Muziek / Concert

Een muur tussen podium en publiek

recensie: Bright Eyes valt tegen

~

Om acht uur was Paradiso al bomvol. Conor Oberst, alias Bright Eyes, had een aantal vriendjes en labelgenoten uit ‘hometown’ Omaha meegenomen voor een ‘double bill’ en dat was het publiek van te voren niet ontgaan. The Faint maakt op de jaren tachtig georiënteerde electro-rock waar je u tegen zegt. Ik heb in tijden niet meer zo’n energiek stelletje op het podium zien staan. Onder het motto ‘poseren tot je d’r dood bij neervalt’ verhitte dit zestal het publiek tot rond het kookpunt. Een mooi begin van een avond die nog mooier zou worden, want Bright Eyes zou de sterren van de hemel gaan spelen.

Nou, mooi niet. Conor Oberst mag dan al jaren bekend staan als ‘the next best thing’ in de indiescene, hij bakte er niet zoveel van. Opvallend was wel de sterstatus die hij in Nederland reeds geniet en de ietwat arrogante manier waarop hij hier mee omging: zelfgenoegzaam kijkend en brabbelend onder invloed van de typische geneugten van een Amerikaan in Amsterdam. In Amerika wordt hij al in één adem genoemd met de allergrootsten, daarbij wilde countrydiva Emmylou Harris graag een stukje meezingen op het eerder dit jaar verschenen I’m Wide Awake, It’s Morning.

Er sneuvelde teveel

~

Oberst had blijkbaar besloten de singer/songwriter-kant van dit album maar eens helemaal achterwege te laten. Hij liet zich begeleiden door een tienkoppige band, met een tweede drummer geleend van The Faint, twee elektrische gitaren, een cello en veel elektronica. Met als gevolg een muur van gezoem, geraas en gebeuk. Een liedje ontwaren werd naar mate de avond vorderde steeds problematischer. Nou leent het eveneens dit jaar verschenen album Digital Ash In A Digital Urn zich, vanwege een grotere rol voor elekronica en een voller geluid, nog wel voor een wat bombastische aanpak. De nummers die de band speelde waren dan ook voornamelijk hiervan afkomstig. Een enkel liedje bleef nog overeind, er sneuvelde echter teveel. Oberst ging zwaar ‘over the top’.

Het was vooral jammer dat het enige liedje dat hij in Amsterdam alleen met zijn gitaar speelde, ruw werd verstoord door een stel gillende bakvissen achter in de zaal. Het enige rustpuntje van de avond, gelijk ook het laatste nummer van de reguliere set, werd kapotgeschreeuwd door de ‘echte’ fans. Vervolgens kwam de band, of moet ik zeggen ‘het orkest’, nog terug voor de laatste stenen in de geluidsmuur tussen het podium en het publiek, zo heb ik het tenminste ervaren. Een passend einde aan een pretentieus optreden van een artiest die op plaat veel kan, maar die deze avond in Amsterdam geen moment wist te overtuigen. Nee, dan liever The Faint.

Boeken / Non-fictie

Passie voor rood

recensie: Amy Butler Greenfield - Het volmaakte rood: Macht, spionage en de zoektocht naar de kleur van passie

Rood, de kleur van gevaar, de kleur van oorlog en strijd, van liefde, passie en verlangen, van wilskracht, moed en woede. De kleur van levenslust, van radicaliteit. De kleur van puurheid. De kleur van bloed, en daarmee van het leven zelf. De kleur die overal ter wereld dezelfde emoties weergeeft. De Amerikaanse schrijfster Amy Butler Greenfield vertelt in haar veelbelovende non-fictie debuut Het volmaakte rood het verhaal van de cochenille, een schildluis die eeuwenlang de volmaakte rode kleurstof opleverde en daarmee de wereld domineerde. Piraten, edelen, heersers, wetenschappers, allemaal hebben zij een ding gemeen – ze spelen een rol in de geschiedenis van het meest volmaakte rood dat lange tijd bekend was.

~

Het volmaakte rood verhaalt over de opkomst en de ondergang van de cochenille, waarbij het en passant ook een groot deel van de geschiedenis van Europa meeneemt. Hoewel het even duurt om te wennen aan het feit dat in dit boek niet een persoon maar een kleurstof centraal staat, blijkt het onderwerp zeker te boeien De kleine schildluis roept affectie op zoals een goede hoofdpersoon dat doet.

De opbouw

~

In een inleiding die enkele hoofdstukken in beslag neemt, vertelt Butler Greenfield dat de kleur rood al sinds de oudheid met macht wordt geassocieerd. Ook komen de rode kleurstoffen aan bod die textielververs gebruikten om het beste effect op stoffen te verkrijgen. In de rest van het boek vertelt ze de geschiedenis van de eerdergenoemde cochenille, vanaf het moment dat de Spanjaarden de kleurstof ontdekten in Amerika, tot de plaats in de wereld vandaag de dag. Butler Greenfield eindigt ieder hoofdstuk met een aankondiging over het volgende, wat nieuwsgierigheid oproept.

Toen de cochenillekleurstof de wereld bereikte, probeerden verschillende landen de Spanjaarden hun monopolie af te pakken, daarbij gehinderd door het dilemma of cochenille plantaardig of dierlijk van oorsprong was. Ook toen eenmaal duidelijk was dat de cochenille dierlijk was, zorgde de extreme kwetsbaarheid van de schildluisjes ervoor dat veel pogingen om de cochenille te pakken te krijgen gedoemd waren te mislukken. Daardoor is de geschiedenis van cochenille er een vol spanning en machtsstrijd.

Informatief

Het volmaakte rood bevat een overweldigende hoeveelheid informatie, allemaal chronologisch weergegeven, geschreven door een persoon die de cochenille een warm hart toedraagt. Aangezien Butler Greenfields grootvader en overgrootvader textielververs waren en zijzelf geboeid werd door de kleurstof toen ze die bij toeval in archieven tegenkwam, is dat niet zo vreemd. Een enkele keer schiet er een ietwat té wetenschappelijke term voorbij (chromatische aberratie?!), maar het is Butler Greenfield goed gelukt een leesbaar boek te schrijven over een toch enigszins ongebruikelijk onderwerp. Zelfs illustraties ontbreken niet, want er zijn 8 pagina’s met afbeeldingen opgenomen om de tekst bij te staan. Het enige dat het boek nog completer had kunnen maken is een samenvattende tijdbalk, hetgeen op sommige punten geen kwaad had gekund.

Grondige research

De noten nemen maar liefst 27 bladzijden in beslag en de keuze uit de bibliografie nog eens 20, wat de enorme hoeveelheid research aangeeft die Butler Greenfield gedaan moet hebben. En dat heeft resultaat: de geschiedenis van cochenille komt betrouwbaar en solide over, een zeer compleet overzicht dat staat als een huis. Ook de meer patriottistische lezers komen ruimschoots aan bod, want er wordt een groot deel van een hoofdstuk aan Antonie van Leeuwenhoek gewijd, die met zijn microscopen een doorbraak bereikte in het vraagstuk of de cochenille een dier of een plant was, een vraagstuk waarover niemand het eens kon worden. Een veelvoorkomende theorie was in die tijd dat cochenille een wormbes was. “De cochineel is een insect, maar wordt geboren uit een cactus, de moedervrucht”, schreef een Engelse piraat, waarna hij beschrijft dat de cochenille geoogst wordt door de cactus heen en weer te schudden, waardoor de insecten er van schrik uitvallen en drogen in de zon. Door dergelijke passages, teksten die de meningen van mensen door de eeuwen heen weergeven, brengt Butler Greenfield afwisseling aan in het verhaal.

Het moge duidelijk zijn: Het volmaakte rood is vanaf het begin van de exploitatie van de cochenille tot de teloorgang door de uitvinding van de synthetische kleurstoffen meeslepend. Alleen de kaft al is veelbelovend. Het boek is zeker de moeite waard!

Film / Films

Computeranimatie en parodie in lachwekkende vechtfilm

recensie: Kung Fu Hustle (Gong Fu)

~

Wat op het eerste gezicht een onmogelijke combinatie lijkt, een martial arts-film en een tekenfilm in één, is in Kung Fu Hustle een reeks bizarre, onmogelijk snelle beelden geworden. Achtervolgingen waar mensen beginnen te rennen als Roadrunner zijn geen eenmalige gebeurtenissen. Ze geven Kung Fu Hustle niet alleen vaart, maar versterken bovendien de parodie op het martial arts-genre.

Zoals in veel vechtfilms is het verhaal bijzaak. In Kung Fu Hustle gaat het over twee straatbendes die elkaar in het Shanghai van de jaren ’40 het leven zuur maken. De hoofdrol hierin is weggelegd voor de regisseur zelf (Stephen Chow van Shaolin Soccer), die als kruimeldief de ambitie heeft om zich aan te sluiten bij een serieus crimineel circuit. Hij wordt lid van de Axe Gang (bijltjesbende), China’s meest gevreesde straatbende, en gaat met hen de strijd aan tegen het slaapstadje Pig Sty (Varkensstal). En natuurlijk blijken de inwoners van Pig Sty over ongekende krachten te beschikken.

~

Sigaret

Kung Fu Hustle staat bol van de citaten uit filmklassiekers: je ziet West Side Story voorbij komen, maar ook The Silence of the Lambs en films van de Japanner Takeshi Kitano. Een andere hoofdrol is weggelegd voor een ex-James Bond-girl: Qi Yuen. Zij speelt als ‘Landlady’ een huisbaas met eeuwige sigaret en slecht humeur. Ook zij is een Kung fu-meester, maar haar belangrijkste wapen is haar stem, waarmee ze op vele momenten een heel palet aan emoties te voorschijn weet te toveren.

Vlammenzee

In tegenstelling tot vele andere cineasten gebruikt Stephen Chow computeranimatie niet om de realiteit zo natuurgetrouw mogelijk te imiteren, in tegendeel: de effecten zijn overdreven, een prachtig soort edelkitsch. Er is een scène waarin de held door zijn tegenstander in de lucht wordt geslagen, en, eenmaal op eenzame hoogte, zich afzet op cirkelende adelaars om uiteindelijk zijn ware openbaring en bestemming te bereiken. Daarna stort hij zich als een vlammenzee vanuit de hemel op zijn tegenstander.

Kung Fu Hustle is een uiterst originele, spannende en lachwekkende combinatie van parodie, martial arts, computeranimatie, en running gags overgenomen uit cartoons, en geeft een keerpunt in het martial arts-genre weer.

Film / Films

Flame on! Fantastic Four op het witte doek

recensie: Fantastic Four

De koek lijkt maar niet op te raken in stripverfilmingland. Een hele hoop strips ging de verfilming van Fantastic Four voor, en er komen er nog veel meer de komende tijd. Fantastic Four is bijzonder in zijn genre, omdat het de allereerste strip was uit de Marvel-stal, die later ook Spiderman en X-men voortbracht. Veel fans snakken er al jaren naar hun helden op het witte doek te zien. En nu is het dan eindelijk zo ver.

~

Reid Richards, zijn beste vriend Ben, oude vlam Sue Storm, diens broer Johnny en hun geldschieter Victor von Doom maken een ruimtereis, die meer dan fout gaat. Alles mislukt, en tot overmaat van ramp blijkt het DNA van de vijf dramatisch aangetast te zijn, waardoor ze superkrachten krijgen. De vier worden gebombardeerd tot de Fantastic Four, de geldschieter wordt de slechterik die ze moeten verslaan. Bijzonder aan de Vier is dat ze geen geheime identiteit hebben, maar ‘gewone’ mensen zijn.

Niet fantastisch

~

Laat het maar meteen gezegd worden: Fantastic Four is niet fantastisch. Waar maatje Spider-Man twee lekkere no-nonsense films opleverde, weten de Four vaak niet te boeien en zijn ze soms zelfs aan de saaie kant. Niet iets wat mag worden verwacht van een film met zo’n groot budget: daar wordt non-stop actie en heel veel plezier van verwacht. Ook stroken er dingen niet met de oorspronkelijke strip (Dr. Doom die meereist naar de ruimte? Absurd!), maar daar is overheen te kijken.

Baaldag

Helaas had de casting director van Fantastic Four een baaldag toen de grote rollen vergeven werden. Mr. Fantastic (eigenschap: rekkracht) moet leiderschap en klasse uitstralen, maar Ioan Gruffud weet gewoonweg niet te overtuigen. Zijn oude vlam Sue (Jessica Alba) straalt de hele film niets dan zeurderigheid uit, terwijl haar gave (onzichtbaar worden) juist de meest interessante is. Ook Julian McMahon slaat de plank totaal mis als Doctor Doom. Zelden was een filmschurk zo oninteressant.

Heethoofd

Gelukkig is daar nog Michael Chiklis als de ultiem sterke Ben/The Thing, die nog enige diepgang in de film probeert te brengen. Hulde aan deze acteur, die pertinent gekant was tegen een CGI-Thing, zoals de eerder op het scherm verschenen Hulk. The Thing ziet er nu menselijk uit, wat perfect klopt met het verhaal. De show wordt echter gestolen door Chris Evans, die als letterlijk en figuurlijk heethoofd the Human Torch in vlammen opgaat. Alle humor in de film is van hem afkomstig, en juist die maakt een hoop goed.

Popcornfilm

Hoewel je bij zo’n grote popcornfilm niet snel zou gaan klagen over het gebrek aan diepgang, was een beetje extra aandacht hiervoor toch wel welkom geweest. Nu wordt er teveel geprobeerd ieder personage een eigen verhaallijn te geven, waardoor de overkoepelende plot, het verslaan van Dr. Doom, bijna in het niet valt. Ook blijven de te verwachten grote actiescènes achterwege, waardoor de finale tegenvalt.

Tegen een fikse zomervakantie-verveling werkt Fantasic Four perfect. Anderhalf uur je hersens op non-actief, lachen en onderuit gezakt zitten. Voor een goede stripverfilming kan beter Sin City worden bezocht. Wellicht brengt een tweede deel meer actie, betere personages en nog meer humor. Maar eerst afwachten of er überhaupt een vervolg gaat komen.

Kunst / Expo binnenland

Steengoed!

recensie: 400 jaar Fries Aardewerk

Borden, potten en schotels. In de meeste huishoudens gewone gebruiksvoorwerpen, soms zelfs slachtoffer van een heftige ruzie met je geliefde. Niet voor verschillende musea in Friesland, die besloten om 400 jaar Fries aardewerk als uitgangspunt te nemen voor de tentoonstelling Steengoed!. Honderden tegels, schotels, gebruiks- en sieraardewerk belichten het Friese aardewerk door de eeuwen heen.

~

Aardewerk voor het dagelijks gebruik werd vroeger gemaakt door de ambachtelijke pottenbakker. Vanaf de 18e eeuw waren er een aantal centra in Nederland, waarvan Friesland als de belangrijkste gold. Rond 1750 bereikte de provincie een hoogtepunt met meer dan 50 pottenbakkerijen die vier miljoen stukken aardewerk produceerden. Deze zomer werken zes Friese musea en drie aardewerkfabrikanten samen om alle facetten van het Fries aardewerk uit heden en verleden te tonen. De aanleiding voor deze samenwerking is de afronding van een reeks boeken waarin het Fries aardewerk wetenschappelijk wordt beschreven.

Blokker

~

Het Fries Museum in Leeuwarden (één van de zes locaties) geeft een overzicht van twee eeuwen Friese tegels, schotels en sieraardewerk uit Harlingen, Makkum en Bolsward. Het accent ligt op topstukken die door de fijnere beschildering onder de noemer sieraardewerk vallen en gemaakt zijn in de bloeiperiode van 1700 tot 1870. Het getoonde werk is dan ook niet te vergelijken met de inhoud van menig keukenkastje. Hier geen standaard theepot van de Blokker, maar gebruiksvoorwerpen die fraai geïllustreerd zijn met bloemmotieven, dorpsgezichten of landschappen. Uit ieder werk spreekt het vakmanschap van de schilder. Een van hen is Pals Karsten. Bijzonder is een schotel met een bijbelse voorstelling van de zondeval, net als een schotel met een zelfportret van de schilder.

Eierdopje

Na tientallen jaren van onderzoek is het door goed te kijken en vergelijken gelukt om namen van de belangrijkste schilders boven water te krijgen en te verbinden met voorwerpen. Iedere schilder heeft een eigen manier van schilderen, een zogenoemd ‘handschrift’. Deze kijk-en-vergelijk methode wordt al langer toegepast op schilderijen waarvan onduidelijk is wie ze heeft gemaakt. Enkele werken getuigen van inventiviteit in combinatie met de nodige humor, zoals een grote po – vroeger een typisch huwelijkscadeau – met zeven handvatten. De handvatten moesten verhinderen dat de eigenaar met hoge nood ’s nachts in het donker misgreep. Of neem een eierschotel waarbij een eierdopje op een bord is vastgemaakt. Handig! Wie kent het niet: een ei doppen en vervolgens niet weten waar je resten zo snel laat. Bijzonder zijn ook twee bloemenvazen, die zijn voorzien van gaten in de zijkanten, waar ook enkele bloemenstelen in gestoken kunnen worden.

In het Princessehof in Leeuwarden is het meer ambachtelijke gebruiksgoed te zien (vervaardigd in de periode 1750- 1950), zoals verfpotten, kinderspeelgoed, spaarpotten, vergieten, puddingvormen en theelichtjes. Het zijn alledaagse voorwerpen, roodbruin, geel of groen van kleur, voor huis, tuin en keuken. Onmisbaar in de huishouding om het eten te bereiden, te bewaren en op tafel te zetten.

Elfstedenbrug

~

Tegenwoordig zijn de meeste pottenbakkerijen verdwenen. De fabrikantenfamilie Tichelaar uit Makkum is een uitzondering. Tresoar in Leeuwarden toont de productie van 1868 tot heden. In de tweede helft van de jaren negentig maakte Tichelaar een omslag. Er werd gekozen voor het leveren en ontwikkelen van keramiek voor professionals. Er zijn contacten met architecten, vormgevers en kunstenaars. Zo maakte Tichelaar de tegels voor de Elfstedenbrug bij Giekerk en voorzag het bedrijf de bakstenen van het door architect Koen van Velzen ontworpen TU-gebouw in Eindhoven van een zilveren glazuur. Ook werkt Tichelaar met ontwerper-kunstenaars als Hella Jongerius, Jurgen Bey, Roderick Vos, Marcel Wanders en Studio Job.

Mammoetklus

Steengoed! is de naam van de tentoonstelling, maar het zegt misschien stiekem ook iets over de ambitie van de deelnemende musea. Het moet een mammoetklus zijn geweest om het tentoongestelde aardewerk bij elkaar te brengen. Vele duizenden stukken zijn in collecties over de hele wereld terug gevonden. Kenmerkend is wellicht het citaat uit een brief aan de Romeinen in de bijbehorende catalogus: “Heeft de pottenbakker niet de vrijheid om van dezelfde klomp klei zowel een kostbare vaas als een alledaagse pot te maken?” Waar de pottenbakkers van toen ook voor kozen, het een doet niet onder voor het ander. En dat maakt Steengoed! bijzonder in zijn soort.

8WEEKLY

Op de trekker naar de Zuidpool

Artikel: Op reis met Manon Ossevoort

Een reis naar de Zuidpool maken is niet niks. Maar op je tractor naar de Zuidpool rijden om daar dromen te gaan planten, kun je gerust een groots avontuur noemen. Theatermaker Manon Ossevoort (28) doet het. Ze reed 8 juli j.l. op een stoere groene Deutz de Nederlandse grens over met als eindbestemming Antarctica. Haar project Zuidpool, een reis van 19.000 kilometer en daarmee de langste theatervoorstelling ter wereld, zal bij een gemiddelde tractorsnelheid van 25 km/u zo’n anderhalf jaar in beslag gaan nemen.

foto: Peter Rillema
foto: Peter Rillema

Tijdens de reis, die voert door Europa, de Balkan en Afrika, bezoekt Manon diverse projecten (onder meer van War Child) die net als Zuidpool getuigen van liefde en lef. Ook speelt ze onderweg de voorstelling Doe, een duet met haar tractor, waarmee ze dromen van toeschouwers verzamelt. Al die dromen zal ze uiteindelijk symbolisch in de sneeuw van de poolcirkel begraven zodat ze uit kunnen komen. “Zuidpool gaat over de wil om met een open, onbevangen blik de wereld in te kijken,” zegt Manon.

Niet nieuw, toch bijzonder

Een wereldreis op de kaart zetten met een origineel plan, een weblog en de nodige publiciteit is niet nieuw. Een paar jaar geleden wist Ramon Stoppelenburg zich al van gratis slaapplaatsen over de hele wereld te verzekeren met zijn project letmestayforaday.com. Ook trips die een goed doel onder de aandacht brengen zijn al vaker gemaakt. Het team van drivetheplanet.nl reed bijvoorbeeld in een oud Volkswagenbusje naar China voor SOS-kinderdorpen. Het bijzondere van Zuidpool is echter het theatrale aspect dat Manon (ze studeerde in 2002 af aan de Theaterschool in Amsterdam) aan haar avontuur weet mee te geven.

Sprookje

foto: Geert Snoeijer
foto: Geert Snoeijer

De reis doet wel wat denken aan The Straight Story, de film van David Lynch waarin een 73-jarige man op zijn grasmaaier heel Iowa doorkruist om zijn zieke broer te bezoeken. Het verhaal van Zuidpool – een dromerig meisje met een missie reist op haar trekker af naar het einde van de wereld – klinkt als een sprookje. Een ontwapenend sprookje, dat des te meer tot de verbeelding spreekt omdat Manon er niet alleen een voorstelling van maakte, maar ook besloot om haar draken te verslaan, haar droom te gaan leven en echt te vertrekken.

Op weg

En nu is ze op weg. Zuidpool is in juni officieel gestart met het opvoeren van Doe tijdens het Oerolfestival en de Parade, maar Manon heeft op 8 juli Nederland verlaten. Op naar St. Etienne, waar ze, als alles volgens plan verloopt, eind juli de Tour de France zal kruisen. We houden je de komende maanden op de hoogte.

Heb je nog vragen over dit bijzondere avontuur, mail ons dan! 8WEEKLY houdt contact met Manon en legt je vraag aan haar voor.

Theater / Achtergrond
special: Een interview over Floris V

Een tegendraadse voorstelling

Hoe zat het ook al weer: was Floris de verkrachter van Magteld van Velsen? Theatergroep Theamus neemt je mee terug naar de Middeleeuwen. Het verhaal van Floris V is afgestoft en in een nieuw jasje gestoken en wordt opgevoerd tijdens Festival Karavaan en op kastelen in Santpoort-Zuid en Medemblik. De groep brengt Floris V als een groots muziektheater spektakel waarin de moderne tijd en de Middeleeuwen, muziek, dans en theater gecombineerd worden.

~

Gerda Holzhaus is regisseur van deze voorstelling en tevens oprichter van Theamus. Ze noemt dit stuk waarin Floris V wordt opgevoerd als populaire volksheld een “tegendraadse voorstelling”. “Hij is weliswaar een echt Middeleeuws figuur, maar de politieke en persoonlijke motieven die tot zijn moord leiden, doen ons denken aan politieke moorden als die op Pim Fortuyn of Theo van Gogh,” vertelt ze. Dat is meteen ook de reden geweest om voor Floris V te kiezen. “Er worden al eeuwenlang tegengestelde verhalen over hem verteld. Hij zou Magteld van Velsen, de vrouw van een goede vriend, verkracht hebben, de moord op zijn vader Roomskoning Willem II gewroken hebben op de Westfriezen, maar hij heeft ook Holland sterk gemaakt. Afhankelijk van de politieke situatie op dat moment werd hij als een volksvriend en dan weer als een tiran afgeschilderd, net zoals dat in de media gebeurt met Fortuyn of Van Gogh. Dat vonden we een interessant gegeven om een stuk over te maken.”

Zolang je maar deugt

~

Holzhaus: “We hebben het stuk actueel gemaakt door er een tv-panel – live in de studio – in op te laten treden, waar ook historische personages in zitten. Zo voeren bijvoorbeeld de dichter Vondel en de hedendaagse historica Femke Huizinga een discussie over het feit of je een groot politiek figuur als Floris V zijn buitenechtelijke kinderen mag aanrekenen of niet. Net als Pim Fortuyn of Prins Bernhard mag je in Nederland wel ondeugend zijn, zolang je maar deugt. Op deze manier wordt een oud verhaal over verboden liefde, politieke intriges en verraad enorm actueel gemaakt. De jazzy en Starwars-achtige muziek vertolkt een tweede taal, waar de Middeleeuwen in doorklinkt. De dansers staan voor het volk, voor hoe het heen en weer geslingerd wordt tussen voor of tegen Floris. En de liefde? Nou ja, kijk zelf maar.”

Helderheid

Dat klinkt heel hip, maar dat valt wel mee volgens acteur Mattijn Hartemink (bekend van tv-series als Het glazen huis en Russen en films als Het wonder van Maxima en The Room) die de rol van Floris speelt. “Wel vraag ik me soms af of we niet dingen zouden moeten schrappen om de helderheid van de voorstelling te bevorderen. Doordat er heel veel mogelijk is door alle disciplines die meewerken, bestaat het gevaar dat je teveel wil en is het belangrijk te doseren. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat hier en daar beter kan waardoor de voorstelling aan helderheid kan winnen. Dat hij scherper wordt. Vanuit mijn positie is dat moeilijk te zeggen. Ik sta er midden in en heb dus geen overzicht.”

Onbevangenheid

~

Hartemink vertelt dat hij zich heeft ingeleefd in zijn rol door mensen te observeren die diplomatiek moeten opereren. “En door The Godfather 1, 2 en 3 te kijken, vanwege de ongegeneerdheid waarmee zonder enige blijk van emotie de meest schofterige voorstellen worden gedaan, ook aan familie en vrienden, zich wel bewust van de machtspositie waarin men verkeerd.” Hij is blij dat hij de rol van Floris V mag spelen. “Ik geniet van zijn onbevangenheid. Ik hoop deze rol zo te spelen dat zijn onverbloemde opportunisme wordt geaccepteerd door volledig opportunist te zijn, zonder valse bescheidenheid of dubbele agenda. Dat is best lastig want hij permitteert zich nogal wat.”

Gelijkwaardig

De tekst van deze voorstelling is geschreven door Erik Karel de Vries en de muziek door Bob Driessen (van onder meer Orkest De Volharding). Bij elkaar is het een mooi geheel, legt Holzhaus uit: “Samen vertellen deze onderdelen één verhaal, zonder voor elkaar onder te doen. Dus geen muziek in dienst van het toneelspel of toneelspel in dienst van de muziek, maar deze twee elementen maken een gelijkwaardig onderdeel uit van de voorstelling.”

Historische plekken

~

Dat het stuk op kastelen opgevoerd moest worden, was meteen wel duidelijk voor deze regisseuse, die eerder het stuk Bliksemminne liet opvoeren op het Muiderslot in Muiden: “2005 is het jaar van het kasteel en ik vond dat dit stuk ook op kastelen gespeeld moest worden. Wij gaan in Nederland toch wel erg slordig om met onze geschiedenis en ons cultureel erfgoed. Daarom vinden wij het belangrijk om voorstellingen te maken op historische plekken. Die voorstellingen gaan ook echt over die geschiedenis, maar wel vertaald naar het heden. We hebben een interessante geschiedenis, waar we trots op kunnen zijn. Die trots zouden we moeten uitstralen naar buiten in plaats van discussiëren over onze bedreigde cultuur. We weten niet eens wat die cultuur van ons inhoudt!”

Professioneel

Verder vindt Holzhaus het bijzonder dat in deze voorstelling professionele spelers samenwerken met goede amateurs. “Wij willen laten zien hoe twee culturen binnen de kunst elkaar kunnen voeden, zodat er een nieuwe uitwisseling ontstaat. Zo zijn we in staat om met een grote groep mensen een enorm spektakel neer te zetten, buiten, op prachtige locaties en toch de hoofdthematiek door goede spelers te laten vertolken.” Ook Hartemink is enthousiast: “Het is een geweldige ervaring om met zo’n groep en met zoveel disciplines in de openlucht mee te mogen liften op de tomeloze energie die zo’n stelletje gekke gasten kennelijk samen weet te genereren.”

Floris V wordt 14 tot en met 17 juli opgevoerd tijdens Festival Karavaan, daarna op 19 en 20 juli in Santpoort Zuid en tot slot van 22 tot en met 24 juli in Medemblik.

Theater / Voorstelling

Een overdonderende hartenkreet

recensie: A Clockwork Orange (d'Electrique en The Ex)

Met de locatievoorstelling A Clockwork Orange is de geboorte van d’Electrique, de nieuwe groep rondom Ko van den Bosch, een feit. Nadat zijn groep Alex d’ Electrique na 25 jaar wegens subsidiekorting het veld moest ruimen wordt de lijn van ruw, non-conformistisch theater doorgezet.

Hij bewerkte zelf de tekst en Ola Mafaalani nam de regie op zich. Betrokken en overdonderend theater is het resultaat, althans voor de ingewijde toeschouwer.

~

Onder het podium door komen in slowmotion zes spelers naar voren. In het midden loopt Alex (Ko van den Bosch), de leider van de gang, met zijn baseballknuppel. De overige groepsleden lopen dreigend achter hem. Snoeiharde muziek, grove teksten, rauw spel, fysiek en psychologisch geweld, bloed, regen, moord en verkrachting volgen. Omdat dat “prettig” is om te doen. En om vooral “niet leuk gevonden te worden”.

Bedrieglijke eenvoud

A Clockwork Orange wordt gespeeld in de NDSM-hal aan de Noordstrook in Amsterdam. De grootte van de hal is ontzagwekkend. Zover het oog reikt volgestouwd met zooi: bouwmateriaal, roestige auto’s en allerlei ramsjgoed. Aan de overkant van deze desolate ruimte hangt een enorme houten doos aan kettingen aan het plafond, zo’n drie meter boven de grond. Dit is het podium waarin, onder, naast, voor en zelfs achter het theaterspektakel plaatsvindt. Het eenvoudige uiterlijk is bedrieglijk, de doos (ontwerp André Joosten) is een inventieve constructie met een in de loop van de avond letterlijk overdonderend effect.

Geweld

Het publiek wordt vanaf de eerste minuut bedolven onder een dikke laag audiovisueel geweld. In een hoek van het podium zit een man. Hij schreeuwt en schreeuwt. In eerste instantie onverstaanbaar maar na een tijdje wordt duidelijk dat hij een verklarende woordenlijst voorleest. Want Alex en zijn gang hebben een eigen taal, een vreemde mix van Engels en Russisch. Punkband The Ex, voor de gelegenheid aangevuld met operazangeres Daniëla Bernoulli, laat de muziek aanzwellen en het geschreeuw wordt overstemd. Maar de gewelddadigheden worden alleen maar gruwelijker. Danseres Lonneke van Leth is sterk als de personificatie van al het aangerichte leed. Bloot, rillend en bedekt met liters dikke rode verf wringt zij zich in bochten en verbeeldt zo het lijden van de slachtoffers.

Uiteindelijk wordt Alex opgepakt en ‘gebrainwashed’. Hij leert geweld associëren met misselijkheid. A Clockwork Orange is een aanklacht tegen dit soort gedragsconditionering. Deze heropvoeding van criminelen tot politiek correcte en brave burgers berooft hen van hun vrije wil, hun individualiteit en dus hun menselijkheid.

Voorkennis

De impact van deze voorstelling is sterk afhankelijk van de voorkennis van de toeschouwer. Wie de film (te) goed kent, zal teleurgesteld naar buiten komen. In een razend tempo worden de belangrijkste verhaallijnen aangestipt maar veel blijven ook onaangeroerd. De grote afstanden tussen de verschillende speelvlakken die de acteurs en muzikanten moeten overbruggen halen de vaart soms uit het spel. De – vaak zeer plastische – scènes waar de film zo beroemd door is geworden, komen in de theaterversie niet altijd even helder uit de verf en wekken dan geen inleving maar afstandelijkheid bij de toeschouwer op.

Kenners van Alex d’Electrique daarentegen zullen naast de vertrouwde zwarte humor vooral de laatste scène kunnen waarderen. Hierin grijpt Ko van den Bosch de kans om een politiek statement te maken. Hij schreeuwt zijn woede uit over het bekrompen politieke klimaat en de subsidiekorting op zijn gezelschap. Bij de toeschouwer die geen weet heeft van de crisis rondom Alex d’Electrique zal deze boodschap waarschijnlijk niet aankomen. Een gemiste kans voor deze betrokken theatermakers. Maar voor de goede verstaanders is het een hartenkreet die tot op het bot ontroert. Een hartenkreet van een kwetsbare kunstenaar die wil vechten voor zijn vrijheid en individualiteit en zich niet laat ‘brainwashen’ door politieke spelletjes. Dat geeft hoop voor de toekomst van dit in Nederland zo onmisbare non-conformistische theater.

A Clockwork Orange speelt tot en met 24 juli tijdens het Over Het IJ Festival

Muziek / Album

In woord en grind

recensie: Nine Inch Nails - With Teeth

Natuurlijk, wat zich op With Teeth bevindt heeft Nine Inch Nails allemaal al eens gedaan. Tijdens het beluisteren van dit album werd ik regelmatig overvallen door een gevoel van déjà vu. Maar wat Trent Reznor op deze nieuwe plaat allemaal uitvreet is géén trucje, wat ik u brom. Deze plaat knarst, piept, zoemt, de luisteraar voortstuwend in een stroom melodieuze maalgeluiden.

~

With Teeth is het eerste album sinds 1999 van Trent Reznors éénmansband Nine Inch Nails. Na The Fragile werd de zesjarige stilte alleen in 2002 onderbroken door de release van All That Could Have Been, een dubbelaar die zowel live-registraties als ingetogen pianoversies van reeds bestaande Nine Inch Nails-nummers bevatte. Nu verschijnt dus eindelijk weer een studioalbum, With Teeth. Het is wederom een donker album geworden, vol teksten over het onvermogen tot communiceren en de leegte van de mensheid. Donker, maar dit album doet lang niet zo agressief aan als de voorgaande platen. Soms lijkt het alsof Reznor zich berust heeft in zijn bitterheid. Ouder geworden en teleurgesteld in het leven en de wereld om hem heen accepteert hij (tot zekere hoogte) zijn lot. “Every Day Is Exactly The Same” verzucht hij in het gelijknamige nummer. Daarin vertelt hij dat hij alles ooit al eens deed, alles ooit al eens zei, maar nog zoveel kwijt wil.

Grootspraak

Helaas vervallen de Nails af en toe in een vleugje grootspraak: “I am the plague/I am the swarm” in The Collector of maakt Reznor zich schuldig aan Whitney Houston-rijm: “Underneath we’re not so tough/And love is not enough” wordt er gezongen in Love Is Not Enough. Eh, hallo? Trent, jongen, niet op alle fronten is het een pré dat je voor het eerst een plaat nuchter opnam.

Pijnlijk mooi

Het is gelukkig niet al pek wat er doft. Er is op dit album genoeg te genieten. Right Where It Belongs is pijnlijk mooi, vooral wanneer het nummer ineens wordt gelardeerd door een verontrustende ruis. Wat is dat? Gejuich? Kraaien? Angstaanjagend mooi. Ook in het wonderschone All The Love In The World kijkt Reznor weer eenzaam om zich heen: “No one’s heard a single word I’ve said/ They don’t sound as good outside my head”. Met een overslaande stem gezongen, ondersteunt door piano en ingetogen beats is het een van de sterkste nummers van het album. Over beats gesproken, de rollende voortstuwende drums (ingespeeld door ons aller Dave Grohl, die regelmatig een potje mee drumt op dit album) in The Hand That Feeds zijn absoluut meeslepend. Wachtend op de trein kreeg ik spontaan zin om willekeurige voorbijgangers neer hoeken.

Gelikt maar geloofwaardig

Wordt er zoals we gewend zijn bij tijd en wijle een flinke geluidsmuur opgeworpen, Nine Inch Nails houdt zich op deze plaat voornamelijk aan een subtielere vorm van industrial rock. Dit keer zijn de scherpe randjes minder snijdend, zoals op The Fragile en The Downward Spiral, en klinkt het album in zijn geheel gelikter. Maar dit betekent zeker niet dat dit een gelikt album ís. White Teeth blijft immer geloofwaardig. Ik ben verrast dat iemand die al sinds 1989 aan de weg timmert weer een album weet te maken waarin pijn zo meeslepend mooi wordt omgezet in woord en grind.

Film / Films

Tweemaal Wyatt Earp

recensie: Hour of the Gun en Doc

.

~

In het dorpje Tombstone strijden twee groepen marshalls om de politieke macht over het dorp. Wanneer de ene partij de twee broers van Wyatt Earp (de frontman van de andere kant) ombrengen, zint hij op wraak en zet hij de achtervolging in met behulp van onder andere Doc Holliday. Het leuke is dat er niet is gekozen voor de klassieke strijd (boeven versus de sterke arm) maar dat de gewelddadigheden bij de sheriffs en marshalls onderling plaatsvinden. De film beroept zich erop te zijn gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen en laat zien, ervan uitgaande dat dit klopt, dat de ontginning van West-Amerika in de tweede helft van de 19e eeuw met veel chaos, strijd en bloedvergieten tot stand kwam.

Subtop

Hour of the Gun (1967) is een prima western. De film (een vervolg op Sturges’ Gunfight at the OK Corral) hoort net niet thuis in het rijtje High Noon, The Searchers of het werk van Sergio Leone, maar het is zonder twijfel een van de betere films in de subtop van klassieke westerns. Deels kan dit op het conto geschreven worden van topacteurs James Garner en Jason Robards (die respectievelijk Earp en Doc spelen). Wanneer je zo’n verhaal met zulke acteurs ook nog eens laat regisseren door John Sturges (naast een van de beroemdste westerns, The Magnificent Seven, het meest bekend van The Great Escape), mag het ook geen wonder heten dat Hour of the Gun een degelijke western is geworden. Helaas is de film niet origineel of sterk genoeg om het predikaat ‘klassieke western’ te verdienen. Het verhaal is net iets te plat, de karakters net niet onderscheidend genoeg en de beelden blijven niet in je hoofd zitten.

Evenwicht

~

Vier jaar na Hour of the Gun verscheen Doc van de onbekendere regisseur Frank Perry met ook Doc en Earp in de hoofdrollen. Ditmaal is het de eer aan Stacy Keach en Harris Yulin om in de huid van de beide legendes te kruipen. Wyatt Earp is een marshall, maar wil graag sheriff worden. Zijn kansen zullen aanzienlijk stijgen als hij de overvaller van een goudkoets weet in te rekenen, maar hij heeft hiervoor de hulp nodig van Clayton, een andere schurk. Uiteraard wordt hij ook bijgestaan door zijn trouwe partner Doc, die tijdens de film verliefd wordt op een prostituee (Faye Dunaway). Wederom moeten de heren een wankel evenwicht bewaren tussen het goede en het noodzakelijke.

Alleen in de aanbieding

Het verhaal is iets interessanter dan dat van Hour of the Gun en de western is prima gefilmd. Minder actie, maar iets meer diepgang en verhaal. De personages zijn meer driedimensionaal en interessanter, alleen de acteurs zijn een stuk minder. Zij kunnen de film niet dragen, iets dat bij een western essentieel is. Faye Dunaway speelt wel fantastisch (en is beeldschoon, naar mijn mening). Al met al zijn deze twee dvd’s een must voor westernliefhebbers, maar gewone dvd-kopers moeten deze westerns alleen in de aanbieding aanschaffen.