Muziek / Achtergrond
special: 8WEEKLY's voorbeschouwing van het concertseizoen 2006-2007

Nederlands en Vlaamse orkesten doorgelicht

Alles ligt plat. De anders zo kleurrijk verlichte en versierde voorgevels van concertzalen blijven zwart, de hele staf ligt in Torremolinos van het strand te genieten terwijl de inbrekers zich in Nederland aan hun inboedel vergrijpen. Allemaal in afwachting van het komende seizoen, dat binnenkort weer zal uitbarsten. Via kleurrijke folders worden de abonnements-zilveruitjes op dit moment weer verleid om hun vierhonderdste Mahler-uitvoering bij te wonen. Of is het niet helemaal zo grijs? Een vergelijkend warenonderzoek toont aan dat de klassieke muziekliefhebber het komende seizoen geenszins op het ijzeren repertoire is aangewezen.

In het seizoen 2006-2007 staan er ruim achttienhonderd orkestwerken op het programma, waarvan we precies 1300 mogen rekenen tot de ‘gangbare kost’. Beethoven is, zoals altijd, goed vertegenwoordigd met ruim honderd werken, Mozart met iets meer (113) en de Nederlandse Mahlermanie gaat ook komend seizoen onverminderd door met vijftig uitvoeringen (in aantal minder dan Beethoven maar in aantal minuten ongetwijfeld vergelijkbaar). Ook Tsjaikovski (ruim honderd), Brahms (net geen vijftig) en Mendelssohn (bijna zeventig) zullen vaak te horen zijn.

Een paar statistiekjes

Met afstand het meest conservatieve orkest van Nederland is het Orkest van het Oosten, dat ruim tachtig procent binnen het ijzeren repertoire programmeert. Aan de andere kant staat het Rotterdams Philharmonisch Orkest met minder dan zestig. De rest schommelt tussen de 65 en 75 procent. Datzelfde Orkest van het Oosten heeft dan verrassend genoeg wel weer – samen het het Concertgebouworkest – de meeste uitvoeringen van Nederlandse romantische componisten: zes. Het Concertgebouworkest is dit seizoen het meest productieve orkest met 295 gespeelde werken, tegen 109 voor het Rotterdams Philharmonisch. De Concertgebouwers voeren eveneens de lijst met nieuwe werken aan, met een totaal van 42; de eerstvolgende is het Noord Nederlands Orkest met dertig uitvoeringen.

Alphons Diepenbrock
Alphons Diepenbrock

Opvallend is dat de Nederlandse romantiek vrij goed is vertegenwoordigd, zij het vooral met vrij korte stukken: het Residentieorkest doet onder meer Diepenbrocks Marsyas-suite (19 en 22 september 2006) en Wagenaars ouverture Saul en David (27 en 29 april 2007), terwijl het Limburgs Symfonieorkest ook Marsyas (21 en 22 april 2007) en Wagenaars ouverture Cyrano de Bergerac (4 maart 2007) ten gehore brengt. Des te opmerkelijker is het daarom dat het traditioneel niet bijster avontuurlijke Concertgebouworkest niet minder dan drie avonden lang (24-26 december 2006) Jan van Gilses monumentale Tweede Symfonie uitvoert, onder leiding van Markus Stenz.

Eigentijdse Nederlandse muziek komt onder meer aan bod bij het Gelders Orkest, met werken van Kox en Keuris (30 november 2006). Kox is sowieso bij het GO goed vertegenwoordigd: er staan in totaal niet minder dan drie van zijn werken op het programma dit seizoen, waaronder de Tweede Symfonie (16 maart 2007).

Leve de Vlamingen!

Philippe Herreweghe (foto: Miel Pieters)
Philippe Herreweghe (foto: Miel Pieters)

Maar de winnaar van het komende seizoen is wat mij betreft deFilharmonie, waar intendant Hans Waege met een programma komt dat initiatief en moed (of roekeloosheid) toont. Want wie durft tegenwoordig nog een seizoen in te gaan met twee Vaughan-Williams-symfonieën, een reconstructie-première (Elgars Derde Symfonie), Raffs zwaar onderschatte Lente-symfonie (nummer acht), een geheel Scandinavische avond met relatief onbekende werken van Stenhammar, Alfvén, Nielsen en Sibelius (4 november) en niet te vergeten Schumanns Concertstuk voor vier hoorns? Het mooiste van alles is nog dat deze stukken worden geleid door topdirigenten als Philippe Herreweghe (Raff en Schumann) en Niklas Willén (Scandinavië). De bekende kost wordt door de Vlamingen overigens niet genegeerd: veel Beethoven, Mendelssohn en Berlioz, en ook daar zien we een gelukkige keuze.

Wat fletser dan gebruikelijk

Die Elgar-symfonie waar we het net over hadden wordt overigens een maand later ook nog eens uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest aan de andere zijde van de lage landen (19-22 april), in combinatie met Beethovens Vioolconcert. Verder mag Chef-dirigent Tabachnik in mei zijn Pianoconcert ten doop houden in Drachten en Groningen, maar voor het overige zijn er wat minder bijzondere dingen te vinden dan in voorgaande seizoenen. Wèl alle lof voor het feit dat het NNO aandacht vindt voor de 150e sterfdag van Robert Schumann, een jubileum dat elders door de Mozartmanie lijkt te worden weggevaagd.

Clara Schumann
Clara Schumann

Twee orkesten die hun reputatie niet helemaal waarmaken zijn het Residentieorkest en het Rotterdams Philharmonisch – van beide zou je toch wat meer avontuur verwachten. Een interessant initiatief van het RPh is de ‘vrouwenavond’ op 19 januari 2007, met uitsluitend werk van vrouwelijke componisten. Toch legt die avond wel een probleem bloot, want je kunt je afvragen of sekse een goede basis is om een concert samen te stellen – mij lijkt in ieder geval een combinatie van Clara Schumanns Pianoconcert en Germaine Tailleferres Concertino niet de meest gelukkige.

Krenten uit de pap

Tenslotte een geheel subjectieve selectie van de meest bijzondere concerten van het komende seizoen, met daarin werken die je waarschijnlijk niet snel meer in de zaal zult horen en waarvan de uitvoering een treinreis meer dan rechtvaardigt.

Koninklijk Concertgebouworkest, 24-26 december 2006
O.l.v. Markus Stenz; Jean-Yves Thibaudet, piano

Claude Debussy Orchestral Preludes (orkestratie C. Matthews; Nederlandse Première)
Maurice Ravel Pianoconcert voor de linkerhand
Jan Van Gilse Tweede Symfonie

Eén van de bepalende werken uit de Nederlandse romantiek in een post-Richard-Strauss-stijl, samen met een gelauwerde Debussy-bewerking. En laten we eerlijk zijn: Thibaudet die Ravel speelt is bepaald geen kwelling.

deFilharmonie, 11 (Antwerpen) en 12 mei 2007 (Gent)
O.l.v. Philippe Herreweghe; Lars Vogt, piano
Felix Mendelssohn De Hebriden (Fingalshöhe), op. 26
Ludwig van Beethoven Pianoconcert Nr. 4 in G op. 58
Joachim Raff Symfonie Nr. 8 in A, op. 205, ‘Frühlingsklänge’

Zo zou je graag willen dat onbekend repertoire werd gebracht: door een klasseorkest met een topdirigent. Herreweghe zal, als we op zijn werk met Schumann en Bruckner mogen afgaan, Raff het recht geven dat hij verdient. Samen met Beethovens meest interessante pianoconcert.

Rotterdams Philharmonisch Orkest, 16 en 17 februari 2007
O.l.v. James Sedares; Marien van Staalen, cello
Filmmuziek van Sjostakovitsj, Korngold, Rózsa, Waxman en Herrmann

Een schitterende vergelijking van de meestbetekenende Sovjet- en Hollywoodmuziek uit de jaren dertig en veertig. Verwacht hoogtepunt van de avond: Bernard Herrmanns For the Fallen.

Het Limburgs Symfonieorkest, 18 en 20 januari 2007
O.l.v. Ed Spanjaard; Quirine Viersen, cello
Igor Stravinski Orkestsuite 1 & 2
Henri Dutilleux Celloconcert
Pjotr Tsjaikovski ‘Manfred’ Symfonie

Niet echt heel erg bijzonder qua samenstelling, maar ik verwacht een heel prettige concertavond. ‘Manfred’ wordt tegenwoordig, terecht, steeds vaker weer gespeeld (het Brabants Orkest ‘doet’ ‘m begin februari, bijvoorbeeld) en Stravinski en Dutilleux vormen thematisch een goede begeleiding. En voor Viersen die Dutilleux speelt, wil ik sowieso wel naar Maastricht.

Naast al dit lekkers zullen dit seizoen nog de nodige buitenlandse orkesten de Nederlandse zalen aandoen. Maar daar gaan we later uitgebreider op in. Een vooruitblik op het komende operaseizoen is vanaf morgen op 8WEEKLY te vinden

Muziek / Album

Overeasy zit in de slipstream van Solex

recensie: Overeasy - Bang Your Buck

Eind 2005 verliet Robert Lagendijk na een gênante ruzie de band waarbij hij veertien jaar lang drumde: de Amsterdamse indiegroep Scram C Baby. Het nemen van het besluit tot opstappen zal zijn vergemakkelijkt doordat hij toen al druk was met soloproject Overeasy. Of Lagendijk er artistiek verstandig aan heeft gedaan om voor zichzelf te beginnen zal blijken wanneer dit najaar Scram C Baby’s nieuwe plaat verschijnt. Maar het heeft er nu reeds alle schijn van.

Scram C Baby’s laatste studioalbum, Love Is Not Enough uit 2003, was een heerlijk gruizige en kortademige rockplaat – hun beste tot nu toe. Toch is Overeasy’s debuut Bang Your Buck een stuk interessanter. In de slipstream van Solex, het toch behoorlijk succesvolle sampleproject van Liesbeth Esselink, is Lagendijk allerhande jazz-samples gaan loopen, wat samen met wat elektronica en al dan niet live ingespeelde drums, een plezierig speelse plaat oplevert.

Esselink volgt al vier albums lang een vergelijkbaar procédé. Uit haar eigen tweedehands platenwinkeltje diept ze daarvoor de meest obscure plaatjes als samplevoer op – zo wordt haar bio al sinds het begin samengevat. In zijn tijd als drummer bij Solex heeft Lagendijk dan ook bij haar, zijn ex-geliefde, de kunst afgekeken. Veelzeggend genoeg verschijnt Bang Your Buck op Solex’ label Discmeister en wordt Liesbeth Esselink gecredit voor additional editing, tips & tricks.

Leen- en jatwerk

Bij Solex leidt al het leen- en jatwerk tot flink scheefgegroeide popliedjes. Bij Overeasy is eerder sprake van zorgvuldig in elkaar gezette compositietjes, van telkens een paar minuten lang. Eerder werden de nummers getypeerd als tv- tunes of reclamejingles, maar Lagendijk is helemaal niet op zoek naar de in dat geval broodnodige catchy melodie. Bij hem gaat het om ritmes. En daarvoor overstuurt hij een stukje big band, herhaalt hij een paar noten piano of een een grillig saxofoonloopje, of laat hij een contrabas een vamp spelen.

De tweede helft van Bang Your Buck is de beste. Vanaf het nummer O.V.E.R.E.A.S.Y. doet de Australische vocalist Stuart Brown er zo ongeveer het zwijgen toe. De man met de donkerbruine stem, eerder te horen op Solex’ laatste album The Laughing Stock Of Indie Rock, moest tot dan toe kennelijk zorgen voor een laidback-sfeer. Maar zijn ridicule one-liners, voorgedragen als was hij Maxi Jazz van Faithless, leiden alleen af. Lagendijk is getuige afsluiters Close Encounters Of The Weird Kind en Bang Your Buck inventief genoeg om de aandacht in zijn eentje vast te houden. Dáár wil je meer van horen.

Boeken / Non-fictie

Grote boeken voor een klein kamertje

recensie: Twee lexicons vol misverstanden: Het groot lexicon van misverstanden // Lexicon van medische misverstanden

Boeken zijn op vele manieren te rangschikken: op genre, kleur en/of grootte. Je kunt ze echter ook indelen op bestemming. Voor twee nieuwe lexiconboeken lijkt het kleine kamertje de ideale plaats.

Je hebt grote kleurrijke boeken boordevol foto’s over kunst en cultuur. Die horen thuis op de salontafel. Daarnaast heb je moeilijke literaire werken in zware leren banden. Die horen prominent op ooghoogte in de boekenkast. Ook kennen we de spannende, vlot weglezende thriller. Steevast vinden we die op het nachtkastje terug. Maar we kennen ook nog een andere groep boeken: de boeken die we tegenkomen op het toilet. De moppen van Max Tailleur horen onder andere bij deze groep. Maar ook Het grote lexicon van hardnekkige misverstanden en Lexicon van medische misverstanden misstaan op dit kamertje niet.

Arbitraire keuzes

In Het grote lexicon van hardnekkige misverstanden is een bundeling van de eerder verschenen Lexicon van hardnekkige misverstanden, 500 kapitale blunders, vooroordelen en denkfouten, van avondrood tot zeppelin en Nieuw lexicon van hardnekkige misverstanden, 500 kapitale blunders, vooroordelen en denkfouten, van advent tot zonnebrand. De titels geven al aan dat de schrijvers niet bepaald kort van stof zijn en Het grote lexicon van hardnekkige misverstanden, 1000 kapitale blunders, vooroordelen en denkfouten omvat dan ook meer dan 700 pagina’s feiten en weerlegde fictie. Neem daarbij de bijna 300 pagina’s van het Lexicon van medische misverstanden, vooroordelen, halve waarheden en dubieuze behandelingen van A tot Z en je kunt vele uren doorbrengen op het toilet.

Zoals de titels al aangeven wil men met deze boeken enkele misverstanden uit de weg werken die soms al jarenlang hardnekkig de ronde doen. De vraag is echter of deze misverstanden echt bestaan of dat dat een misverstand is. Zo ontkracht men bijvoorbeeld het ‘misverstand’ dat mannen geen borstkanker kunnen krijgen. Maar volgens mij weet elk nadenkend mens dat mannen uiteraard ook borstkanker kunnen krijgen. Of dat planeten in ellipsvormige banen in plaats van cirkels rond de zon draaien. De keuze van misverstanden is dus op z’n minst arbitrair te noemen.

~

Hedendaags feit is de fictie van morgen

Uiteraard is bij een verzameling als deze altijd sprake van meer en minder aansprekende onderwerpen. Zo heeft de een nu eenmaal meer interesse in de mythes rondom alcohol en alcoholgebruik en de ander verdiept zich liever in de vraag of Wilhelm Tell echt heeft bestaan. Daarom is het ook zo’n geschikt boek voor op het toilet. Je gaat zitten en zoekt snel even een onderwerp dat je boeit. Lezen. Vegen. Doorspoelen. Broek omhoog. En klaar! Maar voor iedereen die graag de alwetende uithangt op feesten en partijen zijn deze bundels uiteraard ook verplichte kost. Want naast de voor de hand liggende misverstanden zoals het misverstand dat alcohol ongezond zou zijn (iets dat ik al jaren bestrijd), staan er ook zeer nuttige wetenswaardigheden in voor de chronische betweter. Zo is het altijd handig om te weten dat Tjaptjoi niet Chinees maar Amerikaans is, Pompei niet onder lava maar onder as werd bedolven en dat er wel degelijk sneller bewogen kan worden dan met de snelheid van het licht.

Bij dit soort lexicons is het natuurlijk altijd de vraag of de geraadpleegde bronnen deze keer dan wel de waarheid spreken. Soms is het namelijk onduidelijk welke bron geloofd moet worden. De geleerden zijn het zelf namelijk ook niet altijd eens. En zo kan een hedendaags feit de fictie van morgen worden. Een misverstand kan nu dan even uit de weg geruimd worden, maar in de toekomst kan die weerlegging misschien wel weer een misverstand genoemd worden. Desalniettemin zijn de lexicons heerlijk wc-boeken die je soms verbazen, soms laten gapen, soms verbijsteren, maar eigenlijk altijd amuseren. We kunnen weer lekker allemaal de pot op.

Het grote lexicon van hardnekkige misverstanden • Walter Kramer & Götz Trenkler • Uitgever: Bert Bakker • Prijs: € 19,95 (paperback) • 735 bladzijden • ISBN 9035130146

Lexicon van medische misverstanden • Werner Bartens• Uitgever: Bert Bakker • Prijs: € 19,95 (paperback) • 239 bladzijden • ISBN 9035129512

Muziek / Album

Scherp en direct

recensie: Cursive - Happy Hollow

Dave Eggers wist in 2000 een kleine schokgolf te veroorzaken met zijn semi-autobiografische boek A Heartbreaking Work of Staggering Genius. In dit boek beschrijft hij hoe hij na het overlijden van zijn ouders de verantwoordelijkheid krijgt voor de opvoeding van zijn broertje. De grens tussen fictie en non-fictie vervaagt in dit boek, waardoor niet duidelijk is waar de waarheid zich bevindt. Eggers groeit op binnen een MTV-generatie en beschrijft zeer persoonlijk de moeilijkheden die daarbij horen. Op de vorige twee platen van emo-rock formatie Cursive werd op een soortgelijke manier met gevoelige thema’s omgegaan. Op Domestica stonden een scheiding en de nasleep daarvan centraal. Op The Ugly Organ sloeg de zelfreflectie toe en nam tekstschrijver Tim Kasher zijn rol in de entertainmentindustrie onder de loep.

Na het succes van The Ugly Organ werd een tijd niks vernomen van dit viertal uit Omaha. Gitarist Ted Stevens maakte een nieuwe plaat met zijn band Mayday. Opperhoofd Kasher was vooral druk met zijn andere band The Good Life. En met uitzondering van de release van de matige b-kant verzamelaar The Difference Between Houses and Homes kwam er weinig nieuws uit het Cursive-kamp. Op internet gingen zelfs berichten rond dat Cursive uit elkaar zou gaan. Niets was minder waar, al heeft celliste Gretta Cohn de band inmiddels verlaten. Maar uiteindelijk bleek Kasher toch tijd gevonden te hebben om een nieuwe plaat neer te pennen.

Scherpe observaties

~

En nu is er dan Happy Hollow, waarop de kenmerkende celloklank van Cohn plaats heeft gemaakt voor een imposante blazerssectie. Deze blazerpartijen zijn gecomponeerd door Nate Wolcot, die ook actief is bij labelgenoot Bright Eyes. Bij Happy Hollow is er wederom gekozen voor een centraal thema. De teksten zijn zeer scherpe observaties van de malaise in ruraal Amerika en de daar heersende religieuze hypocrisie. Middels zeer directe en weinig verhullende stellingen geeft Kasher het katholicisme in de VS er flink van langs. Een thematiek die weinig aan de verbeelding overlaat en daarom een deel van de luisteraars af kan stoten. Zo wordt in het nummer Bad Sects het verhaal beschreven van een godsdienstleraar die te maken krijgt met een homoseksuele leerling. Op dat moment komen de gevoelens die hij al zo lang weg probeerde te stoppen bovendrijven:

Came back in town with a new ideology
Those feelings I tucked away
Threaten the sanctuary
A lifetime of burning culminated in one innocent forbidden touch
I know this is wrong
Cause I’m taught this is wrong

De centrale figuur op deze plaat is Dorothy, een verwijzing naar het personage uit The Wizard of Oz, en haar uiteengespatte ‘American Dream’. Ze sluit haar ogen voor de realiteit en droomt nog altijd van een beter leven in Dorothy at Forthy. Maar in werkelijkheid zit ze zo vastgeroest in burgerlijkheid dat in Dorothy Dreams of Tornadoes de hoop gevestigd wordt op een tornado die uitkomst kan bieden en kan zorgen voor een nieuwe start:

Dorothy, I know you’ve had amazing dreams
We can’t go chasing down each golden street
Each and every rainbow, each passion, each unattainable goal
We’re not in dreamland anymore

Verschil

Hoewel het tempo lager ligt en er zoals gezegd een blazerssectie aan de band is toegevoegd, ligt Happy Hollow muzikaal gezien in het verlengde van de hoekige melodische rock van The Ugly Organ. De nonchalante ritmes van Clint Schnase (drums) vormen nog altijd de basis voor Ted Stevens’ dwarse melodische gitaarpartijen. Het karakteristieke nasale, schreeuwerige stemgeluid van Kasher klonk nog nooit zo urgent als nu. Opvallend is dat het verschil tussen Cursive en het meer pop-gerichte The Good Life op Happy Hollow kleiner is dan voorheen. De band heeft het emo-idioom nu echt achter zich gelaten, en de blazers zorgen voor een fris en uniek geluid. Er is dus maar een conclusie mogelijk: Cursive is in 2006 weer helemaal terug. Met Happy Hollow wordt er na Domestica en The Ugly Organ een heuse hattrick gescoord.

Op 5 september speelt Cursive in de bovenzaal van Paradiso in Amsterdam.

Muziek / Album

Een onevenwichtig karakter

recensie: Chad VanGaalen - Skelliconnection

Op zijn debuut Infiniheart liet Chad VanGaalen in 2005 reeds horen een begenadigd songschrijver te zijn en hij scoorde met Clinically Dead zelfs een bescheiden hit. Bovendien speelde de muzikant het afgelopen jaar samen met namen als Built to Spill, Wolf Parade en The Pixies. Zijn biografie leert ons dat VanGaalen het afgelopen jaar in zijn thuisstudie ook nog de tijd vond om honderden nummers te schrijven.

Lo-fi

~

Het schetsmatige karakter van de stukken op zijn debuut is nog steeds terug te vinden op Skelliconnection. Instrumentale intermezzo’s worden afgewisseld met stevige rocksongs, hoewel intieme ballades de boventoon voeren. Het charmante lo-fi karakter van zijn songs is niet verloren gegaan, iets dat bij veel lo-fi muzikanten wel gebeurt met de tijd. Zijn breekbare zachte ik-fluister-in-je-oor-stemgeluid en de knullige productie verbinden de uiteenlopende muziek van deze Canadees. Die is te vergelijken met de muziek van Andrew Bird of Rogue Wave, maar het lukt VanGaalen niet om de compositorische klasse van deze twee vergelijkbare artiesten te bereiken. Bird slaagt er namelijk in om betere melodieën in zijn muziek te verwerken en de harmonieën van Rogue Wave zijn veel sterker.

Een sterk middenstuk

Het midden van de plaat maakt de meeste indruk. Het aparte stemgebruik in Rolling Thunder en de scheurende mondharmonica in Dead Ends zijn de extra dimensies die dit materiaal boven de middelmaat doen uitstijgen. Met de kitscherige doch sfeervol toegepaste elektronica in Red Hot Drops laat VanGaalen zien dat hij zijn nummers tevens op deze manier in weet te vullen. Met Wind Driving Dogs laat hij zijn blues kant zien en verruilt hij het koude Canada even voor het woeste mid-westen van de Verenigde Staten.

Meer kwaliteitscontrole

Het toevoegen van korte niemendalletjes als Systematic Hearts en Dandruff of de ronkende rock in Flower Gardens is voor mij een raadsel, als uit honderden nummers gekozen kan worden. Het zal vast en zeker een of andere conceptuele reden hebben, al zorgen deze toevoegingen er wel voor dat de plaat een onevenwichtig karakter krijgt. Het is prijzenswaardig dat Chad VanGaalen binnen een jaar alweer een volledige plaat weet uit
te brengen, al is niet al het geselecteerde materiaal even sterk. Door meer kwaliteitscontrole en met meer tijd zou zijn volgende album wel eens verrassend sterk kunnen zijn. Met Skelliconnection weet hij zich maar ten dele te onderscheiden van het grote aanbod van eigentijdse singer-songwriters.

Muziek / Album

Originaliteit ontbreekt

recensie: De Rosa - Mend

Schotland was eind jaren negentig een broedplaats voor excentrieke indiemuziek met bands als Mogwai, Belle & Sebastian, Arab Strap en The Delgados. Het in Glasgow gevestigde platenlabel Chemikal Underground vervulde een belangrijke rol in dit alles. Naast het uitbrengen van lokale artiesten kwamen ze in 2000 zelfs met een 12’’ van het toen nog onbekende New Yorkse Interpol. Het label stond op dat moment midden in de scene. Tot op een gegeven moment artiesten het nest begonnen te verlaten en acts als Mogwai, Aerogramme en Magoo kans zagen om hun muziek ergens anders uit te brengen. Schotland werd overschaduwd door het succes van bands uit het Verenigd Koninkrijk en Canada. Met het enorme succes van Franz Ferdinand is Glasgow weer een stad die meetelt en schijnt het licht weer op lokaal talent zoals De Rosa.

Sterke opening

~

Met de release Mend van De Rosa probeert Chemikal Underground zich weer in de schijnwerper te plaatsen van de hedendaagse alternatieve gitaarmuziek. Het kenmerkende Schotse accent dat we van Aidan Moffat van Arab Strap kennen is ook te horen bij vocalist Martin Henry. Op dit debuut laten de drie heren van De Rosa een dwars en gruizig geluid horen waarin de slonzige gitaren van Pavement doorklinken. Openingstrack Father’s Eyes neemt ritmisch een aantal onverwachte wendingen met als uitsmijter een nerveus refrein. De keuze voor een sobere productie geeft genoeg ruimte om de muzikale details goed door te laten klinken. Camera laat simpele, pakkende loopjes horen met een traditioneel stop-and-go refrein dat doet denken aan The Pixies. Een instrumentaal intermezzo vol gitaargeweld knalt uit de speakers alvorens het refrein nog een aantal keer wordt herhaald.

Weinig originaliteit

Helaas blijkt de rest van de cd minder sterk te zijn. Zoals misschien al opvalt lijkt De Rosa op veel bands en weten ze deze invloeden goed in hun eigen muziek in te passen. Hiermee wordt daarentegen het probleem meteen evident, het ontbreekt aan een eigen geluid. De noise-gitaren kennen we natuurlijk al van Sonic Youth en het breekbare New Lanark doet te sterk denken aan Death Cab for Cutie met zijn meeslepende drums en transparant gitaargeluid. Wanneer de hogere vocale regionen worden opgezocht lijkt Ben Gibbard van Death Cab haast mee geschreven te hebben. Met het nummer All Saints Day lijkt de band zich te revancheren, maar de mannen helpen dit nummer eigenhandig om zeep met een ontzettend suf refrein. En natuurlijk laat men de akoestische gitaren ook niet in de kast staan, wat resulteert in het obligate Hopes and Jokes of het te simplistische Hattonrig Pit Disaster. Tevergeefs wordt nog geprobeerd dit nummer extra cachet mee te geven door tekstueel te refereren aan een lokale mijnramp.

Beklijven

In de elf tracks die Mend kent laat De Rosa horen een aantal bovengemiddelde nummers te hebben geschreven, maar lukt het de Schotse band niet te beklijven. Om een groter publiek te bereiken moeten de heren toch een eigenzinniger geluid creëren en zich vooral richten op de snellere, nerveuze songs die het begin van de plaat kleuren. Chemikal Underground is met de release van dit debuut dus nog niet helemaal ‘back in business’.

Film / Films

Herinneringen aan vroeger

recensie: Everything is Illuminated

Toch niet in de bioscoop verschenen, nu geruisloos op dvd gedumpt: Everything is Illuminated (2005) is het regiedebuut van acteur Liev Schreiber en gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Jonathan Safran Foer. Weinig van wat er in te zien valt is terug te lezen in het boek. Toch is de film vermakelijk en sympathiek en blijft de geest van het boek recht overeind staan. Dat is knap aangezien het boek onverfilmbaar lijkt en vooral te danken aan het ingenieuze script van Schreiber zelf.

~

Jonathan Safran Foer (over-the-top nerderig geportretteerd door Elijah Wood) is een jonge Amerikaanse jood die in de Oekraïne op zoek gaat naar een vrouw. Deze vrouw staat naast zijn overleden grootvader op een vergeelde foto die hij mee heeft genomen. Volgens Jonathan moet dit de vrouw geweest zijn die zijn opa behoedde voor de nazi’s en hem deed besluiten naar Amerika te emigreren. Of hier liefde bij betrokken was weet Jonathan niet. Het enige wat hij weet is dat de vrouw Augustine heet, dat ze naar alle waarschijnlijkheid in het dorpje Trachimbrod woont en dat ze haar opa een amulet heeft meegegeven, waarschijnlijk als aandenken. Deze amulet heeft Jonathan ook meegenomen op reis.

Familiegeschiedenis

Naast de zoektocht van Jonathan is er een tweede verhaallijn, waarin de jonge tolk van Jonathan, genaamd Alex, op zijn eigen onverwachte verleden stuit. Samen met zijn opa en zijn hond gaan Jonathan en Alex in een oude Trabant op het Oekraïense platteland ieder op zoek naar hun eigen roots. De een is er op voorbereid, de ander duidelijk niet en dat heeft uiteindelijk een hartverscheurende climax tot gevolg.

~

Waar het boek vooral veel van je eigen inbeeldingsvermogen verlangt, wordt in de film alles helder uitgelegd. Eigenlijk zijn alleen het thema en de personages hetzelfde als in het boek. Als de zoektocht afgelopen is, eindigt de film. In het boek is dat al reeds op de helft. Dat komt doordat in het boek ook nog flashbacks naar het Oekraïne van de Tweede Wereldoorlog en het Oekraïne van de achttiende eeuw verwerkt zijn. In de film is dit weggelaten, waardoor de aandacht voor de hoofdpersonen versterkt wordt. Je ziet ze veranderen tijdens én dankzij hun reis, wat aangeeft dat Everything is Illuminated eigenlijk een roadmovie is geworden.

Beste huisdier

Alex (Eugene Hutz) is net als in het boek hilarisch. Zijn spraakverwarrend Engels accent is niet zo komisch als in het boek, maar het blijft een prachtig karakter, vooral door zijn nieuwsgierigheid in alles wat er om hem heen gebeurt en ver van hem vandaan, bijvoorbeeld in zijn droomland Amerika. Toch wordt de show gestolen door grootvader (Boris Leskin) en gek genoeg door de hond met de lange achternaam: Sammy Davis Junior Junior. Grootvader is ontroerend als hij slaapt, eet en huilt; een zielig figuur die duidelijk veel heeft meegemaakt. Het meeste viel te lachen om de hond. De hond is net als in het boek volkomen gestoord: rijdt continu tegen Jonathan aan, bijt zijn eigen staart aan gort en springt tegen glazen ramen en ijskasten op. Ik kreeg echt medelijden met dit beestje. Als er een Oscarcategorie was voor ‘beste huisdier’ mag de hond Mikki (zijn echte naam) of zijn trainer het exemplaar van mij zo in ontvangst nemen.

~

De film is niet zo geslaagd als het boek, maar niettemin toch de moeite waard om te gaan zien, ook als je het boek niet gelezen hebt. Het script is origineel en ambitieus, en wijkt veel af van het boek. De beelden en de sfeer zijn wel weer mooie reflecties van het boek. Een heel belangrijk aspect in de film is de muziek. Deze blijft de hele film lang Oost-Europees georiënteerd en varieert van zigeunermuziek tot polka. In het begin is het verfrissend, maar uiteindelijk gaat het wel vervelen, wat mede komt doordat er niet echt subtiel gebruik van wordt gemaakt. Op verkeerde momenten wordt de muziek ingezet en dat is zonde, omdat zo een belangrijke scene makkelijk kan mislukken.

Afwisselend

Zo lijkt de hele film wel te zijn: prachtige, hartverwarmende scenes worden afgewisseld met compleet mislukte scenes. Naast de muziek komt dat door de sleutelfiguur in de film, Alex. Zijn rol is eigenlijk zo moeilijk om te spelen, omdat hij als Alex zowel komisch als gepijnigd moet overkomen. Met zo’n grappig gelaat kan hij wel de komiek uithangen, maar zodra hij dramatiek moet uitstralen, valt de interesse voor dit personage langzaam weg. Toch valt de film in positieve zin op, de geslaagde scènes doen de missers gauw vergeten. Dat het eten van een doodgewone aardappel zonder vlees en jus – dankzij een buitengewoon knap staaltje cinema – zoveel emoties los kan maken is onverwachts. En het lijkt zo verdomd eenvoudig…

Film / Films

Oscar Wilde aan de Italiaanse kust

recensie: A Good Woman

.

~

A Good Woman (2004) is gebaseerd op Lady Windermere’s Fan, een toneelstuk van Oscar Wilde dat zich afspeelt in Londen aan het eind van de negentiende eeuw en zich voltrekt in 24 uur. Voor de film is het verhaal verplaatst naar de Italiaanse kustplaats Amalfi, de tijd naar de jaren dertig en de duur verlengd naar een paar weken. Het toneelstuk was destijds bedoeld als satire, maar daarvan is in deze film (en tijd) niets terug te zien. Het is meer een komische dramafilm geworden.

Casting

Helaas komt de film wat moeilijk op gang en duurt het een poos voordat je met de personages begint mee te leven. Daarnaast weten de hoofdrolspelers niet echt te overtuigen. Helen Hunt (Mrs. Erlynne) komt veel te sympathiek over om een overtuigende, op geld beluste mannenverslindster neer te zetten. Met haar hulpeloze blik en het gewicht van typecasting in andere films lijkt ze gewoon totaal niet op haar plek in deze film. Verder is Scarlett Johansson (Meg) net iets té kinderlijk naïef en Mark Umbers (Robert) zo’n saai inhoudsloos figuur dat je niet snapt waarom Meg zoveel van hem houdt.

~

Veel charmanter is Lord Darlington (Stephen Campbell Moore), die Meg constant probeert te verleiden. Het eerste gedeelte van de film hoop je dan ook eigenlijk dat ze er met hem vandoor zal gaan. Ook de karikaturale Britse inwoners van Amalfi die hun dagen roddelend en filosoferend over de liefde doorbrengen zijn een stuk vermakelijker dan de hoofdpersonages. Gelukkig is er wel voor gekozen de Amerikaanse actrices gewoon Amerikanen te laten spelen zodat ze niet tussen de andere Britten een krampachtig Engels accent hoeven op te zetten.

Aardig tussendoortje

Over het algemeen kabbelt het verhaaltje rustig voort, maar de film heeft nog wel een leuke plotwending in petto. A Good Woman is geschoten in prachtige Italiaanse landschappen, zit vol mooie sets en kostuums en weet over het algemeen redelijk te vermaken. Verder bevat de dvd geen bijzondere extra’s, wat de film een aardig tussendoortje maakt, maar geen opmerkelijk hoogstandje.

Theater / Achtergrond
special: Verslag van theaterfestival Boulevard 2006

Multidisciplinair zwerven op Bossche Boulevard

Theaterfestival Boulevard, het grootste theaterevenement dat Noord-Brabant rijk is, is afgelopen. In totaal werden 32.000 entreekaartjes verkocht. Van 4 tot en met 13 augustus waren er voorstellingen te zien van zo’n zestig verschillende gezelschappen en ensembles, waaronder De Wetten van Kepler, Drieons, Het Syndicaat en Productiehuis Brabant. De producties speelden zich af op de belangrijkste podia in ‘s-Hertogenbosch, maar ook op een aantal geheime locaties. Natuurlijk was 8WEEKLY van de partij.

~

10 augustus

Tip voor alle theaterbezoekers: trek alvorens je de deur uit gaat twee dezelfde sokken aan en een broek met veel zakken. En wellicht kan schoon ondergoed ook geen kwaad. Veel theatermakers verwachten namelijk commitment van hun publiek. Zonder morren dien je dus zo hier en daar je schoenen bij de ingang van de zaal achter te laten, als betrad je een moskee. Ook je tas mag vaak niet mee. Men fluistert in je oor: “Weet je zeker dat je mee wilt?” Toch iets naakter en minder jezelf schuifel je vervolgens naar binnen, het onbekende tegemoet. Soms waad je in het donker door het water, soms kruip je door het zand, soms krijg je iets in je mond, meestal valt het reuze mee. Het heeft wel wat van een survival of een schoolreisje. Maar dan leuker.

Het Syndicaat – Waanzin

Foto: Madelon van de Pas
Foto: Madelon van de Pas

In Waanzin proberen twee mannen het woord van God te verkondigen. Ze arriveren in een hilarisch klein autootje, de relimobiel, volgepakt met de meest onwaarschijnlijke apparaten en twee gitaren. De ene is misschien wel een engel. Of is het een waanzinnige? De andere probeert de raadselachtige woorden van de engel behulpzaam te vertalen voor ons, het publiek. Of is hij misschien gewoon een handige handelaar? De dialoog die zo ontstaat is scherp, suggestief en vooral heel erg grappig. De twee lijken elkaar nodig te hebben om iets te kunnen vertellen en te creëren. Het is een zoeken naar een evenwicht tussen gezond verstand en fantasie, tussen het bewuste en het onbewuste. De waanzin wordt in banen geleid, maar ook gekoesterd om het vonkje goddelijkheid niet te verliezen. De vibes moeten worden omgezet in iets tastbaars, dus worden allerlei huishoudelijke apparaten ingezet, die immers de hemel op aarde beloven. En ook maken ze muziek. Van tijd tot tijd zingen ze samen een gospel. Soms gaat dat vals en te hard, maar soms -meestal onverwacht- is dat adembenemend mooi en ontstaat er een klein wonder ondanks hun schijnbaar vruchteloze geredder. Het is ook dankzij het sterke en intense spel van de twee acteurs, met name van Niek van der Horst, dat deze voorstelling zo’n mooi evenwicht vindt tussen gekte en eenvoud, tussen humor en diepzinnigheid. (Ellen op de Weegh)

Dries Verhoeven – De grote beweging

~

De grote beweging is een film waarin de geschiedenis van de mensheid wordt verteld. “Maar,” zo zegt Dries Verhoeven tijdens zijn welkomstwoord, “we gaan zodadelijk een unieke film zien die na vandaag nooit meer te zien zal zijn.” Toch theater dus. Een kleine container, veelbelovend bevestigd aan een grote hijskraan, fungeert als gelegenheidsbioscoop. Het verhaal, in het Chinees verteld door een vrouwelijke voice-over, begint met het ontstaan van het heelal en eindigt op de dag van vandaag.

De filmbeelden die je ziet verschillen op het eerste gezicht maar weinig van het alledaagse stadsbeeld wat je zag alvorens je naar binnen stapte. Je ziet een bonte stoet van mensen die zijn weg zoekt over het plein. Maar door verschillende subtiele ingrepen – het verhaal dat wordt verteld, het vertragen en terugdraaien van de beelden – word je je scherp bewust van een aantal dingen die niet bij je op zijn gekomen toen je zonet zelf nog over het plein liep. Je wordt je bewust van het toeval, van het wonder van het moment, van de tijd, van de oneindigheid en de eindigheid, van waan en werkelijkheid, van de relativiteit, van je eigen menselijke, beperkte manier van kijken. Net nog stond je daar zelf middenin dit fascinerende verhaal, en je hebt niets gezien. De grote beweging speelt met deze wonderlijke thema’s, en tovert ze met humor en vernuft tevoorschijn uit alledaagse beelden, een opsomming van bekende wetenschappelijke feitjes en een droge ondertiteling. Grote klasse. (Ellen op de Weegh)

Tuig – Tocht

~

Tocht is een voorstelling die je als toeschouwer zelf moet maken. Op een mooie plaats aan de gracht is een ingenieuze tunnel gebouwd, waar je naar binnen loopt en waar je vervolgens van alles kan laten gebeuren. Er zijn knoppen om op te duwen, hendels om aan te trekken, schommels om op te zitten, zakjes met geurende inhoud, stofjes om aan te voelen, glazen flessen met heerlijkheden voor op je tong en nog veel meer. Al je zintuigen worden geprikkeld. Er zijn mooie vondsten bij, zoals een woud van draaideurtjes dat bepaalt welke richting je kiest, een dichte verrekijker waardoor je toch kan zien en een orgeltje waarin je een zelfgemaakt pondskaartje af kan spelen.

Misschien lag het aan de regenachtige avond -de tunnel had geen dak- of leidden mijn medebezoekers me af. Misschien bracht ik de concentratie niet op door het ontbreken van donker, stilte of spots. Maar deze installatie, hoewel hij er prachtig uit zag, kon me maar moeilijk raken. De indrukken waren te willekeurig en prikkelden mijn verbeelding niet. Ik luidde een buizenklokkenspel, daarna vond ik anijs in een zakje. En verder? Er was genoeg te beleven en te zien, maar ik vond geen verband, verhaal of vervoering. Bij de ingang had ik overigens al wel mijn handtekening gezet onder: Betreden op eigen risico. Wie er precies aansprakelijk is voor mijn vruchteloze zoeken laat ik dus maar even in het midden. (Ellen op de Weegh)

9 augustus

Ook als je aan een van de vele tafeltjes onder de bomen van de Parade zit, is er genoeg te genieten op de Boulevard. Het koude drankje en de puntzak Vlaamse friet smaken er goed. Het kleurrijke festivalpubliek, van gesoigneerde Bossche dames tot woest gedreadlockte avonturiers, trekt gemoedelijk aan je voorbij.

Boukje Schweigman – Dreef

Wrevel, Weef, Ruim. In de titels van de projecten van de jonge theatermaakster Boukje Schweigman staat geen letter te veel. Ook de voorstellingen zelf zijn suggestief en subtiel. Dreef heet haar nieuwste productie, die zich afspeelt in een drijvend decor in het weidse Boschebroek. Samen met een klein groepje toeschouwers – allen voor de gelegenheid in stoere rubberlaarzen gestoken – word je op een mooie geheimzinnige tocht naar de waterkant geleid. Daar ontmoet je twee wezens die zijn opgedoken uit de diepte.

Foto: Ben van Duin
Foto: Ben van Duin

De acteurs hebben geen tekst, maar met hun intense, fysieke spel komen ze heel dichtbij. Je wordt aangekeken, aangeraakt, bespat, bewogen en bespeeld. De geluiden –een zacht ademen, geborrel, geklots, gebonk- worden in deze mimevoorstelling indringend en veelzeggend. Het is een wonderlijke, kleine wereld waarin je voor even vertoeft, intiem en onontkoombaar. Een wereld tussen water en hemel, boven en onder, tussen het bekende en het vreemde. Van de beelden die zich voor je ogen afspelen kun je een eigen verhaal maken. De verrassingen en fysieke sensaties die je ondergaat – gefluister in je oor, water op je huid, gesnuffel aan je wang, het drijven onder je voeten – helpen je daarbij en dwingen je soms daartoe. Af en toe zijn de stiltes wat lang en is het tempo wat traag. Maar, zo lijkt het spel te vertellen, geduld, overgave en openheid zijn wenselijk tijdens de ontmoeting met het vreemde. Als je, zoals een van mijn medebezoekers, vreselijk baalt van de druppels op je trui en alsmaar op je horloge kijkt, blijft het vreemde waarschijnlijk enkel vreemd en gaat er veel moois aan je neus voorbij. (Ellen op de Weegh)

6 augustus

Op het plein voor de Sint Jacobskerk staat een handjevol toeschouwers te wachten op wat er komen gaat tijdens de avondvullende première van Station Zuid. Voor de deuren verschijnt zo nu en dan -met de mobiel in de hand- de choreograaf van deze voorstelling met nog een paar andere mensen van het jonge gezelschap. De toeschouwers wachten geduldig af wanneer het startsein wordt gegeven. Om acht uur precies worden de poorten van de kerk geopend…

Station Zuid – The Recital

Foto: Gemma van Linden
Foto: Gemma van Linden

Een verhoogd podium met daarop drie dansers. Ze liggen voor dood op de grond, zitten rustig op een stoel en lopen nerveus rond. De zangeres zet haar muzikale begeleiding in en de dansers komen langzaam in beweging. Als toeschouwer sta je dicht op de uitvoerenden en het valt dan ook op dat de dansers zeer gespannen zijn in hun bewegingen. Tussen de dansers en de muzikanten is er duidelijk interactie. Gedurende de gehele voorstelling zijn een violist, zanger en harpist op het podium te zien. In het programmaboekje vertelt choreograaf Stephen Shropshire dat hij een sfeer wil creëren van een intieme ruimte. Lichaamsdelen bewegen onafhankelijk en vliegen alle kanten op. Deze manier van bewegen komt sterk overeen met de stijl van choreograaf Itzik Galili. Het vormt een groot contrast met de serene uitstraling van de kerk.

Naarmate de bewegingen wilder worden en er meer gebruik wordt gemaakt van armen, benen, hoofden en bovenlichamen valt het steeds meer op dat de dansers nog niet zo goed op elkaar ingespeeld zijn, ze zijn te afwachtend. Deze choreografie is zeker niet abstract. Spiritualiteit, woede, angst, liefde en bezinning lopen als een rode draad door de voorstelling heen. Omdat er veel emoties door elkaar heen lopen, is het moeilijk de hoofdthema’s eruit te pikken. Symbolische objecten, rode en zwarte rozetten helpen de toeschouwer aan het einde van de voorstelling begrijpen dat de kern uiteindelijk respect en liefde is. (Natasja Smit)

Hanneke Kuijpers – Screentest

Door de drukte van de mensen en horecagelegenheden heen, is het nog knap lastig om op het festivalplein de caravan van Hanneke Kuipers te vinden. Nadat de bezoeker van het festival door de lamellen van beeldend kunstenaar Guusje Kaaijk is gelopen, komt men uiteindelijk aan bij twee caravans die op het eerste gezicht heel wat hebben doorstaan. Voor de caravan staat een dame met een modern, donker en lang kapsel. Ze lacht de toeschouwers vriendelijk toe, uitnodigend.

De portretten van kunstenaar Hanneke Kuijpers zijn smaakvol, warm, koud, liefdevol, afstandelijk, mooi, lelijk, vreemd en uitnodigend. Kuijpers heeft haar opleiding voltooid aan St Joost en aan het Sandberg Instituut. Haar kunstwerken zijn met name gericht op fotografie en performance. In al haar werken staat de mens uit het dagelijks leven centraal. Modellen die poseren voor glossy magazines zul je niet aantreffen in haar werk.

Ook voor dit project, Screentest, is ze op zoek naar echte mensen. Het is de bedoeling dat de bezoeker actief deelneemt en een minishoot laat maken van zichzelf, in de caravan. Vóór de caravan is er niets te bekijken of te doen dus trek de stoute schoenen aan en laat je verassen. Eenmaal in de caravan word je met enkele objecten en make-up omgetoverd tot iets bijzonders. Kuijpers legt dit kunstzinnig beeld vast op de gevoelige plaat. Even heb je het gevoel een professioneel fotomodel te zijn. Na deze screentest bestaat de kans dat je wordt geselecteerd voor een vervolg shoot, en verder deel mag nemen aan haar project. (Natasja Smit)

5 augustus

Op het centrale festivalplein vertoont de Tuimelaar zijn kunsten. Het is een levende versie van dat speelgoed dat je wel van vroeger kent: van de bovenkant een man, en van de onderkant een enorme bal. De bal is op zo’n manier verzwaard dat de man nooit om kan vallen, maar op vervaarlijke wijze en met een ietwat bezorgde blik in zijn ogen van de ene naar de andere kant schommelt. Het publiek mag hem in beweging zetten door hem aan zijn hand voorover te trekken. Zijn exploitant, een nogal schofterig figuur, laadt hem na een paar minuten op een steekwagen om hem naar de volgende locatie te vervoeren. Je stelt je voor dat hij doodongelukkig is in zijn slavernij – maar ja, wegrennen kan hij niet…

Productiehuis Brabant / Renske van den Broek – Nakomelingen

~

Op een afgelegen veldje naast een boerderij staan twee broers een potje te voetballen. De nadruk ligt op ‘potje’: ze maken er een theatrale aangelegenheid van, met schwalbes, gele kaarten, vedettegedrag, onterechte wissels, kortom het hele circus dat zo kenmerkend is voor mannelijke interactie (de plaagstootjes, de competitiedrift, de overdrijving). De openingsscène van Nakomelingen zet op haarscherpe wijze de warme relatie tussen de broers neer, en legt het fundament voor het sluipende conflict dat zich later steeds meer openbaart. De twee broers in het stuk wonen al hun hele leven op de boerderij. De jongste wil dolgraag weg, de ruimte in met een zelfgebouwde moo rocket, de oudste wil het liefst gewoon blijven en voor zijn geliefde melkkoe Maria zorgen.

De voorstelling speelt zich af op en rondom een boerderij vlak buiten ‘s-Hertogenbosch. Het publiek loopt telkens achter de acteurs aan, en daardoor krijgt het geheel een wat filmisch karakter. Als theaterbezoeker ben je één ruimte en één afstand tot de spelers gewend, terwijl die zaken in Nakomelingen volledig dynamisch zijn. De locatie is op fantastische wijze gebruikt: een lege silo doet dienst als maanraket, een ingerichte veekar als woonkamer.

Het verhaal ontvouwt zich in korte, absurdistische scènes. De acteurs zijn uitstekend, de teksten (geheel tijdens het proces tot stand gekomen) hilarisch. Regisseuse Renske van den Broek legt prachtige details in haar voorstelling: wandtegeltjes in de koeienstal, een schrijftafeltje met schemerlamp op de hooizolder. Het stuk weet die brille niet helemaal tot het einde vast te houden: het centrale conflict wordt uiteindelijk te letterlijk benoemd en het einde is te abrupt en dramaturgisch onbevredigend. Dat doet gelukkig niets af aan de kracht van de rest van het stuk; op Van Warmerdam-achtige wijze weet Van den Broek het magisch-absurdistische met het kneuterige te verenigen. (Marijn Lems)

4 augustus

Op festival Boulevard zie je je nogal eens genoodzaakt van de pendelbussen gebruik te maken. Gelukkig is ook dit jaar busgids Frits weer van de partij om dit alles in goede banen te leiden. Gehuld in chauffeursoutfit en staand op een klein persoonlijk podium verkondigt hij op luide toon de bestemming van de gereedstaande bus. Het was mooi geweest als hij ook tijdens de rit even in mijn oor had getetterd – verdiept in het programmaboekje stapte ik zomaar een halte te laat uit…

Theatergroep Drieons – Brenda & Marcel

Voor de jongste voorstelling van het huisgezelschap van Theater De NWE Vorst heeft gastchoreografe Pia Meuthen zich laten inspireren door de filmklassieker Una giornata particolare. Net als in die film bloeit in Brenda & Marcel iets moois op tussen een huisvrouw en haar (over)buurman, die even kennis komt maken.

Als eerste valt de locatie op; een rommelige huiskamer vol speelgoed en ontbijtartikelen, aan de achterkant afgeschermd door drie gordijnen, waarop aan het begin van de voorstelling oorlogsbeelden worden vertoond. De ruimte kenmerkt zich door een aantal ijzeren pilaren die een mooi contrast bieden met de huiselijke uitstraling, maar wel af en toe het zicht op de dansers belemmeren.

Fotograaf: Joep Lennarts
Fotograaf: Joep Lennarts

Wanneer Marcel de huiskamer binnentreedt, valt één van de gordijnen naar de grond, en er is dan ook een duidelijk element van gevaar aanwezig in de choreografie die zich ontvouwt tussen Brenda en hem. Een mooi spel van afstoten en aantrekken volgt – de lichaamstaal zegt alles, de flarden tekst zijn opzettelijk nietszeggend. Als de intimiteit echter haar hoogtepunt bereikt, wordt zij ruw verstoord door het snerpende geluid van Marcels mobieltje. Het is een vriend van Marcel – en hij zit overduidelijk in de problemen. In een prachtige scène probeert Brenda het contact met Marcel te herstellen, terwijl hij op steeds geagiteerdere toon zijn vriend tot kalmte probeert te manen.

Uiteindelijk valt het laatste gordijn naar beneden en dringt de buitenwereld binnen in de vorm van Marcels vriend, een opgekropte bal woede en gewelddadige vertwijfeling. Er is geen plaats meer voor idylle als de wereld in brand staat. Door de nadruk op de sociale verschillen doet het einde van de voorstelling in sfeer denken aan Matthieu Kassovitz’ profetische La haine – je kan je proberen te verstoppen in je huiskamer, maar onder de oppervlakte broeit la precarité. (Marijn Lems)

Tips

Tijdens Festival Boulevard zijn ook voorstellingen te zien, die wij eerder zagen, zoals: vsprs (tijdens Holland Festival), Paradiso, stad van de toekomst en Broeders (tijdens Over het IJ Festival).

Film / Films

Een pyrrusoverwinning

recensie: The Wind That Shakes the Barley

Ken Loach’ The Wind That Shakes the Barley – dit jaar de winnaar van de Gouden Palm voor beste film in Cannes – is een waardig monument voor de Ierse onafhankelijkheidsstrijd. Maar de film roept door Loach’ realistische methode en zijn voorspelbare afhandeling wel wat vragen op.

~

The Wind That Shakes the Barley is een historische film over de Ierse onafhankelijkheidsstrijd aan het begin van de twintigste eeuw. De film volgt de bekering en politieke bewustwording van de Ierse student Damien (Cillian Murphy). Na het zien van een gewelddadige afranseling door Britse huurlingen besluit hij zijn studie medicijnen op te geven en zich met zijn broer aan te sluiten bij het Iers Republikeinse Leger. De film focust zich vervolgens op de Ierse strijd tegen het Britse bezettingsleger en de interne strubbelingen die plaatsvinden nadat de Britten vertrekken.

Stijl van verzet

De film past naadloos in Loach’ sociaalbewogen oeuvre. Land and Freedom (1995) is de film die het meest overeenkomt in structuur. In die film wordt de Spaanse Burgeroorlog belicht vanuit het perspectief van een idealistische Britse vrijwilliger die uiteindelijk gedesillusioneerd raakt door de oorlog. Loach heeft met de thriller Hidden Agenda (1990) al de problemen in Noord-Ierland behandeld en levert in die film felle kritiek op de slinkse politiek van het Thatcher-regime, die in zijn actualiteit erg effectief is.

~

Qua signatuur is Loach nog steeds trouw aan een realistische stijl die voor hem gelijk staat aan het ondubbelzinnige vastleggen van onrecht en sociale problematiek. Zijn films hebben allen dezelfde esthetiek (alhoewel de socialistische Loach de term waarschijnlijk ongeschikt zou vinden) die gezien kan worden als een geëngageerd objectief realisme. De Gouden Palm lijkt daarmee voornamelijk te zijn uitgereikt wegens Loachs langdurige idealistische visie en stilistische standvastigheid die uniek is in een industrie waar het soms alleen maar lijkt te gaan om vermaak en glamour.

Want alle goede bedoelingen ten spijt is The Wind That Shakes the Barley niet geheel geslaagd. Loach’ film is voorspelbaar en weet je vreemd genoeg niet altijd te raken, ondanks scènes die in hun realisme erg direct zijn. Het is alsof Loach door zijn terugkomende ideologische positionering al het vlees en bloed uit zijn personages heeft gehaald; ze vormen slechts pionnen in een spel over morele en politieke dilemma’s. De complexiteit van de personages en hun ontwikkeling zijn enigszins beperkt. De Britten zijn bijzonder eendimensionaal. Een kleine uitzondering vormt een Britse officier die tijdens een kruisverhoor praat over de loopgraven van de Somme.

Blauwogige martelaar

Cillian Murphy is als Damian in het verloop van de film een pure idealist die op bepaalde momenten voor een dilemma komt te staan, maar trouw blijft aan zijn denkbeelden. Zijn zuivere blauwogige voorkomen en humane zachtzinnigheid versterken dat beeld. Als er na de onafhankelijkheid een strijd uitbreekt tussen de gematigde Nationalisten en de progressieve socialisten is het duidelijk dat Damian kiest voor zijn idealen in plaats van het compromis. Zijn broer kiest voor het door de Britten opgestelde bestand, waar Ierland onafhankelijk mag zijn op voorwaarde dat het noorden van Ierland Brits blijft. De kloof die tussen de broers ontstaat wordt de aanleiding voor een nieuw gewelddadig conflict waarbij Damian zich uiteindelijk opoffert.

~

Loachs sympathie voor Damian blijft gedurende deze wending onwrikbaar en het verraad van idealen wordt daarmee gezien als de grote tragedie binnen de Ierse geschiedenis. En met dat gegeven herhaalt Loach zich in zijn morele en politieke rechtlijnigheid zoals aan het einde van Land and Freedom. De film hanteert de esthetiek en iconografie van een nobel gedenkteken, maar mist spanning en ambiguïteit. Daarmee is The Wind That Shakes the Barley een gepast monument voor de Ierse onafhankelijkheidsstrijd, maar verder weinig meer dan dat.