Tag Archief van: landscape

Kunst / Expo binnenland

De wondere wereld van Matisse

recensie: Recensie 'De oase van Matisse'; Stedelijk Museum Amsterdam

In het Stedelijk Museum te Amsterdam is op dit moment een bijzondere tentoonstelling te zien: De oase van Matisse. De grootste tentoonstelling van Henri Matisse (1869-1954) in Nederland ooit.

Wat de tentoonstelling zo bijzonder maakt is de opstelling: de werken van Matisse worden naast kunstwerken van leermeesters, tijdgenoten en navolgers getoond. Zodoende legt het museum de nadruk op de inspiratiebronnen van Matisse, en op Matisse als inspiratiebron zelf.

Wie het werk van Matisse een beetje kent, weet dat zijn oeuvre zeer divers is. Hij was niet alleen actief in de schilder- en beeldhouwkunst, maar ontwierp ook werken van textiel en ramen van gebrandschilderd glas. Waar hij uiteindelijk het meest bekend om werd, is het introduceren van knipseltechniek als volwaardige kunstvorm, waarmee hij zorgde voor een radicale vernieuwing in de kunst.

Vergelijkingen op de begane grond

Henri Matisse, De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez), 1904, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, Düsseldorf. Foto: Walter Klein. © Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

Henri Matisse, De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez), 1904, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, Düsseldorf. Foto: Walter Klein. © Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

De tentoonstelling bestaat uit twee delen. Op de begane grond wordt het werk van Matisse geplaatst naast werk uit de collectie van het Stedelijk. Er worden verbanden gelegd tussen de ontwikkeling van Matisses oeuvre en ontwikkelingen binnen de beeldende kunst. Matisse liet zich gedurende zijn carrière inspireren door veel verschillende kunstenaars, stromingen, stijlen en culturen. Deze inspiratiebronnen worden nu voor het eerst naast het werk van Matisse geplaatst: een unieke context voor zijn oeuvre. Zo wordt het schilderij De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez) van Matisse naast het pointillistische schilderij Zeegezicht met dennen en zeilschepen van Theo van Rijsselberghe gehangen om de invloed van het pointillisme in het werk van Matisse aan te tonen.

Matisse vormde zelf ook een groot inspiratiebron voor andere kunstenaars. Een duidelijk voorbeeld is het werk van Rothko, Untitled (Umber, Blue, Umber Brown) uit 1962. Rothko was geïnspireerd door het kleurgebruik van Matisse, iets wat je volgens het Stedelijk terug kan zien als je dit werk naast Goldfish van Matisse ziet.

Een paradijs van knipsels

Op de bovenverdieping zijn de wereldberoemde knipsels van Matisse te aanschouwen. Vergeleken met de begane grond is het een wereld van verschil. Waar je op de begane grond bijna duizelig wordt van de vele schilderijen, beelden en kleden, gemaakt door verschillende kunstenaars uit uiteenlopende stromingen, kan je op de bovenverdieping tot rust komen en genieten van Matisses grote knipsels. Hier heb je de ruimte en rust om op een bankje weg te dromen in zijn paradijzen. De naam van de tentoonstelling, De oase van Matisse, is gebaseerd op het late stadium van zijn carrière. Matisse was toen op zoek naar een manier om een paradijs vorm te geven. Hij was erg reislustig en tijdens zijn reizen raakte hij onder andere geïnspireerd door de stoffen uit Marokko en de onderwaterwereld van Tahiti. De laatste jaren van zijn leven stortte Matisse zich op het ’tekenen met de schaar’, zoals de kunstenaar het zelf noemde, en beplakte hij alle muren van zijn atelier met knipsels in de vorm van planten en dieren.

Een unieke beleving

De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, 2015, zaalopname. Foto: Gert Jan van Rooij. ©Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, 2015, zaalopname. Foto: Gert Jan van Rooij. ©Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

Al met al vormt de tentoonstelling een toegankelijke weergave van het oeuvre van Matisse. De opzet en grootte van de tentoonstelling zijn uniek, en maken het een bijzondere beleving. Voor de bezoeker met enige kennis van kunstgeschiedenis is de tentoonstelling misschien niet heel verrassend. De verbanden die gelegd worden zijn voor een kunstkenner vrij voor de hand liggend. Desalniettemin is het interessant om te zien hoe veel invloed andere kunstenaars op Matisse hebben gehad, en hoe hij desondanks zijn eigen stijl trouw bleef. Ook al schilderde hij bijvoorbeeld volgens de pointillistische methodiek, het blijft onmiskenbaar een werk van Matisse. En dat is wat er zo uniek is aan Matisse: hoe veel hij zich ook heeft laten beïnvloeden door anderen, je pikt zijn werk er zo tussenuit. Het allermooist blijven toch de zalen met zijn knipsels, waar de tentoonstelling zijn naam eer aan doet. Een betere uitsmijter kan er niet zijn.

Kunst / Expo binnenland

De wondere wereld van Matisse

recensie: Recensie 'De oase van Matisse'; Stedelijk Museum Amsterdam

In het Stedelijk Museum te Amsterdam is op dit moment een bijzondere tentoonstelling te zien: De oase van Matisse. De grootste tentoonstelling van Henri Matisse (1869-1954) in Nederland ooit.

Wat de tentoonstelling zo bijzonder maakt is de opstelling: de werken van Matisse worden naast kunstwerken van leermeesters, tijdgenoten en navolgers getoond. Zodoende legt het museum de nadruk op de inspiratiebronnen van Matisse, en op Matisse als inspiratiebron zelf.

Wie het werk van Matisse een beetje kent, weet dat zijn oeuvre zeer divers is. Hij was niet alleen actief in de schilder- en beeldhouwkunst, maar ontwierp ook werken van textiel en ramen van gebrandschilderd glas. Waar hij uiteindelijk het meest bekend om werd, is het introduceren van knipseltechniek als volwaardige kunstvorm, waarmee hij zorgde voor een radicale vernieuwing in de kunst.

Vergelijkingen op de begane grond

Henri Matisse, De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez), 1904, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, Düsseldorf. Foto: Walter Klein. © Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

Henri Matisse, De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez), 1904, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, Düsseldorf. Foto: Walter Klein. © Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

De tentoonstelling bestaat uit twee delen. Op de begane grond wordt het werk van Matisse geplaatst naast werk uit de collectie van het Stedelijk. Er worden verbanden gelegd tussen de ontwikkeling van Matisses oeuvre en ontwikkelingen binnen de beeldende kunst. Matisse liet zich gedurende zijn carrière inspireren door veel verschillende kunstenaars, stromingen, stijlen en culturen. Deze inspiratiebronnen worden nu voor het eerst naast het werk van Matisse geplaatst: een unieke context voor zijn oeuvre. Zo wordt het schilderij De lichte maaltijd (De baai van Saint-Tropez) van Matisse naast het pointillistische schilderij Zeegezicht met dennen en zeilschepen van Theo van Rijsselberghe gehangen om de invloed van het pointillisme in het werk van Matisse aan te tonen.

Matisse vormde zelf ook een groot inspiratiebron voor andere kunstenaars. Een duidelijk voorbeeld is het werk van Rothko, Untitled (Umber, Blue, Umber Brown) uit 1962. Rothko was geïnspireerd door het kleurgebruik van Matisse, iets wat je volgens het Stedelijk terug kan zien als je dit werk naast Goldfish van Matisse ziet.

Een paradijs van knipsels

Op de bovenverdieping zijn de wereldberoemde knipsels van Matisse te aanschouwen. Vergeleken met de begane grond is het een wereld van verschil. Waar je op de begane grond bijna duizelig wordt van de vele schilderijen, beelden en kleden, gemaakt door verschillende kunstenaars uit uiteenlopende stromingen, kan je op de bovenverdieping tot rust komen en genieten van Matisses grote knipsels. Hier heb je de ruimte en rust om op een bankje weg te dromen in zijn paradijzen. De naam van de tentoonstelling, De oase van Matisse, is gebaseerd op het late stadium van zijn carrière. Matisse was toen op zoek naar een manier om een paradijs vorm te geven. Hij was erg reislustig en tijdens zijn reizen raakte hij onder andere geïnspireerd door de stoffen uit Marokko en de onderwaterwereld van Tahiti. De laatste jaren van zijn leven stortte Matisse zich op het ’tekenen met de schaar’, zoals de kunstenaar het zelf noemde, en beplakte hij alle muren van zijn atelier met knipsels in de vorm van planten en dieren.

Een unieke beleving

De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, 2015, zaalopname. Foto: Gert Jan van Rooij. ©Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, 2015, zaalopname. Foto: Gert Jan van Rooij. ©Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014.

Al met al vormt de tentoonstelling een toegankelijke weergave van het oeuvre van Matisse. De opzet en grootte van de tentoonstelling zijn uniek, en maken het een bijzondere beleving. Voor de bezoeker met enige kennis van kunstgeschiedenis is de tentoonstelling misschien niet heel verrassend. De verbanden die gelegd worden zijn voor een kunstkenner vrij voor de hand liggend. Desalniettemin is het interessant om te zien hoe veel invloed andere kunstenaars op Matisse hebben gehad, en hoe hij desondanks zijn eigen stijl trouw bleef. Ook al schilderde hij bijvoorbeeld volgens de pointillistische methodiek, het blijft onmiskenbaar een werk van Matisse. En dat is wat er zo uniek is aan Matisse: hoe veel hij zich ook heeft laten beïnvloeden door anderen, je pikt zijn werk er zo tussenuit. Het allermooist blijven toch de zalen met zijn knipsels, waar de tentoonstelling zijn naam eer aan doet. Een betere uitsmijter kan er niet zijn.

Boeken / Non-fictie

De dagelijkse worsteling

recensie: Mason Currey en Eva Hoeke - Dagelijkse rituelen

Wat is er nodig om tot een meesterwerk te komen? Na het lezen van Dagelijkse rituelen van de Amerikaanse schrijver Mason Currey (en enkele bijdragen van Eva Hoeke) luidt het antwoord: routine en doorzettingsvermogen.

Een routine, dat blijkt voor alle creatievelingen die de revue passeren een breed begrip. Hoe je dag in te delen? Welke keuzes te maken om tot de best mogelijke omstandigheden voor een arbeidsproductief klimaat te komen? Een constant geploeter, dat is het voor velen. Een enkeling lijkt niet gebukt te gaan  – of weet de schijn goed op te houden – onder zijn eigen ambities en onzekerheden. Flaubert riep tijdens het schrijven van Madame Bovary uit: ‘Bovary schiet niet echt op; twee bladzijden per week! Soms ben ik zo ontzettend ontmoedigd dat ik wel uit het raam zou kunnen springen.’ Gelukkig hield hij vol.

Bondigheid en koeien

Currey begon zijn onderzoek naar de dagelijkse routine van creatieve geesten op een tot verprutsen gedoemde zondag. Aanvankelijk als blog: in korte en bondige posts publiceerde hij zijn vondsten. Voor het boek breidde hij zijn verzameling uit en schreef een grondiger onderbouwing. Toch is die bondigheid bewaard gebleven en is dat wat dit boekje aantrekkelijk maakt. Fijn om doorheen te bladeren en je te verbazen over het kunst- en vliegwerk waarmee de scheppende geest tot zijn arbeid komt. Voor iedere thuiswerkende mens een feest van herkenning. Wellicht zelfs een bemoediging; je bent niet alleen.

Een van de meest excentrieke gewoonten is ongetwijfeld die van Gertrude Stein, de Amerikaans modernistische schrijfster. Met haar steun en toeverlaat Alice B. Toklas reed ze het liefst door het Franse platteland op zoek naar een geschikte plek om te schrijven. In The New Yorker beschreef Janet Flanner in 1934 het volgende tafereeltje:

De twee dames rijden in hun Ford rond totdat ze een goeie plek gevonden hebben. Dan stapt Miss Stein uit en gaat op een klapstoel zitten met pen en papier, waarna Miss Toklas onverschrokken een koe in haar blikveld manoeuvreert. Als de koe niet matcht met het humeur van Miss Stein stappen de dames in de auto en rijden ze naar de volgende koe.

Onpretentieus

Zo’n honderdvijftig creatieven passeren de revue. Woody Allen, Nabokov, Beethoven, Bergman, Scott Fitzgerald; ze zijn er allemaal. Evenals een handjevol bekende Nederlandse ploeteraars als Herman Brood, Bas Heijne en Annie M.G. Schmidt. Deze bijdragen, geschreven door Eva Hoeke, vallen enigszins uit de toon, daar in die uiteenzettingen de eerder geprezen bondigheid ontbreekt. Al met al is het boekje in zijn onpretentieuze opzet geslaagd. Zonder duiding, zonder oordeel simpelweg beschrijven wat honderden biografen, journalisten en wetenschappers hebben onderzocht: de dagelijkse worsteling van de creatieve geesten onder ons.

Boeken
special: 8WEEKLY haakt in op de Annie M.G. Schmidtweek 2015

5 quotes van Annie M.G. Schmidt die je niet mag missen

Van 13 tot 23 mei is de Annie M.G. Schmidtweek 2015. Wie is er niet opgegroeid met de liedjes, versjes en verhalen van een van Nederlands bekendste auteurs? Vijf passages uit het werk van Schmidt (1911-1995), waar we even stil bij moeten staan.

1. Uit: Otje, 1980

‘Maar pappa, je hebt altijd gezegd: ik kan geen andere baan krijgen want ik heb geen papieren.’
‘Dat is juist,’ zei Tos.
‘Je hebt altijd gezegd: mijn papieren zijn zoekgeraakt in de kompjoeter.’
‘Ook dat is juist,’ zei Tos. ‘Zie je dat hoge gebouw daar? Dat is het kompjoetergebouw. Daar moest ik twee jaar geleden mijn papieren afgeven aan het loket. Voor “eventjes”, zeiden ze. Ik zou ze dadelijk terugkrijgen, zeiden ze.’
‘En toen?’ vroeg Otje.
‘Toen liep de meneer van het loket ermee weg. Er kwam een andere meneer. Die wist van niets. Ik heb gewacht en gewacht en gepraat en gesmeekt en eindelijk…’
‘Eindelijk ben je driftig geworden, papa?’
Tos knikte.’

Schmidt3

2. Uit: Ziezo, korte verhaal De diepvriesdames, 1987

‘Een van de diepvriesdames was jong. Ze heette Sorbet en ze was zo mooi dat de kapper aldoor naar haar moest kijken in de spiegel. Ook zij had wit haar en een wit gezicht, maar haar ogen waren donkere bevroren vijvertjes waar het maanlicht in speelt en haar stem klonk als arrensleebelletjes.’

3. Uit: De dader heeft het gedaan (musical), liedje ‘Het leven gaat door’, 1983

‘Alles gaat stuk grote verloedering alles mislukt nergens verbroedering één grote beestenboel straks hangt de paddenstoel boven het schoollokaal zegt het journaal straks komt de grot boem doem doem doem’

© Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt

4. Uit: Ziezo, korte verhaal Pas op voor de hitte, 1987

‘Denk aan juffrouw Scholten, die is vandaag gesmolten, helemaal gesmolten, op de Dam. Dat kwam door de hitte, daar is ze in gaat zitten – als je soms wil weten hoe het kwam. Ze hebben het voorspeld: pas op, juffrouw, je smelt! Maar ze was ontzettend eigenwijs… Als een pakje boter, maar dan alleen wat groter, is ze uitgelopen, voor ’t paleis.’

5. Uit: Anna, het leven van Annie M.G. Schmidt, Annejet van der Zijl, 2011

‘Ieder verhaal eindigt gelukkig als je maar vroeg genoeg ophoudt.’

 

Kiezen uit het oeuvre van Schmidt is lastig, wat is jouw favoriete passage?

Logo Schmidtweek 2015

© Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt

Muziek / Album

Hoe krijgen ze het voor elkaar?

recensie: Colin Stetson and Sarah Neufeld - Never Were the Way She Was

Het is wonderbaarlijk dat zulke volle, intense, en afwisselende muziek als op Never Were the Way She Was te horen is, gemaakt kan worden door slechts één saxofonist en één violist, en dat volledig live ingespeeld en zonder overdubs op plaat gezet. Wonderbaarlijk, maar geen verrassing voor wie al bekend was met de capaciteiten van Sarah Neufeld en Colin Stetson.

Laatstgenoemde is de man die zijn saxofoon kan gebruiken om er drones, percussie, en melodie uit te halen — tegelijkertijd. Dat doet hij onder meer door bijzondere technieken als circulaire ademhaling, multiphonics (waardoor hij meerdere noten tegelijk kan spelen), en het gebruiken van zijn kleppen als percussie. Ook Sarah Neufeld weet haar instrument op bijzondere wijze te benutten met haar expressieve spel en viooldrones.

Beheersing tot in de puntjes

De twee kennen elkaar van Arcade Fire — beiden zitten in de tourband — maar het moge duidelijk zijn dat dit album daar niets mee van doen heeft. Een pulserende en kreunende saxofoon, drones en zweverige melodieën maken de dienst uit. Sommige mensen zouden deze unieke muziek onder de weinigzeggende noemer ‘experimenteel’ scharen. Bij beluistering van dit album blijkt echter hoe onterecht zo’n benaming kan zijn: het is overduidelijk dat Stetson en Neufeld deze stijl tot in de puntjes beheersen en dat ze het stadium van experimenteren allang voorbij zijn. Elk nummer is bijzonder vakkundig gecomponeerd en uitgevoerd. Bovendien zijn beide artiesten uitstekend op elkaar ingespeeld.

Het levert parels op als openingsnummer ‘The Sun Roars Into View’, wat een toepasselijke titel is voor het nummer dat op indrukwekkende wijze opbouwt in intensiteit. Vooral het huilende geluid dat tegen het einde van het nummer inzet is om kippenvel van te krijgen. Het lome ‘Won’t Be a Thing to Become’ is een trager stuk, dat een schitterende triestheid uitstraalt: de saxofoon klinkt zwaar en moeizaam, terwijl de viool de melancholie extra vormgeeft met klaaglijke melodieën. Heel anders dan het drukke en gelaagde ‘The Rest of Us’, waarin Stetson er halverwege een basgeluid uit weet te persen dat werkelijk door merg en been gaat. Het krijgt in combinatie met het continu pulseren van de sax en het venijnige spel van Neufeld zelfs iets agressiefs.

Beste werk

Kwaliteitslabel Constellation heeft er weer een mooie release bij. Never Were the Way She Was behoort namelijk niet alleen tot het beste werk van Colin Setson en Sarah Neufeld, wat al veel zegt, maar tot het beste werk dat dit jaar uit is gekomen. Het sleept mee, ontroert en intrigeert van begin tot eind. En ondertussen blijf je het je afvragen: hoe krijgen ze het toch voor elkaar met alleen een saxofoon en viool…?

Boeken / Non-fictie

Altijd in de publiciteit willen komen

recensie: Niek Pas - Provo! Mediafenomeen 1965 – 1967

Het is 2015, en de anarchistische jongerenbeweging Provo is terug van weggeweest. Vijftig jaar geleden werd zij opgericht. Na twee jaar activisme kwam er in 1967 alweer een einde aan Provo, maar Nederland was voorgoed veranderd. In zijn nieuwe boek belicht Niek Pas hoe Provo omging met de media, en de media met Provo.

Niek Pas, geboren drie jaar na het einde van Provo, is universitair docent ‘nieuwste geschiedenis’ aan de Universiteit van Amsterdam, en heeft al eerder over de beweging gepubliceerd. Provo! Mediafenomeen 1965 – 1967 is een bewerking van één van zijn eerdere publicaties, Imaazje! De verbeelding van Provo uit 2003. Dat er nu een bewerkte uitgave verschenen is, heeft ongetwijfeld met ’50 jaar Provo’ te maken.

Het is Pas’ doel om Provo te interpreteren ‘als een poging grenzen, structuren en rituelen van het dagelijks leven te verkennen, te bevragen en te ondermijnen.’ In dat proces speelden zij diverse rollen, wat een ‘image’ werd genoemd, uitgesproken niet op z’n Engels, maar op z’n Frans, ‘imaazje’ (ziedaar de titel van Pas’ vorige studie). Dit image speelde met het imago zoals dat bestond in de media en publieke opinie. Het is het recept voor een hoogst zelfbewuste omgang met diezelfde media.

Happenings en PR

Niek Pas volgt Provo vanaf de begindagen, waarin mede-oprichters Roel van Duijn en Rob Stolk en andere figuren van het eerste uur zoeken naar een manier om hun stem gehoord te krijgen, tot aan de nadagen in 1967, wanneer de anarchisten onder hun eigen populariteit bezwijken. Daartussen gebeurt van alles, van de ‘happenings’ van de magiër Robert Jasper Grootveld op het Amsterdamse Spui tot de protesten rondom het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg op 10 maart 1966 en de deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen op 1 juni van dat jaar.

Daar gebeurt iets vreemds: waarom doet een anarchistische beweging, die zich richt tegen gezag en autoriteit, mee aan verkiezingen, juist de ultieme bevestiging van die twee zaken? Volgens Pas is het juist logisch, lag het ‘in feite geheel in de lijn van wat Provo eigenlijk impliceerde’, en dan komt hij tot de kerntypering in zijn boek: ‘een actiegroepering die voortdurend naar mogelijkheden zocht om in de publiciteit te komen, het liefst op een onverwachte manier.’

Er zijn meer van dat soort momenten, waarop Pas tot een onverwacht inzicht komt of een tegenstelling blootlegt. Zo schrijft hij dat Provo ‘zonder enige moeite’ een aantal boekwinkels winst liet maken op de verkoop van het blad Provo, een goedkeuring van een zeker ‘winststreven’ dat niet geheel lijkt te passen bij hoe Provo herinnerd wordt. En wanneer Stolk trouwt, toont zich ook de nare kant van media-aandacht: publiciteit dient ‘niet langer alleen de zaak’, maar dringt zich nu ook het privéleven binnen. Wanneer het zo diep gaat, door het ‘imaazje’ heen boort, wordt media-aandacht bedreigend.

Gewild of toeval?

Na lezing van Provo! Mediafenomeen 1965 – 1967 blijft de lezer wel met een aantal vragen achter. Niek Pas beschrijft vooral wat er gebeurde, en met wie, en op welke wijze Provo de media gebruikte en andersom, maar voor kritische reflectie is minder plaats. Zo ligt de nadruk vooral op hoe de – voornamelijk – mannen van Provo gebruik maakten van de media om op te vallen en hun standpunten gehoord te krijgen. Pas maakt zich helaas minder druk om waarom en waarvoor die media Provo gebruikten. Het komt langs, maar wordt niet opgenomen.

Hetzelfde geldt voor een precieze duiding van welke rol de media nu precies hebben gespeeld tijdens het korte bestaan van Provo. (Welke rol zij hebben gespeeld na 1967 is een heel ander, maar net zo boeiend vraagstuk.) Zo beschrijft Pas een mars door Amsterdam in maart 1966, in aanloop naar het huwelijk van Beatrix en Claus. Het was Pasen, en het weer was slecht, waardoor de protestactie een ‘lijdensaura’ kreeg, iets dat die dagen natuurlijk blijft hangen. Wat is dan gestuurd en vooraf gewild, en wat is toeval?

Een stempel gedrukt

Desalniettemin is Provo! Mediafenomeen 1965 – 1967 een boeiend boek over één van de belangrijkste protestgroeperingen in de Nederlandse geschiedenis. Ze mogen maar kort bestaan hebben, het stempel dat de leden van Provo in die tijd op Nederland gedrukt hebben is onuitwisbaar. Dat bewijst de grote media-aandacht die ook deze dagen naar oud-Provo’s uitgaat, en dat bewijst ook Niek Pas in dit boek.

Boeken / Fictie

Twee werelden

recensie: nDurlie - Ben X (naar het verhaal van Nic Balthasar)

De op waarheid berustende film Ben X uit 2007 won een hele lading prijzen. De film is gebaseerd op het boek Niets was alles wat hij zei en dient nu als basis voor het stripboek Ben X. Een tragisch verhaal over een jongen met een stoornis uit het autismespectrum die gepest wordt.

Omgaan met autisme is voor niemand makkelijk, niet in het minst voor wie het heeft. Hoofdpersoon Ben heeft het syndroom van Asperger, waardoor hij wel functioneert in de samenleving, maar erg gehecht is aan zijn routine. Dat betekent iedere dag om dezelfde tijd opstaan, haren kammen, hoofdtelefoon op en iedere dag precies dezelfde route naar de bus lopen. Dat soort dingen.

Onbegrip

In de weergave van die (dwangmatige?) routine zit de eerste reden waarom Ben X gelezen zou moeten worden. Ook al is het haast onmogelijk om jezelf te verplaatsen in de belevingswereld van iemand met autisme, het is wel belangrijk om je te realiseren dat niet iedereen op dezelfde manier in de wereld staat. Ben houdt zich niet aan zijn routine omdat dat makkelijk is, maar omdat hij niet anders kan. “Afwijken van de vaste weg = onzekerheid. Onzekerheid = angst = verliezen.” Ben is daardoor een gesloten jongen, die moeilijk contact legt met anderen.

Online kan hij echter beter uit de voeten. In Avenged Kingdom, een online RPG, is hij guardian van Scarlite. Samen zijn ze zo goed als onverslaanbaar. Scarlite is ook een van de weinigen waar Ben (als BenX) mee praat. Op zijn school heeft hij niemand waar hij contact mee maakt. Daar wordt hij gepest, wat hem hard raakt. Hij wordt bijvoorbeeld in een andere bus gedwongen dan zijn normale lijn, wat de wereld van Ben doet instorten. Als bij andere pesterijen ook nog eens (met mobieltjes) gefilmd wordt, escaleert de boel al snel. Ook hier heeft het boek een belangrijke boodschap: pesten is een probleem, zacht gezegd.

Dichterbij

De boodschap die Ben X over wil brengen is er een van belang. Niet alleen omdat er meer begrip en empathie wordt gevraagd voor mensen met een autismespectrumstoornis, maar vooral door de boodschap over pesten. Ondanks de aandacht die er momenteel is voor pesten en ondanks de plannen om het tegen te gaan, is het nog steeds een groot probleem, met soms fatale gevolgen. Ben X brengt het probleem op een toegankelijke manier onder de aandacht. Niet door vanuit de opvoeders regels op te leggen en waarschuwingen te geven, maar door het verhaal van een slachtoffer leesbaar en duidelijk over te brengen.

Stilistisch gezien is Ben X niet het meest interessante stripboek dat er te krijgen is. Het gebruik van kleur geeft de twee werelden van Ben allebei een eigen karakter: in Avenged Kingdoms is er meer kleur dan in het echte leven, waar grijs en vaalblauw de boventoon voeren. De tekeningen ogen vrij simpel, waardoor het een beetje overkomt alsof het boek wat haastig in elkaar is gezet. De stijl is ook niet altijd even consistent – vooral gezichten zijn af en toe afwijkend. Maar dat doet niet af aan de kwaliteit van het verhaal.

Muziek / Album

Lucas Hammings leren jas zit als gegoten

recensie: Lucas Hamming - The Perv in Perfection

Lucas Hamming — weer zo’n jongen uit het programma De beste singer-songwriter van Nederland? Ja dus. Het label ‘singer-songwriter’ schudt hij echter makkelijk van zich af — als een slechtzittende jas — na amper een kwartier luisteren naar de ep The Perv in Perfection.

Nieuw idool

Het grootste deel van de hoes van de lp wordt ingenomen door een woeste, naar achter geduwde haarbos, met daaronder een leren jack en een naar beneden kijkend gezicht, de ogen nauwelijks open. Op de achterkant van de hoes zien we het kapsel en de jas op de achterkant, onderweg door een straatje in een stad. Is het schijn of pose? Dat is om het even, maar dat we hier met een idool in wording te maken hebben, lijkt duidelijk. Om als jonkie een ep te produceren is een prestatie op zich, maar dat het niet eens zijn eerste is, is des te opmerkelijker. In 2013, dus nog voor DBSSW, verscheen al zijn debuut-ep Green Eyed Man.

Rock-n-roll

Doordringende liedjes, waaronder een duet, maar vrij kaal en kalm gezongen, kenmerken zijn debuut-ep. De conservatoriumstudent doet het plaatje van rocker echter eer aan met de nieuwe single ‘Wood for the Trees’. Britpop van Oasis, Arctic Monkeys en misschien zelfs wat Beatles is duidelijk aanwezig. Hiernaast een flink tempo en de belangrijkste ingrediënten zijn al genoemd. Steunend op stampende drums en een prima falsetto op weg naar het laatste catchy refrein geeft dit nummer gelijk een energieke indruk. Datzelfde geldt voor het bekendere ‘Mojo Mischief’. De uitdagende stem van Hamming en de driekoppige band die op dit nummer verder ondersteund wordt door sax, trombone en trompet, maken er een hit van.

Alex Turner

‘Saving Grace’ heeft ook weer een stevig tempo. Het is verder een iets liever nummer, waarbij het jammer is dat de laatste zang, met wat minder muzikale ondersteuning, niet doorzet.
‘Leather Jackets’ heeft een intro gebaseerd op ‘Street Spirit (Fade Out)’ van Radiohead. Het wordt gezongen met urgentie, alsof het gehoord móét worden. De track, geschreven over Alex Turner (frontman van de Arctic Monkeys), vraagt zich af wat er schuilgaat achter het masker: “But oh, do I really want to know what’s behind the man’s disguise?”

Uitstekende stem

Slotnummer ‘Perv in Perfection’ gaat nóg sneller van start dan andere nummers. Na wat inleidende synthesizergeluiden doet de zang flink mee qua vaart. Juist in het refrein remt het wat af, wat de articulatie ten goede komt. Ook weer een prima radiohit; spannend en snel door de voortjakkerende drums, en met een orkestraal einde. Iets meer variatie in tempo tussen de liedjes mag wel, al is het maar om Hammings stem wat meer naar de voorgrond te doen treden. Zijn goede uitspraak en prima bereik geven een goed eigen geluid dat ook niet altijd ondersteund hoeft te worden door bas, gitaar en drums.

Volledig album

Het is niet verbazingwekkend dat 3FM hem bombardeerde tot 3FM Serious Talent; de omroep zit achter het tv-programma waar de 21-jarige zanger bekend in werd. Dat maakt het echter niet minder terecht dat hij als talent bestempeld wordt. Het bracht de band niet alleen op een tour door Nederland (vaak samen met Sunday Sun), maar ook als voorprogramma van Train in de HMH.

In een klein kwartiertje laat Hamming en zeker ook band horen wat zij in huis hebben: door britpop geïnspireerde liedjes dus, met catchy refreinen en met genoeg eigenheid. Het wachten is op een volledig album.

Far From The Madding Crowd wij kijken netflix
Film / Films

Moderne vrouw in 19e eeuwse mannenwereld

recensie: Far From The Madding Crowd
Far From The Madding Crowd wij kijken netflix

Na Jagten slaat Thomas Vinterberg een compleet andere richting in met het 19e-eeuwse  kostuumdrama Far From The Madding Crowd. Het resultaat is een mooi geschoten standaardwerk.

Far From The Madding Crowd is één van de vele verfilmingen van het gelijknamige boek van Thomas Hardy uit 1874, volgens The Guardian één van de beste liefdesverhalen aller tijden. Het vertelt het verhaal van de onafhankelijke Bathsheba Everdeen nadat ze in 1870 de boerderij van haar oom erft. Een uitzonderlijke verschijning in de Victoriaanse tijd. Suzanne Collins, schrijfster van de immens populaire boekenreeks The Hunger Games, vernoemde Katniss Everdeen naar deze klassieke heldin.

De homo-emancipatie was voor Thomas Hardy nog een brug te ver, dus moesten er mannen worden geïntroduceerd. Deze mannen, die allemaal vragen om Bathsheba’s hand, zijn Gabriel Oak, een nuchtere, vriendelijke schapenherder; Sergeant Francis Troy, een charmante, roekeloze soldaat en William Boldwood, de oudere, vermogende boer. Ze staan voor respectievelijk vriendschap, lust en vermogen, en dat is soms ook alles waar ze voor staan.

Huwelijksaanzoek na vijf minuten

Far From The Madding Crowd recensie wij kijken netflix

Middels de openingsscènes die in zonlicht baden, maken we kennis met Bathsheba. Carey Mulligan is goed als   onafhankelijke, opgeleide en vrije jongedame die ook nog eens over humor beschikt. Bathsheba werkt op dat moment bij haar tante en haar verschijning wordt opgemerkt door schapenherder Gabriel Oak, die haar binnen vijf minuten filmtijd ten huwelijk vraagt. De toon is daarmee gezet. Bathsheba weigert het aanbod. Ze zegt onafhankelijk te willen blijven en niet iemands eigendom te willen zijn, iets waar ze snel op terug zal komen, maar daarover straks meer.

De Belg Matthias Schoenaerts vertolkt Gabriel, die wederom goed is gecast en lof verdient voor zijn rol. Hij speelt zowel beestachtige verschijningen (Rundskop) als zachtaardige hoeder van beesten en zijn veelzijdigheid lijkt dus geen grenzen te kennen. Zijn films beperken zich dan ook al lang niet meer tot België. Een onervaren schapenhond jaagt Gabriel’s schapen de klif over, waardoor Gabriel zijn vermogen kwijt is en gedwongen wordt bij Bathsheba in dienst te gaan.

Pijnlijke scènes

Minder overtuigend is William Boldwood (Michael Sheen), een flets personage geobsedeerd door Bathsheba nadat ze hem als grapje een Valentijnskaart stuurt. Ze zijn op dat moment buren, nadat Bathsheba is ingetrokken in de boerderij van haar overleden oom. Boldwoods avances bestaan uit het opsommen van zijn vermogen tijdens wandelingen met Bathsheba. Het leidt tot veel pijnlijke scènes.

Sergeant Troy (Tom Sturridge) is echter de oorzaak van de meest pijnlijke scènes. En niet zoals, ‘awkward!’-pijnlijk, maar ‘pijn-aan-je-ogen’-pijnlijk. Troy is het sekssymbool, de charmeur, de roekeloze man waarmee Bathsheba wilde nachten beleeft. Alleen, Tom Sturridge is dat niet. Het snorretje alleen al is ontzettend niet kinky, maar daarnaast weet Sturridge totaal niet te overtuigen als iemand waar Bathsheba op zou vallen. Het feit dat de jonge, dommige Fanny Robbin (een getypecaste Juno Temple na Killer Joe) Troys grote liefde is, zegt eigenlijk al genoeg.

Standaard kostuumdrama

Far From The Madding Crowd recensie wij kijken netflix

Daarmee komen we bij het grootste probleem met deze film, namelijk de keuzes van Bathsheba. Ja, die staan zwart op wit, maar het feit dat ze valt voor Troy de ongeloofwaardige charmeur, betekent dat zowel de film als Bathsheba aan geloofwaardigheid verliest. Een onafhankelijk, intelligente, speelse vrouw zou door de zwak gespeelde pretenties van Troy moeten prikken, met dank aan Sturridge.

Afgezien van deze misser waarin Vinterberg in twee uur tijd slechts twee gelaagde personages weet te brengen, kent zwijmeldrama Far From The Madding Crowd wel mooie, romantische plaatjes van cinematograaf Charlotte Bruus Christensen die al op indringende wijze Jagten filmde. Ook de muziek van Craig Armstrong met vele strijkers draagt bij aan de authenticiteit, evenals de kostuums en locaties. Qua productie zit Far Away From The Madding Crowd goed in elkaar, maar als film is het een standaardwerk dat niet opvalt tussen alle andere kostuumdrama’s van de BBC. ‘Standaard’ is echter niet typerend voor Thomas Vinterberg en het is te hopen dat zijn volgende film weer het niveau van Jagten en Festen haalt.

Film / Films

Incoherente puinhoop in stalinistisch Rusland

recensie: Child 44

Child 44 kent een grauwe sfeer, voortreffelijke cast en een bestseller als basis, maar toch is de film bijna net zo’n grote puinhoop als het tijdperk waarin het zich afspeelt.

Child 44 is gebaseerd op het gelijknamige debuut van Tom Rob Smith uit 2008, waarin hij een personage gebaseerd op seriemoordenaar Andrei Chikatilo – actief in de jaren zeventig – in het stalinistische Rusland uit de jaren vijftig plaatst. In Child 44 speelt Tom Hardy de MGB-agent Leo Demidov, een pro-Stalin idealist die verraders van het regime opspoort en ondervraagt. Leo en zijn sadistische collega Vasili (Joel Kinnaman) arresteren dierenarts Anatoly Brodsky (Jason Clarke) wegens verraad. Anatoly is ondergedoken op een boerderij, Leo spoort hem op en terwijl Leo een vluchtende Anatoly achtervolgt, besluit Vasili ‘een voorbeeld te stellen’ en het halve boerengezin te executeren wegens verraad.

Moord als Westers fenomeen

34525-incoherente-puinhoop-in-stalinistisch-ruslandBrodsky wordt gevangen genomen en gemarteld door Vasili. Hij bekent, geeft een paar namen van andere ‘verraders’ en wordt geëxecuteerd. Een van de namen is die van Leo’s vrouw Raisa (Noomi Rapace). Leo krijgt de ondankbare taak van Majoor Koezmin (Vincent Cassel) om zijn eigen vrouw aan te geven, maar weigert en wordt met zijn vrouw verbannen naar Volsk. Daar aangekomen raakt Leo gefascineerd door een reeks kindermoorden in een land waar ‘moord’ een Westers fenomeen is en dus niet bestaat. Volgens de film althans, die ons tot vervelens toe ‘There is no murder in Paradise‘ mededeelt.

Zoals hierboven in twee alinea’s het plot uiteen wordt gezet, zo zou regisseur Daniel Espinosa ook in een kwartier de personages en de situatie kunnen introduceren. Half uurtje misschien. Kunnen we door met het interessante gedeelte van de film, namelijk het oplossen van de serie kindermoorden langs het spoor, binnen een regime dat weigert zoiets als een moord te erkennen. Maar dat gebeurt niet. Espinosa schetst in laag tempo en zonder suspense ruim een uur lang een situatie waarin iedereen een verrader kan zijn, zonder zich met het hoofdplot te bemoeien. Niet zo gek dat de eerste versie van Child 44 vijfenhalf uur duurde. Ook daarna ontbreekt spanning, omdat de kindermoordenaar (Paddy Considine) in beeld verschijnt en niet bepaald angstaanjagend is.

Chaotisch moddergevecht

Espinosa, bekend van het Zweedse Snabba Cash en de rechtlijnige actiethriller Safe House, heeft grote moeite met het vertellen van een complex, coherent verhaal en werkt met een script dat hoofd- en bijzaken niet van elkaar kan onderscheiden. Elke gebeurtenis en elk subplot uit het boek wordt verfilmd, waardoor de structuur vervaagt en de film een enorme puinhoop wordt. Zelfs met een eerste akte van ruim een uur is Espinosa gedwongen om allerlei ad-hocoplossingen te introduceren, zoals de scène op het station van Moskou waar Raisa van dertig meter afstand constateert dat een bewaker niet kan lezen. Dit soort scènes zijn onbedoeld lachwekkend, net als de chaotische, modderige finale tussen Vasili en Leo waar je door de modder niet kan zien wie wie is, laat staan wie wat doet.

Tevens niet optimaal zijn de Russische accenten van de getalenteerde cast. Waarom Hollywood nog steeds denkt in historische films accenten te moeten gebruiken is een raadsel, want het is eerder komisch dan authentiek. Met name het dikke accent van Tom Hardy, die verder indringend en bruut is als Leo Demidov, werkt soms op de lachspieren en doet denken aan Teddy KGB uit Rounders. Bij anderen zoals Gary Oldman en Vincent Cassel ontbreekt het accent in enkele scènes volledig. Het is typerend voor een film die schippert tussen politieke thriller, detective, historisch drama en liefdesverhaal en uiteindelijk kant noch wal raakt.

Muziek / Album

Onversneden emotie op een schijfje

recensie: Sufjan Stevens - Carrie & Lowell

Sufjan Stevens, ooit populair geworden met verstilde folkliedjes, heeft allang bewezen meer dan één kunstje in huis te hebben. Zo kwam hij in 2005 met het rijk georkestreerde, bij wijlen zelfs bombastische Illinois en liet hij in 2010 met The Age of Adz horen zelfs niet bang te zijn voor experiment en elektronica. Op zijn nieuwste album, Carrie & Lowell, blijkt echter geen plaats te zijn voor dergelijke muzikale ambities. Wél voor heftige emotie en verstilde schoonheid.

Op Carrie & Lowell gaat hij namelijk, zoals dat dan heet, terug naar zijn roots. Weg zijn de koren, de blazersensembles, de bliepjes en de vervormde stemmen. Slechts spaarzame pianoaanslagen, verstild gitaarspel en een enkel keyboardloopje zijn overgebleven. En natuurlijk de zachte fluisterstem van Sufjan Stevens, die prachtige liedjes op emotionele wijze ten gehore brengt.

Pijnlijke inkijk

Niet alleen muzikaal gezien gaat hij terug naar zijn roots. Het hele album draait tenslotte maar om één ding: de band met zijn moeder (Carrie), met een bijrol voor zijn stiefvader (Lowell). Carrie overleed in 2012 aan maagkanker, na een leven vol depressie en alcoholisme, waarin ze haar kinderen nauwelijks zag; ze verliet het gezin al toen Sufjan slechts één jaar oud was.

Carrie & Lowell biedt een pijnlijke inkijk in het verwerkingsproces dat Sufjan Stevens doormaakte na haar dood, zijn overpeinzingen over hun slechte relatie, en zijn herinneringen aan enkele zomervakanties die hij op jonge leeftijd met haar doorbracht. Het ene moment is de muziek daardoor zoals de albumhoes: een nostalgische en melancholische blik op het verleden. Remember I pulled at your shirt / I dropped the ashtray on the floor / I just wanted to be near you,” zingt Sufjan bijvoorbeeld in ‘Eugene’, slechts bijgestaan door eenvoudig akoestisch gitaarspel.

Innerlijke chaos

Het volgende moment belanden we echter in de innerlijke chaos die Sufjan na zijn moeders dood doormaakte. Juist door het gebrek aan een band met zijn moeder laat haar dood plotseling een grote leegte achter, en dat levert de nodige worstelingen op. Do I care if I survive this? / Bury the dead where they’re found / In a veil of great surprises / I wonder did you love me at all,” vraagt hij zich af in het heftige ‘The Only Thing’.

Het absolute hoogtepunt van de plaat is echter ‘Fourth of July’, een hartverscheurende dialoog tussen Sufjan en zijn stervende moeder, begeleid door treurig pianospel en bedwelmende achtergrondgeluiden. Vooral de passages van Carrie, bezongen met wellicht de mooiste en meest fragiele zanglijnen van het hele album, gaan door merg en been:

Well you do enough talk
My little hawk, why do you cry?
Tell me what did you learn from the Tillamook burn
Or the Fourth of July?
We’re all gonna die

Onversneden emotie

Dankzij de kale aankleding belandt elke pianoaanslag en elk gefluisterd woord zonder omwegen in je onderbuik. Sufjan verstopt zich nergens achter, en juist daardoor is dit album zo krachtig en intens. Aanzwellende strijkers, complexe drumpatronen, of een gladgestreken productie zouden hier alleen maar afbreuk aan gedaan hebben. Dit is onversneden emotie op een schijfje en het bewijs dat Sufjan Stevens nog altijd een van de beste liedjesschrijvers van deze planeet is.