Princess Nokia: Van straatschoffie naar gestyleerde rapsensatie in drie kwartier
Princess Nokia onderuit in een scheurbuggy. Princess Nokia bij een houten bord in een grauwe grootstedelijke binnenplaats. Princess Nokia onder een blauwe sluier. Iemand met een bokshoed, bloedneus en rode mond. En, op de plaathoes van recentelijk heruitgegeven debuut 1992 (inmiddels 1992 Deluxe), Princess Nokia met een slobbertrui en een basketbal.
Aangenaam, Princess Nokia. Aangenaam, voormalig Wavy Space, voormalig Ms. Destiny. Allemaal namen voor dezelfde jonge vrouw Destiny Nicole Frasqueri. Straatschoffie, tomboy, feministe en dan zomaar een doorbraaksensatie met een heus debuut. Een debuut dat in 2016 verschijnt en nu opnieuw verschijnt, aangevuld met recent materiaal. Op de meest recente editie van Le Guess Who? neemt Destiny de plaats in van het een vraagteken: de Verrassing. De hype lijkt volledig.
Als vrouw bovenaan?
In 2017 schrijft Belcalis Almanzar, alias Cardi B, geschiedenis door met Bodak Yellow voor de eerste keer in negentien jaar de bovenste plaats van de Amerikaanse Billboard Top 100 te bereiken. Als vrouw. Op zich goed nieuws, ware het niet dat Bodak Yellow als muziekje weinig om het lijf heeft. De taal en beats zijn lomp, platvloers en geschud uit een vat van duizenden.
In andere woorden: met beide ellebogen, een grote bek en de juiste mensen heeft Cardi B zich een weg omhoog geklauwt. Muziekwebsite Pitchfork (“The Most Trusted Voice in Music”) plaatste Bodak Yellow bovenaan de Top 100 Best Songs of 2017. Een vrouw bovenaan. Een statement, een tragisch unicum misschien. Ver weg, veel verder weg, verschijnt de slobbertrui van Princess Nokia. Randverschijnsel. Charmant.
Arm kind
Op de eerste track van 1992 Deluxe, ‘Bart Simpson’, herintroduceert ze zichzelf: “Always been a loner, never had a solid home”. Op ‘Goth Kid’ omschrijft zichzelf als een “Big slob”, en verderop: “…at first glance, I’m so small and cute / Haven’t seen me puking drunk on my own shoes.” En haar moeder stierf aan AIDS, en haar grootmoeder stierf, en haar pleegouders bleken te slaan. Groeten uit de Bronx.
Op het schuchter swingende ‘Green Line’ blikt ze terug op doorvoertrein-lijn 6. Voor twee dollar vijftig alle stops tussen pakken Pelham Bay Park en City Hall in Lower Manhattan. Destiny Nicole mag geen groot poëet zijn, op ‘Green Line’ tekent ze voor drie minuten toch prachtig beenharde nostalgie. Je hoort het gekras van staal, de tram, auto’s en het openbaar vervoer. Je ziet d’r zo zitten, in haar slobbertrui. Sloom. Zat. Arm kind.
Het einde van alle sympathie
‘Green Line’ tekent de lijn tussen de eerste (oude) helft van 1992 Deluxe en de tweede (nieuwe) helft, waarop Princess Nokia helaas resoluut voor het eind van alle sympathie tekent. Destiny ruilt haar kwetsbaarheid in voor het gekraai van een internetsensatie, een doorbraak, een stripfiguur. Op onuitstaanbaar nasale toon kletst ze ergens over haar iconische backcatalogue en het veranderen van Rap. Het wereldvreemde geklets van ene Jaden Smith verschijnt op links, het gebral van ene Cardi op rechts.
De loner ontpopt zich in de tweede helft als een zelfzuchtig, onuitstaanbaar kreng. De tragiek overheerst: van kwetsbaar straatschoffie naar kapot gestyleerd rapicoon in achtenveertig minuten. Schreeuwen en zwaaien in de slipstream van Cardi B. Het moest niet nodig zijn. Arm kind.