Boeken / Fictie

Ongelukkige levens aan de lopende band

recensie: Michel Krielaars - vanillevla met frambozen

Een boek vol met personen met wie de lezer zich niet wil identificeren, is op zijn zachtst gezegd ongewoon. De nieuwe verhalenbundel van NRC-redacteur Michel Krielaars, vanillevla met frambozen, is zo’n boek. Zijn uiteenlopende personages vechten tegen een bestaan dat ze niet willen leiden, huilen om verloren liefdes of blijven steken in hun zelfgekozen ongeluk. Ontrouw, ongeluk en dood staan centraal in Krielaars nieuwste werk, maar dat is niet het enige dat bij het lezen van dit boek voor een nare nasmaak zorgt.

~

Van een schrijver met een loopbaan als die van Michel Krielaars zou je grootse verhalen verwachten: hij heeft aan de Universiteit van Amsterdam geschiedenis en Ruslandkunde gestudeerd en bracht veel tijd door in Oost-Europa als correspondent bij het actualiteitenprogramma NOVA. Voor vanillevla met frambozen koos Krielaars er echter voor om over alledaagse thema’s te schrijven, en hij bleek meer dan genoeg dramatische teksten in zijn hoofd te hebben. De bundel bevat maar liefst zesentwintig verhalen verdeeld over honderddrieënzeventig pagina’s, en het langste verhaal telt vijftien pagina’s. Alle verhalen van Krielaars zijn van geringe omvang en complexiteit, helaas ontstaan daardoor enkele ongewenste neveneffecten. Sommige personages leer je namelijk zo oppervlakkig kennen dat je hun beweegredenen niet goed kunt volgen en dit zorgt logischerwijs voor irritatie tijdens het lezen.

Vreemd is meer

In de bundel worden mensen zonder ruggengraat en vreemde vogels afgewisseld met ‘normale’ mensen, herkenbare personen in herkenbare situaties. Sommigen maken verkeerde keuzes waar ze vervolgens een groot deel van hun leven voor moeten boeten, anderen komen juist in de problemen omdat ze geen keuzes maken. Ze komen hoe dan ook in de problemen. Met hun levensverhalen lijkt Krielaars dan ook niets anders te willen doen dan het benadrukken van het ongeluk in de wereld. Niet zelden wil je de personages een schop onder hun kont geven en ze zeggen dat ze niet zo veel medelijden met zichzelf moeten hebben. Sommige personages hebben zware psychische problemen, wat ze luguber genoeg bijzonder interessant maakt voor de lezer. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in het ultrakorte titelverhaal, waarin het verhaal wordt verteld van een verwarde man die in vanillevla met frambozen een goedkoop medicijn ziet. Hoewel dit verhaal erg kort is, valt het op prettige wijze uit de toon bij de verhalen over zwakkelingen en saaie personen.

Veel over niets

vanillevla met frambozen zou een stuk vermakelijker zijn als óf de personages wat beter uitgewerkt zouden zijn, óf er wat meer zou gebeuren in het boek. In veel van de verhalen gaan de hoofdpersonen op bezoek bij oude kennissen, vrienden, liefdes of onbekenden, waarna blijkt dat ook zij slechts in het verleden leven. Nu hoeft een boek uiteraard niet volgestouwd te worden met achtervolgingen, maar er moet wel iets zijn dat de aandacht van de lezer vasthoudt. Hier zou overigens tegenin gebracht kunnen worden dat Krielaars, zoals uit de beschouwing op de achterkant van het boek blijkt, de lezer juist wil confronteren met ‘normale’ mislukkingen in het leven. Met vanillevla met frambozen laat hij echter vooral zien dat hij het talent heeft om de lezer met simpele woorden te deprimeren.

Om het boek te lezen heb je geen uitgebreide woordenschat nodig en ook niet veel verbeeldingskracht. Eenvoud staat centraal in vanillevla met frambozen en helaas is het boek voornamelijk kort en nauwelijks krachtig. De personages zijn veelal simpel en persoonlijke kenmerken worden alleen uiteengezet als ze direct van belang zijn in het verhaal. De lezer wordt geconfronteerd met de zwartere kant van het leven, maar dan wel constant begeleid door Krielaars. De deprimerende thema’s in vanillevla met frambozen hebben zeer zeker potentie, maar op Krielaars’ uitwerking ervan valt nog wel het één en ander aan te merken.

Boeken / Strip

Flauwe grappen van voormalige provocateurs

recensie: Yann & Conrad - Witte Tijgerin: In Geheime Dienst van de Grote Roerganger

De enfant terribles van de stripwereld, Yann en Conrad, maakten na hun serie De Onnoembaren nu ook een eerste album voor een spin-off reeks: Witte Tijgerin. In dit album beleeft Alix, een personage uit De Onnoembaren, haar eigen avontuur en dat is net als de meeste andere albums van Yann seksueel getint.

Yann en Conrad zijn in de stripwereld vooral bekend geworden door hun provocaties in het weekblad Robbedoes, vooral in de Franse versie van dit blad bekritiseerden ze alle gevestigde series door uitdagende tekeningen boven de pagina’s te plaatsen. Waarschijnlijk vonden de meeste lezers dit in eerste instantie best grappig, maar naarmate de grappen grover werden kwamen er meer klachten binnen, wat er uiteindelijk toe leidde dat het tweetal ontslagen werd. Ondertussen waren ze echter een eigen stripserie begonnen: De Onnoembaren. Helaas is deze serie nooit een groot succes geworden, en daarom proberen Yann en Conrad het nu opnieuw met één van de hoofdpersonen uit deze serie: Alix, oftewel Witte Tijgerin.

Fat Girl

Alix, communistisch agente in opleiding, moet behalve haar training ook nog de seksuele intimidaties doorstaan van Eh-Nak, een ander lid van de communistische organisatie. Dit personage zit voortdurend aan haar en wil duidelijk “meer” dan dat betasten alleen. Helaas voor hem wil zij dat absoluut niet en blijven zijn pogingen om haar het bed in te krijgen telkens mislukken.

Alix blijkt een zeer talentvol geheimagente en krijgt al snel haar eerste missie: het vinden van “fat girl” onder leiding van Eh-Nak. Tijdens haar missie wordt ze onder andere geconfronteerd met Francis Flake, een geslaagd persiflage op kolonel Blake uit de serie Blake & Mortimer. Deze Engelsman leeft onder het juk van zijn moeder en wordt overal bijgestaan door zijn bediende. Hij is een van de weinige leuke personages in dit verhaal, voor de rest hebben de auteurs vooral geprobeerd het grappig te houden door er verwijzingen naar hun eigen De Onnoembaren in te verwerken en vooral door héél veel seksuele grappen te maken.

Herhalingsoefening

Dit eerste avontuur van Alix is het eerste deel van een tweeluik, waarvan in september deel twee zal verschijnen. Helaas lijkt het erop dat Yann en Cornad er vooral op uit waren om een commercieel succesvolle serie te maken en dat is te merken aan het niveau van de grappen: deze hebben allemaal een seksueel getinte lading. Bovendien heeft het duo zulke grappen al zo veel vaker gemaakt in hun eerdere albums. De wel geslaagde persiflage op Blake en Mortimer is helaas ook niet werkelijk origineel. Pierre Veys en Nicolas Barral hadden die al eerder gedaan in het album Schaduw over het Britse rijk, en hij voegt dus ook niet veel toe aan het album.

Dit alles zou gecompenseerd kunnen worden door een intrigerend plot of geweldige tekeningen, maar beide ontbreken in dit album. De tekeningen zijn weliswaar van redelijk goed niveau, maar Conrad heeft de simpele, charmante stijl van zijn vroegere werk verloren. Zijn tekeningen zijn nu net wat gelikter dan voorheen en dat doet afbreuk aan het komische effect, waar het album het nu juist van moet hebben. Ook de plot is niet speciaal: een doorsnee spionageverhaal dat we maar al te goed kennen uit bijvoorbeeld de James Bondfilms. Yann gebruikt het vooral als kapstok voor zijn grappen.

Yann en Conrad zijn eigenlijk datgene geworden dat ze vroeger zelf belachelijk maakten: auteurs die op herhalingsoefening gaan. Feitelijk is dit album alleen leuk voor mensen die nog niet met deze auteurs bekend zijn en geen problemen hebben met flauwe grappen. Anderen kunnen dit album beter links laten liggen.

Boeken / Strip

Bovennatuurlijke kitsch

recensie: Anne Ploy & Denis Falque - De verzoekingen van Satan (deel 1- De Duivel)

In de reeks De zwarte loge heeft uitgeverij Glénat recentelijk een nieuwe serie van start laten gaan. Het eerste deel van dit project, dat luistert naar de titel De verzoekingen van Satan, ligt nu in de winkel. Scenariste Anne Ploy en tekenaar Denis Falque hebben de handen ineen geslagen voor een duivelspact.

~

Dat Ploy en Falque geen nieuwkomers zijn, blijkt wel uit de vakkundige opbouw van de eerste scènes van het verhaal. Hierin maken we vluchtig kennis met de duivel zelf en zijn we getuige van een bomaanslag op een concorde. Wat volgt is een heus complot waarin een lid van het Europees Parlement een brute moord in de schoenen krijgt geschoven. Tot zover ontwikkelt de plot zich als die van een doorsnee thriller. Niet vernieuwend, maar onderhoudend genoeg om verder te lezen. Dan gaat het plotseling mis. In sneltreinvaart ontaardt het geheel in een seance vol goedkope hocus pocus, compleet met magische tafels, toverspreuken en astrale verschijningen. En dat allemaal om de ware schuldige te ontmaskeren en te straffen. Intussen wordt duidelijk dat de eerder beschreven moord slechts een onderdeel is van een grootse misdaadoperatie.

Duivel

Warrig? Dat is het zeker. En zoals vaak gebeurt in dit genre, wordt een niet bijster origineel thema overgoten met een esoterisch sausje. Hiermee poogt men de lezer zand in de ogen te strooien en de schijn van diepgang te wekken. Wat als een vorm van haute cuisine wordt opgediend, blijkt echter na de eerste hap niet meer te zijn dan een Big Mac. In dit eerste deel van De verzoekingen van Satan resulteert dit trucje in een onevenwichtige mengelmoes van aardse onderwereldsyndicaten en bovennatuurlijke kitsch. Het enige lichtpuntje in dit album vormt de rol van Bernat. Deze mysterieuze therapeut mag, gelet op zijn ravenzwarte piekhaar, elegante sik en magere gestalte als de verpersoonlijking van de duivel worden gezien. Met zijn natuurlijke charme wint hij de mensen in zijn omgeving voor zich. Uit enkele passages blijkt echter dat dit vertrouwen niet lang ongeschonden zal blijven.

Overacting

~


Het is gevaarlijk om een serie direct af te rekenen op het eerste deel. Dat doen we dan ook maar niet. Voor de auteurs is het wel van belang dat de volgende delen meer structuur en meer eigenzinnigheid in het verhaal zullen brengen. Ook is het te hopen dat tekenaar Falque zich wat beter op zijn gemak gaat voelen met zijn personages. Het is duidelijk te zien dat er nog geen vertrouwensband tussen beiden bestaat. De tekenaar is nog te veel bezig de karakters zijn wil op te leggen. Het gevolg hiervan is, dat de spelers totaal verkrampt hun rol vertolken en door overacting alle emoties uit het verhaal bannen. Zijn acteurs zullen de ruimte moeten krijgen om hun eigen gevoelens aan te spreken tijdens de scènes. Dit vergt de nodige moed, maar het zou het kijkplezier zeker vergroten.

Valse start

Ondanks al deze kanttekeningen is het interessant de voortgang van deze serie te volgen. Immers, niet alleen de personages en de plot kunnen zich nog ontwikkelen, maar ook de auteurs. Het zal niet voor het eerst zijn dat een verhaal zich, na een valse start, aan het eind toch mag scharen onder de hedendaagse klassiekers. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, zeker niet als de duivel in hoogsteigen persoon aan de touwtjes trekt.

Boeken / Fictie

Een langzame man en zijn dilemma’s

recensie: J.M. Coetzee (vertaling: Peter Bergsma) - Langzame man

Wat is echt en wat niet? Hoewel de boeken van J.M. Coetzee wat betreft onderwerp sterk van elkaar verschillen is dit een vraag die in zijn werken terug blijft komen. Ook in Langzame man, Coetzee’s nieuwste roman, neemt deze vraag een grote plaats in. De Nederlandse uitgeverij Cossee heeft met het verschijnen van deze roman opnieuw een wereldprimeur: het Engelstalige origineel komt pas op 22 september uit.

~

Paul Rayment wordt op de fiets geschept door een auto en verliest zijn onderbeen en knie. Het verlies van zijn zelfstandigheid en van een ‘normaal’ uiterlijk vallen Paul zwaar. Hij is een langzame man geworden. Toch probeert de teruggetrokken, licht excentrieke zestiger zijn ongeluk te relativeren:

Natuurlijk is hij geen speciaal geval. Elke dag zijn er mensen die ledematen of het gebruik ervan verliezen. De geschiedenis wemelt van de eenarmige zeelieden en aan een rolstoel gekluisterde uitvinders: net als van blinde dichters en krankzinnige koningen.

Maar het mag niet baten. Hij is niet alleen zijn bewegingsvrijheid, maar ook zijn veerkracht kwijt:

Welnu, eerst zijn de ledematen krachteloos geworden, nu wordt ook zijn geest krachteloos. Zijn geest kan elk moment omvallen.

Twijfels

De twijfels van Paul komen veelvuldig in beeld. Over het ongeluk dat zijn leven veranderde, maar ook over zijn leven voordien. Hij is een oude man, en wordt daar ineens mee geconfronteerd. Van de weeromstuit wordt hij verliefd op zijn verpleegster aan huis, de Kroatische Marijana Jokiæ. Om zijn liefde te uiten, stelt hij zich op als een soort peetvader voor haar gezin. En dan duikt er een figuur uit een eerder werk van Coetzee op: Elizabeth Costello. Zij stelt Paul de vraag wat er van Mel, Marijana’s man, moet worden als Paul zich ontfermt over Marijana en haar gezin:

Of heeft u andere plannen? Heeft u bedacht dat Mel de branding maar in moet lopen zodat zijn vrouw en kinderen voor u zijn?

Met dergelijke pijnlijke vragen dringt ze zich op aan Paul en probeert hem richting aan zijn leven te laten geven. De dialoog tussen de twee vormt een rode draad in het verhaal. Pauls manier om met zijn verminking om te gaan en zijn gevoelens voor Marijana worden scherp onder de loep genomen. Elizabeth blijft hem ondervragen en zijn antipathie voor de schrijfster voorkomt niet dat hij zichzelf kritisch ondervraagt. Want is zijn liefde voor Marijana werkelijk onzelfzuchtig? Vrij van begeerte?

De waarheid

In Mr. Foe en mrs. Barton, Coetzee’s herschrijving van Robinson Crusoe, wordt doorlopend naar de waarheid gezocht. Vertelster Susan Barton wil het verhaal over haar verblijf op het eiland zo waarheidsgetrouw mogelijk aan het grote publiek vertellen, maar komt gaandeweg het boek tot de ontdekking dat er niet één waarheid is. Naast haar waarheid omtrent het eiland staan de waarheden van Crusoe en Vrijdag. De vragen waarmee Elizabeth Costello Paul confronteert, en de vragen die hij zichzelf stelt, hebben in Langzame man een zelfde doel: achterhalen wat waar is en wat niet, waarbij telkens weer blijkt dat er verschillende versies van de waarheid bestaan. Met hulp van Costello komt Paul tot de conclusie dat de waarheid er niet zoveel toedoet.

Personage Elizabeth Costello worstelt in Coetzee’s gelijknamige roman zelf ook met haar leeftijd, het verlies van haar kracht en flexibiliteit. Ze twijfelt steeds meer aan haar waarheden en aan haar geloof in haar eigen opvattingen. Ze verliest het vertrouwen in het directe verband tussen taal en realiteit. In dit boek hing de zoektocht naar de waarheid samen met de leeftijd van de hoofdpersoon: hoe ouder, hoe meer twijfels, leek het wel. Is deze aartstwijfelaar Elizabeth in Langzame man dan ineens de rots in de branding geworden? Nee. Ze is nog steeds zoekende en aan het eind van de roman wordt ze zelfs door Paul terechtgewezen en aangestuurd.

Wanhoop

Oud worden, het niet meer perfect zijn, is een terugkerend element in het werk van Coetzee: van David Lurie wordt al op pagina één van In ongenade benadrukt dat hij een man op leeftijd is, in Mr. Foe en Mrs. Barton is Robinson Crusoe een oude man met ziektes, kwalen en gebreken. Al deze elementen zijn typisch voor het werk van Coetzee en komen in Langzame man weer terug. Ook de sfeer is als vanouds niet bepaald opwekkend. Pauls problemen en dilemma’s hangen voortdurend als een dreigende onweersbui boven zijn leven. Dit komt niet alleen terug in de gebeurtenissen die hem overkomen, maar ook in de taal waarin dat beschreven wordt. Alles ademt vertwijfeling en wanhoop. Uiteindelijk neemt Paul de ‘juiste’ beslissingen door afstand te nemen van het gezin Jokiæ. Hij blijft alleen achter, zoals hij ook alleen begon. Coetzee blijft een meester in het neerzetten van bedachtzame, enigszins deprimerende figuren die tot nadenken stemmen door de strijd die ze leveren in hun levens. Dat levert meestal geen absoluut positief resultaat op, zoals er in de wereld van Coetzee ook geen absolute waarheden zijn.

Muziek / Album
recensie: Fun Lovin’ Criminals - Livin’ in the City

.

~

Kort gezegd: nee. Ik vermoed dat weinig mensen erg van Livin’ in the City kunnen genieten. Zeker voor mensen die de Criminals al vanaf Come Find Yourself volgen, zal deze nieuwe plaat weinig nieuws bieden. De muziek klinkt grotendeels hetzelfde als ze op de afgelopen vier cd’s heeft geklonken. De Criminals proberen nog wel cool te zijn, maar fris is het al lang niet meer. Aan de oorspronkelijke creativiteit lijkt definitief een einde te zijn gekomen en deze heeft plaatsgemaakt voor herhaling en inwisselbaarheid.

Zonder noodzaak

Nummers als How it be, Where do I begin of Will I be ready klinken alsof ze zonder liefde en zonder noodzaak zijn gemaakt – behalve dan de noodzaak om maar een nieuwe plaat te maken. Wie al twee of drie albums heeft, zal deze laatste absoluut niet nodig hebben. Het zijn gewoon saaie nummers, nummers die je niet voor een tweede keer op zet. Is ya alright is een stevige funkrocker die wel energie heeft maar niet van creativiteit getuigt. Ook de thematiek van de plaat kennen we al van eerdere platen: de heren bejubelen hun stad, New York. We weten al vanaf plaat één hoe ze aan NYC verknocht zijn en dat dat de coolste stad van de wereld is (of zoals de heren het op deze plaat noemen: If America is a tit, New York is the nipple). Weinig nieuws onder de zon dus.

Afwijkende paden

Is het echt zo erg gesteld met Livin’ In The City? Nee hoor, er staan wel leuke nummers op. Het reggae-achtige That ain’t right, het aparte maar mooie pianogestuurde Gave up on God en Mi corazon (met een zonnige latinsfeer) zijn goede nummers. Dit zijn dan ook de nummers die zich onderscheiden van de rest, juist door het afwijkende muzikale pad (reggae, piano, latin). De overige nummers, die het van de klassieke FLC-sound moeten hebben, klinken saai, belegen en overbodig. Okay, 95 procent van de bands zullen nooit zo’n goede plaat maken als Livin’ in the City maar van een band als de Fun Lovin’ Criminals verwacht je gewoon meer.

Boeken / Fictie

Prachtige tragiek

recensie: Nu de liefde me zo tegenzit - Hans Dorrestijn

Een waarschuwing voor de optimisten onder ons: de volgende tekst kan schokkende fragmenten bevatten! Nu de liefde me zo tegenzit, een bundeling van de liedteksten van Hans Dorrestijn, is namelijk niet direct het meest vrolijke boekwerk van de laatste jaren.

Edvard Munch, Ashes
Edvard Munch, Ashes

Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar brengt met de PLUCHE reeks een serie boeken op de markt met gebundelde liedteksten van o.a. Ivo de Wijs, Drs. P en Herman van Veen. Op een prachtige, verzorgde wijze wordt een compleet overzicht gegeven van de werken van deze schrijvers. Een harde kaft voorzien van een laagje pluche geeft meteen al aan dat je een boek in handen hebt dat met veel liefde is samengesteld.

Overzicht

In Nu de liefde me zo tegenzit is het de beurt aan Hans Dorrestijn. Na een persoonlijke inleiding door Jacques Klöters volgen bijna driehonderd pagina’s aan liedteksten van deze gedeprimeerde man. Daarna volgt een sectie waarin Dorrestijn nog enige toelichting geeft bij diverse liederen. Hij vertelt hier over wat de aanleiding en/of het gevolg van een bepaald lied is geweest. Ook zijn een bibliografie en een discografie opgenomen. En tot slot is er nog een cd toegevoegd met daarop dertien liederen die Dorrestijn samen met Adèle Bloemendaal speelde in het theaterprogramma Samen solo.

Leed

Van Dorrestijn moet je houden, want de man kan behoorlijk zwartgallig uit de hoek komen. Om de humor daarvan in te zien moet je sterk in je schoenen staan. Het leven dat Dorrestijn in zijn teksten beschrijft is behoorlijk zwaar.

Iedereen heeft hier wel wat

Licht beneveld, ladderzat

In ieders glas zit spijt en pijn:

’t Meest in dat van Dorrestijn

En eerlijk gezegd zijn driehonderd pagina’s leed, verdriet en scheidingen een flinke aanslag op je gestel. Maar ondanks al dat verdriet blijf je van de teksten genieten. Hoewel deze liederen heel erg autobiografisch zijn en in principe geen aanleiding tot vreugd geven, doen ze dat laatste wel degelijk. De wijze waarop het leed verwoord wordt in de liedteksten is veelal hilarisch. Ondertussen hoor je tijdens het lezen Dorrestijn als het ware de teksten opdreunen met zijn karakteristieke stem. Dat maakt de tekst zelfs nog komischer.

Divers

De thema’s die hij in zijn liederen aanstipt lopen van kindermoordenaars:

De moordenaar zit aan ’t ontbijt

Met een croissant met kersenjam

Hij denkt weer aan de kleine meid

Haar gespartel en haar schrille stem

tot een lofzang op het klittenband:

‘k Vind het leven echt fantastisch

‘k Ben een ware Spring-in-‘t-Land

Ooit was het leven erg onpraktisch

Maar nu is er klittenband

Dit geeft al wel aan dat de onderwerpen die Dorrstijn behandelt zeer divers zijn. En soms komt er dus ook een positief signaal naar voren zoals in het klittenbandlied. Maar de positieve liederen hebben voornamelijk betrekking op externe, onpersoonlijke zaken zoals klittenband of een Renault 4. De persoonlijke aspecten vormen over het algemeen de aanleiding tot een somberder beeld. Het lied Renault 4 is hier een perfect voorbeeld van. Terwijl Dorrestijn mijmert over zijn ouwe vertrouwde autootje heeft de vrouw met wie hij in diezelfde auto door Frankrijk reed, hem verlaten voor iemand met een Mercedes Benz.

Zelfmoord

Nu de liefde me zo tegenzit is een prachtig overzicht van het werk van Hans Dorrestijn wat betreft de liedteksten. Zijn gedichten, conferences en monologen vallen buiten het bestek van dit boek. Misschien een idee voor een volgend boek? Als liefhebber van Dorrestijn kun je Nu de liefde me zo tegenzit niet laten liggen. Als liefhebber van leuke en goede Nederlandse tekstliederen trouwens ook niet. Het is echter wel aan te raden het niet te vaak te raadplegen als je wat minder vrolijk gestemd bent. De vele zelfmoordmethoden die in de teksten voorbij komen zouden je op verkeerde gedachten kunnen brengen. En dan kun je nooit meer genieten van al dat leed dat Dorrestijn in de toekomst wellicht nog aan het papier toevertrouwt. Of je moet natuurlijk juist opvrolijken door het besef dat er altijd nog iemand is die het zwaarder heeft.

Muziek / Album

Geen frisse herhaling

recensie: Röyksopp - The Understanding

Bijna één miljoen exemplaren gingen er van hun in 2001 verschenen debuutalbum Melody AM over de toonbank. Deze eerste cd van het Noorse Röyksopp werd nog voor een groot deel met geleende instrumenten gemaakt, maar inmiddels hebben Torbjørn Brundtland en Svein Berge meer dan genoeg geld op de bank. De heren hebben goed geboerd en zetten hun muzikale verhaal voort met het nieuwe album The Understanding. Je zou bijna wensen dat ze weer platzak waren, want het nieuwste album van de twee Noren is lang zo goed niet als hun debuut.

~

Toen Röyksopp in 1993 begon, haalden ze instrumenten bij de plaatselijke muziekwinkel, om ze een paar dagen later weer terug te brengen met de woorden “toch niet helemaal wat we zochten”. Ondertussen hadden Torbjørn Brundtland en Svein Berge dan met die geleende instrumenten een nieuw nummer in elkaar geflanst. Dit resulteerde uiteindelijk in het hitalbum Melody AM. Vooral in Engeland (waar ze alleen al 500.000 cd’s verkochten) is het Noorse duo wereldberoemd. Maar ook in de rest van de wereld kennen ze de loungy electropop van Röyksopp, dankzij hits als Poor Leno, Remind Me en Eple. Wie het opvallende fluitmelodietje van dat laatste nummer hoorde, had het de rest van de dag in zijn of haar hoofd zitten. Dat was ook de grote kracht van Röyksopp: opvallende nummers met een geheel eigen identiteit. Lekker freaky, fris en anders.

Volgesmeerd

Met het nieuwe album in aantocht, loopt menigeen zich al te verheugen op zomerse, herkenbare melodietjes om mee te neuriën. Helaas, deze mensen komen bedrogen uit. Op The Understanding is er namelijk minder ruimte voor de bekende freaky melodietjes en meer voor de echte songs. Torbjorn Brundtland en Svein Berge leerden echte pop-dance liedjes schrijven. Om de liedjes op te leuken, vroegen ze Dive-zangeres Karin Dreijer, Chelonis R Jones en de onbekende Kate Havnevik om de vocalen voor hun rekening te nemen. Verder lijkt het alsof de heren een hele berg nieuwe synthesizers van het met Melody AM verdiende geld hebben gekocht. En dat is goed te merken: The Understanding is van onder tot boven vol gesmeerd met geluid. Af en toe op het bombastische af, zoals op de huidige single Only This Moment.

Met deze nieuwe koers van lekker in het gehoor liggende electropop heeft Groove Armada er ineens een geduchte concurrent bij. Dezelfde ronde beats, dezelfde zoete melodieën en net zo rijk gearrangeerd. Toch is het brave The Understanding maar matig geslaagd. De scherpe kantjes (zoals op het bijzondere Eple) zijn er af. En echt goede liedjes ontbreken. Hierdoor ontstijgt The Understanding nergens het niveau van een gemiddelde pop-danceplaat en komt het bij lange na niet in de buurt van het frisse, vernieuwende Melody AM. Blokkeer de bankrekening maar en laat ze maar weer provisorisch knutselen!

Boeken / Fictie

Hoe vertaal je Finnegans Wake?

recensie: Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes - Finnegancyclopedie

Op 4 mei 1939 kwam Finnegans Wake uit. De legendarische modernistische schrijver James Joyce verrichtte zeventien jaar arbeid voor dit ‘ideale boek voor de ideale slapeloze lezer’. Vertalersduo Bindervoet en Henkes ploeterde zeven jaar op de welhaast onvertaalbare laatste roman van de halfblinde Ierse auteur. Nu, drie jaar nadat de vertaling uitkwam, laten ze in de Finnegancyclopedie zien wat hun toenmalige werkwijze was.

~

Erik Bindervoet en Robert-Jan Henkes vormen een opvallend tweetal aan het vertalersfront. Ze wagen zich aan beide kanten van het literaire universum: high én low brow. Naast Schopenhauer, Shakespeare en Joyce hielden ze zich bezig met liedteksten van The Beatles, dagboeken van Kurt Cobain en kronieken van Bob Dylan.

Niet-Nederlands

Hun meest in het oogspringende vertaalproject is Finnegans Wake. Dit cyclische droomverhaal over kastelein Earwicker die belasterd wordt, bestaat uit vaak ongrijpbare zinnen. Ellenlange zinnen die opgebouwd zijn uit talloze woordspelingen, waarin een zestigtal talen door elkaar heen buitelen, waaronder ook het Nederlands. Naar eigen zeggen zette het vertaalduo Joyces boek dan ook om van het niet-Engels naar het niet-Nederlands. Finnegans Wake is een eindeloze woordenstroom die door je hoofd schuift tijdens een onrustige slaap.

Zesentwintig letters

Aan de hand van de zesentwintig letters uit het alfabet gaan Bindervoet en Henkes uiteenlopende kanten van deze unieke roman langs: de geboorte van het boek, het hoe en wat van de personages, de onderliggende systemen in Joyces roman, de typisch Wakeaanse woordspelingen, het gebruik van geluid, de rol die vader Joyce speelde enzoverder. Ook is een redevoering opgenomen die het duo gaf voor het Internationaal Wakeologisch Genootschap, waarin het een restauratie van de tekst afwijst. Deze zou nodig zijn doordat de drukker in 1939 honderden spelfouten en omissies heeft aangebracht in het boek. Daarnaast doet het tweetal verslag van twee van de jaarlijkse James Joyce conferenties die ze bezoeken. Het gehele boek wordt daarbij consequent in de eerste persoon meervoud geschreven.

Bindervoet en Henkes baseerden hun vertaling op het genealogisch onderzoek dat ze uitvoeren. Hoe bedoelde Joyce dit of dat woord precies? Ze doorzochten de tientallen werkschriftjes die de schrijver hanteerde, waarin woordenlijstjes of oerversies van passages staan. In elk land dat Joyce bezocht noteerde hij woorden. Hiernaast spelde hij de kranten op vreemdaandoende uitdrukkingen. Wanneer hij ze gebruikt had in zijn boek, dat bijna tot het eind Work In Progress heette, streepte hij ze in het schrift door.

Niet puzzelen

De lezer moet zich vooral niet al puzzelend door het boek heenwerken, benadrukken Bindervoet en Henkes. Daar hebben ze een hekel aan. Terwijl ze zelf tot in het kleinste detail willen weten welke verwijzing Joyce incorporeerde in weer één van zijn neologismen, moet de lezer associërend van het boek genieten. Als ze het hebben over het waarom van het jaar 1132, waarin het verhaal zich afspeelt, merken ze op:

Maar dat is allemaal nog niets vergeleken bij de verbanden die gelegd kunnen worden door het veelkoppige megabrein van het Joyceaanse mondiale lezerspubliek. En in feite is dat precies wat Joyce voor ogen had met zijn schijnbaar lukraak gekozen datum: niet de denotatie van 1132 doet er zoveel toe, maar vooral de connotatie (…).

Tekenend is in dit geval een dialoog die het tweetal verderop voert:

Finnegans Wake onttrekt zich aan de representatie, zeker de eenduidige representatie, zoals je het over een duif hebt, dat je dan gewoon ‘een duif’ schrijft.

– In Finnegans Wake kun je het net zo goed over een druif hebben, en dan heb je het misschien toch over een duif, maar dan een die in trossen langsvliegt en wellicht in de rui is omdat hij de r in de maand heeft opgegeten.

– Realiteiten worden virtualiteiten, denotatie wordt connotatie. Alles vervloeit door dit machtige taalspel. Alle kunst wil muziek worden. En Finnegans Wake is daar het meest gelaagde en geslaagde voorbeeld van.

– Als mensen vragen: betekent het helemaal niets, moet het antwoord luiden: alleen in de zin waarin een fuga van Bach niks betekent.

– En het is alleen vertaalbaar in de zin waarin een fuga van Bach onvertaalbaar is. Maar niet onvertolkbaar dus.

Met dit in het achterhoofd is het dan verbazingwekkend dat de vertalers een twintigtal bladzijden verderop afgeven op verschillende postmoderne filosofen, die Joyce steevast waarderen. Hun bewering dat de lezer zelf de uiteindelijke schrijver is, wordt door het duo afgedaan met de opmerking: ‘Deze mensen zijn vooral geïnteresseerd in zichzelf en de galm die ze produceren.’ Een goedkoop wegwerpgebaar naar personen die iets gelijksoortigs beweren als zijzelf, gezien het voorgaande.

Persoonlijke vertaling

~

Aan de hand van de Finnegancyclopedie wordt duidelijk hoe persoonlijk het vertaalproces in dit geval bleef. Bindervoets en Henkes’ private associaties blijken bepalend voor veel van de gemaakte keuzes. De vertaling had ook heel anders uit kunnen vallen. ‘Finnegans Wake is niet een boek dat zich op één manier laat lezen, laat staan laat vertalen’, zeggen ze zelf. Het duo werd na het uitkomen van hun ‘vernederlandsing’ alleen al geprezen om het feit dat ze het schier onvertaalbare werk wisten te vertalen. Dit zegt niks over de kwaliteit ervan; die is namelijk erg moeilijk vast te stellen bij deze uitzonderlijke roman. Getuige hun kritisering van andermans vertaling van Finnegans Wake is het al een welhaast onmogelijke opgave om te bepalen wat nu een juiste benadering voor vertaling zou kunnen zijn. Bindervoet en Henkes wekken daarbij wel vertrouwen door hun uiterst zorgvuldige manier van werken.

De Finnegancyclopedie is een interessante verkenning van James Joyce en zijn manier van werken. Dit is echter pas gaandeweg het boek het geval. Bij een dergelijk hermetische creatie is heldere secundaire literatuur prettig. Helaas houdt het vertalersduo zelf ook van woordspelig schrijven en lastig te volgen passages. Hierdoor zijn sommige hoofdstukken minder genietbaar. Deze aanpak voelt aan als een zwaktebod, waartoe het tweetal zich wellicht gedwongen voelde doordat het theoretisch minder onderlegd is dan taaltechnisch, of in ieder geval meer geïnteresseerd is in het laatste dan het eerste.

Muziek / Album

Aanval op de gevestigde orde

recensie: Chimaira - Chimaira

Het blijft altijd een wat vreemde zaak als een band een ander album dan het debuut vernoemt naar zichzelf. Deftones deed het met hun laatste album en nu is het Chimaira dat voor deze optie kiest.

~

Vaak wordt er voor een ’titelloos’ album gekozen omdat de betreffende band een nieuwe start wil maken, maar in het geval van Chimaira ligt het wat anders. Volgens de bio heeft “het sextet uit Cleveland hun stijl zo vlot geperfectioneerd, dat dit album staat voor alles wat ze waren, zijn en zullen zijn.” Met andere woorden: volgens de band hebben we hier te maken met het ultieme Chimaira-album. Daarmee lijkt de gebruikte titel opeens een heel stuk logischer.

En dat terwijl die andere motivatie voor een ’titelloos’ album, namelijk ‘de nieuwe start’, hier nu juist zo goed van toepassing zou zijn. Het begint al met opener Nothing Remains, dat geschreven is op de dag dat Dimebag Darrell van Damageplan vermoord werd. De begrijpelijke emotie die hieruit voort vloeit, is woede en dat krijgt de luisteraar dan ook gelijk ruim vijf en een halve minuut over zich heen gestort. Niks geen pakkend refrein met de gebalde vuist, maar gewoon onbekommerd gáán. Op een manier die we eigenlijk nooit eerder van Chimaira hebben gehoord.

Anthems

Nee, zogenaamde anthems als Power Trip of Pure Hatred zul je op Chimaira niet vinden. Chimaira is gegroeid en de fans zullen gewoon mee moeten groeien. Zo is er meer ruimte voor de solo’s van gitarist Rob Arnold, terwijl het melodieuze aspect juist meer naar de achtergrond is verdrongen. Stonden de fans eerst nog alleen tijdens de refreinen met de vuist omhoog, bij dit nieuwe werk hoeven ze hem helemaal niet meer naar beneden te doen. Een ander voorbeeld is de rol van Chris Spicuzza. Was hij bij eerdere albums vooral bekend als de DJ van de band, waardoor de muziek van Chimaira af en toe zelfs als nu-metal werd bestempeld, op deze laatste langspeler is zijn rol beperkt tot het bespelen van de keyboards. Het maakt dat Chimaira resoluut afrekent met het imago dat de band in metalkringen had, en nu echt serieus genomen mag worden.

Geldingsdrang

Gezegd moet worden dat met de groei van de band de songs er niet makkelijker op zijn geworden. Volgens frontman Mark Hunter zullen mensen na de derde luisterbeurt zeggen ‘He, ik snap ‘m!’, maar voor velen (inclusief ondergetekende) zal dit wat meer tijd vergen. Sterker nog: bij sommige tracks zal het kwartje misschien wel nooit vallen, omdat het slechts opeenhopingen van riffs, grunts en solo’s lijken te zijn. In principe alle ingrediënten die je nodig hebt voor een goede metalmix, maar Chimaira slaat soms te ver door. Alsof de geldingsdrang té groot is. Het gaat dan ook wat ver om te spreken van ‘het ultieme Chimaira-album’. De band is duidelijk een andere weg ingeslagen die waarschijnlijk niet door alle (jeugdige) fans gewaardeerd zal worden. Daarvoor worden de heerlijke meebrul-anthems toch iets te veel gemist. Wel is het lovenswaardig dat een min of meer gevestigde band als Chimaira het aandurft om nu eens echt een frontale aanval te doen op de gearriveerde metalorde. Dat zo’n aanval met iets te veel jeugdige overmoed gepaard gaat, moeten we misschien maar gewoon voor lief nemen.

Muziek / Album

Tijdelijke overtuigingskracht

recensie: The Futureheads - The Futureheads

Op het eerste gezicht een leuke voorbijganger tijdens het zappen, maar wie een centimeter verder kijkt, ziet meteen dat The Futureheads meer in zijn mars heeft dan de gemiddelde ‘knuffelband van de week’ van de Britse pers. En dat is al door velen ontdekt, want The Futureheads verzorgden voorprogramma’s voor enkele grote jongens en hebben, net als The Strokes bij hun debuut, nu al een fanbasis van prominente muzikanten. Het lijkt erop dat de band alleen nog maar ten onder kan gaan aan de loftuitingen. Tot die tijd kan er genoten worden van The Futureheads.

~

De vier jongens van The Futureheads zijn afkomstig uit het gebied waar ook het bejubelde Maxïmo Park vandaan komt, en noemden zichzelf naar het Flaming Lips nummer Hit to Death in the Futurehead. Toen ze in 2004 in het voorprogramma van de Amerikaanse tour van Franz Ferdinand stonden, pikte de Amerikaanse pers het bandje op. De nieuwe the Jam, XTC of Devo werd er geroepen. Maar de band, wars van de vergelijkingen, liet zien dat ze meer konden: ze coverden Kate Bush en remixten op aanvraag voor The Streets. Ondanks het applaus van Bowie, Steve Lamacq – die door de bandleden net als wijlen John Peel in het cd-boekje wordt bedankt – en Noel Gallagher, moet er één ding duidelijk gemaakt worden: de mens kan goed overdrijven.

Uitschieters

Toegegeven, de plaat opent lekker fel, lekker Brits en heel erg begin jaren tachtig en gaat daarna nog een tijdje op hetzelfde wijsje fijn verder. En ook al klinken ze overtuigender dan de zoveelste Next Big Thing, ook al hebben ze de betere riffs in huis en ook al zullen ze miljoenen mensen bereiken, ze hebben slechts een kunstje onder de knie dat ze vijftien nummers lang proberen uit te buiten. De nummers zijn over het algemeen inwisselbaar. De enige songs die tussen de rest uitspringen zijn de muzikale look-a-like van My Sharona, Decent Days and Nights, en single nummer twee Hounds of Love. Beide singles komen later nog een keer als RadioMix voorbij, en vooral bij deze remixen toont de band waarom de prominenten zo vol lof zijn.p>

Een fijne combinatie

Degene die zich volledig heeft overgegeven aan bands als The 22-20’s, Hot Hot Heat en Maxïmo Park, zal in The Futureheads een nieuwe vriend vinden. Diegene zal ook makkelijk over de dieptepunten First Day en het bijna Montezuma’s Revenge-achtige Danger of het Water heen stappen, en zich gelukkig prijzen met deze fijne combinatie van Powerpop en Arty Farty-liedjes van het Sunderlandse viertal. Dan is het te hopen dat de wind nog een tijdje uit deze hoek waait, want ze zullen het zwaar krijgen om alle pluimen, die ze nu aan de lopende band binnen krijgen, ook echt te verdienen. Tot die tijd: The Futureheads.