ontcijferen. Het gevoel dat het liedje oproept is echter heel herkenbaar.

Ruis

Als je een gitaar en een nasale stem verwacht, moet je wennen aan We Shall all be Healed. Maar het is een stap in een nieuwe richting en moet op zichzelf bekeken worden: je hebt er niets aan om als luisteraar steeds terug te verlangen naar het oude.
Hoe vaker ik naar We Shall all be Healed luister, hoe meer ik deze cd bij iedereen wil aanbevelen. Ik ben nog niemand tegengekomen die The Mountain Goats niet leuk vond nadat ik hem of haar tot een luistersessie had gedwongen. En na elke luisterbeurt wordt de muziek beter: je leert de gekke timing en rinkelende gitaar heel snel waarderen. Op 26 en 27 maart staat Darnielle in respectievelijk Paradiso en Rotown. Ik hoop jullie daar allemaal te zien.

Boeken / Strip

Zonder ziel en zaligheid

recensie: Barbara Stok - Je geld of je leven

De verwachtingen waren hoog gespannen na Barbara Stoks vorige album Sex, drugs en strips. De vraag was of ze zou voortborduren op de thema’s uit deze voorganger of met iets anders zou komen. Dit laatste is het geval… of toch niet helemaal. De lezer wordt nog steeds deelgenoot gemaakt van haar eigen leven. Toch is het onderwerp dat nu in beeld wordt gebracht grimmiger en volwassener van aard dan we van haar gewend zijn. Dit keer worden we niet getrakteerd op kroegentochten, liefdesperikelen of seksuele escapades. Nee, in Je geld of je leven draait alles om de aloude vraag: to work or not to work…

~

De eerste indruk leert ons direct dat Barbara Stok zich tekentechnisch niet veel ontwikkeld heeft. De stijl oogt niet zelden houterig en onbeholpen. En het experiment dat zij in voorgaande albums niet schuwde, blijft hier nagenoeg achterwege waardoor het geheel wat schraal en vlak overkomt.

Weinig dimensie

Waar het bij veel egodocumenten nog wel eens aan schort, is het gebrek aan relativering. De auteur dient voldoende afstand te nemen van zijn of haar leven, wil de argeloze lezer hierdoor geraakt en geboeid worden. Van dit motto heeft Barbara Stok zich hier wel heel duidelijk bediend. Het gevolg is echter desastreus: het grootste deel van het album gaat ten onder aan vrijblijvendheid, de opgevoerde personages vertonen niet meer dimensie dan de lijnen waarmee ze zijn vormgegeven en nagenoeg nergens lukt het Barbara Stok haar eigen ziel en zaligheid erin te leggen.

Virus

Maar eerst even terug naar de strekking van het verhaal. In Je geld of je leven volgen we de auteur tijdens haar korte maar heftige arbeidsverleden bij een lokale goednieuwscourant. Om het wat nauwkeuriger in de tijd te plaatsen: deze episode speelde zich af voor ze haar leven in het teken stelde van het stripverhaal. Het verwachtingsvolle gevoel dat zich in aanvang meester van haar maakt na de geslaagde sollicitatie, verandert langzaam maar zeker in een verlammend en allesverterend virus dat zijn gastvrouw tot op het bot afkluift.

Therapeutisch getint

Ondanks de eerdere kritische kanttekeningen is op de verhaallijn weinig tot niets aan te merken. Vakkundig en secuur volgen de verwikkelingen elkaar op en leiden ons naar de onvermijdelijke climax: de burnout. Door gebruik te maken van herhalingen (haar interviewbezoekjes aan klanten, de slapeloze nachten) wordt het beeld versterkt van het zenuwslopende karakter van deze fase in haar leven. Toch kan dit alles niet verbloemen dat Je geld of je leven niet meer is geworden dan een flets therapeutisch getint werkje, met een wel heel moralistisch slot. Kundig gemaakt, maar mede daardoor zeer voorspelbaar en inwisselbaar. Nergens vliegt het eens prettig uit de bocht zoals we van Barbara Stok gewend zijn. Het wordt nergens echt intiem.

Het heeft er alle schijn van dat zij zich meer wil distantiëren van haar vorige leven dat zij in Sex, drugs & strips op een fraaie maar wat onevenwichtige manier verbeeldde. Als dat zo is, zal het volgende album cruciaal zijn voor haar bestaansrecht als ego-auteur. Eén ding is al zeker: Je geld of je leven zal in ieder geval minder lang beklijven dan zijn voorgangers.

Theater / Achtergrond
special: Johan Simons kijkt zowel achteruit als vooruit

Om het publiek te binden en te raken

In de zomer van 2005 neemt regisseur Johan Simons afscheid van het Nederlandse theater. De oprichter en artistiek leider van Hollandia (1985), dat later fuseerde met het Zuidelijk Toneel, zal zijn geluk in Gent gaan beproeven. In dit licht heeft het seizoen 2003-2004 voor ZT Hollandia onbedoeld het karakter van een afscheidstournee gekregen: Johan Simons spreekt her en der in het land, het gezelschap geeft boekjes uit over zijn geschiedenis en de oude successtukken De Leenane trilogie, De bitterzoet en La music twee worden opnieuw opgevoerd.

~

Het uitgeven van de boekjes en het opnieuw brengen van oude stukken zijn echter niet als afscheid bedoeld. Het kan beter worden gezien als klantenbinding; de zes boekjes, die elk een ander aspect van ZT Hollandia belichten, worden gratis onder geïnteresseerden verspreid en de beslissing om oude stukken te hernemen komt vooral voort uit een behoefte om het publiek te behagen. In een gesprek in het Groningse Kruithuis zei Johan Simons hierover: ‘Er is te veel mislukt werk in de Nederlandse theaters. Als het publiek die stukken ziet, is dat slechte reclame; het schaadt dan de naam van het gezelschap. Deze drie stukken zijn goede stukken. Door ze te hernemen, versterken we de band met het publiek.’ De mensen die de successtukken van het verleden hebben gemist, worden nu in de gelegenheid gesteld ze alsnog te zien.

Geeuwen

Dat het hernemen echter ook verkeerd kan uitpakken, blijkt bij La musica twee (gezien op 30 januari in de Stadsschouwburg Groningen). Het stuk, dat twaalf jaar geleden opgevoerd werd, draait rond een gescheiden man en vrouw. Ze ontmoeten elkaar in een hotel in een Franse provinciestad en praten over het verleden en de toekomst. De twee houden bewust afstand; zij die zo lang samen zijn geweest, vousvoyeren elkaar nu. Een enkele keer breekt per ongeluk een ‘jij’ tussen het formele ‘u’ door, maar de man en vrouw hernemen de veilige afstand dan weer snel. Hoewel de tekst van Marguerite Duras mooi is en Betty Schuurman en Jeroen Willems erg goed spelen, slaat de spanning tussen de twee personen nooit over naar het publiek. Tekenend was een man zich na afloop van de voorstelling in Groningen vertwijfeld afvroeg of hij echt de enige was die het een goed stuk vond. Om hem heen waren hoofdzakelijk mensen die hun geeuwen buiten de donkerte van de zaal trachtten te onderdrukken.

Maatschappijkritiek

~

De lauwe reacties op La musica twee stonden in schril contrast met de aanhoudende staande ovatie die de acteurs van De bitterzoet twee avonden eerder van het Groningse publiek kregen. Dit familiedrama is van zo’n verbluffende kwaliteit dat het verdient om als ware het een productie van Joop van den Ende tot in het oneindige te worden gespeeld. Het mooie aan De bitterzoet is dat het een breed stuk met veel invalshoeken is. Huwelijkse problemen, de vage grens tussen Goed en Kwaad, angst voor buitenlanders, vragen over schuld en onschuld, naastenliefde en sterke maatschappijkritiek; het zijn allemaal kanten van hetzelfde stuk.

Verlangen naar vroeger

Een voor Johan Simons ZT Hollandia typerend aspect is het politieke engagement. Toen De bitterzoet vijf jaar geleden werd opgevoerd, gold het vooral als een waarschuwing voor de dreigende verrechtsing in de Nederlandse samenleving. Nu we in het post-Fortuyn tijdperk leven en de maatschappij veel rechtser is dan de makers destijds durfden te vrezen, heeft het stuk een nieuwe functie gekregen. Waar het destijds mensen voor rechts populisme waarschuwde, maakt hetzelfde stuk nu ook de achterliggende sentimenten inzichtelijk. De meeste mensen stemmen niet op extreem-rechts omdat ze vinden dat buitenlanders in kampen moeten worden gestopt, maar omdat ze in een naïef verlangen naar ‘vroeger’ leven.

Mephisto

Neem bijvoorbeeld vader Broex, een van de hoofdfiguren uit De bitterzoet. Hij heeft nooit problemen gehad met buitenlanders, maar sluit zich toch aan bij het Nationale Front. Zijn motivatie is dat alles weer moet worden als vijf jaar geleden. Toen was zijn dochter een levendige kunstacademiestudente; nu ligt ze in coma en zijn haar ouders, die haar verzorgen, constant aan huis gebonden. In zijn onnozele verlangen naar het betere vroeger is vader Broex lid geworden van het Nationale Front. Als de Duivel hem op een avond de glorieuze toekomst van kampen vol buitenlanders toont, schrikt de goede vader echter; dat heeft hij nooit gewild. Nederland weer maken als vroeger en voorkomen dat buitenlanders in overtal raken, dat was slechts het in zijn ogen lovenswaardige doel. Toestanden als in de Tweede Wereldoorlog wilde hij zeker niet. Na dit enthousiasme van Mephisto besluit vader Broex zijn lidmaatschap van het Nationale Front op te zeggen.

Elementaire deeltjes

Het stoort Johan Simons dat er Nederland zo weinig belangstelling voor politiek theater is. Hij wil het publiek raken met zijn stuken, ze dwingen na te denken over actuele problematiek. In een land als Duitsland, waar ZT Hollandia ook vaak heeft gespeeld, wordt dat veel meer gewaardeerd. Ook in Gent hoopt hij meer respect te krijgen. Het controversiële denken van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk en de Franse auteur Michel Houellebecq zullen in de toekomst een belangrijke inspiratiebron voor zijn stukken zijn. Zo heeft Simons al vergevorderde plannen voor een toneelbewerking van Houellebecqs boek Elementaire deeltjes.

Voor het echter zo ver is, kunnen we nog een jaar lang van hem in Nederland genieten. Dit seizoen nog de herneming van De Leenane trilogie en een nieuwe uitvoering van Shakespeares Richard III en daarna het (voorlopig) laatste jaar van Simons in Nederland.

Muziek / Album

Smachtend piano

recensie: Hélène Grimaud - Werken van John Corigliano, Ludwig van Beethoven en Arvo Pärt

Al meermalen heb ik hier lopen kankeren over het ‘sterrensysteem’ waarmee met name de grotere labels denken dat ze de slachting van de budgetmaatschappijen (Naxos voorop) het hoofd menen te kunnen bieden. Het probleem met dat systeem was vooral dat de Grote Namen van DG, Decca, Philips en BMG over het algemeen muzikaal heel weinig spannends te bieden hadden. DG wijkt nu een beetje van dat patroon af door een CD samen te stellen waarop de pianiste Hélène Grimaud voor de verandering eens wel iets nieuws doet.

John Corigliano: Fantasia on an ostinato for solo piano / Ludwig van Beethoven: Sonate Nr. 2 in d mineur & ‘Chorfantasie’ / Arvo Pärt: ‘Credo’. Hélène Grimaud, piano; Zweeds Radio Symfonie-orkest en -koor onder leiding van Esa-Pekka Salonen.

~

En Beethoven, natuurlijk. Maar een combinatie van Beethoven, de in met name oudere jongeren-kringen vereerde Arvo Pärt en de Amerikaan John Corigliano klinkt interessant genoeg om er eens naar te luisteren. Het bindende element is mam’zelle Grimaud zelf, die ons vanaf de hoes smachtend aankijkt en in een niet minder smachtende inleiding uitlegt waarom ze juist tot deze keuze is gekomen.

Net acteurs

~

Sla die inleiding maar over: het is altijd een beter idee om de muziek te laten spreken. Begrijp me goed, Grimaud lijkt me een sympathiek mens en ze zal het echt wel goed menen met haar wolven, maar ze bevestigt wel de regel dat het doorgaans geen goed idee is om musici te veel te laten praten over muziek. Wat dat betreft zijn het net acteurs. Het interview met Grimaud in het boekje verstevigt dat beeld. Wat kun je bijvoorbeeld in godsnaam met ‘oneness, the connectedness of things through their sacredness’?

Maar pianospelen kan ze wèl en de CD dient als een showcase voor die constatering, met Beethoven als leidraad. Het is trouwens niet de eerste keer dat Grimaud een dergelijke compilatie maakt. Het probleem met zo’n aanpak is wel, dat het programma dat de Grootheid speelt dan interessant en samenhangend genoeg moet zijn om de aandacht vast te houden.

Appels en peren

Corigliano’s stuk voor solo piano opent deze collectie met Beethoveniana en is gebaseerd op het allegretto (derde deel) van Beethovens zevende symfonie. Met dat trucje was Corigliano zeker niet origineel – in de jaren 1830 deed Sigismond Thalberg (die, ja) al eens min of meer hetzelfde en een vergelijking tussen beide bewerkingen dringt zich onherroepelijk op. Corigliani mengt Nyman-achtige seriële technieken met citaten uit Beethovens werk, maar hij doet niet veel meer en meer dan een gimmick wordt het nooit. Het zijn appels en peren, maar Thalbergs poging lijkt wat doorwrochter te zijn.

Geen misselijk stuk

Nee, dan liever Beethoven zelf. Grimaud weet de heuvels van de Sturmsonate naar behoren te beklimmen, maar het is me een raadsel waarom die wordt gevolgd door de Koorfantasie. Begrijp me goed, het is geen misselijk stuk, maar het is niet echt iets waarin Grimaud kan schitteren, overdonderd als haar ondergeschikte pianopartij wordt door orkest en koor.

Vakman

De uitsmijter, Arvo Pärts Credo, is speciaal voor Grimaud geschreven en net zoals Corigliani’s werk een soort amalgaam van moderne en meer traditionele technieken, met duidelijk de nadruk op het laatste. Pärt staat dichter bij Bach dan bij Berio, en dat is duidelijk terug te horen in Credo. Pärt is al enige tijd het knuffeldier van de New Age-crowd, maar hij houdt zich hier relatief ver van de ijle klanken van Tabula Rase. Credo is een stevig stuk, waar Grimaud goed mee uit de voeten kan. Een goede afsluiter van een wat ongebalanceerd album. Wederom treffen we Beethoven aan, in een onmiskenbare referentie aan zijn Apassionata-sonate. Maar Pärt is een beter vakman dan Corigliano en weet dat ‘citaat’ dan ook veel overtuigender zijn signatuur mee te geven.

Voor het hele gezin

Deze CD verkocht in Frankrijk 20.000 exemplaren, naar ik aanneem met name op de reputatie van Grimaud. Ik vrees echter dat het geen exemplaar is dat je snel weer uit de kast zult halen. Daarvoor bevat het album enerzijds iets te weinig materiaal waarmee ze echt kan schitteren, en is het programma aan de andere kant wat teveel gericht ‘op het hele gezin’. De uiteindelijke indruk is nogal vlak en dat is jammer – ik zou Grimaud dolgraag eens in bijvoorbeeld een Ravel- of Poulenc-recital willen horen. Waarschijnlijk zien we daarin veel meer van haar terug dan alleen een leuke hoesfoto.

Film / Films

Lief berenfilmpje met levensles

recensie: Brother Bear

Terwijl de kaskraker Finding Nemo (een productie van Pixar studio’s en Disney) nog in de bioscopen draait, komt Disney zelf met een klassiek lief verhaaltje over twee beren: Brother Bear. Geen 3D-gedoe, geen computeranimatie, maar back to basic en terug naar de moraal van het verhaal.

~

De film draait om Kenai (stem van Joaquin Phoenix), een man die in een beer vernandert wanneer hij wraakgevoelens krijgt en de beer wil doden die zijn broer de dood in heeft gejaagd. De transformatie (die wel lang op zich laat wachten) ziet er sprookjesachtig uit en zodra Kenai weer op aarde staat, wordt het beeldformaat breder en veranderen de kleuren van de film. Dat is goed bedacht en erg mooi uitgewerkt. En dan ontmoet Kenai het moederloze beertje Koda (stem van Jeremy Suarez) met wie hij de rest van de film optrekt.

Bambi-momenten

De echte Disney-liefhebber zal zijn hart op kunnen halen met deze film. Brother Bear is ontwikkeld door Orlando Animatiestudio’s, die eerder verantwoordelijk was voor Mulan en Lilo & Stitch. De makers laten zien dat je met de hand prachtige landschappen kunt tekenen en ook de dieren mogen er zeker zijn. Bovendien zitten er in deze film weer een paar echt ouderwetse Bambi-momenten. Van die verterende ogenblikken waarbij je zelfs als volwassenen even moet slikken. En dat is vooral te danken aan de goede tekenstijl, al is het verhaal op zich al zielig genoeg.

Uit balans

Het kleine beertje Koda zorgt meestal voor de relativerende kant van het verhaal. Al weet hij ook wel wat tranen los te peuteren als hij erachter komt dat hij met de vijand heult. De humoristische elanden moeten ook relativeren, maar passen vaak niet helemaal in het verhaal. Ze zijn zeker leuk, maar hadden nog iets minder prominent in de film naar voren mogen komen. Dat is ook meteen het probleem van deze film: de balans is niet helemaal in orde en de levenslessen nemen soms wel heel erg de overhand. De één zal zich er wat meer aan storen dan de ander. Maar zo goed als The Lion King bijvoorbeeld was uitgewerkt qua verhaal, verdeling van de emoties en moraal, is dat bij deze film niet goed gelukt. Disney probeert te veel jong en oud tevreden te stellen, een onmogelijke taak.

Swingende liedjes

Waar ze wel in geslaagd zijn, is de keuze van de voortreffelijke soundtrack. Phil Collins heeft gezorgd voor een paar heerlijk swingende liedjes, afgewisseld met van die typisch sprookjesachtige Disney-deuntjes. Uitermate geschikte muziek die in je hoofd blijft hangen en die bij de voorgaande animatiefilms een gemis was.

Beregoed

In de top 3 zal Brother Bear niet komen en moraalhaters kunnen maar beter wegblijven. Maar het verhaal is leuk bedacht en je kunt om de beren lachen en huilen; het ultieme Disney-gevoel. Bovendien maakt de klassieke wijze van de getekende landschappen en dieren veel goed. Dus laat dit alsjeblieft niet de laatste getekende Disneyfilm zijn, want dit is de verademing tussen alle computeranimaties. Brother Bear is goed genoeg om in de bioscoop te bekijken en daarna de zaal met een beregoed gevoel te verlaten.

Muziek / Album

Een rare verzameling

recensie: Santana - Ceremony

.

Voordat Santana in 1999 aan zijn revival begon maakte hij een groot aantal 3CD-boxen met live-opnames en andere onduidelijke versies van de songs uit de jaren zeventig. De jongere generatie moeten dan ook gek gekeken hebben toen Carlos Santana ineens weer serieus genomen kon worden als artiest. Met Ceremony lijkt hij in de nare gewoonte van “de eeuwige herhaling” te vervallen.

Terug naar 1999

In 2002 kwam de opvolger van Supernatural uit: het album Shaman. Deze plaat heeft zeker niet zo veel aandacht gehad als zijn illustere voorganger. Met Ceremony wordt dan ook vooral teruggegrepen op de periode van Supernatural. Zowel van de hits Smooth als Maria, Maria zijn remixen te vinden op het album. De nieuwe versies zijn aardig om te horen, maar ze voegen niet echt veel toe aan de originelen (de mix van Maria, Maria was overigens al lang verkrijgbaar als B-kant van de single). Deze mixen zijn zeker geen basis om een heel album op de bouwen.

Vijf nieuwe nummers

Naast een stapel remixen staat er ook vijf nog niet bekende nummers op het album. Dit zijn ook wel degelijk aardige Santana-nummers. Een goed voorbeeld is het erg relaxte Manana. Dit lekkere Spaanse nummer blijft rondzingen in je hoofd als je het een keer gehoord hebt. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor Come To My World. Een mooie zangstem komt perfect tot zijn recht op de basis van Santana’s soepele gitaarspel. Hier komt bovendrijven wat voor een rasartiest Santana eigenlijk is.

Van alles niets

Het gehele album maakt op mij een wat rommelige indruk. Ik mis de samenhang en het verband tussen de elf nummers. Daar komt nog bij dat Ceremony een redelijk willekeurige selectie lijkt te zijn van nummers die nog op de plank lagen. De collectie is niet een uitputtende verzameling B-kantjes, of enkel een verzameling van nieuw gemaakte remixen. Het is van alles wat en dus eigenlijk uiteindelijk van alles niets.