Dan stuurt de stem je het weidse vlakke land daarachter in. Langs een kaarsrecht pad van betonnen platen, dat achter de horizon lijkt te verdwijnen. Links strekken zich akkers uit, rechts ook, maar dan bezet door enorme windmolens. Boven je een immense hemel, bezaaid met grillige wolken, voortgedreven door de wind. Met iedere meter wandelen voel je jezelf als individu verder slinken tot een nietige speelbal in een episch gevecht tussen de grootsheid van Moeder Aarde en de megalomanie van de mens.
‘Ik wil dat mijn deelnemers in een trance raken’
En dat is ook precies het effect dat Tom Tieman, de maker van Oudeschip, wil bereiken. Zijn theatrale luisterwandeling duurt ongeveer een uur, en daar kun je als deelnemer niets aan veranderen. Je kunt het geluid in de koptelefoon niet pauzeren, om even uit te rusten en de omgeving in je op te nemen. Tieman is de baas. Hij bepaalt waar je stil moet staan, waarom, en wat je daar moet zien. ‘Ik wil dat je in een trance raakt, en je daardoor laat meevoeren’, vertelde hij mij na afloop.
Die keuze maakte hij al eerder, voor de luisterwandeling Huilende bruiden uit 2021, over vervallen herenboerderijen in Oost-Groningen en hun bewoners, want die was hem goed bevallen. Tieman doet eerst jarenlang af en aan onderzoek in de streek of gemeenschap die hem is gaan fascineren, voordat hij die eert met een artistieke productie. Tegen die tijd weet hij zoveel, en is hij zo overtuigd geraakt van de boodschap die hij wil vertellen, dat hij van ons verlangt dat wij gewoon naar hem luisteren, zonder iets terug te zeggen, of zelf te interveniëren.
Tieman heeft zijn casus meesterlijk gekozen
Die keuze is het oerrecht van de maker. Maar he’d better deliver, als hij zoveel ruimte voor zichzelf opeist. En Tieman levert uitbundig, daar kan geen twijfel over bestaan. Oudeschip is een onverwacht gelaagde en genuanceerde vertelling geworden over een hypermodern, en toch ook weer eeuwenoud gevecht: dat van de mens, tussen wat hij voor zichzelf wil, en wat hij als nummer in een collectief helpt verwezenlijken, via zijn werkgevers, en de bestuurders die hij deels zelf in hun ambt heeft gestemd.
Tieman heeft zijn casus meesterlijk gekozen. Oudeschip ligt hemelsbreed een paar kilometer landinwaarts van de Eemshaven verwijderd. De naam verwijst naar het ontstaan van het dorp. Op de nabije kust strandde in 1760 het zeilschip Azia. Bemanning en omwonenden sjouwden het wrak over de zeedijk heen de polder in, en betrokken het als woning. Toen de Azia te zeer was verrot om er in te wonen, werd het schip vervangen door huizen.
De burgemeester kondigde in 1979 een ‘ontvolkingsproces’ aan
Ruim een eeuw lang bleef Oudeschip een vrijhaven voor smokkel en piraterij. Openbare bestuurders en politieagenten kwamen er nooit – pas in 1884 werd de eerste weg naar het dorp aangelegd. Toen bijna een eeuw later, in 1973, de bestuurders hun Eemshaven bouwden, wilden zij het dorp, dat zij toch al zo lang hardnekkig hadden genegeerd, opofferen aan de verdere expansie van dit nieuwe project. De toenmalige burgemeester kondigde in 1979 een ‘ontvolkingsproces’ aan, dat in 1985 voltooid had moeten zijn.
De schaarse wegen vielen vol gaten omdat de overheid het onderhoud staakte, en de straatverlichting ging voorgoed uit. Gevolg was, dat ook veel inwoners hun woningen lieten verslonzen. Een tiental huizen ging in vlammen op, vermoedelijk in een poging de brandverzekering tot een uitkering te bewegen. Maar de timing van de bestuurders had niet slechter kunnen zijn: 1973 was het jaar van de oliecrisis, het begin van een diepe en jarenlange economische malaise. In de gloednieuwe Eemshaven was niets te doen. Laat staan dat hij zou moeten uitbreiden.
‘Die vrijheid, de ruimte, en dan ook nog betaalbaar, vormden een unieke kans’
Nieuwe avonturiers kochten de lege huizen in Oudeschip op, voor een habbekrats. Zoals Akke de Groot en haar man. Zij kochten een oud schippershuisje, knapten dat op en breidden het uit met een zelfgebouwde vleugel – een proces dat jaren in beslag nam. ‘Hier konden we helemaal ons eigen ding doen’, vertelt Akke tijdens de luisterwandeling. ‘Die vrijheid, de ruimte – en betaalbaar. Dit was een unieke kans.’ De haven was toen nog een ‘gezellige buurman’, vertelt Tieman. ‘De reuring van de haven op afstand, in zicht, heeft iets’, aldus De Groot.
Tussen de haven en Oudeschip ligt de Oostpolder. Het is vruchtbare landbouwgrond, waar aardappelen en uien worden geteeld. Jarno Rietema boert daar, net als zijn vader en grootvader. In Oudeschip vertelt hij over de scholekster die ieder jaar op een van zijn akkers nestelt, en waar hij met zijn tractor steevast met een grote boog omheen rijdt. Rietema weet niet precies hoe lang de vogel al in zijn leven is. ‘Scholeksters worden 35 à 40 jaar oud.’ Hij heeft hem Brutus gedoopt – een ode aan de natuur die de boer in staat stelt zijn werk te doen.
Thuis heeft Rietman multomappen vol plannen die nooit zijn uitgevoerd
De grote vraag is hoe lang nog. Google heeft zijn oog op het gebied laten vallen. Het huidige serverpark beslaat al dertig hectare, in de haven zelf. Maar de Amerikaanse techreus wil er nog zo’n veertig hectare bij voor een nog groter park, een hyperscale. Rietema denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen. Thuis heeft hij multomappen vol plannen van en voor de Eemshaven uit de afgelopen vijftig jaar, die allemaal nooit zijn gerealiseerd.
Oudeschip biedt ons een geheel nieuw perspectief op dé uitdaging voor de mens: de klimaatcrisis. Wij zien die al jaren in een frame van goed tegen kwaad: Shell versus windmolens, steenkoolcentrales versus zonnepanelen, agro-industrie versus kleinschalige biologische landbouw. Maar deze luisterwandeling leert ons dat de realiteit onvergelijkelijk veel complexer is.
De Oudeschippers zijn grofweg fifty-fifty vóór en tegen de Eemshaven
Wat de bestuurders met de Eemshaven van plan zijn, zit in de goede kant van ons frame. De haven moet een draaischrijf en aanjager worden in de ‘transitie’ naar schone energie. Alleen laat Tieman ons zien dat de nieuwe industrie die daarmee gepaard gaat, net zo problematisch is als de oude die zij vervangt. De opmars van elektrische auto’s en warmtepompen vergt krachtcentrales en een stroomnet, die qua grootschaligheid en invloed op de leefomgeving niet wezenlijk onderdoen voor de mijnen, hoogovens en raffinaderijen van weleer.
Het tweede nieuwe inzicht dat deze luisterwandeling ons biedt, betreft de slachtoffers van de transitie. Ons frame doet ons voetstoots aannemen dat alle 130 inwoners van Oudeschip zich als één man verzetten tegen de expansie van de Eemshaven. Niets is echter minder waar. De inwoners zijn grofweg fifty-fifty verdeeld. De nieuwkomers, zoals Akke de Groot en haar man, zijn overwegend tegen.
Tieman vervangt ons klimaatframe door een nieuw criterium: leefbaarheid
Maar Oudeschippers zoals Jarne Rietema, die in het dorp geboren en getogen zijn, zijn veel milder gestemd, of zelfs ronduit fans van de Eemshaven. Ontvolking, grootschalige glastuinbouw, en nu dan weer die energietransitie: zij zien al generaties lang het ene na het andere megalomane plan voor het gebied komen en gaan, en denken, vermoedelijk terecht, dat het hun tijd wel zal duren. Zij zijn gewend geraakt aan die reusachtige buurman tussen hun dorp en de zee, en zien hem niet langer als een bedreiging. Eerder als een bron van werk en welvaart.
Door zijn grondige onderzoek heeft Tieman kunnen ontsnappen aan ons simplistische klimaatframe, en dat kunnen vervangen door een nieuw criterium: leefbaarheid. Tijdens de luisterwandeling vraagt hij zijn gesprekspartners talloze malen wat leefbaarheid voor ieder van hen betekent. Is het de vrijheid die Akke de Groot en haar man nastreven? De doodse stilte en inktzwarte nachtelijke duisternis van de Oostpolder, waar je de sterren kunt zien als bijna nergens elders in Nederland? Of is het de werkgelegenheid die de Eemshaven biedt, en het perspectief op groei en vooruitgang?
De geboren en getogen Oudeschippers kreeg Tieman niet zomaar te spreken
Tieman geeft ons het antwoord niet, hij laat ons achter met die vragen en de sterk uiteenlopende antwoorden die de Oudeschippers daarop geven. Met dat nieuwe perspectief. Tenslotte moeten wij die vragen zelf ook leren beantwoorden, ieder voor onszelf, vanuit onze eigen particuliere omstandigheden. Dat is de grote verdienste van Oudeschip, dat deze luisterwandeling ons dat inzicht bijbrengt.
Hij eindigt in het Dorpshuis Diggelschip, waar de inwoners iedere zaterdagavond patat kunnen komen eten. Aan de bar zitten steevast de geboren en getogen Oudeschippers. Die kreeg Tieman niet zomaar te spreken voor Oudeschip. ‘De meesten van hen wilden niet met mij praten.’ Pas toen ze zagen hoe vaak en hoe lang hij kwam, hoe serieus hij hun dorp nam, ging een aantal van hen alsnog overstag. Tot dat moment had hij alleen contact gehad met de andere helft van het dorp. ‘Maar dat waren allemaal anti-Eemshaven-activisten. En ik wilde iedereen spreken, ook dat andere verhaal horen.’
Dat is hem goed gelukt, en heeft Oudeschip voor ons tot een veel rijkere ervaring gemaakt.
Van films naar theater, en ook andersom: de modus operandi van Tom Tieman
Tom Tieman is van huis uit een documentairemaker die negen films op zijn naam heeft staan. Met Oudeschip, Huilende bruiden en enkele andere projecten betreedt hij de arena van de live performing arts. Kunstenaars worden steeds meer multidisciplinair, maar ik ken geen andere documentairemaker die zich aan theater waagt, zoals zijn eerdere werk Ruimtereis – SHELTER (2023). En daarbij laat hij het niet. Interessant is, dat hij af en toe ook dezelfde weg terug aflegt. Zo vloeide uit de luisterwandeling Huilende bruiden een documentaire voort.
Tieman sluit niet uit dat Oudeschip eveneens tot een film zal leiden. Maar hij overweegt ook andersoortige artistieke vertakkingen. ‘Binnenkort ga ik een toernee van lezingen organiseren’, vertelt hij na afloop van Oudeschip boven een bord patat in het Dorpshuis Diggelschip. ‘Ik ben benieuwd of dat voor mij werkt, zelf de performer zijn voor een live publiek.’ Hij zou ook graag zijn luisterwandelingen tot apps bewerken. ‘Daar bestaat al een platform voor, ECHOES genaamd.’
In app-vorm wordt een luisterwandeling een virtuele gedenksteen
In hun huidige vorm zijn Huilende bruiden en Oudeschip moeilijk te herhalen. Iedere herneming moet opnieuw worden geproduceerd, met alles wat daarbij komt kijken: de financiering, partners zoeken, locaties vastleggen, koptelefoons regelen en uitdelen, de route bewaken. Binnen dat netwerk van afspraken is een editie ook maar beperkt uit te breiden, als het onverwacht goed loopt. De première van Oudeschip besloeg tien dagen, met timeslots van 9.00 uur ’s ochtends tot 16.00 uur ’s middags, in de periode 15 februari 2025 tot en met 2 maart 2025. Al die slots raakten uitverkocht; maar er konden maar twee extra dagen aan de reeks worden vastgeplakt – 8 en 9 maart 2025, die algauw óók waren uitverkocht.
Als ze in een app-vorm kunnen worden gegoten, komen de luisterwandelingen in principe eeuwig beschikbaar, en kunnen wij ze maken zo vaak we willen, op de momenten die ons het beste uitkomen. Met onze eigen smartphone, en eigen earpods of koptelefoon. Een luisterwandeling als Oudeschip wordt dan een virtuele pendant van een monument of gedenksteen: een plek in het digitale universum waarnaar je steeds kunt terugkeren.
Een ander interessant aspect aan Tiemans modus operandi is dat hij al enkele jaren samenwerkt met een creatief producent, Jaukje van Wonderen. Een creatief producent beperkt zich niet tot de productie, tot de zakelijke kanten van een voorstelling, maar is ook volwaardig partner in het artistieke proces. Dat laatste lijkt een open deur: hoe kun je nou effectief produceren zonder die creatieve rol? Toch krijgen creatieve producenten in Nederland zelden de erkenning die zij verdienen.
Met zijn creatief producent heeft Tieman een artistieke kruisbestuiving
Hoe ziet die creatieve rol er precies uit? Dat verschilt per kunstenaar, vertelt Van Wonderen. ‘Mijn bijdrage aan Oudeschip was vooral de vertaling van Toms artistieke ideeën in de aanvragen die we moesten schrijven voor de publieke en private sponsors van dit project. Maar wat mij daarbij zeer hielp, is dat Tom zelf goed kan schrijven. Veel makers kunnen dat juist niet, en dan kan ik die vertaling ook veel moeilijker maken.’
De samenwerking met zijn creatief producent werkte ook de andere kant op, vertelt Tieman. ‘Als ik eenmaal begeesterd raak door een artistiek idee, heb ik vaak te weinig oog voor de praktische uitvoerbaarheid daarvan. Daar wijst Jaukje mij dan weer op. Samen komen we dan tot een artistieke oplossing die ook nog te produceren is.’ In dat proces heeft Tieman profijt van zijn eerste métier. ‘Als filmmaker raak je vanzelf getraind om vanaf het allereerste begin je artistieke concept te formuleren, en voortdurend aan te scherpen. Dat eisen nu eenmaal de omroepen, streamers en fondsen aan wie wij onze projecten moeten slijten.’ |