Theater / Voorstelling

Er is alleen maar liefde in de religie van De Bloeiende Maagden

recensie: De Bloeiende Maagden - I.N.R.I.

Het ware verhaal van Jezus Christus. Dat is wat De Bloeiende Maagden hun publiek beloven in de aankondiging van hun nieuwste show: I.N.R.I. Het publiek in het overvolle Zaantheater is dan ook vol verwachting: wat hebben Minou Bosua en Ingrid Wender ditmaal in petto? Wat volgt is een wervelende show over God, zijn zoon Junior en tien apostelen. Minou Bosua speelt God, Ingrid Wender neemt de rol van zoon voor haar rekening. God heeft de touwtjes nog stevig in handen, het is de bedoeling dat zoonlief het overneemt, maar vooralsnog is Junior nog te abstract en te wetenschappelijk bezig. En dat moet-ie eerst maar eens afleveren, vindt vader Minou.

~

De boodschap van De Bloeiende Maagden in I.N.R.I. is dat God perfect is en alles om de liefde draait. Geen makkelijke boodschap, want als God perfect is, hoe kan het dan dat de wereld zo’n puinhoop is? Het is de vraag die veel gelovigen en ongelovigen bezighoudt. De conclusie is vaak dat God niet bestaat, de conclusie van De Bloeiende Maagden is dat de wereld niet bestaat. Want God bestaat, die staat zelfs op het podium! God heeft de rol van alwetende verteller, een verteller die regelmatig ingrijpt. Want zoon probeert uit het keurslijf van de vader te breken, dus er is een behoorlijke strijd tussen vader en zoon.

Wonder op zijn tijd

De Bloeiende Maagden zijn erin geslaagd een totale theatervoorstelling op het podium te zetten. Zo nu en dan heb je het gevoel dat je bij Jesus Christ Superstar bent beland. I.N.R.I. heeft een enorm tempo, het publiek wordt meegesleurd in de verschillende dilemma’s en de zware thema’s worden afgewisseld met luchtige grapjes en gebeurtenissen. Er is feest, er is verdriet, er is een wonder op zijn tijd, het publiek moet regelmatig meedoen, de apostelen rennen zelfs het publiek in om hun boodschap te verkondigen. En als Junior aan het kruis genageld wordt, kun je een speld horen vallen in de zaal. Een indrukwekkend moment.

Naakt door de vla

De Bloeiende Maagden zijn controversieel. Bij hun vorige show Lege Maag liep het publiek regelmatig de zaal uit en ook hun optreden in het BNN-programma Neuken doe je zo leidde tot discussies. De dames nemen geen blad voor de mond en schuwen functioneel naakt niet. In Lege Maag gleden ze naakt door de vla, nu hangt Ingrid Wender bebloed aan het kruis. Officieel vallen hun shows onder het kopje cabaret, maar feitelijk gaan ze verder dan dat. In 1995 wonnen ze de publieksprijs van het Leids Cabaret Festival. In die tijd maakte Anemoon Langenhoff nog deel uit van De Bloeiende Maagden. In 1997 hield zij het voor gezien en zijn Minou Bosua en Ingrid Wender samen verder gegaan. Ze kennen elkaar van de theateropleiding in Eindhoven, Minou Bosua heeft die opleiding afgemaakt, Ingrid Wender kon na 1 jaar al vertrekken.

Jonge mensen

De Bloeiende Maagden zijn inmiddels oude rotten in het vak en met deze zesde show hebben ze een echte theatervoorstelling neergezet, compleet met muziek, zang en dans. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor het idee, de regie én het spel, maar ze worden bijgestaan door een groep studenten van de kleinkunstacademie. Er staat daardoor een hele grote groep jonge mensen op het podium, waar het enthousiasme en de energie vanaf spat.

Folders

I.N.R.I. is een boeiende show, met een gedurfde thematiek. Een thematiek die al voor veel discussie heeft gezorgd. Zo heeft de fractie van de SGP-ChristenUnie in Barendrecht geprobeerd om de voorstelling te verbieden. Dat is niet gelukt. Maar ook bij het verlaten van het Zaantheater staat er een man folders uit de delen. Om het verhaal compleet te maken, zoals hij zei. Hij kan beter eens naar de voorstelling gaan kijken, dan zal hij zien dat de visie van De Bloeiende Maagden een stuk optimistischer is dan hij denkt!

I.N.R.I. is nog te zien tot 12 mei.

Film / Films

Glimlachhumor

recensie: Frasier: The 2nd Season

.

~

De serie is kortweg gesitueerd rond psychiater Frasier Crane (gespeeld door Kelsey Grammer, die dezelfde rol vervulde in de serie Cheers), zijn jongere ongelukkig getrouwde broer Niles Crane en hun cynische vader Martin Crane. Frasier heeft een succesvolle talkshow op de radio waar hij luisteraars een psychisch hart onder de riem steekt. Zijn vrouwelijke assistente Roz (Peri Gilpin) zet hier regelmatig Frasier op zijn plaats door met echt nuttige adviezen te komen. Ondertussen huppelt de Britse huishoudster Daphne nog door het gezin om Niles tot trieste versierpogingen te verleiden en tevens aangename beeldvulling in het mannenbolwerk van Frasier en Martin Crane te zijn.

Ervaren acteurs

~

De acteurs in de serie zijn verbazingwekkend ervaren. Zo wordt broer Niles gespeeld door door David Hyde Pierce, die reeds in 1988 zijn debuut maakte in Bright Lights, Big City en via onder andere Sleepless in Seattle in 1993 bij Frasier belandde. Ook vader Martin maakte al vroeg (in 1960) zijn debuut op het witte doek en Frasier zelf heeft ook een aantal films achter zijn naam staan.

Slap

De serie is minder indrukwekkend dan ik me herinnerde. Elke grap wordt uitgelegd en de humor is meestal wel grappig, maar zelden echt bijzonder. Zo wordt er bijvoorbeeld in de aflevering You Scratch My Book om de volgende grap hartelijk gelachen, maar ik snap hem eerlijk gezegd nog steeds niet:

Niles: “Op welk paard heb je gewed?”
Vader Crane: “Joe’s dream, nummer acht.”
Niles: “Hemeltje, die rent wel heel sereen en boeddhistisch!”

Natuurlijk worden er ook best betere grappen dan de bovenstaande gemaakt, maar het is eerder een soort glimlachhumor dan echte schaterhumor. Frasier Crane is dan ook wel een sympathiek man, maar te normaal om tot echte hilarische momenten te komen. Hier komt dan nog bij dat het in de serie opvallend vaak over seks gaat, maar dat dit steeds zijdelings wordt aangehaald. Ik zal hier geen monoloog over de Amerikaanse fatsoenscultuur gaan houden, maar deze terughoudendheid om het beestje bij de naam te noemen maakt de humor vaak erg slap en impliciet.

Extra’s

De kwaliteit van het beeld is vergelijkbaar met wat er op televisie te zien is. Gevolg is wel dat op de vier dvd’s maar liefst 24 afleveringen passen. Het is jammer dat je niet alle afleveringen in één keer kunt bekijken. Zeker als afleveringen ongeveer twintig minuten zijn vind ik het aangenaam om gewoon een aantal achter elkaar door te kijken, maar die optie mis ik in het menu. Daarnaast bevat de set wel een paar uitgebreide extra’s. Zo is het commentaar van regisseur David Lee en schrijver Joe Keenan bij enkele episodes opgenomen. Ook zijn de radio-optredens waarbij bekende mensen de telefonerende partij zijn nog eens op de plaat gezet, met dit keer de naam van de bekende persoon er bij. Ik heb helaas vaak de namen niet herkend, dus misschien is deze optie voor ons Europeanen niet even relevant, of had in de ondertitels aangegeven kunnen worden waar wij een persoon van hadden kunnen kennen.

Een paar bier

De serie heeft op mij niet zo’n geweldige indruk achtergelaten als in de nachtelijke uren van mijn studentenleven. Het is duidelijk een serie waar je met een paar bier in je maag een stuk beter naar kunt kijken. De humor is meestal te flauw om je direct in schaterlachen te doen uitbarsten. Desondanks is de glimlachhumor van Frasier aangenaam en zijn de moralistische elementen in de serie niet echt storend. Het is goed dat dergelijke series voor het nageslacht vastgelegd worden op de zilveren plaat, met aanvullend commentaar van de makers. Het is heerlijk om na een nachtje doorzakken die herhalingen van het journaal weg te kunnen zappen en een dvd’tje van Frasier te kunnen draaien.

Muziek / Album

Een plaat voor op de stapel ‘prachtig’

recensie: Snow Patrol - Final Straw

Onder de rook en stank van de industrie die het uitgestrekte en trieste heuvellandschap verstoren, ligt Glasgow, de meest bruisende muziekstad van Europa. Al vanaf de eerste noten van the Pastels, die Belle & Sebastian, the Delgados en Arab Strap in hun kielzog troffen, gaat het goed met de Schotse popmuziek. Met een gezonde motivatie van “als zij het kunnen, dan kunnen wij het ook” veroverde het ene bandje na de andere de harten van vele muziekminnende mensen. Snow Patrol moet op dit moment de reeds rollende kar sturen en wel met hun derde album Final Straw. Of de kar vast komt te zitten in de modder is bij dezen de vraag.

~

Het leek alsof de platenmaatschappij bang was voor de mening van de rest van Europa over Final Straw. Het album werd namelijk vorig jaar al uitgebracht in Engeland, waar de plaat op dit moment een grote hit is. Het vreemde is dat de rest van Europa een jaar heeft moeten wachten. De Europese muziekpers smult immers van alles wat op muzikaal gebied uit Glasgow komt. Bands als Mogwai, Belle & Sebastian of dat schitterende samenwerkingsverband tussen allerlei bandjes uit Glasgow, the Reindeer Section, staan altijd hoog in allerlei eindlijstjes. En onlangs verscheen Franz Ferdinand aan het firmament. Dat die gasten deze zomer alle festivals platspelen is nu al zeker. Hoe groot kan de buil dan zijn die ze eventueel vallen aan Snow Patrol?

Beregoed

Snow Patrol is een duidelijke exponent van de bandjescultuur in Glasgow. Hoewel de heren van Snow Patrol iets meer peper in hun kont hebben, is het niet vreemd dat zanger Gary Lightbody zijn diensten verleende aan the Reindeer Section. Ook Snow Patrol weet namelijk schitterende composities te schrijven. Op deze plaat lukt het ze perfect om op een zeer toegankelijke manier verrassend en spannend uit de hoek te blijven komen. Catchy en poppy songs worden met een vervormde gitaar heerlijk ingekleurd tot de maatstaven van de indiepop, waarvan het beregoede Spitting Games het beste voorbeeld is.

Braaf

Een ander nummer dat boven de rest uitsteekt is Wow, dat bijna tegen het geluid van Foo Fighters aanschurkt. Verder is het braafheid troef. Dit is zeker niet slecht, maar die braafheid komt mede door het inhoudende stemgeluid van zanger Lightbody, dat soms in de buurt van luid fluisteren komt. De rustige nummers Grazed Knees en Somewhere a Clock is Ticking krijgen daardoor iets extra’s, terwijl dat beetje extra soms ontbreekt bij de wat hardere nummers. Bij How To Be Dead valt alles precies op zijn plek en dan klinkt Snow Patrol prachtig.

Ongekunsteld


Ook in tijden van economische donderwolken boven de muziekindustrie, waarbij het afstoten van slecht verkopende bandjes bijna onvermijdelijk lijkt te zijn, hoeft Universal zich geen zorgen te maken over Snow Patrol. De band laat zien dat het ongekunsteld toegankelijk en rocky kan zijn. Snow Patrol bewijst dat het mee kan doen met andere toppers uit de stad en het heeft alles in zich om niet alleen in Engeland een hit te zijn. Om Europa een jaar te laten wachten was lichtelijk overdreven, want Snow Patrol kan die kar van Glasgow onmogelijk laten ontsporen.

Theater / Voorstelling

Kamphues redt de mensheid… of toch niet?

recensie: Rob Kamphues - Oersoep

.

~

Het is een vraag die Rob Kamphues niet beantwoordt in het uur dat ie gekregen heeft. Sterker nog, naarmate het uur vordert vraag je je af waar de show over gaat en wat hij wil vertellen. Er komt van alles voorbij: vergezochte heldenverhalen, liedjes, zelfs persiflages op Toon Hermans, Ron van Reijn en Jules Deelder worden uit de kast getrokken. Coen Jutte en Peer van den Berg staan Kamphues bij, met typetjes en muzikale ondersteuning. Het mag helaas niet baten. Ook het publieksslachtoffer kan niet helpen: de mensheid is gedoemd tot vernietiging.

Oerbrei

Het is niet voor het eerst dat Rob Kamphues zijn geluk beproeft in het theater. Oersoep is zijn vijfde show. En ook zijn medespelers zijn geen onbekenden: Coen Jutte deed ook in de vorige show van Kamphues mee en Peer van den Berg heeft zijn sporen verdiend bij theatergroep Suver Nuver. De regie is in handen van Don Duyns, een van de mensen van Growing Up In Public. Je zou mogen verwachten dat deze groep mensen inmiddels een beetje weet wat wel en niet werkt op het podium. Maar bij Oersoep slaan ze de plank volledig mis. Het stuk is onsamenhangend, gedateerd en het blijft compleet onduidelijk wat Kamphues nou eigenlijk te melden heeft. Hij behandelt zowel het kleine als het grote leed (zo komen zijn privéleven én de problemen in het Midden-Oosten voorbij), maar hij had beter een keus kunnen maken tussen die twee. Daarnaast is er nog het gekokketeer met zijn televisiecarrière, en ook dat doet de show geen goed. Kamphues maakt met deze show zeker geen vrienden en De plagen van Kamphues krijgt opeens een heel andere betekenis. Deze Oersoep heeft meer weg van een Oerbrei.

Oersoep is nog te zien tot 15 mei.

Film / Achtergrond
special: Quentin Tarantino

Filmnerd met hart en ziel

In 1992 was hij er opeens: Quentin Tarantino. Zijn regiedebuut Reservoir Dogs opende op het Sundance Film Festival in de States en werd een wereldwijd succes. Het maakte van de brabbelende film-nerd in één klap één van de meest bejubelde filmmakers ter wereld. Ondertussen heeft Tarantino naast acteer-, productie en schrijfwerk in totaal vier films geregisseerd – Reservoir Dogs, Pulp Fiction, Jackie Brown en Kill Bill. Het tweede deel van de vierde, Kill Bill Vol. 2, draait vanaf 22 april in de Nederlandse bioscopen.

~

Quentin Jerome Tarantino werd op 27 maart 1963 geboren in Knoxville, Tennessee. Zijn moeder Connie was een 16-jarige studente verpleegkunde en zijn vader Tony een 21-jarige rechtenstudent. De relatie liep echter snel ten einde, waarna de inmiddels tweejarige Tarantino met zijn moeder naar Los Angeles verhuisde. Na te zijn gestopt met school en verschillende baantjes kwam Tarantino terecht bij videotheek Video Archives. Hier keek hij de hele dag films, adviseerde klanten en ontmoette Robert Avary – een collega met wie hij later zou werken aan Reservoir Dogs, True Romance en Pulp Fiction. In 1987 maakte Tarantino vervolgens zijn eerste, nooit afgemaakte film My Best Friend’s Birthday. Zijn doorbraak kwam echter in 1992 met Reservoir Dogs, een film mede geschreven door Robert Avary en tot stand gekomen dankzij de hulp van acteur Harvey Keitel. Deze laatste had vertrouwen in het project en zorgde dat het budget werd opgekrikt tot 1,2 miljoen dollar in plaats van de oorspronkelijke 35.000… And the rest is history.

“When people ask me if I went to film school I tell them ‘no, I went to films.'”
Quentin Tarantino

De films

Zoals gezegd heeft Tarantino tot nu toe vier films geregisseerd. Belangrijkste kenmerken: Tarantino die zelf ook een rolletje voor zijn rekening neemt, shots vanuit de kofferbak van een auto, speciale verteltechnieken (flashbacks, niet-chronologisch, in hoofdstukken), fantastische typerende muziek, snelle dialogen, veel bloed en vooral heel veel geweld.

~

Na Reservoir Dogs volgde in 1994 de megahit Pulp Fiction. De film met John Travolta, Samuel L. Jackson, Bruce Willis en Uma Thurman opende op Cannes en won hier de Palme d’Or. Daarnaast won de film ook nog eens een Oscar in de categorie ‘best original screenplay’ en meer dan twaalf andere prijzen. Voor John Travolta betekende het een nieuwe start van zijn in een slop geraakte carrière, voor Tarantino betekende het wereldwijde roem.

In 1997 was daar vervolgens Jackie Brown. De film was dit keer gebaseerd op een boek – Rum Punch van Elmore Leonard. Na het lezen van het boek schreef Tarantino speciaal voor de zwarte actrice Pam Grier de rol van Jackie Brown, om er later achter te komen dat haar personage in het boek toch echt blank was… De resultaten waren een beetje teleurstellend: de film werd niet verschrikkelijk enthousiast ontvangen, werd wel genomineerd voor prijzen, maar wist er slechts enkelen in de wacht te slepen.

En toen werd het heel erg stil rondom Tarantino. Zes jaar lang vroeg iedereen zich af wat het volgende project zou zijn van het wonderkind van de jaren ’90 en zelfs of dat project er wel zou komen. Totdat Tarantino in 2003 terugkwam met zijn film Kill Bill. Opgesplitst in twee delen vertelt de film het verhaal van The Bride die wraak neemt op de mensen die haar door het hoofd schoten en haar ongeboren kind vermoordden. Een ode aan oude martial arts films met veel bloed, veel geweld en veel Uma Thurman in een geel trainingspak – hetzelfde trainingspak trouwens dat Bruce Lee draagt in Game of Death uit 1978. Het personage van The Bride was al ontstaan in 1994 tijdens de opnamen van Pulp Fiction en bedacht door Tarantino en actrice Thurman. In 2003 verscheen Kill Bill Volume 1 in de bioscopen en het was duidelijk: Tarantino was terug.

De legende

~

Na slechts vier films is Quentin Tarantino al een legende. Hij is een echte duizendpoot: naast het regiewerk van zijn films heeft hij ook een aflevering van de ziekenhuisserie ER (aflevering Motherhood) en een segment van Four Rooms (segment The Man from Hollywood) geregisseerd. Het segment van die laatste schreef hij ook, evenals de films True Romance (verhaal en scenario), From Dusk Till Dawn (scenario) en Natural Born Killers (verhaal). Mocht dat nog niet genoeg zijn, dan is Tarantino ook vaak te zien als acteur, zoals in zijn eigen films en in de televisieserie Alias.

Quentin Tarantino is een regisseur die zich met zijn hele hart en ziel in zijn films stort. Een filmfan tot op het bot en een expert in briljante dialogen, brute actiescènes en fantastische muziek. Hij heeft dan misschien nog niet zo veel films op zijn naam staan, maar wat er staat is goed. Want, zoals hij zelf zegt: “When I make a movie, I want it to be everything to me; like I would die for it.”

Film / Films

Zoveelste wannabe

recensie: Taking Lives

Illeana Scott (Angelina Jolie) is een succesvolle FBI-profiler die naar het Canadese Montreal afreist met de opdracht een gruwelijke moord op te lossen. Al snel blijkt er een seriemoordenaar aan het werk die de identiteit van zijn slachtoffers overneemt. Aan Illeana en de enige getuige (gespeeld door Ethan Hawke) de taak de killer te pakken.

~

Taking Lives begint sterk. We zijn getuige van de eerste moord van een seriemoordenaar in de dop en dat gaat er lekker bot aan toe. Bij de opening credits valt er vervolgens iets op: die lijken verdacht veel op de opening credits van David Finchers Seven, één van de beste en meest sfeervolle thrillers over een seriemoordenaar ooit gemaakt. Al snel blijkt dat de overeenkomsten hier niet stoppen: het is duidelijk dat de makers hebben geprobeerd eenzelfde duistere, beklemmende sfeer te creëren als in Seven.

Blijven steken

De vraag is of dit is gelukt. Het antwoord is nee. Taking Lives slaat de plank mis en het lukt niet de sfeer uit het meesterwerk van Fincher na te bootsen, hoeveel shots van kapotgeslagen hoofden er ook tegenaan worden gegooid. Dat de sfeer niet verschrikkelijk duister wordt, is vooral te danken aan de wispelturigheid van de makers. De ene keer doen ze er alles aan een beklemmende sfeer te creëren, om vervolgens niet te duister te willen worden en daarom wat lichtere, soms zelfs grappige scènes toe te voegen. Dat is verder geen probleem, maar echt beklemmend wordt de film er niet op. Het lijkt alsof de makers gewoonweg niet zo ver durfden te gaan als Seven, en dus ergens onderweg zijn blijven steken.

Wendingen

~

Verder is Taking Lives een typische whodunit. In dit genre is het gebruikelijk dat er verschillende verdachten worden geïntroduceerd en vooral dat er lekker veel plotwendingen in voorkomen. Echt veel verdachten zitten er niet in Taking Lives, maar onverwachte wendingen zijn wel volop aanwezig. Alleen jammer dat ze negen van de tien keer nergens op slaan.

Storende gaten

Want ongeveer halverwege gaat Taking Lives echt de mist in. Bij het in elkaar zetten van het script zijn de schrijvers één klein dingetje vergeten: het moet wel geloofwaardig blijven. Dat is in Taking Lives dus niet het geval. De plotwendingen zijn zo verschrikkelijk vergezocht dat ze gewoonweg nergens op slaan en hierdoor al hun geloofwaardigheid verliezen. Bovendien worden er een aantal goedkope pogingen gedaan de kijker op het verkeerde been te zetten: personages doen dingen die uiteindelijk helemaal niet in het verhaal blijken te passen en dit zorgt voor storende gaten in het plot.

Uit de kleren

De cast van Taking Lives doet het aardig. Naast Jolie en Hawke zien we onder andere Kiefer Sutherland. Laat het wel even duidelijk zijn: de ster van 24 is welgeteld minder dan drie minuten in beeld. En helaas voor hem is het geen memorabel optreden zoals dat van Kevin Spacy aan het einde van Seven. Verder goed nieuws voor de mannen onder ons: Jolie gaat in Taking Lives uit de kleren, dus mocht je er behoefte aan hebben…

Wannabe

De makers van Taking Lives hebben helaas iets te veel hun best gedaan om verrassend en schokkend te zijn en zijn hierbij enigszins ontspoord. Begrijp me niet verkeerd: het begin is sterk en ook ik had het einde – in deze vorm – niet zien aankomen. Maar zijn gewoonweg te veel belachelijke plotwendingen, fouten en ongeloofwaardigheden om van de film een goede thriller te maken. Taking Lives is dan ook zeker geen match voor Seven, eerder een zoveelste wannabe.

Muziek / Album

Uitdagende luistertrip

recensie: Electric Barbarian

Het nieuwe album van het Nederlandse collectief Electric Barbarian heeft wel een naam; ik kan enkel het oosterse teken dat de titel vormt (naar een schilderij van Ignasi Sumoy: prachtige hoes!), niet vinden op mijn tekstverwerker. Ik verwijs je bij deze dan ook graag door naar de website van de band en nog veel liever naar dit album, want dat liegt er niet om. Het in 2000 opgerichte Electric Barbarian maakt op dit debuut een verpletterende indruk met een ondefinieerbare mix van jazz, hiphop, drum ’n bass, turntablism en spoken word. Bandleider Floris Vermeulen speelde in Couxin X en schreef alle composities voor deze huiveringwekkende plaat.

Het is een plaat die wordt gekenmerkt door een waanzinnige brij van geluiden en stemmen. Met name de spoken-wordbijdragen van de legendarische Amerikaan Kain, die in de jaren zestig en zeventig al actief was met zijn rap/poetry, zijn overdonderend. Als een ware snakecharmer bezweert hij de luisteraar met zijn absurde woorden over “Mickey Mouse in an alley and kicking his royal derriere” (X-cuse Me! featuring Kain) en de kleur oranje (Molecule). Het is jammer dat de teksten van deze man niet op de site of in dat prachtige digipack te vinden zijn. Dat zou alles toch nog wel iets begrijpelijker maken. De vraag is echter in hoeverre begrip noodzakelijk is. Deze muziek moet je ondergaan, die moet je voelen.

Broeierig

Er is een cruciale rol weggelegd voor de Belgische turntablist Grazzhoppa. Samen met de bas van Vermeulen, de drums van Harry Arling (presenteerde vorig jaar samen met zijn broer Gerry een grote multimedia-spektakelshow) en de trompet van Bart Maris jaagt hij de luisteraar op en geeft hij de muziek aldoor een mysterieuze klank mee. Ik zou de muziek niet zozeer prettig noemen, eerder uitdagend. Dit is geen jazz voor op de achtergrond, dit is een continue broeierige luistertrip, waar ik in elk geval helemaal weg van ben.

Nanne Tepper

De tekst die Nanne Tepper over Electric Barbarian schreef in het cd-boekje is veelzeggend. Zelfs deze schrijver en columnist die menige, al dan niet poëtische, woorden wijdde aan muziek, kan niet de vinger leggen op deze plaat en noemt dit het probleem van de luisteraar. Ik kan me daar alleen maar bij aansluiten. Je moet je maar gewoon laten meeslepen met de waanzin die deze jongens voor ons hebben geconstrueerd. Dan komt het allemaal wel goed, als je maar niet in deze trip blijft hangen. Ik waarschuw je!

Film / Films

Tarantino doet het weer, maar toch anders

recensie: Kill Bill, Vol. 2

Lang gewacht en toch nog gekregen: de ontknoping van de wraaktocht van The Bride. Hoe haal je het toch in je hoofd om een film als Kill Bill in tweeën te hakken? Ik blijf me erover verbazen. Gelukkig kan deze ode aan de samuraifilm met een vleugje spaghettiwestern het publiek weer tevreden stellen, alhoewel Kill Bill 2 van dezelfde maker is, maar toch heel anders.

~

Natuurlijk kun je van alles verwachten van Quentin Tarantino. Alleen hij zou het in z’n hoofd halen om bijvoorbeeld de blonde hoofdpersoon (Ulma Thurman) in het begin van het tweede deel toch te laten overlijden tijdens een van haar wraakacties. En hij zou het zelfs durven om de legendarische Bill in leven te laten. Maar helaas of gelukkig (het is maar hoe je het bekijkt) blijft het verhaal redelijk voorspelbaar en draait het voornamelijk om de vraag hoe The Bride haar voormalige baas, Bill, om zeep gaat helpen.

En dan kun je op alles voorbereid zijn, maar toch weer verrast worden. Tarantino heeft een bijzonder goed gevoel voor onverwachte momenten, die direct worden aangegrepen om iemand spontaan neer te knallen of er andere dingen mee uit te halen. Maar het meest verrassende van deel twee is dat de film toch een tikje anders is dan je zou verwachten na het eerste deel. Je mist iets en toch is de film bevredigend. Je zou verwachten dat de twee films in dezelfde stijl zijn gemaakt (het zou toch in eerste instantie één film zijn?), maar Tarantino heeft er weer een draai aan gegeven. Waren we bij deel één nog zeer te spreken over de animescenes, nu zijn ze weggelaten. Onbegrijpelijk, want het maakte de film extra bijzonder en jammer genoeg bevat Vol. 2 geen goed alternatief.

Zoetsappig

Aan de andere kant: wat je in deel 1 miste, maakt deel 2 goed. Tarantino neemt rustig de tijd om het verhaal en de personages uit te werken. De film krijgt diepgang – niet dat je die persé nodig had om Kill Bill een goede film te vinden, maar het voegt wel iets toe. Moorden op de manier waarop Tarantino het in beeld bracht was leuk, maar niet goed genoeg om in een tweede deel te herhalen. Gelukkig heeft hij die balans gevonden, al zullen sommige mensen deel 2 maar sloom en zoetsappig vinden.

~

Eén ding is zeker: hij heeft zijn gevoel voor humor niet verloren. Heerlijk walgelijke zwarte humor. Maar wat eigenlijk nog veel belangrijker is: de muziek! Ook in deze film wordt beeld en muziek weer subliem met elkaar gecombineerd. Geen muziek in deze film zou onmogelijk zijn, de verschillende klanken versterken juist het beeld wat je ziet. Ook aan het beeld is veel aandacht besteed; soms kleur, soms zwart-wit. Het camerawerk is duidelijk naar Tarantino’s hand gezet.

Beste kant

De ijzersterke cast mag er ook zijn: Uma Thurman, Michael Madsen, Daryl Hannah en David Carradine. Eindelijk krijgt Carradine (Bill) de kans om te laten zien wat hij waard is, want in dit deel kan je niet meer om hem heen. En hoewel de arme meid het nog steeds zwaar te verduren heeft, laat ook Uma Thurman in Vol. 2 haar beste kant zien.

Verpletterende indruk

Ontkennen kun je het niet: Kill Bill, Vol. 2 voelt anders aan en ik vraag me af of het toch niet beter was geweest om te besluiten om de film iets in te korten en er één geheel van te maken. Dit had waarschijnlijk voor meer eenheid gezorgd. Toch zit deel 2 meesterlijk in elkaar met genoeg onverwachte situaties, een perfecte soundtrack en goede dialogen. Misschien laat de film niet de verpletterende indruk achter waar je op gehoopt had na het zien van deel 1, maar toch is het een film die je niet mag negeren.

Muziek / DVD

Klassiekers vol passie

recensie: R.E.M. – Perfect Square

~

Dat R.E.M. zich erg aangetrokken voelt tot de mooiste plekjes ter wereld, blijkt vooral uit de korte, zeer humoristische documentaire die als extraatje op de DVD Perfect Square staat. In 1999 speelde de band namelijk drie koude en natte, maar o zo wonderbaarlijke concerten in het Schotse Stirling (‘Home of Braveheart’ en daarmee bedoel ik, in tegenstelling tot veel Amerikaanse toeristen, niet Mel Gibson) met een schitterend kasteel op de achtergrond. Mooier kan een band het zich niet wensen, alhoewel Duitsland ook zijn charme heeft. Zo speelde R.E.M. al eens midden in de binnenstad van Keulen voor een MTV-opname en zo stonden Michael Stipe, Mike Mills en Peter Buck op 19 juli van het jaar 2003 op een ‘perfect square’ in Wiesbaden.

Na een aantal nummers geeft Stipe, onder luid gejuich, aan dat het die avond gaat om Stipe, Buck en Mills en natuurlijk om het publiek. Hij vergeet daarbij echter te vermelden dat R.E.M. sinds het vertrek van drummer Bill Berry wordt bijgestaan door verschillende muzikanten, waaronder ex-Posie Ken Stringfellow. Nou, dan ben je best een grote band als je zo’n naam ongemerkt voorbij kan laten gaan. En laten we nou eerlijk zijn, R.E.M. (in 1980 opgericht) behoort toch tot de allergrootste alternatieve rockbands ter wereld. Pearl Jam verliest het als het op goede platen aankomt, Live en Radiohead bestaan nog niet zo lang (Ed Kowalczyk mag trouwens Michael Stipes voeten nog niet likken) en Bono, nou ja die is ook best goed. Hoe dan ook, bij een grote band hoort bijna altijd een grootse live-reputatie en daarvoor verwijs ik je graag naar de DVD Perfect Square, want een R.E.M. in een dergelijke vorm zal je niet meer zo snel zien. Vooral niet nu de band ons land onlangs nog vereerde met een legendarisch bezoek. Dat wordt weer tien jaar wachten.

Nog altijd vol passie

~

R.E.M. opent met Begin the Begin, een oudje afkomstig van het in 1986 verschenen Lifes Rich Pageant. Een nummer dat overigens niet te vinden is op de eind vorig jaar verschenen verzamelaar, waarop alleen nummers stonden uit de tijd waarin R.E.M. bij Warner zat. Er is gekozen voor een dwarsdoorsnede uit het oeuvre, wat naast liedjes uit de begintijd zoals de eerder genoemde opener en Maps and Legends (van Fables of the Reconstruction uit 1985) ook Losing My Religion betekent. Een nummer dat door de band wordt gezien als keerpunt. Er is een R.E.M. voor en een R.E.M. na deze enorme hit. Sommige artiesten weigeren hun doorbraaksong nog te spelen. Nirvana moest bijvoorbeeld niets meer hebben van Smells Like Teen Spirit en Radiohead ziet Creep echt niet meer op een setlist staan (een eigen setlist weliswaar, Moby ging vorig jaar op niet al te intelligente wijze met het nummer aan de haal). Michael Stipe geeft echter aan dat Losing My Religion speciaal voor het publiek is en brengt deze terechte klassieker nog vol passie, net als toen in ’91.

Country Feedback

Verder kent deze kleurrijke DVD (kleurrijk ten eerste door de immer stijlvolle Stipe en ten tweede door de gigantische, felgekleurde decoraties op en rond het podium) nog een flink aantal prachtige uitvoeringen van nieuwere nummers als Bad Day, The Great Beyond (van de Man On The Moon-soundtrack), Imitation Of Life en het prachtige liefdesliedje At My Most Beautiful. Natuurlijk gaat het dak er af bij het immer opzwepende Orange Crush, The One I Love en bij het op de website veel aangevraagde So Fast, So Numb afkomstig van het in 1996 verschenen New Adventures in Hi-Fi. Het hoogtepunt is echter het nummer dat het publiek het liefst wilde horen en waarvan op de special edition van de eerdergenoemde verzamelaar al een bloedstollende versie te vinden was: Country Feedback (van Out Of Time, 1991).

Anthem

De band beëindigt zijn set met een van de anthems van de alternatieve muziek: It’s The End Of The World As We Know It (And I Feel Fine). Een betere concluderende zin had ik mij niet kunnen indenken. Ik wil het hier dan ook bij laten om met mijn hoofd nog enkele malen tegen de muur te bonken. “R.E.M. in de Heineken Music Hall, daar heb ik even geen geld voor.” Lul!

Muziek / Album

Return of the Machine

recensie: Fear Factory - ArcheType

.

~

Sinds die tijd is er veel gebeurd. In 2001 verscheen het vierde album Digimortal en halverwege 2002 verliet oudgediende Dino Cazares de band, wat blijkbaar niet zonder slag of stoot gebeurde (“The infection has been removed. The soul of this machine has improved” – Archetype). Het vertrek van de gitarist betekende volgens velen de doodsteek, maar dat bleek een grote vergissing. Men had beter moeten weten: machines do not die. De oplossing was even simpel als doeltreffend; Christian Olde Wolbers, van oorsprong gitarist, hing zijn basgitaar aan de wilgen en trok de gitaar weer uit de kast, terwijl in ex-Strapping Young Lad Byron Stroud een nieuwe basgitarist werd gevonden. Kort daarop tekende de band een contract bij het uit Minnesota afkomstige label Liquid 8 Records.

Archetype

Archetype (betekenis: ‘het oorspronkelijke model waarvan al het andere wordt gekopieerd’) staat in die zin voor een nieuw begin. Het 13 tracks tellende album (inclusief Nirvana-cover School) werd geproduceerd door de band zelf en klinkt zoals we van Fear Factory gewend zijn: ‘right in your face’, strak en melodieus. Verwacht geen koerswijziging of vage experimenten, Fear Factory weet waar ze goed in is en heeft weinig behoefte zijn grenzen te verleggen, iets wat de band siert. De zang van Burton C. Bell doet me het ene moment wegdromen om vervolgens als in een nachtmerrie badend in het zweet wakker te schrikken. In de droom waan ik me op de vlucht, iedereen zit achter me aan alleen heb ik geen flauw idee waarom. Wel weet ik dat niemand te vertrouwen is, de strijd tussen mens en machine is immers nog lang niet ten einde, waarbij de scheidslijn tussen droom en werkelijkheid lijkt te vervagen.

Zegetocht

De machinale slagsalvo’s van Raymond Herrera in Slave Labor, Cyberwaste en Act of God wekt angst op doordat ze elke mogelijke vorm van emotie de kop indrukken. Een beetje het idee van de vijand zonder gezicht. Maar hoe bang ik ook ben, uiteindelijk wint de nieuwsgierigheid het van de angst. Van onder mijn tafel gekropen kom ik erachter wat een heerlijke, strakke plaat ik eigenlijk in handen heb. Hier lust ik wel pap van! De doorgewinterde Fear Factory- en Strapping Young Lad-fan kan hem dan ook blindelings aanschaffen. Fear Factory is terug, de zegetocht van de machine kan beginnen.