Tag Archief van: landscape

princess nokia 1992
Muziek / Album

Princess Nokia: Van straatschoffie naar gestyleerde rapsensatie in drie kwartier

recensie: Princess Nokia - 1992 Deluxe
princess nokia 1992

Princess Nokia onderuit in een scheurbuggy. Princess Nokia bij een houten bord in een grauwe grootstedelijke binnenplaats. Princess Nokia onder een blauwe sluier. Iemand met een bokshoed, bloedneus en rode mond. En, op de plaathoes van recentelijk heruitgegeven debuut 1992 (inmiddels 1992 Deluxe), Princess Nokia met een slobbertrui en een basketbal.

Aangenaam, Princess Nokia. Aangenaam, voormalig Wavy Space, voormalig Ms. Destiny. Allemaal namen voor dezelfde jonge vrouw Destiny Nicole Frasqueri. Straatschoffie, tomboy, feministe en dan zomaar een doorbraaksensatie met een heus debuut. Een debuut dat in 2016 verschijnt en nu opnieuw verschijnt, aangevuld met recent materiaal. Op de meest recente editie van Le Guess Who? neemt Destiny de plaats in van het een vraagteken: de Verrassing. De hype lijkt volledig.

Als vrouw bovenaan?

In 2017 schrijft Belcalis Almanzar, alias Cardi B, geschiedenis door met Bodak Yellow voor de eerste keer in negentien jaar de bovenste plaats van de Amerikaanse Billboard Top 100 te bereiken. Als vrouw. Op zich goed nieuws, ware het niet dat Bodak Yellow als muziekje weinig om het lijf heeft. De taal en beats zijn lomp, platvloers en geschud uit een vat van duizenden.

In andere woorden: met beide ellebogen, een grote bek en de juiste mensen heeft Cardi B zich een weg omhoog geklauwt. Muziekwebsite Pitchfork (“The Most Trusted Voice in Music”) plaatste Bodak Yellow bovenaan de Top 100 Best Songs of 2017. Een vrouw bovenaan. Een statement, een tragisch unicum misschien. Ver weg, veel verder weg, verschijnt de slobbertrui van Princess Nokia. Randverschijnsel. Charmant.

Arm kind

Op de eerste track van 1992 Deluxe, ‘Bart Simpson’, herintroduceert ze zichzelf: “Always been a loner, never had a solid home”. Op ‘Goth Kid’ omschrijft zichzelf als een “Big slob”, en verderop: “…at first glance, I’m so small and cute / Haven’t seen me puking drunk on my own shoes.” En haar moeder stierf aan AIDS, en haar grootmoeder stierf, en haar pleegouders bleken te slaan. Groeten uit de Bronx.

Op het schuchter swingende ‘Green Line’ blikt ze terug op doorvoertrein-lijn 6. Voor twee dollar vijftig alle stops tussen pakken Pelham Bay Park en City Hall in Lower Manhattan. Destiny Nicole mag geen groot poëet zijn, op ‘Green Line’ tekent ze voor drie minuten toch prachtig beenharde nostalgie. Je hoort het gekras van staal, de tram, auto’s en het openbaar vervoer. Je ziet d’r zo zitten, in haar slobbertrui. Sloom. Zat. Arm kind.

Het einde van alle sympathie

‘Green Line’ tekent de lijn tussen de eerste (oude) helft van 1992 Deluxe en de tweede (nieuwe) helft, waarop Princess Nokia helaas resoluut voor het eind van alle sympathie tekent. Destiny ruilt haar kwetsbaarheid in voor het gekraai van een internetsensatie, een doorbraak, een stripfiguur. Op onuitstaanbaar nasale toon kletst ze ergens over haar iconische backcatalogue en het veranderen van Rap. Het wereldvreemde geklets van ene Jaden Smith verschijnt op links, het gebral van ene Cardi op rechts.

De loner ontpopt zich in de tweede helft als een zelfzuchtig, onuitstaanbaar kreng. De tragiek overheerst: van kwetsbaar straatschoffie naar kapot gestyleerd rapicoon in achtenveertig minuten. Schreeuwen en zwaaien in de slipstream van Cardi B. Het moest niet nodig zijn. Arm kind.

princess nokia 1992
Muziek / Album

Princess Nokia: Van straatschoffie naar gestyleerde rapsensatie in drie kwartier

recensie: Princess Nokia - 1992 Deluxe
princess nokia 1992

Princess Nokia onderuit in een scheurbuggy. Princess Nokia bij een houten bord in een grauwe grootstedelijke binnenplaats. Princess Nokia onder een blauwe sluier. Iemand met een bokshoed, bloedneus en rode mond. En, op de plaathoes van recentelijk heruitgegeven debuut 1992 (inmiddels 1992 Deluxe), Princess Nokia met een slobbertrui en een basketbal.

Aangenaam, Princess Nokia. Aangenaam, voormalig Wavy Space, voormalig Ms. Destiny. Allemaal namen voor dezelfde jonge vrouw Destiny Nicole Frasqueri. Straatschoffie, tomboy, feministe en dan zomaar een doorbraaksensatie met een heus debuut. Een debuut dat in 2016 verschijnt en nu opnieuw verschijnt, aangevuld met recent materiaal. Op de meest recente editie van Le Guess Who? neemt Destiny de plaats in van het een vraagteken: de Verrassing. De hype lijkt volledig.

Als vrouw bovenaan?

In 2017 schrijft Belcalis Almanzar, alias Cardi B, geschiedenis door met Bodak Yellow voor de eerste keer in negentien jaar de bovenste plaats van de Amerikaanse Billboard Top 100 te bereiken. Als vrouw. Op zich goed nieuws, ware het niet dat Bodak Yellow als muziekje weinig om het lijf heeft. De taal en beats zijn lomp, platvloers en geschud uit een vat van duizenden.

In andere woorden: met beide ellebogen, een grote bek en de juiste mensen heeft Cardi B zich een weg omhoog geklauwt. Muziekwebsite Pitchfork (“The Most Trusted Voice in Music”) plaatste Bodak Yellow bovenaan de Top 100 Best Songs of 2017. Een vrouw bovenaan. Een statement, een tragisch unicum misschien. Ver weg, veel verder weg, verschijnt de slobbertrui van Princess Nokia. Randverschijnsel. Charmant.

Arm kind

Op de eerste track van 1992 Deluxe, ‘Bart Simpson’, herintroduceert ze zichzelf: “Always been a loner, never had a solid home”. Op ‘Goth Kid’ omschrijft zichzelf als een “Big slob”, en verderop: “…at first glance, I’m so small and cute / Haven’t seen me puking drunk on my own shoes.” En haar moeder stierf aan AIDS, en haar grootmoeder stierf, en haar pleegouders bleken te slaan. Groeten uit de Bronx.

Op het schuchter swingende ‘Green Line’ blikt ze terug op doorvoertrein-lijn 6. Voor twee dollar vijftig alle stops tussen pakken Pelham Bay Park en City Hall in Lower Manhattan. Destiny Nicole mag geen groot poëet zijn, op ‘Green Line’ tekent ze voor drie minuten toch prachtig beenharde nostalgie. Je hoort het gekras van staal, de tram, auto’s en het openbaar vervoer. Je ziet d’r zo zitten, in haar slobbertrui. Sloom. Zat. Arm kind.

Het einde van alle sympathie

‘Green Line’ tekent de lijn tussen de eerste (oude) helft van 1992 Deluxe en de tweede (nieuwe) helft, waarop Princess Nokia helaas resoluut voor het eind van alle sympathie tekent. Destiny ruilt haar kwetsbaarheid in voor het gekraai van een internetsensatie, een doorbraak, een stripfiguur. Op onuitstaanbaar nasale toon kletst ze ergens over haar iconische backcatalogue en het veranderen van Rap. Het wereldvreemde geklets van ene Jaden Smith verschijnt op links, het gebral van ene Cardi op rechts.

De loner ontpopt zich in de tweede helft als een zelfzuchtig, onuitstaanbaar kreng. De tragiek overheerst: van kwetsbaar straatschoffie naar kapot gestyleerd rapicoon in achtenveertig minuten. Schreeuwen en zwaaien in de slipstream van Cardi B. Het moest niet nodig zijn. Arm kind.

Film / Films

Gary Oldman is Winston Churchill

recensie: Darkest hour

Darkest Hour verhaalt over de eerste dagen van Winston Churchill als premier van Groot Brittannië tijdens de eerste maanden van de Tweede Wereldoorlog. Churchill is lid van het Britse Lagerhuis, zeg maar onze Tweede Kamer, en wordt zeer tot ongenoegen van de koning door de liberale partij naar voren geschoven als kandidaat premier. Op het moment dat Churchill het ambt bekleedt zitten honderdduizenden Britse soldaten als ratten in de val op het strand van Duinkerken. De oppositie en enkele partijgenoten willen beginnen met de vredesonderhandelingen met Hitler. Churchill recht de rug en met medewerking van vele Britse burgers komt er een andere oplossing. Historie wordt geschreven en het verloop van de oorlog krijgt een onverwachte wending.

Gary Oldman won voor zijn rol als Churchill bij de Golden Globes terecht het beeldje voor beste mannelijke hoofdrol. Zijn rol als vader, echtgenoot en partijleider is fenomenaal. Regisseur Joe Wright debuteert in 2005 met Pride & Prejudice. Hij regisseert daarna onder meer Atonement, The Soloist en Pan. Darkest Hour is met voorsprong het grootste project van de nog jonge Britse regisseur.

Buikend

Darkest Hour begint met zwart/wit-beelden. Het is 1940 en nazi-Duitsland rukt op en verovert grote delen van Europa. Holland en België vallen en het Duitse leger nadert de kust van Frankrijk. In het Lagerhuis zijn de spanningen groot. Driehonderdduizend Engelse soldaten wachten in de omgeving van het strand van Duinkerken op evacuatie. Churchill wordt onder zware druk gezet om de onderhandelingen met Hitler te openen. De buikende partijleider besluit anders.

Dossiers

Winston Churchill is een van de belangrijkste politici van de 20e eeuw. Hij dient voor zijn politieke carrière in het leger. In Darkest Hour is er geen plek voor de soldaat. De politicus Churchill is vooral een dossierpoliticus. Daarnaast is hij echtgenoot en vader en houdt er een ongezonde levensstijl op na. Hij dicteert veel van zijn correspondentie vanuit zijn slaapkamer, is een bullebak voor de typistes, drinkt ’s morgens na het ontbijt zijn eerste whisky, schenkt bij de lunch een fles champagne leeg en herhaalt dit bij het avondeten. De riem in de broek van de belangrijkste Britse politicus van de vorige eeuw is gestoken in het laatste gaatje en staat op knappen.

Blaffende politicus

Elizabeth Layton is een typiste. Ze wordt aangenomen om de telegrammen van Winston Churchill te typen. Na een fout met de regelafstand blaft de politicus haar ontslag. Ze onderschept een boodschap afkomstig van het front en keert terug in de kamer van de Britse premier. Omdat er onmiddellijk moet worden geantwoord, mag miss Layton opnieuw plaats nemen achter de typemachine.

Darkest Hour

Churchill in de underground

Burgers

Churchill wordt in 1940 aangesteld als premier. Hij is een kantoorpoliticus en heeft nog nooit in een bus gereisd, kent geen enkel station van de underground. Op het moment dat zijn regering gevaar loopt, neemt hij een opmerkelijke beslissing. Op een druk kruispunt stapt hij uit zijn dienstauto en wandelt een station binnen. In de underground stelt hij vragen aan en praat met zijn (!) burgers. De Britten willen niet onderhandelen met de Duitsers. Churchill schrijft de namen van de medereizigers op een papiertje en gaat met deze boodschap terug naar de partij. In het Lagerhuis houdt hij een historische speech en noemt de opgeschreven namen. “We shall fight on the beaches. We shall fight on the landing grounds. We shall fight in the fields and in the streets. We shall fight in the hills. We shall never surrender.” En het Huis explodeert, voor- en tegenstanders klappen de handen stuk. Intussen wordt er gewerkt aan de evacuatie van de Britse soldaten bij het strand van Duinkerken.

Darkest Hour is een getrouwe weergave van de moeilijkste uren van de politieke carrière van Winston Churchill. In de donkere uren van de eerste dagen van zijn werken als premier maakte hij de juiste keuzes en praatte met moedige burgers.

Oscar

Naast een getrouwe weergave van een van de belangrijkste periodes in de geschiedenis van West-Europa is Darkest Hour vooral een film met magistrale rollen. Kristin Scott Thomas is als echtgenote Clemmie fascinerend. Op precies de juiste momenten steunt ze haar echtgenoot, heeft een kwinkslag of tempert het drankgebruik van haar man. Gary Oldman is magistraal als de belangrijkste Britse politicus van de afgelopen decennia. Churchill gespeeld met het vakmanschap van Oldman fascineert, ontroert en is volledig geloofwaardig. Het is niet meer dan logisch dat de beste Britse acteur van deze tijd een Oscar zal mogen ophalen. Gary Oldman is Winston Churchill!

Theater / Voorstelling

Romeo & Julia van clichés verlost

recensie: Toneelgroep Oostpool – Romeo en Julia

Hoeveel eeuwen heeft het romantische liefdesverhaal van Romeo en Julia doorstaan? Het toneelstuk over twee geliefden uit rivaliserende families van de Engelse schrijver William Shakespeare kent zoveel bewerkingen, dat het lastig is voor theatermakers om er niet de zoveelste zoetsappige, voorspelbare voorstelling van te maken. Regisseur Marcus Azzini heeft daartoe een succesvolle poging gedaan.

Awkward!

‘Romeo, oh, Romeo, waar zijt gij?’ Dat is de grote vraag aan het begin van dit toneelstuk, want de knappe prins op het witte paard laat nog even op zich wachten. Als eerste komt acteur Thomas Cammaert ten tonele als de oude geestelijke Lorenzo, gehuld in een clowneske gele jumpsuit en een kartonnen kraag om zijn nek gespannen. Hij is overduidelijk de verteller, die maatschappelijke vraagstukken opwerpt en sarcastische, haast cynische opmerkingen heeft over het toneelstuk. Hij wordt opgevolgd door de twee jonge gezichten van Bart van den Donker (Benvolio) en Yannick Jozefzoon (Mercutio), die de beste vrienden van Romeo (Abe Dijkman) spelen. Van den Donker is een waar komisch talent en samen met de bewegelijke Yannick speelt hij een spel met de taal en werpt steeds nieuwe woorden op met een eigentijds tintje. Zo braakt Benvolio luidruchtig om het woord ‘awkward’ uit zijn mond te krijgen. Mercutio heeft echter een kritische houding gedurende het verhaal en laat geen klacht achter zich zonder het woord ‘kanker’ eraan toe te voegen. Aangezien de andere spelers ook steeds woorden als ‘teringlijer’ en ‘kanker’ blijven roepen, worden ze op den duur betekenisloos en gaat de kracht van zulke uitbarstingen verloren. Een ander die het woord graag in de mond neemt, is het personage Tebaldo (Chris Peters), het lievelingsneefje van Vrouwe Capuletti (Mirjam Stolwijk). Zij is op haar beurt een ferme carrièrevrouw, die haar dochter Julia (Diewertje Dir) probeert uit te huwelijken aan de apenhandelaar en graaf Parijs (Michael Muller), op wie ze stiekem zelf een oogje heeft. Haar rechterhand is de zoogster Donna, een komische driftige tante gespeeld door Eva van der Gucht.

Liefdevolle haat

Het verhaal van Romeo en Julia draait niet alleen om liefde, maar ook om haat. De liefde van Romeo en Julia is uiteindelijk gedoemd door de haat tussen hun families. De scheiding tussen die twee families is letterlijk doorgetrokken in het decor: op een bewegend rond plateau is de ene kant van het decor ingekleed met blauwe objecten en de andere kant versierd met rode. De Capuletti’s staan voor blauw, de Montague’s zijn rood. De kostuums van Mattijs van Bergen verduidelijken dit ook: het zijn eigentijdse en eigenzinnige kostuums . De mannen zien er verwijfd uit in hun jurkachtige gewaden en kakkerige muiltjes en de haren van Romeo zijn ingevlochten zoals dat bij een tienermeisje niet zou misstaan. Julia heeft echter een blauw jongensachtig broekje aan met een corset, dat goed past bij haar petite lichaam. Deze Julia is zeer kinderlijk gebleven en haar gedrag is naïef; Romeo wordt daarentegen gekweld door filosofische overpeinzingen en vraagt zich af wie hij is en wat hij met zijn leven moet – een echt twintigersdilemma.

Het toneelstuk lijkt vooral gericht te zijn op de jeugd; niet alleen getuigt de toevoeging van onderwerpen als Kendall Jenner, de pepsi-cola reclame en Game of Thrones daarvan, maar ook het taalgebruik dat bolstaat van de hippe, verengelste woorden. Daarnaast worden geschillen tussen de jonge familieleden uitgevochten in heuse dance battles. Bovendien lijken de Montague’s wel een gezellig herendispuut te zijn als ze al lachend en brallend partycrashen op het bal van Vrouwe Capuletti. Hier ontmoet Romeo dan eindelijk zijn Julia en daarna wordt het eeuwenoude verhaal min of meer gevolgd.

Vooral de intermezzo’s van verteller Lorenzo zijn een verrijkende toevoeging aan dit toneelstuk en hij krijgt de lachers gemakkelijk op de hand evenals zoogster Donna, die met haar opzettelijk dommige gedrag en antwoorden, een stereotypische komische figuur wordt.

Romeo en Julia van toneelgroep Oostpool is anders dan anders, maar zeker heel vermakelijk. De jonge acteurs hebben veel in hun mars en het spelplezier spat ervan af. Het is mooi om te zien hoe eindelijk afgerekend wordt met clichés, maar het einde van Azzini doet toch een beetje knagen.

Boeken / Achtergrond
special: De grote festivalavond van Wintertuinfestival 2017

Discussies over algoritmes

In een tijd waarin uitgevers experimenteren met big data en algoritmes, en het leesgedrag dankzij e-books gemonitord kan worden, rijst de vraag: ‘Is er nog een toekomst voor de vrije lezer?’ Het Wintertuinfestival probeert hier een antwoord op te vinden middels een uitgebreid programma met theater, debat en zelfs een fictieve rockdocumentaire.

Het Wintertuinfestival is een week lang durend festijn in november en vindt plaats in Nijmegen. Op de woensdag is er een kroegcollege, op donderdag een universiteitsprogramma, op vrijdag een presentatie van nieuwe talenten en op zondag een boekpresentatie.

8WEEKLY bezoekt op zaterdag de grote festivalavond in poppodium Doornroosje. Er zijn lezingen en interviews met onder meer Adriaan van Dis, Nina Polak, Erik Jan Harmens, Franca Treur en Kamagurka. Festivaldirecteur Frank Tazelaar opent de avond met de aankondiging van het thema: ‘Vanavond vieren we de vrije lezer!’

Jasper Henderson in gesprek met Adriaan van Dis. Foto: Studio Schulte Schultz.

Lezen in tijden van algoritmes

Het thema is uiterst actueel gekozen. De twee grote uitgeefconcerns VBK (van onder meer Atlas Contact) en WPG (onder andere De Bezige Bij) raakten het afgelopen jaar allebei in opspraak vanwege experimenten met algoritmes en big data. Hierbij komt de nadruk sterk op het voorspellen van verkoopsuccessen te liggen. Het resultaat is dat er bijna geen ruimte meer is voor financiële risico’s, zoals het uitgeven van debutanten en poëzie.

Hoewel het thema interessant is, geeft het festival er helaas een deprimerende twist aan. Tijdens de zaterdagavond wordt er een behoorlijk dystopisch beeld over de toekomst van de vrije lezer geschetst. De vraag die het meest gesteld wordt, is: ‘Maakt u zich zorgen over de toekomst?’

Adriaan van Dis, in de Rode Zaal geïnterviewd door redacteur Jasper Henderson, reageert heel nuchter: ‘Er wordt al sinds Aristoteles geklaagd over de jeugd en lezen hoort nu eenmaal bij een klein clubje. Men koopt minder boeken tegenwoordig, ikzelf ook.’ De zorg van Henderson dat we te veel gestuurd worden door webshops die ons boeken adviseren (‘Anderen lazen ook…’) weet Van Dis ook te relativeren. Een halve eeuw geleden werd het publiek immers ook al beïnvloed door radioprogramma’s die boeken aanraadden.

Nikki Dekker in gesprek met Jet Steinz en Toef Jaeger. Foto: Studio Schulte Schultz.

Gevaren voor de vrije lezer

In een andere zaal worden Jet Steinz (auteur en commentator van de Bestseller 60 in de Volkskrant) en Toef Jaeger (redacteur bij NRC Handelsblad) geïnterviewd door radiomaker Nikki Dekker. Het gesprek verloopt in eerste instantie hetzelfde als eerder bij Adriaan van Dis. De grote concerns komen ter sprake, maar persoonlijk hebben ook Steinz en Jaeger niet het gevoel dat de vrije lezer in het geding is. Ze voelen zichzelf vrij om te kiezen wat ze lezen.

Maar wanneer Dekker doorvraagt, blijken ze toch beiden wel gevaren te zien. Steinz vreest voor de afleiding van internet en sociale media, die ervoor zorgen dat mensen minder boeken gaan lezen. Jaeger ziet gevaren in de plannen van VBK, omdat die het uitgeefbeleid kunnen gaan bepalen. Hierdoor kan er minder ruimte voor creativiteit en literaire experimenten ontstaan.

Fata Nirvana

Fata Nirvana. Foto: Studio Schulte Schultz.

Originele performances

Op het Wintertuinfestival staat ieder jaar een divers programma met lezingen en interviews, maar er is ook ruimte voor performances. In de Loading Dock van Doornroosje worden normaal gesproken de bussen van de artiesten uitgeladen, maar vanavond vindt hier een zeer betoverende voorstelling plaats. Corinne Heyrman maakte haar performance speciaal voor deze laad- en losruimte. In deze koude, kale ruimte vertelt ze over een vrouw die op zoek gaat naar haar donorvader.

De locatie, de kou en de rekwisieten geven een absurde indruk, maar tegelijk is het verhaal dat ze vertelt heel menselijk en puur. Een prachtig contrast. De link met het festivalthema is niet geheel duidelijk, maar de performance vormt wel een fijne tegenhanger van de deprimerende gesprekken die binnen in Doornroosje plaatsvinden.

De Paarse Zaal wordt afgesloten met een fictieve rockdocumentaire over de band Fata Nirvana. Deze ‘documentaire’ wordt live uitgevoerd door Koen Frijns, Gerjon Gijsbers en Marc van der Holst. Ze vertellen over de opkomst en neergang van de band die ‘anti-kubistische’ liedjes schrijft, zoals ‘Picasso you’re an asshole’ en ‘Mother please don’t cry, it makes your face look weird’. Een geweldige, absurde voorstelling waarin een originele persiflage wordt gegeven op het verhaal van veel rockbands.

Angst voor het onbekende

Het thema is een interessante keuze en de afzonderlijke programma’s zijn de moeite waard, maar doordat de discussies op elkaar lijken ervaar je als bezoeker een constante déjà vu. Daarnaast wordt er voor de eigen parochie gepreekt, omdat een belangrijke speler in de discussie, de eerdergenoemde uitgeefconcerns, ontbreekt. De vrije lezer wordt niet gevierd, maar moderne technieken worden gevreesd. Het is jammer dat er op de zaterdagavond van het Wintertuinfestival weinig aandacht is voor een positieve invalshoek, voor de mogelijkheden die de digitale revolutie kan bieden.

8WEEKLY bezocht op het Wintertuinfestival op 25 november in het Doornroosje te Nijmegen.

WeerZien, de pont, tilburg, anish kapoor
Kunst / Expo binnenland

WeerZien

recensie: WeerZien - Museum De Pont
WeerZien, de pont, tilburg, anish kapoor

“O, kijk achter je!”, riep iemand enthousiast. De een stond te kijken naar U.M. (1994-’95) van de Vlaamse kunstenaar Thierry De Cordier en wilde de ander wijzen op a, a, a, … (1989-’92) van dezelfde kunstenaar.

Beide beeldhouwwerken zijn momenteel te zien op de tentoonstelling WeerZien in Museum De Pont in Tilburg. Een museum dat doorgaat als het meest Belgische van de Nederlandse musea, al 25 jaar. En dat is iets wat ook nu weer opvalt. De Pont introduceerde onder meer werk van kunstenaars als Berline De Bryckere en Luc Tuymans in Nederland. Ze zijn nu, 25 jaar later, weer terug en dat is een vreugdevol weerzien.

Van De Bryckere zijn, in de nabijheid van de twee genoemde werken van De Cordier, de potloodaquarellen Het hart uitgerukt (1997-’98) te zien. Een ascetisch stukje, met verder Catherina’s Room (2001) van Bill Viola, in de voormalige wolspinnerij die dankzij een groot legaat van jurist en ondernemer Jan de Pont, onder de directie van Hendrik Driessen, met zijn team kon worden ingevuld als museum van hedendaagse beeldende kunst.

U.M., museum de pont, tilburg, weerzien,Thierry De Cordier

U.M. (Paal), 1994-1995, Thierry de Cordier, collectie De Pont museum, Tilburg. Foto: Peter Cox.

Monumentaal

Niet alles is ascetisch, maar veel is wel monumentaal. Met name de grote hal vraagt er om. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Grosse Geistern (1996-2000) van Thomas Schütte; zes Michelinmannetjes van gepolijst aluminium (die al in 1998 in De Pont waren te zien) en een groot deel van de ruimte vullen. Of voor het in 1992 speciaal voor de hal gemaakte Glas/Staal/Beton van Gerhard Merz, dat nu ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan opnieuw is geïnstalleerd.

In de intiemere wolhokken terzijde van de hal valt ook veel moois te zien. Soms hangen er touwen voor, zodat je er niet in kunt, behalve bij Richard Serra’s Gutter Splash Two Corner Cast (1992), dat op zichzelf al imponerend genoeg is en het betreden van het hok tegenhoudt. Serra maakte het destijds voor de openingstentoonstelling. Het werk bestaat uit twee stapels van drie uit lood gegoten hoeken.

sky mirror, anish kapoor, museum de pont, weerzien, tilburg

Sky Mirror (for Hendrik), 2017, Anish Kapoor, collectie De Pont museum, Tilburg. Foto:

Niet vergeten

Vergeet vooral niet de installatie Menschlich (1994) achter het restaurant te bekijken. Een installatie die bestaat uit 1200 portretfoto’s van slachtoffers en daders van en uit de Tweede Wereldoorlog, waaruit in negen van de tien gevallen niet duidelijk is wie goed en kwaad was. Het zijn soms Kafka-achtige, grote ogen die je aankijken, je het werk intrekken en je als het ware bevragen. Jammer is dat videogeluiden van even verderop doordringen.

Vergeet ook niet bij binnenkomst en/of bij het verlaten van het gebouw de speciaal voor de jarige Pont gemaakte sculptuur van Anish Kapoor te bekijken. Sky Mirror (for Hendrik) heet het. Zes meter hoog roestvrij staal waarin de hemel wordt weerspiegeld, behalve op mistige dagen, wanneer er condenswater op het staal zit. De sculptuur is neergezet in een watertuin, ontworpen door Sophie Walker. Het is het eerste werk van Kapoor in de Nederlandse publieke ruimte. Het museum had al vanaf 2012 Vertigo (2008) in de collectie, een al even indrukwekkend werk bestaande uit een licht gebogen, spiegelend vlak dat alles op z’n kop toont. Ook nu valt het te zien.

De Pont heeft met Sky Mirror een mooi ‘cadeau’ gekregen en geeft het publiek op haar beurt met de tentoonstelling WeerZien ook een geweldig, origineel cadeau. In 25 jaar is De Pont immers vanuit het niets uitgegroeid tot een museum met een collectie en tijdelijke tentoonstellingen die je als liefhebber van hedendaagse kunst niet mag missen.

Kleine afbeelding onderaan: Sky Mirror (for Hendrik), 2017, Anish Kapoor, collectie De Pont museum, Tilburg. Foto: Peter Cox.

mathijsen
Boeken / Fictie

De derde van Mathijsen

recensie: Alma Mathijsen - Vergeet de meisjes
mathijsen

‘Een keer trek je de conclusie: vriendschap is een illusie’. De beroemde regel uit de Nederlandse popmuziek zou het glasheldere motto van Vergeet de meisjes kunnen zijn. Alma Mathijsen schrijft in haar derde roman over een merkwaardige en ongelijke verhouding die voor vriendschap door zou moeten gaan.

Dat levert een boeiende geschiedenis op, vooral omdat de schrijfster met een meesterlijke beweging de situatie naar haar hand zet: ze laat het verhaal optekenen door een toeschouwer: een buitenstaander die zich vergaapt aan de vreemde verwikkelingen. Deze Amerikaanse journalist, Fields genaamd, is in Nederland om de inmiddels wereldberoemde auteur Iris Kouwenaar te interviewen. Hij wordt aanvankelijk op afstand gehouden door Iris’ huisgenote Kay en belandt bij toeval in de kledingkast in de slaapkamer waar de zieke Iris het bed houdt. Door een kier in de deur ziet hij hoe de twee vrouwen zich tot elkaar verhouden en krijgt hij langzamerhand door hoe hun opmerkelijke relatie in elkaar steekt.

Onvrijwillig

‘Ik hield van mijn rol als observator, waarin ik alles mocht registreren maar niets zelf hoefde mee te maken’, verklaart de toekijkende Fields zijn passieve houding. Hij is geen fan van de boeken van Iris Kouwenaar, maar heeft nu eenmaal de opdracht uit te zoeken waarom de succesvolle schrijfster geen letter meer op papier krijgt. In de nogal kluchtige situatie krijgt hij zicht op de relatie tussen de vrouwen: Iris ligt ziek op bed, tot niets in staat, en Kay verleent de ultieme mantelzorg. Al in het eerste begin, terwijl Fields nog moet wennen aan zijn peeping tom-positie, wordt duidelijk hoe geforceerd omzichtig de dames met elkaar omgaan.

Mathijsen zet met deze bizarre constructie een dijk van een verhaal neer. Ze laat de lezer meegluren en houdt lang vast aan het ongemak en de onzekerheid die ze zelf in het leven heeft geroepen. Iris weet Kay aan zich te binden door haar ziekte, terwijl Kay zich ten doel stelt de twee-eenheid van de buitenwereld af te schermen en zo volmaakt mogelijk vorm te geven. Dat ze daarbij een vorm van onvrijwilligheid oplegt – mede door het gerommel met Iris’ medicatie – is haar om het even.

Verdwijnen

Toch is Iris in deze min of meer gedwongen ‘vriendschapsliefde’ ook medeplichtig. Ze lijkt goed te gedijen in de zorg van Kay en is ook afhankelijk van haar steun. Door het elkaar vertellen van verhalen wordt de verstandhouding in balans gehouden. Verhalen over de overbodigheid van mannen in een Koreaanse vissersgemeenschap, en over het vermommen van ongewenste dochters als man in de Afghaanse cultuur. Het zijn verhalen die wijzen op de kracht van de vrouw en de uiteindelijke nutteloosheid van de man. Iris en Kay creëren een beschermde wereld voor elkaar, een plek waarin ze samen kunnen verdwijnen.

Verdwijnen is het grote thema in Vergeet de meisjes. Iris verdwijnt in haar onzelfstandigheid, zonder Kay kan ze niet functioneren. Kay verdwijnt in haar obsessie om Iris koste wat het kost voor zichzelf te houden. Fields verdwijnt letterlijk in de kast en moet zich steeds vaker verbergen om Iris te kunnen blijven volgen. Het wachten is op de grote doorbraak naar een opening die door Mathijsen allereerst als metafoor wordt gepresenteerd. Als in de tuin een boom sneuvelt en door het slaapkamerraam naar binnen stort, komen de verwikkelingen in een stroomversnelling en is de apotheose daar.

Dat belangeloze liefde een illusie is, wordt door de schrijfster fijnzinnig uit de doeken gedaan. Ze onderzoekt op originele wijze hoe onderwerping en jaloezie uiteindelijk leiden tot een explosieve situatie, waaruit alleen maar verliezers tevoorschijn komen. Vergeet de meisjes is verrassend goed geschreven en terecht genomineerd voor de BNG Bank Literatuurprijs 2017. Die prijs kan Mathijsen eigenlijk niet ontgaan.

Kunst / Expo binnenland

‘A place to think about life’

recensie: Na – Christian Boltanski

In het hoogkoor van de Amsterdamse Oude Kerk staan stoelen die anders in het schip van de kerk staan. Op elk ervan staat één, of staan een paar woorden geborduurd: droevig, ein end, niets, zware. Alle woorden vormen, als de stoelen allemaal in de goede volgorde zouden zijn geplaatst, een gedicht van Anna Enquist. De vijftien stoelen in het hoogkoor zijn random neergezet, want anders zouden ze volgens directeur en curator Jacqueline Grandjean ‘een werk op zichzelf vormen.’

En dat is niet de bedoeling, want de hele ruimte is voor Christian Boltanski (1944), de Franse kunstenaar die vanaf 1972 regelmatig deelneemt aan de documenta in Kassel en van wie onder meer op dit moment ook werk valt te zien in de Pont in Tilburg.
Voor de Oude Kerk maakte hij een installatie onder de titel ‘Na’ (letterlijk: na, after, après).
Het meest in het oog springen de tombes, staketsels met zwart landbouwplastic overspannen, van laag tot hoog. Je kunt er tussendoor lopen, als bij de betonblokken van  het Holocaustmonument van Peter Eisenman in Berlijn. Het landbouwplastic ‘ademt’ soms door enkele ventilatoren die zijn aangebracht.

Christian Boltanski in de Oude Kerk. Foto: Gert Jan van Rooij

De dood

Onderweg stuit de bezoeker op mensachtige figuren op houten benen met een jas aan en een lamp als hoofd (Le Manteau) , die – als je dichtbij komt -, een vraag stellen over hoe je je dood hebt ervaren, zoals: ‘Zeg eens, ben je weggevlogen?’, ‘Zeg eens, was je bang?’ of: ‘Zeg eens, heb je licht gezien?’
Op de achtergrond hoor je het geluid van een videoprojectie met Japanse bellen (Animates-Blanc), die staan voor de ziel. In het hoogkoor hoor je namen, op fluistertoon ingesproken, van de ruim achtduizend mensen die in de Oude Kerk zijn begraven, en van wie de namen bekend zijn. Je krijgt ze in een boekje (Disparus) bij de tentoonstelling overhandigd.
Ook licht speelt bij deze tentoonstelling een belangrijke rol. Van enkele grote kroonluchters die naar beneden zijn gehaald en in het schip bijvoorbeeld, pal boven de vijfenvijftig, donkere jassen hangen die daar op de grond liggen (Les Manteaux), als vleermuizen tegen de grond gedrukt met hun vlerken uitgespreid, tot de 158 lampjes in de doopkapel (Crépuscule), waarvan er gedurende de duur van de tentoonstelling elke dag om 12.00 uur er eentje automatisch uitgaat.

Christian Boltanski in de Oude Kerk. Foto: Gert Jan van Rooij

Eerder werk

Alles bij elkaar doet denken aan elementen uit eerder werk van Boltanski. Tombes kwamen we in meer bescheiden vorm al tegen als Les tombeaux in Museum Reina Sofia (1996), jassen speelden al een rol in de tentoonstelling Dispersion in Quai de la Gare (1991), namen verwijzen in ander werk naar de Mormonen, die denken dat als je bij het Laatste Oordeel door God geroepen wilt kunnen worden, je een naam moet hebben en de lampjes op de grond in de doopkapel doen tenslotte denken aan Dopo (Na) dat in 2015 te zien was in Fondazione Merz in Torino.
Maar we komen de elementen ook tegen in de kerken waar Boltanski eerder exposeerde. Hij weet ze zo achter elkaar op te nomen: Compostela, Keulen, Parijs en Salzburg. In een mooi boek met interviews met hem van de hand van Hans-Ulrich Obrist (2009) wordt er één uitgelicht: een paascyclus waarbij op Witte Donderdag jassen werden ingezameld, ze op Goede Vrijdag als dood achtergelaten waren en op Paasmorgen een nieuw leven kregen doordat ze aan armen uit de buurt werden weggegeven.
Zoiets kunnen we in Amsterdam niet verwachten. Volgens Grandjean omdat kerkelijk- en museaal gebruik van de Oude Kerk gescheiden zijn, terwijl Boltanski mij zei dit keer vooral de nadruk te hebben willen legen op de kerk als ‘a place to think about life.’

Christian Boltanski in de Oude Kerk. Foto: Gert Jan van Rooij

Het is aan de bezoekers en gebruikers van de Oude Kerk om een oordeel hierover te vormen. In ieder geval is de Oude Kerk, die sinds 2016 officieel een museum werd, er weer in geslaagd een indrukwekkende tentoonstelling te bieden. Dit keer met werk van Boltanski, dat we in de kern kennen maar dat steeds monumentaler en theatraler lijkt te worden. Werk dat niet alleen tot nadenken stemt, maar je ook aanspreekt. Soms zelfs letterlijk.

Muziek / Album

Bekendheid gegund

recensie: Daan – Nada

De Belgische zanger Daan is in eigen land een groot artiest, maar in Nederland nog relatief onbekend. Mogelijk brengt zijn nieuwste album Nada daar verandering in. Als voorproefje van dit artikel verklappen we vast: aan de kwaliteit van het album zal het niet liggen. Dit nieuwe album is het luisteren meer dan waard.

Daan Stuyven speelde eerder in bands als Citizen Kane en Dead Man Ray. Zijn populariteit groeide vooral bij onze zuiderburen. Het is hem gegund ook bij ons bekend te worden en als je een paar maal dit album geluisterd hebt, zul je dat met me eens zijn.

Referenties liggen uit elkaar

Om Nada aan een stijl te koppelen is lastig. Als we het album in zijn geheel op ons in laten werken, komen er diverse referenties naar andere artiesten naar boven, zonder dat Daan een kopie is. Er komt telkens een referentie naar boven, maar toch blijft ook zeker de eigenheid van Daan zelf voorop staan. Als we luisteren naar het tweede nummer van het album, getiteld ‘Wrong Heart’, dan kunnen we niet om een vergelijking met het late album van Johnny Cash heen. De stem van Daan en de klanken van dit nummer komen heel dicht in de buurt van wat Cash destijds realiseerde met Rick Rubin.
Maar als we vervolgens ‘Nontrol’ op ons af horen komen, dan schiet in het intro toch een vergelijking met Sting door mijn hoofd. Nu liggen de eerste en de tweede referentie wel heel ver uit elkaar, maar toch weet Daan van het album geen allegaartje te maken en het tot een eenheid te smeden.

Aanrader

Op papier lijken de vergelijkingen niet bij elkaar te passen, maar wie met open geest luistert zal geen moeite hebben om in ‘Temptation’ de ziel van John Campbell als voodoo-legende binnen te laten dwarrelen. Het voelt als een koude wind uit het hiernamaals. Campbell lijkt als een vleermuis door je hoofd te fladderen. Datzelfde gevoel wordt in ‘Seven Lives’ nog even vastgehouden. ‘King of Nothing’ roept geen vergelijking op, maar hier stopt Daan ineens heel veel octaven in zijn zang.
De albumafsluiter ‘Bala Perdida’ heeft een fraai drumgeroffel, dat doet terugdenken aan Phil Collins met ‘In the Air Tonight’. Het is heel kort maar niet minder onweerstaanbaar. Het doet verlangen naar meer.
Daan levert met Nada een album, dat van verschillende signaturen lijkt te zijn. Het is bijna filmisch. Hoe vaker ik het album luister, hoe meer ik ervan ga genieten. Het album is voor de avontuurlijke luisteraar een echte aanrader!

Lecompte_Bezige-Bij
Boeken / Poezie

‘Ik huiver van degelijke gedichten’

recensie: Delphine Lecompte - Western
Lecompte_Bezige-Bij

De poëzie van Delphine Lecompte is als een doordenderende trein die alle stations op de route voorbij snelt. Als er even vaart wordt geminderd is het mogelijk erop te springen en plaats te nemen. Wie de sprong niet waagt, mist de aansluiting.

In het op de eerste pagina van Western geplaatste gedicht Geen succes blues staan de regels: ‘Ik schrijf het liefst kwade overdadige gedichten, dan word ik gelezen. En gelezen worden is veel prettiger dan gefrustreerd te zijn’. Dit kan gezien worden als niets minder dan een beginselverklaring voor de extravagante stijl van deze Vlaamse dichteres. In haar verhalende verzen is de sfeer altijd naargeestig en er komt vrijwel geen rijm in voor.

Therapeutisch

Het stuwende tempo waarin de gedichten worden opgebouwd is tegelijkertijd een katalysator voor de onderliggende tragiek die vaak bestaat uit perversiteiten en incestueuze ervaringen. In een geconstrueerde omgeving schrijft de Lecompte duidelijk ‘van zich af’, waarbij het therapeutische effect een soort vaste waarde lijkt te zijn. De personages zijn stuk voor stuk samengestelde types met een keur aan bijzondere adjectieven: de hautaine manegemadam, de lamlendige brillenverkoper, de analfabetische jongenshoer, de gepensioneerde stierenvechter, enzovoort. Geen sleutelfiguren of handelende karakters, maar ze vormen slechts het decor voor de compromisloze beschrijvingen van de dichteres.

Ik geef je pindakaas om onze band te versterken
Ik vind je oogklonters mooier dan zwaarden
Ik schop je enkel wanneer mijn orgasme mislukt
Tijdens je likactiviteiten daarbeneden denk ik aan
De Gelaarsde Kat, aan Jacobs ladder, en aan spionerende parapluverkopers.

In deze absurdistische wereld is er vrijwel altijd sprake van een ongelijke verhouding tussen de hoofdpersoon en de omringende figuren: dader en slachtoffer in een gewelddadige situatie, meester en slaaf in een sm-achtige sfeer of sekspartners met verschillende motieven. Toch wordt het algemene drama, waar tussen de regels door telkens naar verwezen wordt, afgewisseld met een vorm van speelse humor die gevoeligheid laat zien.

Ik kom God tegen in de wasserette, hij ziet er verfomfaaid uit
Hij staart wezenloos naar zijn tuimelende overhemden
En nog wezenlozer naar zijn buitelende sokken
Een broek draagt God niet, zijn geslacht ziet er ongebruikt uit
Ik vraag God of hij me 20 cent kan lenen voor een pakje wasverzachter.

Verwondering

In de uitzending van VPRO Boeken stelt Lecompte dat overdaad en onmatigheid in haar schrijven de beste poëzie oplevert: ‘Ik huiver van degelijke gedichten’. De haast intuïtieve werkwijze en de veelheid aan wendingen binnen de strofes maken deze gedichten tot een bizar avontuur dat zowel verrassing als vermoeidheid opwekt. Het is de gulzigheid in het verwoorden van gedachten, het zoeken naar de juiste omschrijvingen, waardoor de indruk ontstaat dat – zoals de dichteres zelf zegt – de inspiratie ‘uit zijn voegen barst’. Een niet in te tomen productie die de kwaliteit niet altijd ten goede komt.

Met een VSB Poëzieprijs-nominatie voor haar vorige bundel op zak is Lecompte inmiddels een unieke verschijning in de Nederlandstalige poëzie. Het sprookjesachtige landschap dat ze creëert is een goede uitlaatklep voor de angsten en narigheden die blijkbaar in haar hoofd rondspoken. Het is de zwaarte én de lichtheid, die strijden om voorrang. In samenspel met de haast naïeve verwondering maakt dit Western tot een boeiend geheel. ‘Alles is bespottelijk en vertederend tegelijk.’

Muziek / Concert

Iets minder Rebel, maar niet minder goed

recensie: Jett Rebel

Jelte Tuinstra aka Jett Rebel behoeft eigenlijk geen introductie meer. Wie niet één van zijn vele platen in de kast heeft staan, kent hem wel door zijn reputatie van enthousiast drugsgebruik, zijn dwarse imago, of heeft wel eens het gerucht gehoord dat al zijn shows gerust drie uur doorgaan.

Begin dit jaar kwam Jetts nieuwste album Superpop uit, één van de drie studioalbums binnen twaalf maanden. Naar aanleiding daarvan een kleine tour, die vanavond eindigt in de grote zaal van Patronaat te Haarlem. Bij een nieuw album hoort blijkbaar een nieuwe look, want we zien Jett vanavond zonder snor, baard, en lange lokken. Hij en zijn band zijn volledig in het wit gehuld.

Over the top

Wanneer het optreden aangekondigd wordt door iemand die vraagt of de zaal ‘klaar is om te hossen’, weet je eigenlijk al wat voor show dit gaat worden; Jett is een stuk minder Rebel dan een paar jaar geleden. Met zijn over the top toneelstukjes doet hij zijn best om de zaal te entertainen. Af en toe een beetje te hard zijn best. Het publiek moet meezingen, meeklappen en krijgt zelfs in een ware fitnessles danspasjes aangeleerd.

Van Jetts oorspronkelijke band is alleen de bassist nog aanwezig, de rest van de muzikanten zijn er later bijgekomen. Ook de show is een afwisseling tussen nieuwe en oudere nummers, en tussen ballads en up-tempo songs. Alsof Jett per se zijn reputatie waar wil maken, rekt hij het geheel uit tot inderdaad een krappe drie uur. In ballad Green wordt een langdradig instrumentaal stuk van zelfs zo’n tien minuten ingebouwd, en ook een uitgebreid gitaarduel ontbreekt niet.

Nog steeds geniaal

Wie Jett Rebel vanavond voor het eerst live ziet, is ongetwijfeld zwaar onder de indruk. Voor wie hem al langer volgt, is de nieuwe weg die hij met deze iets te gelikte en dramatische show is ingeslagen misschien even wennen, of zelfs teleurstellend. Niemand kan er echter omheen dat hier een geboren podiumbeest staat, een geniale gitarist, en iemand die met zijn charmes en imponerende dansmoves iedereen inpakt. Hij is één bonk energie, de volle drie uur lang. Het maakt niet uit welk jasje Jelte aantrekt, alles past hem.

Het echte hoogtepunt van het optreden komt met de laatste drie nummers. Voor het eerste nummer van de toegift komt Jetts oude drummer terug, en samen met zijn oorspronkelijke bassist spelen ze een van zijn eerste hits, Louise. Ook de twee nummers daarna, Pineapple Morning en Love Me At All, stammen uit het begin van zijn carrière. Dit zijn toch duidelijk wat Jelte het beste kan en wat het publiek het meest waardeert. Lekker hard rocken zonder gedoe.

Jett Rebel weet precies hoe hij zijn publiek de beste drie uur moet geven. Het is indrukwekkend hoe hij op zo’n jonge leeftijd de band leidt. Het geheel is strak gerepeteerd maar tegelijkertijd blijft er genoeg ruimte voor spontaniteit en improvisatie. Het mag dan misschien allemaal iets te gelikt zijn vanavond, maar je kunt niet anders dan de volle vijf sterren geven aan zo’n indrukwekkende muzikant en entertainer.