Alexander Walker was een beroemde filmcriticus die vanaf 1960 tot aan zijn dood in 2003 voor de Londense Evening Standard schreef. Walker is tijdens de British Press Awards driemaal tot ‘criticus van het jaar’ verkozen, zat in veel filmjury’s (Cannes, Berlijn) en heeft talloze recensies, kritieken, essays en boeken over cinema geschreven. Hij kan met recht een autoriteit op het gebied van de Britse cinema genoemd worden.
Woelig decennium
~
Hollywood England: The British Film Industry in the Sixties is het eerste boek uit de serie. Het boek begint eind jaren vijftig met de opkomst van de in Engeland invloedrijke stroming
Free Cinema (licht vergelijkbaar met de Franse
New Wave). Walker grijpt dit aan als startpunt voor de ontwikkelingen in het landschap van de Britse cinema in de jaren zestig en beschrijft vervolgens alle relevante gebeurtenissen van dit woelige decennium. Uiteraard behandelt hij een actrice als Vanessa Redgrave, een film als Antonioni’s
Blow Up uit 1966 en ‘
the man of the decennium‘, James Bond. Naast deze galerij der iconen beschrijft Walker ook minder bekende maar minstens zo belangrijke en interessante films als
Room at the Top (1959). De seksuele revolutie, die volgens Walker de belangrijkste factor in de ontwikkeling van de film in de jaren zestig was, wordt uitgebreid behandeld.
Hollywood England eindigt een beetje in mineur: Walker concludeert dat er in de hele jaren zestig geen enkele Britse regisseur was die zich kon meten met Godard, Bergman of Fellini en hij schrijft dat Hollywood aan het einde van de jaren zestig 95% van de Britse filmindustrie in handen had.
Monthy Python
Het tweede deel uit deze trilogie, National Heroes: British Cinema in the Seventees and Eighties, laat op eenzelfde wijze de ontwikkelingen in de Britse filmindustrie van de jaren zeventig en tachtig zien. Hierin komen onder meer de opkomst van Monthy Python, de groeiende rol van de televisie en de Oscarzege van Chariots of Fire in 1982 aan bod. Opnieuw toont Walker ons de grootste sterren, belangrijkste films en ontwikkelingen bij de grote studio’s. En, net zoals in Hollywood England, heeft hij ook voldoende aandacht voor minder grote namen; niet alleen Sean Connery maar ook de rol van iemand als Ken Russell wordt beschreven. Ook beschrijft Walker de ongunstige fiscale omstandigheden in die jaren en hoe dit veel regisseurs, acteurs en producenten naar het buitenland dreef.
Opleving
~
Het sluitstuk is
Icons in the Fire: The Rise and Fall of Practically Everyone in the British Film Industry 1984 – 2000. Hierin komen de meer bekendere namen aan bod: regisseurs als Ken Loach en Michael Winterbottom en acteurs als Hugh Grant en Daniel Day-Lewis. Een ijkpunt in de Britse cinema is
Four Weddings and a Funeral, een film waar Walker uitgebreid bij stilstaat. Uiteraard krijgt ook
Trainspotting veel aandacht en Walker beschrijft hoe deze film de hele Britse filmindustrie aan het denken zette. Met films als
Trainspotting,
The Full Monty en
Snatch vertoont de Britse filmindustrie de laatste tien jaar een aardige opleving. Deze kwalitatief goede films worden door het grote internationale publiek omarmd, maar blijven tegelijkertijd binnen de sfeer van de cultfilm. Ondanks deze (tijdelijke?) opleving ziet Walker er echter geen heil in en blijft zijn zoektocht naar kenmerkende eigenschappen van de echte Britse filmindustrie vruchteloos.
Vleugje humor
De eerste indruk die de drie werken achterlaten, is saaiheid. Het grootste deel van de boeken bestaat uit lange lappen tekst zonder tussenkopjes, opsommingen, witregels. Hierbij komt nog dat er in het boek bijna geen afbeeldingen staan, iets dat je bij een filmboek zelden ziet. Slechts in het midden vinden we steeds een paar pagina’s met wat schamele plaatjes. Maar als je met de boeken bezig bent, is er van onleesbaarheid geen sprake. Walkers goed gedocumenteerde teksten zijn een stuk appetijtelijker dan de vorm doet vermoeden. Walker schrijft mooi; echt Brits met prettige volzinnen en hier en daar een vleugje humor. Ook inhoudelijk verdient Walker een pluim, zijn boeken zijn erg compleet. Niet alleen het handjevol voor ons bekende films wordt behandeld, ook de minder bekende films en acteurs komen zogezegd aan bod. In veel beschrijvingen van de ontwikkeling van een bepaald genre of land gaat de aandacht voornamelijk uit naar regisseurs, maar Walker laat ook heel duidelijk de rollen van verschillende producenten, schrijvers, componisten en anderen zien.
Twijfel
Al met al geeft Walker een goed geschreven, compleet beeld van de ontwikkeling van de Britse cinema in de laatste vijftig jaar. Nou ja, Britse cinema, als we Walkers verhaal goed lezen, merken we dat hij zelf erg kritisch is over de Britse filmindustrie. Bestaat deze wel? Wat blijft hier van over wanneer we de buitenlandse investeringen weghalen? Zijn er echt zo weinig kenmerkende eigenschappen? Misschien is dat wel de kern van Walkers boeken: de twijfel of de Britse filmindustrie eigenlijk wel echt bestaat. Maar of deze deprimerende visie nou klopt of niet, Walker geeft in zijn boeken een schat aan informatie, vooral voor degenen die iets minder bekend zijn met de Britse filmindustrie. Dit zou wel eens kunnen uitgroeien tot de bijbel van de Britse cinema.
Alexander Walker • Hollywood England: The British Film Industry in the Sixties • Uitgever: Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 493 bladzijden • Prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 0752857061
Alexander Walker • National Heroes: British Cinema in the Seventies and Eighties • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 296 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075285707x
Alexander Walker • Icons in the Fire: The Rise and Fall of Practically Everyone in the British Film Industry 1984-2000 • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 328 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075286484x
Het Nachtpodiumverhaal
/ 0 Reactiesdoor: Hanneke Hendrix / beeld: Glenn Chen 0 SterrenIn de periode van september tot en met december 2005 werkt 8WEEKLY samen met het VPRO televisieprogramma Nachtpodium. Iedere aflevering zullen wij een item maken waarin we jonge en nieuwe culturele talenten presenteren. Daaraan gekoppeld publiceren we iedere week een achtergrondverhaal. In de aflevering van komende zondagnacht 30 oktober (00:05) word ik een dagje meegenomen in de wereld van het Nijmeegse platenlabel Lomechanik.
In deze aflevering van Nachtpodium spreek ik met Jorg de Man, Tom Verbruggen en Dave Astles (één van de drie oprichters van het voormalige collectief, maar inmiddels label Lomechanik). Over muziek, geluid en al het harde werk dat nodig is voor het draaiende houden van het uitgebrachte vinyl. Daarbij zal Verbruggen (alias Tok-Tek) wat van zijn kunst vertonen, compleet met joystick en zo’n veertig meter kabel.
Weg uit de zolderkamer
~
Het was voor de muzikanten en geluidskunstenaars moeilijk om individueel hun werk uitgebracht te krijgen of om optredens te verwerven. De elektronische muziek werd (en wordt nog steeds) opgevat als een erg ontoegankelijke muzieksoort. En zo kwamen de oprichters, hangend over de balie van de platenzaak, al gauw tot de conclusie dat het geen slecht idee zou zijn om de krachten te bundelen.
Let wel, Lomechanik maakt elektronische muziek, geen elektro. Het scala aan muziek van dit label is breder dan alleen de dansbare beats die we kennen uit clubs en van dansfeesten. Lomechanik bindt zich aan weinig regels. Een liedje moet raken, kwetsen, ontroeren, verontrusten, ergeren, dromerig maken en ja, het mag ook dansbaar zijn. Maar dat hoeft natuurlijk niet.
Persoonlijke stempel
~
De één is bijna autistisch gefixeerd op de ongrijpbaarheid van het geluid dat uit een laptop, uit de omgeving, uit een speelgoedartikel kan worden gehaald. De ander houdt van kippevel opwekken door een zo minimaal mogelijk geluid.
Soms wordt de ruimte gebruikt om liedjes te maken met een kop en staart, die bewerkt en bijgeschaafd zijn tot een kant en klaar produkt. Soms worden er nummers gemaakt die nooit meer nagemaakt kunnen worden; dan heerst de kracht van het toeval, de ongrijpbaarheid van het eenmalige. De ene keer dromerig, organisch. Dan weer agressief met een zware beatterreur. Digitaal bewerkt of met live ingespeelde elektronica, Lomechanik trekt zijn eigen plan bij het maken van muziek.
Één voor allen, allen voor één
Hoe divers de leden van Lomechanik ook mogen zijn, er wordt gestreden voor het zelfde doel: het naar buiten brengen van muziek en geluid die weinigen kennen. Muziek die in hun ogen te mooi is om niet gehoord te worden. Één voor allen, allen voor één. En zo geschiedde. Debuutplaat Lomech 001, No One van Lomechanik ontving lovende recensies en de plaat verkocht goed. Ook organiseerde het collectief avonden waar een selectie van muzikanten een performance gaf.
~
En zo zijn we aanbeland in het nu: nog steeds spelend met de verwachting van de luisteraar, en met het spanningsveld tussen artisticiteit en de reeds gebaande paden van de elektronische muziek.
Misschien ook iets voor u
Woorden en dromen
Je hebt vast al over hem gehoord, je hebt hem op de longlist voor de Booker Prize zien staan, je kunt niet om hem heen. De kranten staan er vol van, de schrijver is ineens overal aanwezig. James Meek, sterjournalist van The Guardian, schreef eerder al twee romans en twee verhalenbundels, maar lijkt nu op literair gebied definitief door te breken met Uit liefde van het volk.
Wankel machtsevenwicht
En Uit liefde van het volk is ook een prachtig boek. Het speelt in 1919. De Eerste Wereldoorlog is in Rusland naadloos overgegaan in een burgeroorlog tussen de Roden, de communisten, en de Witten, die steun krijgen van de voormalige Entente. In Siberië, ver van de bewoonde wereld, is nog een Tsjechisch Legioen achtergebleven, dat vecht tegen de Roden en dat de hele transsiberische spoorlijn in bezit heeft, “[e]en rijk van 9000 kilometer lang en 2 meter breed”. Het dorpje waar ze zitten, Jazyk, is een soort commune van een religieuze sekte van castraten. Het evenwicht tussen de Roden, net buiten het dorp, de Tsjechen en de skoptsy, de castraten, is wankel maar in balans. Tot de geheimzinnige vreemdeling Samarin verschijnt.
Extreme idealen
~
Maar wie is wie precies, en wat is goed en wat is fout op deze van de bewoonde wereld afgesloten ijzige vlakte? Dikwijls nemen de personen poses aan en de vele subtiele, verrassende plotwendingen zetten de gebeurtenissen steeds in een ander daglicht. Het veranderend begrip van en voor de (ideeën van de) groepen en personages onderling brengt Meek over op de lezer, die daardoor steeds zijn oordeel moet blijven bijstellen.
Zwart-wit denken
Meek lijkt daarmee te pleiten voor een minder zwart-wit denken, voor een open instelling. De enige in het dorp die dat benadert is Anna, die bekend staat als de oorlogsweduwe en dorpshoer. Hoewel ook zij lang niet alles begrijpt, heeft ze nog wel liefde in haar hart en gevoel in haar donder. Met haar loopt het dan ook relatief goed af. Meek keurt duidelijk het extremisme af, zonder een voorkeur voor of speciale afkeer te hebben van een van de groepen. En dat is een boodschap die erg actueel is. Idealisme is op zich geen slecht goed, maar verblinding erdoor is verwerpelijk.
Woorden als galopperende paarden
~
Maar het boek gaat ook over liefde. Het is een stuk geschiedenis, het is een beschouwing over de donkerste kanten van de mens. De grootste prestatie van Meek, wiens reportages over Irak en Guantanamo Bay vorig jaar belangrijke prijzen wonnen, is dat hij een boek schreef dat zo groot, zo genuanceerd en zo interessant is dat elke recensie het tekort doet. Gewoon lezen dus!
Prijs: 18,95
Bladzijden: 336
ISBN: 90-295-6277-3
Misschien ook iets voor u
Nieuwe Van Dale weer flink uitgedijd
Als men om het even welke BN’er weer eens vraagt welk boek hij of zij zou meenemen naar een onbewoond eiland, hoor je zelden of nooit dat de Dikke Van Dale als kandidaat wordt genoemd. Toch zou dit helemaal niet zo gek zijn, aangezien het omvangrijke woordenboek in feite de staalkaart vormt van onze taal en cultuur. In de nieuwste edities zijn er zo’n 9000 nieuwe trefwoorden toegevoegd. Dit doet de toch al lijvige Van Dale uitdijen tot maar liefst 4464 pagina’s, die gezamenlijk meer dan zeven kilo wegen.
Een woordenboek is meer dan een simpele woordenlijst, zeker als het de omvang en spanwijdte heeft van de Van Dale XIV. Als het goed is geeft de Dikke Van Dale een betrouwbare afspiegeling van het taalgebruik in Nederland, het treedt daarbij niet op als scheidsrechter maar als observator en registrator. De Dikke Van Dale is geen goddelijk decreet waarin vermeld staat wat de betekenis van woorden in theorie zou moeten zijn, maar geeft weer wat de betekenis in de praktijk is. Om die reden loopt de Van Dale altijd net iets achter de maatschappelijke ontwikkelingen aan. En zo hoort het ook.
Geitenneuker
~
Auteursfilm
Om de nieuwe Van Dale enigszins te toetsen heb ik onder andere gekeken naar de betekenis van een honderdtal gangbare filmtermen, zoals cameo, biopic, sneakpreview, et cetera. Alle termen bleken te zijn opgenomen. In een aantal gevallen was de definitie echter niet geheel juist of op z’n minst onvolledig. Bij verschillende termen die oorspronkelijk uit de toneelwereld komen, maar tegenwoordig vooral voor films gebruikt worden (mise-en-scène, melodrama, vaudeville), wordt het medium film bijvoorbeeld niet eens genoemd. Verder bewijzen sommige omschrijvingen dat niet elke vernieuwing een verbetering is. Zo wordt ‘auteursfilm’ omschreven als: “artistieke film die de signatuur van de maker (regisseur) draagt”. Het woordje signatuur is hier niet specifiek genoeg, elke film draagt immers in meer of mindere mate de signatuur van zijn maker (het is zelfs bijna een tautologie). De omschrijving van de 13e editie was dan meer accuraat:
Hiermee is uiteraard niet gezegd dat de Van Dale XIV niet betrouwbaar is. Het overgrote merendeel van de beschrijvingen is zeer accuraat en volledig.
Grunbergs moraal
~
Als je geen held in spelling bent, biedt deze cd-rom ook uitkomst. Je kunt namelijk ook op klank zoeken. Weet je niet precies hoe je barbecue ook alweer schrijft? Geen nood, tik ‘barbekieuw’ in en je komt vanzelf bij de goede spelling terecht. Deze optie is ook handig bij leenwoorden of specifieke termen. Als je bijvoorbeeld ‘daunlood’ intikt komt je uit bij download en ‘oetile dulsi’ verwijst je onmiddellijk door naar utile dulci. Volmaakt is de zoekfunctie echter nog niet. Als je bijvoorbeeld ‘oetele’ i.p.v. ‘oetile’ typt, kom je uit bij ‘oeteren’ en kun je fluiten naar de juiste betekenis. Een andere leuke optie is dat je naar anagrammen kunt zoeken. Bij het woord ‘rotsen’ krijg je bijvoorbeeld de volgende anagrammen: nestor, storen, tensor, torsen. Ook hier moet je geen perfectie verwachten, want vervoegingen en meervoudsvormen zoals ’tenors’, ‘snoert’ en ’torens’ worden niet gevonden. Als kleine traktatie is aan de cd-rom de uit 1864 stammende oertekst van de Van Dale toegevoegd.
Prijs: 179,00 (drie delen + cd-rom)
Bladzijden: 4.464
ISBN: 9066484276
Misschien ook iets voor u
Het heerlijke kroost van Louis de Bernières
Ongeveer een half jaar na de verschijning van zijn nieuwste boek, Vogels zonder vleugels, verscheen nu eindelijk de vertaling van het derde deel van Louis de Bernières’ Zuid-Amerika trilogie. Het was even wachten voor de lezers, die al in 2003 deel 1 en deel 2 kregen, maar het was het waard.
Het lastige kroost van kardinaal Guzman speelt net als De oorlog van Don Emmanuels edele delen en Het vrouwenleger van Señor Vivo in het niet-bestaande Zuid-Amerikaanse landje dat De Bernières voor deze gelegenheid verzonnen heeft. Maar hoewel het niet bestaat, zijn de gebeurtenissen niet onherkenbaar of louter gebaseerd op de rijke fantasie van de schrijver. Hij gebruikte diverse voorvallen uit de geschiedenis en vervormde die, om ze zo naar believen te kunnen gebruiken voor zijn verhaal. De katholieke kerk, die in dit derde boek centraal staat, is net zo corrupt en hypocriet als in de echte wereld en de kardinaal is net zo’n vies en tegelijk een beetje zielig mannetje als veel kerkdienaars.
Feest van herkenning
In Het lastige kroost van kardinaal Guzman komen veel personages uit de eerste twee delen terug en zo lezen we en passant verder over Don Emmanuels en Señor Vivo’s leven. Een feest van herkenning voor de fans, maar ook de nieuwe lezers zullen veel plezier beleven aan de soms uitermate vreemde personages en hun wonderlijke leven vol bizarre voorvallen. In zijn eigen, typische stijl met veel bijzinnen en bijvoeglijke naamwoorden beschrijft De Bernières zijn wereld op een zeer aanstekelijke manier: ontzettend beeldend en vaak erg grappig.
Heerlijk verhaal
De Bernière’s taalgevoel is groot en je hebt als lezer vaak het gevoel dat je een Zuid-Amerikaanse schrijver als Marquez zit te lezen. Complimenten dus ook aan de vertaler! Het boek is doordrenkt met flauwe en vaak ook platte (al dan niet seksuele) grappen. Voor wie Kapitein Corelli’s mandoline, De Bernières’ grote bestseller, net uit heeft zal dat even wennen zijn. Maar ongetwijfeld zullen ook die lezers als een blok vallen voor dit oudere, maar net zo heerlijke en soms ontroerende verhaal vol humoristische en maatschappijkritiek!
Prijs: 21,95
Bladzijden: 411
ISBN: 90-295-6261-7
Misschien ook iets voor u
Moeder en zoon in zware tijden
Actrice Josine Van Dalsum kreeg vorig jaar september te horen dat ze nog maar ongeveer een jaar te leven had: in haar hoofd zaten twee inoperabele tumoren. Haar droom was om nog een keer samen met haar zoon Aram van de Rest op het podium te staan. Bovendien wilde ze iets doen met de ingrijpende, maar voor veel mensen onbespreekbare ervaring die de ziekte kanker is. Met deze insteek stapte ze naar tekstschrijver Haye van der Heyden. Na enkele gesprekken schreef hij voor haar en Aram van de RestLeefTijd, een stuk over een moeder met terminale kanker en haar zoon.
Dat de voorstelling LeefTijd in het teken staat van kanker is niet te missen. Bij binnenkomst in het Compagnietheater staat in de hoek een stand van het Koningin Wilhelmina Fonds Kankerbestrijding. Aan de muren hangen tekeningen, schilderijen en foto’s die onderdeel zijn van de tentoonstelling Kanker in beeld. In interviews vertelde Van Dalsum ook volop over het verloop van haar ziekte en over de repetities van wat waarschijnlijk haar laatste voorstelling zou worden. Door deze openheid trok ze de aandacht van een Middelburgse ondernemer die een inzamelingsactie begon. Om het laatste gat in de financiën van de voorstelling te dichten, maar ook om het Emma Kinderziekenhuis te steunen in het gevecht tegen kanker bij kinderen. Een avond vol goede bedoelingen dus, maar levert dat ook een goede voorstelling op?
Inoperabele diamanten
~
Keerpunt
Ursul de Geer regisseert deze dialoog, waarin lange tijd de diepgang ontbreekt. De zoon spreekt de woorden boos uit en de moeder speelt onnozel en ontkennend. Maar dan komt het keerpunt. Moeder en zoon fantaseren dat ze door een helder beekje in Frankrijk lopen. Hij gaat een dam bouwen van stenen en zij zal op een grote steen zitten en zich nergens mee bemoeien. En aan dat denkbeeldige beekje ergens in het zuiden van Frankrijk komen de karakters in een flits van een seconde opeens dicht bij elkaar. Het spel wordt dieper. Moeder en zoon blijken nog een laag te hebben, een diepere laag waarop woede en onbegrip wegvallen. De karakters praten met elkaar en de emoties en gebaren worden voelbaar en zichtbaar.
Dat is het moment waarop de karakters veranderen in Josine van Dalsum en haar zoon Aram van de Rest. Het is aandoenlijk om te zien hoe de grote stoere zoon zijn kleine bijna breekbare moeder in zijn armen neemt en haar een kus op haar voorhoofd geeft. Een moment dat zo echt is dat je een brok in je keel krijgt.
Wit licht
Wanneer achter het toneel een deur opengaat en in een wit licht twee witte gordijnen gloren, is het de zoon die richting het licht loopt. De moeder blijft roerloos op haar stoel zitten. Zou zij dan haar ziekte en haar zoon hebben overleefd? Haar tranen aan het einde zijn echt. En dan is het donker. Wanneer het licht weer aangaat veegt ze met een ferme beweging de tranen van haar wang en slikt. Het is tijd om het applaus in ontvangst te nemen.
Een paar maanden voor de eerste opvoering van het stuk werd Van Dalsum schoon verklaard: een nieuwe bestralingstechniek uit de VS heeft ervoor gezorgd dat de schijnbaar ongeneeslijke tumoren toch zijn geslonken. Misschien is dat goede nieuws de reden dat het Josine van Dalsum en haar zoon niet meteen lukt diepgang en emotie in het stuk te brengen. Ondanks dat komt de thematiek over: twee mensen die dichter bij elkaar komen te staan in het aangezicht van het einde. Het verhaal van Van Dalsum raakt je zonder meteen een tranentrekker te worden.
Tussen 2 en 5 november wordt LeefTijd vier keer extra uitgevoerd in het Compagnietheater. Kijk voor meer informatie op de website van de voorstelling
.
LeefTijd (Josine van Dalsum en Aram van de Rest)
Artiest: Josine van Dalsum en Aram van de RestGezien op dinsdag 18 oktober 2005 in Het Compagnietheater, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
De man met het slechte hart
In Filmmuseum Vondelpark te Amsterdam en Plaza Futura te Eindhoven is van 27 oktober t/m 16 november een retrospectief te zien van de Franse regisseuse Claire Denis. Dit in verband met de Nederlandse première van haar laatste film L’Intrus. De film, gebaseerd op de gelijknamige roman van Jean-Luc Nancy, werd vorig jaar genomineerd voor een Gouden Leeuw op het Filmfestival van Venetië.
Geheimzinnig
~
Vragen
~
Intrigerend
Omdat het verhaal zich in verschillende landen afspeelt, zie je de meest uiteenlopende landschappen en vergezichten voorbijkomen. Van uitgestrekte sneeuwvlaktes in het Jura-gebergte tot het strand van Tahiti aan de Stille Oceaan. Doordat op laatstgenoemde locatie ook gefilmd is tijdens slechte weersomstandigheden (storm en naderend onweer), lijkt het in weinig op het Bounty-eiland zoals we het kennen. Het is nu eerder verworden tot een plek des onheils, wat het unheimische karakter van de film alleen maar versterkt. Ook het dreigende muziekje dat in een loop door de hele film gaat, wakkert de onrust flink aan. Zelfs wanneer na 130 minuten de aftiteling verschijnt, zit je in spanning te wachten op wat nog komen gaat. Veel mensen zullen L’Intrus misschien bestempelen als vaag. Ik kies voor intrigerend.
L'Intrus
Regie: Claire DenisJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Inhoudsloos pakje papier
Eind 2003 verscheen Maansverduistering van radiomaker Erick Overveen, een roman over een wannabe-diskjockey die ‘de laatste deejay’ wil worden. In zijn ogen is radio ten prooi gevallen aan commercie en aan zielloze platencomputers: de echte ‘platenruiter’ is bijna uitgestorven. Het boek veroorzaakte een kortstondige rel in radioland vanwege het pamflettistische karakter, en her en der heet het nu een cultboek. Maar dat is een schromelijk overdreven betiteling voor een vrij inhoudsloos pakje papier.
Maansverduistering is het verhaal van David, die denkt dat hij een hippe deejay is die het helemaal gaat maken in Amsterdam. Hij gaat in de zomer van 1992 op kamers in Amsterdam en daar begint een rommelig verhaal over het meisje India dat zijn muze moet zijn. Het is liefde op het eerste gezicht, maar alleen van zijn kant, want India ziet hem niet staan. Wanneer hij haar dagboek in zijn bezit krijgt en leest over Jericho, een underground-deejay die vanuit verlaten metrotunnels een zender beheert, trekt hij de stoute schoenen aan: als hij deejay wil worden moet hij toch ergens beginnen.
Brij
~
David de deejay heeft talent, vindt hij. Maar niemand ziet dat. Het wrange is nu dat de lezer dat ook niet ziet. Hoeveel superlatieven David zichzelf ook opplakt, hij blijft een kneus die nergens in slaagt. Hij kan de lezer er niet van overtuigen dat hij werkelijk een talentvolle deejay is. Dat komt mede doordat dit een boek is dat alleen toegankelijk is voor mensen die niet weinig van popmuziek weten. Die een hele popencyclopedie uit hun hoofd kennen en daar bijzonder trots op zijn. Kijk maar:
Stel je voor dat je geen van de genoemde nummers kent. Wat blijft er dan nog over? Overveen laat het zijn alter ego David zelf zeggen:
David slaat de spijker op zijn kop. Want banaal en pretentieus is Maansverduistering zeker. Geweldig grote woorden moeten omschrijven welk een geweldig grote verandering David doormaakt, maar zijn taalgebruik lijkt op het egocentrische geneuzel van een gedrogeerde hippie: een ‘zware progressie doormaken’ en je ‘naar een kant ontwikkelen’ klinkt meer als uitgekauwde zelfhulp dan als een trefzekere en goed gevonden omschrijving. Zelfs woordjes als ‘echt’ en ‘heel’ schuwt Overveen niet: de zwakste woorden die er zijn om iets overtuigend te maken: ‘Heel beklemmend’.
Het lijkt erop dat Maansverduistering geen enkele redactie heeft gehad, want zodra je het boek open doet vallen de taalfouten eruit. Het wordt bijna vermakelijk wanneer je ‘schrijdde’ tegenkomt, een ‘grill van de beurs’, ‘bezitte’ en ‘God mocht verhoeden wat’ (hij bedoelt: Joost mocht weten wat). Zelfs songtitels en namen van regisseurs (‘Quintin Tarantino’) zijn niet veilig.
Zogenaamd pittig
Maansverduistering is een brij, een soep waarin je talloze vieze en lelijke zinnen tegenkomt. Gekruid is het boek wel, met enkele passages waarin harde porno bedreven wordt en wat zogenaamd pittige opmerkingen over Hitler, homo’s, aids en meer van dat soort controversiële onderwerpen, maar de specerijen hebben hun kracht tijdens het koken reeds lang verloren. Wat overblijft is een reeks gebeurtenissen waartussen het enige verband is dat ze na elkaar op de bladzijden staan.
Het boek schijnt een cultstatus te hebben. Dat kan, zoals ook sommige slechte artiesten dankzij een select gezelschap aan ‘liefhebbers’ op cynische successen kunnen rekenen. Als je met een vork op tafel trommelt maak je al muziek. Voor het schrijven van een boek zul je echter wat meer kwaliteiten in huis moeten hebben.
Prijs: 17.95
Bladzijden: 285
ISBN: 90 77490 03 5
Misschien ook iets voor u
Waardige verfilming zonder risico’s
Oliver Twist, het wereldberoemde verhaal van Charles Dickens over de weesjongen die opgenomen wordt door een bende van straatrovers, is niet de eerste literaire klassieker waar Roman Polanski zich in zijn lange carrière als regisseur aan waagde. Hij maakte eerder verfilmingen van onder andere Ira Levins Rosemary’s Baby en Shakespeares Macbeth. Polanski kiest uit het literaire werk de personages en decors die hij nodig heeft, en probeert met die elementen de sfeer uit het boek te evenaren, of soms zelfs te overtreffen.
~
Adembenemd
~
Keuze
Met deze verfilming wijkt de regisseur op veel punten af van het oorspronkelijke verhaal; het zal liefhebbers van het boek ongetwijfeld opvallen dat vele kleurrijke personages en zelfs volledige verhaallijnen in de film niet terugkomen. Polanski heeft behoorlijk gesneden in de originele tekst. Maar de keuze hiervoor wordt goedgemaakt door de werkelijk formidabele wijze waarop de passages die Polanski koos tot leven worden gewekt. Bovendien hebben de geweldige Dickensiaanse karakters die wèl terugkomen op deze manier alle ruimte om maximaal tot hun recht te komen. Dankzij de prachtige atmosfeer en de bijzonder overtuigende personages blijft een waardige verfilming van Dickens’ meesterwerk over.
Oliver Twist
Regie: Roman PolanskiJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De aanstaande bijbel van de Britse cinema?
Hier in Nederland weten we niet zo veel van de Britse cinema, laat staan de geschiedenis ervan. De meesten van ons zullen niet veel verder komen dan acteurs als Hugh Grant of Kate Winslet en films als Trainspotting of de James Bond cyclus. Mensen die een ietwat verhoogde interesse in films hebben, komen misschien nog aan met Ken Loach of Stephen Frears maar dan houdt het wel ongeveer op met onze kennis van de films van onze westerburen. Deze leemte laat zich gemakkelijk opvullen met Alexander Walkers onlangs opnieuw uitgebrachte driedelige geschiedenis van de moderne Britse filmindustrie.
Alexander Walker was een beroemde filmcriticus die vanaf 1960 tot aan zijn dood in 2003 voor de Londense Evening Standard schreef. Walker is tijdens de British Press Awards driemaal tot ‘criticus van het jaar’ verkozen, zat in veel filmjury’s (Cannes, Berlijn) en heeft talloze recensies, kritieken, essays en boeken over cinema geschreven. Hij kan met recht een autoriteit op het gebied van de Britse cinema genoemd worden.
Woelig decennium
~
Monthy Python
Het tweede deel uit deze trilogie, National Heroes: British Cinema in the Seventees and Eighties, laat op eenzelfde wijze de ontwikkelingen in de Britse filmindustrie van de jaren zeventig en tachtig zien. Hierin komen onder meer de opkomst van Monthy Python, de groeiende rol van de televisie en de Oscarzege van Chariots of Fire in 1982 aan bod. Opnieuw toont Walker ons de grootste sterren, belangrijkste films en ontwikkelingen bij de grote studio’s. En, net zoals in Hollywood England, heeft hij ook voldoende aandacht voor minder grote namen; niet alleen Sean Connery maar ook de rol van iemand als Ken Russell wordt beschreven. Ook beschrijft Walker de ongunstige fiscale omstandigheden in die jaren en hoe dit veel regisseurs, acteurs en producenten naar het buitenland dreef.
Opleving
~
Vleugje humor
De eerste indruk die de drie werken achterlaten, is saaiheid. Het grootste deel van de boeken bestaat uit lange lappen tekst zonder tussenkopjes, opsommingen, witregels. Hierbij komt nog dat er in het boek bijna geen afbeeldingen staan, iets dat je bij een filmboek zelden ziet. Slechts in het midden vinden we steeds een paar pagina’s met wat schamele plaatjes. Maar als je met de boeken bezig bent, is er van onleesbaarheid geen sprake. Walkers goed gedocumenteerde teksten zijn een stuk appetijtelijker dan de vorm doet vermoeden. Walker schrijft mooi; echt Brits met prettige volzinnen en hier en daar een vleugje humor. Ook inhoudelijk verdient Walker een pluim, zijn boeken zijn erg compleet. Niet alleen het handjevol voor ons bekende films wordt behandeld, ook de minder bekende films en acteurs komen zogezegd aan bod. In veel beschrijvingen van de ontwikkeling van een bepaald genre of land gaat de aandacht voornamelijk uit naar regisseurs, maar Walker laat ook heel duidelijk de rollen van verschillende producenten, schrijvers, componisten en anderen zien.
Twijfel
Al met al geeft Walker een goed geschreven, compleet beeld van de ontwikkeling van de Britse cinema in de laatste vijftig jaar. Nou ja, Britse cinema, als we Walkers verhaal goed lezen, merken we dat hij zelf erg kritisch is over de Britse filmindustrie. Bestaat deze wel? Wat blijft hier van over wanneer we de buitenlandse investeringen weghalen? Zijn er echt zo weinig kenmerkende eigenschappen? Misschien is dat wel de kern van Walkers boeken: de twijfel of de Britse filmindustrie eigenlijk wel echt bestaat. Maar of deze deprimerende visie nou klopt of niet, Walker geeft in zijn boeken een schat aan informatie, vooral voor degenen die iets minder bekend zijn met de Britse filmindustrie. Dit zou wel eens kunnen uitgroeien tot de bijbel van de Britse cinema.
Alexander Walker • Hollywood England: The British Film Industry in the Sixties • Uitgever: Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 493 bladzijden • Prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 0752857061
Alexander Walker • National Heroes: British Cinema in the Seventies and Eighties • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 296 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075285707x
Alexander Walker • Icons in the Fire: The Rise and Fall of Practically Everyone in the British Film Industry 1984-2000 • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 328 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075286484x
Misschien ook iets voor u
Fargo voor beginners
.
~
Fargo deel twee?
Een afgelegen dorpje in een ijzig wit sneeuwlandschap, inktzwarte humor, een man met idioot plan om veel geld te krijgen, twee incompetente criminelen en een ontvoerde echtgenote… waar kennen we dat van? Het klinkt allemaal wel erg als Fargo, de weergaloze film uit 1996 van de gebroeders Coen. Dat is geen probleem als je Fargo nog niet eerder hebt gezien, maar als je wel bekend bent met de Coen-brothers film dan is The Big White een stuk minder vermakelijk. Je ontkomt er namelijk niet aan te vergelijken en dan wint Fargo glansrijk op de punten originaliteit, zwarte humor en geschifte karakters.
Sterke cast
~
IJzig vermaak
Behalve de sterke cast zit The Big White ook vol met subtiele en wat minder subtiele grappen, en heeft de film een lekkere soundtrack met een aantal goede nummers van Eels. Alhoewel Fargo in dit genre sterker is, blijft The Big White een leuke film voor zowel liefhebbers van inktzwarte komedies als voor fans van Robin Williams en Holly Hunter. Doe een dikke sjaal om en bereid je voor op wat ijzig wit vermaak met een paar grote zwarte vlekken.
The Big White
Regie: Mark MylodJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur: