Tag Archief van: Theater

Theater / Voorstelling

Suzan Seegers maakt indruk als Piaf

recensie: Piaf de musical

Aan de bekende Franse zangeres Edith Piaf, de vrouw die van niets spijt heeft, is opnieuw een Nederlandse musical gewijd. Op 13 oktober ging Piaf de musical in première met Susan Seegers in de hoofdrol.

‘Non je ne regrette rien’ is een Frans chanson dat iedereen wel kent, maar wat is het verhaal achter chansonnière Edith Piaf?

Tussen leven en dood

Piaf wil sterven in Parijs, maar dat gebeurt niet. Ze sterft in een gehucht ver van Parijs, beseft nog niet helemaal dat ze dood is en staat oog in oog met de figuren van haar tarotkaarten: de dood, de dwaas, de engel en de duivel. Ze is letterlijk en figuurlijk ‘onderweg’, want haar man transporteert haar in een ambulance naar Parijs, zodat ze daar dood gevonden kan worden.

Piaf kijkt dan terug op haar leven, dat zeker niet over rozen is gegaan. Ze zingt op straat, om geld te verdienen en haar lichaam niet te hoeven verkopen. Hier vindt ze haar beste vriendin en uiteindelijk wordt ze ontdekt als zangeres. Dan wordt ze wereldberoemd, desondanks zit het leven haar niet mee. Haar reuma wordt steeds erger en haar leven staat in het teken van verlies, iets waar ze niet goed mee om kan gaan.

Een mooie vertolking

foto: Annemieke van der Togt

Suzan Seegers weet de reis van Piafs leven geloofwaardig neer te zetten als zowel jonge als oude Piaf. Het verval zet langzaam in en Suzan weet dit mooi gestalte te geven.

Piaf (Suzan Seegers) kijkt terug op haar leven aan de hand van de tarotkaarten die ze telkens legt: de dood (Cystine Carreon) , de dwaas (Hein Gerrits) , de engel (Thomas Cammaert) en de duivel (Job Bovenlander). Het is een kleine musical, dus dit zijn ook meteen alle acteurs. Naast deze figuren spelen de andere acteurs ook alle andere ondersteunende rollen die er zijn: van de verschillende echtgenoten van Piaf tot haar beste vriendin en haar managers. Er wordt goed geschakeld tussen de rollen en ze staan als een huis. Dat komt echt door het spel van de acteurs, want bij een rolwisseling wordt niet een ander kostuum gebruikt.

Cammaert en Carreon steken er, naast Seegers, met kop en schouders bovenuit. Hun Frans is overtuigend, het acteerwerk ook en zeker hun zangkunsten vallen op. Zij tillen met z’n drieën de musical naar een hoger niveau.

Weer Piaf

De musical van De Theater BV is een nieuwe Nederlandse productie, maar niet over een nieuw onderwerp. In 1999 bracht V&V entertainment namelijk al een musical over Piaf met Liesbeth List in de hoofdrol. Voor die rol won List de (eerste) Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol. In 2009 ging de voorstelling in reprise. Deze musical van De Theater BV is echter een totaal nieuwe,  geregisseerd door Martin Michel met teksten van Allard Blom. Of het leven van Piaf wéér een nieuwe musical waard is, kan deze recensent niet inschatten, want hij heeft de voorgaande musicals niet gezien.

Hoe dan ook, het levensverhaal van Edith Piaf heeft stof genoeg voor een mooie en indrukwekkende musical. De voorstelling staat als een huis door de vertolking van Piaf door Susan Seegers. Piaf de musical is creatief neergezet en spreekt ook een publiek aan dat Piaf niet of nauwelijks kent.

Theater / Voorstelling

Suzan Seegers maakt indruk als Piaf

recensie: Piaf de musical

Aan de bekende Franse zangeres Edith Piaf, de vrouw die van niets spijt heeft, is opnieuw een Nederlandse musical gewijd. Op 13 oktober ging Piaf de musical in première met Susan Seegers in de hoofdrol.

‘Non je ne regrette rien’ is een Frans chanson dat iedereen wel kent, maar wat is het verhaal achter chansonnière Edith Piaf?

Tussen leven en dood

Piaf wil sterven in Parijs, maar dat gebeurt niet. Ze sterft in een gehucht ver van Parijs, beseft nog niet helemaal dat ze dood is en staat oog in oog met de figuren van haar tarotkaarten: de dood, de dwaas, de engel en de duivel. Ze is letterlijk en figuurlijk ‘onderweg’, want haar man transporteert haar in een ambulance naar Parijs, zodat ze daar dood gevonden kan worden.

Piaf kijkt dan terug op haar leven, dat zeker niet over rozen is gegaan. Ze zingt op straat, om geld te verdienen en haar lichaam niet te hoeven verkopen. Hier vindt ze haar beste vriendin en uiteindelijk wordt ze ontdekt als zangeres. Dan wordt ze wereldberoemd, desondanks zit het leven haar niet mee. Haar reuma wordt steeds erger en haar leven staat in het teken van verlies, iets waar ze niet goed mee om kan gaan.

Een mooie vertolking

foto: Annemieke van der Togt

Suzan Seegers weet de reis van Piafs leven geloofwaardig neer te zetten als zowel jonge als oude Piaf. Het verval zet langzaam in en Suzan weet dit mooi gestalte te geven.

Piaf (Suzan Seegers) kijkt terug op haar leven aan de hand van de tarotkaarten die ze telkens legt: de dood (Cystine Carreon) , de dwaas (Hein Gerrits) , de engel (Thomas Cammaert) en de duivel (Job Bovenlander). Het is een kleine musical, dus dit zijn ook meteen alle acteurs. Naast deze figuren spelen de andere acteurs ook alle andere ondersteunende rollen die er zijn: van de verschillende echtgenoten van Piaf tot haar beste vriendin en haar managers. Er wordt goed geschakeld tussen de rollen en ze staan als een huis. Dat komt echt door het spel van de acteurs, want bij een rolwisseling wordt niet een ander kostuum gebruikt.

Cammaert en Carreon steken er, naast Seegers, met kop en schouders bovenuit. Hun Frans is overtuigend, het acteerwerk ook en zeker hun zangkunsten vallen op. Zij tillen met z’n drieën de musical naar een hoger niveau.

Weer Piaf

De musical van De Theater BV is een nieuwe Nederlandse productie, maar niet over een nieuw onderwerp. In 1999 bracht V&V entertainment namelijk al een musical over Piaf met Liesbeth List in de hoofdrol. Voor die rol won List de (eerste) Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol. In 2009 ging de voorstelling in reprise. Deze musical van De Theater BV is echter een totaal nieuwe,  geregisseerd door Martin Michel met teksten van Allard Blom. Of het leven van Piaf wéér een nieuwe musical waard is, kan deze recensent niet inschatten, want hij heeft de voorgaande musicals niet gezien.

Hoe dan ook, het levensverhaal van Edith Piaf heeft stof genoeg voor een mooie en indrukwekkende musical. De voorstelling staat als een huis door de vertolking van Piaf door Susan Seegers. Piaf de musical is creatief neergezet en spreekt ook een publiek aan dat Piaf niet of nauwelijks kent.

Theater / Voorstelling

De slaafgemaakte die niet breekt

recensie: De smeekbede – Kobra Theaterproducties

Vanuit het comfortabele achttiende-eeuwse Nederland bezien vormen slaafgemaakten in Suriname een anonieme massa. Met de aangrijpende en oogstrelende productie De smeekbede geeft Kobra Theaterproducties een zwarte vrouw en haar verwanten namen en gezichten. Deze voorstelling over het slavernijverleden is in één moeite door een noodkreet: zie ons, luister naar ons, erken ons.

Danser Rohiet Tjon Poen Gie is gehuld in rode kleren, laag over laag over laag. Zijn hijgende adem wordt versterkt, terwijl hij op de zware beat van de muziek een combinatie brengt van breakdance, streetdance, hiphop en modern ballet. Daarbij ontwijkt de danser grote, met bloed besmeurde rotsblokken die aan lange touwen boven de speelvloer hangen.

Die bloedrode rotsblokken staan symbool voor de ondraaglijk zware last die de slavenarbeid vormde in het Suriname van voorbije eeuwen. Onontkoombaar. En die last hing de slaafgemaakten altijd als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Tussen, onder, langs die rotsblokken brengen vier spelers het verhaal van de zwarte Dédé, door de Nederlanders ‘Willemijn’ genoemd, en haar leven op een koffieplantage. Dédé heeft echt bestaan, ze leefde in de achttiende en negentiende eeuw. Lianne Damen heeft haar verhaal bewerkt tot de roman De smeekbede (2020).

Vrijkopen

Met achterlating van haar zoon moet Dédé in het kielzog van een Nederlandse vrouw mee naar Nederland. Dankzij de heersende wetgeving wordt ze daar uiteindelijk vrij. Ze kan terug naar Paramaribo. In 1795 schrijft de vrijgemaakte Dédé vanuit Suriname een brief aan haar voormalige meester die inmiddels is teruggekeerd naar Nederland. Ze smeekt hem haar zoon vrij te laten. Ze zal hem vrijkopen, voor hem betalen; ze is een en al vriendelijkheid en hoffelijkheid, als haar zoon maar wordt vrijgelaten.

Haar brief, haar smeekbede, komt echter nooit aan, want Engelse kapers maken het schip buit waarmee hij wordt vervoerd. Deze brief is een van de 38.000 Nederlandse brieven die via deze onwaarschijnlijke omweg terechtkomen in The National Archives in Londen. Pas in 1980 krijgen onderzoekers toegang tot deze brieven.

Het boek dat Damen schreef over Dédé en haar brief vormt de basis voor de toneelbewerking van De Smeekbede. Het is een van de vijf nieuwe voorstellingen over het slavernijverleden die dit najaar in première gaan; het is 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte.

Overdonderend

foto: Annemieke van der Togt

Vooral het eerste gedeelte van De smeekbede is overdonderend. Qua spel, qua toneelbeeld, qua muziek, maar vooral ook: voor wat betreft de vertelling. De vier acteurs spelen alle rollen, ook danser Tjon Poen Gie neemt nu en dan een personage voor zijn rekening.

We kijken mee met de Utrechtse jurist Engelbert Kelderman (Krisjan Schellingenhout), die min of meer toevallig de baas wordt van koffieplantage Portorico, met de bedoeling er snel geld te maken voor zijn gezin in Nederland. Op de plantage doen slaafgemaakten het werk. Dédé (een ijzersterke Dionne Verwey) blijkt uitmuntend te kunnen koken, waardoor ze een speciaal plekje verovert als ‘huisslaaf’. Dédé heeft een relatie met ‘veldslaaf’ Quassi, met wie ze een zoon krijgt. Maar Quassi verongelukt, waardoor Dédé’s positie er niet sterker op wordt.

De smeekbede wordt goeddeels gebracht als een vertelling waarvan fragmenten worden uitgespeeld. Sterke ondersteuning van het spel wordt geleverd door de prachtige zang van Francesca Pichel.

Choreografieën

Regisseur Olivier Diepenhorst heeft zich al vaker gestort op het slavernijverleden. Effectief en geestig is de lichaamstaal die Diepenhorst zijn spelers in De smeekbede oplegt. Hij maakt in zijn spelregie ruimte voor langdurige en afwisselende choreografieën (choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie). Werken, koken, liefhebben: het zijn allemaal een soort dansen. Het spel wordt begeleid door muziek, soms ook door geluiden die de spelers zelf maken met stem en lichaam. Grappig, origineel en boeiend.

Een nadeel aan deze voorstelling is dat er wel erg veel personages de revue passeren. En die worden dus allemaal gespeeld door vier mensen. Dat leidt nu en dan tot verwarring; het is soms moeilijk de draad van het verhaal te blijven volgen. Komt bij dat tekstbewerker Maarten van Hinte erg veel uitwijdingen in de voorstelling heeft willen behouden, waardoor het geheel te lang is. Met name de laatste dertig minuten van de twee uur durende voorstelling missen daardoor focus. Dat is jammer, want tot die tijd is deze in alle opzichten aangrijpend en ijzersterk.

Niettemin. De smeekbede vertelt de geschiedenis van een moedige vrouw die onder extreem zware omstandigheden overeind, zichzelf en integer blijft. Dédé/Willemijn breekt niet onder de tirannie van de verschillende blanken die haar ‘bezitten’. Veel van haar wensen gaan in rook op, maar ze wordt geen slachtoffer. Erg bijzonder.

 

Naar het boek van Lianne Damen
Tekstbewerking: Maarten van Hinte
Regie: Olivier Diepenhorst
Spel: Dionne Verwey, Krisjan Schellingerhout, Francesca Pichel, Rohiet Tjon Poen Gie
Muziek: Carista
Choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie
Decor: Lidwien van kempen
Kostuums: Sandro Lima
Fotografie: Annemieke van der Togt

Theater / Voorstelling

Alex Klaasen, het enige paradepaard van stal

recensie: No Ponies - Alex Klaasen

Na zijn succesvolle reeks van Showponies staat Alex Klaasen nu solo op het toneel in No Ponies. Hij wil even wat tijd voor zichzelf nemen, zonder het gehinnik en de druk van de andere paarden. Weet deze eenmansrevue nu ook te boeien?

In No ponies gooit Alex Klaasen het dus over een andere boeg door alleen op het podium te staan. Hij loopt rustig het podium op en laat ons ook meteen weten dat de avond anders gaat zijn dan wij tot nu toe van hem gewend waren.

Het einde aan het begin en het begin aan het einde

In het kader van verwachtingsmanagement wil Klaasen aan het begin het eindapplaus horen, zo komt hij niet voor verrassingen te staan. Het publiek klapt er meteen op los. Dit zet meteen de toon van de show, waarin hij op zoek is naar wat hij écht wil. Het publiek mag vaker even meedoen met de gedachtekronkels van Klaasen en dat doet het met enthousiasme.

De rode draad van de show is de zoektocht naar zichzelf, die voor Klaasen begon in New York vorig jaar. Hij wilde daar rustig een paar maanden wonen om een musical te schrijven, maar dit liep allemaal toch anders dan verwacht en mondde uit in die zoektocht naar zichzelf. Ook in de korte sketches is dit een belangrijk en terugkerend thema voor de personages, van de treinconducteur tot de pierrot en van de zanger tot de spoken word artist.

No ponies is een vlotte voorstelling met cabaret, zang en dans, zoals we van alleskunner Klaasen gewend zijn. Met kostuums en decor pakt hij ook redelijk uit, want elke sketch heeft weer wat anders nodig. Na zeer snelle quick changes zet Klaasen feilloos allerlei typetjes neer en word je als publiek weer gegrepen door een nieuw verhaaltje.

Aan het einde van de show haalt hij een vergelijkbare truc uit als in het begin en dan vallen de stukjes van zijn show en zoektocht op zijn plek. Het is hierdoor een humoristische show, die hier en daar even tot nadenken aanzet.

Zonder ponies

De dynamiek is zonder andere ponies natuurlijk anders, maar het blijft een vlotte voorstelling. Met meer mensen zet je sneller meer grappen of grappige situaties neer. De komische sketches worden nu zorgvuldig en wat langzamer opgebouwd, maar de humor is er niet minder om.

Ook zonder ponies, solo, blijkt Alex Klaasen sterk en weet het publiek te boeien en aan het lachen te krijgen. Zoals Klaasen aan het begin van de show al aangaf, het is iets anders dan wat we van hem gewend zijn. Ook met één paradepaard is de show van Klaasen de moeite waard.

Theater / Voorstelling

Je kunt integreren wat je wilt, maar je kunt je afkomst niet verloochenen

recensie: Disgraced – Black Sheep Can Fly/Het Nationale Theater/Senf Theaters

Hoe integreer je als persoon met een Aziatische moslimachtergrond in het westen? Je laat je naam minder islamitisch klinken. Je camoufleert de geboortegrond van je ouders. Je trouwt een westerse. Maar ondanks dit alles wordt de transformatie van de islamitische topadvocaat Amir Kapoor voor zijn westerse omgeving nooit geloofwaardig in de rommelige voorstelling Disgraced.

Amir en Emily zijn een succesvol echtpaar in Disgraced van toneelschrijver Ayad Akthar (New York, 1970). Amir is topadvocaat bij een gerenommeerd Joods advocatenbureau, Emily is een avantgardistisch kunstenaar die op het punt staat door te breken. Ze wonen in een strak appartement op de elfde verdieping. Zijn omgeven door even succesvolle kennissen, zoals kunstkenner Isaac en collega-jurist Joy.

De enige merkbare dissonant is nichtje Aisha. Zij keert zich af van haar islamitische achtergrond, wil ‘Lotte’ genoemd worden. Oom Amir vindt het allemaal maar raar, hoewel hij zelf in feite hetzelfde heeft gedaan door zijn Arabische naam bij te vijlen en zijn Pakistaanse afkomst te verdoezelen door zich Indiaas te noemen.

Maar niets is wat het lijkt in dit stuk; gaandeweg kantelt alles, van het zelfbeeld van de personages tot de onderlinge verhoudingen. Tijdens een etentje met de kunstkenner en de collega-jurist vallen de maskers af.

Van naturalistisch naar slapstick

De Amerikaans-Pakistaanse toneelschrijver Ayad Akthar kreeg voor Disgraced (2012) de Pulitzer Prize. Met die kennis in het achterhoofd is de vraag waarom deze voorstelling maar niet wil gaan ‘vliegen’. Regisseur is Saman Amini, die ook advocaat Amir speelt; voor spelregie en eindregie tekent Eric de Vroedt.

De regiekeuzes hinken op verschillende gedachten: naturalistisch spel wordt afgewisseld met comedy en slapstick, en zelfs met nu en dan een dansje. Alsof de regisseur niet kan kiezen. Het ‘waarom’ van deze afwisseling wordt niet duidelijk, en bovendien leidt ze af.
Amini speelt Amir naturalistisch, met nu en dan een geinig terzijde. Charlie Chan Dagelet als Emily springt, lacht, schreeuwt, stuitert. June Yanez (Joy) zet afwisselend een koele, en een nogal geëxalteerde jurist neer. Rick Paul van Mulligen becommentarieert zijn eigen personage, kunstkenner Isaac, voortdurend met slapstick-achtige bewegingen; bij Van Mulligen werkt dat goed, deze vorm van ironie maakt van zijn personage iemand die het achter de ellebogen heeft.

Eigenlijk is het enige consistente personage het nichtje Aisha (Selin Akkulak), dat twijfelt over de keuze tussen een islamitische en een westerse identiteit.

De onderliggende boodschap van Disgraced levert acteurs en regisseur een paar lastige hobbels op. Acteurs krijgen lange lappen politieke en maatschappijkritische tekst voor de kiezen. En die teksten schieten van serieus naar komisch, naar clichématig, naar woedend.

Kleuren

Opvallend is het effectieve gebruik van kleuren in kostuums en decor (ontwerp: Dieuweke van Reij). De personages dragen witte, zwarte of grijze kleren en schoenen. Amir begint in lichtgrijs en wit, in zijn kleding sluipen steeds meer donkergrijze en zwarte elementen. Zijn vrouw Emily begint in een zwart kostuum, haar kleding wordt langzaam grijs tot wit.

De schaarse meubels zijn transparant. De witte touwen die het achterhoek vormen, worden heel langzaam zwart. Zo verandert de sfeer gaandeweg van lichtvoetig in grimmig. Zeer fraai.

Buitenstaanders

foto: Annemieke van der Togt

Bij alles wat minder goed gelukt is, blijft de boodschap van het stuk wel degelijk overeind: je kunt integreren wat je wilt, je kunt je afkomst niet verloochenen. De joods-christelijke samenleving eist min of meer van mensen met een islamitische achtergrond dat ze zich aanpassen. Maar zelfs wanneer ze dat serieus proberen, blijven ze buitenstaanders. Moslims komen in de knoop door hun pogingen zich te voegen in een wereld die ze niet met de paplepel ingegoten hebben gekregen. Dat is een serieus en oprecht dilemma: als we met elkaar willen samenleven, moeten we elkaar niet onze normen opleggen, maar iedereen in diens waarde laten.

 

Tekst: Ayad Akhtar
Concept en regie: Saman Amini
Spelregie, eindregie: Eric de Vroedt
Spel: Saman Amini, Charlie Chan Dagelet, Rick Paul van Mulligen, Selin Akkulak, June Yanez
Decor en kostuums: Dieuweke van Reij
Lichtontwerp: Stefan Dijkman
Muziek: Saman Amini
Fotografie: Annemieke van der Togt

 

Muziek / Concert

Spoedcursus ‘Fokko’ in Kampen

recensie: Première theatershow Mijn Hond Is Dood – Fokko

Al bijna drie decennia schrijft Fokko Mellema liedjes. Wat in 1997 op 11-jarige leeftijd startte met een liedje over zijn (niet-bestaande) hond die dood is, bleek het begin van een lange muzikale carrière. Dat lied dat hij toen schreef, heeft hij dit jaar afgemaakt en uitgebracht. Inclusief videoclip die gelijk de eerste AI-videoclip van Nederland is. Een full circle moment voor de singer-songwriter, dus was het tijd voor een theatershow met zijn band om hierbij stil te staan. Zaterdag 23 september was de première in de Stadsgehoorzaal te Kampen, en Malin was er namens 8WEEKLY bij.

Catchy melodieën en humorvolle teksten

Fokko Mellema is songwriter en frontman van de nederrockband Fokko. Voorheen was hij onderdeel van collegerockband Want Want en daarvoor nog gitarist en songwriter bij The Jeremys. Een constante  van deze bands is de tomeloze energie die Fokko uitstraalt, de pakkende melodieën en de humoristische teksten. Die kan je duidelijk herkennen in Want Want’s culthit ‘Kip, Paard, Koe’ en in Fokko’s coronahit ‘Karin Heeft Geen Corona’. Echter, wie nog niet bekend is met Fokko wordt gedurende deze voorstelling meegenomen langs allerlei ins en outs uit het (muzikale) leven van de frontman.

Taartdiagrammen en staafgrafieken

Dat is het doel van de theatershow: terugkijken op bijna drie decennia songwriter-schap. En wat heb je anno 2023 nodig om stil te staan bij het leven? Waar anderen misschien hulp zoeken bij een life coach, zocht Fokko zijn heil in staafgrafieken en taartdiagrammen. Na de avond afgetrapt te hebben met het nummer ‘life coach’, was het dan ook tijd om de diepte in te duiken. Geen enkel onderwerp bleef onbehandeld: welke thema’s werden het vaakst bezongen? Hoe vaak komen er meisjesnamen in zijn liedjes voor? En mannen, worden die niet achtergesteld in zijn muziek? Het zijn maar een paar van de vragen die vernuftig aan de hand van een PowerPoint en de nodige creatieve grafieken worden gepresenteerd.

Diepere analyses worden echter niet geschuwd. Zo werd nog bekeken of bepaalde onderwerpen te koppelen waren aan specifieke levensfases. De daaruit volgende grafiek liet zien dat er drie belangrijke fases zijn in de liedjes van Fokko, door hemzelf betiteld als: 1) stomme meisjes pijn; 2) huilen in de huiskamer; en 3) dertiger dilemma’s. De rest van de theatershow gaat deze fases in chronologische volgorde af, bijbehorende anekdotes en liedjes braaf gecategoriseerd volgens deze driedeling. Van het succes van Want Want, de break-up van de band en belangrijke relaties, tot het hervonden enthousiasme in Fokko en de succesvolle coronahit ‘Karin Heeft Geen Corona’. Onderwerpen als voortplanting, de aanschaf van een ukelele, maar ook rouw worden niet geschuwd. De onafgemaakte liedjes medley, waarin de band enkele nummers die de final cut niet hebben gehaald aan elkaar heeft geregen, én het zelfgemaakte AI nummer van Want Want, waar ze de meest voorkomende akkoorden uit Want Want liedjes hebben gecombineerd met de vijf meest voorkomende woorden, vormen samen de opmerkelijkste hoogtepunten van de show.

Een herkenbare doelgroep

Aan het einde legt Fokko uit dat bands via Spotify hun demografie kunnen onderzoeken. Uit hun eigen analyse bleek de gemiddelde Fokko-luisteraar eigenlijk exact te zijn zoals de bandleden zelf: Nederlandse mannen van 30 à 40. Makkelijk, dacht de band, want ze snappen en begrijpen dan ook echt voor wie ze schrijven. Een snelle blik in de indrukwekkende theaterzaal in Kampen leert echter dat hun publiek een stuk gemengder is. Jongvolwassenen, gezinnen met jonge kinderen, pensionado’s, maar inderdaad ook mannen tussen de 30 en 40 waren op komen dagen om de band te supporten bij hun première. Het is niet verwonderlijk dat de theatershow een breed publiek trekt. De show mengt een flinke portie humor en creativiteit met heerlijke anekdotes en een lijst aan aanstekelijke nummers, en slaagt erin iedereen in de zaal enthousiast te maken. Niet alleen de hardere nummers als ‘stadaarnietzodoeiets’ en ‘ktll’ passeren de revue, maar ook lievere, kleinere nummers als ‘Sanne’ en ‘Liefde’.

De theatershow Mijn Hond Is Dood is leuk voor fans van het eerste uur (oftewel, vanuit het ‘stomme meisjes pijn’ tijdperk) maar ook voor muziekliefhebbers met interesse in humorvolle Nederlandstalige poprock en die nog kennis moeten maken met de band Fokko. Immers, bewapend met zijn band, PowerPoint en bijbehorende analyses geeft Fokko je wel een spoedcursus ‘Fokko’.

Theater / Interview
special: Presentatie hoofdcast musical De 3 Biggetjes
De 3 BiggetjesLisa Wibier

Nostalgie in een nieuw jasje

‘Welkom, Welkom, bij de drie biggetjes!’. K3-fans van het eerste uur kunnen deze hit zonder twijfel meezingen. Het nummer is onlosmakelijk verbonden met de musical De 3 Biggetjes. In 2024 keert de musical terug met de huidige K’tjes Hanne, Marthe en Julia. Op 13 september 2023 werd de volledige hoofdcast bekendgemaakt in het hoofdkantoor van Studio 100 in Schelle. De grote vraag was: wie spelen de wolven en de sluwe vos?

De eerste versie van deze musical stamt uit 2003, met de eerste K3-leden Karen, Kristel en Kathleen in de hoofdrollen. Het bleek een groot succes en de musical werd in 2007 opnieuw op de planken gebracht. Liedjes als ‘Vandaag is het de dag’, ‘Amor’ en ‘Wij zijn gibbertjes’ zijn in het geheugen van een grote groep twintigers gegrift, zo ook in het geheugen van 8WEEKLY-redacteur Lisa. Zij was dus ook zeer benieuwd om te zien welke acteurs de huidige generatie K3-fans zullen meenemen in dit vrolijke liefdesverhaal.

Het verhaal na het sprookje

De 3 Biggetjes speelt zich af na het welbekende sprookje. Wolf Baltimoor heeft na jarenlang blazen het stenen huisje van big Ganda en haar zusjes niet omver gekregen. Verbitterd en gefrustreerd geeft hij jaren later zijn drie zonen de opdracht om de drie biggendochters van Ganda te vangen voor een feestmaal. Helaas voor Baltimoor verloopt de queeste toch anders: de wolven worden verliefd op de drie biggetjes…

Van generatie op generatie

In juni 2023 werd bekend gemaakt dat de succesvolle familiemusical zal terugkeren in 2024. Hanne, Marthe en Julia vertolken uiteraard de biggen Knirri, Knarri en Knorri. Marie Verhulst (dochter van Studio 100-baas Gert Verhulst) speelt konijn Pluisje, die de biggen waarschuwt voor naderend wolvengevaar, en Nurlaila Karim speelt mama big Ganda. Tijdens deze presentatie werd bekend gemaakt dat Michiel de Meyer, Gio Kemper en Louis Thyssen respectievelijk Willie (de stoere wolf), Waldo (de slimme wolf) en Wuppert (de domme wolf) zullen vertolken. Bijzonder detail is dat Louis zijn vader Peter als Wuppert opvolgt. Peter speelde de domme wolf in 2003 en 2007, maar schuift een generatie op en staat nu als vader Baltimoor op het podium. Walter Baele, oftwel ‘van Leemhuyzen’ uit Samson en Gert, speelt vos Loewie.

Feest der herkenning

De castpresentatie was een feestje, waarbij K3 de aftrap verzorgde met De 3 Biggetjes. Hanne, Marthe en Julia zongen vervolgens samen met de drie wolven het vrolijke nummer ‘Verliefd’ gepaard met passende choreografie. De CEO van Studio 100 Anja van Mensel maakte bekend dat er al 90.000 kaarten zijn verkocht en dat er extra avondshows zijn aangekondigd, speciaal gericht op twintigers en dertigers. Daarnaast werd aangekondigd dat er een gloednieuw decor wordt ontworpen en dat de arrangementen en script iets zijn aangepast om het geheel meer van deze tijd te maken. De kostuums en make-up zijn echter nagenoeg gelijk aan de eerdere versies en de liedteksten zijn onaangeroerd, waardoor het geheel ongetwijfeld een trip down memory lane zal zijn voor vele oud-fans. Voor de nieuwe generatie belooft deze musical natuurlijk ook een geweldige ervaring te worden door de kleurrijke kostuums en de vrolijke liedjes. Het verhaal heeft voor iedereen wat wils: van zoete liefdesverklaringen en een carnavalviering tot een heldhaftige reddingsscène.

Interview met de wolvenDe 3 Biggetjes en 8WEEKLY

8WEEKLY heeft na afloop van de presentatie kort gesproken met Michiel De Meyer, Gio Kemper en Louis Thyssen over hun nieuwe rollen. Lisa bekende hierbij ook dat ze als 7-jarige verliefd was op wolf Waldo, waar de acteurs smakelijk om konden gniffelen.

Louis Thyssen heeft veel zin om zijn vader op te volgen als wolf Wuppert. Op de vraag of hij ook open staat voor andere musicalrollen van zijn vader, zoals slechterik Prins Maurice in Doornroosje of Guust Langoust in de Kleine Zeemeermin, antwoordde hij enthousiast: ‘Als ze me bellen sta ik klaar!’.

Michiel de Meyer liet vol overgave enkele moves van wolf Willie zien, die niet onderdoen voor die van voorganger Jan Schepens.

Gio Kemper gaf eerlijk toe dat de rol van slimme wolf Waldo hem niet per se op het lijf geschreven is, de exacte vakken waren niet zijn sterkste punt op school. Desalniettemin heeft hij veel zin om gestalte te geven aan Waldo.

Alle ‘wolven’ vinden het best spannend om voor een gemixt publiek van jonge kinderen en nostalgische twintigers en dertigers te staan. De verwachtingen zijn hooggespannen, maar de acteurs hebben zin om met het vernieuwde script aan de gang te gaan. Het gesprek werd afgesloten met een foto op verzoek van redacteur Lisa, waarbij ze uiteraard naast haar vroegere crush Waldo mocht staan.

Tijd voor repetities

De repetities voor De 3 Biggetjes zullen binnenkort van start gaan. De première staat gepland op 10 februari 2024 in Gent en zal daarna te zien zijn in verschillende grote theaters in Nederland en België.

Scenario: Gert Verhulst, Hans Bourlon, Danny Verbiest, Tijl Dauwe

Muziek: Johan Vanden Eede

Choreografie: Martin Michel

Decor: Carla Janssen Höfelelt

Make up: Wouter Somer, Harold Mertens

Theater / Voorstelling

Liefde in tijden van oorlog

recensie: Antonius & Cleopatra – Shakespeare Theater Diever
Antonius & CleopatraKoen Timmerman

Het is echte liefde, tussen de Romeinse generaal Marcus Antonius en Cleopatra, koningin van Egypte. Ze zijn dol op elkaar, kunnen niet van elkaar afblijven. Maar liefde in tijden van oorlog is gedoemd te mislukken. Zo is Antonius & Cleopatra van Shakespeare Theater Diever een soort antieke Romeo & Julia-geschiedenis – maar dan vrolijk – tegen de achtergrond van een oorlog tussen broederlanden. Voor de goede verstaander is de oorlog tussen Oekraïne en Rusland erin te herkennen.

Na haar liaison met Julius Caesar is de onweerstaanbare en machtige Cleopatra verzeild geraakt in een hartstochtelijke liefdesrelatie met de Romeinse generaal Marcus Antonius. Alleen: het conflict tussen Egypte en Rome smeult al jaren, en bovendien is Antonius in Rome getrouwd met Fulvia. Vanwege het warme liefdesnestje in Alexandrië laat Antonius zijn Romeinse plichten versloffen. Daarmee komt hij natuurlijk niet weg. De keizer fluit hem terug. Rome gaat vóór het meisje.

Oorlogszuchtig tijdsgewricht

William Shakespeares tragedie uit 1606/’07 is oneindig ingewikkeld, wat mede komt doordat Shakespeares verhaal eigenlijk te dicht blijft bij de feitelijke historie uit de eerste eeuw voor Christus. Het verhaal over de liefde tussen twee mensen uit elkaar beconcurrerende volken, tegen de achtergrond van een politiek wespennest.

Zijn Antonius en Cleopatra wordt onder andere daardoor relatief weinig gespeeld: een te ingewikkelde geschiedenis in een oorlogszuchtig en complex tijdsgewricht, bemenst door een wirwar van personages op verschillende locaties. Theatermakers branden zich er niet graag aan.

Plezierige boertigheid

Shakespeare Theater Diever maakt elke zomer in het eigen openluchttheater een vrolijke Shakespeare-bewerking met een combinatie van amateurs en professionals. Vanuit dat perspectief is Antonius & Cleopatra een begrijpelijke keuze, aangezien er veel rollen zijn te vergeven. Deze van oorsprong zeer pijnlijke tragedie is bewerkt tot een vrolijke bijna-komedie, vol plezierige hedendaagse boertigheid.

In de interpretatie van vertaler en regisseur Jack Nieborg is Cleopatra een hysterisch wicht. Een verwend, vulgair nest, dat hevige ziekte voorwendt zodra ze haar zin niet krijgt. Marcus Antonius is een breedgeschouderde mannetjesputter. In de interpretatie van Nieborg laat Antonius zich flink piepelen door zijn baas in Rome, Octavius Ceasar, de zoon van Julius.
Maar voordat het zover is, beleven ze een stormachtige liefdesrelatie waarin Cleopatra de baas is. Bij wijze van statement over die machtsverhouding komt Antonius om te beginnen op in een geil SM-pakje. Hij wordt achternagezeten door Cleopatra, die voorzien is van een leren zweepje. Duidelijker kan Nieborg niet uitleggen hoe de kaarten liggen.

De geschiedenis wil echter dat de strijdende partijen in een zeeslag belanden, waarna de liefde tussen de twee fataal zal blijken.

Ingewikkeld stuk

Antonius en Cleopatra is een rommelig, ingewikkeld en ‘druk’ stuk; dat is in de versie van Nieborg niet anders. De plot is daardoor onvermijdelijk lastig te volgen. Bovendien is de speelvloer – met overal afgebroken zuiltjes en quasi-brokstukken – voorzien van vele drempeltjes en trappetjes. Zo ontstaan voor de acteurs lange, lastige looproutes vol hindernissen die ze steeds moeten nemen.

Ondanks de ingewikkelde plot en het onhandige decor is dit een bijzonder vermakelijke voorstelling. Hedendaagse kwinkslagen in de vertaling door Nieborg maken Shakespeares lappendeken beter te verteren. Zoals ook Shakespeare dat zelf feitelijk deed, zo maakt ook Nieborg voortdurend gebruik van terzijdes tegen het publiek, die de toeschouwer bij de les houden.

Komische interpretatie

Inge Wijers steelt met haar Cleopatra de show. Ze gaat er met lichaam en stem vol in. Cleopatra heeft een hele reeks fantastische kostuums (ontwerp: Margit van der Kamp), en verwisselt vaker van outfit dan Beyoncé. Siebren De van der Schueren als de Romeinse heerser Octavius Caesar zit strak en overtuigend in zijn rol; als hij opkomt daalt direct de ernst neer in deze voorstelling.

Anne Peter van Muijen zet Marcus Antonius eerder neer als een stevig gebouwde sportschoolhouder dan als een lid van de Romeinse elite, maar in de context van deze komische interpretatie van de tragedie past die aanpak wel.

Fraai

Regisseur Nieborg kiest er meermaals voor veel van zijn (25!) acteurs tegelijkertijd op de speelvloer te laten staan en zitten, wat de focus op de hoofdhandeling niet ten goede komt.
Het toneelbeeld is – zoals altijd in Shakespeare Theater Diever – bijzonder fraai, met aan het ene eind een Romeins tempeltje met een driehoekige timpaan er bovenop, en aan het andere eind een Egyptische ruïne met twee hoge beelden van de hond-god Anubis (decorontwerp: Janco van Barneveld).

Elke voorstelling van Shakespeare Theater Diever wordt omlijst en ondersteund door een wandelend orkestje dat extra lucht en vrolijkheid brengt. Vooral de veelzijdige Annemarie de Bie valt daarin op, vanwege zowel haar virtuositeit als vanwege haar geestigheid.

Alleen maar verliezers

Luisterend naar de vertaling en interpretatie van Jack Nieborg vallen de gelijkenissen op met de actuele oorlog die Rusland begon tegen Oekraïne: waar is dit voor nodig? En vooral: wie wordt er beter van? Want zo’n oorlog kent alleen maar verliezers. Misschien is dat de actuele reden voor Nieborg om dit stuk juist nu te willen brengen.

Decorontwerp: Janco van Barneveld
Kostuumontwerp: Margot van der Kamp
Lichtontwerp: Henry van Niel
Muziek: Jan Meiborg

Theater / Interview
special: 25 jaar Ernst, Bobbie en Trend Media

Ernst en Bobbie al 25 jaar soepkippen en vrienden

Zing jij tijdens het schoonmaken ook weleens ‘We maken schoon, schoon, hartstikke schoon’? Of als je iets doms doet: ‘Je bent een soepkip, soep, soep, soeper de soep’. Dan heb je vast warme herinneringen aan Ernst en Bobbie, die onlangs de Buma Kindermuziekprijs in ontvangst mochten nemen. In 25 jaar is er veel veranderd, maar Ernst en Bobbie niet.

Wat maakt dit succesvolle duo zo tijdloos? En hoe hou je 25 jaar samenwerken op hoog niveau leuk? Deze en nog veel meer andere vragen schoten redacteuren Malin en Joris door het hoofd toen ze hoorden dat hun jeugdhelden Ernst en Bobbie, net als 8WEEKLY zelf, dit jaar hun 25-jarig jubileum vieren. Tijd voor een interview dus.

Gewapend met een heleboel vragen, oude foto’s uit het jaar 2000 en zelfs een oud toegangskaartje, gaan Malin en Joris op bezoek bij Trend Media in Utrecht, het productiebedrijf van Erik van Trommel (Ernst) en Gert-Jan van den Ende (Bobbie). Ze mogen dit iconische duo interviewen over de afgelopen 25 jaar en over hun toekomstplannen.

Aan de basis ligt vriendschap

‘Het begon allemaal in de fietsenwinkel van mijn vader in Scheveningen,’ vertelt Gert-Jan, ‘Erik liet daar zijn brommertje repareren en ik had bij mijn vader een bijbaantje. Zo ontstond onze vriendschap.’ Beide jongens hadden bandjes en zijn creatief. Gert-Jan maakte grappige liedjes voor zijn elf jaar jongere zusje. Ook andere mensen vonden hun liedjes erg leuk.

Erik: ‘We wisten dat het Juliana Kinderziekenhuis een tv-zender had voor zieke kinderen. Dat leek ons wel wat en we hebben ons daar als vrijwilligers aangemeld. Toen hebben we veel opgetreden en veel vlieguren gemaakt.’

Gert-Jan: ‘Daar hebben we veel van geleerd. We konden fouten maken en onszelf verbeteren. Toen we later op televisie kwamen vroegen mensen zich af waar wij ineens vandaan kwamen en hoe het kwam dat we zo goed waren. Ernst en Bobbie waren al tien jaar in de maak, voordat ze op tv kwamen. In deze tijd hebben we dus veel kunnen oefenen.’

Aanvankelijk wil geen theater het duo programmeren. Ze zijn ‘niet cultureel genoeg’, vertellen de heren lachend. Ernst, Bobbie en de rest  is dan al populair op televisie en de heren besluiten dan maar een sporthallentour te doen. Dit is een succes. De tv-show blijkt een goed uithangbord voor hun theatershow en om de twee jaar hebben ze een nieuwe show, met de liedjes van televisie. Dit gaat jaren zo door: ‘Wij dachten op een gegeven moment dat de populariteit na 10 jaar wel zou afnemen, maar dat is niet gebeurd.’

Tweede generatie Ernst en Bobbie fans

Redacteuren Malin en Joris in 2000 bij  een theatershow van Ernst en Bobbie

De oude foto’s die Malin en Joris uit hun persoonlijke archief hebben meegenomen, roepen meteen herinneringen op. Gert-Jans oog valt op de telefoon op het podium en hij weet ook al scherp vast te stellen om welke voorstelling het gaat: hun eerste theatershow. Een paar andere foto’s zijn van de tweede. Fans van het eerste uur dus. Ook het gesigneerde toegangskaartje uit 2000 roept herinneringen op: ‘Vroeger printten én sneden we de kaartjes zelf. Kijk, ze zijn niet helemaal recht.’

Dat die eerste generatie fans ondertussen ruim volwassen is, was hun al eerder opgevallen.  Erik: ‘Nu zitten er soms groepjes 25-jarigen in het publiek. Zonder dat ze kinderen mee hebben. In het begin dachten we dat het misschien een opdracht was van een studentenvereniging. Of dat ze kwamen om vervelend te doen. Maar niets is minder waar, ze komen om jeugdherinneringen op te halen en weten alles mee te zingen.’ Hoewel de heren elke twee jaar een nieuwe theatershow bedenken, zijn die liedjes namelijk hetzelfde gebleven – dat zijn allemaal de bekende nummers van de tv-serie.

Gert-Jan vertelt dat hij ook merkt dat het gaat om een specifieke generatie. Van zijn drie kinderen is het met name de 28-jarige Laura bij wie je maar één knopje in hoeft te drukken en ze zingt alle liedjes mee, die kent de teksten haast beter dan Gert-Jan en Erik zelf.  Ze vinden het beiden mooi en grappig om te zien welke invloed zoiets kan hebben op een kinderleven en dat het blijkbaar je hele leven meegaat. Erik legt uit dat ze het ook nooit zo bedoeld hebben, ze waren daar niet mee bezig of met cultuur, maar ze maakten gewoon wat ze zelf leuk vinden en merkten dat kinderen daarom moesten lachen.

Malin constateert dat er nu echt een tweede generatie Ernst en Bobbie fans is opgestaan. Volwassenen die blij zijn als ze zelf een kind krijgen, want dan kunnen ze weer, lekker nostalgisch, naar Ernst en Bobbie. Op die manier is een vriendin van Gert-Jans dochter al drie keer bij een show geweest. Erik knikt instemmend en vindt dat heel bijzonder.

Publieksinteractie als magische formule

Ticket uit het jaar 2000 met handtekeningen

In de 25 jaar dat Gert-Jan en Erik actief zijn als Ernst en Bobbie is er aan hun publiek en de aanpak van hun shows weinig veranderd. Alleen sommige ouders zijn veranderd. Erik: ‘Nu zien we soms ouders die met hun mobieltje in de weer zijn tijdens de show. Dat valt op, want hun hele gezicht is opgelicht door hun telefoon. Die pakken we dan wel eens af. Achteraf krijgen ze die natuurlijk terug.’

De kinderen van rond de zes jaar zijn hetzelfde gebleven, die hebben nog geen telefoon of sociale media en ze hebben weinig last van invloeden van buitenaf. Die doen nog steeds actief mee met de hele show. Gert-Jan en Erik vinden die publieksinteractie het belangrijkste onderdeel van de theatershows, de kinderen moeten vermoeider de zaal verlaten dan zijzelf. Liedjes meezingen, ballen de zaal ingooien, poppenkast acts, alles om het publiek actief te krijgen en te houden. Die formule is al jaren succesvol voor de shows van Ernst en Bobbie, maar ze passen dit idee ook toe binnen de andere concepten van Trend Media. Die interactie is steevast onderdeel van Trend Media shows, of je nu naar Juf Roos, Bing of Checkpoint Theater gaat.

Ernst en Bobbie: internationaal?

Dat de heren hun vak en die magische formule goed door hebben, is te merken aan het succes van hun bedrijf Trend Media. Ze vertellen dat ze blijven kijken naar wat populair is bij kinderen en wat daarvan nog geen theatershow heeft. Vervolgens willen ze dan hun ideeën pitchen bij de makers, zodat ze hopelijk die licentie kunnen krijgen. Erik: ‘Dat is een mooi en spannend proces, want de makers geven ‘hun baby’ uit handen aan ons.’ Gert-Jan: ‘In Nederland helpt onze reputatie als Ernst en Bobbie dan wel, maar soms halen we concepten uit het buitenland en daar kennen ze ons niet. Vaak laten we dan pas in het derde gesprek fragmenten zien van onze eigen shows en dan is men telkens verbaasd en blij verrast.’

Ze nodigen deze buitenlandse makers soms ook uit in hun publiek, en die weten dan niet wat ze overkomt.  Erik: ‘Die interactie en voornamelijk de reactie die dat oproept bij het publiek, dat is ongekend.’ Dit is ook het geval bij de theatershows over Bing, die tv-serie is een groots internationaal succes en er is veel interesse in hun theatershow over het konijn. Onlangs is hun show over Bing zelfs naar Polen gehaald. Gert-Jan vertelt dat dat wel een gaaf gevoel is, dat dan je zelfgemaakte liedjes ineens in het Pools worden opgevoerd.

Samen uit, samen thuis

In 2000 gingen Malin en Joris al als fans op de foto

Herhalingen van de seizoenen van Ernst, Bobbie en de rest zijn nog steeds elke zaterdagochtend op televisie te zien, de theatershows zijn nog steeds uitverkocht en ook online wordt het duo veel bekeken. De formule lijkt dus tijdloos, maar hoe lang kunnen de heren nog door? Kunnen we ooit een vergelijkbare zoektocht als het tv-programma ‘K2 zoekt K3’ kunnen verwachten? Beide heren zijn heel duidelijk: nee. Hun insteek is altijd een ‘samen uit, samen thuis’-verhaal geweest, als de een aangeeft te willen stoppen, dan is dat het einde. Ze zijn niet van plan om opvolgers te zoeken. Erik: ‘We willen door gaan zolang het leuk is en het is leuk zolang er nog enthousiast publiek komt. Maar doorgaan tot ons 96e gaat ook weer wat te ver.’

Erik en Gert-Jan zitten nog vol energie en ideeën voor de producties van Trend Media en juist daardoor blijven ze ook enthousiast optreden als Ernst en Bobbie. Het is een gouden combinatie als werk. Gert-Jan: ‘Voor ons is Ernst en Bobbie meer een hobby geworden. Doordeweeks werken we aan theaterproducties voor ons bedrijf Trend Media en in het weekend, als andere mensen op het sportveld staan, staan wij twee keer een theatershow op te voeren.

Belangrijke les van André van Duin

Erik vertelt dat hij ooit André van Duin heeft ontmoet. Hij legt uit dat hij toen, net als Malin en Joris nu, ook nerveus was, omdat hij ineens oog in oog met zijn idool stond. En wat doe je als je nerveus bent? Dan flap je er soms iets onhandigs uit. Erik: ‘Ik zei door de zenuwen zomaar dat we wilden stoppen op ons hoogtepunt.’  Hierop zei André van Duin dat hij dat onzin vond, je moet stoppen wanneer je het zelf wil of het zelf niet meer leuk vindt. Daarbij, hoe definieer je wat je hoogtepunt is?

Gert-Jan legt uit dat je zelf vaak niet ziet wat het hoogtepunt is: ‘Gaat het dan om kijkcijfers? Dat schommelt en komt altijd met ups and downs. Gaat het om het winnen van bepaalde prijzen? Nee, uiteindelijk is het belangrijkste dat je zelf nog plezier hebt in wat je doet.’ Een les die gedurende het interview vaker naar voren komt.

De toekomst van een iconisch duo

Ook voor Ernst en Bobbie zitten de heren nog vol ideeën. Natuurlijk hebben ze al veel gedaan, van prijswinnende tv- en theatershows, een film, cd’s en zelfs poppen en eigen merchandise. Ze kijken ook verder. Gert-Jan: ‘We hebben onderzocht of een animatieserie iets is, maar dat blijkt toch wat ingewikkeld.’ Ook werden ze getipt, door één van hun contacten bij Studio 100, over Rewind Parties, nostalgische feesten voor volwassen die losgaan bij optredens van hun jeugdhelden, zou dat niet iets zijn voor hen? Erik: ‘Een interessant concept, dat gaan we verder uitzoeken.’

Erik en Gert-Jan vervelen zich dus geen moment en kunnen al hun creativiteit kwijt.  Ze zitten nog vol ideeën en één van de producties gaat dus zelfs internationaal. De basis van Ernst en Bobbie is vriendschap en daar vloeien allerlei ideeën uit voort. Maar hoe blijf je, ook als vrienden, na 25 jaar je werk zo succesvol volhouden? Het geheim: ‘We focussen ons niet op Ernst en Bobbie maar juist op de rest.’

Theater / Voorstelling

Spreid je veren!

recensie: De Mol en de Paradijsvogel - OpusOne

‘Veel acteurs zijn homoseksueel. Bent u dat ook?’ Wat zou jij geantwoord hebben in 1969 op live televisie? Albert Mol werd zo per toeval de eerste Nederlandse openlijk homoseksuele acteur toen hem dit werd gevraagd door Koos Postema in Een Groot Uur U. Een echt Nederlands queer icoon dus. Maar ken jij Albert Mol? Misschien niet, maar De Mol en de Paradijsvogel brengt daar verandering in.

Wat hebben het leven van theater- en tv-icoon Albert Mol en het leven van een queer vluchteling in Nederland met elkaar gemeen? Producent OpusOne brengt deze twee ogenschijnlijk totaal verschillende levens met elkaar in verbinding in de nieuwe Nederlandse musical De Mol en de Paradijsvogel. Beiden zijn op zoek naar hoe ze hun flamboyante zelf kunnen zijn, zonder kritiek uit hun ‘inclusieve’ omgeving. Dat blijkt best lastig, want ook in de Nederlandse gayscene lijkt het oer-Hollandse motto ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’ te gelden. Kun je in de lhbtiq+-gemeenschap echt jezelf zijn of is er ook zoiets als ‘té uitbundig’?

Onbeschaamd queer zijn

In deze musical kijkt een dementerende en stervende Albert Mol in 2004 terug op zijn leven en we zien hoe hij worstelt met zijn seksualiteit en hoe hij op de nationale tv uit de kast komt. Zo discussieert hij met Wim Sonnevelt over zijn publieke geaardheid en krijgt hij het advies om discreet te zijn. Albert Mol blijkt een echte paradijsvogel, maar staat zijn flamboyante karakter zijn carrière in de weg?

Daartegenover staat het verhaal van de Syrische vluchtig Wassim, die na een dragqueenoptreden voor de zoveelste keer in elkaar is geslagen. De vrienden die hem opvangen, twee oudere homoseksuele mannen, vinden dat hij er zelf ook wel om vraagt door zich zo uitbundig te kleden. Is Nederland dan wel zo open minded als het leek?

De twee verhaallijnen zijn goed in elkaar verwoven en door snelle wisselingen is het een vlotte musical die goed te volgen is voor zowel een wat jonger als ouder theaterpubliek. Laus Steenbeeke zet een goede en breekbare Albert Mol neer en Silyan ElKattabi een sterke Wassim.

Goede nieuwe musical

Dit is een nieuwe Nederlandse musical die in 2022 al als werkplaatsvoorstelling werd opgevoerd. De voorstelling ontroert, is grappig, scherp, vernuftig en écht een musical met zang en dans. Het verhaal ontroert natuurlijk, maar dit wordt niet uitgemolken en wordt juist vaak ook luchtig gebracht. Zo zijn de situaties waarin de dementerende Albert Mol zich bevindt niet allemaal schrijnend of indrukwekkend, maar soms ook raar of grappig.

Bovendien is de musical scherp, niet alleen op Nederland dat zichzelf heel inclusief vindt, maar ook op de lhbtiq+-gemeenschap zelf. Wassim is als vluchteling bijna niet queer genoeg, maar als dragqueen vinden zijn homoseksuele vrienden dat hij wel erg ver gaat: ‘wees blij dat we mogen trouwen’. En hoe inclusief is de gayscene als Wassim alleen maar gezien wordt als ‘exotisch hapje’?

Daarnaast is de voorstelling echt een musical, want alle disciplines komen veelvuldig aan bod. Een groepje mannen gehuld in zwart en glitter danst als ensemble met revuepasjes de hele voorstelling door. Er zijn ook diverse muzikale knipogen naar Nederlands theater of muziek, bijvoorbeeld naar Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt in het nummer ‘Spreid je veren’.

De Mol en de Paradijsvogel is een veelzijdige en indrukwekkende musical, geschikt voor wie een musical met queer thematiek wil zien in het kader van Pride en ook voor wie een voorstelling over het leven van Albert Mol wil zien. Wie interesse heeft moet er snel bij zijn, want  in het kader van Pride staat de musical tot en met 6 augustus in het DeLaMar theater. Al zou het mooi zijn als deze musical met een iets langere speelperiode terug zou komen. Want of je nu queer bent of niet, iedereen worstelt wel eens met zichzelf en dit verhaal over identiteit is erg inspirerend.

Theater / Voorstelling

Singspiel voor jong en oud

recensie: Mozarts Zauberflöte - the next generation

Het lijkt wel een Zauberflöte-jaar afgelopen en komend theaterseizoen. Het Singspiel is nu in de theaters te zien in een Nederlandstalige bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen, was in diverse bioscopen al te zien vanuit de MET in New York en is in december wederom te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Eén werk – verschillende interpretaties.

In deze recensie valt het spotlight op de Nederlandstalige voorstelling van Opera2Day en de Theateralliantie, maar eerst iets over het Singspiel zelf.

Het Singspiel

Over het algemeen wordt Die Zauberflöte beschouwd als een vrijmetselaarsopera, hoewel er ook elementen uit de gnostiek (naar het Griekse woord voor kennis) en het humanisme vallen te bespeuren. Om over de invloed van de ideeën uit de Franse revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) nog maar te zwijgen. Mozart was, net als zijn librettist Schikaneder, vrijmetselaar en gooide alle elementen in een smeltkroes. Zo zijn er de drie deuren (rede, natuur en Moeder wijsheid) waarvan de zuilen doen denken aan een vrijmetselaarsloge. De deuren worden geschraagd door zuilen met kapitelen die het mannelijke en vrouwelijke vertegenwoordigen. Eén van de tegenstellingen die het hele Singspiel doorwerken, net als dag en nacht, goed en kwaad. Bijvoorbeeld in de personages Sarastro (zon) en de Koningin van de Nacht (maan). Of Mozart nu echt zo vrouwonvriendelijk was zoals vaak wordt gemeend, valt te betwijfelen. Vergeet bijvoorbeeld het duet ‘Mann und Weib und Weib und Mann reichen an die Gottheit an’ van Papageno en Pamina niet! Wat niet wegneemt dat er in het Singspiel wel degelijk seksistische en racistische (Monostatos!) elementen zitten.

In ieder geval genoeg elementen voor een regisseur om zich op uit te leven en eigen accenten aan te brengen. Zeker voor bewerkers die nog een stap verder gaan dan dat.

De bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen

Het opmerkelijke aan de bewerking van Theu Boermans en Frans van Deursen is dat er aan de ene kant een kaasschaaf over het origineel wordt gehaald en aan de andere kant juist nieuwe, geactualiseerde accenten worden aangebracht.

De kaasschaaf wordt al vanaf de ouverture gehanteerd. Hier zit geen symfonieorkest in de orkestbak, maar een orkest in een uitgedunde bezetting. Dit tot een ensemble gereduceerde orkest is overigens het gerenommeerde LUDWIG, een in 2012 opgericht collectief dat kan krimpen en uitzetten van klein ensemble tot groot orkest. Het staat hier onder leiding van Hernán Schvartzman, die af en toe fraaie accenten legt. Bijvoorbeeld wanneer tovenaar Sarastro zingt (niemand minder dan Huub Claessens). Dan wordt de sonore klank van de fagot uitgelicht, wat zeer raak is, als symbool voor het duistere in de rol van Sarastro. De kaasschaaf is duidelijk ook gehaald over de racistische elementen in het origineel, maar weer minder over de vrouwonvriendelijke. Op deze manier blijft de tweeslachtigheid in het origineel van het libretto zitten, maar dan op een ander niveau. Zo zijn bijvoorbeeld de drie dames die de Koningin van de Nacht vergezellen in de versie van Boermans en Van Deursen vervangen door drie amazones met volle borsten.

Foto: Joris van Bennekom

Extra aangezet is de spraak van de vogelvanger (Jasper van Hofwegen): onvervalst plat Amsterdams. Monostatos (Mike Reus) gebruikt weer slang. De drie knaapjes in het origineel zijn in deze productie drie padvinders met een klappertjespistool. Humor is de opvoering dan ook niet vreemd, evenals een vertaling naar het hier-en-nu. Zo is de vogelvanger op jacht naar ganzen uit derdewereldlanden die zich ophouden in het kroondomein van de Koningin van de Nacht. Geactualiseerde én dystopische accenten, die ook naar voren komen op het moment dat er sprake is van het Vierde Rijk. Accenten die sommige bezoekers misschien, net als sommige grofheden in de tekst, kunnen afschrikken. Dit neemt niet weg dat er ook aandoenlijke elementen te zien zijn. Zo verandert Papagena (Dominique Woerdings) van een vrouw achter een met plastic zakken volgeladen winkelwagentje opeens in een knappe jongedame.

Bijzonder fraai is de projectie van Arjen Klerkx, die de natuur in al haar pracht en kwetsbaarheid toont. De beelden van smeltende gletsjers en opborrelende lava (water en vuur uit het origineel) blijven onrustbarend, al bloeit er wel degelijk nieuw leven uit op. Nieuw, jong leven én liefde – dat is wat ook in de bewerking van Boermans en Van Deursen ondanks alle donkere accenten blijft. Een hoopvol gegeven. Al hoeft dat nu ook weer niet persé te betekenen dat alles wat oud is als afgedaan moet worden beschouwd.

Uiteindelijk kan iedereen in deze productie iets van zijn/haar gading vinden. Liefhebbers van opera, toneelspel, thrillers enzovoort. Jong én oud.