Boeken / Non-fictie

De joden en de Palestijnen: een slecht huwelijk

recensie: Amos Oz - Hoe genees je een fanaticus

De hoop op in broederlijke liefde naast elkaar leven is vervlogen. Het is tijd dat Palestijnse en Israëlische leiders dit onder ogen gaan zien. Volgens Amos Oz kan er alleen dan aan het bloedvergieten in het Midden-Oosten ooit nog een einde komen.

Amos Oz, geboren in Jeruzalem in 1939, groeide zelf op in een uitermate conservatief Zionistisch gezin. Hij noemt zichzelf ‘een kind van de joodse intifada’. Als tiener begon hij te beseffen dat de ideeën waarmee hij opgevoed was te eenzijdig waren. In zijn werk pleit hij voor vrede in Israël/Palestina, waarbij hij probeert de eendimensionale vijandbeelden die in beide kampen overheersen teniet te doen. In 2004 schreef hij hierover een boekje, eigenlijk meer een pamflet, Help us to divorce. Het is nu in vertaling verschenen onder de titel Hoe genees je een fanaticus.

Conflict tussen slachtoffers

In Hoe genees je een fanaticus stelt hij dat het conflict tussen de joden en de Palestijnen bijzonder uitzichtloos lijkt, omdat het een conflict is van Gelijk tegen Gelijk. Een conflict tussen twee slachtoffers, dat is ontaard in geschreeuw over wie het meeste gelijk heeft en wie het meeste recht heeft op het grondgebied. Zowel de joden als de Palestijnen hebben vanuit historisch oogpunt zeer zwaarwegende claims. Reeds eeuwenlang voor de eerste Zionistische settlers in de late negentiende eeuw en het uitroepen van de staat Israël in 1948, bestond het land Palestina. De joodse bewoning van het gebied gaat terug tot bijbelse tijden en religieuze joden beroepen zich op het Beloofde Land dat zich hier zou moeten bevinden. De enige uitweg uit de impasse is volgens Oz een gedeelde staat: twee naast elkaar bestaande staten dus. Erkenning in ruil voor erkenning.

Geen Dostojevskiaanse verzoening

Oz vergelijkt het conflict met een slecht huwelijk en meent dat de oplossing ligt in een verre van ideale, maar wel redelijke echtscheiding. Hij stelt dat er nooit een gelukkig huwelijk zal ontstaan tussen de joden en de Palestijnen. Daarvoor is er al teveel gebeurd, teveel modder gegooid, teveel bloed vergoten. Men is allang uit het oog verloren waar het werkelijk om gaat en verliest zich in blinde haat jegens de tegenpartij:

Ik denk niet dat zodra er een toverformule is gevonden, de twee antagonisten elkaar plotseling huilend in de armen zullen vallen in een dostojevskiaans tafereel waarin lang verloren gewaande broeders zich verzoenen – ‘O, mijn broeder, kun je me ooit vergeven, hoe heb ik zo afschuwelijk kunnen zijn, neem het land, wie kan het land iets schelen, geef me alleen jouw liefde.’ Helaas denk ik niet dat zoiets zal gebeuren. Ik verwacht ook geen gelukkig huwelijk. Als ik al iets verwacht, dan is het een eerlijke, rechtvaardige scheiding van Israël en Palestina. En een scheiding is nooit prettig, zelfs al verloopt alles min of meer eerlijk en rechtvaardig.

Fanatici

Amos Oz
Amos Oz

Oz legt deze vergelijking heel rustig en helder uit en weet de lezer daarmee op zijn hand te krijgen. Hij beleert ons niet, blijft steeds redelijk en overtuigt ons ervan dat het conflict best op te lossen is, de parameters moeten alleen bijgesteld worden. Waarom loopt het dan toch zo uit de hand in Israël? Omdat in beide kampen sleutelposities bezet worden door fanatici. En fanatici veranderen hun uitgangspunten niet zo gemakkelijk. Dus de kernvraag die Oz zich in het tweede essay stelt, is “Hoe genees je een fanaticus?”.

Gelukkig biedt Oz geen pasklaar antwoord op deze vraag. Hij laat wel zien hoe fanatisme volgens hem ontstaat en wat een eventueel tegengif zou kunnen zijn. Kort samengevat en vrij geïnterpreteerd komt het er volgens Oz op neer dat fanatisme een gevolg is van een gebrek aan zelfrespect. Fanatici hebben weinig ‘zelf’ en vullen die leegte op met een externe waarheid. Dat kan van alles zijn: van een religie tot het geloof in een pop-idool of het geloof dat rokers in- en in slechte mensen zijn. Maar het gevaarlijkst zijn religieuze fanatici. Fanatisme is zeer besmettelijk en in ieder van ons sluimert de aanleg tot fanatisme. Het enige tegengif is een flinke dosis humor en zelfrelativering. En dus afstappen van de vraag wie er gelijk heeft.Want, zoals Oz met de Israëlische dichter Yehuda Amichai zegt: “Waar we gelijk hebben kunnen geen bloemen groeien”.

In een tijd dat iedereen, leek en kenner, een mening heeft over een conflict in het Midden-Oosten en waarin het vuur alsmaar harder aangewakkerd wordt, is een nuchtere visie zoals die van Amos Oz erg welkom. Oz spreekt uit eigen ervaring en kiest eenvoudige maar doeltreffende parallellen. Hierdoor wordt het conflict dichterbij de lezer gebracht en wordt de discussie tegelijkertijd ontdaan van de zware ideologische lading waaronder ze meestal gebukt gaat.

Boeken / Strip

Gouden oudjes

recensie: Ruud Ringers & Carry Brugman - Joris Jofel en de geest van de Rosse Ridder // Willem Ritstier & Minck Oosterveer - Jack Pott: In de kaart gespeeld

.

.

Joris Jofel en de geest van de Rosse Ridder

~


Het avontuur Joris Jofel en de geest van de Rosse Ridderverscheen in 1971 in de Sjors en was lange tijd alleen nog maar te lezen in een bundel van de Cartoon Aid-serie. Gelukkig maakt deze uitgave het mogelijk om hem nog eens te herlezen. Joris probeert deze keer te leren griezelen maar het wil niet echt lukken, ondanks de pogingen van een aantal typische slechteriken om hem bang te maken.Het verhaal van Ringers is vermakelijk om te lezen maar is wel duidelijk voor een wat jonger publiek bedoeld. Dit verhaal is dan ook vooral leuk voor hen die Joris Jofel nog kennen van vroeger en vermoedelijk nog wel enigszins weten wat hij allemaal beleefde. Mocht dat niet zo zijn dan is dit een mooie gelegenheid om het geheugen op te frissen, want daar zijn dit soort uitgaven voor bedoeld. Eigenlijk is het een beetje jeugdsentiment.

De tekeningen van Brugman zijn van hoge kwaliteit, en Joris doet een beetje aan Bollie uit Bollie en Billie denken. Vooral in drukkere scènes laat Brugman zien dat hij over talent beschikt, hierin zijn overal details te ontdekken. Helaas worden deze sterke scènes afgewisseld met wat legere pagina’s, een beetje meer moeite had in dit geval vermoedelijk wonderen kunnen doen. Daar valt tegenin te brengen dat tekenaars ook de kunst van het weglaten moeten beheersen. Aan de ontbrekende achtergronden te zien gaat dat in dit geval echter niet op, het komt eerder gemakzuchtig over. Daarnaast had er waarschijnlijk net wat meer sfeer ingezeten, als zijn tekenwerk in kleur was gedrukt. Bij de kindvriendelijke tekenstijl die Brugman hier hanteert is kleur eigenlijk essentieel. Een aangename extra-tje bij het boek is een interessant interview met Brugman, dat aan het album toegevoegd is.

Jack Pott: In de kaart gespeeld

~


Dit eerste avontuur van Jack Pott verscheen in 1990 in de krant en werd dus tussen Claudia Brücken en Zodiak, twee andere strips van dit auteursduo, in gemaakt. In dit avontuur komt Jack, via een zoektocht naar een reusachtige diamant, terecht bij een nog altijd bestaande Incabeschaving. Bijgestaan door een schone dame die wel heel erg op de diamant is gefixeerd weet hij uiteindelijk uit hun gevangenschap te ontsnappen, al gaat de diamant verloren.

Ritstier zet met Jack Pott een held neer waarvan al snel duidelijk wordt dat je zijn avonturen met een korreltje zout moet nemen: alles is flink overdreven en de logica is bij vlagen ver te zoeken. Op het eerste gezicht is het een nogal oppervlakkig avonturenverhaal maar door het over the top-gevoel blijft het goed leesbaar en is het leuk om de avonturen van Jack te volgen. In tegenstelling tot veel andere actiehelden is Jack niet al te handig en ook dat geeft dit verhaal een speciaal tintje mee. Het is immers ook wel eens leuk om een held te volgen die niet altijd zijn tegenstanders met een klap neerslaat, maar juist wat onhandiger is en oneliners produceert die de lezer op het verkeerde been zetten. Helaas zijn er een aantal zeer ongeloofwaardige aspecten: zo is het niet waarschijnlijk dat niemand wist dat de eerder genoemde incabeschaving nog bestond.

Het tekenwerk van Oosterveer doet al sterk denken aan wat hij later heeft laten zien met Zodiak en Nicky Sax en is al een stuk beter dan in zijn eerdere serie Claudia Brücken. Doordat het een krantenstrip is, en dus al van oorsprong zwart-wit, komen de tekeningen in deze uitgave zeer goed uit en hebben de diverse schaduwpartijen het gewenste effect. Zijn stijl is zeer realistisch en doet enigszins aan oude Amerikaanse krantenstrips denken (wat ook de bedoeling was van Oosterveer). De vrouwen zijn wel duidelijk in zijn eigen stijl getekend, over het algemeen hebben die een zeer karakteristiek gezicht. Al met al een degelijk actieverhaal voorzien van mooie tekeningen.

Joris Jofel en de geest van de Rosse Ridder • Scenario: Ruud Ringers • Tekeningen: Carry Brugman • Uitgever: BeeDee • Prijs: € 14.95 (softcover, zwart-wit) • 48 bladzijden • 90 77331 24 7

Jack Pott: In de kaart gespeeld • Scenario: Willem Ritstier • Tekeningen: Minck Oosterveer • Uitgever: BeeDee • Prijs: € 14.95 (softcover, zwart-wit) • 48 bladzijden • ISBN: 90 77331 21 2

Muziek / Album

Tiga, de juiste man op juiste moment

recensie: Tiga - Sexor

Ken je dat? Van die platen waarbij je bij ieder nummer denkt “Oh, is dat van hem?” en “Hee, die ken ik ook al!”? Het debuutalbum Sexor van de Canadese electrodiscoproducer/dj/prankster Tiga is er zo eentje. Al zijn grote clubhits staan er op. Behalve dan die ene.

Tiga Sonntag werd in 2001 op slag bekend met de sleazy discohit Sunglasses at Night, een nummer dat hij samen met de Finse technoproducer Jori Hulkonnen schreef. Dat de van oorsprong Canadese maar in India opgegroeide Tiga toen al een hele carrière had opgebouwd als underground-electroheld, wisten de volksstammen niet die op Sunglasses dansten. Begin jaren negentig was Tiga de motor achter het opbloeiende clubleven in zijn thuisstad Montreal. Hij haalde The Orb naar Canada en organiseerde minstens nog tien grote feesten in de stad. Hij begon ook met dj-en, startte het platenlabel Turbo Recordings en deed remixklussen voor onder andere het Belgische Soulwax, de Duitse housegroep Märtini Brös en de oude electrohelden Cabaret Voltaire.

~

In de clubscene is Tiga het meest bekend vanwege zijn dj-werk. De Canadees had namelijk het geluk de juiste man op het juiste moment te zijn. In 2004 kwam de nieuwe muziekstroming electroclash opzetten, en Tiga zat daar met z’n goede looks en dito babbel middenin. Zijn platenkeus is lekker oubollig, maar tegelijkertijd heel dansbaar en stoer. Tijdens zijn dj-sets komen Depeche Mode en LCD Soundsytem langs Soulwax zeilen, om even later ingehaald te worden door Soft Cell en Peaches). Een clash van blanke electronische dansmuziek.

Retro


Electroclash grijpt vooral terug op de foute jaren tachtig, inclusief bussen haarlak, teveel make-up en plastic songteksten. Wat dat betreft is Tiga’s debuutalbum

Sexor

’totally retro’, met veel zoete keyboards, drumcomputers en echte liedjes. Maar electroclash ligt inmiddels op apegapen en Tiga zou wel gek zijn om z’n album louter rond een stervend genre te bouwen. In plaats daarvan gooide hij het beste van disco, techno en electro in een snelkookpan, wierp zijn markante zangstem in de strijd en (heel slim) coverde een aantal hits van oude helden. Zo komt Down in It van Nine Inch Nails voorbij (in een matige poging overigens), doet Tiga een geslaagde acidhouse-versie van Burning Down the House van The Talking Heads en zet hij zelfs z’n tanden in Public Enemy.

Soulwax

Voor de rest van het album kreeg Tiga hulp van de Dewaele Brothers van Soulwax en van de Zweedse techno-ijzervreter Jesper Dahlback. Het zijn vooral de Belgen die het beste uit de Canadees naar boven halen. Zo is Good as Gold met zijn Italodiscodrums en in echo gedrenkte handclaps een grote clubhit in wording en kun je momenteel geen dansvloer oplopen zonder een keer de stuwende baslijnen van You Gonna Want Me (waarop Jake Shears van The Scissor Sisters nog een moppie meezingt) te horen. Tiga zet zichzelf met Sexor bovenaan de verlanglijstjes van festivalboekers. De plaat is toegankelijk, poppy en uitermate dansbaar.

Waarschijnlijk is de houdbaarheidsdatum beperkt, maar voorlopig komt er aan de zegetocht van Tiga nog geen einde. En wat een goede grap is de platenhoes, die helemaal is afgekeken van Brian Ferry’s beroemde album In Your Mind. Alleen had Ferry destijds een zonnebril op. En Tiga niet. Net zoals Sunglasses op dit album ontbreekt.

Muziek / Album

Ontsnappingspoging geslaagd

recensie: Thomas Denver Jonsson - Barely Touching It

Scandinavië lijkt wel op een goed gevulde grabbelton. Lekker lang graaien voor een kwartje en je haalt er gegarandeerd wel iets lekkers uit. Zoals in dit geval de Zweedse singer-songwriter Thomas Denver Jonsson (TDJ). Zesentwintig jaar pas, maar zijn nieuwe plaat Barely Touching It klinkt zó volwassen en doorleefd, dat je op zijn minst vreest voor een moeilijke jeugd op het Zweedse platteland.

~

Als je ooit door Scandinavië bent gereisd dan ken je ze waarschijnlijk wel, die eenzame provinciale stadjes, gelegen aan één van de duizenden meren en omringd door uitgestrekte dennenbossen. In dit desolate en geïsoleerde landschap is melancholie de beste vriend van de gevoelige ziel. Muziek biedt je de kans om weg te dromen uit de benauwdheid van je verdomd kleine wereld. Is de Scandinavische folk daarom misschien zo breekbaar en gevoelig? Vele lotgenoten, zoals Thomas Dybdahl, Nicolai Dunger of Erlend Øye omarmden de gitaar voor een ultieme ontsnappingspoging. Ook Jonsson heeft duidelijk last van de omgeving waarin hij opgroeide, getuige bijvoorbeeld een zin uit de openingssong I’m with You all the Way: “If I ever find my way out of this town, where the brains die young…”

Warme stroom

Op de hoesfoto van Barely Touching It zie je een donkerharige dromerige jongeman in een flanellen houthakkersshirt in de verte turen. De foto ruikt naar verse houtspaanders, kampvuren, verlangen naar onbekende horizonten. Je vermoedt het al, Barely Touching It is géén stoere grootstedelijke plaat, maar meer een intiem, gevoelig plattelandsalbum. Zelf beschrijft Jonsson zijn tweede volwaardige plaat zeer treffend in een interview: “Barely Touching It is a kind of happy album for sad people and a sad album for happy people”. En hij heeft gelijk. In wat voor stemming je ook bent, Barely Touching It zal je meenemen in een warme stroom van laidback klanken.

Ingetogen begeleiding

De muziek die Jonsson op Barely Touching It laat horen is zoals de hoesfoto: op de grens van oud en nieuw, tussen nostalgie en een betere toekomst. Zijn uitstekende begeleidingsband The September Sunrise ondersteunt zijn zang en gitaarspel daar waar nodig op doeltreffende wijze. Het bandgeluid is nooit ruig, maar altijd ingetogen en gepast. Daarnaast versterken het veelvuldige gebruik van mondharmonica, glockenspiel en pedal steel gitaar de weemoed in Jonssons songs. Zijn nasale stem is zeer wendbaar. Soms helder, dan weer klagerig of bijna vals. Hoe dan ook, zijn stem past gewoon perfect bij de klanken van de muziek. De keuze voor de Stockholmse zangeres Nina Kinert als begeleidende stem bij enkele duetten leidt tot betoverende liedjes (o.a. Dreams at the Film Club en Dance Floor Borders). Als vervolgens in Silver Boy de stem klinkt van Ned Oldham weten de kenners wel waar TDJ naar luistert in zijn Zweedse stuga.

7 Inches

Met Barely Touching It laat Jonsson horen een artiest te zijn die het recht heeft mee te waaien op het succes van de Scandinavische singer-songwriter scene. En daarom is het goed om te weten dat deze sympathieke Zweed niet stilzit. Recent liet hij in een interview al weten eind 2006 met een nieuwe plaat (met de titel Welcome Aboard, Crickets and Cats) te willen komen. Daarnaast is hij zojuist met enkele vrienden Going Places begonnen, een label dat alleen maar 7 inches uitbrengt van nieuwe, onbekende artiesten. Hopelijk verleidt dit initiatief nog veel meer Scandinavische jongens en meisjes te ontsnappen aan de verstikkende leegte.

Muziek / Album

Het Amerikaanse platteland in het hoofd van Isobel Campbell

recensie: Isobel Campbell & Mark Lanegan - Ballad of the Broken Seas

Tja, het trekt wel de aandacht. De Britse Isobel Campbell (voor haar solocarrière leende ze haar kunsten en haar fijne onschuldige stem aan Belle & Sebastian) neemt een plaat op met de ruige Amerikaan Mark Lanegan, die wij allen kennen van zijn gastrol bij Queens of the Stone Age, van zijn verleden in Seattleband Screaming Trees of van zijn solowerk, dat een schitterende apotheose kreeg met het in 2004 verschenen album Bubblegum. Een bizarre combinatie van twee grote talenten. Je vraagt je af waar die twee elkaar ontmoet hebben en hoe ze er bij zijn gekomen een folk/countryplaat op te nemen à la het illustere duo Lee Hazlewood en Nancy Sinatra, die je ongetwijfeld kent van het mysterieuze, magistrale nummer Some Velvet Morning dat in 2002 opnieuw werd uitgebracht door Primal Scream met Kate Moss (!) in de rol van Nancy.

~

Maar goed, ter zake. Campbell doet in de kunstbijlage van De Volkskrant van 16 februari uitgebreid uit de doeken hoe de plaat, die overigens de titel Ballad of the Broken Seas draagt, tot stand is gekomen. En wat blijkt: zij en Lanegan hebben elkaar amper ontmoet of gesproken. Ja, beste lezer: de kracht van het internet wordt nog maar weer eens bevestigd in de totstandkoming van dit bijna anachronischtische album, want Isobel en Mark wisselden ideeën voor hun ballades uit via e-mail. Dat noem ik nog eens een combinatie van vooruitgang en traditie: lekker samen musiceren op duizenden kilometers afstand. Fantastisch concept!

Je houdt iedereen voor de gek

En het resultaat mag er ook nog eens wezen. Ballad of the Broken Seas is een plaat vol magie, mysterie en schoonheid. Het beste van twee werelden samengepakt in een nieuwe wereld. Of misschien eerder: een oude wereld. En dat is met name knap van Campbell. Zij schreef het overgrote deel van de broeierige folksongs in het Schotse Glasgow of all places. Zo zie je maar wat goed luisteren naar Johnny Cash, Hank Williams (ook gecovered op deze plaat) en Lee Hazlewood allemaal niet kan bewerkstelligen. Je hoort de jaren twintig tot en met de jaren zeventig terug, voegt wat gekraak toe, zet de zaak op vinyl, zorgt dat het er wat oud uitziet, drukt de plaat in een bak op een verzamelbeurs en houdt iedereen voor de gek.

Beelden in je hoofd

~

Campbell en Lanegan weten een magische landelijke sfeer te creëren, op de manier waarop anachronist – of moet ik zeggen non-chronist – Tom Waits dat ook deed op Mule Variations (1999) en op een gedeelte van Real Gone (2004). Een vergelijking die misschien ook wel boven komt drijven omdat Mark Lanegan zowel met zijn karakteristieke gezicht als qua stem steeds meer op deze grootmeester gaat lijken. Nou dwaal ik weer af. En dat is precies wat deze plaat met je doet. Ballad of the Broken Seas laat je, vanuit je koude Nederlandse zolderkamertje, afdwalen naar het Amerikaans platteland, naar plekken die je kent uit films of naar beelden die je zelf in je hoofd hebt gevormd bij het luisteren naar de muziek van Cash en anderen. Zo moet het ongeveer ook gegaan zijn met Isobel Campbell, daar in Schotland.

Later dit jaar verschijnt er een tweede soloplaat van Isobel Campbell met de titel Milk White Sheets. Zij staat in april ook op Motel Mozaïque 2006.

Film / Films

Afstandelijke registraties

recensie: Haneke Box

In deze Haneke-Box zijn drie van Hanekes bekendste films opgenomen: Funny Games (1997), Code Inconnu (2000) en La Pianiste (2001). Veel meer stelt het ook niet voor. De box is niet compleet en wordt ook niet bij elkaar gehouden door een overkoepelend thema dat de drie films met elkaar verbindt. Verder is er als extra enkel een schamel interview met de regisseur en Elfriede Jelinek toegevoegd, ook niet echt om over naar huis te schrijven. De films zelf zijn de moeite echter zeker waard, alhoewel niet iedereen ze met onverdeeld enthousiasme zal bekijken.

De films van de Oostenrijkse regisseur Michael Haneke (1942) zijn bijna objectieve registraties van gruwelijke gebeurtenissen die veelal off-screen plaatsvinden. Zijn films zijn verontrustend omdat het fysieke en psychologische geweld dat erin voorkomt niet is ingebed in een wereld waarin dit geweld normaal is (zoals in veel actiefilms), maar in een alledaagse setting waarin het volledig uit de toon valt. Hij laat het geweld zien zoals het is: lelijk, verscheurend en angstaanjagend.

Nihilistisch

Haneke heeft in zijn films de neiging om de kijker in ongemakkelijke situaties te plaatsen. Bijvoorbeeld door hem expliciet bij de gebeurtenissen te betrekken en tot een getuige te maken. Dit is vooral te zien in Funny Games waarin twee ogenschijnlijk keurige jongens, Paul en Peter, zonder enige aanwijsbare reden een bourgeois familie afslachten in hun vakantiehuis. Ze betrekken de kijker bij hun ‘funny game’ door expliciet naar hem te knipogen of hem op samenzweerderige toon iets toe te fluisteren (“Wat denkt u? Zal deze familie morgen om negen uur nog leven?”).

Scène uit <i>Funny Games</i>
Scène uit Funny Games

De hele film is een spel zowel voor de daders als voor de regisseur zelf, die met zijn zelfpreferentiële ironie voortdurend de illusie van de film doorbreekt (nadat zijn vriend Peter is neergeschoten spoelt Paul de film bijvoorbeeld terug, zodat er een meer gewenste afloop kan plaatsvinden). Hiermee is niet gezegd dat Hanekes spel net zo nihilistisch is als zijn personages. Integendeel, hij is veeleer een humanist. Zijn films bieden geen vermaak, maar zijn eerder een kwelling die als doel hebben de kijker aan het denken te zetten over het geweld en over zijn eigen kijkgedrag.

In zijn films weigert Haneke de (meestal gewelddadige) gebeurtenissen van een verklaring te voorzien. In zijn visie zijn zulke verklaringen stoplappen die het zicht ontnemen op de werkelijke problematiek van de personages. In Funny Games blijft het dan ook gissen naar de motieven van de moordzuchtige Paul en Peter. “Waarom doen jullie dit?”, vraagt de wanhopige vader hen. “Waarom niet?”, antwoordt Paul ironisch, waarna hij met een verzonnen alternatieve verklaring – ‘omdat Peter wordt gekweld door de leegte van het bestaan’ – de vraag weghoont. De personages in Funny Games krijgen geen enkele psychologische diepgang, waardoor we na het zien van de film in feite nog steeds niets van ze weten. Dit versterkt het effect van de film en zorgt ervoor dat het geweld niet zomaar weggewimpeld kan worden.

Onvolledige verslagen

De thematiek van het geweld verdwijnt in Hanekes Code Inconnu meer naar de achtergrond – alhoewel hij nooit volledig verdwijnt – en wordt ingeruild voor de problematiek van de moeizame communicatie tussen mensen met een verschillende culture achtergrond (wat we ook in Caché, zijn nieuwste film, terugzien). De film heeft niet voor niks de ondertitel Onvolledige verslagen van verschillende reizen meegekregen en is dan ook fragmentarisch van aard.

Scène uit <i>Code inconnu</i>
Scène uit Code inconnu

Centraal staat de talentvolle Franse actrice Anne (sterk gespeeld door Juliette Binoche), wat Haneke de mogelijkheid geeft om te spelen met de scheiding tussen fictie en werkelijkheid. Zo speelt Anne een vrouw die wordt rondgeleid in een te koop staand huis. Als ze in kamer zonder ramen komt, klikt opeens de deur dicht en zit ze opgesloten. We zien deze scène twee keer. Eerst tijdens de repetitie en vervolgens als het uiteindelijke resultaat. Hiermee doorbreekt Haneke opnieuw de fictionele illusie (zonder hem daarmee op te heffen), met als doel te laten zien hoe makkelijk het is om kijkers met beelden te manipuleren. Haneke snijdt hiermee echter geen wezenlijk nieuwe of verrassende thematiek aan, bovendien zorgen de vele verbrokkelde verhaallijnen ervoor dat de impact van Code Inconnu minder sterk is dan bij zijn eerdere films. Deels wordt dit goed gemaakt door enkele van die krachtige, unheimliche scènes waar Haneke het patent op lijkt te hebben.

Maandelijkse bloeding

In Hanekes meest succesvolle en meest conventionele film La Pianiste keert het geweld ondubbelzinnig terug. Zo snijdt de pianolerares Erika Kohut (Isabelle Huppert) zichzelf met een scheermesje in haar geslachtsdeel, om zo tegenover haar moeder een maandelijkse bloeding te suggereren. Met diezelfde moeder slaapt ze in een bed, terwijl ze elkaar tegelijkertijd niet kunnen luchten of zien. Erika Kohut is iemand die vervreemd is van zichzelf en van de werkelijkheid. Ze verliest zich in kille relaties vol gewelddadige machtsspelletjes. Haneke filmde het geheel opnieuw op een objectieve en afstandelijke manier en brengt de vele vormen van geweld zoals vanouds nauwelijks expliciet in beeld.

Scène uit <i>La Pianiste</i>
Scène uit La Pianiste

Een groot minpunt aan deze film is dat Kohut, ondanks het sterke spel van Huppert, grotendeels als een freak of een gestoorde wordt neergezet. Dit komt doordat de nadruk vooral wordt gelegd op haar seksuele en gewelddadige uitspattingen, terwijl haar normale, alledaagse bestaan ietwat onderbelicht blijft. Hierdoor zijn de verhoudingen zoek en wordt het de kijker bijna onmogelijk gemaakt om Kohut als een normaal mens te blijven beschouwen. Dit zorgt ervoor dat de film veel minder verontrustend is dan zijn voorgangers en toch iets van die sensationele ondertoon meekrijgt die Haneke eerder nu juist probeerde te vermijden.

Film / Films

Magische dvd voor magische film

recensie: The Wizard of Oz (2-disc special edition)

Al meer dan vijfenzestig jaar weet een meisje dat verdwaalt in een magisch land, filmkijkers te fascineren. Meer dan een miljard mensen over de hele wereld hebben de belevenissen van deze Dorothy Gale in het land van Oz inmiddels gezien, en nog steeds worden nieuwe fans aangetrokken. The Wizard of Oz verdiende eindelijk een speciale dvd uitgave.

~

Veel films weten de tand des tijds niet te doorstaan. The Wizard of Oz (uit 1939) lijkt echter nog steeds opvallend levend; met de bonte verzameling personages, de vreemde idyllische landschappen, de luchtige liedjes en het creatieve kleurgebruik. Kleur in fims was in die tijd een vrij nieuw fenomeen, en in The Wizard of Oz wordt er op een bijzondere manier mee omgegaan. De scènes in Kansas zijn in zwart-wit, terwijl de scènes in Oz in kleur worden weergegeven. De scène waarin Dorothy (Judy Garland) de deur opent naar het gekleurde magische rijk is nog steeds prachtig om te zien.

Restauratie

Voor deze dvd is de film grondig gerestaureerd. Dit hele proces wordt uitgelegd in een van de extra’s op de eerste schijf: ‘Prettier than ever: The restoration of Oz’. Technici leggen hierin uit hoe zij acht maanden lang te werk gingen. Daarbij worden technische termen erg handig in een apart blokje uitgelegd, zodat het makkelijk te volgen blijft. De film was zo verstoft, dat er hele nieuwe dingen gevonden werden. Zo bleek de Tin Man opeens een bout tussen zijn ogen te hebben, die niet eerder opgemerkt was. Ook het geluid is digitaal gerenoveerd.

Commentaar

~

Naast de technische extra staan er op de eerste schijf nog een aantal kleine bonussen. Alle bijrolspelers worden uitgelicht, waarbij zelfs het hondje Toto aan bod komt. Uiteraard mag een uitgebreid commentaar niet ontbreken. Ingeleid door regisseur Sidney Pollack leidt historicus en Oz-kenner John Fricke de kijker door de film heen. Daarbij wordt hij bijgestaan door oude opnames van de originele cast en crew en hun familieleden. John Fricke (hij schreef onder meer een boek over het vijftigjarig jubileum van de film) heeft een aangename stem, en hoewel zijn commentaar vaak als opgelezen overkomt, weet hij, in combinatie met zijn ‘medevertellers’, toch lang te boeien.

Schminck

De tweede schijf van deze dvd-uitgave staat vol met extra’s. Gastvrouw van de disc is actrice Angela Lansbury, hoewel overigens nergens duidelijk wordt waarom zij hiervoor is uitgekozen. In de documentaire ‘Making a Movie Classic’ is bijna een uur lang te genieten van allerlei anekdotes. Zo klaagden de acteurs constant over hun make-up en kostuum. Het pak van de leeuw woog bijvoorbeeld meer dan veertig kilo, en de oorspronkelijke Tin Man, Buddy Ebsen, moest de set verlaten omdat hij een ernstige allergische reactie kreeg op zijn schmink. Hij werd vervangen door Jack Haley (zijn zoon regisseerde deze documentaire).

Dronken Munchkins

~

Al sinds de film uitkwam, deden geruchten de ronde over dronken lilliputters (de Munchkins uit de film) op de set. In de making of-documentaire, samen met de special ‘Memories of Oz’, worden deze verhalen uitgelicht. Zo was er inderdaad een alcoholische lilliputter, die echter nooit dronken was op de set. De kinderen van Judy Garland blikken terug op enkele interviews met hun moeder over de film. Zij vertellen dat hun moeder graag ‘epische’ grappen vertelde, die vaak de bron werden van de geruchten.

Jitterbug

Ook staan er vijf outtakes op de dvd. Zo is er bijvoorbeeld de opname van het lied ‘The Jitterbug’, over een muggensteek waarvan de vier hoofdpersonen raar gaan dansen. Het voorbereiden van de scène kostte duizenden dollars en enkele weken, om uiteindelijk toch te worden geschrapt na een proefvoorstelling. Verder staan er onder andere nog talloze audiofiles op de schijf, enkele trailers en een uitgebreide fotogallerij.

De extra’s beginnen bovendien al op de hoes. Met een druk op de knop van het hoesje, zingen Dorothy en haar drie vrienden een stuk uit ‘We’re off to see the Wizard,’ waarbij ook nog lichtjes gaan branden in de hoofdstad van Oz, the Emerald City. Daarmee is deze uitgave een absolute must have. De meest geliefde film ooit heeft een waardige dvd.

Voor de liefhebbers: In de VS is ook een 3-disc versie uitgebracht. Op de extra schijf staan o.a. vijf verschillende oudere filmbewerkingen (uit de periode 1910-1933) van The Wizard of Oz en een extra documentaire over Oz-schrijver Frank L. Baum.

Theater / Voorstelling

Het historische pad van de terreur

recensie: De Rechtvaardigen (Huis van Bourgondië en tg COM.PLOT)

.

Niet dus. De Rechtvaardigen van Huis van Bourgondië en tg COM.PLOT toont een Russische terreurgroep in 1905. We zien huiskamerbijeenkomsten, er worden plannen gesmeed, bommen gemaakt en hooggeplaatsten bedreigd en vermoord. Alsof we meekijken met Mohammed B. en vrienden. Alleen het gebruikte vocabulaire verschilt misschien, maar minimaal. Het gaat over geloof, rechtvaardigheid, haat, liefde en opofferingsgezindheid. De termen zijn universeel, alleen de benaming voor het uiteindelijke doel verschilt. Maar als de socialistische revolutie wordt vervangen door de islamitische, zijn we er.

~

Universeel

De tekst van De Rechtvaardigen is ruim vijftig jaar geleden geschreven door Albert Camus. In slechts 150 pagina’s portretteert de Franse existentialist een groep terroristen die strijdt voor vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid – die laatste term valt om de haverklap. Het aardige van Camus’ tekst is dat deze op nagenoeg iedere periode in de geschiedenis van toepassing is. Altijd is er wel ergens onderdrukking. En er is ook altijd wel een groep die daar met passie, overtuiging en geweld tegen strijdt.

Door voor deze tekst te kiezen, en vooral ook door deze niet naar het heden te vertalen of te verplaatsen, werpen Huis van Bourgondië en tg COM.PLOT met De Rechtvaardigen een net even andere blik op de actualiteit dan al die andere voorstellingen over angst, strijd en terrorisme. Tirannie van de tijd, Platform of Jago, de Wraak: hoe mooi ze soms ook waren, geen van allen plaatsten de actualiteit in zo’n historische context als De Rechtvaardigen.

~

Praatvoorstelling

Nu smijten de flyer en het persbericht met oneliners als ‘een vlijmscherp drama’ en ‘een liefdesverklaring aan de wereld in de vorm van een bom’. Dat is overtrokken onzin, interessantdoenerij. Vergeet dat dus onmiddellijk. De Rechtvaardigen is vooral een sobere praatvoorstelling, waarin theoretische overwegingen de boventoon voeren. Het is niet vlijmscherp, geen exploderende liefdesverklaring. De voorstelling is veeleer menselijk: het gezicht van de terrorist wordt getoond, en dat biedt – in tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten – helemaal geen afschuwelijke aanblik.

Pad der terreur

Met twijfel, onderlinge ruzies en weggestopte liefde toont regisseur Feico Sobel de onderlinge wrijving die de terroristen verwart en soms zelfs een beetje verdeelt. Het terrorist-zijn maakt deze vier allesbehalve gelukkig, zoveel is duidelijk. Het is de gedachte aan een glorieuze toekomst – waarvoor zij hun leven zullen gegeven – die ze op de been houdt. Soms is er een vleugje twijfel over die toekomst. Want wat nou als het allemaal voor niets blijkt te zijn, als hun idealen verkwanseld worden? Maar echt ruimte kan er niet aan die twijfel worden geboden, want dan is alles voorbij, en zijn allen die reeds in de strijd zijn gevallen voor niets gestorven. Nee, eens het pad der terreur bewandeld, is dat moeilijk weer te verlaten.

De voorstelling is t/m 26 maart te zien. Klik hier voor de volledige speellijst.

Boeken / Non-fictie

Smakelijke inleiding

recensie: Frank & Maarten Meester - Meesters in de filosofie

De gebroeders Frank en Maarten Meester willen ons in Meesters in de filosofie kennis laten maken met de wereld van de filosofie. In negen hoofdstukken doorlopen ze al discussiërend even zoveel perioden in de geschiedenis van de filosofie. Op heldere, toegankelijke wijze bespreken ze alle grote namen en stromingen.

Maarten en Frank, beiden filosoof, schrijven onder andere voor Filosofie Magazine Daarnaast kennen we Maarten ook als medeauteur van Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd. De twee filosofische broers schreven met Meesters in de filosofie een toegankelijke en vlotte introductie in de filosofie. Door hun levendige discussies word je al snel meegevoerd in de wereld van onder meer Plato, Descartes, Kant, Shopenhauer en Wittgenstein.

Broederstrijd

Immanuel Kant (1724-1804)
Immanuel Kant (1724-1804)

In korte hoofdstukken nemen de broers je mee door de verschillende perioden, van de oudheid tot de hedendaagse filosofie. Zoals het goede broers betaamt zijn Maarten en Frank het zelden eens en spelen ze tegenstrijdige opvattingen binnen een bepaalde periode tegen elkaar uit. Zo vertegenwoordigt Frank in de oudheid Plato’s idealisme en Maarten Aristoteles’ rationalisme. Tijdens De Verlichting buigt Maarten zich over, de volgens hem grootste filosoof aller tijden: Kant. Frank daarentegen is meer gecharmeerd door de dialectische filosofie van Hegel. Zo staan beide broers in elk hoofdstuk tegenover elkaar. Hun gesprek wordt ondermeer ondersteund door citaten uit oorspronkelijk werk van de betreffende filosofen, maar ook doordat ze meer alledaagse voorbeelden geven bij de diverse stellingen.

In elk van de negen behandelde periodes komen meerdere grote namen uit de filosofie voorbij. De broers beperken zich daarbij niet tot één of twee namen, hoewel ze primair twee hoofdstromingen met hun belangrijkste vertegenwoordiger uit een periode tegenover elkaar zetten. Ze gaan echter ook in op de verbanden met de voorliggende en opvolgende periode. Verbanden tussen Oudheid en Verlichting of hedendaagse filosofie en de Middeleeuwen komen waar nodig aan bod. Zo krijg je een beeld van de onderlinge invloeden.

Het betreft hier echter wel een introductie tot de filosofie, met de daarbij behorende beperkingen. In 160 pagina’s kun je nooit het hele filosofische gedachtegoed stoppen. Door de indeling in negen hoofdstukken en die vervolgens vanuit twee stromingen te bespreken zullen er uiteraard onderwerpen buiten de boot vallen. Dit is voor de doorgewinterde filosoof misschien vervelend. Dit boek is echter niet voor hen bedoeld, maar voor diegenen die niets tot weinig van de filosofie afweten. Zij worden met Meesters in de filosofie op een luchtige wijze met de filsofie in aanraking gebracht met de bedoeling de interesse te wekken en ze aan te zetten tot verdere studie.

Geslaagd

Meesters in de filosofie is een zeer geslaagde introductie tot de filosofie. Daaraan liggen twee zaken ten grondslag. Ten eerste krijgen we een bondig, maar veelomvattend overzicht van de belangrijkste spelers in deze wetenschap en worden zij in goed onderling historisch verband geplaatst. Dit wordt nog gecombineerd met veelvuldig voorkomende achtergrondinformatie over diverse personen.

Ten tweede is het geslaagd door de toegankelijke wijze waarop al deze informatie gebracht wordt. De luchtige dialoog waarvoor gekozen is maakt het boek heel leesbaar. De kwinkslagen die de broers in de discussies in het boek naar elkaar uitdelen laten je herhaaldelijk glimlachen:

Frank: We proberen hier een nieuwe, frisse kijk op de geschiedenis van de filosofie te geven en wat doe jij? Jij schrijft de bekende boekjes over […] Je bent dwangmatig op zoek naar houvast en wilt alles indelen in duidelijke vakjes. Jij bent autistisch, dat is het. Dat zei onze moeder trouwens ook al.

Het gebruik van humor kan wel eens verkeerd uitpakken, omdat je soms de kans loopt zaken daarmee te bagatelliseren. Maar de gebroeders Meester hebben de juiste balans gevonden tussen humorvol schrijven en een serieuze introductie tot de filosofie.

Het enige minpunt is het gebrek aan een literatuurlijst in het boek. Uiteraard kom je overal verwijzingen naar personen en hun werk tegen, maar ik had graag ook een lijstje gezien met aanbevolen boeken. De interesse in de filosofie die men heeft gewekt zou gebaat zijn bij zo’n extra handreiking. Meesters in de filosofie is in ieder geval een vermakelijke smaakmaker geworden voor diegenen die eens kennis willen maken met de filosofie.

Tijdens de Maand van de filosofie in april treden de broers op in boekhandels door het gehele land. Speciaal voor 8WEEKLY doen ze hiervan verslag in vier columns. Lees hier: 1. Mediagenieke filosofiesterren en 2. Jan Klaassen en Katrijn.

Boeken / Fictie

Dodelijke verwarring

recensie: Monika Fagerholm - Het Amerikaanse meisje

Het leven is geen spel. De meesten onder ons weten dat ook. Sommige mensen komen daar echter pas na een harde leerschool achter. In Het Amerikaanse meisje wordt pijnlijk duidelijk hoe het mis kan lopen als je deze basisregel van het leven vergeet. Tenminste, als je je door het taalgebruik van de auteur weet te slepen.

In Het Amerikaanse meisje duikt plotseling een jong Amerikaans meisje op in de moerassige kuststreek dichtbij de Finse hoofdstad Helsinki. Ze is apart en maakt grote indruk op haar omgeving. Niet lang daarna wordt dit meisje, genaamd Eddie de Wire, dood aangetroffen in een poel in de bossen en haar vriendje pleegt zelfmoord. Hiermee wordt ze onderdeel van de plaatselijke mythologie. De dood van Eddie spreekt tot de verbeelding van de lokale jeugd en houdt deze bezig. Zo ook Doris Flinkenberg en Sandra Wärn. Deze twee hartsvriendinnen proberen door het spelen van een soort rollenspel te achterhalen wat er met Eddie gebeurd is. Een spel dat uiteindelijk fataal zal uitpakken.

Vorm en inhoud

~

Het Amerikaans meisje is het vijfde werk van Monika Fagerholm, die eerder al internationaal succes boekte met haar roman Mooie vrouwen aan het water. Ook Het Amerikaans meisje krijgt goede kritieken. Tevens ontving zij de Zweedse Augustprijs voor de literatuur in 2005. Er is echter een probleem met de schrijfstijl van deze Finse auteur. Haar werk is moeilijk of niet vertaalbaar. Haar roman Diva werd in Scandinavië een waar cultboek. Hierin draait alles om een dertienjarig meisje dat haar wereld ontdekt en definieert. Ze vindt haar eigen woorden uit, haar eigen taal, bestaande woorden geeft ze een eigen betekenis. Fagerholm zegt zelf dat ze streeft naar eenheid van vorm en inhoud. Door dit gestoei met taal blijkt het boek echter moeilijk te vertalen. Ook in Het Amerikaanse meisje word je steeds met deze taalkunsten geconfronteerd.

Verwarring

Het Amerikaanse meisje begint niet alleen met de dood van Eddie de Wire, maar ook haar vriendje Björn én Doris Flinkenberg blazen hun laatste ademtocht uit in de eerste vijftien pagina’s. In deze inleidende bladzijden krijg je al meteen een goed idee van de stijl van Fagerholm.

Solveig moest al het mogelijke doen om Rita te kalmeren. Toen ineens liep het bos vol mensen. Dokters, politiemensen, ambulance.
Maar. Doris Nacht én Sandra Dag.
In een van hun spelletjes.
Ze waren dus met z’n tweeën geweest. Sandra en Doris, met z’n tweeën.

Ogenschijnlijk onsamenhangende zinnen volgen elkaar op. Zinnen worden begonnen, maar niet afgemaakt. Het oogt allemaal erg verwarrend. En dat hoort natuurlijk ook zo. Er worden in die eerste pagina’s even drie mensenlevens beëindigd! Daarom wil Fagerholm ook verwarring scheppen. Ze wil dat de lezer zich gaat afvragen wat hier nu precies gaande is, zodat die lezer ook de rest van het boek tot zich zal nemen.

Groei

~

Het boek gaat echter op dezelfde voet verder. Hoe verder je in het meer dan vijfhonderd pagina’s tellende boek vordert, hoe meer je jezelf gaat afvragen of al die vaagheid uiteindelijk nog ergens toe leidt. Als je niet van de vreemde, soms onlogische zinsconstructies houdt die Fagerholm fabriceert, dan zul je dit boek nooit uitlezen. Maar die rare zinnen, die onsamenhangende constructies vormen uiteindelijk wel een prachtig verhaal. Ze vertellen je over het groei- en leerproces van twee jonge meisjes. Een proces dat voor Doris vroegtijdig tot stilstand komt door haar overlijden en waarmee Sandra dus daarna alleen verder moet. Het verhaalt ook van liefde en bedrog en van strijd en verlies. Kortom, het heeft alles in zich wat een boek interessant kan maken.

Als we tenslotte dan te maken krijgen met een finale die net zo snel verloopt als hoe we begonnen zijn, dan is de cirkel uiteindelijk toch weer gewoon rond. In slechts enkele pagina’s wordt uiteindelijk duidelijk hoe de gebeurtenissen uit het begin van het boek verband met elkaar houden. Helemaal mooi is hierbij dat het totaal anders in elkaar zit dan je gedurende het lezen gedacht had. Is die verwarring toch ergens goed voor geweest.

Begrip

We hebben dus te maken met een prachtig boek dat menig lezer zal afstoten door het gebezigde taalgebruik. Dit kan de beoordeling van een boek behoorlijk lastig maken. Het Amerikaanse meisje laat uiteindelijk echter zo’n sterke indruk achter, dat je er eigenlijk alleen maar positief over kunt zijn.

In het voorwoord van haar roman Mooie vrouwen aan het water zegt Fagerholm: “Mijn doel is niet boeken de wereld in te helpen, maar mijzelf te veranderen en de wereld te begrijpen.” Naar aanleiding daarvan kan ik in het kader van Het Amerikaanse meisje alleen maar concluderen: “Mijn doel is niet boeken te lezen, maar mijzelf te veranderen en Monika Fagerholm te begrijpen.”