Muziek / Album

Twee-seizoenenplaat

recensie: The Magic Numbers - The Magic Numbers

In Groot-Brittannië is momenteel een band populair die niets wegheeft van hippe bandjes als de Kaiser Chiefs en Babyshambles, die de laatste tijd de trend hebben gezet. De vier leden van The Magic Numbers kleden zich niet hip en maken onhippe, lieflijke liedjes, maar verkopen toch veel cd’s. Geen wonder, want hun debuutalbum is deels een uiterst leuke zomerse plaat.

~

The Magic Numbers wordt vaak vergeleken met de hippieband The Mama’s and the Papa’s. Dit komt echter voornamelijk door het uiterlijk van de bandleden. Zanger Romeo Stodart en zijn zus bassiste Michele Stodart zijn mollige hippies, en de andere bandleden Angela en Sean Gannon hebben dezelfde familierelatie en kledingstijl. De muziek van The Magic Numbers is wel sterk sixties georiënteerd, maar niet zo pompeus melodieus als die van The Mama’s and the Papa’s. Waar de nummers dan aan doen denken is moeilijk te beschrijven. De broers en zussen van The Magic Numbers hebben zich duidelijk laten inspireren door de flowerpowerperiode, maar omdat elektrische gitaar de basis vormt, is de sound veel moderner. Zo nu en dan klinken ook Simon & Garfunkel door, en zijn er ook country-invloeden hoorbaar.

Twee kanten

Dit debuutalbum is een typisch a/b-zijde album. Net als een langspeelplaat waarvan beide zijden sterk van elkaar verschillen heeft de cd twee verschillende ‘kanten’. In dit geval bevat de eerste helft allemaal vrolijke up-tempo nummers, terwijl de tweede helft rustiger nummers kent, die minder overtuigen. Voorbeelden van de up-temponummers zijn opener Mornings Eleven en The Mule, die beide gekenmerkt worden door bijzondere tempowisselingen. De eerste single Forever Lost, met mondharmonica, is net als de hiervoor genoemde liedjes heel aanstekelijk. Dat komt mede door het met vrolijke tweede zang ingevulde refreintje. Besmettelijk leuk is ook Long Legs, dat op festivals geheid een echte meeklapper is.

Lange haren, lange uithalen

Rond het midden van de plaat verandert de stemming van zomers naar herfstiger. De nummers worden rustiger en melancholischer, zoals het country-achtige nummer Wheels on Fire, dat een beetje zeurderig is. This Love is mede door de melodieën op viool en klokkenspel een heel ‘zangerig’ liedje geworden. Bijna krijg je het griezelige idee dat je naar Within Tempation zit te luisteren. Ook I See You, You See Me is niet zo geslaagd. Bij de meeste nummers nemen de dames van het gezelschap alleen de achtergrondzang voor hun rekening, maar hier gaat een van beiden een zoetsappig duet aan met zanger Romeo. De vrouwenzang is, met de vele uithalen, nogal overdreven; ergens tussen Stevie Nicks (Fleetwood Mac) en Mariah Carey in.

I-podplaat

Dit debuut van The Magic Numbers is een typische eerste plaat. De band lijkt nog wat zoekende, en dat heeft geresulteerd in een sterk onderscheid tussen de sterke up-tempo songs en de wat zeurderige langzamere nummers. Hier treden dan de voordelen van het (legaal en betaald!) downloaden op; je kiest de leukste nummers uit om op je i-pod te zetten en de rest hoef je niet per se te horen. Of je zet ze er pas op als de blaadjes van de bomen vallen.

8WEEKLY

Belevingsfestival in een Vinex-wijk

Artikel: Verslag van Festival deBeschaving

~

Festival deBeschaving, dat afgelopen zaterdag voor de derde keer plaatsvond, lijkt op een kruising tussen Lowlands, de Parade en Oerol. Met een cultureel totaalprogramma is deBeschaving wat ze noemen ‘een belevingsfestival’. Er was dit jaar meer straattheater, er was muziek, beeldende kunst, literatuur, politiek, en niet te vergeten een rariteitenkabinet; kortom, er was van alles te doen. Het festival bewijst daarmee dat ook in andere disciplines dan muziek publiekstrekkers kunnen worden geboekt.

~

Op het terrein stonden zes tenten en podia met elk een bijpassende naam die op de gepresenteerde kunstvorm van die tent of dat podium slaat. Zo staat deBekroning voor de gevestigde namen in de alternatieve sector uit Nederland en België en zorgt deBestuiving voor gesproken woord en multimedia. DeBeleving levert avontuurlijke muziek, deBeproeving is een heuse theatertent met experimenten en een open podium, deBevlieging is een verduisterde concerttent en deBelofte is een podium voor veelbelovend talent .

Meteen al vanaf het eerste jaar telde het festival deze zes podia. De groei zit hem in de acts en de professionaliteit van het festival. De namen zijn dit jaar groter dan de afgelopen jaren, hoewel je nog altijd geen echt grote namen hoeft te verwachten. Wel acts als Drillem, Blues Brother Castro, Coparck en Das Pop. 8WEEKLY beoordeelde het aanbod van de verschillende podia.

deBevlieging

~

Het Rotterdamse experimentele dansduo Drillem won vorig jaar de finale Dance van De Grote Prijs van Nederland. Hun muziek klinkt als een harde technovariant van Moloko. Op het podium gebruiken zij allerlei huishoudelijke apparaten als instrument, zoals een föhn en een boormachine. Het podiumbeeld wordt compleet gemaakt met de kleding en de mooie videobeelden en visuals.

Voicst gaat als een trein. Van redelijk onbekend indiebandje uit Amsterdam tot voorprogramma van Julliet Lewis and the Licks en Presidents of the United States of America. Hun springerige rock noemen ze zelf “ADHD-rock”, en ja, dat is eigenlijk ook de perfecte omschrijving. De energie spat van de band af en de muziek springt vrolijk alle kanten op. De drie mannen hebben een aanstekelijke chemie en staan garant voor een uurtje lekker dansen en meegillen.

deBekroning

~

Beef viel in voor Relax en dat was toch wel jammer. Terwijl Relax er vaak een echt feestje van weet te maken, bleef het bij Beef ditmaal toch wat obligaat met de handen zwaaien. De band straalde weinig interesse uit en leek hun eigen muziek een beetje moe te zijn. En dit terwijl hun funky reggaesound juist zo lekker kan zijn op een festival. Jammer, graag wat meer enthousiasme jongens.

De zelfverzekerde ‘sexjunkie’ Stijn is momenteel één van de grootste muzikale talenten van onze zuiderburen. Stijn maakt zwoele elektronische muziek, vol met vreemde melodietjes en rare loopjes. Hij speelt vol enthousiasme op zijn drumcomputers, mengtafels, synths en samplers. Hij zingt in zowel Vlaams, Frans als Engels, maar een Duitse aria is hem ook niet vreemd. Leuk, fris, fruitig, wat wil je nog meer?

Das Pop is één van de meer gevestigde namen op deBeschaving. Deze Belgische mannen wonnen al jaren geleden de Humo Rock Ralley en timmeren sindsdien lekker aan de weg, met muziek die zwiert van jaren tachtig- naar Britpop en van easy tune naar electro. Een beetje camp, een beetje pulp en lekker Belgisch hip. Helaas houden ze dit trucje nu al jaren vol en begint het nu toch wel een beetje te vervelen. De frisheid is er wel af. De kunst en kitsch van Das Pop voelt opeens koud aan. Een beetje meer hart en een beetje minder computersound zou de band goed doen.

deBeleving

De uitbundige band Coparck speelde een strakke en boeiende set. De hese zang van de frontman wordt goed ondersteund door de staande bas en het strakke ritme van de drummer. De mannen hebben er zichtbaar zin in. Ze bouwen langzaam een muur van melodieën op, van ingetogen klanken tot een gelaagd geluid van noise, triphop en drumbeats. Spannend.

deBelofte

~

Singer/songwriter Harold K komt uit Utrecht en won daar vorig jaar het Geheim van Utrecht. Zijn liedjes zijn gezongen in het Twents en doorspekt met wrange humor en weemoed. Zijn teksten staan vol met goede vondsten en de muziek is geïnspireerd door Americana. In de toekomst zullen we hem nog veel tegenkomen in het pop- en muziekcafé circuit.

Pianoman Phinx doet erg denken aan een jonge Billy Joel. Deze winnaar van Mooie Noten en het Geheim van Utrecht 2004 speelt een mix van ragtime, jazz, soul en pop, met lekker veel enthousiasme en een zekere bravoure. Hij gebruikt veel goede stembuigingen en zijn stem is helder en toonvast. Veelbelovend inderdaad.

deBestuiving

Het podium deBestuiving opende met een film uit Bosnië-Herzegovina genaamd Fuse (Gori Vatra) van Pjer Zalica. Fuse is een tragikomedie over het leven in een na-oorlogsgebied. Hoewel de oorlog op papier al een tijdje voorbij is leeft deze nog volop in de hoofden van de mensen. Kroaten en Serviërs hebben de grootste moeite hun vriendschappen van voor de oorlog weer op te pakken, het land wordt verscheurd door oude haat en nieuwe corruptie. Fuse is een perfect exponent van de tragikomedie. Op soms hilarische wijze worden de gruwelen van een verscheurde natie in beeld gebracht. Dit lont ontsteekt je gedachten.

~

De Utrechtse schrijver, dichter, journalist en columnist Ingmar Heytze was de eerste live act op het podium van deBestuiving. Om niet meteen in z’n eentje deze ontgroening op zich te nemen liet hij zich vergezellen door theatersportgezelschap D.O.M. Zij zorgden voor de visuele inkleding van de door Heytze voorgedragen poëzie en prozateksten. Een sterke combinatie zolang de visuele weergave door D.O.M naadloos aansloot op de teksten van Heytze. Wanneer deze weergave de teksten echter niet letterlijk volgde, leidde het juist erg af van de inhoud van de tekst.

De Eerste Steen theater speelde een bewerking van Romeo and Juliet. Dat dit al vele malen eerder gedaan werd, heeft hen er niet van weerhouden en nieuwe variatie op het thema te brengen. Helaas is de variant De liefde van R & J niet echt boeiend te noemen. Er ontstaat een liefde tussen een zangeres genaamd Zangeres en een roadie genaamd Roadie. De zangeres zingt en de roadie luistert en zwabbert het podium. Het leukste aan het stuk is het feit dat de zangeres ook daadwerkelijk zingt. Helaas komen niet alle liedjes even zuiver uit haar keel, maar over het algemeen vormen zij de meest vermakelijke elementen van het stuk. Verder wisselen domme rijmpjes en quasi-intelligente overpeinzingen van de roadie elkaar af. De liefde voor Shakespeare is weer even bekoeld.

~

De Dansende dichters zijn een voorbeeld van een vlag die de lading niet dekt. Door de naam op het verkeerde been gezet, heb je dan ook vooraf verkeerde verwachtingen van dit duo. De Dansende dichters zijn eerder de Zingende dichters. En de vreemde bewegingen die deze twee heren af en toe op het podium tentoonspreiden hebben weinig tot niets met dans te maken. Naast de misleidende term ‘dansend’ is ook de term ‘dichter’ niet echt accuraat. Hoewel de heren tussen hun liedjes door bepaalde teksten opzeggen, kun je die nauwelijks als volwaardige gedichten zien. Het is allemaal net iets te makkelijk, de ware diepgang ontbreekt. Het beste zijn gewoonweg de liedjes. Gelukkig lijken de dichters dat zelf ook te beseffen: het merendeel van hun programma bestaat hieruit.

Nadat halverwege het programma een selectie van de beste filmpjes van het Holland Animation Film Festival vertoond werd, volgde later op de avond weer zo’n animatiepareltje. Dit keer in de vorm van de bijna een uur durende veelbekroonde animatiefilm The adventures of Tom Thumb. Tom Thumb is op zichzelf al zeker de moeite waard. Op een festival als deBeschaving is het een extra cadeautje.

deBeproeving

~

De grote Poetry in Motion Show, die als slotact van deBeproeving fungeerde, is een belevenis op zich. De combinatie van dans, muziek, film en poëzie is een multimediaal dompelbad. Helaas was niet iedereen daarvan gecharmeerd, want de toch al niet volle tent deBeproeving liep langzaam leeg, Wellicht dat de late programmering (21:15 uur) daar debet aan was, want GpiMS houdt je van begin tot eind geboeid. De soms haast bombastische muziek dreunt op de kadans van de gedichten door je hele lijf. Je wordt één met het gedicht, terwijl de danseressen zich tussen tekst en muziek heen kronkelen. Een uur lang poëzie kan normaliter een hele uitdaging zijn, maar nu had het best nog een uur mogen duren.

Breed publiek

~

Vervelen is niet nodig op het festival, want er is van alles te doen. Zo kun je rondsnuffelen op het festivalmarktje, je spieren laten verwennen in een massagestoel, je aura laten lezen, kijken naar straattheater, de lovedoctor consulteren, een bad nemen in de Badenflat, boxen met de boxing machine, meedoen aan een popquiz of lekker loungen met een cocktail. Maar absolute hoogtepunt is toch wel Lejo. Lejo is onder andere bekend van Sesamstraat, maar ook live is hij geweldig. Zowel volwassenen als kinderen zitten ademloos naar zijn voorstelling te kijken en worden meegezogen in zijn wereld. Mooi is ook dat Lejo zich niets van zijn sterstatus lijkt aan te trekken. En dat siert hem.

Sympathieke kleinschaligheid

DeBeschaving moet steeds meer een festival met landelijke uitstraling worden, en op den duur uitgroeien tot een meerdaags festival inclusief camping. Het is te hopen dat hiermee het festival niet haar sympathieke kleinschaligheid verliest. Het moet wel klein, gezellig en vooral ook laagdrempelig blijven, zodat veel mensen van allerlei achtergronden met verschillende kunstdisciplines in aanraking kunnen komen.

Muziek / Album

Beter dan verwacht

recensie: IOS - 4

Als je niet van Van Dik Hout-gezwets houdt, dan is IsOokSchitterend (IOS) ook niet echt schitterend. Het was een vooroordeel waar ik jarenlang mee geleefd heb. Ik zeg met recht geleefd heb, want sinds het beluisteren van de vierde IOS-cd 4, is mijn mening over de tweede band veranderd. Als je Bløf, De Dijk of bijvoorbeeld Holsappel leuk vindt, dan kan je IOS ook zeker waarderen.

~

Joost Marsman is een zanger met zo’n typisch zanggeluid. Je weet wel, zo’n zangkunstje waar je van houdt of een stem die je haat. Eerlijkheidshalve behoorde ik tot de laatste categorie en vond IOS-werk dus ook nooit zo interessant. Het kabbelde mij te veel, het raakte me te weinig. Te veel, te rustige, te saaie liedjes. En tekstueel was het mijns inziens ook niet echt uitdagend. Maar de nieuwe, 4, is afwisselender dan voorheen. Met meer bezieling gespeeld (mag ik dat zeggen?). Minder kabbelend. Minder platte, ééndimensionale ballade-draken. Het moet gezegd: chapeau voor de songschrijvers. Én, minstens zo relevant, Marsman verkent z’n zanggrenzen (jawel!). Er zijn her en der zelfs aanstekelijke koortjes te horen.

Gevarieerder, frisser en gedurfder

Wat dit alles concreet voor de toonzetting van deze recensie betekent? Veel. Want allereerst is die zang bepalend voor de houdbaarheidsdatum die deze band voor mij heeft. Die zang trek ik op dit vierde album best. En dan vervagen vooroordelen. Dan word je soms aangenaam verrast. Mag ik hierbij een eervolle vermelding uitreiken voor de (super-)single Hoe Het Voelt? ‘Hallo, Bløf-nummer!’ zullen andere critici dan uitspreken. Maar wél een verdomd goed Bløf-nummer, zegt de liefhebber dan. Over Bløf-nummers gesproken, Hier Zijn is er ook zo één. Beter goed gejat dan slecht zelf verzonnen, toch? Slowmotion en Bijna Vanzelf zijn ook erg goede composities. Ik moet me hierbij dus afvragen: is IOS wellicht zo’n band die in de loop der jaren stilletjes opgeklommen is naar de hogere regionen van Nederlandstalige rockmuziek? Misschien wel. Want over het algemeen wordt er op 4 namelijk ook nog eens veel gevarieerder, frisser en gedurfder gemusiceerd.

Geen slechte stek

Her en der is het tekstueel niet van hoogstaand niveau, maar je kan best concluderen dat de Groningse band hier een goede plaat afgeleverd heeft waar menig Nederpopliefhebber zeker plezier aan beleeft. Vooral de ruigere, meer diverse nummers (mét opbouw, mét rockexplosies) beklijven. Echter, als de band weer vervalt in de studentikoze Voltooid Verleden Tijd-ballades, dan haak ik af. Wat, daar? Juist, daar wordt er niet tot nauwelijks verrast. Daar worden zanggrenzen niet verkend en verlegd. Daar zijn er kortom al vijftien van in een dozijn. En helaas, dán staat IOS gewoon weer op plaatsje 14. Maar in alle andere gevallen zou het inderdaad maar eens zo kunnen zijn dat de titel van de nieuwe IOS-plaat staat voor de plek die deze band momenteel bezet binnen het Nederlandstalige bandjescircuit. En dat is helemaal geen slechte stek, dunkt me.

Film / Films

Flauwe grappen in Amsterdam

recensie: Deuce Bigalow: European Gigolo

Rob Schneider speelde in 1999 in Deuce Bigalow: Male Gigolo, een film vol platte grappen over de avonturen van een gigolo. Met een opbrengst van 100 miljoen dollar scoorde de film goed aan de kassa en een tweede deel lag voor de hand. Na zes jaar is er nu Deuce Bigalow: European Gigolo. Een film vol platte grappen, jawel, die waarschijnlijk opnieuw een goede omzet zal maken. Deuce Bigalow komt in dit vervolg zijn oude maatje T.J. Hicks te hulp, die in Amsterdam in moeilijkheden is geraakt. De twee beleven avonturen in coffeeshops en de peeskamertjes van hoeren. De film is smakeloos en in bijna geen enkele scène grappig. Regisseur Mike Bigelow is er in geslaagd om een nog slechtere film te maken dan de ranzigheid uit 1999. Bij voldoende opbrengst komt dat derde deel er ongetwijfeld ook.

~

In de eerste scènes veroorzaakt Deuce in zijn woonplaats incidenten met een uitvinding waar hij al tien jaar aan werkt. Het gevolg van zijn experimenten is dat een groep bejaarde blinde duikers in de problemen komt. Een telefoontje van zijn vriend T.J. Hicks vanuit Amsterdam komt precies op tijd. T.J. is betrokken geraakt bij een moord en kan de steun van zijn oude vriend gebruiken. Aanvankelijk aarzelt Deuce. Hij rouwt nog om zijn zes jaar geleden overleden vrouw. Deuce vertrekt toch en zeult als aandenken een prothesebeen mee het vliegtuig in(!). In Amsterdam worden meer moorden gepleegd op mannelijke prostituees en T.J. blijkt telkens op de plaats van de moord gesignaleerd te worden. Dit verhaal is een kapstok om grappen over coffeeshops, hoeren, toeristen en Amsterdam aan op te hangen.

Amsterdam

In Deuce Bigalow: European Gigolo is Amsterdam een stad waar ‘prosti-dudes’, mannelijke prostituees, gemakkelijk aan geld komen, waar elke ingezetene continu stoned is en waar de politie alles oogluikend toelaat. Er wordt op 45 locaties in de hoofdstad gefilmd; natuurlijk zijn veel van deze plekken in de rosse buurt. Voor de bioscoopbezoekers is het leuk om deze plekken te herkennen. Er spelen veel Nederlandse figuranten mee, een ander aantrekkelijk aspect van de film. Bezoekers van de film kunnen haast een wedstrijdje spelen om zoveel mogelijk acteurs en actrices uit de tegenwoordige sterblokken herkennen.

Drie diepteputen

~

De Nederlandse sterren in de nieuwe ‘Bigalow’ spelen een rol in enkele dieptepunten van de film. Zo is Daan Schuurmans lid van het gigolo-gezelschap, en heeft hij zelfs wat regels tekst in de film. Hij mag het gereedschap van een van de bestuursleden vragen: een uit de gulp getoverde courgette. Daan is als ‘prosti-dude’ natuurlijk verguld met het presentje. Schuurmans kan na de Nederlandse soaps en de volkomen geflopte Floris weer een regeltje toevoegen aan zijn c.v. Tweede dieptepunt: Chantal Janzen werkt als pornoster op een filmset. Voor haar deur wachten een compleet voetbalelftal, een dwerg, en een ezel sluit de rij. Waarschijnlijk de eerste ezel op haar c.v. Als derde verdwaalde ster speelt Jeroen Krabbé een oude, grijze, en met een behoorlijke onderkin gesierde rechercheur, die leiding geeft aan het onderzoek naar de moorden. Een man vol frustraties, die een ongelukje blijkt te hebben gehad met zijn eigen zwellichaampjes.

Gebrom

Tijdens de persvoorstelling werd niet een keer voluit gelachen. Er was slechts één moment waarop er een goedkeurend gebrom door de zaal ging. De rechercheur (Krabbé) vertelt over het ongelukje tijdens zijn opleiding binnen de Gigolo Academie. Hij besluit zijn verhaal met de historische zin: “My penis exploded.” Bij deze scène werd er voor de eerste en enige keer gegniffeld. In Amerika is het motto van Deuce Bigalow: European Gigolo: “A new ho, a new lo“. Meer passend bij deze film is echter “A new Deuce Bigalow, a new low“.

Film / Films

Amerikaanse sfeerfilm

recensie: Undertow

De klassiek-Amerikaanse thriller Undertow vertelt het verhaal van twee broertjes die in het platteland van Georgia op de vlucht slaan. Het ontbreekt aan plot, psychologie en diepgang, maar een combinatie van broeierige stemming, snijdende, geloofwaardige spanning en uitstekend acteerwerk maken van deze technisch vakkundige film een boeiend sfeerbeeld.

~

De weduwnaar John Munn (Dermot Mulroney uit About Schmidt) woont met zijn twee zoons Tim en Chris (een wonderbaarlijke rol van de Britse Jamie Bell uit Billy Elliot) op een boerderij in het zuidelijke Georgia. Hij moet de baldadige Chris geregeld van het politiebureau ophalen, terwijl zijn jongste zoon Tim aan een eetstoornis lijdt. Ondanks alle problemen weet het drietal zich staande te houden, maar wanneer plotseling Johns broer Deel (Josh Lucas) op bezoek komt en een paar familiegeheimen uit te doeken doet, lopen de spanningen hoog op. Voordat ze er erg in hebben zijn Chris en Tim al op de vlucht geslagen, en het grootste gedeelte van de film beslaat hun zwerftocht langs boerderijen, door bossen en primitieve dorpjes.

IJzingwekkend

~

Waar de eenvoudige plot geen verrassingen of spanning biedt, is het de stemming die de film draagt en de moeite waard weet te maken, en die voor een vaak ijzingwekkende spanning zorgt. De zomerse southern gothic van het boerenlandschap van Georgia is in gedetailleerde cameravoering prachtig gefotografeerd. Die eigenzinnige stijl en de curieuze, idiosyncratische editing, met veel freeze frames en zelfs kleureninversie doet aan de gloriedagen van de cinema (en TV) van Hollywood herinneren – ongetwijfeld speelt de invloed van producent Terrence Malick (Badlands, The Thin Red Line) hier een rol. De buitengewone muziek van Philip Glass draagt ook zijn steentje bij, en het eersteklas acteerwerk maakt het beeld van een stijlvaste sfeerfilm compleet. De doorgaans zo charismatische Josh Lucas (American Psycho, Sweet Home Alabama) speelt een karikaturale boeman, maar doet dat wel overtuigend. Jamie Bell is hard op weg naar een grootse acteercarrière, want zijn vertolking van de volamerikaanse boerenjongen Chris is nagenoeg perfect.

Amerikaans

In een film die het moet hebben van precisie en bewuste beeldvorming tref je veel schitterend subtiele elementen aan. In een vroege, gruwelijke scène stapt Chris met blote voet in een spijker. Tim kan zijn eten niet binnenhouden maar zit rustig van een pot verf te snoepen. Chris geeft met kleine gebaren blijk van een grote liefde voor zijn broertje, en zulke aandacht voor details maakt veel goed waar een sterke karakterisering ontbreekt. En ondanks de Amerikaanse conventies van een overbodige voice-over en een huichelachtig einde, geeft Undertow een indringend en geheel overtuigend sfeerbeeld dat zijn eigen zwakheden in verhaal en psychologie weet te overwinnen. Een sterke, ouderwets Amerikaanse film zoals ze daar niet vaak meer gemaakt worden.

Boeken / Fictie

De kracht van de haiku

recensie: Bart Koubaa - Lucht

.

Dat is het gegeven van Bart Koubaa’s tweede roman Lucht. In een afgemeten schrijfstijl verhaalt de Vlaamse auteur over vertaler/dichter Yamamoto. Deze heeft zich teruggetrokken aan de voet van een berg die de Grote Boeddha genoemd wordt. Daar zoekt hij die zeventien lettergrepen die samen de haiku vormen die de gehele kosmos weet te vatten.

Als die ene zin alles kon vastleggen wat er ooit gedacht, gezegd en geschreven was en wat er nog gedacht, gezegd en geschreven kon worden, zouden zijn verleden en zijn toekomst door de natuurlijke bewegingen van zijn penseel in rook opgaan.

Destructief karakter

Ziehier het destructieve karakter van de taal, die evenwel in dit geval een louterende werking heeft. Als Kudo Yamamoto vervolgens in de daaropvolgende periode heel nadrukkelijk ‘niets’ schrijft, betekent het niet dat hij niet op de goede weg is. Yamamoto is voornamelijk bezig met het maken van een boekenkast voor zijn enorme verzameling aan Westerse literatuur, of met het herhaaldelijk plakken van de banden van zijn fiets waarmee hij telkenmale in een spijker rijdt.

In die bezigheden schuilt de ware poëzie, zegt Yamamoto. Volgens een visser die hij spreekt hangen de gedichten aan de bomen. Zelf vindt hij woorden wanneer hij een kikker in een vijver hoort plonzen. Om werkelijk goed te dichten moet hij leren zwaardvechten, vindt Yamamoto. Hij kalligrafeert met het zwaard dat hij erfde van zijn voorouders, allen samoerai, letters in de lucht. Volgens de bewegingen van de zwaluw. De echte poëzie schuilt kortom bovenal in het níet schrijven. “Mijn gedicht is een bloesem”, zegt hij. De bloesem die gedurende het hele boek door de lentelucht wordt verspreid.

Leeg en functioneel

Kudo Yamamoto zelf is vooral een robot. Hij wil zo leeg en functioneel zijn als zijn eigen vogelverschrikker. Op een opmerkelijke wijze wordt aan zijn wens voldaan: Yamamoto verliest in rap tempo veel gewicht, en is na verloop van tijd zelfs niet meer onderhevig aan de wet van de zwaartekracht. Met een woordenboek om zijn lichaam gebonden houdt hij zichzelf op de grond. Yamamoto heeft iets te veel lucht cq. poëzie ingeademd. Het wachten is vervolgens op het moment dat hij leegloopt als één van zijn fietsbanden.

Lucht is géén lofzang op zen of Japan, maar met zijn blik op de taal gericht een intrigerende postmoderne roman, in de traditie van Willem Brakman. Er wordt een wereld opgevoerd die geheel bestaat uit lucht, en die toch meer is dan dat alleen. De talige werkelijkheid van “dichter zonder gedichten” Kudo Yamamoto is een luchtkasteel. Dan hebben we het echter over een luchtkasteel waarin een grote schat verborgen is: de gouden munten van feit en fictie. Koubaa heeft er zijn eigen zoektocht naar gestart.

Muziek / Album

Bubblegumwave

recensie: Editors - The Back Room

Begin dit jaar wist het uit Birmingham afkomstige Editors in de schaduw van de Kaiser Chiefs al de nodige indruk te maken op het Amsterdamse London Calling festival. Op dat moment was hun debuutalbum nog niet verschenen. Het toonaangevende Britse NME magazine sprak onlangs lovend over The Back Room. Met name de huidige single Munich kon rekenen op veel sympathie: “Munich packs more urgency, passion, hooks and power into its short life than many bands manage over a whole album.” Relativeringsvermogen is bladen als Q en NME over het algemeen vreemd, maar in dit geval hebben die verdraaide Engelsen het misschien toch bij het juiste eind. Ook onze eigen OOR oordeelde inmiddels in superlatieven. Voor 8WEEKLY de hoogste tijd om The Back Room aan een luistertest te onderwerpen.

~

Net als het gros van de hedendaagse new wave/postpunk bands lijken Editors – bestaande uit zanger/gitarist Tom Smith, gitarist Chris Urbanowisz, bassist Russel Leetch en drummer Ed Lay – vooral te zijn geïnspireerd door de jaren ’80 new wave van Joy Division, The Chameleons, Echo and The Bunnymen en The Smiths, terwijl ook popiconen als U2 en REM en een jonge band als Elbow (Fall) doorklinken. Des te opmerkelijker dat Smith recent in een interview met OOR heeft verklaard niet zo veel te hebben met Joy Division en Echo and The Bunnymen. Nadat ik The Back Room een aantal keren heb beluisterd, geloof ik er geen donder meer van! De galmende gitaren doen mij vooral denken aan U2 (Bullets) en geestverwant Interpol – wiens muziek toch beslist iets meer diepgang heeft -, terwijl Tom Smiths monotone bariton Joy Division frontman/beroepspessimist Ian Curtis in herinnering roept. Gelukkig komt REM-zanger Michael Stipe af en toe langs (Lights) om te zien of er niet te veel wordt gezwolgen in ellende. Tekstueel gezien blijft Smith behoorlijk op de vlakte. Zijn schrijfstijl is vrij klinisch en laat weinig ruimte voor emotie. Daardoor krijg je maar moeilijk een idee waarover hij precies verhaalt.

Zwaar overtrokken

Ondanks de prima referentiebronnen klinkt The Back Room toch wat eentonig. De urgency waar NME het over heeft, haal ik er niet uit. Daarvoor mikt The Back Room naar mijn gevoel te veel op een jong poppubliek. De duistere sfeer van weleer lijkt te zijn verworden tot marketinginstrument. Als kind van de jaren tachtig stuit dat mij tegen de borst! De term ‘bubblegumwave‘ zou de lading uitstekend dekken. Slechts een handjevol songs weet daadwerkelijk te bekoren (Munich, Blood, All Sparks en Bullets). De rest is albumvulling. Wat mij betreft is de hype zwaar overtrokken.

Boeken

Toegewijde biograaf

recensie: Tom Mes - Iron Man: the cinema of Shinya Tsukamoto

Tot voor kort waren er over Aziatische films alleen ijverig samengestelde, maar hulpeloos geschreven werkjes van fans van Oosterse genrefilms óf ontoegankelijke wetenschappelijke studies beschikbaar. Nu de Aziatische cinema bij het grote publiek en de critici aan populariteit heeft gewonnen, is er wat meer ruimte voor nuance tussen vakliteratuur en lectuur. Tom Mes, een Nederlandse auteur, heeft eigenhandig een studie van de baanbrekende regisseur Shinya Tsukamoto (onder andere Tetsuo, Gemini, A Snake of June) samengesteld. Het boek is even prettig leesbaar als informatief geworden. Als eerste en voorlopig enig westerse boek over de cultfilmer is het bovendien een uiterst waardevolle bron van informatie, aangevuld met een schat aan fotomateriaal.

~

Iron Man is opgedeeld in drie delen: een biografisch hoofdstuk, een lijvig hoofdstuk over iedere film die Tsukamoto regisseerde, en een aantal korte hoofdstukken over zijn acteerprestaties. De biografie legt de nadruk op de filmexperimenten uit Tsukamoto’s tienerjaren, zijn vroege korte films en zijn werk in obscure theaterproducties. Het filmgedeelte bevat een uitputtend deel over de totstandkoming en receptie van iedere film, een droge analyse van de vorm en inhoud, en een kort commentaar van de regisseur zelf.

Biografie

Het biografische deel is uiterst interessant en geeft een zeer waardevol inzicht in Tsukamoto’s motieven en thema’s. De filmanalyses uit het tweede deel zijn degelijk, terwijl de inleiding bij iedere film de meest waardevolle bron van informatie vormt. Tsukamoto’s biografie geldt daarin als rode draad: iedere film wordt niet alleen in de het kader van de Japanse cinema geplaatst, maar ook in de context van in zijn persoonlijke leven. Tsukamoto’s eigen korte commentaar op zijn films klinkt interessanter dan het is en vormt in feite een nutteloze toevoeging, temeer omdat Mes Tsukamoto in de rest van het boek al zoveel laat vertellen. De laatste hoofdstukken, ofwel het derde deel, en het nawoord vormen een redelijke afsluiting met relevant feitenmateriaal.

Gaandeweg wordt wel duidelijk hoe belangrijk Tsukamoto’s oeuvre is geweest voor het gezicht van de ‘alternatieve’ Japanse film in het buitenland, en hoe bijzonder zijn positie als onafhankelijk filmmaker is. Desondanks moet Tsukamoto nog steeds bijklussen als voice-over voor TV en radio om zijn films te kunnen financieren, en behoudt hij slechts met de grootst mogelijke moeite alle controle over zijn films. Het was al bekend dat die films stuk voor stuk bijzonder zijn (zelfs het verguisde Hiruko the Goblin), een van de de verdiensten van Mes bestaat er echter uit dat hij nog even haarfijn uitlegt waarom ze dit zijn. Iron Man is het eerste boek dat buiten Azië over Tsukamoto verschenen is. Alleen al om die reden is het boek waardevol als primaire bron van informatie over deze eigenzinnige filmauteur.

Curieus boek

Een ander voordeel van Iron Man is dat Mes vrijelijk over alle relevante informatie kon beschikken: Tsukamoto zelf heeft de schrijver voorzien van veel openhartige autobiografische en zelfreflecterende informatie, en bovendien van persoonlijk beeldmateriaal (variërend van jeugdkiekjes tot setfoto’s). Dit maakt van Iron Man een curieus boek: enerzijds is het een compleet naslagwerk en een beschouwende studie (Mes laat zich bijna nergens tot kritiek verleiden), anderzijds een persoonlijke en filmische biografie. Wonderlijk genoeg werkt deze combinatie meestal uitstekend: Mes weet het midden te houden tussen een droge, academische studie en een intieme biografie, en schreef een boek dat niet alleen alles omvat dat iemand over de Japanse regisseur te weten zou willen komen, maar dat ook zeer uitgebreide achtergrondinformatie biedt. Deze is niet alleen van de regisseur zelf afkomstig, maar ook van zijn broer, van een aantal productiemedewerkers en van enkele acteurs die stuk voor stuk uitgebreid aan het woord komen.

~

Obsessief

De Nederlander Tom Mes heeft zich in betrekkelijk korte tijd ontwikkeld tot een autoriteit op het gebied van (moderne) Japanse cinema. Hij beheert de uitstekende website Midnight Eye, en schrijft sinds een paar jaar lijvige boekwerken over kopstukken van de hedendaagse Japanse filmwereld. Zijn vorige boek, Agitator: the cinema of Takashi Miike, was een uitputtende studie van Miikes enorme filmcorpus. Shinya Tsukamoto’s oeuvre is echter veel kleiner (de man maakte naast het beruchte Tetsuo-tweeluik slechts zes films, waarvan Vital het laatste wapenfeit is), zodat Iron Man een lichter te verteren boekwerk werd. De acht films lenen zich beter voor thematische vergelijkingen en komen de overzichtelijkheid van het boek alleen maar ten goede.

Mes is wederom obsessief wat betreft details en feitjes, maar over het algemeen vermindert dat de leesbaarheid van het boek nauwelijks. Soms wijdt hij teveel uit en had informatie beter in het notenapparaat opgenomen kunnen worden, maar zijn monnikenwerk is ook een aspect dat Iron Man tot zo’n waardevol boek maakt. De auteur toont bovendien, net als in zijn vorige boek, een imposante hoeveelheid inzicht en kennis: iedere film wordt op heldere en overtuigende wijze in de juiste context geplaatst en thematisch onderzocht. Een auteur die eigenhandig meer informatie over zijn onderwerp had kunnen vergaren is niet denkbaar. Kleine kanttekeningen kunnen geplaatst worden bij de (amateuristische) vormgeving die soms afbreuk doet aan het uitstekende en omvangrijke beeldmateriaal, en bij een zinloos voorwoord van de hand van Miike Takashi. De ons-kent-ons-indruk van de filmmakers enerzijds en de auteur anderzijds wordt daardoor versterkt, wat het boek niet ten goede komt. Ondanks zulke minpuntjes had Tsukamoto zich geen betere en meer toegewijde biograaf en commentator kunnen wensen.

Iron man is rechtstreeks te bestellen bij FAB press.

Boeken / Fictie

Harry Potter voor insiders

recensie: Harry Potter and the Half-Blood Prince/ Harry Potter en de halfbloed prins

De officiële uitreiking van de nieuwe Harry Potter vond plaats in het kasteel van Edinburgh. Een select groepje kinderen en de enthousiaste beheerders van de twee meest succesvolle fansites ontvingen, klokslag middernacht, het boek uit handen van J.K. Rowling zelf. Overal ter wereld konden gewone stervelingen het boek op datzelfde tijdstip aanschaffen, zodat ze er die nacht direct in konden beginnen.

In de vroege uurtjes, na een nacht stug doorlezen, mochten de volwassenen de schrijfster interviewen. Ze vroegen haar of ze na boek 7 nog een boek over Harry Potter zou schrijven:

The most likely thing, I’ve said this a few times before, would be an encyclopaedia in which I could have fun with the minor characters and I could give the definitive biography of all the characters.

J.K. Rowling heeft thuis namelijk dozen vol background story, met onder andere de favoriete kleuren van de hoofdpersonen en de vorm van Rons patronus: een Jack Russell.

Niet alleen voor fanatici

~

Zo’n encyclopedie is niet alleen leuk voor fanatici, hij is inmiddels wel haast noodzakelijk om het verhaal te kunnen blijven volgen. J.K. Rowling neemt aan dat haar lezers de toverwereld nu wel goed genoeg kennen om het zonder uitleg te kunnen stellen. Twee jaar is echter een lange tijd om een Profetie woord voor woord te onthouden, laat staan de vertakkingen van Sirius’ stamboom of de precieze werking van het pensieve! Het valt daarom aan te raden eerst boek 5 nog een keer te lezen, voordat je aan boek 6 begint.

Fudge

Desondanks leest Harry Potter and the Half-Blood Prince snel weg. Het is vlot en beeldend geschreven, waardoor het verhaal zich voor je ogen afspeelt. Dit geldt zeker voor de openingsscène op Nr. 10 Downing Street, waar de Engelse Prime Minister en Minister for Magic, Cornelius Fudge, overleg plegen. In de vorige boeken is Fudge (niet alleen het Engelse woord voor toffee, maar ook een werkwoord dat betekent ‘vaag, onduidelijk en onhandig bezig zijn’) neergezet als een typische bazige bureaucraat. Hier blijkt dat de Muggle Minister niet veel beter is, want: ‘It was precisely this sort of behaviour that made him dislike Fudge’s visits so much. He was, after all, the Prime Minister, and did not appreciate being made to feel like an ignorant schoolboy.’

Terroristisch gevaar

Het probleem is echter zo groot dat beide Ministers over hun ego moeten stappen, want Voldemorts activiteiten zijn niet meer te verbergen voor de Muggle-wereld. De problemen in de wereld van Harry Potter doen denken aan het huidige, terroristische gevaar. J.K. Rowling was oorspronkelijk van plan op het kasteel in Edinburgh het eerste hoofdstuk voor te lezen, maar na de aanslagen van 7 juli in Londen, vond ze een verhaal over een massale Muggle-moord ongepast. In plaats daarvan las ze Harry’s bezoek aan de grappenwinkel van Fred en George Weasley voor, misschien wel het beste (en zeker het inventiefste) hoofdstuk van het hele boek.

Post 9/11?

Dit is echter geen Harry Potter post-9/11. J.K. Rowling heeft eerst het hele plot van de serie bedacht en is daarna pas gaan schrijven. Dit is ook duidelijk te merken in de ontwikkeling van de boeken. Langzaam maar zeker wordt er toegewerkt naar een climax, en worden alle puzzelstukjes in stelling gebracht om in boek 7 naadloos op hun plek te vallen. Nadat in de vorige boeken Harry’s leven uit de doeken werd gedaan, pluizen hij en Dumbledore in deze aflevering het verleden van Voldemort uit. Zij hopen hier de sleutel tot zijn ondergang te vinden.

Tijd voor het eindspel

Boek 6 en 7, heeft Rowling al eens laten vallen, vormen sámen het sluitstuk van de serie. Dat is te merken. Harry Potter and the Half-Blood Prince is niet de spannendste Harry Potter, maar is wel een noodzakelijk onderdeel in de compositie. Nog één keer wordt alles op een rijtje gezet, nog één keer gaat Harry naar Hogwarts om daar te leren wat hij zal moeten weten om zijn – zelfgekozen – lot te vervullen. De informatiedichtheid is hoog, maar gelukkig wordt dat afgewisseld met romantische interludes, goede Fred en George grappen en de allerlaatste Quidditch-wedstrijd. Alle kaarten liggen nu op tafel, het is tijd voor het echte eindspel: boek 7.

De Nederlandse vertaling van Harry Potter and the Half-Blood Prince (Harry Potter en de halfbloed prins) is op 19 november bij uitgeverij De Harmonie verschenen.

J.K. Rowling • Harry Potter and the Half-Blood Prince • Uitgever: Bloomsbury (import: Penguin Benelux) • Prijs: € 22,50 (gebonden) • 607 bladzijden • ISBN 0747581088

Nederlandse vertaling: J.K. Rowling • Harry Potter en de halfbloed prins • Vertaling: Wiebe Buddingh • Uitgever: De Harmonie • Prijs € 19,50 (paperback) • 528 bladzijden • ISBN 9061697662

Theater / Achtergrond
special: Verslag van de Parade in Amsterdam 2005

Nog meer verleidingen en verrassingen

De tenten zijn afgebroken, er wordt niet meer verleid en de prijzen zijn uitgereikt: de jubilerende Parade is ten einde. De Mus, de prijs voor de beste Paradevoorstelling van de zomer, ging naar Wortal Combat II van PIPS:lab (zie recensie hieronder). De makers van de Synestheseur ontvingen de prijs voor de beste (voor)parade voor hun voorstelling Freak, die wij in Rotterdam zagen. Dan was er ook nog de publieksprijs van de Volkskrant, de Veer, die gewonnen is door De Levende Jukebox (zie voor recensie hieronder).

~

De organisatie van de Parade sprak van een “droomstart” in Rotterdam. Daarna waren Den Haag, Utrecht en Amsterdam aan de beurt. Het mooie weer zorgde er in de eerste weken voor dat veel mensen de weg naar het festival wisten te vinden. Maar in Amsterdam, waar doorgaans de meeste bezoekers komen, gooide het regenachtige weer roet in het eten. Hoewel het op sommige dagen nog best druk was op het terrein, bleef het bezoekersaantal flink achter bij eerdere edities. De Parade heeft deze zomer in totaal 228.00 bezoekers getrokken. Dat zijn er 19.000 minder dan vorig jaar, toen ook al veel minder mensen dan de jaren daarvoor kwamen opdagen. Desondanks was het een zeer geslaagde Parade met een heel divers en uitdagend programma.

Lees hieronder wat 8WEEKLY vond van de voorstellingen die we in Amsterdam zagen.

13 augustus

Net als gisteravond is het weer lekker druk en gezellig op de Parade. We hebben de fietsen nu geparkeerd op een herkenbare plek. Het zal me niet meer gebeuren dat ik een halfuur kwijt ben aan zoeken, vervolgens mijn fiets over die van honderd anderen moet tillen, en dan ook nog een scooter raak die zijn alarm laat schallen.

Transformers i.s.m. Eefje Benning – Kauw

Foto: Arthur Ivens.
Foto: Arthur Ivens.

“Een voorstelling met kleuren, geuren en live muziek,” belooft een jongen het publiek voor de tent van Kauw. Aan de zijkant op een podiumpje staan twee meisjes, een maakt abstracte bewegingen, de ander speelt saxofoon. Binnen is het aardedonker, op twee rode lampen na, en het ruikt naar kruidnagel en kaneel. Kauw is een voorstelling over de bekende zwarte vogel. Drie meisjes maken nestjes, fladderen rond, badderen, en zoeken stokjes. En er wordt weer een stuk saxofoonmuziek gespeeld. De goedlopende beelden hebben een rustige invloed. Maar wat we nu leren over een kauw is niet duidelijk. We zien een kauw met een spiegel, en een badderende kauw die pantysokjes uit een soort pijnboom trekt en daar schaduwdieren mee maakt op de muur. Moeten we daar een griezelig gevoel van krijgen? Moeten we denken aan een soort roofvogel die glinsterende dingen pikt en die graag in de buurt is van slangen en pijnbomen? Het is dat het stuk niet lang duurt, zodat kleuren, geuren en live muziek nog net lang genoeg blijven intrigeren, want een verhaal wordt niet verteld. (Sylvia Boonen)

Orkater – De Geräuschmacher

Foto: Ben van Duin.
Foto: Ben van Duin.

Wat een vreemde naam denk je steeds, Geräuschmacher. Is het een herrieschopper, een lawaaimaker? Ook in het begin van het stuk vraag je je nog steeds af waar het heen moet met deze titel en het stuk. Twee (erg leuke) mannen repeteren de muziek en tekst van een film. De één kaffert de ander steeds uit, wat een bekend principe is als het om twee heren gaat. Ik hoop dat het niet de hele tijd zo doorgaat. Maar de muziek klinkt lekker, een drum en een basgitaar spelen jazz. Dan komt daar nummer drie het toneel op: de Geräuschmacher. En alles rolt uit en valt op z’n plek. De twee heren maken muziek, de Geräuschmacher levert geluiden, en de beamer achter het toneel vertoont de bijbehorende film. Grappig om te zien hoe filmgeluiden kunnen worden gemaakt! Erg komisch is het moment waarop de geluidman uit zijn slof schiet, als gevolg van het gekaffer van de bassist. Hij levert een tirade in half Frans, half Italiaans, en met zijn korte lijf en vierkante snorretje doet hij als driftkikker denken aan Hitler in Der Untergang, aldus mijn gezel. Misschien moet dit ons naar die tijd verwijzen, omdat de overgang van stomme film naar geluidsfilm halverwege het interbellum plaatsvond. Hoe dan ook, de perfect uitgevoerde voorstelling die Beppie Costa, Eddie B. Wahr en Kees van der Vooren tien jaar geleden ook vertoonden, is erg vermakelijk en eindigt met een knaller. (Sylvia Boonen)

12 augustus

Donderdagavond, eindelijk weer lekker druk op de Parade! Het weer is prima, en dan is het toch een leuke plek hoor, met rond het park die topzware, groene bomen in de blauwe schemer; het kleine stukje Amsterdamse skyline erachter… Vanuit de schrijverstoren kun je ook nog mooi op het publiek uitkijken. ‘Wil ik het licht uit / tast jij toe / val ik in stukken,’ praat de stem van dichteres Vrouwkje Tuinman door een koptelefoon je oor in. De mens en zijn spelen, ook hier in deze schemer valt hij over je heen.

Tafel 9 – Losbijten

Foto: Dorinde de Tempe
Foto: Dorinde de Tempe.

Losbijten is een goede titel voor deze tapdansshow. Bijten impliceert zowel intimiteit als agressie. Dit paar daagt elkaar steeds uit, met sprongen naar elkaar toe en van elkaar weg, en opschrikkende klappen en prevelende woorden richting gezicht. Het lichaam van de één draait rond dat van de ander, en omgekeerd. Maar beide lichamen willen hun individualiteit niet verliezen. Op een toenadering moet een afwijzing volgen. Het aantrekken en afstoten biedt natuurlijk spanning en hartstocht, en is een bron van de meest bijzondere bewegingen. De tappers zijn ritmisch en met name de vrouw is mimisch sterk. Toch had het theatrale in deze show wel wat dikker mogen worden aangezet. Denk je bij een dansend paar niet altijd al aan verleidingspogingen en de spanning van het wel of niet slagen daarvan? Misschien had Tafel 9, net als Lieber Gorilla (ook op de Parade) attributen moeten gebruiken, of een grapje moeten uithalen. Nu blijft het toch vooral voetenwerk, al is het sterk voetenwerk. (Sylvia Boonen)

Bellevue Theaterproducties en Via Rudolphi – Blöd

Foto: Ben van Duin
Foto: Ben van Duin.

Deze voorstelling gaat over theater. De vijf actrices spelen leden van een koor in het theater, die terugblikken op hun ervaring bij een stuk van een Duitse regisseur. Sinds Griekse tragedies staat er een koor vooraan of onder het podium, dat gepaste geluiden en beschouwende opmerkingen maakt bij situaties in het verhaal. Tegenwoordig worden deze mensen verbannen naar een hoek of een andere onzichtbare plek. Maar goed, dit moet je als bezoeker wel weten, en al staat er buiten de tent een bord met wat informatie, er is overal zoveel te zien op het buitenterrein van de Parade dat het slecht opvalt. Een korte samenvatting van de tragiek van een koor aan het begin van het stuk was daarom handig geweest. De actrices van Via Rodolphi en Bellevue Theaterproducties zijn goed te verstaan, spelen met overgave en zingen en spreken perfect in de maat. Zo hoort het precies in zo’n koor. De zelfspot en onderlinge betrokkenheid die in de aankondiging van Blöd op de Paradesite worden genoemd zijn er, maar regisseur Gerardjan Rijnders had de vrouwen best wel iets meer met elkaar mogen laten lachen. De anekdote bijvoorbeeld hoe ze met hun maskers op, tijdens het Duitse stuk hun Fisherman’s Friends naar binnen wisten te werken, daarover hadden ze toch ook kunnen gieren van het lachen? Of ze hadden de regisseur een poets moeten bakken, destijds. Alleen maar blöd is ook maar zo blöd. (Sylvia Boonen)

11 augustus

Vandaag 8 Paradevragen aan barmedewerker Jurgen Boonen:

1. Wat doe je hier?

“Ik ben horecamedewerker en sta in de brandtoren, ook wel de schrijverstoren genoemd. Elke avond dragen schrijvers hier voor uit eigen werk.”

2. Waarom werk je op de Parade?

“Drie jaar geleden kwam ik voor het eerst op de Parade en sindsdien kom ik er elk jaar. De sfeer is aangenaam. Om daarvan te genieten en er ook nog wat aan over te houden leek me dit een goed idee.”

3. Hoe is de sfeer?
“Nu het weer zo tegenvalt is de sfeer niet optimaal, maar het blijft leuk. De meeste bezoekers zijn jong en zitten goed in hun portemonnee. Ze paraderen in mooie kleren en zijn niet bang om te uit te geven. Dat is maar beter ook, want de drank wordt hier duur betaald. Maar behalve die jonge rijken, zijn er ook ouderen en gezinnen. Het is de gemêleerdheid die de Parade maakt.”

4. Heb je zelf voorstellingen kunnen zien?
“Ja! De band loopt 42 van Orkater, Nog meer rottigheid van Van Roozendaal en de zijnen, Heute noch, verdomme! van Het Paleis voor Volksvlijt, Blondie van Ellen ten Damme en verder Spinvis en Hugo Borst in de Schrijverstoren.”

5. En?
“Ja, Orkater vond ik geweldig, het format was super. De drie acteurs deden drie a vier typetjes per man, en bespeelden ook nog eens minimaal vier instrumenten. Technisch was het stuk perfect. De optredens klonken als een klok en het beeldmateriaal, dat via een beamer werd geprojecteerd, sloot er naadloos op aan. Zelfs een plotselinge misstap door een van de acteurs bleek ingestudeerd te zijn.”
“Ook Nog meer rottigheid was goed. In plaats van ‘binnen veertig minuten de glimlach van mijn gezicht’, zoals bij Nog meer rottigheid in de vooraankondiging wordt beloofd, voelde ik vanaf vijf minuten na aanvang mijn glimlach opkomen, en die ging niet meer weg. Zelfs met een onderwerp als ‘de dood’ weten de drie heren mooi om te gaan.”
Blondie was ook een spetterende show. Als Ellen ten Damme met het nummer Atomic zou zijn begonnen was er niets op haar optreden aan te merken geweest. Nu viel ze hiermee, letterlijk, ietwat uit de toon.”
Heute noch verdomme! viel, na een positieve recensie in de NRC, nogal tegen. Hier was het format, via een televisieshow aan een spermadonor komen, nogal gekunsteld, en de hoofdrolspeelster was schreeuwerig.”

6. Komt de inwendige mens nog een beetje aan zijn trekken bij de Parade?
“Zeker wel. Met mijn etensbonnen ben ik al bij Lust, Zazoou en La Trana geweest. Vooral Lust is een aanrader. Heerlijke pasta’s en ik zag een goede vis. Bij Zazoou stel je alles zelf samen. Basis is rijst, met de keuze uit saté, vis in zoetzure saus en rundvleesmarinade. La Trana is wat duur, maar ook goed. En de klassieke burito’s natuurlijk, in de buurt van Hendrik Jan de Stuntman.”

7. Zeg, die schrijverstoren, jouw stekkie, da’s natuurlijk geen theater. Lopen daar nog wel wat mensen naar boven?
“Nou het valt een beetje tegen. Dat heeft misschien te maken met die 3,50 euro entree. Voor een schrijversvoordracht van 20 minuten is dat nogal duur. Een symbolische euro was beter geweest. En omdat het publiek een koptelefoon opkrijgt, is het voor de mensen die er een biertje komen drinken een beetje vreemd, die zitten als het ware geÏsoleerd. Verder is het een open toren waar de wind goed doorheen waait. Zonder de zon is het er nogal guur toeven.”

8. Nog iets te melden?
“Zeker wil ik noemen de voorparade van Synestheseur, waar ik vanonder de toren gezellig op uitkijk. De vrouw met de baard en de man met vier benen geven shows weg nog voordat je ze bezoekt. Dat is te gek, je hebt echt een goede binnenkomer. En de zweefmolen en de poffertjes natuurlijk, die zijn onontbeerlijk voor het Ware Paradegevoel.” (Sylvia Boonen)

10 augustus

Dit jaar zijn de weergoden helemaal niet begaan met de Parade. Rillend van de kou zitten de bezoekers op de verschillende terrasjes dicht tegen elkaar aan of verstopt onder warme truien en jassen. Het lijkt herfst. De die-hards die komen, komen puur voor de voorstellingen en niet voor de flessen rosé.

Vrienden van de dansmuziek – Blokjes kaas met mosterdgas

Foto: Joris van den Ende.
Foto: Joris van den Ende.

Wat is een typische Paradevoorstelling? Het stuk Blokjes kaas met mosterdgas duidelijk niet. Het is niet oppervlakkig, niet alleen maar lollig, en het gaat dieper dan de andere voorstellingen op het terrein. Het zet je zelfs aan tot nadenken. Want wat weet onze generatie nou van de Eerste Wereldoorlog? De vier heren en een dame van theatergezelschap Vrienden van de dansmuziek zoeken naar de mens achter de soldaten in die oorlog. Wat zijn hun drijfveren, hoe houden ze moed? De soms dieptreurige monologen worden door de cast afgewisseld met gevoelige zang. Het vijftal betrekt het publiek bij hun gedachten, hun overpeinzingen en zelfs bij de weersomstandigheden op het slagveld, want als zij in de regen moeten vechten wordt het publiek ook nat. Je volgt de soldaten vanaf het moment dat ze zich aanmelden in hun ‘land van herkomst’, tijdens het het vieren van kerstmis op het slagveld samen met de vijand, tot op het moment dat ze weer afzwaaien. En dan is het stil. Stil in hun oren en in hun hoofd. (Mariëlla Pichotte)

V.I.G. – Hypoklisma

~

Dat een bekende naam niet automatisch garant staat voor een goede voorstelling, blijkt wel uit Hypoklisma. Op sommige momenten lijkt het zelfs alsof ik naar een slechte dansvoorstelling aan het kijken ben. Raymi Sambo (Cosmic Theater, All Stars) heeft toch al het nodige op zijn naam staan, en Barry Emond (Alba Theaterhuis) is ook geen onbekende, maar zij kunnen het stuk niet redden. De voorstelling draait om een autochtoon en een asielzoeker die bij wijze van experiment bij elkaar in een cel worden gezet. Integreren is de bedoeling. Elkaar tolereren hun eindopdracht. Een actueel onderwerp waar het duo weinig uit heeft weten te halen. Het stuk kabbelt voort zonder hoogtepunt of verrassing. Zelfs de vechtscène tussen het duo is leeg. De geluidseffecten moesten het iets extra’s geven, maar hiervoor hadden ze beter een goede beatboxer kunnen vragen. Nu lopen geluid en actie soms niet synchroon. Van een conflict verwacht je dat de vlammen er vanaf spatten, maar zelfs een klein vonkje licht er niet op. Hypoklisma dooft net als een nachtkaars, langzaam. (Mariëlla Pichotte)

9 augustus

Hulde aan de paradepotten! Chemische Dixieboxen, bemodderd toiletpapier uitgerold op de grond en een minimum aan wc’s? Niets van dat alles is waar voor een Paradelatrine. Het is een feest om te mogen toiletteren in de grote schone hokken, die onder toeziend oog van frisse Glorixmeisjes staan. En dat je daarna in het juiste licht een blik in de spiegel kan werpen terwijl je je handen wast met zeep van Dove is voor een festival een zege. En dat ook nog gratis en voor niets.

Circus Wonder – De Man Die Weet

De man die door zijn ogen ademt, foto: Henry Krul
De man die door zijn ogen ademt, foto: Henry Krul

De Man Die Weet is ongetwijfeld de Paradevoorstelling met de grootste omloopssnelheid. Zijn andere shows doorgaans drie keer per avond te zien, bij Circus Wonder (ook te zien geweest op de Parade met De man die door zijn ogen ademt) kun je om het kwartier terecht, tot ’s avonds laat. Het is typisch een geval van hoort-zegt-het-voort, want wie naar binnen is geweest, moet zijn beleving kwijt. Dit moet je zelf meemaken, dit moet je met je eigen ogen zien. In de tent zit Rob, een Forrest Gump-achtige verschijning, in een autistisch houding op een witte stoel. Zijn ‘broeder’ laat een zwarte fleecesjaal door het publiek gaan waarmee Rob geblinddoekt zal worden. Iedereen mag checken of de sjaal wel lichtdicht is. Vervolgens word je gevraagd een voorwerp van jezelf voor je te houden. En geloof het of niet, Rob weet geblinddoekt en wel wat de presentator uit het publiek pakt. En dit zijn echt niet alleen aanstekers en pennen, ook paspoorten met naam en geboortedatum en bankbiljetten met serienummer en al worden moeiteloos door Rob omschreven. Natuurlijk is het gewoon een (niet te ontrafelen) truc, maar wel een verbazingwekkende. Perfect als je tussen twee voorstellingen even niets te doen hebt, of als je snel hutje mutje wilt opwarmen in een knus tentje. (Diana van der Sluis)

8 augustus

Het is kil en druilerig op de Parade zondagavond. Het aanwezige publiek heeft geen zin elkaar in de ogen te kijken en wil zo snel mogelijk ergens naar binnen. Rosé wordt niet gesignaleerd, een koffiegeur des te meer. Hier en daar hoor je de lokroep van een theaterventer, maar de rijen zijn dun. Behalve bij de kassa van Wilde Hond, en geen wonder, want de drie meiden die daar voor hun show reclame maken, zijn jong, aantrekkelijk, en strooien lachend met complimentjes. Wie wordt daar niet warm van?

Wilde Hond – De Grote Identiteitsshow

~

Het is een wervelend gebeuren, deze show. Bij binnenkomst krijgt iedereen meteen een sticker opgeplakt met een naam – niet die van jezelf uiteraard. En die meiden, in hun rose glinsterende giletjes met goed upgepushte borsten, doen dat snel en vaardig. Zittend op de bankjes horen we dat het om een identiteitsshow gaat. Er staat een rad van fortuin op het podium en we zien stoeltjes met hartvormige zittingen. Het doet zoet aan allemaal. De omroepstem die de dames toeroept wat hen te wachten staat, spreekt slecht Duits-Nederlands, waarschijnlijk om het ‘schone-schijn-slechte-kwaliteit’ van zo’n soort show te benadrukken. De meiden acteren goed, maar de inhoud maakt geen diepe indruk. Eerst spelen de actrices drie ongelukkige Chantallen, die na hun zielige verhalen worden gevraagd wie van hen echt ongelukkig is. Eéntje staat er op, wordt diep de grond in gepraat, en krijgt vervolgens een facelift. O, wat zal Chantal nu gelukkig zijn! Na deze act voorzien de gastvrouwen het publiek van tips om van hun saaie leven af te komen. De verwijzingen naar hedendaagse hulpprogramma’s als Dr. Phil zijn goed voor een lach maar ook makkelijk. De actrices hadden hun overtuigende spel beter kunnen inzetten om een mooi en ontroerend stukje te spelen, bijvoorbeeld over het leven van een (televisie)slachtoffer. Of iets écht hilarisch. (Sylvia Boonen)

Rens / Molenaar – Knor Knor

~

“Hier wordt wel het varken in het zonnetje gezet,” zegt mijn buurvrouw na afloop. En dat is zo. Rens en Molenaar zijn de hele show bezig met hun varkens, “de meiden”, zoals ze Knor en Dante noemen. En de beesten doen soms heus wel wat hen wordt gevraagd: van een glijbaantje glibberen, aan een bel trekken, werkelijk álles omstoten wat er aan decor staat en met hun poten in de maat in de ’tuin’ dansen. Maar net als in De Grote Identiteitsshow harken de makers te veel bij elkaar. Via televisieschermen merken we dat de varkens, liftend naar Parijs, zien hoe twee bandieten (Rens en Molenaar) een koffertje diamanten begraven op IJburg in Amsterdam. Na wilde achtervolgingsscènes door de modder (grappig!) vertellen de varkens hun verhaal aan de politie. Ach, wat zijn het toch een eerlijke beesten! Tussen de beelden van de varkens door spelen Rens en Molenaar ook de politieagenten. Het gekke is dat ze hen het ene moment neerzetten als bureaucratische, hebberige patsers, het andere moment als zelfbewuste sexy dansers op Duran Duranmuziek. Om even wat maatschappijkritiek te leveren, en daarna te laten zien dat ze leuk kunnen dansen, lijkt het. De makers lijken niet precies te weten wat ze willen aanduiden en hoe. En dan ziet het eruit als werk, al dat gedoe op zo’n podium. Maar dat varkens horen te wroeten in de modder, dat hebben we wel gezien! (Sylvia Boonen)

7 augustus

Dag teenslipper, dag witte gymp, dag kekke pump met naaldhak; de Parade 2005 in Amsterdam is die van de kaplaars. Met bloemen, met vlinders of ‘doe maar gewoon’ lekker groen. Met ieder ander schoeisel loop je voor schut in de blubber. Niet voor niets was het ’t dit weekend dan ook een stuk stiller in het Martin Luther Kingpark. Want voor velen geldt: als ik niet op mijn paasbest kan paraderen, dan paradeer ik liever niet. Wel zo rustig.

Teatro – City Animals

~

Theatergroep Teatro won in 2004 de Mus, een prijs voor de meest succesvolle Paradevoorstelling van het jaar. Dat schept hoge verwachtingen voor hun voorstelling City Animals van dit jaar, en die maken ze waar ook.
Op de beats van Watskebeurt dansen twee jongens en een meisje op een stukje grond van één vierkante meter, omgeven door een klein, zwart tuinhekje. Als drie stadsbeesten in een weiland stellen ze zichzelf, al doppinda’s etend, voor. In sneltreinvaart ratelen ze van onderwerp naar onderwerp. Laten ze zien wat er allemaal verbouwd kan worden aan een ogenschijnlijk goed uitziende jongen (ook wenkbrauw- en zaklift komen aan de orde), slingeren de leukste weetjes om je oren (de Febo-keten is genoemd naar de eerste vestiging in de Amsterdamse FErdinand BOlstraat) en doorlopen ze tot in detail het leven van een jonge vrouw anno 2005. Hoogtepunt is de illustratie van flirten in een kroeg, compleet met een lange lijst aan flauwkomische openingszinnen (Jongen tegen meisje: “Zo, hier ben ik dan. Wat waren je andere twee wensen?”). City Animals heeft geen gaapmoment en is doorlopend leuk. Bijzonder toch weer om te zien hoe je met zo’n simpel format in een eenvoudige setting zo’n goede voorstelling kunt neerzetten. (Diana van der Sluis)

Lange Poten – Op onze zenuwen

Foto: Joke Schot.
Foto: Joke Schot.

Tijdens deze voorstelling zijn we te gast in de keuken van mevrouw Aarsschaafsel die haar vijftigste verjaardag viert. Tijdens het bakken van de verjaardagstaart besluit ze beter af te zijn met haar hoofd in de oven. Oud zijn in deze wereld is immers geen pretje, al heeft ze nog wel mooie strakke benen. Vroeger was gewoon alles beter. Als eerste gast arriveert haar vriendin mevrouw Korrelfotze. Tussen de tientallen flessen advocaat en de potten augurken die voor het feest zijn ingeslagen, babbelt Korrelfotze over haar liefdesleven. Want dat ze nog goed in de markt ligt, staat als een paal boven water. Als Aarsschaafsel uit de oven komt, bekent deze een beetje somber te zijn. Alles werkt haar op d’r zenuwen. Ex-man Kleefkraag met zijn nieuwe Oost-Europese postordervriendinnetje en een apathische organist maken het verjaardagsfeest compleet. Het hele gebeuren is een ketting van absurdistische elementen. Zo verdwijnt op een gegeven moment iedereen in de ijskast om er als Arabisch personage weer uit te kruipen en belt Aarsschaafsel de stamppotkoerier als de gasten honger hebben. De andijvie wordt royaal op de keukentafel geschept en gesierd met een bom annex gehaktbal. Wie vorig jaar Doorgefokt heeft gezien, weet dat een voorstelling van Lange Poten flauw en plat is – zie alleen al de namen van de personages. Maar met een groep vrienden en de nodige Parademeligheid als graadmeter, is het allemaal prima te consumeren. (Diana van der Sluis)

5 augustus

Wat wat was het donderdagavond op de Parade weer gezellig druk. De modder was een beetje opgedroogd en er kon weer enigszins normaal over de planken worden gelopen zonder dat deze wegdreven. De theatergroepen probeerden elkaar te overtroeven door mensen op allerlei manieren in hun tent te lokken. Het zonnetje liet zich zo nu en dan zien, wat betekende dat het goed toeven was op de terrasjes. Dat zal vanavond wel weer anders zijn.

Suver Nuver – Extase (Religion no Problem!)

Foto: Maarten Evenhuis.
Foto: Maarten Evenhuis.

Toneelgroep Suver Nuver brengt al achttien jaar voorstellingen die vaak uitdagend worden genoemd. Ook in Extase proberen de drie vaste acteurs samen met drie Arabische gasten het publiek wakker te schudden. Extase is een actuele voorstelling met als thema het fascinerende maar ook bedreigende Oosten. Suver Nuver probeert het publiek te confronteren met deze tegenstrijdige gevoelens van verheerlijking en afkeer, maar dit komt helaas niet goed uit de verf. Het begint veelbelovend met een rondborstige, blonde boerin die vertelt over haar christelijke opvoeding. Zij werd door een leraar gevraagd of de man die zij lief heeft wel intelligent genoeg is om onderdanig aan hem te kunnen zijn. Vrouwenonderdrukking is ook autochtoon Nederland niet vreemd. Er volgen meer van dit soort voorbeelden, met onderwerpen als vrouwenbesnijdenis, respect, taal, feesten, religie, rituelen en opvoeding. Deze zware onderwerpen worden met luchtige satire afgewisseld. Jammergenoeg is de humor erg plat en goedkoop: denk aan klompen, een paard in de kont neuken, billengrappen en kunstgebitjes. Ook komen alle clichés uit de kast. Misschien is hier bewust voor gekozen, omdat dat de verschillen benadrukt. Toch blijft het allemaal te vrijblijvend. De voorstelling loopt niet lekker, alsof de acteurs voor het eerst samen op het podium staan. De teksten worden soms hakkelend opgezegd en de handmicrofoons zijn ronduit knullig. Ik mis de overtuigingskracht en de confrontatie, die beloofd wordt in de wervingstekst van Extase. Geen moment heb ik mij betrokken gevoeld bij wat er op het podium gebeurde om over ‘extase’ maar helemaal te zwijgen. (Charissa van der Vlies)

Hans Dagelet en anderen – De Samenzwering / The Conspiracy

Foto: Stephan van Hesteren.
Foto: Stephan van Hesteren.

The Conspiracy is een multidisciplinaire muziektheatervoorstelling. Het leven van de hoofdpersoon, gespeeld door Hans Dagelet, lijkt door zijn omgeving en herinneringen te worden bepaald. Hij is paranoïde, boos, bang, verward en denkt het slachtoffer te zijn van een samenzwering. Hij lijkt geen grip te hebben op de beelden en geluiden om hem heen en probeert uit zijn persoonlijke gevangenis te komen. De krankzinnige mediawereld om hem heen verwart de man meer en meer en alle realiteitszin lijkt hem te ontglippen. Uiteindelijk geeft hij zich over aan zijn innerlijke belevingswereld. Althans, dat is wat ik mij verbeeld. Er wordt in The Conspiracy namelijk niet verteld waar de voorstelling over gaat. Dat is aan de kijker zelf om in te vullen. Eigen interpretatie en een open instelling zijn daarbij onontbeerlijk. De voorstelling bestaat uit losse zintuigelijke indrukken die niet op een rationele manier te ordenen zijn. The Conspiracy is dan ook meer een fysieke ervaring en speelt zich af in het hoofd van een verwarde man. Die binnenwereld wordt gevisualiseerd als een kamer, een doos van transparant doek waarop driedimensionaal beelden worden geprojecteerd. De acteur volgt het ritme van de teksten, de muziek en de beelden. De beelden en geluiden zijn samples uit commercials en de stemmen in zijn hoofd van onder andere Chet Baker, Nina Simone en Jesse Jackson. De muziek en de projecties dansen door de ruimte en geven een onbestemd en beklemmend gevoel. Een surrealistische trip, maar dan wel een die bij gebrek aan duidelijkheid toch te vaag en vrijblijvend blijft. (Charissa van der Vlies)

4 augustus

Zelfs als het weer een beetje meezit, is het nog een heel avontuur om het Paradeterrein te bereiken. Voor je op de fiets bij de ingang bent moet je over een weg met grote kiezelstenen, waardoor je kans loop op de terugweg een lekke band te hebben. En als je weer een tikkeltje rozig naar huis gaat, is het zoeken naar je fiets. Om vervolgens alle fietsen die naast en tegen jouw stalen ros zijn gezet met de grootste moeite weer weg te moeten halen. Je moet er wat voor over hebben om naar de Parade te gaan.

Erol Struijk – Izaak S

~

Met open armen en een mix van Turkse en Nederlandse gezelligheid ontvangt Izaak S. (gespeeld door Erol Struijk) de gasten in zijn huiskamer. In een hoekje staat een plank met een verzameling ouderwetse sneeuwbollen. Hij houdt van zwart, dat zie je en dat vertelt hij. En wat er ook gebeurt, hij blijft altijd lachen. Nou ja, bijna altijd. Met het Senseo-apparaat en het plankje met blokjes kaas wil hij afrekenen met de vooroordelen die hij met zijn Turks uiterlijk bij mensen oproept. Een thema dat al vaker in het theater is behandeld. Alle clichés gebruikt hij, maar door zijn soms stuntelige gedrag en de verwarring die hij al vanaf binnenkomst zaait, blijft het stuk interessant en vooral komisch. Ook de zogenaamde tegenwerking van zijn geluidsjongen Fabian werkt mee. Fabian draait tussendoor liedjes die hij leuk vindt en niet de liedjes die door Izaak zijn uitgezocht. Erol Struijk, die dit jaar ook op ITs Festival optrad, laat met zijn monoloog zien dat de allochtoon uit Bergen met een sterke mimiek echt is geïntegreerd. Geef deze jongen een klein, donker zaaltje en een langere monoloog, dan komt hij meer tot zijn recht. (Mariëlla Pichotte)

PIPS:lab – Wortal Combat 3

Foto: Remco Verveer.
Foto: Remco Verveer.

Het lijkt doorgestoken kaart – of in dit geval een gemanipuleerd programma – maar echt te bewijzen is het niet. Alhoewel, bij een denkbeeldig vechtspel annex vertelwedstrijd annex tenniswedstrijd tussen de stoere Duke Nukem versus de zenuwpees PacMan om de hand van Lara Croft, weet je de uitslag al. Beide helden worden in de voorstelling Wortal Combat 3 goed neergezet door twee mannen van PIPS:lab en Lara Croft is iemand uit het publiek. Ter plekke worden beelden van de speelvloer geupload in een computer en op een scherm vertoont. De voorstelling heeft iets weg van een amusementprogramma, een computerspel en een speelhal, maar eigenlijk is het te verwarrend en te chaotisch om het een naam te geven. Er gebeurt te veel op de vloer en op het scherm om het goed te kunnen volgen. Door de interactie met het publiek zit er snelheid in, waardoor het ook veel weg heeft van een improvisatieshow. Het stuk is in ieder geval een aanslag op je lachspieren, maar je moet het vooral niet proberen te begrijpen. (Mariëlla Pichotte)

3 augustus

Jonge moeders die met hun kroost een dagje uit gaan op de Parade, groepen jongeren die elkaar tijdens de voorstelling enorm opjutten (daartoe aangemoedigd door het roségebruik) om zich helemaal te laten gaan en vijftigers die het gebeuren op het terrein vanaf een bankje gadeslaan. Elke leeftijdscategorie lijkt wel vertegenwoordigd op de Parade. Met zo’n divers publiek valt de gemoedelijkheid onder de paradebezoekers nog meer op. Vlak voor iedere voorstelling wordt er bijna altijd wel even een woord gewisseld met de toeschouwer die naast je zit of staat. Een sfeer die door de hele Parade gedragen wordt en te meer versterkt wordt door het feit dat de Parade voor iedereen wat te bieden heeft. Wil je liever niet naar een theaterstuk, dan kun je altijd nog een gezellig barretje pakken, een ritje maken in de zweefmolen, dansen in de stiltedisco of je mee laten slepen door de verhalen en gedichten in de schrijverstoren. En zet je zelf niet een van deze stappen, dan zijn er genoeg artiesten die je met veel plezier wijzen op hun voorstelling.

Justus van Oel en Jeroen Wielaert in de Schrijverstoren

~

“Wat is een Palestijn, en wat doet zo iemand als hij niet bezig is aanslagen te plegen? Welnu, een Palestijn kan óók een christelijk meisje zijn dat voetbalt in het meisjeselftal van de Lutherse school in Bethlehem.” Aan het woord is columnist en scenarioschrijver Justus van Oel. Hij doet zijn verhaal in de Schrijverstoren, die midden op het Paradeterrein is geposteerd en een soort rustpunt vormt in het gekrioel om de theatertenten en eet- en drinkgelegenheden heen. Je zit er droog, hebt een mooi overzicht over het theaterlandschapje en ondertussen kun je door middel van een koptelefoon genieten van pakkende verhalen. Van prachtige anekdotes over de beklimming van de Mont Ventoux in de Tour de France, beschrijvingen van het Turkse dorpsleven tot aan het enigszins droevige bestaan van een Palestijns vrouwenvoetbalelftal in de Gazastrook. Naast Justus van Oel is het woord aan radiocolumnist Jeroen Wielaert. Door de afwisseling in hun columns weten ze de aandacht van het publiek naar zich toe te trekken. Het grappige is bovendien dat je door het gebruik van de koptelefoons alleen de verbale reactie op de gezichten van andere luisteraars ziet. Een glimlach of een starre blik blijken opeens veel te zeggen. Ontroerend zijn achteraf gezien ook de woorden die Van Oel gebruikt om Gretta Duisenberg een hart onder de riem te steken in haar acties voor de Palestijnen. “Gretta, ik sta achter je,” zegt Van Oel voor het lezen van de hierboven geciteerde column Palestina: FC Bethlehem. Een column die enigszins hoopvol is, omdat in Bethlehem inwoners bezig zijn de problemen geweldloos aan te pakken. (Gerard van den Berg)

Niek Barendsen, Maaike Martens, Stefan Stasse e.a. – Geef!

Foto: Anja Robertus.
Foto: Anja Robertus.

Mediatycoon John de Mol is nog niet gesignaleerd op de Parade, maar mocht hij toch nog een bezoekje willen wagen dan zou hij zeker de Cascadeur binnen moeten gaan. Tenminste, als hij in navolging van de televisieactie voor de slachtoffers van de tsunami dergelijke acties ook op Talpa wil laten zien. Dan kan hij in ieder geval een beroep doen op Niek Barendsen en Maaike Martens, die zich letterlijk kunnen inleven in elk slachtoffer. Op absurdistische manier zamelen ze tijdens hun voorstelling Geef geld in voor onder meer Homo’s zonder grenzen, Artsen zonder auto en mensen die slechts één keer per jaar op wintersport kunnen. Zo steken ze de draak met de vele acties voor tal van goede doelen die er in ons land zijn. Met Barendsen als showmaster, Martens als de “Leontien” van de geldinzameling en het publiek als klapvee lukt het ze uiteindelijk toch 1 miljoen euro in te zamelen binnen 20 minuten. Van een klein kind tot aan grote ondernemingen, iedereen wordt gestrikt. Scherp waargenomen door een notaris, die op een droogkloterige manier prachtig wordt vertolkt door KRO-presentator Stefan Stasse. Hij is het uiteindelijk ook, die aan het einde van de geldinzamelingsactie als woordvoerder van Talpa de mededeling mag doen dat Talpa hetzelfde bedrag zal overmaken, als waarvoor de hele avond actie is gevoerd. Is de interesse van John de Mol dan toch gewekt? (Gerard van den Berg)

2 augustus


Met nog een kleine twee weken te gaan, lijken de muzikale voorstellingen de meeste voorkeur te hebben van het Paradepubliek. In de waarderingscijfers, die door de Volkskrant worden bijgehouden, staat 15 jaar Levende Jukebox bovenaan, op de voet gevolgd door de beide shows van femme fatale Ellen ten Damme. Maar in de laatste weken kun jij daar nog verandering in brengen en bepalen wie de Volkskrant-publieksprijs krijgt. Na elke voorstelling kun je met behulp van je toegangskaartje je beoordeling te kennen geven. Laat die kans dus niet lopen!

Tibor & Gijs – De achterbankgeneratie

~

Kleurrijke hangkussens zijn voor de ingang van de tent ge?nstalleerd en menig bezoeker ploft neer om te genieten van de zang van de Achterbankgeneratie, die ook probeert de ‘babyboomers’ en ‘nix-generatie’ naar binnen te krijgen. Even denk je door de kussens naast de Achterbankgeneratie ook bij de hanggeneratie beland te zijn, maar dat gevoel verdwijnt snel als deze actievelingen op een ‘Kopspijkerachtige’ manier binnenkomen. We hebben te maken met een viertal jongens en een dame, die jarenlang door hun ouders in auto’s werden meegesleept naar tal van activiteiten. Maar nu ze op eigen benen (willen) staan, weten ze niet welke keuze te maken. Zal ik dat huis wel of niet nemen? Moet ik tevreden zijn met deze vrouw terwijl ze niet aan mijn ideaalbeeld voldoet? En hoe zorg ik ervoor dat ik word gekozen uit die stapel eentonige sollicitatiebrieven? Op een humoristische en vooral beeldende manier laten de jongelingen zien, wat het inhoudt deel uit te maken van de achterbankgeneratie. Een generatie, die alles lijkt te kunnen en vooral alles lijkt te willen. Of wordt dit ‘willen’ wellicht opgedrongen? Een duidelijk antwoord zit er helaas niet in op deze vraag in het stuk van Tibor & Gijs. Wel beelden ze aan het einde op een prachtige manier à la Muiswinkel en Van Vleuten de handelwijze uit van een aantal G8-demonstranten. Ook dat is dus een methode om je als ‘achterbanker’ te manifesteren. Helaas wordt de voorstelling abrupt afgesloten en blijft het publiek achter met die ene vraag! Maar misschien kan die beantwoord worden door de nu volgende mozaïekgeneratie (de huidige generatie). (Gerard van den Berg)

Dogtroep – Carwash

~

De hilariteit is groot als een twintigtal mensen ’s avonds laat de simulatieauto van de voorstelling Carwash van Dogtroep binnenstapt. ‘Meneer, gaat de auto over de kop? Wat gaat er precies gebeuren?’ Het roséhalte onder de bezoekers is aan het einde van de avond duidelijk gestegen, waardoor elk risico op mogelijke consequenties vermeden moet worden. De Dogtroep-medewerker stelt ze gerust en daarna kan de reis door de wasstraat van de Parade beginnen. Geen gebruikelijke, want er is een virus in het systeem geslopen met verstrekkende gevolgen. Door middel van videoprojecties krijgt de bezoeker een sneeuwstorm van pingpongballen over zich heen en ondergaat hij een noodlottige hartoperatie. De fantasie heeft de vrije loop in deze tien minuten durende voorstelling van het fameuze Amsterdamse gezelschap, dat eerder met Carwash onder meer te zien was op Oerol, vorig jaar. Toch lijkt de fantasie te veel de overhand te krijgen, want verbanden zijn er tussen alle ontwikkelingen al snel niet meer te vinden. Blijft over: de spanning van wat komen gaat en de waardering voor de wijze waarop Dogtroep exclusieve voorstellingen blijft maken. (Gerard van den Berg)

1 augustus

Vanuit de verte zie je ze opdoemen, de tentjes van de medewerkers van de Parade, die bijna twee maanden lang worden gebruikt als overnachtingsplek. Langzamerhand word je duidelijk, dat jij niet de enige bent die de regen en de kou (voor het tijd van het jaar dan) moet trotseren voor een leuk avondje uit. Bewondering maakt zich van je meester, al voor je daadwerkelijk één van de voorstellingen hebt kunt aanschouwen. Gelukkig zijn er genoeg diehards die zich door de wind en regen naar het Martin Luther King Park in Amsterdam begeven, zodat de enigszins barbaarse situatie van de artiesten in ieder geval niet voor niks is… En een bezoekje aan de Parade is zeker de moeite waard.

Sjoera Retèl en Barbara Pouwels – Maria & Elizabeth

~

Vlak voor de voorstelling stoot Koningin Elizabeth I nogal ongelukkig haar hoofd, en dat blijkt een voorbode van wat haar tijdens de voorstelling te wachten staat. Opnieuw stoot ze daarin haar hoofd, maar nu figuurlijk, aan de koningin van Schotland, beter bekend als Maria Stuart. Sjoura Retèl en Barbara Pouwels, beiden bekend van Toneelgroep Amsterdam, nemen ons ruim vier eeuwen mee terug in de tijd, naar de regeringsperiodes van Elizabeth I en Maria Stuart. Beide vorstinnen proberen hun macht te vergroten. Dit gaat zelfs zover dat Maria Stuart samenzweert om Elizabeth van de troon te stoten. Wanneer Elizabeth achter deze plannen komt, heeft ze de kans om eindelijk van haar rivale af te komen: ze laat Maria Stuart gevangen nemen. Vanuit de gevangenis doet Maria Stuart alles om toch haar vrijheid te vinden, maar uiteindelijk vindt ze slechts vrede in de dood. Elizabeth blijft achter met het gevoel het doodvonnis van Maria te hebben ondertekend. Een vonnis, dat waarschijnlijk nooit voltrokken had mogen worden… Zeker in het begin is het moeilijk de gedragen teksten te volgen en alles in je op te nemen. Temeer omdat je binnenvalt in een scène uit een groter stuk (Maria Stuart van Friedrich Shiller). Een beetje voorkennis is daarom wel prettig. Het spel, de mimiek en de prachtige authentieke kleding van de beide dames maken veel goed. (Gerard van den Berg)

Hendrick Jan de Stuntman – Walhalla

~

De wonderen zijn de wereld nog niet uit en zelfs religie kan daar nog een rol in spelen. Alleen moet je dat geloof tegenwoordig naar eigen inzicht zien samen te stellen. Dus laat alles los en volg je gevoel. Beter gezegd, bekijk alles vanuit een derde oog. In een superactieve, weergaloze voorstelling sleept Hendrick Jan de Stuntman ons mee in een avondje reli-shoppen. Alle geloven passeren de revue: van eigentijdse homoseksuele Jezussen die zich onder meer vermaken met het spelletjesprogramma Lingo tot Boeddha-achtige rituelen en andere goochelaars die de weg wijzen naar het zo gewenste Walhalla. In een virtuoze show word je als publiek meegesleept van de ene curiositeit naar de andere. De twee performers pakken je van alle kanten in met snelle afwisselingen in decor en rariteiten. Tussendoor delen ze het publiek ook nog in twee kampen in: de goeden en slechten. Gelukkig is die laatste groep nog niet verloren, maar dan moeten ze eerst wel gereinigd worden. Door de snelheid en hilariteit waarmee de show gepaard gaat, weet je vaak niet meer wat je nu precies moet denken van alles. Je wordt compleet overdonderd, maar belandt uiteindelijk wel in het Walhalla. Maar is dit nu daadwerkelijk het Walhalla, zoals jij dat voor ogen ziet? (Gerard van den Berg)

31 juli

De Parade in Amsterdam ziet er als vanouds gezellig uit. De meiden dragen rubberlaarzen en de jongens houden de flessen rosé vast. Er zijn genoeg bierverkooppunten en toiletten. Leuk detail: de meisjes mogen zowel op hun eigen toiletten als op die van de jongens neerstrijken. Mooi werk! De locatie, vlak bij de Amstel, is prettig, en het hele terrein geurt naar gegrilde scampi’s. Het wordt genieten de komende tijd, dat staat vast.

Pollemans, Sueters en Van Eck – Car goes with the pants

Foto: Inkie Struijk
Foto: Inkie Struijk

Met een lijzige stem zet de kaartjesverkoopster de toon: “Blijven jullie in de rij staan, dat werkt, dan denken de mensen dat het hier leuk is.” Het blijft net zo lollig tijdens de voorstelling. We zien een paar dagen uit het leven van drie werknemers in een Fordgarage: twee monteurs en een receptioniste. De meeste momenten worden verbeeld met lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen, en dat gaat de drie acteurs heel erg goed af. Hoe het eraan toe gaat in deze garage? Nou, de heren doen niet aan garantie, of er nu iets aan de bougie mankeert of aan de carrosserie. Alles speelt zich af op de vierkante meter: de monteurs zitten elkaar voortdurend op de huid, opscheppend over hun potentie, en de receptioniste komt wel erg dicht in de buurt. Van beide heren welteverstaan, dat kan natuurlijk niet goed gaan. Het decor van Car goes with the pants is geweldig. Twee oude Fords pal voor je neus die echt naar benzine stinken, en een heus hokje als kantoor mét luxaflex. Gewoon een lachwekkende, vitale, beetje sexy voorstelling met drie ijzersterke acteurs.(Sylvia Boonen)

Lieber Gorilla – Entr’act

~

Entr’act van Lieber Gorilla is een dansvoorstelling van vijftien minuten. Al die Duitse woorden tijdens de Parade; het lijkt erop dat de taal van onze buren inderdaad, zoals enige tijd geleden in een taaltijdschrift werd geconstateerd, weer salonfähig wordt! Maar dit gezelschap dankt haar Duitse naam ‘gewoon’ aan de Zwitserse nationaliteit van de danseres. Het duo trakteert ons op een komische en tegelijk strak getimede variant van de tango. Prachtig dansend transformeren de dansers van een sjiek tangopaar in een ordinair stel, waarbij de heup- en armbewegingen richting publiek steeds terugkeren. Binnen mum van tijd veranderen kledingstukken van lichaamsdeel en komen overal accessoires vandaan. Al volgt aan het einde van de rit een soort ontknoping, het verhaal is niet datgene wat mij bijblijft. Er wordt hier vooral de draak gestoken met de tango. Een beauty van een draak, dat wel. De felle en tegelijkertijd elegante bewegingen, de vurige ogen, de strakke blik van de vrouw; dit alles sleept je mee zonder dat je je kunt verzetten. (Sylvia Boonen)

30 juli

Het festival opent vrijdagavond zijn deuren voor het Amsterdamse publiek. Er staat al een rij liefhebbers ongeduldig te popelen bij de kassa. Medewerkers zijn nog druk bezig met de laatste voorbereidingen en met het leggen van plankieren, want het Martin Luther King Park is door hevige regenval in een grote modderpoel veranderd. Bovendien is de opknapbeurt van het park nog niet klaar en groeit er helemaal geen gras. De opzet is dan ook anders dan de afgelopen jaren en dan de Parades die dit jaar in de andere steden stonden. Er zijn ‘straten’ aangelegd met plankieren en aan weerzijden staan de tenten. Als een klein, gezellig dorp met kleurrijke bewoners. Het is al gauw druk en de uitgelaten sfeer wordt ruimschoots gevoed door de flessen rosé die gretig aftrek vinden. Ook blijven de weergoden de Parade gunstig gezind, want de voorspelde regen blijft uit.

Alex Klaasen en dansers – Het Betere Werk

~

Zanger, acteur en cabaretier Alex Klaasen heeft zijn bekendheid vooral te danken aan zijn optreden in Kopspijkers. Op de Parade viert hij zijn zes en drie kwart jubileum met de beste liedjes uit zijn oeuvre. In een gezellige circustent zit het publiek rondom de piste waar Alex er met zes dansers (drie mannen en drie vrouwen) er een bonte verkleedpartij van maakt, met kostuums die iedere keer weer perfect bij de liedjes passen. De teksten zijn doorspekt met een flinke dosis ironie en sarcasme, maar hebben helaas muzikaal een hoog Marco Borsato- en Songfestivalgehalte. De onderwerpen lopen uiteen van pedofilie (Het Kind In Mij) , asielzoekers in Friesland (Je Past Je Maar Wat Beter Aan, in het Fries met Nederlandse ondertiteling!) tot de grande finale Te Dom Om Te Poepen. Kortom: lekker foute, eigenzinnige en spitsvondige teksten. Alex´ stem is prettig om naar te luisteren, maar niet opvallend. Hij heeft een goed bereik en is prima te verstaan. Hij kletst de liedjes quasi-arrogant aan elkaar en doet sterk denken aan een bitchy Albert Verlinde tijdens RTL Boulevard. Een showdiva met allures. Niet echt sympathiek en ook vaak net niet grappig genoeg. Alex Klaasen is leuk genoeg om een glimlach te voorschijn te toveren, maar lang niet zo grappig dat je gaat schuddebuiken. (Charissa van der Vlies)

De Levende Jukebox – 15 Jaar De Levende Jukebox met Helen en Yvonne

Foto: Geke Oosterhof
Foto: Geke Oosterhof

De Levende Jukebox is een begrip op de Parade. Het duo trekt al vijftien jaar met de Parade op en zorgt jaar na jaar voor een onweerstaanbaar ouderwets uurtje zingen en lachen. In een stampvolle tent met bar en serveersters heerst een warme Jordanese sfeer. Er is keuze uit ongeveer vijftig nummers en voor vijf euro mag je een liedje aanvragen. Muziek uit verschillende genres en taalgebieden komen voorbij. Zo worden wij getrakteerd op liedjes als Aïcha, Du, Stand By Your Man en Wilde Orchidee. Het is camp met de hoofdletter ‘C’. Gastvrouwen Yvonne en Helen zingen de nummers met overgave, veel gekke bekken en maffe dansbewegingen. Helen doet denken aan een kruising tussen een Jordanese barvrouw en Tina Turner. Ze presenteert de show in steenkolen Engels, maar ze spreekt wel degelijk een lekker portie Spaans. Het verbaast mij dan ook helemaal niets dat deze sprankelende show in 2002 een hit was tijdens de Boulevard of Broken Dreams in Barcelona. Yvon is de jongere variant van Helen en flirt er lustig met het publiek op los. Iedereen heeft het duidelijk naar de zin. Er wordt ingehaakt en luidkeels meegezongen; een feestje! (Charissa van der Vlies)