Boeken / Fictie

Tikje overbelicht

recensie: Job Creyghton - In tegenlicht

Oorlogen zijn er altijd geweest en zullen er waarschijnlijk altijd zijn. Er zijn al ontelbaar veel boeken over dit onderwerp geschreven en toch zijn er nog steeds schrijvers die hun eigen visie op de oorlog willen geven. Want ook nu nog teisteren oorlogen de wereld, en in het midden van het geweld probeert de mens alles vast te leggen. De nog vrijwel onbekende schrijver Job Creyghton probeert in zijn tweede roman, In tegenlicht, eveneens zijn eigen licht op de oorlog te werpen. Hiervoor kiest hij een oorlogsfotografe als hoofdpersoon.

Deze oorlogsfotografe, Anna Landman, maakt voor een krant fotoreportages in oorlogsgebieden. Ze woont in Amsterdam, de stad waar vijftig jaar geleden de belangrijkste prijs voor persfotografie – World Press Photo – werd ingesteld. Anna is goed in haar werk, maar op sociaal vlak gaat het minder – ze voelt zich niet altijd even goed bij haar vriend, heeft een stroef contact met haar zuster en haar moeder begint te dementeren. Anna reist veel voor haar werk. Aan de ene kant is daar het veilige Amsterdam, waar ze leeft tussen vrienden en familie. Aan de andere kant ligt de havenstad Charcuz, waar chaos heerst en verschillende groepen om de macht strijden. In Charcuz ziet ze haar minnaar veel, raakt ze bevriend met een klein jongetje, en ontmoet ze de gevangene Kalchas Chazzami, die haar nieuwsgierig maakt naar zijn verhaal.

Hannibal Lecter

De oorlog in Charcuz is de achtergrond waartegen de belangrijkste gebeurtenissen zich afspelen. Het is een anonieme oorlog, zoals er op ieder moment tientallen worden gevochten overal ter wereld. Centraal in het boek staan de fotografie en gebeurtenissen in Anna’s leven, en dat gaat ten koste van de personages. Want hoewel Anna het hele boek door wordt gevolgd, wordt ze niet erg uitgediept. Ook de andere personages blijven vrij oppervlakkig en zijn vooral belangrijk voor de interactie met Anna. Haar zus Saskia en vriend Erik completeren het beeld van haar sociale situatie, haar minnaar Rainer geeft veel van de informatie die noodzakelijk is voor het verhaal, uit hoofdredacteur Maarten blijkt de stand van haar werk en de gevangene Chazzami zorgt voor de nodige spanning. Deze laatste doet overigens in de verte denken aan Hannibal Lecter uit Silence of the Lambs. Er hangt eenzelfde mysterieuze waas om hem heen en hij lijkt aanvankelijk eenzelfde controle over zichzelf te bezitten, maar dan veel minder geraffineerd.

Afstandelijkheid

“U hebt, net zoals heel veel anderen die zijn vastgelopen in ambities, uw gevoel al lang geleden uitgeschakeld,” zegt Chazzami tegen Anna. Haar minnaar verklaart die houding al veel eerder in het boek: “Je doet iets omdat je meent dat het je plicht is om je nuttig te maken. Het doet er uiteindelijk niet toe of het juist is wat je doet.” Deze houding is typerend voor de fotografe, hoewel zij meer vastberaden dan ambitieus is, en bepaalt daarmee ook de sfeer van het boek. Aangezien Anna vrij koud en zakelijk is, is het moeilijk om sympathie voor haar op te brengen.

Gevoelloosheid

Creyghton schept afstand tussen de lezer en de oorlog door Anna en haar fototoestel als tussenpersoon te gebruiken. Hij toont daarmee de gevoelloosheid die nodig is om te overleven in een oorlogsgebied, een afstandelijkheid die ook bij Anna vaak te vinden is. Verwijzingen naar de oorlog zijn niet alleen aanwezig in de beschrijving van Anna’s verblijf in Charcuz. Zo ziet ze in Amsterdam “straten in een militaire slagorde, in de onafzienbare woestenij van de voorsteden.” Creyghton geeft de bekende uitdrukking weer: de mens gaat wel uit de oorlog, maar de oorlog gaat nooit uit de mens. Toch verlangt Anna terug naar Charcuz wanneer ze in Amsterdam verblijft, omwille van het levensgevoel en de spanning die ze in de havenstad ervaart.

Veel vaart

In tegenlicht is een roman die in een hoog tempo voortgaat, af en toe bruusk afgeremd door korte tussenzinnen. Een minpunt zijn de soms te lange en poëtische zinnen die niet in de roman lijken te passen, omdat ze buiten het ritme van de rest van het verhaal vallen. Ook schakelt Creyghton vaak net iets te opvallend over op een afleidende gebeurtenis om de spanning op te bouwen.

Ondanks de minpuntjes is In tegenlicht zeker geen slecht boek. Het verhaal roept nieuwsgierigheid op en loopt prettig. Om die reden is de roman bij uitstek geschikt om tussendoor te lezen. Verwacht echter geen hoogstaande literatuur, In tegenlicht laat geen diepe indruk achter. Tot slot nog een tip: lees niet de omslagtekst – het is tenslotte niet leuk om de tweede helft van het verhaal, op de clou na, al te kennen…

Muziek / Album

Uitzonderlijke klankcollages

recensie: Brian Eno - Another Day on Earth

Mijn eerste kennismaking met Brian Eno verliep via de titelloze debuutplaat van Roxy Music (1972). Volgens de hoes gebruikte Eno “synthesiser & tapes” om tot het opvallende resultaat te komen; de instrumenten waarmee hij later in zijn carrière nog zoveel mooie en verrassende dingen zou doen. Met zijn elektronische knip- en plakwerk hielp Eno mee aan de volwassenwording van ambient; een verdienste waarvoor hij niet helemaal ten onrechte nog altijd wordt bewierookt. De kritieken op zijn voorlopig laatste werk zijn echter zuurder: de puristen missen de vernieuwingsdrang, en schuiven zodoende moeiteloos een prachtig album als “niet relevant” terzijde. Jammer.

~

Natuurlijk is vernieuwing belangrijk in de muziek, maar interesse in het nieuwe kan Eno toch zeker niet worden ontzegd. Daar komt bij dat hij voor Another Day on Earth voor zichzelf wel degelijk iets nieuws heeft gedaan; voor het eerst sinds tientallen (!) jaren heeft hij weer eens een plaat vol afzonderlijke liedjes gemaakt.

Lui weekeinde

De plaat opent erg prettig met This, een nummer om een mooie dag in het weekeinde mee te starten. De hoekige beat schudt je meteen wakker, maar toch laten de zweverige zang en het meeslepende gitaarspel tegelijkertijd ruimte om al dagdromend de slaap uit je ogen te wrijven. De volgende nummers zijn rustiger, hebben niet de opgewonden beat die uit de boxen knalt, maar zweven door de kamer. Nu de ogen open zijn kan de zaterdagkrant erbij worden gepakt om op ontspannen wijze verder te ontwaken. Het weekeinde is lui, en Eno heeft er voor gezorgd dat je niets hoeft te doen dan te luisteren; zijn klankcollages laten je iedere keer weer iets nieuws horen.

Goed geproduceerd

Een mooi voorbeeld van zo’n collage is nummer vijf: Caught Between. Eno’s zang klinkt hier een beetje als die van David Bowie, maar belangrijker is de muziek en de klanken die zo perfect uit de boxen komen. Verschillende geluidslagen vloeien over en door elkaar heen, zonder dat het ook maar ergens mis gaat. Als producer heeft Eno veel en grote successen geboekt (o.a. David Bowie, David Byrne) en op Another Day on Earth toont hij een meester in het bepalen en mixen van geluiden. De plaat als geheel genereert een dromerige en relaxte sfeer, maar toch zijn het elf liedjes die Eno heeft geproduceerd. Elf liedjes die perfect bij elkaar passen, maar elk ook afzonderlijk een eigen identiteit hebben. Heel vernieuwend is het allemaal voor Eno misschien niet, maar om naar te luisteren is het een waar genot.

Film / Films

Een aaneenschakeling van absurditeiten

recensie: La Vie Sexuelle Des Belges & Camping Cosmos

De Vlaming Jan Bucquoy, van oorsprong striptekenaar, is een rare knakker. Hij richtte een slipjesmuseum op, werd gearresteerd toen hij een pop van koning Boudewijn onthoofdde op de Grote Markt in Brussel en verbrandde in het openbaar een echte Magritte (schande!). Ook zijn films zijn niet bepaald doorsnee te noemen, getuige La Vie Sexuelle des Belges 1950-1978 (1994) en Camping Cosmos (1996), de eerste twee uit een België-beschrijvend vierluik.

~

In La Vie Sexuelle des Belges 1950-1978 toont Bucquoy ons, aan de hand van een waarschijnlijk behoorlijk opgeleukte autobiografie van zijn leven, de ontwikkeling in de seksuele houding van het Belgische volk vanaf de jaren 50. Van zijn katholieke opvoeding in het Vlaamse dorpje Harelbeke (waar ze Frans blijken te praten) tot aan de losbandige seksuele uitspattingen in Brussel. De seksuele ontwikkeling staat symbool voor de maatschappelijke ontwikkeling in België en West-Europa: het strenge, calvinistische denken maakt plaats voor vrijheid, individualisme en hedonisme. Zo veranderen ook de vrouwen om hem heen. Eerst zijn strenge moeder, wier enige doel zo zuinig mogelijk leven lijkt te zijn, dan een Kamasutra-beoefenende revolutionaire scharrel en uiteindelijk zelfs de opblaaspop. De maatschappij ruilt normen en waarden in voor kortstondig en plastic genot. En Bucquoy lijkt er van te genieten. “Ik hield van ze allemaal,” zo laat hij ons weten.

Vermakelijk

Na 85 minuten, die voornamelijk een overzicht bieden van de vrouwen in Bucquoys leven en hun invloed op zijn seksuele geestestoestand, kom je tot de conclusie dat La Vie Sexuelle niet echt kan boeien en nergens het niveau van een opsomming van zijn relatie met even rondborstige als leeghoofdige vrouwen overstijgt. Vermakelijk, dat wel (ook al is het niet mijn soort humor), maar erg oppervlakkig.

Verhaal

~

Camping Cosmos is een iets interessantere film. Als eerste zit er iets (let wel: iets) meer verhaal in: Jan Bucquoy is hier cultuuranimator en moet in de zomervakantie op de camping een cultureel programma uitzetten voor de vakantiegangers. Deze interesseren zich niet zo voor Brecht, maar meer voor het EK-voetbal en de Miss-Cosmosverkiezing. Daar zijn het de gasten dan ook naar: de camping heeft een hoog white-trash gehalte. Een prostituee die geen vakantie lijkt te hebben, een onnozele camping-dj die de hele dag door de microfoon over de hele camping blèrt, Lolo Ferrari als de seksueel onbevredigbare vrouw van de campingbaas, een ruziënd stel frietverkopers: niet bepaald publiek voor kunst met een grote K. Ducquoys weggelopen dochter verschijnt ook nog op de camping en dat zorgt voor een licht interessant sub-plotje. Maar net als La Vie Sexuelle moet Camping Cosmos niet gezien worden als een speelfilm. Het is een aaneenschakeling van absurditeiten, een parade van freaks waarin de Belgische volksmaatschappij flink te kak wordt gezet. Wel een leuke cast: Arno, Jan Declair, Lolo Ferrari en een leuzenvervende Herman Brusselmans geven Camping Cosmos beetje toegevoegde waarde.

Belabberd

De extra’s op beide dvd’s zijn van een belabberd niveau en dito relevantie. Docufilmpjes over de opening van het museum van de vrouw en enkele van een van de capriolen van Bucquoy (zijn arrestatie op de grote markt in Brussel). Verder een feature waarin Bucquoy een taartgooi-incident naspeelt en een verslag van Bucquoy met Lolo Ferrari op het filmfestival in Cannes. Ik kan me niet voorstellen dat hiervoor geïnteresseerden zijn, maar het vult de achterkant van een dvd-hoesje wel wat op. Het is voor een filmfreak geen doodzonde deze films van Bucquoy buiten zijn collectie te laten, maar voor een paar uurtjes vermaak kunnen ze er prima mee door.

Theater / Achtergrond
special:

Twee vrouwen winnen ITs prijzen

Het is voorbij voordat je er erg in hebt, maar voor de afgestudeerden is het een leuke afsluiting van hun studententijd en het begin van hun carrière: de prijsuitreiking van het ITs festival. De prijzen werden aangekondigd door Halina van Rijn en een wel erg bruine Fedja van Huêt.

~

Wat is er mooier dan na vier jaar hard werken niet alleen beloond te worden met een diploma, maar ook nog met een prijs? De zestiende editie van ITs, International Theaterschool Festival, stond geheel in het teken van Growing Talent. Jonge, afstuderende theatermakers staan op het punt op te bloeien. Het begon ooit als een kleinschalig Amsterdams studentenfestival, maar intussen is het ITs festival uitgegroeid tot een groot publieksevenement. Niet alleen het festival groeit, maar ook het bezoekersaantal. Volgens artistiek leider Theu Boermans waren dit jaar meer bezoekers naar de verschillende voorstellingen gekomen.

ITs Award

~

De beste internationale voorstelling van ITs 2005 reist in augustus af naar de Schotse hoofdstad voor het Pend Fringe festival. Uit handen van artistiek leider dans Tim Persent kreeg Eeva Muilu de ITs Award uitgereikt. Haar dansvoorstelling Vermiculus werd door de jury geëerd voor originaliteit, techniek, humor en haar vermogen te ontroeren. Als uitgangspunt voor Vermiculus stelde Muilu zich een paar vragen: Alle dingen in het leven hebben zo hun eigen belang. Maar hoe bepalen we eigenlijk wat we belangrijk vinden in ons leven? Hoe waarderen we de dingen om ons heen en in onszelf? Waarom weten sommige mensen feilloos wat belangrijk is en wat juist helemaal niet? En heb je als mens het gevoel dat je er zelf toe doet of voel je je eerder nutteloos? Haar solovoorstelling is tijdens ITs in première gegaan. Vorig jaar boekte ze ook succes met haar stuk Too many voices for one, toen ook te zien op ITs.

Muilu staat niet alleen prime time geprogrammeerd tijdens het Pend Fringe, een onderdeel van het wereldberoemde Edinburgh Fringe Festival, ze is ook uitgenodigd om op het Festival International de Theatre Universitaire de Casablanca aanwezig te zijn. Naast Muilu zijn ook de voorstellingen Dood in de zieke kamer van toneelschool Arnhem en Ik dacht van wel van de Mime Opleiding Amsterdam uitgenodigd om op het festival aanwezig te zijn.

Ton Lutz prijs

~

Ook werd voor de zesde keer dit jaar de Ton Lutz prijs voor het meest veelbelovend regietalent van dit jaar uitgereikt tijdens het ITs festival. Alleen zonder Ton Lutz, want die zat in Amerika. Jef van Gestel, winnaar van 2004, en Piet Menu, programmeur van Frascati, reikten de prijs dit jaar uit. Om het extra spannend te maken, werden de genomineerden aan het publiek voorgesteld op een groots scherm. Als bij een voetbalwedstrijd hadden de genomineerden hun eigen fans meegenomen. Ouders, broers, zussen en andere familieleden klapten en joelden op hun hardst wanneer ‘hun genomineerde’ werd voorgesteld. Alexander de Vree viel uiteindelijk buiten de prijzen, want uiteindelijk mocht Sarah Moeremans van de AHK Regieopleiding dit jaar de tas dragen en 4500 euro aan productiegeld in ontvangst nemen. Ze krijgt de prijs voor de regie van het toneelstuk Roostattoo, een voorstelling naar De getatoeëerde roos (1950) van Tennessee Williams. Volgens de jury is het een voorstelling die “zowel in taligheid, enscenering, acteursregie en ruimtegebruik alle registers van het theatrale benut en opengooit.” Totaal sprakeloos was Moeremans, maar ze bedacht zich op het laatst dat ze vooral haar vader wilde bedanken die op dat moment met zijn hond beneden in de foyer op haar zat te wachten.

Meer prijzen

Eén belofte voor volgend jaar wilde Boermans nog maken voordat iedereen kon gaan dansen. Of eigenlijk twee, want hij hoopt volgend jaar naast de Ton Lutzprijs en de ITs Award nog twee prijzen weg te geven. Eén voor de beste voorstelling, die kan zowel gaan naar een acteur, actrice of regisseur. En een prijs voor de beste dansvoorstelling.

Muziek / Achtergrond
special: Rock Werchter 2005

De zeven meest gestelde vragen aan de gemiddelde Werchter-bezoeker

.

1. Wat was de beste band?

~

Met stip: Green Day. Deze oude pretpunkers zorgden voor lekkere muziek, een geweldige show en hadden (in tegenstelling tot veel collega’s) uitvoerig contact met het publiek. Zanger Billie Joe Armstrong had er zin in, speelde geregeld spelletjes met de joelende menigte voor zich. Maar het mooiste moment was toch wel toen er verschillende mensen uit het publiek het podium op werden geroepen. Een drumster, een bassist en een gitarist. Even een stukje spelen met de helden van Greenday. En dat ging ze goed af! De gelegenheidsgitarist bleek Ron te heten, waarop Billie Joe zei: “By the way: you can keep the guitar…” De band sloot terecht af met We are the Champions!

2. En wat de slechtste?

~

Van alle bands die we gezien hebben: Velvet Revolver. Deze mannen zaten ooit bij Guns ’n Roses, Danzig en Stone Temple Pilots, maar van lekker spelen was absoluut geen sprake. Zelfs de oude nummers mochten niet baten: het was en het bleef slecht. Zanger Scott Weiland probeerde het niveau nog wat op te vijzelen door veelvuldig motherfuckers te roepen (welgeteld 41x), maar dat wekte alleen maar ergernis. Zonde van het geld, deze groep overjarige rockers!

3. Hoe was het weer?

~

Tja. Dat was op zijn zachtst gezegd wisselvallig. Het begon op donderdagavond met een gigantische stortbui vlak nadat de heren van Kraftwerk een supershow hadden gegeven in de Pyramid Marquee. Tot je enkels in het water, geen droge draad meer aan het lijf en dat binnen 5 minuten. Vrijdag en zaterdag was het weer redelijk, hoewel het zaterdag wel erg deprimerend grijs was. En zondag was het fantastisch zomerweer, zonnetje en heel erg warm. Maar zondagavond hoosde het weer als nooit tevoren: heel België heeft onder water gestaan. Ik geloof dat de overlast op de Werchtercamping nog redelijk mee is gevallen. De organisatie had iedereen via de lichtkrant goed gewaarschuwd: veel mensen zullen eerder vertrokken zijn.

4. Wat was de beste dag?

Niet alleen door het weer, maar vooral ook door de muziek: de zondag. Van Keane naar Sarah Bettens, via Soulwax naar Queens of the Stone Age, Foo Fighters en R.E.M.: allemaal speelden ze de sterren van de hemel. Zo hoort Werchter te zijn: goede muziek, relaxte sfeer, biertje erbij: geweldig. De zondag wint het op haar sloffen van vrijdag. Greenday was geweldig, maar Velvet Revolver haalt het gemiddelde fors naar beneden. Faithless was in vergelijking met andere jaren maar matig dit keer en Garbage was erg goed, maar niet goed genoeg om de vrijdag tot beste dag uit te roepen. Helaas.

5. En de slechtste?

Zaterdag was dit jaar de slechtste dag. Het begon al met de gangstarappers van The Game, die verdwenen na een half uur van het podium. De precieze oorzaak bleef onduidelijk: het publiek vond het niet zo erg want de heren bakten er niets van. Mischien dat de flessen cognac de volgende keer na het optreden opengetrokken kunnen worden. Bloc Party (de hit in België op dit moment) kon ons niet bekoren, dus weer terug naar het hoofdpodium voor Audioslave. Dat viel heel erg tegen, alhoewel ze met een paar Rage Against the Machine klassiekers de sfeer er nog aardig in kregen. Nine Inch Nails daarentegen was erg goed, tegen de (mijn) verwachtingen in. Rammstein sloot de zaterdag af met een spectaculaire strakke show. Rammstein-haters (ja, ze zijn er!) konden terecht in de tent, bij The Tears. Deze heren kennen elkaar van lang geleden toen ze als Suede de wereld veroverden en zijn het spelen nog niet verleerd.

6. Wat was het raarste optreden?

~

Snoop Dogg op donderdag. Het blijft raar om hiphop en rap op een rockfestival te programmeren. Eigenlijk past het niet. En dan heeft Snoop Dogg het nog aardig gedaan, zijn muziek en zijn attitude zijn sterk genoeg om het te overleven. Dat was bij de mannen van The Game wel anders. Minpunt bij Snoop Dogg: er werden van te voren gemaakte filmpjes getoond op de schermen, het podiumoptreden werd afgewisseld met videoclips en dergelijke. Jammer, want festivalpubliek wil toch eigenlijk gewoon zien wat er op het podium gebeurt.

7. Hoe was de sfeer?

Ondanks dat het ongelofelijk druk was dit jaar (Werchter was helemaal uitverkocht, er liepen zo’n 70.000 mensen rond), was de sfeer goed. Op zaterdag was iedereen nogal opgefokt, waarschijnlijk waren de verwachtingen voor Rammstein hooggespannen. Maar verder: prima. Komt waarschijnlijk ook doordat het allemaal goed georganiseerd is: je hoeft nooit lang op eten of drinken te wachten, wc’s zijn er in overvloed, gratis en betrekkelijk schoon, kortom: de irritatiegraad is heel erg laag. Voor het zitcomfort hadden de bezoekers zelf gezorgd: nog nooit zoveel opblaasbare dingen als beesten en zitkussens bij elkaar gezien. Opvallend veel mannen in kilts dit jaar. Eentje daarvan flashte onze buren en bewees: onder een kilt draag je verder niets!

Theater / Voorstelling

Theatermarathon van ’t Barre Land

recensie: Mauerschau ('t Barre Land)

Mauerschau is een term uit de toneeltheorie. Een personage brengt verslag uit van gebeurtenissen off stage, die tegelijkertijd met de zichtbare handelingen op het toneel plaatsvinden. Hij brengt de buitenwereld op het toneel en manipuleert zo de binnenblijvers. ’t Barre Land wil tijdens Mauerschau de blik van zowel publiek als spelers scherpen en verbreden.

~

Op donderdag 30 juni stonden van 7:00 tot 01:00 uur vier voorstellingen op het programma in de grote zaal van de Stadsschouwburg in Utrecht en 8WEEKLY bezocht ze allemaal.

Beckett ’n Eggs

De stad wordt langzaam wakker als vijf toeschouwers via de achteringang van de Stadsschouwburg naar binnen worden gelaten. Beckett ’n Eggs belooft iets bijzonders te worden: tijdens een English Breakfast wordt minimalistisch proza van Samuel Beckett ten gehore gebracht.

Beckett 'n eggs (foto: David Adams)
Beckett ’n eggs (foto: David Adams)

In het midden van het podium van de grote zaal staat een grote, gedekte tafel. Als iedereen een dampend bord eieren met toast voor zich heeft, wordt het licht gedimd. Alleen door de kleine openstaande deur stromen licht en stadsgeluiden naar binnen. Dan klinkt in dat schemerdonker ineens een vrouwenstem. Ze leest Beckett’s prozagedicht Mal vu mal dit (1981), over een vrouwtje dat alleen op een berg woont en daar haar dagen slijt. Het is een poëtische observatie van haar handelingen. Alsof iemand een paar bergen verderop maandenlang met een verrekijker haar heeft zitten bespieden. Hoe ze steeds weer verschijnt en verdwijnt op de vlakten rondom haar huis. Hoe ze de gordijnen opent en sluit. En hoe ze de dagen doorkomt, in eenzaamheid en wachtend op de verlossende dood.

’t Barre Land neemt “ten gehore brengen” letterlijk. De stem van Margijn Bosch klinkt helder over de boxen. Er komt geen levende acteur aan te pas. Maar of dit luisterontbijt dan wel een voorstelling kan worden genoemd is eigenlijk niet belangrijk. Het is een vervreemdende en intieme ervaring om in zo’n grote, lege, donkere ruimte te eten en te luisteren. De openstaande deur met daarachter het frisse groen van gras en bomen oefent een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht uit maar de poëtische en breekbare tekst betovert je langzaam. En de smaak van gebakken eieren bleek in het donker een stuk verfijnder dan bij daglicht.

De namiddag van meneer Andesmas

Meneer Andesmas zit te wachten voor het huis op de berg dat hij zojuist voor zijn dochter heeft gekocht. Hij heeft een afspraak met de aannemer over het aanleggen van een terras. Beneden in het dal is er feest in het dorp. De aannemersdochter en de aannemersvrouw komen bij hem langs en stukje bij beetje wordt duidelijk hoe de verhoudingen liggen tussen vader, dochter, dorp en aannemer. Meneer Andesmas is niet de enige in het dorp die verblind is door de liefde voor zijn dochter.

Op het podium is overdwars een groot projectiescherm gespannen. Daarachter een stuk of zes ouderwetse projectoren die ratelend filmpjes afdraaien. Het zijn huiselijke filmpjes van spelende kinderen en natuurbeelden. Schokkerig en amateuristisch gefilmd. Ze roepen een nostalgische sfeer op, een warme zomerse namiddag op een Franse berg met het geluid van krekels op de achtergrond.

Bijna al het contact tussen meneer Andesmas (Martijn Nieuwerf), de dochter (Peter Kolpa) en de vrouw van de aannemer (Daphne de Winkel) vindt via een omweg plaats, de acteurs kijken elkaar haast niet aan maar praten tegen elkaar via het publiek. De voor ’t Barre Land zo kenmerkende speelstijl, zeer naturel en altijd zoekend, is soms indringend en Martijn Nieuwerf maakt van zijn meneer Andesmas een oude, dikke en aandoenlijke man die helemaal in de ban is van zijn dochter. Toch leent die speelstijl zich niet zo goed voor zo’n grote zaal. De spelers, die zijn gewend om klein en intiem te spelen, lukt het niet om hun spel ver genoeg die grote zaal in te krijgen. Jammer want décor, tekst en spel zijn goede ingrediënten voor een geslaagde voorstelling.

Aantekeningen uit het ondergrondse/Hondehart

Aantekeningen uit het ondergrondse (foto: Fran van der Hoeven)
Aantekeningen uit het ondergrondse (foto: Fran van der Hoeven)

Deze voorstelling heeft ’t Barre Land al enige jaren op het repertoire. Dostojevski’s Aantekeningen uit het ondergrondse is een betoog van een kluizenaar die weigert te accepteren dat de mens uitsluitend handelt naar natuurwetten. Hij heeft zelf echter geen goed alternatief, raakt steeds meer in de knoop, zoekt tevergeefs naar een levensdoel. Op het moment dat hij echt alle houvast verliest gaat het stuk over in de satire Hondehart van Michael Boelgakov. Dit kluchtige ensemblestuk stelt de misstanden van het communistische systeem aan de kaak. Een straathond wordt slachtoffer van de experimenteerdrift van een geniale chirurg. Het resultaat is een nieuwe mens, onaangepast en barbaars. Hij zorgt voor een enorme chaos maar uiteindelijk worden zijn nieuwe organen hem ontnomen en is hij weer even onwetend als voorheen

De kracht van Aantekeningen uit het ondergrondse zit hem in de radeloosheid van de hoofdpersoon. Vincent van den Berg heeft eerder met zijn zoekende en onzekere speelstijl de juiste toon weten te vinden voor dit deerniswekkende personage en een virtuoze performance neergezet. Deze keer nam zijn onzekerheid echter de overhand. Waarschijnlijk had hij het stuk te lang niet gespeeld en moest hij te diep in zijn geheugen graven. Een worsteling voor acteur en publiek was het gevolg. Maar dit alles keerde zich ten goede toen de rest van het gezelschap insprong bij het begin van Hondehart. Hier toonden de Barre Landers een sterk staaltje ensemblespel. De hilarische scènes volgden elkaar soepel op en kwamen tot een heerlijke, chaotische en natte climax.

Anatol

De laatste voorstelling van deze dag was Arthur SchnitzlersAnatol, gespeeld door Vincent van den Berg, Margijn Bosch en Ingejan Ligthart Schenk. Gezeten op het podium kreeg het publiek de eerste zes van zeven eenakters over liefde, leugen, trouw en ontrouw voorgeschoteld. In het eind 19e eeuwse Wenen, twijfelen geliefden aan elkaar, gaan vreemd en tonen al of niet berouw. De hoofdpersoon Anatol probeert op allerlei manieren zijn geliefden te testen maar komt zelf steeds bedrogen uit.

Zoals vaker bij ’t Barre Land ging het hier om een work-in-progress. Mise-en-scène, teksten en personages waren nog niet ten volle uitgediept . Dit heeft bij eerdere voorstellingen ontwapenend en geestig gewerkt maar de lange duur en het late tijdstip maakten deze voorstelling tot een uitputtingsslag. Hoewel in potentie een interessante tekst met goede acteurs was het daarom niet de meest geschikte dagafsluiting.

Met Mauerschau wilde ’t Barre Land een paar lange dagen vol oude en nieuwe voorstellingen brengen. Een speciaal theatermenu, een extra bar, lage toegangsprijzen, jazzy muziek en een muurtekenaar moesten voor de juiste ongedwongen sfeer zorgen, en slaagden daar aardig in. Maar de vraag die zich steeds weer opdrong tijdens deze lange dag is waarom de Barre Landers in de grote zaal willen spelen. De subtiele thema’s en speelstijl van dit collectief vragen om nabijheid en intimiteit, in een kleinere ruimte zodat iedere twijfel en elke druppel zweet voor iedereen zichtbaar is, open en bloot. Dat er gedurende de dag toch een flink aantal ontroerende en inspirerende momenten waren, is dan ook zeer bewonderenswaardig.

Mauerschau was van 29 juni t/m 2 juli te zien in de Utrechtse Stadsschouwburg. De afzonderlijke voorstellingen worden waarschijnlijk volgend seizoen weer gespeeld.

Boeken / Strip

Glamour girls in chique jasje

recensie: Maarten Vande Wiele - Strip Noir

De Vlaamse tekenaar Maarten Vande Wiele mag geen onbekende worden genoemd in de Nederlandstalige stripwereld. Al in 2000 deed deze auteur van zich spreken met Glamourissimo, verschenen in de Pincet Reeks. Het in 2001 verschenen album Best Girlfriends Forever 2000 betekende vervolgens de definitieve doorbraak. Daarnaast is zijn werk te bewonderen in verschillende stripbladen als Beeldstorm en Zone 5300. Wat direct opvalt is de eigenzinnige tekenstijl en de aan de televisiesoaps van de jaren 80 schatplichtige verhaallijnen.

~

Het is goed te zien dat Vande Wiele zich verder heeft bekwaamd in dit stilistische gedachtegoed. Het nieuwe album Strip Noir bevat drie korte verhalen, geënt op televisieseries als Dynasty. Het mag dan ook niet verwonderen dat iedere passage gedragen wordt door een aantrekkelijke glamour girl. Ieder van hen vertelt een eigen verhaal dat op vakkundige wijze in beeld wordt gebracht. Het dynamisch perspectievenspel verhoogt het leesplezier en tovert de personages om tot wezens van vlees en bloed. De keuze van de uitgeverij om te werken met een enkele steunkleur pakt hier verbazend goed uit. Niet alleen zorgt dit voor een authentieke sfeer, het verleent het geheel tevens een chique uitstraling.

Aan lagerwal

De verhalen zelf zijn van een wisselende kwaliteit. Zo maken we in het eerste verhaal, Sherry Coke, kennis met een aan lager wal geraakte actrice. Nadat ze in arren moede haar toevlucht heeft gezocht bij haar ex-man, zijn we middels flashbacks getuige van haar dramatisch verlopen leven. Naarmate de moeizame dialogen tussen de twee ex-echtelieden zich verder ontwikkelen, wordt het al snel duidelijk dat ook de auteur zich geen raad meer weet met de plot. Met een flauwe eindgrap probeert hij de zaak nog te redden. Maar het onheil is dan al geschied. Het gevolg is dat de lezer met een onbevredigend gevoel de plaats delict verlaat en zich vertwijfeld afvraagt waar het in hemelsnaam verkeerd is gegaan.

Kwalijk riekende affaire

~

Don’t call now is het verhaal dat verreweg de meeste indruk maakt. Een vrouw alleen, rouwend om de dood van haar kind, is door een technische speling van het lot getuige van een aantal telefoongesprekken tussen een man en een vrouw. Al snel blijken dit geliefden te zijn, die een plan beramen de echtgenoot van de vrouw uit te schakelen. Na enige aarzeling besluit ze zich te mengen in deze kwalijk riekende affaire. Wat volgt is een boeiend spel vol spanning en emotie. En anders dan bij het eerste verhaal, is Maarten Vande Wiele nu wel bij machte tot de slotscène de touwtjes stevig in handen te houden.

Griezelsprookje

In het laatste verhaal Alexis wordt ons een kijkje gegund in het leven van Meredith Jones, de beeldschone en na het overlijden van haar echtgenoot, steenrijke weduwe. Als snel wordt duidelijk dat zij zelf de hand heeft gehad in de vroegtijdige dood van de heer des huizes. Samen met haar minnares geniet ze met volle teugen van haar nieuwe leven. Conform het testament heeft zij de zorg op zich genomen van Alexis, een schattige en goedlachse kat. Na de kennismaking met de verschillende personages wordt de lezer gefêteerd op een ietwat onevenwichtig maar desondanks onderhoudend griezelsprookje met een bloedstollend slot.

Lichtpuntje

Het is duidelijk dat Maarten Vande Wiele zich beter op zijn gemak voelt als tekenaar dan als schrijver. Nog te vaak is hij zoekende en weet zich zichtbaar geen raad met de door hemzelf gecreëerde situaties. Hiermee doet hij zijn eigen grafische kwaliteiten tekort. Toch blijft hij een lichtpuntje aan het Nederlandse stripfirmament. Alleen al door zijn excentrieke tekenstijl verdient hij de aandacht van een groot publiek.

Stip Noir is te verkrijgen bij de stripspeciaalzaak. In December zal bij uitgeverij Bries tevens de eerste aflevering van Vande Wieles langlopende stripserie Doctor Carnacki verschijnen.

Kunst / Expo binnenland

Een vorstelijke tentoonstelling

recensie: Een vorstelijke tentoonstelling

Ter ere van het zilveren regeringsjubileum van onze koningin op 30 april jongsleden heeft het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam een aantal architecten benaderd met de vraag om één object of item op te sturen waarin hun ontwerpvisie en ontwerpwijze het best getypeerd wordt. Nederlands meest prestigieuze bureaus gaven gehoor aan deze oproep. De maquettes, tekeningen en andere items worden momenteel getoond onder de titel Een vorstelijke tentoonstelling.

~

Wilhelmina viel deze eer reeds ten deel in 1923 toen haar 25-jarige regeringsjubileum werd gevierd. De beste architecten van 1898 tot 1923 werden toen gevraagd om een bijdrage te leveren aan een bouwkunsttentoonstelling. Destijds was het niet gewoonlijk om architectuur tentoon te stellen. Het was voornamelijk de architect De Bazel die zich inzette voor deze tentoonstelling en daarmee architectuur meer onder de aandacht wilde brengen. Voorheen bleven de tekeningen verborgen in de ateliers, maar voor deze tentoonstelling werden de mooiste tekeningen uit de kast getrokken. Vaak waren de weinig tot de verbeelding sprekende werktekeningen niet gericht op het grotere anonieme publiek. Een architect als H.P. Berlage, de architect van het Beursgebouw in Amsterdam, kwam daarom met prachtige tekeningen aanzetten.

Geen interesse

Enkele architecten toonden hun afkeer tegen dit initiatief omdat zij vonden dat de bouwkunst een heilig vakgebied was en dat de voortbrengselen hiervan niet aan het grote publiek getoond behoefde te worden. De tentoonstelling kreeg ook veel kritiek van recensenten omdat de aanleiding onduidelijk was. Volgens hen toonde Wilhelmina geen enkele interesse in de tentoonstelling. Daarentegen bracht moeder Emma wel een bezoekje. Het NAi heeft een aantal hoogtepunten van deze tentoonstelling uit het archief opgedoken, die nu worden tentoongesteld met zo’n veertig nieuwe projecten.

Rommelig maar interessant

~

In tegenstelling tot 1923 hebben nu wel alle architecten gereageerd op de vraag om een item of object op te sturen. Het is vooral interessant om het verschil te zien tussen die oude tekeningen en maquettes en de collages en maquettes van nu. De prachtige oude handgemaakte tekeningen op het vergeelde papier zijn een lust voor het oog en wekken romantische gevoelens op. Daarnaast hangen de veel strakkere en kleurrijkere tekeningen, foto-collages en maquettes van nu. Het zijn voornamelijk maquettes van bekende projecten in Nederland – zoals het ING-kantoor in Amsterdam – die zijn ingestuurd door de huidige architectenbureaus. Het geheel komt wat rommelig over omdat het een gefragmenteerd verhaal is, maar de tentoonstelling geeft wel een interessante kijk op de ontwikkeling van de Nederlandse architectuur in de laatste eeuw.

Een vorstelijke tentoonstelling is eigenlijk een deeltentoonstelling van een vaste tentoonstelling in het NAi, GeWoon Architectuur, een collectie van het NAi over Nederlandse woningbouw vanaf 1850. Voor deze deeltentoonstelling is één wand beschikbaar gesteld waar alle tekeningen en maquettes worden getoond. De omvang van de tentoonstelling is klein, dus als je een bezoek wilt brengen, hou er dan wel rekening mee dat je met een klein half uurtje wel klaar bent. Je kunt je afvragen of het de moeite waard is om het concept van een geflopte tentoonstelling over te nemen in een nieuwe tentoonstelling. Het komt enigszins treurig over dat Een vorstelijke tentoonstelling een piepklein plekje krijgt in het Nederlands Architectuurinstituut terwijl Beatrix – in tegenstelling tot haar oma – wèl in architectuur geïnteresseerd schijnt te zijn.

Film / Films

Jamie Foxx op de piano

recensie: Ray

.

Ray Charles Robinson (hij schrapte later zijn achternaam) groeit op tijdens de Grote Depressie in het zuiden van Amerika. Samen met zijn moeder en broertje leeft hij in schrijnende armoede: de legende wil dat hij de eerste zeven jaar van zijn leven geen schoenen gedragen heeft. Op jonge leeftijd ziet hij zijn broertje voor zijn neus verdrinken en enige tijd later wordt hij blind door een glaucoom; als hij iets ouder is verliest hij ook nog eens zijn moeder. Een blinde, zwarte jongen zonder familie in het Amerika van de jaren veertig: zijn kaarten lijken geschud. Echter, veertig jaar later is Ray Charles een van de grootste en meest geliefde artiesten van Amerika. De ruim twee uur durende film vertelt hoe een gehandicapte jongeman uitgroeit tot een wereldster, verslingerd raakt aan drugs en vrouwen en uiteindelijk weer tot zichzelf komt. Dit is het verhaal een briljant musicus en een gekwelde ziel, de levensloop van een rockster in een land waar alles mogelijk is.

Fenomenaal

~

De film is een enorme hit geworden en dat is voornamelijk te danken aan de vertolking van Charles door Jamie Foxx. Foxx is fenomenaal en won terecht de Oscar voor beste acteur. Hij speelt de piano als Charles, hij stottert als Charles en hij beweegt als Charles. Kortom, Foxx is Ray Charles. Dat het vijftien jaar geduurd heeft voordat Hackford kon gaan draaien blijkt een geluk bij een ongeluk, want geen andere zwarte acteur zou op dit moment deze rol beter kunnen spelen. Foxx speelt al jaren piano, heeft hetzelfde postuur en zelfs zijn stem lijkt op die van Charles.

Deze special edition dvd bevat een tweede schijf met extra’s. Naast de gebruikelijke – lees: oninteressante – interviewtjes met de spelers en regisseur is er een feature die wel de moeite waard is: een stukje over hoe Foxx zich voorbereid heeft op de rol. We zien hoe Charles en Foxx beide achter een piano gaan zitten. Charles daagt Foxx uit om hem voor te gaan in een blues en leert hem vervolgens het nummer Mess Around te spelen. Het lukt Foxx in eerste instantie niet. Charles: “Come on man, it’s right there under your fingers”. Foxx zet door en uiteindelijk lukt het hem. Charles springt op, knuffelt zichzelf en roept: “the kid has got it!”. De gelijkenis tussen de echte Charles en de Charles in de film wordt hier overduidelijk.

Verkooptrucje

Bij het opstarten van de film krijg je de keuze tussen een verlengde versie en de originele bioscoopfilm. Dit lijkt een leuke extra maar is niets meer dan een slim verkooptrucje. De langere versie bevat weliswaar alle verwijderde scènes maar deze zijn van een andere beeld- en geluidskwaliteit. Bij het overschakelen wordt het beeld groter en het geluid doffer en bij het terugschakelen naar het origineel zitten er zelfs kleine overlapjes tussen. Je ziet dus sommige stukjes dubbel en dat is vreselijk irritant omdat het tempo van de film onderbreekt. Het audiocommentaar van regisseur Hackford is ook al niet bijster interessant. Hij vult de tijd vrijwel alleen maar met het bedanken van alle mensen die meegewerkt hebben aan de film. Dat is heel netjes van hem, maar daar zit de kijker niet echt op te wachten.

Muziek

Waar het in Ray uiteindelijk allemaal om draait is de muziek zelf. De film zit vol uitgebreide muziekscènes die de film tot een zeer aangename kijkervaring maken. Het zijn eigenlijk de liedjes zelf die het verhaal vertellen. Een film over een stukje Amerikaanse muziekgeschiedenis. Succes verzekerd.

Boeken / Fictie

Familiebanden knellen genoeg

recensie: Doeschka Meijsing & Geerten Meijsing - Moord & doodslag: dubbelroman

.

Ook Geerten Meijsing en Doeschka Meijsing hebben niet zoveel met elkaars schrijven op, zo staat op de achterflap vermeld. Dit is het eerste moment dat de vergelijkingen met de werkelijkheid zich opdringen. Net als hun beider hoofdpersonen verblijft de broer, Geerten, het grootste gedeelte van het jaar in het buitenland, terwijl de zus, Doeschka, het hele jaar in Nederland woont. Zou Doeschka soms ook bij Geerten op bezoek zijn geweest? De foto op de achterflap – de twee auteurs in een klein Italiaans straatje – suggereert dit. Maar pas op: stel de hoofdpersoon nóóit gelijk aan de schrijver. Deze wet van Meden en Perzen is zo ongeveer de eerste don’t die je leert als je literatuur begint te analyseren. Voor Geerten en Doeschka Meijsing is deze stelregel bijzonder interessant. In hun dubbelroman zoeken ze de grenzen tussen fictie en waarheid voortdurend op. Sommige verhalen zijn met elkaar in tegenspraak, op andere momenten maken hun beider personages hetzelfde mee. Dat roept vragen op over de Meijsings zelf: is er nu echt zo’n strijd tussen de twee schrijvers? Staan ze elkaar werkelijk naar het leven als Kain en Abel en is dit boek nu de test om uit te maken wie van hen het beste is?

Fictie/non-fictie

Meijsing en Meijsing schrijven voor een deel over dezelfde zaken; het bezoek van Andrea aan Timber, of hoe het vroeger thuis ging, of andere overeenkomsten, die je doen afvragen of ze dingen op elkaar af hebben gestemd. Beide verhalen zijn natuurlijk fictief, maar door de vele overeenkomsten wordt de lezer soms juist gedwongen niet alles als pure fictie te beschouwen. De auteurs spelen een spel met fictie: wanneer creëren ze hun eigen levens en wanneer moeten ze zich overgegeven aan een soort van waarheid? Soms kloppen de verhalen met elkaar, maar aan de andere kant benadrukken de personages ook verschillende dingen. Omdat er zo veel vergelijkingen zijn, lijkt het of sommige verhalen niet helemaal verzonnen zijn, maar dat Geerten en Doeschka familieverhalen als uitgangspunt hebben gekozen en vanuit die verhalen fictie zijn gaan maken. En dan kom je weer uit bij vragen als, wanneer gaat de fictie over in non-fictie?

Timbeer en Andrea

Doeschka beschrijft in Moord de strijd tussen broer Timbeer en zus Andrea – twee schrijvers uit dezelfde familie – en over de strijd tussen Kain en Abel. De parallellen tussen deze twee verhalen zijn snel te trekken: er is een voortdurende strijd tussen de twee familieleden, over acceptatie, over wie meer liefde krijgt etc. Er spreekt nogal wat wrok uit de beschrijvingen van Andrea en haat tegenover haar broer. Immers, ze kan alleen leven en schrijven als haar broer de dood vindt. Hoe kan deze strijd beter beslecht worden dan door een soort schrijfwedstrijd. Aan het einde van Moord beseft Andrea dat deze wedstrijd net begonnen is.

Op datzelfde moment besefte ik dat ik in mijn hoofd al met een nieuw boek bezig was, met Timbeer en Cogne als hoofdkarakter, en ik wist zeker dat hij [Timbeer] een boek aan het schrijven was, al was het nog in het stadium van het verzamelen van materiaal, en dat we beiden een nieuwe brandstapel aan het bouwen waren, ieder van ons op zijn zelfgebouwde altaar, en onze offers aan het bereiden waren, het beste van wat we in ons hadden, en dat we maar moesten afwachten van wie het offer in ene witte en blauwe kolom naar de hemel steeg en van wie de rook zwart was en neersloeg.

Waarheid door fictie

Geerten Meijsing laat zijn ik-figuur Timbeer verschillende keren benadrukken dat hij liever niet over familie schrijft. Dit in tegenstelling tot zijn zus Andrea, die volgens Timbeer alles verzint. Ten opzichte van Doeschka’s roman zijn de rollen dus omgedraaid. Geertens roman Moord en doodslag bevat behalve het bezoek van Andrea aan Timbeer ook een verhaallijn over een moord in het Noord-Italiaanse dorpje Cogne. Eerst is het onduidelijk waaruit Timbeers fascinatie voortkomt voor deze moordzaak, waarbij een peuter vermoord is met de moeder als vermoedelijke dader. Later blijkt dat hij deze schijnbaar onoplosbare moordzaak wil oplossen door deze te beschrijven, in fictie om te zetten. Edgar Allen Poe deed ook zoiets en na de publicatie van zijn verhaal The mystery of Mary Rôget gaf de echte dader zich aan.

In zijn pogingen om de moordzaak op te lossen probeert Timbeer, net als Poe, de waarheid te benaderen door het gebruik van fictie. Zijn reconstructie van de moord heeft echter geen effect en zijn pogingen om de veroordeelde moeder vrij te pleiten, mislukken. Ook de raadsels die rondom zijn eigen familie hangen probeert hij via de fictie te ontrafelen, maar ook daar slagen zijn pogingen niet. Dit brengt hem terug bij het beginpunt van het boek, waarin hij immers poneerde dat je beter niet over je familie kunt schrijven.

De show is over. Ik blijf nog wat zitten staren uit het raam van het Gutkowskihotel over een zwarte zee. De Etna heeft zich in zichzelf terug getrokken. Er is geen vuurgloed meer te zien. Ongetwijfeld zijn er andere rampen op komst, het zinken of ontmantelen van de Poisk bijvoorbeeld. Maar ik beloof je, vader, dat ik de kwestie nu laat rusten. Het is niet goed over je eigen familie te schrijven. Laat rusten wat tot rust gekomen is. En toen was er koffie, goeie koffie, zou vader zeggen.

Witte rook

Twee romans in een band dwingen de lezer er bijna toe om te kiezen voor de een en de ander terzijde te schuiven, althans de achterflap dwingt je ertoe. Daar staat immers dat beide schrijvers niet veel met elkaars boeken op hebben. Zou een lezer dan beide boeken gelijkelijk kunnen waarderen? Doeschka en Geerten Meijsing zijn zo verschillend in hun schrijven dat ze zonder hun familieband nooit samen in een boek terecht waren gekomen, net als Timbeer en Andrea. Terwijl Doeschka een meer romantische, verhalende stijl heeft en een roman aflevert die ‘goed in elkaar zit’, springt Geerten juist van de hak op de tak, waarbij de lezer de draad wel eens kwijtraakt. Zijn toon is ironischer, terwijl Doeschka het allemaal veel serieuzer lijkt te nemen. Of de lezer nu de ene roman verkiest boven de andere is niet van belang. Het gaat hier over twee schrijvers, die ondanks hun vermeende strijd – die al dan niet een fictie is – misschien wel het grootste compromis maken dat ze ooit zullen maken: samen in een boek verschijnen, zodat er niet gekozen hoeft te worden tussen de een of de ander dat er voor beide boeken witte rook naar de hemel stijgt.