8WEEKLY

In memoriam: Anton Heyboer

Artikel: De dood van een markant levenskunstenaar

.

Anton Heyboer werd op 9 februari 1924 geboren op het Indonesische eiland Java. Gedurende de eerste maanden van zijn leven werd hij opgevoed door de Hindoestaanse familiehulp Jami, die zoals Anton zelf verklaarde later ‘een belangrijke rol’ zou gaan spelen in zijn leven. Een jaar na zijn geboorte verhuisde Anton met zijn ouders en oudere zus naar Haarlem.
Er zouden nog vele verhuizingen volgen; in 1925 naar Delft, in 1929 naar Voorburg en in 1933 vertrok de familie Heyboer uiteindelijk naar Curacao waar Anton’s vader een baan had aangeboden gekregen bij olieraffinaderij Shell. School bleek aan Anton niet besteedt; hij weigerde dingen aan te nemen van iemand die geen karakter toonde.
Later zou Heyboer over deze periode verklaren: ‘Ik heb een prima jeugd gehad. Niet, vergeleken met normaal, wat men een gezellige jeugd noemt. Maar een vrij wilde jeugd. Op onbewoonde eilanden enzo. Wat wil je als kind nog meer?’

~

In 1943 werd Anton Heyboer opgepakt door de Duitse bezetters en gedurende 7 maanden in kamp Prenz Lauerber te werk gesteld. Heyboer laat weinig over die periode los, doch zijn website geeft een aardige indruk van het mensonterende bestaan: “Je komt in Berlijn terecht en je moet werken bij de Karl Jung fabrieken, waar je vanuit het voddenpakhuis, wat je lager was, en bewaakt door één Gestapo man – Aardige man, oorlogsinvalide, dacht na drie keer ons naar de fabriek brengen verder zoeken jullie het zelf maar uit, zat alsmaar te schrijven, misschien naar zijn vrouw die ergens ver weg in Duitsland woonde. De man had meer verdriet dan ik, ik had niets achtergelaten, en Berlijn werd mijn leven.Vier jaar was ik er. Omdat je door de bombardementen nooit slaap kreeg werd je uitgeput. Ik kreeg roodvonk en difterie, kreeg een spuit van een Duitse arts, een vrouw, die zei “Wann hast du deine letzte Braut gehabt”. Ik antwoordde “ich habe niemals eine Braut gehabt”, ik kreeg een tros druiven en moest vlug naar het voddenpakhuis lopen want door de spuit zou ik van de wereld raken. Dat gebeurde. ‘S nachts bonden ze me op een brancard en lieten me aan een lang touw van vierhoog naar beneden zakken in een ambulance auto naar een enorm gebouwen complex, Prenz Lauerberg heette het. Het is nu een bierbrouwerij, en toen een verzamelplaats voor alles wat besmettelijk ziek was en wat veelal daar dood ging.”

De oorlog heeft in menig opzicht een diepe indruk op hem achtergelaten: “Ik ging naar het huis van de man waaronder ik werkte op de fabriek, het bleek een communist en hij gaf mij een pak brood-kaarten voor allen die net als ik waren. Acht Mark per kaart bracht ik hem steeds. Ik was lang onder de communisten en voelde mij thuis in de mentaliteit ‘als het avond wordt ga je gewoon liggen waar je bent en slapen of niet”. Die dierlijke mentaliteit heeft hem nadien nooit meer los gelaten.

~

Na de oorlog vestigde Anton Heyboer zich in het Drentse dorpje Borger waar hij begon te tekenen in een toen nog traditionele stijl. Veelvuldig terugkerende elementen in zijn over het algemeen expressionistisch aandoende ‘onbeholpen’ werk zijn vrouwen, vogels, kippen en boten. Qua kleurgebruik leek hij een lichte voorkeur te hebben voor felle kleuren. Karakteristiek voor Heyboer is daarnaast het tekstelement.

In de jaren vijftig groeide hij in korte tijd uit tot een icoon in landen als de Verenigde Staten, Italie en Japan. In 1983 brak hij met de gevestigde kunstorde en vanaf dat moment verkocht zijn vrouw Petra zijn kunst in hun galerie aan huis.

Heyboer had een duidelijke afkeer van de kunstwereld: “Ik wil niet bij de kunstenaars horen. Zij maken kunst, maar ze leven geen kunst. Ze hebben nog een eigen leven en maken kunst, en dat is waardoor ik eigenlijk niets met dat soort mensen te maken heb. Mijn leven is kunst en ik maak geen kunst. In dat leven raak ik dingen aan en die zijn dan ook kunst. Omdat mijn leven kunst is, is dat ook met mijn vrouwen, de vrouwen met wie ik leef. Met een vrouw leven, dat is geen kunst. Dat is een normaalheid, dat hoort bij de burgerlijkheid. Dat hoort creatief gezien bij het dood zijn”.

Ondanks zijn afkeer van de kunstwereld en zijn zelf verkozen teruggetrokken bestaan, doe je Heyboer te kort door hem als de ‘schilder met de 5 bruiden’ te kenschetsen. Heyboer: “The magazines, the newspapers, the television, I have 20 years told them this story and 20 years they have written “The man with 4 wives”, because that sells, that makes money and a company of 4 women, what is much more news, is less sensation.”

En zo is het maar net. Laten we dus niet vergeten dat Heyboer als graficus zijn sporen ruimschoots heeft verdiend. Een kleurrijk persoon is niet meer.