Kunst / Expo binnenland

Robuuste huiden en stevige kuiten

recensie: Pure Rubens

Misschien is een tentoonstelling over de olieverfschetsen van Rubens in het Museum Boijmans Van Beuningen wel voor de hand liggend. Het Museum bezit zo’n twintig schetsen van de kunstenaar en kan dus gemakkelijk uit de eigen collectie putten. Toch is het al bijna zeventig jaar geleden dat het Museum dit onderwerp belichtte. Bovendien bestaat de tentoonstelling uit veel meer dan een aantal uit het depot opgeduikelde werken. ‘Pure Rubens’, georganiseerd in samenwerking met Museo Nacional del Prado in Madrid, toont veel topstukken op heldere wijze. Het is de extra toeslag bovenop je kaartje meer dan waard.

Binnenin de nis

Die helderheid is grotendeels te danken aan de ruime opzet van de tentoonstelling. Een introductiefilm en een met tekeningen versierde tekst over Rubens’ werkwijze leiden het geheel duidelijk in. Vervolgens is het lastig om te verdwalen in de paar grote, aaneensluitende zalen, maar de expositie is ook weer niet zomaar, in één oogopslag, te zien. Dat komt onder andere door een grote nis in het midden van de hoofdzaal. De nis zorgt ervoor dat niet alleen de grote werken de aandacht trekken, maar dat juist ook de kleinere olieverfschetsen opvallen.

Peter Paul Rubens, De kruisafname, 1611-1614, olieverf op paneel, Londen the Courtald Gallery

Een goed voorbeeld hiervan vind je direct bij het betreden van de tentoonstelling. Rechts van je hangt een groot schilderij, maar als eerste zie je juist de kleine schets op de wand tegenover je. De schets en het schilderij verbeelden hetzelfde onderwerp, de ontmaskering van Achilles, maar tonen de voorstelling op verschillende manieren. Op de schets is Achilles kwetsbaar: hij schrikt van de ontmaskering, waarvan het gevolg is dat hij mee zal moeten vechten in de strijd. Op het schilderij ziet Achilles er daarentegen juist krachtig uit op het moment dat hij wordt ontmaskerd. Hij trekt het zwaard, waaraan hij wordt herkend, heldhaftig uit een berg juwelen en zijn rode mantel wappert als die van een superheld.

De tentoonstelling is thematisch opgebouwd, met uitzondering van de werken in de nis, die komen uit Rubens’ vroege periode aan het begin van de zeventiende eeuw. De kunstenaar verblijft dan acht jaar in Italië en wordt daar vooral beïnvloed door de klassieke traditie en de eigentijdse Italiaanse schilderkunst. Opvallend in de nis is ook zijn uitbeelding van een Oudtestamentisch verhaal over Simson en Delila. Twee olieverfschetsen tonen hoe Simson, verraden door zijn geliefde, gevangen wordt genomen door soldaten. Beide werken zitten vol beweging en de robuuste huid van Simson en het zachte, lelieblanke lichaam van Delila zijn haast tastbaar. Het is een fantastische stofuitdrukking die op de meeste kunstwerken in de zalen te bewonderen valt.

Peter Paul Rubens, Drie nimfen met de hoorn des overvloeds, ca. 1625-1628, olieverf op paneel, Londen, Dulwich Picture Gallery

Rubensvrouwen

Mooie vrouwen als Delila kunnen in een tentoonstelling over Rubens eigenlijk niet ontbreken. Je zou kunnen stellen dat drie typische ‘Rubensvrouwen’ zijn afgebeeld op het werk Drie nimfen met de hoorn des overvloeds. Van het werk zijn zowel de schets als het uiteindelijke schilderij te zien en op beide zien we weldoorvoede schoonheden met stevige kuiten en bolle wangen. De schets is helemaal van de hand van Rubens, op het schilderij zijn de vruchten, bloemen en dieren geschilderd door Frans Snijders. Een kunstenaar met een productie als die van Rubens kan immers niet anders dan een deel van zijn werk uitbesteden.

Dat Rubens enorm veel produceerde en dat de schetsen in olieverf ook commerciële doelen dienden wordt in de tentoonstelling goed uitgelicht. Een ander aspect dat verschillende keren de aandacht krijgt is een vergelijking tussen de olieverfschetsen van Rubens en de losse schilderijen van de impressionisten. De vergelijking grappig, maar gaat niet helemaal op. De impressionisten presenteerden hun schetsen als voltooide werken, terwijl ze voor Rubens deel uitmaken van zijn werkproces. Rubens onttrekt zijn schetsen dan ook aan vele ogen door ze voornamelijk in zijn atelier te bewaren, bij zijn overlijden worden er daar honderden gevonden. Dat de tijden wat te gemakkelijk naast elkaar worden geplaatst is jammer, maar het is één van de weinige minpunten van de verder prachtige tentoonstelling.