Tag Archief van: landscape

Film / Films

McCabe & Mrs. Miller

recensie: McCabe & Mrs. Miller

McCabe & Mrs. Miller speelt zich rond het jaar 1900 af in een klein dorpje in het Noord-westen van de Verenigde Staten. De mannelijke helft uit de titel, John McCabe, een naïeve en koppige gokker/zakenman gespeeld door Warren Beatty, rijdt op een avond het stadje binnen. Binnen enkele weken begint hij met de bouw van een saloon. Het duurt niet lang voor McCabe een bezoekje krijgt van de dure prostituee Mrs. Miller (Julie Christie) met het voorstel een luxe bordeel en badhuis naast de saloon te bouwen.

Het verhaal is bij McCabe & Mrs. Miller van ondergeschikt belang, zoals dat voor de meeste films van Robert Altman geldt. Het script is voor Altman niet meer dan een blauwdruk, een kale structuur op basis waarvan een bepaalde sfeer gecreëerd wordt met behulp van improvisatie, bijrolacteurs en veel mooie beelden. Voor McCabe bouwden de filmmakers bijvoorbeeld een echt dorpje waarin de meeste medewerkers ook echt woonden. Omdat de film in chronologische volgorde werd opgenomen, konden de werkzaamheden tijdens de opnamen gewoon doorgaan; de timmerlieden mengden zich in historische kostuums tussen de acteurs en waren niet van echt te onderscheiden. Al die details dragen ontzettend veel bij aan de sfeer van de film, en dat is ook de reden waarom veel van Altmans films pas echt goed worden nadat je ze vaker hebt gezien.

In de rij

Gelukkig is dat op deze dvd geen probleem vanwege het informatieve audiocommentaar van Altman en producent David Foster, voor wie dit zijn eerste speelfilm was. De beide heren zijn afzonderlijk van elkaar opgenomen, hoewel Foster wel een paar keer reageert op Altmans uitspraken. Foster vertelt veel over de voorgeschiedenis van de film, hoe hij het boek kocht waarop het script is gebaseerd en aan het begin moeite had de film aan een studio te verkopen. Pas na het grote succes van Altmans film M*A*S*H stonden de studio’s in de rij om de film te maken.

Modder

Hoewel Altman vertelt dat hij filters gebruikte om de film een extra zacht en “ouderwets” uiterlijk te geven, lijkt het beeld op deze nieuwe dvd wel uit dezelfde modder getrokken als die in het stadje ligt. Er is weinig contrast en scherpte, en de gebruikte filmkopie is erg korrelig en zit vol krassen. Ook de geluidskwaliteit is behoorlijk slecht: Altmans karakteristieke gebruik van overlappende dialogen wekt hier vooral irritatie op omdat veel stemmen onverstaanbaar zijn. Leonard Cohens prachtige liedjes klinken plat en ondynamisch.

Maar toch blijft er bij McCabe & Mrs. Miller nog genoeg over om van te genieten, zeker als je de moeite neemt de film een paar keer te zien. De film wordt vaak als een van de eerste meesterwerken van Robert Altman gezien, en is alleen daarom al een kijkje waard.

Film / Films

McCabe & Mrs. Miller

recensie: McCabe & Mrs. Miller

McCabe & Mrs. Miller speelt zich rond het jaar 1900 af in een klein dorpje in het Noord-westen van de Verenigde Staten. De mannelijke helft uit de titel, John McCabe, een naïeve en koppige gokker/zakenman gespeeld door Warren Beatty, rijdt op een avond het stadje binnen. Binnen enkele weken begint hij met de bouw van een saloon. Het duurt niet lang voor McCabe een bezoekje krijgt van de dure prostituee Mrs. Miller (Julie Christie) met het voorstel een luxe bordeel en badhuis naast de saloon te bouwen.

Het verhaal is bij McCabe & Mrs. Miller van ondergeschikt belang, zoals dat voor de meeste films van Robert Altman geldt. Het script is voor Altman niet meer dan een blauwdruk, een kale structuur op basis waarvan een bepaalde sfeer gecreëerd wordt met behulp van improvisatie, bijrolacteurs en veel mooie beelden. Voor McCabe bouwden de filmmakers bijvoorbeeld een echt dorpje waarin de meeste medewerkers ook echt woonden. Omdat de film in chronologische volgorde werd opgenomen, konden de werkzaamheden tijdens de opnamen gewoon doorgaan; de timmerlieden mengden zich in historische kostuums tussen de acteurs en waren niet van echt te onderscheiden. Al die details dragen ontzettend veel bij aan de sfeer van de film, en dat is ook de reden waarom veel van Altmans films pas echt goed worden nadat je ze vaker hebt gezien.

In de rij

Gelukkig is dat op deze dvd geen probleem vanwege het informatieve audiocommentaar van Altman en producent David Foster, voor wie dit zijn eerste speelfilm was. De beide heren zijn afzonderlijk van elkaar opgenomen, hoewel Foster wel een paar keer reageert op Altmans uitspraken. Foster vertelt veel over de voorgeschiedenis van de film, hoe hij het boek kocht waarop het script is gebaseerd en aan het begin moeite had de film aan een studio te verkopen. Pas na het grote succes van Altmans film M*A*S*H stonden de studio’s in de rij om de film te maken.

Modder

Hoewel Altman vertelt dat hij filters gebruikte om de film een extra zacht en “ouderwets” uiterlijk te geven, lijkt het beeld op deze nieuwe dvd wel uit dezelfde modder getrokken als die in het stadje ligt. Er is weinig contrast en scherpte, en de gebruikte filmkopie is erg korrelig en zit vol krassen. Ook de geluidskwaliteit is behoorlijk slecht: Altmans karakteristieke gebruik van overlappende dialogen wekt hier vooral irritatie op omdat veel stemmen onverstaanbaar zijn. Leonard Cohens prachtige liedjes klinken plat en ondynamisch.

Maar toch blijft er bij McCabe & Mrs. Miller nog genoeg over om van te genieten, zeker als je de moeite neemt de film een paar keer te zien. De film wordt vaak als een van de eerste meesterwerken van Robert Altman gezien, en is alleen daarom al een kijkje waard.

Boeken / Fictie

Illusionisme voor meisjes

recensie: De Engelse rozen & Wat moet ik aan?

.

Madonna • De Engelse rozen • Vassallucci • 48 bladzijden • ISBN 90 5000 642 6

Trinny Woodall en Susannah Constantine • Wat moet ik aan? • Archipel • 160 bladzijden • ISBN 90 6305 099 2

~

De Engelse rozen

Zangeres Madonna mag zichzelf inmiddels Vrouw noemen, het meisjesstadium gepasseerd. Ze heeft echter een dochtertje, en voor dat Meisje heeft ze een prentenboek geschreven. Het wat simpele verhaaltje gaat over vier vriendinnen die jaloers zijn op een meisje uit de straat, dat bijzonder knap is. Ze willen nooit met deze Binah spelen, omdat ze denken dat zij verwaand is. Maar wanneer een petemoei in een droom laat zien dat Binah geen moeder heeft en thuis keihard moet werken, slaat de jaloezie om in medelijden. Binah mag ook bij het vriendinnenclubje.

Het verhaal van De Engelse rozen is bijna ontstellend simpel en daarbij ook nog eens ontstellend meisjesachtig. Alleen meisjes zouden zo jaloers kunnen zijn. Het is een zoet verhaaltje, en als het al ergens op de Kabbala geïnspireerd is, dan is dit wel het meest suikerspinroze fabeltje uit de Joodse mystieke traditie. De tekeningen daarentegen, van Jeffrey Fulvimari, zijn erg mooi. Een beetje kriebelig misschien, en de tekst in de tekeningen zelf is niet vertaald, maar de illustraties zijn zeker mooier dan het verhaal.

Zoet

De Engelse rozen is het eerste prentenboek in een serie van vijf. Madonna mag wel wat minderen met haar suikerzoete toontje, zolang ze Fulmivari maar aanhoudt als tekenaar. Een zoet boekje voor zoete meisjes.

Eind goed al goed voor de vriendinnetjes uit De Engelse rozen. Het vervolg op dat boek komt in de vorm van een ander soort prentenboek: een fotoboek vol kledingadviezen. Wat moet ik aan? is het-boek-bij-de-serie van de Britse Trinny Woodall en Susannah Constantine.

Onmisbaar

~

Woodall en Constantine zijn twee modedames die Meisjes vertellen wat voor soort kleding ze moeten dragen. Dat doen de Cosmopolitan, de Elle en de Viva ook, inderdaad, maar W&C geven adviezen voor onvolmaakte lichamen. En welk Meisje heeft er nu niet een iets te dikke buik, te kleine of juist te grote borsten, dikke enkels of een korte hals? Om Wat moet ik aan hangt een air van onmisbaarheid.

Elk Meisje wil er wel eens leuk uitzien, zelfs wanneer ze een zichzelf verwaarlozend hobbezak-grotetruien-meisje is (zoals ik). W&C hebben hoofdstukjes gemaakt voor de gewraakte lichaamsdelen en poseren op de linkerpagina met een don’t en op de rechterpagina met een do. Jammer alleen dat ze daarbij gemaakt chagrijnige of hyperopgewekt glimlachende gezichten trekken, want zo is de kijk-en-vergelijk wel heel duidelijk.

Zadeltassen

W&C poseren in van alles en nog wat, en geven ook aan in welke winkels je dat kunt kopen, wat erg handig is (de meeste adressen bevinden zich natuurlijk weer in Amsterdam). Ze deinzen niet terug voor onflatteuze termen als waterballonnen (grote borsten), een niet goed gevuld condoom (zonder borsten in een jurk) en zadeltassen (brede heupen). Wat moet ik aan? is een boekje voor een regenachtige middag met vriendinnen en laat je ongegeneerd schelden op je eigen onvolmaakte lichaam, maar leert je intussen wel hoe je die dikke kuiten moet verhullen en hoe je je grote borsten wat minder groot laat lijken (diepe decolleté’s en v-halzen).

Abracadabra!

Wat deze twee boeken, voor kleine en grote Meisjes, ons leren? Dat Meisjes meesteressen in het illusionisme zijn. Een petemoei tovert alle jaloezie uit de wereld en een boekje als Wat moet ik aan? is niets minder dan een toverspreuk ter verhulling van die zadeltassen, waterballonnen en staalkabelkuiten. Het verschil met Madonna’s preek is dat Wat moet ik aan? echt helpt. Abracadabra!

Muziek / Concert

Voor herhaling vatbaar

recensie: ZININ Festival

De organisatie van het ZININ Festival heeft het qua programmering goed aangepakt. Naast lokale bands uit Utrecht en omgeving stond namelijk ook een van de meest opzienbarende festivalbands van het jaar op het programma: Kaizers Orchestra. Deze Noren waren samen met Kashmir uit buurland Denemarken op papier de toppers op het Utrechtse Smakkelaarsveld (vlak naast het station) en daarmee bedoeld om bezoekers te trekken. De overige bands waren echter zeker geen opvulling op de deze eerste editie van ZININ.

~

ZININ is een samenwerkingsproject tussen alle poppodia van Utrecht en werd georganiseerd door stichting Dwergpop, een collectief dat in 1993 begon met het organiseren van verschillende activiteiten op het gebied van de Utrechtse popcultuur. Dwergpop bedacht het concept van popmuziek in een grote huiskamer. Het zeer gezellig ingerichte festivalterrein moest een huiselijke sfeer oproepen, een sfeer die zich uitstekend leent voor het luisteren naar popmuziek. Aan de ene kant van het terrein kon je in strandstoelen naast de gracht hangen en aan de andere kant waren heuse sofa’s neergezet.

Stortbui

~

Helaas kreeg het festival, dat duidelijk rekening had gehouden met een heerlijk (na)zomerdag, te maken met net iets te kille temperaturen en een regendreiging, die ook nog eens overging in een stortbui rond een uur of zeven. Er was een behoorlijk aantal mensen op komen dagen, maar het festival leek lang niet uitverkocht. De mevrouw bij de garderobecaravan had de gehele dag niets te doen gehad terwijl er begroot was op een hele partij tassen. Jammer, want het festival was in essentie zeer de moeite waard.

Utrecht vs Noorwegen

Met name het Utrechtse We vs Death wist op de vroege middag te verrassen. De band maakt het soort geluidscollages dat we gewend zijn van bijvoorbeeld Mogwai. Prachtige gitaarmelodieën doen je de ogen sluiten om weg te dromen. Ook de trompet van de frontman is een geweldige toevoeging aan het geheel. Een absoluut hoogtepunt.

Ook het optreden van Kaizers Orchestra stond erg vroeg op de middag gepland. De Noren lieten aan het begin van het jaar het Eurosonic publiek verdwaasd achter en waren een van de grote verrassingen op Lowlands. Met hun album Ompa Til Du Dør (Ompa ‘Til You Die) vestigden zij zich in de lijst met absolute toppers van 2003. ZININ deed zeer goede zaken door deze band te programmeren en Kaizers Orchestra deed goed zaken door een energieke, bruisende, anarchistische, kortweg briljante show neer te zetten. Vol met theater, complete waanzin en gemep op olievaten. De ultieme festivalband en het hoogtepunt van ZININ. Het was overigens ook hilarisch om te zien hoe twee stomdronken bezoekers een gestolen olievat op het perron van Utrecht Centraal probeerden te krijgen, maar dat terzijde.

Utrecht vs Denemarken

~

Verder waren er de relaxte geluiden van Solah Juice en de prachtige gitaarliedjes van John Cunningham, die jammer genoeg moest opbotsen tegen een veel te luidruchtig publiek. Perkin speelde mooie popliedjes en zette een overtuigende show neer met zanger J Perkin als stralend middelpunt. J Perkin is jaren actief geweest als solo-artiest alvorens deze band op te richten. Mooi en subtiel. Iets wat je zeker niet kunt zeggen van Flipo Mancini, die een grote bak gitaargeluid over het publiek uitstortte. Flipo Mancini werd gevolgd door een optreden van de Amersfoortse punkband Five Years Later, die toch wel erg standaard punkpop produceerde. Verder deden, ondanks de regen, the Mighty Mashed Potatoes het best goed. Ook de R&B en Hip Hop van Illicit kon op veel bijval rekenen.

Kashmir, die andere publiekstrekker, speelde een zeer degelijke show met vooral veel werk van het dit jaar verschenen Zitilites. Zanger Kasper Eistrup en de zijnen wisten geregeld kippenvel op te roepen en daar was het publiek overduidelijk zeer dankbaar voor. Ook Kashmir maakte de hoge verwachtingen waar, doch niet zo overtuigend als Kaizers Orchestra dat deed. De poprock van het Utrechtse Taxi to the Ocean leek hier en daar wel erg veel op Counting Crows, verder waren de toehoorders wel enthousiast.

Juiste snaar

Opvallend is dat er nog zoveel publiek was aan het eind van de dag. Blijkbaar heeft ZININ de juiste snaar geraakt met het huiskamerprincipe. Of misschien was de programmering gewoon erg aantrekkelijk. Waarom zou je bands als Kashmir en Kaizers Orchestra ook laten schieten voor tien euro. Nee, ZININ heeft een belangrijke eerste editie achter de rug met misschien wat tegenvallende bezoekersaantallen en en niet erg goed weer, maar wel met blije gezichten van de bezoekers en een prima concept. Dit vraagt om een tweede editie met wat meer mensen en natuurlijk met wat meer zon.

Zinin?

http://www.zinin.net

8WEEKLY

Beter in het café

Artikel: World Championship Snooker 2003

Soms heb je een spel in handen waarvan je denkt, waarom zou ik dit in godsnaam interactief doen? Biljartspelletjes zijn daar een goed voorbeeld van. Niet dat ik niet van een potje poolen of snooker houd, het is meer dat ik nog nooit een snookerspel heb gezien dat ’the real thing’ waardig weet te vertalen naar het TV scherm.

~

In World Championship Snooker 2003 kan de speler kiezen uit meerdere spelletjes en varianten. Ten eerste is het natuurlijk gewoon mogelijk om een potje snooker te spelen. Je kan kiezen voor een enkele match, toernooi of carrière. Verder kan men nog voor het bij het grote publiek populaire poolen kiezen, trickshots maken of gewoon aan kleine minigames deelnemen. Minigames bestaan uit kleine opdrachten die de pooler al spelende moet uitvoeren. Hierdoor is WCS 2003 sowieso al completer en leuker dan de meeste biljartspelletjes die ik tot nu toe gespeeld heb.

Keu

Niet bekend met de regels van snooker of pool? Geen probleem, want de computer legt je van te voren de regels uit. Mocht je het dan nog niet snappen, dan kan het soms geen kwaad om tijdens een wedstrijd naar het commentaar te luisteren. Soms geeft de verslaggever vrij nuttige tips over welke bal je het beste kan spelen. Mocht je dit stukje lezen en nog niet snappen wat de bedoeling is, dan is dit echt geen spel voor jou. Ga eerst eens naar de kroeg om een keu vast te houden.

Speelplezier

~

De biljartwedstrijden zijn van redelijk niveau. Je kunt verschillende tegenstanders uitkiezen die zo elk hun sterkere en zwakkere punten hebben. Tijdens het spelen kun je ervoor kiezen om ook de beurten van je tegenstander te bekijken, en zo zijn manier van spelen te ontdekken. Duurt je dit echter allemaal te lang, dan kun je dit ook gewoon skippen. Vlot speelplezier heeft duidelijk voorop gestaan bij de programmeurs. Er is dan ook niet veel oefening nodig om al snel een potje te kunnen spelen.

Niet te missen

Qua simulatie is WCS 2003 niet het meest diepgaande spel dat ik ooit heb gespeeld. Je scala aan stoten is zeer beperkt, en de diverse camerastandpunten en hulplijntjes maken menig lastige bal een niet te missen kans. Toch is best een vermakelijk spel, mede door deze simpelheid. Zoek je een pittige snookersimulatie, kijk dan nog even verder. Wil je gewoon een lekker ongecompliceerd spel voor tussendoor, dan heb je aan deze game zeker een goeie.

Muziek / Album

…In Love…

recensie: Beyoncé - Dangerously in Love

Langzaam veroverden zij ons land met hun soulvolle doch pittige R ’n B: de vier meiden van Destiny’s Child. Het album Writings on the Wall bezorgde hen de grote doorbraak in Europa. Terwijl hun ster rees, stapten twee leden (om onduidelijke redenen) op en werd er een nieuw lid opgetrommeld. Ondanks de personeelswisseling, roddel en achterklap werd de status als belangrijkste meidengroep verzilverd met de opvolger Survivor. Ook de serieuze muziekcritici konden er niet meer omheen. Destiny’s Child kreeg lovende recensies en artikelen omtrent hun album. Onder andere OOR, de Volkskrant en NRC Handelsblad oordeelden dat de meiden écht kunnen zingen en zij artistieke kwaliteit koppelden aan wat het grote publiek wil.

~

Al snel wordt duidelijk dat Destiny’s Child steeds meer om Beyoncé Knowles draait, aangezien zij co-auteur en mede-producent van de meeste nummers is op Survivor. En daarbij ook nog bijna alle lead vocals voor haar rekening neemt. Na een aantal solo-uitstapjes kan een eigen album eigenlijk niet meer uitblijven. Als tweede (Kelly Rowland ging haar voor) komt zij met een solo-album. En verdraaid, wat is-ie fijn!

Variatie

Het album opent met de spetterende hit-sinlge Crazy in Love. Dat belooft wat. Als alle zestien nummers zo lekker funky klinken… voor de luisteraar die inderdaad een album verwacht met uitsluitend up-tempo R ’n B komt bedrogen uit. ‘Miss Bee’ is niet van plan zich in één muzikaal hokje te laten duwen. Grofweg zijn de nummers op het album te verdelen in up tempo, groovy mid tempo en ballads. Daarnaast is er een aantal zeer uiteenlopende guest appearances aangetrokken, wat het album een grote mate van variatie geeft. Zo is Hip Hop Star met rapper Big Boi (Outkast) een stoer en hoekig nummer, terwijl het duet met opper-zwijmelaar Luther Vandross, The Closer I get to You, een klassieke eighties-ballad is, waarbij visioenen van een knapperend haardvuur direct voor ogen komen. Signs (featuring Missy Elliot) is een dromerig, laid back nummer met typische muzikale Missy-grapjes. Dit houdt niet in dat de zangeres het niet alleen af kan. Het broeierige Naughty Girl en het zwoele, groovy Be With You zijn zeer geslaagd. Het meest spannende nummer is slepende Yes, wat een mix lijkt tussen smooth R ’n B en de knisperende sprookjesmuziek Björk.

Dilemma

~

Miss Bee is verliefd! En dat mogen we weten ook. Ze steekt niet onder stoelen of banken wat zij allemaal in petto heeft voor de gelukkige (in haar geval rapper Jay-Z). “I know that you want my body/Tonight I’ll be your naughty girl” (Naughty Girl) zingt ze, en “Do you want to get nasty/I dare you to undress me” (Hip Hop Star). Om maar wat te noemen. Maar Jay-Z moet nog wel geduld hebben en een ‘nee’ van zijn verloofde kunnen accepteren en dan niet gaan zeuren. “Yes we can be together/But you gotta wait for me… The first time I say no/It’s like I never say yes” (Yes) sneert ze naar hem. Het album behandelt zogezegd haar dilemma tussen jong zijn en haar geloof. Aangezien de religieuze lading niet tot nauwelijks letterlijk aanwezig is, wordt het thema van het album universeler: je bent jong en je wilt wat, maar houd je normen en waarden(!) in de gaten.

Slipgevaar

De nummers van Dangerously in Love zijn stuk voor stuk geslaagd, al dient vermeld te worden dat niet alle nummers even spannend zijn. Voornamelijk in de ballads begeeft Beyoncé zich enigszins op glad ijs, waardoor artistiek slipgevaar ontstaat, maar ze vliegt gelukkig nergens uit de bocht. De verzorgde productie en haar o zo aangename stem houden het gehele album spannend genoeg. Ach, zelfs het minst geslaagde nummer op het album is nog steeds gewoon góéd. Ja, ondergetekende is in love, en accepteert de kleine minpuntjes. Miss Bee heeft met Dangerously in Love een puike plaat afgeleverd!

Links:

www.beyonceonline.com
www.columbiarecords.com

8WEEKLY

Racen tegen Schumacher

Artikel: F1 Career Challenge

~

Net als de FIFA Soccerreeks heeft EA Sports ook haar F1 licentie elk jaar een nieuw jasje gegeven. Veel nieuws was er echter nooit te ontdekken in de reeks. In vergelijk met andere F1-games was deze game vooral pittig, en weinig arcade. Alleen de echte diehard F1 fans moesten zich er aan wagen, maar die hadden dan ook een fraaie game aan F1 2000, 2001, 2002… Voor deze nieuwe uitgave in de reeks heeft men echter wel iets nieuws bedacht.

Ooit had je op de SEGA Mega Drive het spel Super Monaco GP. Je begon daar in een middelmatig team, en je moest je door het uitdagen van anderen zien te opwerken. Als je dan een goed resultaat wist te scoren kwamen er aanbiedingen van grotere teams. Het carrière-idee in het racegame genre was begonnen. (toegegeven, Spirit of F1 voor de MSX had ook een soort carrière modus). In deze game pakt men het allemaal wat grootser aan. Nu begin je ook als een nobody, en moet je elk jaar vechten voor je zitje. Goede resultaten zullen je reputatie doen stijgen, en je kunt je wagen door je verdiende punten ‘upgraden’.

Herkenbaar

Er zijn weinig echt leuke racespellen met zo’n Carrière mode. Het probleem met bijvoorbeeld Gran Turismo is dat je meestal het gevoel hebt in je eentje te spelen. Je tegenstanders hebben geen gezicht, het zijn gewoon wagentje A en Wagentje B die je zo snel mogelijk moet verslaan. In F1 Career Challenge daag je meteen bekende F1 gezichten zoals Jean Alesi en Michael Schumacher uit, en daarmee is deze game direct een stapje voor op de concurrentie.

Moeilijk

~

Als je die stap wilt voor blijven moet je echter ook een goeie gameplay bieden. Het probleem met F1CC is het zelfde als met de vorige delen, het is echt verrekte moeilijk. Om aan je carrière te beginnen moet je bijvoorbeeld eerst wat proeven met goed gevolg afleggen, om zo je superlicentie binnen te halen. Deze proeven zijn vaak op het oog simpel, maar door de heel directe besturing kan het nemen van een bochtje al belachelijk moeilijk zijn. Net als in het echt kun je niet remmen en sturen tegelijk. Mijn eerste pogingen om een bocht te nemen eindigden dan ook gewoon in de grindbak. Voor de echte simulatiefan zal dit wel likkebaarden zijn, maar EA zet hiermee een groot aantal gamers in één keer buitenspel. Ik durf te wedden dat mensen het spel vaak na een uurtje al geërgerd wegleggen omdat ze nog niet eens hun superlicentie hebben weten te halen.

Conclusie

Het spel ziet er prima uit, en de sfeer van de F1 komt goed naar voren. Jammer genoeg zitten er ook een paar bugs in het spel. Een paar keer bleven de muziek of de SFX hangen, en dat is uiterst irritant. Het gebeurde zelfs dat ik een paar keer met een ouderwetse vastloper te maken kreeg. Gelukkig gebeurde dit in de optiemenu’s en niet tijdens de race. Maar dit soort zaken ogen wel een tikkeltje slordig, en van EA zijn we wel iets meer gewend.
F1CC is een spel dat voor de ware F1-liefhebber eindelijk iets nieuws brengt: een geslaagde carrièremodus. Daar staat tegen over dat je echt een behoorlijke doorzetter moet zijn om van dit spel te kunnen genieten. Als je eenmaal je superlicentie hebt, en aan het racen kan beginnen, dan heb je hier een prima simulatiegame. Fans van een ongecompliceerd potje racen kunnen beter Gran Turismo 3 kopen, of wachten op de GT4. F1CC is een pittige titel om je tanden in te zetten.

Muziek / Album

Party/gangstarapper

recensie: Fredro Starr - Don't Get Mad, Get Money

Hij klinkt als een iets nettere versie van DMX, is al meer dan tien jaar actief als rapper, heeft zijn eigen uitgeverij (Other Peoples Money) en is zeer productief als acteur. Fredro Starr, echte naam Fredro Scruggs, heeft zijn leven ingericht zoals meer hiphopartiesten dat tegenwoordig doen. En zo vindt hiphop allengs de weg in alle facetten van de massa-entertainment en zullen steeds meer ouders zich achter de oren krabben over de muziek waar hun kinderen nu weer naar luisteren.

~

Fredro Starr brak in 1993 door als rapper met zijn neef Sticky Fingaz en Sonee Seeza in de redelijk invloedrijke groep Onyx. Met deze groep bracht hij vier albums uit, terwijl hij in 2001 solo debuteerde met het album Firestarr. Op dat album staat ook de soundtrack van de film Save the Last Dance, waarin Starr een rol speelt. Daarnaast acteerde hij ondermeer in de series NYPD Blue, Law & Order en het in Amerika zeer populaire Moesha. De beste man is dus nogal druk en nu is er dan zijn tweede solo-album Don’t Get Mad, Get Money.

Het album opent nogal rauw; binnen de eerste tien seconden wordt het woord ‘niggah’ al zes keer gebezigd in het nummer Pranksta (heeft 50 Cent niet een nummer met dezelfde titel?). Er wordt een toon gezet van een streetwise gangsta rapper, maar zelf betwijfel ik de streetcredits van Starr. Hij is opgegroeid in Brooklyn en Queens in New York en profileert zich op nummers als Dangerous en Finer Things als een thug die middenin de gangwars met een heel arsenaal aan wapens leeft en de vrouwen voor het oprapen heeft. Maar toch blijft het beeld van de rol die hij speelt als de verloofde van Moesha in de gelijknamige zoetsappige televisieserie op het netvlies branden. LL Cool J zei ooit in een interview dat hij zelfs de personificatie van hiphop is als hij een oud vrouwtje de straat over helpt. En die redenering begrijp ik, maar bij Starr zie ik het gewoonweg niet.

~

Op het album zijn heel verfrissende melodielijnen te horen, bij Finer Things, California Girls en het titelnummer Don’t Get Mad, Get Money en ook het originele Funtime ligt prettig in het gehoor. California Girls lijkt daarbij ook nog op een N.E.R.D. productie en is dus zeer hitgevoelig, waarmee het album een compleet geheel is. Maar tussen de echte party/gangsta rappers van tegenwoordig, zoals Jay-Z, Busta Rhymes, 50 Cents en ook Ja Rule zal deze plaat waarschijnlijk geen hoge ogen gooien. Fredro Starr verstaat samen met Dirty, GET-INZ, X-1 en Sticky Fingaz het vak van het rappen, maar er zijn zoveel betere artiesten in hetzelfde genre.

Links:

www.fredrostarrmusic.com

Film / Films

The Color Purple

recensie: The Color Purple

Na de opnamen van Indiana Jones and the Temple of Doom, zijn meest stripachtige en tegelijkertijd meest duistere film, vond Steven Spielberg het tijd een nieuwe richting in te slaan. Zijn vaste producente Kathleen Kennedy had hem al eerder de even daarvoor verschenen roman The Color Purple van Alice Walker laten lezen, en hij was op slag verliefd geworden op het verhaal van de zwarte Celie die tegen de onderdrukking moet vechten in het Amerika uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Het resultaat van Spielbergs eerste volwassen film: elf Oscarnominaties, waarvan er niet een werd verzilverd. Maar gelukkig heeft een film geen Oscars nodig om te boeien en te ontroeren, en dat is precies wat The Color Purple meer dan tweeëneenhalf uur doet.

~

Hoewel de film soms wel heel sterk neigt naar sentimentalisme, weet Spielberg door zijn feilloze visuele gevoel en talent voor het regisseren van zijn acteurs alles toch in goede banen te leiden. Vooral opvallend zijn de geweldige prestaties van Whoopi Goldberg (die hiervoor stand-up comedian was in San Francisco en nog nooit in een film had geacteerd) en Oprah Winfrey (ja, dé Oprah Winfrey), die op prachtige wijze de rol van de gebroken Sofia neerzet. The Color Purple is niet Spielbergs beste film, maar komt verdraaid dicht bij echte klassiekers als E.T. en Schindler’s List.

Extra’s

~

Wie gewend is aan de DVD-releases van Spielbergs recente films (met name A.I. en Minority Report) zal op het eerste gezicht teleurgesteld zijn in de weinige extra’s. Maar in tegenstelling tot die twee DVD’s, met vele mini-documentaires van vaak nog geen vijf minuten, duren de vier featurettes van The Color Purple bij elkaar bijna anderhalf uur. De eerste en boeiendste is Conversations with Ancestors: The Color Purple from Book to Screen (26:41). Hierin vertelt schrijfster Alice Walker over de oorsprong van het boek, de thematiek en problematiek. Het was interessant te horen dat veel van de personages uit het boek en de film zijn gebaseerd op Walkers familieleden. Na tien minuten doen ook de filmmakers een duit in het zakje, en legt Spielberg onder andere uit waarom hij bepaalde (seksuele) elementen uit het boek heeft veranderd.

Aandoenlijk

De tweede documentaire heet Collaboration of Spirits: Casting and Acting The Color Purple (28:41) en behandelt – de titel zegt het al – de acteurs en actrices in de film. Vooral Oprah Winfrey is heel aandoenlijk als ze vertelt hoe een rol in de film haar absolute droomwens was en ze de gelukkigste dag van haar leven had toen ze ook daadwerkelijk werd aangenomen. Meestal vind ik de verhalen van acteurs niet erg interessant, maar het onderwerp van de film en de bijzondere sfeer op de set leveren een paar mooie momenten op.

Anecdotes

Cultivating a Classic: The Making of The Color Purple zou op de meeste DVD’s het enige extraatje zijn geweest. In bijna 25 minuten komen de verschillende onderdelen van het maken van de film voorbij, hoewel er te weinig aandacht wordt geschonken aan de technische aspecten: alleen cameraman Allen Daviau (ook van E.T.) komt aan het woord. Niettemin genoeg interessante anecdotes, ook al is er geen seconde bewegend beeld tijdens de opnamen gemaakt.

Joop van den Ende

The Color Purple: The Musical (7:37), ten slotte, gaat gelukkig niet over de plannen van Joop van den Ende om het boek op de planken te brengen, maar over componist/producent Quincy Jones, die vele authentieke liedjes bij elkaar zocht en zelf ook enkele songs aan de film bijdroeg. Jammer genoeg gaat niemand in op het feit dat The Color Purple de enige speelfilm van Spielberg is sinds zijn debuut in 1974 waarvoor John Williams niet de muziek schreef. Steven Spielberg houdt niet van audiocommentaar en dus moeten we het daar zonder doen, maar er zijn nog wel enkele trailers en twee fotogalerijen te vinden, alhoewel er geen spoor is van de storyboards die op de hoes worden beloofd. De bijgeleverde extra’s zijn interessant, maar de kwaliteit van de film maakt de aanschaf van deze DVD essentieel.

Film / Films

The Hunted

recensie: The Hunted

~

“Als ik over twee dagen niet terug ben, ben ik dood”, zegt Tommy Lee Jones tegen de FBI wanneer hij een meedogenloze afslachter op probeert te sporen. Veel bloed volgt, maar je zult de hele film uit moeten zitten als je wilt dat er iemand dood gaat. Verwacht geen kwaliteit in de actiefilm The Hunted, zelfs geen vermaak.

Eerst nog even het verhaal: Aaron Hallam (Benicio del Toro) is na zijn verblijf in Kosovo als regeringsmoordenaar van de VS in isolatie geraakt en leeft in de bossen waar hij al een tijd jagers om het leven brengt op een lugubere manier. Als de FBI ten einde raad is wordt de hulp ingeroepen van een FBI wildernis- en survivalspecialist L.T. Bonham (Tommy Lee Jones). Bonham krijgt de moeilijke opdracht om Hallam, die door hem zelf ooit is opgeleid, op te sporen. En dat opsporen wordt wel heel letterlijk genomen… Bonham volgt elk spoor van Hallam. Het lijkt wel een kat en muisspelletje en dat gaat maar door en gaat maar door. Hallam is namelijk ook nogal goed in ontsnappen.

Bloederig

~

Regisseur William Friedkin (The Excorcist) heeft hier echt de plank volledig misgeslagen. Het verhaal staat niet en rammelt aan alle kanten. De acties zijn voorspelbaar en de achtervolgingen allesbehalve spectaculair. Bovendien heeft Friedkin ervoor gekozen om een paar sappige smerige details in deze film te laten zien, alsof het weer een Excorcist-film is. Zo begint de film erg bloederig en meedogenloos en naar het eind toe komt dat weer terug. Jagers komen op een wrede wijze om het leven, afgehakte ledematen vliegen in het rond en messen worden overal ingestoken. Dit siert de film absoluut niet en geeft hem ook geen meerwaarde. Wat dat betreft kan Friedkin zich beter bezig houden met het maken van horror-films.

Oscars


Tommy Lee Jones (Men in Black, The Fugitive) en Benicio del Toro (Traffic) zullen zich voor hun hoofd slaan, dat ze zich hiervoor hebben geleend. Terwijl zij zeker wel het talent hebben, getuige de Academy Awards. Maar dat komt hier in ieder geval niet uit de verf. Jones heeft het druk met spoorzoekertje spelen en heeft maar een paar gesproken scènes en die zijn niet om warm van te worden. Hij staat daar maar en straalt weinig uit. En het enige wat Del Toro mag doen is zijn vechtkunsten vertonen en ook dat gaat vervelen.

~

Waar is toch de diepgang? Deze film had zoveel meer psychologische diepgang kunnen hebben, maar het blijft steeds aan de oppervlakte. Friedkin durfde niet genoeg. Nu is het enige positieve puntje van deze film de omgeving waarin gefilmd is: de jungle. Ook al eerder gezien, maar blijft toch aardig.
Nee, deze film met gaten in het plot, middelmatig acteerwerk en een slecht verhaal is er zeker niet eentje die je persé op je verlanglijstje hoeft te zetten.

Film / Films

Just Married

recensie: Just Married

Just Married valt in het genre romantische komedie. Maar de film is én weinig romantisch (ze hebben niet eens seks tijdens hun huwelijksreis) én de goede grappen blijven weg (oe, daar krijgt hij weer een klap tegen z’n hoofd). Maar wat wil je ook met zo’n rampzalige huwelijksreis…

~

Liefde op het eerste gezicht, dat was het toen Tom (Ashton Kutcher) en Sarah (Brittany Murphy) elkaar ontmoetten op het strand. Ze zijn dolgelukkig met elkaar en Sarah vraagt hem op een wel heel aparte plaats ten huwelijk: de plek waar zij net haar lievelingshond hebben begraven (door zijn toedoen)! De families zijn er alleen niet zo blij mee. Hij is een arme sloeber die zijn brood verdient met het voorlezen van de files op de radio en zij komt uit een rijke en snobistische familie. Van het hele huwelijksritueel krijg je weinig te zien, want de film zapt snel verder naar het eigenlijke onderwerp van de film: de huwelijksreis. In één lange flashback krijg je de “onvergetelijke” reis voorgeschoteld.

Nattigheid

~

Je merkt al snel dat deze reis niet gladjes verloopt. In Europa gedragen de twee zich als echte Amerikanen. Met dat gedrag weten ze weinig sympathie op te wekken bij de kijker. Ze zijn ronduit irritant. Brittany Murphy (Don’t Say A Word, 8 Mile) speelt haar rol wel overtuigend snobistisch, maar Ashton Kutcher mist nog wat ervaring en komt over als een verveelde jongen die je alleen blij kan maken met voetbal. En daar wringt even later de schoen als madame liever een kerk en een museum bekijkt en hij de kroeg induikt. Als dan ook nog een jaloerse rijke ex probeert om Sarah voor zich te winnen, voel je de nattigheid al aankomen: ellende!

Kinderachtig

Eigenlijk weet je na de eerste scène al genoeg. Dit is een film met nogal kinderachtige humor: mensen lopen tegen elkaar op, er wordt kauwgom in haren gesmeerd, geduwd, gegooid met koffers. Verder is er natuurlijk pech met de auto waarmee ze op vakantie zijn en gebeuren er vreemde dingen in de bizarre hotels waar ze overnachten. De grappen volgen elkaar in hoog tempo op en zijn ontzettend voorspelbaar. Dat verveelt snel, maar misschien moet je gewoon je verstand op nul zetten bij deze film om het nog een beetje vermakelijk te vinden. Van het interessante verhaal moet de film het ook niet hebben. Naast de bloopers is het enige verhaal wat nog een beetje meespeelt, de kwestie arm-rijk, maar dat is zeker niet origineel meer. Regisseur Shawn Levy (Address Unknown en Big Fat Liar) heeft de plank volledig misgeslagen.

trailer

Flauwe, voorspelbare grappen, irritaties over de acteurs en een verhaal dat niet blijft boeien. Deze onvergetelijke huwelijksreis kan je als film maar beter vergeten. En als je toch nieuwsgierig bent geworden, kan je het ook best af met de trailer van de film!