8WEEKLY

In memoriam: Anton Heyboer

Artikel: De dood van een markant levenskunstenaar

.

Anton Heyboer werd op 9 februari 1924 geboren op het Indonesische eiland Java. Gedurende de eerste maanden van zijn leven werd hij opgevoed door de Hindoestaanse familiehulp Jami, die zoals Anton zelf verklaarde later ‘een belangrijke rol’ zou gaan spelen in zijn leven. Een jaar na zijn geboorte verhuisde Anton met zijn ouders en oudere zus naar Haarlem.
Er zouden nog vele verhuizingen volgen; in 1925 naar Delft, in 1929 naar Voorburg en in 1933 vertrok de familie Heyboer uiteindelijk naar Curacao waar Anton’s vader een baan had aangeboden gekregen bij olieraffinaderij Shell. School bleek aan Anton niet besteedt; hij weigerde dingen aan te nemen van iemand die geen karakter toonde.
Later zou Heyboer over deze periode verklaren: ‘Ik heb een prima jeugd gehad. Niet, vergeleken met normaal, wat men een gezellige jeugd noemt. Maar een vrij wilde jeugd. Op onbewoonde eilanden enzo. Wat wil je als kind nog meer?’

~

In 1943 werd Anton Heyboer opgepakt door de Duitse bezetters en gedurende 7 maanden in kamp Prenz Lauerber te werk gesteld. Heyboer laat weinig over die periode los, doch zijn website geeft een aardige indruk van het mensonterende bestaan: “Je komt in Berlijn terecht en je moet werken bij de Karl Jung fabrieken, waar je vanuit het voddenpakhuis, wat je lager was, en bewaakt door één Gestapo man – Aardige man, oorlogsinvalide, dacht na drie keer ons naar de fabriek brengen verder zoeken jullie het zelf maar uit, zat alsmaar te schrijven, misschien naar zijn vrouw die ergens ver weg in Duitsland woonde. De man had meer verdriet dan ik, ik had niets achtergelaten, en Berlijn werd mijn leven.Vier jaar was ik er. Omdat je door de bombardementen nooit slaap kreeg werd je uitgeput. Ik kreeg roodvonk en difterie, kreeg een spuit van een Duitse arts, een vrouw, die zei “Wann hast du deine letzte Braut gehabt”. Ik antwoordde “ich habe niemals eine Braut gehabt”, ik kreeg een tros druiven en moest vlug naar het voddenpakhuis lopen want door de spuit zou ik van de wereld raken. Dat gebeurde. ‘S nachts bonden ze me op een brancard en lieten me aan een lang touw van vierhoog naar beneden zakken in een ambulance auto naar een enorm gebouwen complex, Prenz Lauerberg heette het. Het is nu een bierbrouwerij, en toen een verzamelplaats voor alles wat besmettelijk ziek was en wat veelal daar dood ging.”

De oorlog heeft in menig opzicht een diepe indruk op hem achtergelaten: “Ik ging naar het huis van de man waaronder ik werkte op de fabriek, het bleek een communist en hij gaf mij een pak brood-kaarten voor allen die net als ik waren. Acht Mark per kaart bracht ik hem steeds. Ik was lang onder de communisten en voelde mij thuis in de mentaliteit ‘als het avond wordt ga je gewoon liggen waar je bent en slapen of niet”. Die dierlijke mentaliteit heeft hem nadien nooit meer los gelaten.

~

Na de oorlog vestigde Anton Heyboer zich in het Drentse dorpje Borger waar hij begon te tekenen in een toen nog traditionele stijl. Veelvuldig terugkerende elementen in zijn over het algemeen expressionistisch aandoende ‘onbeholpen’ werk zijn vrouwen, vogels, kippen en boten. Qua kleurgebruik leek hij een lichte voorkeur te hebben voor felle kleuren. Karakteristiek voor Heyboer is daarnaast het tekstelement.

In de jaren vijftig groeide hij in korte tijd uit tot een icoon in landen als de Verenigde Staten, Italie en Japan. In 1983 brak hij met de gevestigde kunstorde en vanaf dat moment verkocht zijn vrouw Petra zijn kunst in hun galerie aan huis.

Heyboer had een duidelijke afkeer van de kunstwereld: “Ik wil niet bij de kunstenaars horen. Zij maken kunst, maar ze leven geen kunst. Ze hebben nog een eigen leven en maken kunst, en dat is waardoor ik eigenlijk niets met dat soort mensen te maken heb. Mijn leven is kunst en ik maak geen kunst. In dat leven raak ik dingen aan en die zijn dan ook kunst. Omdat mijn leven kunst is, is dat ook met mijn vrouwen, de vrouwen met wie ik leef. Met een vrouw leven, dat is geen kunst. Dat is een normaalheid, dat hoort bij de burgerlijkheid. Dat hoort creatief gezien bij het dood zijn”.

Ondanks zijn afkeer van de kunstwereld en zijn zelf verkozen teruggetrokken bestaan, doe je Heyboer te kort door hem als de ‘schilder met de 5 bruiden’ te kenschetsen. Heyboer: “The magazines, the newspapers, the television, I have 20 years told them this story and 20 years they have written “The man with 4 wives”, because that sells, that makes money and a company of 4 women, what is much more news, is less sensation.”

En zo is het maar net. Laten we dus niet vergeten dat Heyboer als graficus zijn sporen ruimschoots heeft verdiend. Een kleurrijk persoon is niet meer.

Film / Films

Een narcotische zeepbel

recensie: Ivans xtc

Licht. Bewegende schaduwen. Aanzwellende muziek. Hollywood. De droomfabriek van de wereld, waar volgens kant en klare recepten zoete, gewelddadige, melige en komische films in elkaar worden gedraaid. In Hollywood is het leven een zeepbel die op knappen komt te staan als de realiteit van de gewone mens zich opeens weer opdringt met de onaangekondigde komst van de dood. De sinistere aanraking van de drievingerige aangevreten hand van de man met de zeis die over roemruchte schouders schuurt. Hij die harten vervangt door een steeds kouder wordende steen. Ivans xtc van Bernard Rose laat zien hoe de dromerige zeepbel op knappen kan komen te staan. De film is een niet geheel geslaagd pamflet tegen Hollywood dat met een flinke dosis toegevoegde naïviteit echter behoorlijk verdraaglijk is.

~

De film begint met enkele achter elkaar gemonteerde beelden van luxe gebouwen en huizen. Hiermee is de toon direct gezet. Deze film gaat over de rijken der aarde die zich voortbewegen in glimmende auto’s en zich uitleven op wilde feesten. Kort daarna krijgen we een vergadering te zien waar enkele hevig geagiteerde mensen wachten op een zekere Ivan Beckman die voor de geplande vergadering kennelijk essentieel is. Enkele roddels gaan van mond tot mond, waaruit duidelijk wordt dat Ivan zijn werk de laatste paar dagen om onbegrijpelijke redenen heeft laten verslonzen. Dan bereikt het bericht van Ivans dood de vergadering en de geagiteerdheid slaat om in ongeloof die uitmondt in ergernis en rusteloze activiteit. De boodschap is duidelijk: Ivans dood is voor zijn zogenaamde vrienden en collega’s weinig meer dan een lastige en ergerniswekkende gebeurtenis die hun toch al niet gemakkelijke leven in de war schopt. De rest van de film brengt in beeld wat er aan de dood van Ivan voorafging.

Narcotische roes

Tijdens zijn leven was Ivan een oppervlakkige, maar goed gebekte filmimpresario (sterk spel van Danny Huston) die zich overgeeft aan overmatig drugsgebruik en vele losse seksuele contacten onderhoudt met verschillende dames, waaronder zijn eigen vriendin die zelf ook graag buiten de deur neukt. Als Ivan te horen krijgt dat hij kanker heeft en niet lang meer zal leven, stort hij zich nog dieper in de narcotische roes. Nadat hij zijn kanker heeft ‘opgebiecht’ aan twee hoerige meiden die vervolgens verschrikt afdruipen, neemt hij een overdosis en sterft. Al met al ontstaat er een weinig flatteus inkijkje in het leven van de ‘world of dreams’. Hoe waar dit portret wellicht ook moge wezen, de kijker wordt toch vooral bevestigd in de bestaande clichés over Hollywood en krijgt nauwelijks iets te zien over de drijfveren of de tragiek van de gesjeesde filmgiganten.

Vertwijfeling

~

Ivans xtc probeert in feite twee dingen te verwezenlijken. Aan de ene kant wil het de hypocrisie en leegte van de filmbusiness in Hollywood aan de kaak stellen, aan de andere kant wil het iets zeggen over de vertwijfeling die de mens overvalt in het licht van zijn eigen, naderende dood. Beide aspecten mislukken; het eerste vanwege het feit dat de film teveel in bekende karikaturen en clichés blijft hangen, het tweede omdat de film te oppervlakkig blijft om de vertwijfeling van Ivan echt op te kunnen oproepen.

Gelijkmaker

De menselijke vertwijfeling en doodsangst wordt in Ivans xtc bovendien op een ietwat tendentieuze manier gekoppeld aan het oppervlakkige leven van degene die op sterven ligt (dit gebeurt op een veel minder storende manier in Tolstojs verhaal De dood van Ivan Ilyich, waarop de film losjes is gebaseerd). Alsof iemand die een alleszins zinvol leven heeft geleefd (wat dat ook moge wezen) niet vertwijfeld zou raken bij het bericht dat hij kanker heeft. Iedereen gaat dood. Of je nu een leven geleid hebt vol drugs, roddel en andere wantoestanden, een doodgewoon leven als bescheiden burger in een groot land of een leven dat mens weet te inspireren en doortrokken is van iets groots, de dood is de grote gelijkmaker.

Krater

Het zou om die reden veel interessanter zijn om te laten zien hoe een doodgewoon mens die zijn leven zo goed en zo kwaad als dat ging heeft geleefd, omgaat met de naderende dood. Dan wordt de vraag naar de zin van het bestaan pas echt prangend. De dreigende afgrond van de zinloosheid kan dan niet worden afgewend op het feit dat de stervende een betekenisloos leven heeft geleid. De diepe krater die doodsangst slaat, zou in dat geval werkelijk worden betreden. In Ivans xtc blijven we er slechts boven zweven.

Muziek / Album

Gefreak voor de liefhebber

recensie: The Mars Volta - Frances the Mute

.

~

Live is al die experimenteerdrift voor een keer best aardig, maar het op de plaat zetten is iets anders. Weinig mensen zullen vrolijk worden van dit soort muzikale egotripperij. Wat dat betreft is het geen makkelijk plaat. Niet dat Rodriquez en Bixler er wakker van zullen liggen. ‘Als je wilt luisteren dan luister je en anders maar niet’.

Frances The Mute zou een conceptalbum zijn, maar daar willen Rodiquez en Bixler niets van weten. Een greep uit de muzikale referenties dan maar: King Crimson, Pink Floyd, Led Zeppelin, Frank Zappa, Primus, Fantomas (band van voormalig Faith No More voorman Mike Patton) en Steve Albini’s Shellac (staccato riffs), al blijft het lastig. Voeg wat jazz, ambient, salsa en veel bombast toe, plak er een ‘progrock’ sticker op en je komt een heel eind in de goede richting. Bixler Zavala’s maniakale stemgeluid vertoont in de rustigere passages soms overeenkomsten met die van Muse voorman Matthew Bellamy, al blijft diens zeurderige toontje hier gelukkig achterwege. Hoewel ook beslist niet iedereen Bixler’s stem zal trekken.

Het intro van Miranda That Ghost Just Isn’t Holy Anymore doet nog het meest denken aan Godspeed You Black Emperor ft. Ad Visser. Esoterisch vogelgetsjilp voorzien van surrealistisch opzwellende Lynchiaanse bliepjes. Vrolijk worden we er eerlijk gezegd niet van. Voor 2 a 3 minuten best aardig, maar that’s it.

Best lekker

Als Rodriquez en Bixler ergens niet van houden is het stilte. Vakkundig wordt de muzikale muur dicht geplamuurd met alles wat voorhanden is; koortjes, gitaarsolo’s, pulserende synthesizer tonen, vervormde stemmen, voorbijrazende auto’s, gesamplede gesprekken, je kunt het zo gek niet bedenken. Technisch valt er niets op aan te merken. En als je er eenmaal ‘in zit’ is de plaat eigenlijk ook best lekker. Zo mondt Cassandra’s Geminniuit in een geniale jazz-jam en horen we in L’via L’viaquez duidelijk de invloed van numero uno latinrocker Carlos Santana. De huidige single The widow is daarmee wel meteen het meest toegankelijke nummer van de plaat.

Op Frances The Mute gastbijdrages van John Frusciante en Flea (op trompet) van The Red Hot Chili Peppers. Er werd al gesuggereerd dat Universal van The Mars Volta geen drol zou verkopen. Ik kan het me levendig voorstellen. Voor de experimentele zielen onder ons zullen we maar zeggen.

Muziek / Album

Zo tijdloos als de natuur

recensie: Tunng - Mother’s Daughter And Other Songs

.

Het Bos en de Dieren

~

Het is alsof Mother’s Daughter And Other Songs tot stand is gekomen in het diepste van de Engelse wouden (hoewel in het echt nota bene onder een lingeriezaak!?). Het album ademt de sereniteit van het leven in de natuur. Men zingt veelal tweestemmig over de zon, de sterren, de dieren en de zee. De inspiratie lijkt geworteld in de folk, gezien de belangrijke rol van de akoestische gitaren, de hoeveelheid samenzang en wederom dat serene dat in een nummer als Fair Doreen zelfs neigt naar de ouderwetse ballade waarmee de minstreel eeuwen geleden langs de kastelen trok. In die tijd en in de hoogtijdagen van de folk had men echter nog geen laptops en wist men niet wat een sample was.

De Hand van God

De enorme kracht van het debuut van Tunng ligt in het schijnbare gemak waarmee dit tweetal de luisteraar doet vergeten dat er mensenhanden, computers of instrumenten in het algemeen aan zo’n plaat te pas komen. Het geheel is organisch al was het de hand van God of welke hogere macht dan ook die zich hiermee gemoeid heeft. Een goddelijke dosering van verschillende ingrediënten: uitstekend getimede samples, vervreemdende beats en natuurlijk het getokkel van dat ouderwetse snaarinstrument. En bovendien prachtige liedjes. Het is ultieme schoonheid wat Tunng hier laat horen. Voor liefhebbers van oud, modern en tijdloos. Mocht je komende tijd nog de drang hebben om blind een plaat te kopen dan moet het echt Mother’s Daughter And Other Songs zijn. Echt heel bijzonder!

Tunng staat overigens op 30 april (koninginnedag!!!) aanstaande op London Calling op een buitenpodium bij Paradiso Amsterdam naast Kaiser Chiefs, I Am X, New Rhodes, Help She Can’t Swim, The Others, Black Bud, Engineers en Nine Black Alps.

Muziek / Album

OK DJ!

recensie: Vitalic - OK Cowboy

Zo’n vijf jaar geleden kwam er een nieuwe stroming binnen de elektronische muziek: electroclash. Cool, fout, raar maar vreselijk dansbaar. Jaren 80 synthesizermuziek met een dun technojasje. Het begon ondergronds met kleine feestjes in leegstaande fabriekspanden maar langzamerhand braken verschillende artiesten door: Fisherspooner, Tiga, Felix da Housecat en Miss Kittin werden wereldsterren en de Lektroluv-compilaties vlogen de Europese toonbanken over.

~

Inmiddels zijn ’s werelds grootste sterren het er over eens: electro is hot! Sterren als Britney (Do Something) en Gwen (What You’re Waiting For) maken er dankbaar gebruik van, maar de electroproducers hebben door dat de echte electrohype al een gepasseerd station is. Ze verdelen zich in twee kampen: de ene richting, aangevoerd door Miss Kittin, Alter Ego en Chicks On Speed, kiest voor een ruigere variant, soms met dwaze ’teksten’, terwijl een andere groep melodieuze, sfeervolle electro maakt. Een van de grote namen van de laatste stroming is DJ/producer Vitalic.

Gigolo

De in de Oekraïne geboren Pascal Arbez, waarvan de verhalen gaan dat hij als gigolo zijn geld verdiende, komt met zijn eerste full-length OK Cowboy. Deze staat vol met meeslepende electrotracks (het intro en de outro daargelaten). Het knappe is dat, hoewel de tracks erg sferisch en dromerig van inslag zijn, de nummers een enorme dansbaarheidsfactor hebben. Serieus: je moet wel lood in je schoenen hebben als je op een van de nummers stil weet te blijven staan.

Knallend en inventief

De uitschieter in positieve zin is La Rock, een enorme electro-meets-techno-knaller die een jaar of twee terug in de platenkoffer van elke zichzelf respecterende DJ terug was te vinden, en terecht! Het is een van de meest knallende en inventieve dansnummers van de laatste jaren. Deze verscheen, net zoals Poney part I & II, al eerder op de Poney EP, de EP waarmee Vitalic internationaal doorbrak. Maar ook nummers als My Friend Dario, die op single uit zal komen, en No Fun (het enige nummer dan in de sfeer van Miss Kittin is gemaakt) en Newman hebben een enorme hitpotentie. Het zijn ijzersterke dansnummers die ondersteund worden door stevige beats en pompende bassen maar ook scheurende gitaren komen soms voorbij. Aan het einde van de cd wordt een beetje gas teruggenomen met de dromerige tracks Trahison en U and I maar dat wil niet zeggen dat deze nummers minder sterk zijn.

Huiskamer

Heerlijke dansnummers dus. Maar OK Cowboy is veel meer dan een plaat voor de dansvloer. Het zijn niet alleen de beats & bass die de klok slaan; er zit veel muziek in de liedjes. Door het melodieuze karakter van de nummers doet de cd het zeker ook erg goed in de huiskamer. Het is gezellige muziek voor na het werk om even op te laden of voor op een zaterdagavond om alvast in de stemming te komen voor het uitgaan. Het enige nadeel is dat de nummers niet altijd een ultiem hoogtepunt hebben (zoals dat ‘hoort’ bij dansnummers) en te kort zijn (gemiddeld krap vier minuten) om je echt helemaal in te verliezen wanneer je staat te dansen. Dat heeft te maken met het feit dat je naar de cd luistert en niet naar de singles, die hier waarschijnlijk wel op afgestemd zullen worden. Maar goed, dit bederft de pret in de verste verte niet. Prima plaat.

Muziek / Album

Donker en dreigend

recensie: Madrugada - The Deep End

De tijd vliegt. Zo is het inmiddels alweer drie jaar geleden dat Grit verscheen, de laatste cd van het Noorse Madrugada, door 8WEEKLY indertijd omschreven als ‘donker en dreigend’. Tot aan Grit volgden de albums elkaar in rap tempo op: vanaf het debuut Industrial Silences (2000) keurig ieder jaar een nieuwe telg. Totdat de productie in 2002 om duistere redenen stokte. Een jaar daarvoor (2001) had drummer Jon Lauvland Pettersen er al de brui aan gegeven, waardoor we even vreesden voor het voortbestaan van de band. Maar zo gemakkelijk laat Madrugada zich gelukkig niet uit het veld slaan. Met The Deep End bewijst de Noorse formatie definitief terug te zijn aan de top van het Europese popfirmament.

~

Muzikaal mag je de sfeervolle pop-rock van Madrugada plaatsen in het rijtje Tindersticks, Timesbold, Neil Young, Nick Cave en The Velvet Underground. Opmerkelijk genoeg weinig Noorse inspiratiebronnen dus. Dichterbij huis zou je ook kunnen denken aan een hippe jonge band als Audiotransparent. De invloeden varieren van country (The Lost Gospel) via blues (Slow Builder) tot flamengo (Stories from the Streets). Hold On You bevat een bijdrage van filmcomponist Angelo Badalamenti. Op dit nieuwe album doet Madrugada haar ding wederom naar behoren. We hadden ook niet anders verwacht. De donkere grafstem van zanger Sivert Høyem is warmer dan die van Johnny Cash en constanter dan die van voorbeeld Nick Cave. De muziek is broeierig, slepend en melancholisch. ‘Buiten schijnt de zon, maar daar krijgen wij op ons geblindeerde zolderkamertje gelukkig niets van mee,’ dat idee.

Balans

Met The Deep End zou Madrugada wel eens de stap naar het grote publiek kunnen zetten. Het album is minder depri dan het voortreffelijke debuut Industrial Silences en minder experimenteel dan het uiteindelijk toch wat tegenvallende Grit. De Noren lijken met The Deep End bovendien een goede balans te hebben gevonden tussen ingetogen en uitbundig (al is uitbundig bij Madrugada natuurlijk nooit echt uitbundig). Dat je af en toe het gevoel krijgt van ‘verrek, waar ken ik dat ook al weer van?’ doet daar niets aan af. Zonder twijfel één van de leukste albums die ik dit jaar kreeg voorgeschoteld!

Onlangs werden ze op het laatste moment toegevoegd aan de line-up van Pinkpop 2005. Mooi voor de schare fans natuurlijk, maar toch heb ik er een hard hoofd in. Dit soort muziek dien je bij voorkeur op een regenachtige herfstdag in je eentje te luisteren. Madrugada, een grote menigte en zon, ik kan er met mijn hoofd niet bij. Stiekem wil ik ook niet dat men mij mijn favoriete undergroundbandje afpakt. Al gun ik ze het succes natuurlijk van harte.

Muziek / Album

Stevig rocken mag weer

recensie: Stereophonics - Language. Sex. Violence. Other?

.

~

Of het ligt aan de nieuwe drummer of dat de Stereophonics de huidige trend om te rocken wat achternalopen, een feit is zeker: deze nieuwe plaat is een welkome verrassing na de soms wel wat erg tamme albums Just Enough Education to Perform en You Gotta Go There to Come Back . Nadat de band uit Wales de twee sterk rockende albums Word Gets Around en Performance and Cocktails had afgeleverd zakte de passie van de band in en leek het erop dat zanger/gitarist Kelly Jones alleen nog maar rustige liedjes kon schrijven. Toch is het niet zo dat er helemaal terug is gegrepen op deze twee cd’s. De Stereophonics zijn door de jaren heen duidelijk gegroeid.

Agressie

Opmerkelijk is de aanwezigheid van invloeden uit de seventies (glam)rock van bijvoorbeeld Iggy Pop. In een aantal nummers zit mede daardoor veel agressie. Het zit in de stem die soms dreigend klinkt als Marilyn Manson, zoals in Doorman. Het zit in de gitaar, die de nummers met moddervette solo’s doorspekt, het zit in de rare geluidjes op de achtergrond die ook aan Amerika’s engste shockrocker doen denken. En de agressie zit zeker in de teksten. Dat Kelly Jones soms erg boos kan worden op een individu of groep mensen wisten we al door het nummer Mr. Writer (op Just Enough Education to Perform), dat gericht was aan leugenachtige Engelse muziekcritici. Nu zijn uitsmijters de lul (in Doorman) en ook Brother is niet echt een vriendelijk nummer. Dit nummer is gebaseerd op een ware gebeurtenis en dankzij de tekst hoef je niet te raden wat dat was:

“You walk right up to me,
Abuse me on the street,
Like a cannonball killing me.
You got it wrong brother, can’t you see?
Don’t push me brother!”

Totaal plaatje

Niet alle nummers zijn even agressief. Er is een goede balans gevonden tussen de harde nummers en de rustigere liedjes. Ook zijn er nummers met een meer op de liefde toegesneden onderwerp, zoals Devil en de single Dakota. Toch zijn ook deze nummers niet zoetsappig zoals op de vorige twee platen die soms wel erg lieflijk waren. Kelly Jones zegt het ook min of meer in het cd-boekje, de Stereophonics hebben een nieuwe sound, die uitermate plezierig is voor het gehoor. De plaat doet zijn titel (en ook het mooie snelle en hippe artwork) eer aan. Er is taal, seks, geweld en iets anders. Dat andere is de hervonden esprit van de band, die ervoor zorgt dat dit album op nummer 1 staat in de Britse albumlijst en dat Performance and Cocktails en Word Gets Around in de top honderd van beste Britse rockalbums van het blad Kerrang stonden. Een plaats die deze nieuwe plaat met ballen in de toekomst zeker ook verdient, omdat hij bol staat van het testosteron en de Stereophonics weer een tijdje met hun tijd mee kunnen.

Muziek / Achtergrond
special: 'Ultimate Collection' van Prince opnieuw in de handel

Slaaf van de maatschappij

Nog niet zo heel lang geleden ontsloeg platenmaatschappij Warner Nederland acts als Ilse de Lange, Postmen en Krezip. In diezelfde bezuinigingsactie verdween twintig procent van het personeel. In de strijd tegen de dalende verkoopcijfers gokt de maatschappij nu op oude rotten en gegarandeerde successen. In dat licht past ook het uitbundig in de markt plaatsen van deze ‘Ultimate Collection’ van Prince: een driedubbelaar waarvoor zelfs op de televisie reclame wordt gemaakt. De verzamelaar blijkt echter al meer dan tien jaar oud. Een zoektocht naar het waarom achter de hernieuwde aandacht.

~

Drie schijfjes in één doosje: de nummers één en twee bevatten de hits in willekeurige volgorde, het derde levert de bijbehorende b-kantjes. Het is een leuke collectie, maar toch voelt het raar dat Warner dit uitbrengt. De artiest en de platenmaatschappij gingen halverwege de jaren negentig allerminst als vrienden uit elkaar. Enkele jaren voor de scheiding was nog overeengekomen dat Prince voor een slordige dertig miljoen gulden zes platen zou uitbrengen. Het beleid zinde de eigenzinnige muzikant echter niet en het contract van dertig miljoen voelde al gauw als een loden last. Vanaf begin jaren negentig nam hij weinig serieus werk meer op en op het hoogtepunt van de ruzie verscheen Prince alleen nog met het statement ‘Slave’ op zijn wang. Slaaf van de maatschappij.

Commercie

De relatie Prince-Warner is voorgoed voorbij, maar de rechten van de meeste van zijn succesalbums liggen nog wel bij de gewraakte maatschappij. Bij navraag blijken de motieven voor het uitbrengen van de verzamelaar dan ook niet veel verheffender dan het eenvoudig binnenhalen van geld: “Hij staat nu weer in de aandacht vanwege zijn nieuwe werk (Musicology). Daarom hebben we deze box opnieuw uitgebracht,” vertelt een PR-medewerkster.

Vergeten kelderdeur

~

Moeite hoefde de maatschappij overigens niet te doen: de box lag al in 1993 in de winkels. Er is in deze persing niets veranderd: op zowel het hoesje als de schijfjes staat het jaartal 1993 gedrukt en ook de tekst in het informatieve boekje stamt van twaalf jaar terug. Zelfs het artwork is niet aangepast. Niet helemaal een ultieme verzamelaar dus; het idee ontstaat zelfs dat achter een lang vergeten kelderdeur nog stapels cd’s lagen. Als ik dat suggereer weet de PR-medewerkster het ook niet meer. Ze meent toch echt dat de plaat opnieuw is geperst, maar ik kan beter contact opnemen met de productmanager. Die weet er meer van.

Tijdloze muziek

Ook deze bezweert dat het album weldegelijk opnieuw geperst is. Niks geen opeens gevonden oude doos vol cd’s, maar tijdloze muziek, die opnieuw is uitgegeven omdat de oude editie niet meer verkrijgbaar was. De vraag waarom het nu opeens tijd was voor een heruitgave blijkt ingewikkelder te beantwoorden: “Dit album was een tijd niet meer leverbaar en is nu opnieuw uitgebracht voor een zeer scherpe prijs. Om die reden hebben we ook weer een marketingcampagne gestart, die aanslaat want het album kwam op 23 binnen in de Album Top 100 en stijgt nu weer door naar de top 10. Tijdloze muziek immers.” Je zou toch denken dat er ook is nagedacht over waarom deze plaat precies nu weer het daglicht mag zien? Misschien ook niet: “Het waarom van jouw reactie is voor mij volstrekt onduidelijk. […] Ik heb je aangegeven waarom we dit album opnieuw hebben uitgebracht en ik laat het hierbij.”

Filantropie?

Tsja, wat dan nog te zeggen over de box zelf? Hij staat boordevol klassiekers en is inderdaad niet duur. Dus steun je graag een maatschappij in nood, loop er dan niet zomaar aan voorbij. Als filantropie echter niet jouw ding is, dan weet je wel hoe je op een andere manier aan de nummers kunt komen.

Muziek / Album

Uit de prullenbak

recensie: Garbage - Bleed Like Me

Vier jaar duurde de stilte rond de Amerikaanse rockband Garbage. De verkoopcijfers van het laatste album, Beautiful Garbage, vielen erg tegen, geen grote tournee, spanningen tijdens de opnames van het nieuwe album: reden genoeg om de geruchten te voeden dat ze er mee op zouden houden. Dat had mij niet gespeten, afgaande op hun zeurderige hits Stupid Girl en Only Happy When It Rains. Garbage heeft de vier magere jaren echter overleefd en komt uit de vuilnis te voorschijn met een stevige en verrassend goede rockplaat.

~

Voor het nieuwe album hebben ze de hulp ingeroepen van niemand minder dan Dave Grohl, die op het energieke openingsnummer, Bad Boyfriend, het drumstel onder handen neemt. Superproducer Butch Vig, die normaal op de Garbage-troms slaat, en Grohl kennen elkaar nog uit een ver verleden toen Vig het album Nevermind van Nirvana produceerde. Bad Boyfriend is een lekker up-tempo gitaarnummer geworden waarvan er nog meer op de cd staan, zoals de single Why Do You Love Me en Sex Is Not The Enemy. Het zijn geen superoriginele nummers, wel lekker pakkende rocksongs.

Zeurderig

Bleed Like Me bevat ook enkele rustige nummers. Op zich is daar niets mis mee, het houdt een cd afwisselend, maar op Bleed Like Me vallen deze liedjes wat tegen. Zowel het titelnummer als It’s All Over But The Crying missen het pakkende van eerder genoemde nummers en doen denken aan het zeurderige karakter van de hits uit het verleden. Afsluiter Happy Home, die ook niet al te stevig is, vormt hierop gelukkig een uitzondering. Het is een erg mooi nummer waarop zangeres Shirley Mason prachtig zingt, misschien wel haar beste zangpartij op de cd.

Electro

Muzikaal gezien is Metal Heart, halverwege de cd, het hoogtepunt. Na een zenuwachtig intro pompen de electro-synthesisers, van hetzelfde soort als de band zo’n tien jaar geleden gebruikte, uit de speakers. Je proeft de echo van New Orders latere werk. Ritmische drums en stevige gitaren vallen in en maken van Metal Heart het beste nummer van de cd. Ik wist niet dat ze het in zich hadden.

Passé

Na een paar luisterbeurten begint de cd wat inhoudsloos te klinken, vooral op muzikaal gebied. Over de hele cd genomen klinkt de muziek af en toe een beetje passé, de nummers blinken niet uit op het gebied van inventiviteit en creativiteit. Dat lijkt voor een gitaarband een doodzonde te zijn in de tijd van Franz Ferdinand en Bloc Party. Een ieder die maling heeft aan hypes en mode zal dit verder worst zijn en zullen erg van Garbage nieuwste kunnen genieten.

Theater / Voorstelling

Sterke typetjes, maar weinig inhoudelijk

recensie: Strak (Joep Onderdelinden)

Er zijn cabaretiers die opgaan in de actualiteiten of bekend staan om hun grove en scherpe grappen. En dan zijn er ook cabaretiers die maar wat doen, het gaat eigenlijk nergens over, maar het is toch vermakelijk. Joep Onderdelinden behoort tot de laatste groep. Een eend, een kabouter en een baby passeren de revue, maar wat het verband is? Na zijn eerste solovoorstelling Joep, staat Onderdelinden nu op de planken met Strak.

~

Strak zijn de typetjes die Onderdelinden neerzet. Geen BN-ers, maar eenvoudige, haast kinderlijke, personen of dieren die dicht bij het publiek staan. Dit is absoluut de kracht van Onderdelinden. De ongecontroleerde bewegingen van een baby bijvoorbeeld of een waggelende eend. Om nog maar te zwijgen over zijn kaboutermetamorfose. Alles is zo simpel en treffend gedaan dat je er meteen om moet glimlachen. De daarbij goed uitgekozen aanstekelijke melodietjes helpen daar absoluut bij. Onderdelinden weet ook steeds weer een leuke draai te geven aan zijn types en dat houdt het leuk om naar te blijven kijken.

Inhoudelijke kwaliteit

Gezien zijn toneel- en acteerachtergrond (je kent hem misschien wel als postbode Siemen in Zaai op televisie met Plien en Bianca) is het logisch dat hij met gemak het toneel in zijn eentje kan vullen. Uitbeelden kan hij goed, maar het schort aan zijn cabareteske verhalen. Die zijn niet lollig en scherp genoeg en missen bovendien vaak een clou. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen manier van invullen van zijn voorstelling, maar je ziet duidelijk dat hij het qua inhoudelijke kwaliteit nog niet redt bij zijn collega’s in de cabaretwereld.

Eenvoud

Toch zie je dat deze vrolijke veertiger met zijn flaporen wordt omarmd door het publiek. Hij weet met zijn eenvoud en persoonlijke en herkenbare situaties de mensen voor zich te winnen. Al legt hij het er wel te dik bovenop dat hij graag aardig gevonden wil worden door het publiek. Dat is te makkelijk! Hij moet er voor vechten dat het publiek hem te gek vindt, dat moet je niet voor elkaar krijgen door een potje te grienen op het podium.

Typetjes behouden

Onderdelinden doet er soms te weinig aan om het publiek echt nieuwsgierig te maken en een goede verbinding te maken tussen zijn diverse onderwerpen. Hij springt nu van de hak op de tak en te weinig dingen in zijn show hebben raakvlakken met elkaar, waardoor het geheel nogal rommelig overkomt. Advies aan Joep Onderdelinden is daarom om vooral door te gaan met zijn typetjes en zijn eenvoud te behouden, maar daarnaast ook hard te werken aan de inhoud van zijn voorstellingen.

Strak is nog tot en met 28 mei 2005 te zien in de theaters.