Boeken / Fictie

Onderstromen

recensie: Thomas Wharton - IJsval

Eind 2003 kwam in Nederland het boek Salamander van Thomas Wharton uit. Bijna twee jaar later is dan ook eindelijk zijn debuutroman IJsval in het Nederlands verschenen. Het boek ontving diverse prijzen, en waarom we er zo lang op hebben moeten wachten is dan ook een raadsel.

~

In 1898 valt Dr. Edward Byrne tijdens een expeditie op een gletsjer in de Canadese Rockies in een kloof. Door zijn rugzak blijft hij halverwege steken, maar raakt al snel onderkoeld. Dan ziet hij opeens een verschijning, een engel. Dr. Byrne wordt gered, maar verliest wel zijn botaniseertrommel met bijzondere planten. De gesloten Engelsman is door deze ervaring voorgoed veranderd en het beeld van de engel blijft hem achtervolgen.

IJsmassa

Edward Byrne blijft elk jaar terugkeren naar de gletsjer. Hij maakt grondig studie van het langzaam bewegende ijs, waardoor hij langzamerhand verandert in een expert op het gebied van gletsjers. Hij is geobsedeerd door de ijsmassa, maar vooral door de verschijning dat hij toentertijd in de kloof gezien meent te hebben. Door zijn studies weet hij precies wanneer het ijs van toen de weg naar de voet van de gletsjer heeft afgelegd. Dat is het moment dat deze zijn geheimen prijs geeft. Is het zijn trommel met planten of de engel die uiteindelijk naar hem terugkeert?

Verhalen

In een passage over de eerste nomadische mensenstammen geeft Wharton precies aan waar het eigenlijk allemaal om draait in IJsval:

Verhalen. Ze namen hun verhalen mee om de herinnering aan wie ze waren levend te houden. En dan waren er de vertellingen die terug werden gebracht door de verkenners die vooruit waren gegaan. Ze verplaatsten zich van verhaal naar verhaal.

Net als in Salamander staat ook deze roman vol met verhalen. De geschiedenissen van plaatsen en bewoners, legendes, anekdotes en overleveringen. Deze verhalen, die min of meer los staan van de overkoepelende vertelling, vormen meteen de sterkste kant van de boeken van Wharton. Ze maken de roman zelf haast overbodig. De analogie met een gletsjer is hierbij snel gemaakt. Zoals de gletsjer als een ogenschijnlijk trage eenvormige ijsmassa langzaam doorkruipt, zo vordert het hoofdverhaal van IJsval gestaag. Een nauwkeurig onderzoek van het ijs laat echter vele waterstromen, kloven, ingevroren gesteenten, vormen en kleuren zien, net zoals IJsval vele boeiende portretten van personages en gebeurtenissen bevat.

Kloof

De roman brengt hierdoor een tweeledig gevoel met zich mee. Aan de ene kant heb je daar de vele prachtige onderdelen die het boek rijk is. En aan de andere kant heb je een hoofdlijn die voortsuddert en waar je door de vele afleidingen niet echt grip op krijgt. In eerste instantie wordt daar Dr. Byrne geïntroduceerd als de dragende man van het verhaal, maar vooral bij hem mis ik de diepgang. De mensen die hij ontmoet en die hem verhalen vertellen krijgen door diezelfde verhalen juist veel meer inhoud. Ze gaan veel meer leven voor de lezer dan Dr. Byrne, die zelfs even helemaal uit het gezichtsveld verdwijnt.

Kristal

Door de spanning tussen hoofdthema en subplots is het soms lastig de rode draad te blijven volgen. Maar door de mooie miniaturen die Wharton voortdurend met het verhaal verweeft blijf je toch steeds doorlezen. Onder de harde bovenlaag van het hoofdverhaal stromen schitterende kristalheldere vertellingen, die je langzaam maar gestaag verder sleuren.

Film / Films

Religieuze road movie

recensie: Le Grand Voyage

Elke cultuur heeft zijn generatiekloven. Wij zijn en doen allemaal anders dan onze ouders, hebben andere interesses, willen graag afstand nemen en ons onderscheiden. Bij de in West-Europa wonende islamieten is deze kloof soms nog groter dan bij ons. De ouders hangen islamitische tradities aan en de jongere generatie staat al met twee benen in de westerse cultuur.

~

In Le Grand Voyage voelt een oude Marokkaanse man die al decennia lang in Frankrijk woont, het einde naderen. In de herfst van zijn leven wil hij, zoals een goed Moslim betaamt, Mekka bezoeken. Hij wil niet vliegen en heeft geen rijbewijs en dus geeft hij zijn zoon Reda de opdracht om hem in een aftandse Peugot vanuit Frankrijk naar Mekka te rijden. Reda ziet dit helemaal niet zitten maar doet wat hem gevraagd wordt. Op hun 5000 kilometer lange reis door Italië, over de Balkan, door Turkije en enkele Arabische landen, merken ze dat die 5000 kilometer een makkelijker overbrugbare afstand is dan de generatiekloof die tussen hen in staat.

Sociaal-maatschappelijk

~

Reda en zijn vader staan symbool voor hele generaties. Reda heeft een Franse vriendin, een mobiele telefoon en houdt wel van een biertje. Zijn vader is traditioneler. Hij volgt alle wetten van de Islam, bidt vijfmaal daags in oostelijke richting en gaat dus op pelgrimstocht naar Mekka. Uiteraard ontstaan er verschillende aanvaringen en ergernissen tussen de beide mannen. Zo gooit vader Reda’s gsm weg omdat deze een te grote afleiding is op deze spirituele tocht, en komt Reda midden in de nacht dronken het hotel binnenstrompelen met een schone deerne. Regisseur Ferroukhi (die zelf met zijn vader een soortgelijke tocht ondernam) laat door middel van deze voorbeelden de steeds groeiende kloof tussen de generaties zien. Het is immers niet moeilijk voor te stellen dat soortgelijke situaties dagelijkse kost zijn in veel moslimgezinnen in West-Europa (maar ook bijvoorbeeld in christelijke gezinnen). Opvallend is dat Ferroukhi geen partij kiest: van beide kanten laat hij positieve en negatieve eigenschappen zien, zonder daar een waardeoordeel aan te geven. Zo wordt Le Grand Voyage gelukkig geen religieus pamflet maar eerder een sociaal-maatschappelijke schets.

Aangenaam verpakt

De boodschap is duidelijk: kinderen, heb eerbied voor je ouders en ouders, geef je kinderen de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. Een beroep op wederzijds respect. En de film zelf? Die is prachtig. Road movies staan eigenlijk altijd garant voor mooie plaatjes, zonsondergangen, prachtige weidse beelden (van het ongerepte woestijnlandschap), mooie camerastandpunten, interessante reisgenoten, en dat is in het geval van Le Grand Voyage niet anders. Ferroukhi heeft een duidelijke boodschap en verpakt deze dus ook erg aangenaam. Dit wordt versterkt door de heerlijke kleine humor door snelle scèneovergangen en het vertederende acteerwerk van Nicolas Cazalé (Reda) en Mohamed Majd (de vader). Ferroukhi laat je met een weemoedige glimlach op je gezicht naar huis toe fietsen. De Gouden Leeuw voor Beste Debuutfilm op het filmfestival van Venetië was dan ook meer dan verdiend.

Film / Films

Moord en liefde tussen de koeien

recensie: La vida que te espera

.

~

Veehouder Gildo (Juan Diego) leidt samen met zijn twee dochters Val en Genia een hardwerkend en teruggetrokken bestaan in de bergen van Noord-Spanje. Als hij op een dag met zijn gestoorde buurman Severo (Celso Bugallo) ruzie krijgt over een melkkoe, legt Severo na een gevecht tussen beide mannen het loodje. Gildo probeert zijn oude leventje weer op te pakken want “waar niet over gesproken wordt, is niet gebeurd.” Maar dan verschijnt Rai (Luis Tosar uit Te Doy Mis Ojos), de zoon van de vermoorde Severo, in het dorp en hij is vastbesloten de moordenaar van zijn vader te ontmaskeren. Wat begint als een moordonderzoek, eindigt in een romantisch avontuur waarin de opkomende liefde tussen Rai en Val de sleutel blijkt tot het oplossen van de moord.

Boerenleven

~

In La vida que te espera, oftewel het leven dat op je staat te wachten, is het de jongste generatie die klaar is om het ouderwetse boerenleven achter zich te laten. Ze weten dat het leven meer in petto heeft dan alleen het geïsoleerde bestaan van koeien melken. Want het leven op het platteland van Noord-Spanje is sober: hard werken en niet zeuren is het devies. Deze eeuwenoude instelling wordt de boeren extra op het hart gedrukt door de steeds strenger wordende Europese wetgeving op het gebied van landbouw. Het traditionele leventje van de boeren in Noord-Spanje gaat dan ook langzaam ten onder aan de voortgaande tijd.

Mysterieuze stilte

La vida que te espera is een mooie film om naar te kijken. De beelden van het indrukwekkende, grootse Noord-Spaanse berglandschap geven de film een mysterieuze stilte mee. Ook zorgen het fraaie landschap en de conventionele bevolking ervoor dat het contrast tussen het ouderwetse boerenleven en het moderne bestaan in de Spaanse steden extra benadrukt wordt. Terwijl we het liefdesverhaal van Val en Rai volgen, wordt een prachtige schets gegeven van het verdwijnende boerenleven en de bijbehorende mentaliteit. De hoofdrolspelers zorgen met hun ingetogen acteerwerk voor de juiste sfeer. Vooral Juan Diego weet indruk te maken door Gildo neer te zetten als een ingetogen, hardwerkende man die eigenlijk gewoon wil blijven doen wat hij altijd heeft gedaan: voor zijn koeien zorgen. En hoewel je bij de eerste ontmoeting tussen Val en Rai twijfelt aan de geloofwaardigheid van een vonk tussen de prachtige jonge Val en de oudere, ietwat kalende Rai, word gaandeweg steeds meer overtuigd van hun liefde.

Thriller of drama?

Maar ondanks de mooie beelden en het acteerwerk blijft La vida que te espera toch niet echt hangen. Omdat regisseur Manuel Aragón geen genrekeuze heeft kunnen maken, word je het verhaal niet ingetrokken. Met de brute moord lijkt de film te beginnen als een thriller, maar gaandeweg neemt hij via een liefdesverhaal met enkele komische momenten de afslag naar een behouden drama. Als liefdesdrama met een thriller-randje weet La vida que te espera dus niet echt indruk te maken, maar als schets van het bedreigde, geïsoleerde bestaan van traditionele boeren in Noord-Spanje des te meer.

Muziek / Album

Het geheim van The Coral

recensie: The Coral - The Invisible Invasion

De nieuwe cd van The Coral is alweer het vierde album van deze piepjonge knullen uit Hoylake onder de rook van Liverpool. Het gemiddelde Coral-lid is 22 jaar oud, en deze nieuwste cd straalt opnieuw de levenslust uit die de eerdere albums van dit septet typeerde.

~

De eerste plaat van The Coral, die in 2002 uitkwam, was een openbaring in de Britse muziekwereld. Het titelloze album stond vol met allemaal vrolijke liedjes die werden gevuld met allerhande instrumenten om een standaard bandbezetting van gitaar, bas en drums heen. Het album hierna, Magic & Medicine (2003) en het minialbum Night Freak & The Sons of Becker schoten wat minder alle kanten op qua stijlen en hadden daardoor een wat constantere kwaliteit. Deze wat meer volwassen sound wordt in The Invisible Invasion voortgezet.

Van-alles-en-nog-wat-muziek

Het geluid van The Coral laat zich moeilijk omschrijven. The Coral heeft vaak veel weg van psychedelische pop- en rockbandjes uit de tweede helft van de jaren zestig, maar kent ook een snufje Beach Boys door smeuïge samenzang en surfgitaartjes. In het liedje The Operator op de nieuwe cd zit een orgeltje dat direct doet denken aan ska-band The Specials. Een hedendaagse band waarmee The Coral mee kan worden vergeleken is Gomez. De overeenkomst met deze band zit vooral in het combineren van verschillende stijlen, maar ook de zang en de instelling van beide bands zijn wel te vergelijken. Zanger James Skelly stelt dat in zijn visie er geen regels zijn bij het maken van muziek; als het goed klinkt, is het ook goed. Die opvatting van muziek is duidelijk terug te horen op The Invisible Invasion. Ondanks dat The Coral nergens op lijkt is het toch ontzettend leuk om naar te luisteren.

Sfeervol en mysterieus

Bijzonder aan The Coral is dat ze in de verschillende liedjes steeds heel veel sfeer weten op te roepen. Een flink aantal van de liedjes op The Invisible Invasion klinkt een beetje dreigend en mysterieus, andere liedjes zijn heel erg vrolijk zoals de single In The Morning of wat melancholiek zoals Far From The Crowd. Ondanks de verschillende stemmingen is The Invisible Invasion de meest samenhangende plaat van The Coral tot nog toe. De teksten in de liedjes zijn vaak wat raadselachtig. Je kunt wel een beetje bedenken waarover ze gaan, maar het is niet echt duidelijk. De songs zijn soms gesitueerd op vreemde locaties zoals in een vallei (“Down the glen where the roses twine” – She Sings The Mourning) of op het dreigend klinkende Kill Devil Hill (So Long Ago). Dit past vaak mooi bij de wat geheimzinnige sfeer die je het hele album in zijn greep houdt. Je krijgt het gevoel dat The Coral een geheim heeft en dat de band dat via zijn cd met je wilt delen. Ze doen dat zo dat je moeite moet doen om er achter te komen wat dat precies is. Dat levert een mooie cd op die je steeds op wilt zetten om het geheim te ontcijferen.

Kunst / Expo binnenland

Kleurrijke Japanse modefotografie

recensie: Tokyo Interviews

In het Nederland-Japanjaar 2000 reisde fotograaf Taco van der Eb met een Nederlandse delegatie mee naar Japan. Tijdens zijn bezoek maakte hij op straat een serie portretfoto’s van jongeren. Hij werd aangetrokken door hun extravagante kleding. Een aantal jaren later zou hij terugkeren om speciaal voor het SieboldHuis een grote serie te maken. Deze opvallende fotoserie genaamd Tokyo Interviews is nu exclusief te zien. Eén van de foto’s – een jongen in een rok, met oversized jasje, poserend voor een foto met zonnebloemen – won de Fuijifilm Dutch Press Photo Award 2005.

~

Twee en halve week verbleven Van der Eb en zijn tolk Neil Warlicht in Tokyo, Kyoto en Osaka, waar ze op zoek gingen naar interessante jongeren en locaties om hen te fotograferen. Warlicht vroeg de jongeren in korte interviews naar zaken als hun dagelijkse leven, hun kledingstijl, hun dromen, hun doel in het leven, Nederland en of ze wisten wie Siebold was. In de tentoonstelling wordt bij elke foto het afgenomen interview geplaatst. De antwoorden zijn meestal erg ontwapenend en grappig. Maar ook tegenstrijdig: zo zijn stoere punkers verlegen en willen uitdagend geklede meisjes het liefst een goede moeder en (huis)vrouw worden. Op de meeste vragen wordt ontwijkend of ontkennend geantwoord. Het is in Japan niet gewoon om over persoonlijke dingen te spreken en zeker niet met vreemden, hoe vooruitstrevend en wild je er ook uitziet.

Maatschappij en mode

De hedendaagse Japanse maatschappij is voortdurend in beweging. De Japanse jeugd is snel, hip en volgt de laatste modetrends op de voet. Trends volgen elkaar in een snel tempo op. Ook in Japan zet de jeugd zich af tegen de tradities van haar ouders. Maar interssant is dat ze zich tegelijkertijd laat inspireren door diezelfde tradities. In de kleding komen Westerse invloeden en genoemde tradities samen (‘wan-mono’). Zo zien we in de foto’s accessoires als kimono obi-riemen, haarpinnen, geta-sandalen, tweedehands kimono’s en moderne gadgets uit de manga- en animecultuur. Japanse tieners hebben grote interesse in westerse muziek en mode. Ook zie je in de foto’s verschillende subculturen en muziekstromingen terug als hard rock, punk, gothic en B-Girls & -Boys (black music). De straatmode is een belangrijk onderdeel van de jeugdcultuur. Om een eigen individuele stijl te creëren passen de Japanse tieners zelf hun kleding aan en transformeren tot lolita’s of goths. Op die manier startten bekende ontwerpers als Issey Miyaki, Kenzo Jap en Yoji Yamamoto hun carrière.

Het SieboldHuis

Op 21 maart 2005 werd het SieboldHuis na een grondige restauratie officieel geopend. Het prachtige pand aan het Rapenburg in Leiden biedt “het mooiste uit het oude en nieuwe Japan in een Hollands huis van historische allure”. Je vindt er inderdaad prachtige prenten, kimono’s, lakwerk en keramiek, maar ook fossielen, maquettes, gedroogde planten, opgezette dieren en oude landkaarten. Alles is tussen 1823 en 1830 verzameld door de Beierse arts Von Siebold. Het is nu ’s werelds belangrijkste Japan-collectie uit die periode. Er zijn zeven kamers, elk met hun eigen sfeer, verdeeld over drie verdiepingen. De meeste zalen zijn klein, daardoor intiem en ademen de sfeer van het verleden. De opzet van het gebouw is zeer onpraktisch. Het is in eerste instantie niet goed te zien wat het museum allemaal te bieden heeft. Alle ruimtes hebben glazen deuren die naar één kant open gaan, de vertrekken beneden zijn duister en soms valt opeens het licht uit. Ook de touch screens werken nog niet goed. Toch mag je dit beschouwen als kinderziektes waar ongetwijfeld snel een oplossing voor wordt gevonden.

Life is Confusing

De foto’s van Van der Eb zijn erg degelijk, maar dankzij de bijbehorende interviews zeker niet saai. Juist de interviews laten zien dat de levenshouding van deze mensen vaak niet overeenkomt met hun uiterlijk. De fotograaf heeft een goed oog voor compositie en het kiezen van interessante modellen. De kleuren spetteren werkelijk van de foto’s af. Van der Eb plaatst mode op deze manier in een sociale betekenis, met de herhaling als voornaamste ‘wapen’. Het is interessant om te zien hoe het zoeken naar een eigen identiteit toch vaak leidt tot een uniformiteit binnen een subcultuur.

Film / Films

Bijna een klassieker

recensie: Saw

Twee mannen ontwaken in de twee tegenoverliggende hoeken van een smerige aftandse badkamer. Ze zijn geketend en tussen hen in ligt het levensloze lichaam van een man, met een taperecorder en een pistool in zijn handen. Ze hebben geen idee hoe ze hier terecht gekomen zijn en waarom. Belangrijker echter is de vraag hoe ze weer uit deze situatie komen.

De twee mannen zijn de fotograaf Adam en de chirurg Lawrence Gordon. Ze hebben in eerste instantie geen flauw idee waarom juist zij hier zijn beland. Al snel blijkt echter dat ze het slachtoffer zijn van een seriemoordenaar genaamd Jigsaw. Een moordenaar die zelf nooit moordt, maar zijn slachtoffers een gevaarlijke taak geeft die hen het leven kan redden. Deze taken zijn echter zo moeilijk dat tot op heden slechts één persoon zijn spelletjes heeft overleefd.

Cube en Seven

~

De openingsscéne doet sterk denken aan de cult-klassieker Cube. Ook hier werden ogenschijnlijk willekeurige slachtoffers wakker in een onbekende situatie. Maar waar Cube vooral gericht is op de ontsnapping van de gevangenen, gaat Saw voornamelijk in op de man die die de situatie geschapen heeft. Dr. Lawrence Gordon is bekend met de zaak rondom Jigsaw, aangezien hij zelf eerder al als verdachte is aangezien. Aan de hand van zijn herinneringen ontvouwt zich het verhaal dat tot de huidige situatie heeft geleid.

De ‘moorden’ van Jigsaw deden me weer sterk denken aan een andere film. De vergelijking met Seven kwam hier namelijk bij me opzetten. De taak die de slachtoffers krijgen toebedeeld om hun leven eventueel te redden zijn geïnspireerd door hun karakters. Een man bijvoorbeeld die eerder een mislukte zelfmoordpoging pleegde met behulp van scheermesjes, moet binnen een bepaalde tijd door een wirwar van vlijmscherp prikkeldraad kruipen om de weg naar de vrijheid te bereiken. Eerdere zonden en beweegredenen van de slachtoffers worden als uitgangspunt van de proeven gesteld die Jigsaw hen oplegt.

Throrror

~

Saw is een horrorfilm die niet hoeft te leunen op gruwelijke beelden. Nergens wordt naar heel specifieke beelden gegrepen. Het is juist de suggestie die de spanning moet opleveren. Het ontbranden van een lichaam, het afzagen van een voet. Het zijn beelden die je zelf in je hoofd vormt; alleen de aanzet tot deze actie wordt getoond, nooit de actie zelf. Hoe beter deze suggestie lukt, hoe beter het resultaat. En Saw doet zijn werk hier erg goed. Het is voor de hardcore horror fans wellicht niet expliciet genoeg. Zij zien misschien liever wat meer bloed over het beeldscherm spatten. Maar voor de liefhebber van een spannende thriller met horrortrekjes is het een must.

En dat komt vooral door het plot. Net als de twee gevangenen, vraag je jezelf voortdurend af wie achter deze hele opzet schuil gaat. Wie Jigsaw is en waarom de betrokkenen betrokken zijn blijkt steeds weer net niet zo te zijn als je denkt. Zodra zich een idee in je hoofd heeft gevormd omtrent het totaalplaatje, wordt dit door nieuwe ontwikkelingen meteen teniet gedaan. Tot de laatste minuut is Saw verrassend en onderhoudend. En dit is helemaal knap te noemen gezien het feit dat de acteurs soms een beetje tekort schieten.

Hoewel de acteurs toch al wat producties op hun naam hebben staan, missen ze hier en daar overtuiging. Vooral Cary Elwes als Dr. Lawrence Gordon kon mij vaak niet overtuigen; de scénes met zijn dochter deden houterig aan. Ook waren zowel Adam en Lawrence niet echt overtuigend tijdens de badkamerscenes. Het feit dat deze film me toch van begin tot eind heeft weten te boeien geeft aan hoe sterk het verhaal in elkaar zit. Met een sterkere bezetting zou Saw tot een klassieker kunnen uitgroeien. Maar zelfs met hier en daar minder geslaagd acteerwerk hebben we te maken met een goede, onderhoudende en verrassende film.

Muziek / Album

Matige Comeback

recensie: Life of Agony - Broken Valley

In 1993 zag het debuut River Runs Red het levenslicht nadat Life Of Agony (LOA) al zo’n vier jaar in het undergroundcircuit actief was geweest. De met flink wat melodie doorspekte hardcore maakte behoorlijk wat los in de wereld van stevige muziek. Vooral de passionele en emotionele vocalen van de kleine Keith Caputo gaven de band een heel eigenzinnig karakter. Het feit dat de emotie die in de muziek werd gelegd voortkwam uit (negatieve) ervaringen van de bandleden sprak velen aan en dit deed de band groeien tot een bijna legendarische status.

~

Toen drummer Sal Abruscato in 1995 na de release het album Ugly verliet werd daarmee eigenlijk al een beetje het einde van de band ingeluid. In 1997 kwam nog het album Soul Searching Sun uit waarbij Dan Richardson achter de drumkit kroop, maar niet veel later besloot ook Caputo ermee te stoppen. Terwijl deze zich op een solocarrière stortte probeerde de band het nog even met Ugly Kid Joe’s Whitfield Crane. Dit pakte echter niet heel goed uit en sindsdien werd er eigenlijk niks meer van de band vernomen. Totdat er op oudejaarsavond 2002 in de originele bezetting een live-optreden gepland werd. Er moesten meteen echter twee extra optredens ingelast worden wegens het in no time uitverkopen van het eerste concert. The River Runs Again was de toepasselijke titel en anno 2005 ligt er zowaar een nieuwe LOA album: Broken Valley.

Het gevoel is terug

De grote vraag is natuurlijk of de band met dit album voldoet aan de verwachtingen die de naam met zich meebrengt. De receptuur belooft in ieder geval veel goeds: zowel Abruscato als Caputo zijn terug op het vertrouwde nest en men spreekt van een hervonden vibe. En verdomd, het eerste nummer (tevens de eerste single) Love to Let you Down laat gelijk horen dat LOA nog net zo overtuigend kan klinken als op hun debuut. Vanaf de aftellende drums tot de uitklinkende gitaar zet de band een fantastisch nummer neer wat de gitaar-hooks en stampende drums van het debuut combineert met de emotie zoals Caputo deze op Soul Searching Sun liet horen. Minder dik aangezette vocalen, maar juist meer het fragiele stemgeluid is wat de kleine man ten gehore brengt over de moddervette, gruizige gitaarlijnen.

Valse start

Wat er dan echter gebeurt, is kort gezegd jammer. De muziek kakt een beetje in en geen enkel van de navolgende nummers haalt het bij Love to Let you Down. Wat het precies is, is moeilijk te zeggen, maar er mist iets in overtuiging. De muziek klinkt zeker niet slecht, maar ontstijgt eigenlijk geen moment het gemiddelde. Alleen de nummers Don’t Bother, Strung Out, The Calm that Disturbs You en The Day He Died geven me de indruk krijgen dat de band ‘het’ nog steeds wel heeft. Maar daar staan teveel nummers tegenover die ervoor zorgen dat het viertal geen verpletterende indruk weet te maken met deze comeback. Voor de diehard fans zeker de moeite van aankoop waard, maar verwacht niet meer dan een stevige rockplaat die zijn ups en downs kent.

Muziek / Album

Staren naar je schoenen

recensie: The Engineers - The Engineers

De Engineers maken naar eigen zeggen geen muziek die lijkt op iets wat er op dit moment wordt gemaakt. Die uitspraak klopt inderdaad, maar de muziek die lijkt wel verdacht veel op de “shoegazer”-muziek die tussen 1990 en 1994 een deel van de Britse indie-scene bepaalde. Dat een band anno 2005 nog een plaat in deze stijl maakt, is opmerkelijk te noemen. Deze muziekstijl wordt gekenmerkt door gierende gitaren, langzame riffs en loom drumwerk, waardoor de songs een soort sferische soundscapes worden. Shoegazer-muziek wordt zo genoemd omdat de makers ervan tijdens het spelen de hele tijd naar hun gitaareffecten op de grond kijken. Bekende bands uit het genre zijn My Bloody Valentine en The Cocteau Twins.

~

De bij de muzieksoort horende lijzige zang ontbreekt niet bij de Engineers. Door deze zang en de vrij lichte gitaar lijkt de band qua geluid het meest op Ride, een van de voormalige bands van Oasis-bassist Andy Bell. Wat veel shoegaze-bands typeerde was een heel volle en vrij harde sound. Bij de Engineers blijft alles een beetje lichter. Ergens zit ook een wat moderner geluid in de muziek, dat wat doet denken aan Spiritualized. De band schept in haar bio nogal op over haar overmatige drugsgebruik. Dit verklaart wel de zweverigheid van de muziek, maar desondanks zitten de songs wel goed in elkaar en zijn ze niet echt vormeloos. Toch mist bij bijvoorbeeld New Horizons een duidelijk begin of eind, terwijl Forgiveness en Come In Out Of The Rain echte liedjes zijn, die sterk op de nummers op de cd Carnival of Light van Ride lijken, hoewel de samenzang minder sterk is dan bij die band het geval was. Aan het eind van de plaat is er echter geen liedje dat er met kop en schouders bovenuit steekt, of dat nog de hele dag door je hoofd blijft spoken.

Meer van hetzelfde?

Een vraag die in mij opkomt is of dit betekent dat er meer bands gaan komen die voortborduren op de shoegaze-muziek. Er lijkt wel een opleving en herwaardering te zijn van de muziek die van de Britse eilanden komt. Kasabian zorgde voor een comeback van de Manchester-sound, de Kaiser Chiefs zijn een soort nieuwe Blur en Oasis heeft met Don’t Believe The Truth zijn eigen comeback geforceerd. Het is in ieder geval opmerkelijk dat alle soorten Britse pop worden gerecycled, in plaats van dat er zich een heel nieuwe muzieksoort ontwikkelt.

Geestverruiming

Terug naar de band waar deze recensie om draait. Wie lekker pakkende liedjes zoekt is bij de Engineers aan het verkeerde adres. Wie met een lekkere fles drank of een of ander geestverruimend middel ’s avonds op de bank met de poes op schoot en de kaarsjes aan lekker weg wil drijven zal aan Engineers wel een goede plaat hebben. En het is een aanrader voor iedereen die Ride leuk vond natuurlijk

Muziek / Achtergrond
special: Dinosaur Jr. weer bijeen

Oorverdovende reünie

Dinosaur Jr speelde in Groningen het eerste in een reeks Europese optredens. De gelegenheid van de tournee is niet een nieuw album, maar een reünie. En wat voor een: voor het eerst sinds 15 jaar speelt de legendarische band weer in de originele bezetting. Frontman J Mascis, het genie achter de band, speelt om de paar jaar in Nederland, maar de hereniging met zijn oudste bandmakkers Murph en Lou Barlow doet hun roerige optredens van de jaren 80 herleven.

~

Het concept van een tijdelijke reünie en de beperking tot oud materiaal (er worden geen nieuwe songs geschreven) blijft voor een cultband als Dinosaur Jr een vreemd gegeven. Commercieel geslaagd is deze zet in ieder geval wel: het concert was in mum van tijd uitverkocht en de tournee draagt ongetwijfeld bij tot de verkoop van de onlangs verschenen opgepoetste

~

versies van de eerste drie albums. Maar zelfs de grootste scepticus moet in zijn handen wrijven bij het herleven van oude tijden: de muziek die het drietal tussen 1985 en 1988 uitbracht is zo schitterend dat een willekeurige greep uit het songmateriaal onvermijdelijk een ijzersterke set oplevert. De meeste klassiekers passeren in een lang concert de revue: bijna elk nummer van You’re Living All Over Me, publieksfavoriet Freak Scene, maar verbazingwekkend genoeg ook een groot aantal songs van de debuut-cd Dinosaur. Voor een paar daarvan mag Barlow de vocalen voor rekening nemen.

Grijs

In haar beginjaren was de groep berucht vanwege haar oorverdovende concerten. Mascis, in die tijd zowel beïnvloed door hardcore als door country, zei ooit zijn gitaarspel als percussionist te benaderen. Dat gaf altijd een intrigerende dimensie aan zijn spel en maakte hem tot een bijzonder vernieuwende en

~

invloedrijke gitarist. Mascis’ haardos mag inmiddels grijs uitgeslagen zijn, hij gaat met zijn 40 jaar nog altijd onvermoeid zijn gitaar te lijf. Ook drummer Murph beukt er lustig op los, terwijl Barlows inzet vooral uit luidkeels gebrul blijkt te bestaan. Die eendimensionaal harde aanpak werkt soms in het nadeel van de songs, maar getuigt wel van een gesmeerd samenspel, hoe rommelig Mascis (zoals altijd) ook speelt en zingt. Over de frustraties tussen het drietal, die van Dinosaur Jr eind jaren 80 bijna een eenmansband maakten is veel verteld en geschreven, maar op het podium is er niets meer van te merken: de band speelt anderhalf uur lang snoeihard en recht voor zijn raap.

Geschiedenis

De Dinosaur-tournee is een unieke kans om de gouden tijden van deze band opnieuw wil meemaken, maar voor de nieuwkomer ook een kennismaking met één van de beste gitaarbands uit de geschiedenis. Commercie of niet, deze songs zijn zo fantastisch dat ze ook twintig jaar na dato adembenemend blijven. Na deze Europese reünie-tournee volgt nog een Amerikaanse, waarna de drie mannen hun eigen weg weer gaan. De Nederlandse fan heeft nog een of twee kansen dit lesje rockgeschiedenis mee te maken: Dinosaur Jr speelt nog op 14 juni in Paradiso, Amsterdam, en een dag later in de Vooruit in Gent.

Muziek / Album

Slappe hap

recensie: Audioslave - Out of Exile

.

~

Out of Exile opent redelijk voortvarend met de groovende up-tempo rocker Your Time Has Come maar zakt daarna al snel weg naar een bedenkelijk niveau. Slechts The Curse, Yesterday to Tomorrow en Drown me Slowly weten nog enigszins te bekoren. In de rustigere passages doet dit album ons vooral denken aan Kitty Wu zonder scherpe randjes en de Red Hot Chili Peppers, terwijl de rustige gypsy gospelrocker Doesn’t Remind Me (met een venijnige gitaarsolo) niet zou hebben misstaan op het laatste album van Masters of Reality (maar of het daar de plaat zou hebben gehaald is nog maar de vraag). Tom Morello’s solo in albumvuller Dandelion klinkt als was hij de gitarist van het zouteloze en zwaar overschatte Skunk Anansie. En verdorie, hij lijkt er nog content mee ook. De liefhebbers van de Manic Street Preachers kunnen tenslotte hun hart ophalen met afsluiter The Curse, dat eveneens dicht aanschurkt tegen Cornells solowerk.

Ongeïnspireerd

We waren er al een beetje bang voor: de alternatieve rockmuziek van het toch al saaie debuut heeft plaatsgemaakt voor ongeïnspireerde commerciële mainstream poprock. De slappe single Be Yourself, die momenteel wordt grijsgedraaid op nationale tv en radio, is daarvan een uitstekend voorbeeld. De gitaarriffs van Tom Morello klinken op Out of Exile te vaak als goedkope rip-offs van hetgeen hij in RATM speelde. Ook Cornell verkeert zeer zeker niet in blakende vorm. Het niveau van hun vorige bands wordt dus wederom bij lange na niet gehaald. Audioslave heeft inmmidels laten weten op festivals als Fields of Rock ook RATM- en Soundgarden-nummers te zullen gaan spelen. Dat lijkt ons inderdaad de beste oplossing.