Film / Films

Twee verloren zielen in een aftandse camper

recensie: La novia del desierto (dvd)

De Zuid-Amerikaanse cinema kent een rijke traditie aan contemplatieve roadmovies. Ook La novia del desierto – De bruid van de woestijn – is zo’n pareltje.

Teresa heeft autopech. De bus waarin de huishoudster op weg is naar haar nieuwe dienstbetrekking houdt ermee op. En nu staat de vijftiger daar, in Vallecito, een stoffig bedevaartsoord in de Noord-Argentijnse woestijn. Een mooi symbool voor de staat van verwarring en eenzaamheid waarin Teresa verkeert.

Bewezen diensten

Dertig jaar lang was ze in dienst van de welgestelde familie in Buenos Aires. Hun kinderen waren haar kinderen. Zelf beschouwde de inwonende kokkin, schoonmaakster en kindermeisje zich als onderdeel van het gezin. Totdat ook de laatste zoon uitvloog en de familie het huis verkocht. Teresa wordt bedankt voor bewezen diensten.

Jarenlang heeft ze zichzelf weggecijferd. Nu moet ze, gestrand in de woestijn, het lot in eigen hand nemen. Zeker wanneer ze ook nog haar handtas met haar belangrijkste bezittingen in de camper van rondreizende marktkoopman Gringo laat liggen. Ze spoort de welbespraakte charmeur weer op en samen reizen ze verder, met de camper door de woestijn.

Complex karakter

Debuterend regisseurs Cecilia Atán en Valeria Pivato schakelen in La novia del desierto behendig heen en weer tussen heden en verleden. Zo wordt langzaam het complexe karakter van Teresa onthult en krijgen we inzicht in de klassenverhoudingen die er in Argentinië nog steeds zijn. Zo krijgt deze verder plotloze film toch nog een spanningsboog.

De aanvankelijk kleurloze vrouw op leeftijd wordt gespeeld door Pauline Garcia, de actrice die eerder schitterde in de Chileense filmhuishit Gloria. Zij weet hier weer te laten zien dat ze slechts genoeg heeft aan een paar kleine subtiele gebaren en uitdrukkingen om een heel karakter neer te zetten.

Uiteraard volgt La novia del desierto de wetten van de roadmovie. Niet de bestemming is het doel, maar de reis zelf. Onderweg zal de introverte Teresa opbloeien dankzij de ontwapenende Gringo. De altijd onzichtbare huishoudster ontdekt dat ook zij gezien mag worden. Een universele boodschap waarvoor La novia del desierto niet meer nodig heeft dan twee karakteracteurs, een kapotte bus, een vergeten tas en een aftandse camper.

Kunst / Expo binnenland

Dichterlijke schilder

recensie: Paula Modersohn-Becker. Tussen Worpswede en Parijs

Na recente exposities met werk van haar in Parijs (2016) en een overzichtstentoonstelling  in Hamburg (2017) volgt nu Enschede; de kunst van Paula Modersohn-Becker (1876-1907) krijgt inmiddels de aandacht die het verdient.

In Rijksmuseum Twenthe valt de nadruk in de eerste plaats op – zoals de achterflap van de fraaie en informatieve catalogus het noemt – de ‘dialoog tussen Worpswede en Parijs.’ Worpswede – het kunstenaarsdorp onder de rook van Bremen, en Parijs – waar de moderne kunst een internationale ontwikkeling doormaakte. Was ze in Parijs, dan had Modersohn-Becker heimwee naar Noord-Duitsland, was ze in Worpswede, dan verlangde ze er weer naar om in het levendige Parijs te zijn, waar het allemaal gebeurde.

Binnen deze opzet werd er in Enschede in de tweede plaats, in overleg met het Von der Heydt-Museum in Wuppertal, de grootste bruikleengever, voor gekozen om haar werk te laten zien in relatie tot haar directe omgeving, zowel in Worpswede als in Parijs.
Het heeft een schitterend afgewogen, behapbare expositie op niveau opgeleverd, waarbij ook nog eens leven en werk op een evenwichtige manier worden belicht.

Huizen, berken en maan (ca. 1902) Museen Böttcherstrasse, Paula Modersohn-Becker Museum, Bremen (bruikleen uit privécollectie)

Eenzame berk

Het lijkt er daarbij haast op, of een alleenstaande berk die vanaf 1900 in het werk van Modersohn-Becker opduikt (vanaf Berkenlaan in de herfst) de eenzaamheid uitdrukt die ze in deze tijd ook beschrijft in een brief aan haar ouders: ‘Het aantal mensen met wie ik het aankan over iets wat me na aan het hart ligt en raakt, zal steeds kleiner worden.’ Een romantische interpretatie wellicht, want je kan die berk ook als een vormelement zien, zoals ze dat eerder, in het gras liggend, innerlijk voor zich zag en ontwierp alvorens een penseel ter hand te nemen.

Stilleven met kruik, (1907) Von der Heydt-Museum, Wuppertal

Vorm en evenwicht leert ze in Parijs kennen, in de galerie van Ambroise Vollard, in de stillevens van Cézanne. Twee schilderijen van hem, waaronder een uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, laten dit duidelijk zien. Het is zelfs zó, dat een werk van Modersohn-Becker werd geweigerd voor een tentoonstelling van het Nordwest-deutsche Künstlerverband (1906), omdat het teveel op een Cézanne leek…

Zittend naakt met bloemenvazen (ca. 1907) – Von der Heydt-Museum, Wuppertal

Lichtere toon

De toon van haar werk wordt na de periodes waarin ze in Parijs verkeert, helderder en lichter van toon. Zeker in vergelijking met de aardtinten die haar man Otto Modersohn in dezelfde tijd gebruikt. Van hem zijn op de tentoonstelling ook enkele schilderijen te zien.

Door de collectie van Gustave Fayet maakt Modersohn-Becker in Parijs kennis met het werk van bijvoorbeeld Gauguin. De invloed van diens werk op haar schilderijen is verpletterend; daar is geen voorbeeld van Gauguin – die in Enschede ontbreekt – voor nodig; dat ziet in dit geval de beschouwer met zijn/haar innerlijk oog meteen. Bijvoorbeeld in enkele portretten van zittende vrouwenfiguren.

Alles heeft betekenis

In dezelfde tijd schrijft de dichter Rainer Maria Rilke, die was getrouwd met de beeldhouwster Clara Westhoff, een vriendin van Paula Modersohn-Becker: ‘Wanneer uw dagelijkse omgeving u arm voorkomt, klaag dan niet aan haar, klaag uzelf aan en zeg tot uzelf dat u niet genoeg dichter bent om haar rijkdommen op te roepen: want voor de scheppende kunstenaar is er geen armoede en geen arme plaats zonder betekenis.’ Met in gedachten wellicht de prachtige portretten van oude vrouwen die Paula Modersohn-Becker rond 1897-1899 maakte. Daar begint de expositie mee, nadat je bij de ingang eerst de prachtige buste van  Paula Modersohn-Becker door Clara Westhoff hebt kunnen bewonderen. Allemaal meer dan de moeite waard!

 

Theater / Voorstelling

Soapy Oedipus eindigt met stomp in de maag

recensie: Toneelgroep Amsterdam - Oedipus

In de door Robert Icke bewerkte en geregisseerde versie van Oedipus, naar Koning Oedipus van Sophocles, bij Toneelgroep Amsterdam is Oedipus een politicus die we meemaken tijdens de laatste uren voor een verkiezingsuitslag. De vorm van de voorstelling is hedendaags en herkenbaar, maar het enige moment dat echt raakt is wanneer Oedipus in wanhoop de gruwelijke daad uitvoert die Sophocles eeuwen geleden beschreef.

Icke is een jonge Britse regisseur die o.a. naam maakte met een interessante versie van Hamlet, onlangs nog op de BBC te zien. Icke’s Hamlet is zeer de moeite waard vooral vanwege de fantastische hoofdrol van Andrew Scott en natuurlijk Shakespeare’s onnavolgbare woorden. Bij deze Oedipus ontbreken zulke woorden, al is de synopsis adembenemend. Een man komt er achter dat hij, zonder dat te weten, al jaren getrouwd is met zijn eigen moeder Jocaste en zijn vader Laius heeft vermoord. In Icke’s bewerking ontdekt Oedipus de waarheid omdat hij tijdens zijn verkiezingscampagne heeft beloofd zowel de mysterieuze dood van Laius, een politieke voorganger, uit te zoeken als de gerezen twijfels omtrent zijn eigen geboortecertificaat.

Soap

Het begin van het stuk doet helaas denken aan een soap. Oedipus is voortdurend in conflict met zijn campagneleider, zijn eigen zwager, en dat gaat enigszins op deze manier: “Luister naar me!” “Nee, luister jij naar mij!” “Nee, jij bedondert mij hè?” “Nietwaar!” Etc. etc. Dan komt Tiresias, de blinde ziener, orakelen. Het feit dat een hedendaags politicus de mening vraagt van een blinde ziener is al een beetje vreemd, maar ook in de dialoog tussen Tiresias en Oedipus wordt er alleen maar langs elkaar heen gepraat. Vervolgens wordt er feest gevierd: Oedipus heeft een trainingsbroek en trui aangetrokken om met vrouw en kinderen van een gezellig samenzijn te genieten voordat zijn politieke taken hem volledig op zullen slokken.

Ook Oedipus’ moeder is aanwezig, althans de vrouw waarvan hij denkt dat het zijn moeder is. Zij wil dringend een woordje met hem wisselen maar ook bij haar sluit Oedipus zich af. We horen steeds weer: ik moet met je praten / nee, nu niet / het moet echt / het kan niet nu, straks / enzovoort. Inmiddels ben ik murw. Ik zit naar een familie te kijken die heel gezellig sla en patat met elkaar zit te eten en denk: wie zijn die mensen? Waarom moet ik naar ze zitten kijken?

Stomp in de maag

Als dan later Oedipus en zijn vrouw Jocaste praten over Laius en diens dood en Oedipus langzaam in de gaten begint te krijgen wat wij als publiek allang weten, wordt de voorstelling interessanter. Maar pas echt boeiend wordt het als Oedipus eindelijk gedwongen wordt naar zijn moeder, een mooie Frieda Pittoors, te luisteren. Zelfs dan is Oedipus nog aan het zeuren: “Kan het echt niet morgen?” “NEE!” Het is een opluchting om een actrice te zien die duidelijk weet wat ze wil en er voor gaat: “jij gaat NU naar me luisteren!” Wat volgt is niet origineel maar wel ontroerend.

Als de afschuwelijke waarheid langzaam tot Oedipus en Jocaste is doorgedrongen – een spannend gedeelte, mooi gespeeld door Hans Kesting en Marieke Heebink – komt het onontkoombare moment dat Oedipus alleen is met deze nieuw verworven kennis. Wat er dan gebeurt is zo heftig dat ik besef: dus hier gaat het om bij Griekse tragedies, deze klap, deze hamerslag, deze stomp in mijn maag.

Katharsis

In Icke’s bewerking is de liefde tussen Oedipus en Jocaste waarachtig, die twee zijn gek op elkaar en juist dat maakt dat je Oedipus’ wanhoop volkomen begrijpt. Maar was die rigoureuze bewerking van dit klassieke stuk echt noodzakelijk om dat te kunnen laten zien? Of had er in ieder geval niet iets beters van gemaakt kunnen worden? Er worden tegenwoordig weinig stukken geschreven waarin zonen met hun moeders trouwen, waarin moeders uit jaloezie hun eigen kinderen doden, waarin vaders hun dochters opofferen ten behoeve van een oorlog. Die stukken bestaan echter en als regisseurs de moed hebben daar geen makkelijk snoepje van te willen maken voor hun hedendaagse publiek, is voor ons misschien dezelfde katharsis mogelijk als er voor de Grieken duizenden jaren geleden moet zijn geweest.

Het ingewikkelde aan deze Oedipus is dat ik de eerste helft van de voorstelling, vooral vanwege de door Icke zelf geschreven dialogen, nietszeggend en af en toe zelfs irritant vind, maar het einde adembenemend. Dat heeft hij dus wel erg goed gedaan.

Boeken / Fictie

Het ondraaglijke lijden

recensie: Esther Gerritsen - De trooster

Esther Gerritsen is de auteur van een fijn en eigenzinnig oeuvre. Met haar nieuwe roman De trooster voegt ze daar een diepgravend hoogtepunt aan toe.

Gerritsen, de schrijver van onder meer de mooie romans Dorst (2012), Roxy (2014) en het Boekenweekgeschenk Broer (2016), toont zich in haar nieuwste boek van haar levensbeschouwelijke kant. De trooster vertelt het verhaal van Jacob, die conciërge is in een klooster waar altijd een groep mensen in retraite is, en hoe hij uit balans wordt gebracht door de komst van de gevallen staatssecretaris Henry Loman. Gerritsens roman is er een over beproeving in aanloop naar en tijdens de heilige week: niet die van Loman, maar die van Jacob.

Gebrekkig lichaam

De roman opent met Jacob die deurposten schuurt: zijn vingers zijn kapot, het hout wordt beetje bij beetje ‘blanker en gladder’. Jacob is geboren met een mismaakt gezicht, maar hij is gelukkig. ‘Ik was tevreden met mijn gebrekkige lichaam, dat brandt en slijt en toch volstaat, dat doet wat het moet doen. Ik verlangde niets.’ Die tevredenheid slaat snel om wanneer de corpulente, zelfverzekerde Loman in het klooster arriveert. Aan hem kleeft een nooit helemaal honderd procent gedefinieerd schandaal dat te maken heeft met macht en seks. In deze tijden zeer voorspelbaar.

De trooster is niet boek waar de mooie zinnen en lyrische beschrijvingen over elkaar heen buitelen; het proza is kaal als de slaapzalen in het klooster. Maar waar de kamers koel zijn – Jacob komt telkens niet toe aan het repareren van de verwarming –, is Gerritsens proza warm. Juist door het afwezig blijven van opsmuk blijkt hoe goed zij de verschillende lagen van haar personages in boort:

Er was een laatste stoel vrij aan het hoofd van de tafel. Henry Loman pakte de stoel en schoof hem aan bij de zijkant. Men zou dat een bescheiden keus kunnen noemen. De echte bescheidenen durven niet in te grijpen in de werkelijkheid zoals die hun wordt gepresenteerd. Een verlegen mens zou ineengedoken aan het hoofd plaatsnemen.

Innerlijk conflict

Langzamerhand wordt zichtbaar welke invloed Loman op Jacob uitoefent. Jacob verzet zich aanvankelijk tegen de agressie waarmee Loman zich in hun gemeenschap nestelt en ruimte inneemt. Maar je ziet hem geleidelijk aan overhellen en in conflict raken met zichzelf; hij wordt aan het wankelen gebracht. En dat allemaal omdat Loman twee uur te vroeg bij het klooster was aangekomen, waardoor Jacob hem noodgedwongen moest ontvangen, in plaats van een van de broeders.

Je kan dat het lot noemen of toeval. De trooster gaat over de kracht van het toeval, over de gebeurtenissen die een leven bepalen. Over de vraag wat wij wel en wat wij niet in de hand hebben, en hoe we daarmee omgaan. Het geloof biedt Jacob houvast en rituelen, zeker in de tijd voor Pasen, die bol staat van dergelijke terugkerende praktijken en symbolen. Het lijden van Christus, de tekst van de mis: voor Jacob zeer belangrijk, maar door de komst van Henry Loman vraagt Jacob zich af wat ze precies betekenen. Uiteindelijk stelt De trooster de vraag die alle grote kunst stelt: hoe te leven? Zoals Jacob zegt nadat hij uit het Goede Vrijdag-gebed wegloopt: ‘De lijdensweg werd me ineens te zwaar.’ Er is iets gekanteld in deze doorleefde roman.

Boeken / Fictie

Het zijn geen terroristen, het zijn meisjes

recensie: Naomi Alderman - De macht

In De macht presenteert Alderman een alternatieve geschiedenis. De machtsverhouding tussen man en vrouw wordt op een extreme manier omgedraaid. Een interessant experiment dat je niet zomaar loslaat.

Op de ‘Dag van de Meisjes’ ontdekken vijftienjarige meisjes overal ter wereld dat ze een zogenaamde ‘wrong’ bezitten. Met deze klier op hun sleutelbeen kunnen ze elektrische schokken uit hun hand opwekken. Als ze oudere vrouwen een schok geven, kunnen ze de kracht ook bij hen activeren.

In eerste instantie pakt dit heel goed uit voor vrouwen. Als ze op straat door een man worden aangevallen, dan slaan ze meteen terug. Vrouwen hoeven niet meer bang te zijn voor mannen – ze doen nu fysiek niet langer voor hen onder. Overal ter wereld worden mensen bang voor de meisjes. Ouders willen niet dat hun zoon ’s avonds alleen over straat loopt. Jongens verkleden zich als meisje om stoerder over te komen. Kortom: er vindt een omkering plaats in de hiërarchie tussen man en vrouw.

Niet iedereen is een vriendelijke machthebber

In De macht volgen we vijf mensen in deze nieuwe wereld. Het Amerikaanse meisje Allie – slachtoffer van sadistische pleegouders – vermoordt haar pleegvader en komt in een klooster terecht. Hier ontpopt ze zich tot geestelijk leider Moeder Eva, die een vrouwelijke lezing van de Bijbel propageert. In deze religieuze beweging is de Britse Roxy, die een extreem sterke vorm heeft van de kracht, haar rechterhand. Tunde (de enige mannelijke protagonist) is in Afrika een van de eersten die de kracht als journalist vastlegt. In Amerika volgen we ook Margot en haar dochter Jocelyn. Margot is burgemeester maar weet zich dankzij de kracht op te werken tot senator.

In het begin lijkt de kracht een leuke gimmick. Als (vrouwelijke) lezer denk je dan ook: ‘Ha, eindelijk gerechtigheid.’ In het begin worden de meisjes enorm onderschat. ‘Het zijn geen terroristen, het zijn meisjes’, is de teneur. Maar naarmate het boek vordert, wordt de wereld steeds grimmiger. Het boek druist hiermee in tegen het idee dat vrouwen aan de macht gelijkstaat aan meer vriendelijkheid, meer mededogen en empathie. Niet iedereen gaat goed om met macht, ongeacht of je man of vrouw bent. In de roman ontwikkelen sommige vrouwen een voorkeur voor het misbruiken van mannen, en de bewegingsvrijheid van mannen wordt steeds meer beperkt. Conclusie: ook een vrouw in een machtspositie kan een psychopaat zijn.

Een alternatieve werkelijkheid

Op de titelpagina staat een anagram van de auteur: Neil Adam Armon. Het boek begint en eindigt met een briefwisseling tussen Naomi en haar alter ego Neil, waarin ze discussiëren over dit boek. Het verhaal wordt op diezelfde titelpagina getypeerd als een historische roman – hiermee samenhangend staan er archeologische vondsten over het ontstaan van de mysterieuze kracht verspreid door de roman. Door te kiezen voor een pseudoniem en door het boek als non-fictie te presenteren, creëert Alderman een alternatieve werkelijkheid. Dit geeft het verhaal een heel krachtige en stellige vibe, wat extra wordt ondersteund door het actieve taalgebruik in de roman.

Dit boek dwingt je om kritisch naar onze maatschappij te kijken. Precies dit is wat het boek zo opwindend maakt. Als er bijvoorbeeld weer een discussie oplaait over een vrouwenquotum in de bedrijfstop, dan helpt dit boek ons te realiseren dat een vrouw aan de macht niet per se beter is dan een man. Het is goed om de macht te verdelen over de seksen, maar we moeten af van het idee dat de een beter is dan de ander.

Feministische traditie

De macht wordt vaak vergeleken met The handmaid’s tale van Margaret Atwood. Alderman noemt Atwood in haar dankwoord, waarmee ze zichzelf ook in die traditie plaatst. Waar The handmaid’s tale echter een extreme uitvergroting is van het patriarchaat, is De macht een omkering. Een dergelijke omkering werkt in eerste instantie bevreemdend. Vrouwen die mannen misbruiken en de macht grijpen door middel van fysieke overheersing, dat lijkt tegennatuurlijk. Maar is het omgekeerde dan wel natuurlijk? Door dit soort vragen op te roepen draagt Alderman bij aan een feministisch discussie, wat het boek uiterst relevant maakt.

De macht is een geweldig gedachte-experiment en een zeer leesbare roman. Het is geen afgerond verhaal, maar eerder een trein die doordendert en steeds sneller richting de afgrond raast. Het bevat niet de rust en de fantastische schrijfstijl van Atwood, al kan dat ook aan de vertaling liggen. Maar al met al is dit een echte must-read voor elke vrouw én man.

Theater / Reportage
special: Tweetakt 2018

Tweetakt: de enige goede reden om niet op een terrasje te zitten.

Na maanden Hollandse kou is de lente eindelijk begonnen. De terrasjes zitten vol, de zomerse jurkjes en shirtjes zijn terug, er wordt weer wat meer gelachen op straat. ‘Hè fijn, dit had ik even nodig,’ hoor ik een dame tegen haar vriendin zeggen. Je zou wel gek zijn als je met dit mooie weer een weekend lang het theater induikt, en toch zat ook de schouwburg vol. Tweetakt is in de stad, en is het enige excuus om niet in de zon te zitten. Twee dagen en een flinke portie jeugdtheater later bekroop me hetzelfde gevoel: fijn, dit had ik even nodig.

Theater Artemis – De onzichtbare man (4+)

Foto: Kurt Van der Elst

Want wat een eigenzinnige voorstellingen waren daar te zien, in het eerste Tweetakt-weekend. En wat een opluchting om weer eens in een zaal te zitten met kinderen die voluit reageren op een toneelstuk. De onzichtbare man, de nieuwste productie van Theater Artemis en regisseur Jetse Batelaan, speelt met de illusie van theater, en het geloven in die illusie. De titel zegt eigenlijk al genoeg: we maken kennis met theatertechnicus Johan (René van ’t Hof) en Rob, een acteur die door Johan wel gezien wordt, maar door ons niet. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, ziet Rob het publiek wel, maar Johan en acteurs Nimüe en Marijn blijven een lege zaal zien. Rob – ‘zittend’ bij de piano, aangegeven door een volgspot – vertelt ons wat we moeten doen om weer zichtbaar te worden. Er ontstaat een steeds complexer wordend spel tussen zichtbaar zijn en onzichtbaar zijn, waarin alles en iedereen wel ergens de dupe wordt: Johan, Nimüe, Marijn, een aantal spoken die het toneel betreden, en zelfs een zakje chips waar we alleen het gekraak van horen. Dat zakje wordt gehaald door een jongetje uit het publiek, die op verzoek van Rob schuchter het podium opkomt en de coulisse in wordt gestuurd. Ergens weten hij en de andere kinderen dat het allemaal nep is, en toch wordt er enthousiast gekletst met Johan en Rob. En dan betrap ik mezelf er ook op: ik zie geen volgspot bij de piano, maar stel me er een personage bij voor. De magie van theater in een notendop.

Ultima Vez & Seppe Baeyens – INVITED (10+)

Foto: Danny Willems

Seppe Baeyens doet met zijn voorstelling INVITED in principe hetzelfde als wat Jetse Batelaan met De Onzichtbare Man (en later met Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt) doet. Beide regisseurs grijpen terug naar de kern van wat theater kan betekenen. De Onzichtbare Man gaat over de ‘suspension of disbelief’ waar we in een voorstelling voor vallen. INVITED gaat nadrukkelijk over het publiek, en hoe dat publiek zich door theater even met elkaar verbonden kan voelen. We bevinden ons op het podium van de Douwe Egberts Zaal, en worden uitgenodigd om op een grote slang te zitten. De doorgewinterde theaterbezoeker voelt de bui al hangen: met die slang gaat iets gebeuren. Maar niet voordat de zaal donker wordt, en er een koorzang wordt ingezet. ‘Zijn mijn buren oprecht aan het meezingen, of horen ze bij de voorstelling?’ vraag ik me af. ‘En als ze zelf meezingen, mag ik dan ook?’ De koorzang laat het publiek voorzichtig deelnemen aan een groepsactiviteit, zonder dat ze door anderen gezien worden. Dan gaat het licht aan, en tillen we samen de slang op. Als we eenmaal de slang neerleggen, staan we in een kring en zien we hoe de performers – een groep met verschillende genders en etnische achtergronden, jong en minder jong, met of zonder verstandelijke beperking – één voor één mensen bij de hand nemen. Om ze te verplaatsen, maar uiteindelijk ook om met ze te dansen, te knuffelen of te rennen.

Ook ik ontsnap niet aan de dans en voor ik het weet ren ik fanatiek rondjes rond de zaal. Het duurt even voor ik doorkrijg dat INVITED net iets verder gaat dan gecontroleerde publieksparticipatie: uiteindelijk kunnen we ook zelf bepalen wat we in de cirkel doen. Dat vereist een strakke dramaturgie en performers die ondanks alle vrijheid de touwtjes in handen kunnen houden. En dat kan deze groep: met niet meer dan wat kleine handgebaren houden ze de performance op de rails. Een indrukwekkende prestatie van deze groep en van Baeyens, die het theater effectief aanwenden om een gevoel van saamhorigheid te smeden. INVITED is zo’n voorstelling waar je jezelf na afloop weer even op de aarde voor moet zetten. Je hebt iets beleefd dat je alleen in een theaterzaal kan beleven, en weer vervlogen is als je de zaal uitloopt.

Theater Artemis – Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt (8+)

Foto: Joep Lennarts

De zondag begint opnieuw met een voorstelling van Batelaan. Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt is een bekende titel – het origineel dateert uit 2005 – en richt zich op een andere basispremisse van theater: er moet iets zijn om naar te kijken. Net als De onzichtbare man zien we hier een fictief toneelstuk dat op het punt staat te beginnen, maar nooit begint. De acteur (René Geerlings) wordt namelijk van het podium geweerd door een beveiliger (Martin Hofstra), en moet verschillende trucjes verzinnen om toch zijn voorstelling aan te vangen. Eenmaal op het podium blijkt er een probleem te zijn met het ‘volgende moment’ (gespeeld door Hofstra): alleen het ‘vorige moment’ is beschikbaar, en zonder volgend moment geen voorstelling. Voor het jonge publiek om mij heen is deze voorstelling waarin niets en toch heel veel gebeurt, geen onverdeeld succes. Het jongetje achter mij kan niet wachten tot het voorbij is, terwijl de kinderen naast mij gefascineerd zitten te kijken. Best knap, hoe Batelaan een redelijk abstract en absurdistisch gegeven zo kan vertalen, dat het werkt als jeugdtheatervoorstelling. De voorstelling waarin niks gebeurt is natuurlijk een voorstelling waarin uiteindelijk heel veel gebeurt: van een schildpad aan een touwtje die maar niet op lijkt te komen, tot een herhalende speurtocht naar ‘het volgende moment’, tot een heuse processie van ‘momenten’ over het podium.

Abattoir Fermé & herpaleis – Bangerik (6+)

Foto: Kurt Van der Elst

Abattoir Fermé is met haar rauwe, groezelige esthetiek niet het meest voor de hand liggende gezelschap om een jeugdtheatervoorstelling te maken. Door horror als uitgangspunt te nemen, is er desondanks een interessante voorstelling ontstaan die trouw blijft aan de signatuur van het gezelschap. In Bangerik zien we hoe het gelijknamige hoofdpersonage omgaat met zijn angst voor de buitenwereld. Die buitenwereld is een grote horrorshow met griezelige varianten van volwassen figuren: een langbenige reuzenvader, twee hekserige tantes, een ‘rioolmeermin’ die zo uit het badputje getrokken wordt, en drie popachtige horrornonnen. En dan is er Annabellee, de love interest die er niet griezelig uitziet, maar toch het engst van allemaal is. De showsteler is Chiel van Berkel, die in de rol van Nonkel Vlees een muzikale waslijst van verschillende, onuitspreekbare, fobieën opsomt. Bangerik blijft vooral visueel een indrukwekkende voorstelling, maar wil niet echt landen. Een lange tijd bleef het me onduidelijk waar de voorstelling precies heen beweegt, waar de uitvergrote personages voor staan, en wat nu precies het grotere verhaal is dat verteld wordt. Zo blijft Bangerik meer een ritje door een spannend spookhuis, dan een helder verhaal.

Studio Orka – Inuk (7+)

Foto: Phile Deprez

Voor de laatste voorstelling van mijn Tweetaktavontuur verlaat ik de Stadsschouwburg en reis ik af naar Plan Einstein, een asielzoekerscentrum waar asielzoekers samenwonen- en werken met uit huis geplaatste jongeren. Studio Orka maakte hier de voorstelling Inuk, wat in de taal van de Inuits ‘echte mens’ betekent. We betreden een vervallen hotellobby, waar Carl, de eigenaar van het hotel, zit te schilderen en klusjesman Ivan met zijn charme en grapjes het publiek opwarmt. Even denk ik een nogal flauwe voorstelling te gaan zien, met karikaturale personages die weinig te maken hebben met de harde realiteit waar de kinderen van Plan Einstein mee te maken hebben. Al snel blijkt dat Inuk veel complexer en gelaagder is dan ik in de eerste minuten vermoedde. Carl en Ivan krijgen twee bezoekers te gast die beiden schuilen voor de storm. Het hotel is, net als het asielzoekerscentrum, een tijdelijke schuilplek. Als blijkt hoezeer de vier personages ontheemd zijn en verlangen naar een thuis, begint de voorstelling te schuren. Het pubermeisje Nina vertelt hoe ze van instituut naar instituut gaat, en niet meer bij haar moeder kan wonen. Als blijkt dat ook de hoteleigenaar haar niet wil hebben, en in de stromende regen buiten wil zetten, zet ze een dans in die zowel woede als hopeloosheid uitstraalt. Het komt binnen bij het publiek, die voor een deel uit de bewoners van het centrum bestaat. Naast me zitten twee jongetjes in een mij vreemde taal druk met elkaar te lachen en te gebaren over wat ze voor zich zagen gebeuren. Achter mij zie ik een groep meisjes gefascineerd kijken en filmpjes maken van de voorstelling. Echt ‘not done’, aldus een groep verontwaardigde theaterstudenten op weg naar huis. Het maakte me duidelijk dat er twee soorten toeschouwers in de zaal zat: de geoefende kijker die de ongeschreven regels van het theater kent, en kinderen voor wie theater nog een nieuwe ervaring is. De kinderen deden me denken aan de jongens en meisjes die de vorige dag nog met de onzichtbare man aan het kletsen waren. Leuker publiek kun je je eigenlijk niet wensen.

Tim Treffers in Japan
Muziek / Interview
special: Interview met Utrechtse muzikant Tim Treffers
Tim Treffers in Japan

Rijzende zon voor muzikanten: het verhaal van Tim Treffers

Van eigen beheer naar een groot platenlabel, op grote posters in platenzaken, volle zaaltjes met een divers publiek en een aanhang van fans die met elk optreden groeit. Geen Nederlandse perikelen, maar een avontuur dat de Utrechtse muzikant Tim Treffers overkwam. 8WEEKLY sprak met Tim over zijn muzikale reis door Japan.

De zogenaamde Blue-eyed Soul (ook wel White Soul) waarin Tim zich begeeft, heeft in Nederland geen groot platform om zich te profileren. Het nogal specifieke genre maakt hier weinig kans tegen de populariteit van de overheersende massamuziek uit de Top 40. Sommige muzikanten zoeken daarom hun heil in het buitenland.

“Ik heb me nooit echt gefocust op bekend worden in Japan, tot meerdere andere artiesten (onder andere Hans Dulfer en Wouter Hamel) vertelden dat het genre waarin wij muziek maken daar veel populairder is dan hier. Destijds had ik één Japanse volger die ik benaderd had en mij vervolgens een lijst van platenlabels stuurde. Ik heb ze allemaal gemaild en mijn eerste album meegestuurd. Eén nachtje slapen later had ik al een reactie van een label dat enthousiast was. Opeens was het een mogelijkheid en vanaf toen ging het allemaal heel snel.”

Het zou nog een tijdje duren voordat Tim de reis daadwerkelijk kon maken. Er moest nog gekeken worden of het album echt marktwaarde in Japan kon hebben. Een erg spannende periode van ruim een maand, maar toen was daar het verlossend antwoord: ze geloven in Tim! De reis naar Japan kon gepland worden.

Land vol verrassingen en mogelijkheden

Uiteindelijk vloog Tim januari jongstleden naar het land van de rijzende zon, maar niet voordat hier een jaar aan voorbereiding in Japan aan vooraf ging. Zijn album moest daar opnieuw uitgegeven worden bij het platenlabel en er moest goed promotie gemaakt worden. Eén van die voorbereidingen was het opnemen van een duet en videoclip in Utrecht met Mimlus Naito Akiko, een Japanse artiest waarmee hij samen een duotour zou gaan doen.

“Mijn eigen begeleidingsband uit Nederland meenemen was te duur, dus heb ik met haar band gespeeld, allemaal conservatoriumstudenten. Er was maar één moment om samen te oefenen. De dag erna begon de reeks optredens.” En dat terwijl de taal nog een behoorlijke barrière vormde. De band spreekt geen Engels en alles moest vertaald worden door Akiko of de Nederlandse tourmanager. Op muzikaal vlak was er wel direct een klik. “We hebben allebei steeds drie kwartier gespeeld, met ons duet als slotstuk. Opmerkelijk was dat het publiek erg divers was; we spreken beiden een andere doelgroep aan die bij onze optredens samenkwamen. De tienermeisjes die voornamelijk voor Akiko kwamen, heb ik ook voor mij gewonnen. Achteraf heb ik veel handen geschud en cadeautjes gekregen. Ik werd er verlegen van.”

 

Albums Tim Treffers

Grote zalen en taferelen met gillende fans bleven uit. Logisch volgens Tim, want Japanners zijn van nature heel nederig en beleefd. Hoewel de zalen iets kleiner waren dan verwacht, treden de grotere artiesten ook in dergelijke live-houses op. “Er is geen tussenmaat, waardoor de zalen snel vol zitten. Het is dat, of gelijk het Tokyo-dome voor zo’n 30.000 man.” Op straat werd Tim niet echt herkend, maar er was wel de artiestfactor. Bij een grote platenzaak hing hij groot op de posters, was er veel promotie van zijn muziek in de winkel en er werd een interview gedaan bij een radiozender in Tokyo. “Ik heb het gevoel dat ik belangrijk was en echt iets gedaan heb om daar aan bij te dragen. Daarbij heb ik veel nieuwe fans uit andere doelgroepen erbij. Zij kopen de platen en staan vooraan bij optredens.”

Geïnspireerd en gemotiveerd

Zijn reis naar Japan is een mooie springplank voor de toekomst. Er is nu een uitgewerkt verhaal, maar de muziek moet het gaan overnemen om het balletje te laten rollen. “Daar ben ik hard voor aan het werk. Er zijn regelmatig tegenslagen, maar je moet niet te snel opgeven. Dat zijn de momenten waarop je moet doorgaan. Elke muzikant loopt er tegenaan. Anderen zeggen: ‘Je hebt Japan, de rest heb je niet meer nodig’. Nederland wordt nu meer een uitdaging. Waarom niet?”

Het Japanse platenlabel gaat weer verder met promoten en Tim is in gesprek met contacten in Zuid-Korea voor een toekomstige tour in Azië. In Nederland gaat hij verder onder eigen beheer. “Mijn netwerk is nu groot genoeg om op door te bouwen en wordt steeds groter. Zolang er een stijgende lijn in zit, blijf ik er zelf in geloven en ga ik door!” Onlangs bracht Tim zijn tweede album Carnival of Life uit in zowel Nederland als Japan, opgenomen met top sessiemuzikanten. De recensies waren lovend. Toekomstplannen zijn er genoeg na het avontuur in Japan, ook voor nieuw materiaal. Tim is enorm gemotiveerd en ambitieus. Dat geeft nieuwe energie. Vanaf september gaat hij met zijn Nederlandse band touren. Houd deze blue-eyed boy in de gaten!

 

Boeken / Fictie

De wereld in scherven

recensie: Robert Musil - De man zonder eigenschappen

Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.

Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Monomane schrijver

Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.

In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.

Simpele vraag, ingewikkeld antwoord

Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.

Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.

Film / Films

Mens of superheldin

recensie: Thelma (dvd)

Een superheldenfilm voor een filmhuispubliek. Dat is Thelma, een Noors coming-of-age-drama over een meisje met bovennatuurlijke krachten.

Thelma begint met een huiveringwekkende flashback. Tijdens een jachtpartij richt een man de loop van zijn geweer niet op een hert in de verte maar op het hoofd van zijn dochtertje dat vlak bij hem staat. De trekker haalt hij niet over, maar het is meteen duidelijk dat het gelovige gezin waarin Thelma opgroeit maar moeilijk kan omgaan met haar onverklaarbare ‘duivelse’ krachten.

Epilepsie

We belanden in het nu. Thelma is het huis uit en studeert in de grote stad. Daar moet ze haar weg vinden op de universiteit en in het leven. Terwijl haar bezorgde ouders steeds bellen of het wel goed gaat, zet de onzekere Thelma de eerste stappen op het pad van zelfontplooing. Ze wordt verliefd op een medestudente.

En er gebeuren onverklaarbare dingen. Vogels vliegen in haar buurt spontaan tegen de ramen. In de bibliotheek krijgt ze een aanval die lijkt te wijzen op epilepsie. Een arts onderzoekt haar, maar kan geen afwijkingen vinden. Wel zijn er in haar medische dossier dingen te vinden die in het verleden zijn gebeurt en blijkbaar door haar zijn verdrongen.

Seks en geweld

Regisseur Jochim Trier gebruikt in Thelma een metafoor uit het horrorgenre; seks en liefde worden hier verbonden met ongecontroleerde krachten en geweld. Dat had makkelijk kunnen uitmonden in een Scandinavische versie van de Stephen King-film Carrie, maar Trier voert de spanning zo kalm en gesereerd op, dat Thelma verre blijft van de popcorngriezelfilm. Eerder is de film verwant aan Let the right one in, de Zweedse filmhuishit die een verhaal over groeipijnen combineerde met vampierhorror.

Helemaal geslaagd is Thelma niet. Daarvoor raakt het eerder aangezette mysterie in de tweede helft van de film te veel uit beeld. Wel boeiend blijft de poëtische toon en de zorgvuldig observerende, kale beeldvoering. Thelma blijft zo uiteindelijk toch meer mens dan superheldin.

De Drukte @ Paaspop 2018
Muziek / Reportage
special: Het festivalleven is goed in het Brabantse land!
De Drukte @ Paaspop 2018

Paaspop 2018: dé start van het festivalseizoen

Traditiegetrouw is Paaspop de opener van het Nederlandse festivalseizoen. Na de wintermaanden kunnen de festivalgangers, muziekliefhebbers en artiesten hun hart weer ophalen in de buitenlucht, ook al vinden alle optredens plaats in tenten. 8WEEKLY bezocht het festival op eerste paasdag. Een impressie van editie 2018 in een eierschalendop.

Na twee natte dagen is het omliggende terrein veranderd in een grote modderpoel. Auto’s zakken spontaan weg in het weiland van boer Anton en moeten met de trekker uit de modder getrokken worden. Gelukkig is de organisatie zoals gewoonlijk goed voorbereid. Juist omdat Paaspop vroeg in het jaar valt, wordt er rekening gehouden met de weersomstandigheden. De looppaden zijn verhard en alle tenten zijn voorzien van vlonders, waarmee de voeten gewoon droog blijven.

Brabantse gezelligheid

De organisatie heeft weer alles uit de kast getrokken voor een fantastische line-up. Zo waren op Goede Vrijdag headliners als BlØf, Kensington en DeWolff, gevolgd door Miss Montreal, The Wombats, Maan en Jett Rebel op de zaterdag. Vandaag zijn de tenten wederom afgeladen, met name voor volksheld Guus Meeuwis. Hoofdtent Apollo staat hier op een gegeven moment zo vol dat er van de organisatie niemand meer bij mag, terwijl de hele tent luidkeels mee lalt.Guus Meeuwis @ Paaspop 2018 Meer Brabantse gezelligheid is te vinden bij het podium Loco Royale met het Brabants Sterrenparade Gala later op de avond en de feestgangers worden nog gunstiger gestemd met Wipneus & Pim en de Vengaboys. Andere dikke headliners zijn Triggerfinger en Nothing But Thieves die hun eerste optredens van het festivalseizoen weer draaien en maar wat graag hun kunsten aan het publiek willen tonen.

Het festival biedt een gevarieerd programma, waarin de meeste tenten soortgelijke muziek gespeeld of gedraaid wordt. Colin Benders vinden we met zijn modulaire synthesizer tussen andere electro-acts in de Stardusttent, terwijl de coverbands van Guns ’N Roses, Led Zeppelin en Fleetwood Mac rocken bij Thunderbolt en de Thunder Alley. Tot slot biedt podium Phoenix een plek voor diverse acts met daarbij de afrobeat van Jungle By Night, Singer-songwriter James TW en heavy metal van Black Label Society.

Voor de hele familie

Even geen muziek naar jouw smaak? Geen probleem; op Paaspop zijn genoeg andere dingen te doen! Naast muziek is er een theater met stand-up comedy en cabaret, en is er op het terrein divers ander vermaak te vinden. Voor wie even iets ander wil, is er de rollerdisco of de minigolf. Op een draaiende plaat is er de gelegenheid om een uitdagend potje Twister te spelen (hoewel dat later op de dag wel onmogelijk gemaakt wordt door het vertier van kinderen en in de avond door aangeschoten lui met een slappe lach). Voor wat extra beweging is er een silent disco met opdrachten, wat een hilarisch aanzicht is. Bijtanken kan bij het café voor speciaal bier, de diverse eettenten en de vele foodtrucks die op het terrein gestald staan, zelfs indoor bij een aantal podia zoals de Restolounge waar nog verschillende coverbands spelen.

Fantastische start

Ondanks het onstuimige weer is de sfeer er niet minder om. Vanwege de opzet van het festival in behaaglijke tenten en de gevarieerde line-up is de gezelligheid niet weg te slaan van het terrein. Men rookt er ook op los in de tenten, hoewel overal staat aangegeven dat het niet mag. Vrij weinig mensen lijken zich daaraan te storen. De beruchte camping hebben we niet gecheckt, maar als zelfs mensen uit de omgeving er blijven slapen zal het feest ongetwijfeld net zo groot zijn geweest. Een fantastische start van het festivalseizoen.