Tag Archief van: landscape

Muziek / Album

Tumbleweed en ongeschoren Ozzies

recensie: Nick Cave & Warren Ellis - The Proposition OST

In 1988 schreef Nick Cave voor het laatst zowel muziek als script voor een film, toen voor Ghosts… of the Civil Dead. Een kleine twintig jaar later komt Nick Cave met The Proposition. Dit keer wordt Cave bijgestaan door sporadisch Bad Seeds-lid en Dirty Three-violist Warren Ellis. In thuisland Australië werd de muziek voor de film al bekroond door het Australische Filminstituut. In Nederland is deze film voorlopig nog niet te zien, maar het beluisteren van dit album wekt zeker de nieuwsgierigheid op.

Het script van deze film lag al bijna twintig jaar op een boekenplank te verstoffen in huize Cave. Nu dan eindelijk de realisatie van de film. The Proposition speelt zich af in de Autralische Outback rond 1880 en vertelt het tragische verhaal van drie broers die in staat van beschuldiging worden gesteld van verkrachting en moord. Het is van meet af aan al duidelijk, bij de eerste aanraking tussen Ellis’ strijkstok en snaren: op dit album geen vrolijke beelden van bloemen strooiende meisjes. Dit wordt bittere kost.

Australische western

~

Geen onsuccesvolle combinatie, de samenwerking tussen Cave en Ellis. De twee slagen er in met hun score een sfeer van dreiging en opwaaiend zand te verbeelden. Tumbleweed en ongeschoren mannen op paarden leken ineens het landschap, waarover ik tijdens het luisteren uitkeek, te bevolken. Een zeer sterke energie vloeit, via de noten van dit album, de oren in. Hulde! Het merendeel van de tracks is intrumentaal, waarbij Ellis’ vioolpartijen steeds de hoofdrol spelen. Nick Cave staat bekend om zijn vermogen sterke sferische omgevingen in zijn muziek aan te brengen en de duistere korte verhalen die hij in zijn songs weet neer te zetten. Met The Proposition slaagt hij daar, mede dankzij Ellis, wederom in.

Cave’s donkere krochten

Vanwege de tekstuele kwaliteiten, daarentegen, hoeven we dit album niet in de Nick Cave-top-tien omhoog te schuiven. The Proposition is hoe dan ook een soundtrack, waarbij de beelden voorop staan en taal een ondergeschikte positie lijkt in te nemen. Uitgangspunt van deze filmmuziek ligt logischerwijs in het verhaal van de drie broers en hun jager. Op deze manier wordt direct contact met de donkere krochten van Nick Caves ziel vermeden. Een connectie die op zijn andere platen synoniem lijkt te zijn met schoonheid.

Bovenal filmmuziek

Niettemin is dit een mooi album, dat niet los te zien is van de film. Dat verband is zelfs duidelijk zonder dat je hebt gezien. Op The Proposition haken de nummers bijna onopgemerkt op elkaar in, zoals het hoort bij een soundtrack die een verhaal moet ondersteunen. Leuk voor de verzameling, deze plaat. Maar The Proposition is bovenal filmmuziek en laat zich ook luisteren als een film. Daarbij acht ik de kans klein dat ik dit album nog vaak zal afspelen. Misschien over een tijdje, op een broeierige zomerdag. Als er stoffige droge wind waait en de lucht trilt boven het zacht geworden asfalt.

Muziek / Album

Tumbleweed en ongeschoren Ozzies

recensie: Nick Cave & Warren Ellis - The Proposition OST

In 1988 schreef Nick Cave voor het laatst zowel muziek als script voor een film, toen voor Ghosts… of the Civil Dead. Een kleine twintig jaar later komt Nick Cave met The Proposition. Dit keer wordt Cave bijgestaan door sporadisch Bad Seeds-lid en Dirty Three-violist Warren Ellis. In thuisland Australië werd de muziek voor de film al bekroond door het Australische Filminstituut. In Nederland is deze film voorlopig nog niet te zien, maar het beluisteren van dit album wekt zeker de nieuwsgierigheid op.

Het script van deze film lag al bijna twintig jaar op een boekenplank te verstoffen in huize Cave. Nu dan eindelijk de realisatie van de film. The Proposition speelt zich af in de Autralische Outback rond 1880 en vertelt het tragische verhaal van drie broers die in staat van beschuldiging worden gesteld van verkrachting en moord. Het is van meet af aan al duidelijk, bij de eerste aanraking tussen Ellis’ strijkstok en snaren: op dit album geen vrolijke beelden van bloemen strooiende meisjes. Dit wordt bittere kost.

Australische western

~

Geen onsuccesvolle combinatie, de samenwerking tussen Cave en Ellis. De twee slagen er in met hun score een sfeer van dreiging en opwaaiend zand te verbeelden. Tumbleweed en ongeschoren mannen op paarden leken ineens het landschap, waarover ik tijdens het luisteren uitkeek, te bevolken. Een zeer sterke energie vloeit, via de noten van dit album, de oren in. Hulde! Het merendeel van de tracks is intrumentaal, waarbij Ellis’ vioolpartijen steeds de hoofdrol spelen. Nick Cave staat bekend om zijn vermogen sterke sferische omgevingen in zijn muziek aan te brengen en de duistere korte verhalen die hij in zijn songs weet neer te zetten. Met The Proposition slaagt hij daar, mede dankzij Ellis, wederom in.

Cave’s donkere krochten

Vanwege de tekstuele kwaliteiten, daarentegen, hoeven we dit album niet in de Nick Cave-top-tien omhoog te schuiven. The Proposition is hoe dan ook een soundtrack, waarbij de beelden voorop staan en taal een ondergeschikte positie lijkt in te nemen. Uitgangspunt van deze filmmuziek ligt logischerwijs in het verhaal van de drie broers en hun jager. Op deze manier wordt direct contact met de donkere krochten van Nick Caves ziel vermeden. Een connectie die op zijn andere platen synoniem lijkt te zijn met schoonheid.

Bovenal filmmuziek

Niettemin is dit een mooi album, dat niet los te zien is van de film. Dat verband is zelfs duidelijk zonder dat je hebt gezien. Op The Proposition haken de nummers bijna onopgemerkt op elkaar in, zoals het hoort bij een soundtrack die een verhaal moet ondersteunen. Leuk voor de verzameling, deze plaat. Maar The Proposition is bovenal filmmuziek en laat zich ook luisteren als een film. Daarbij acht ik de kans klein dat ik dit album nog vaak zal afspelen. Misschien over een tijdje, op een broeierige zomerdag. Als er stoffige droge wind waait en de lucht trilt boven het zacht geworden asfalt.

Boeken / Fictie

Moeder waarom leven wij?

recensie: Wesley Stace - Versleuteld verleden

Geslachtsveranderingen en twijfel over de seksuele identiteit zijn heden ten dage al lang geen issues meer waar een mens van opkijkt. In de negentiende eeuw was dat echter een ander paar mouwen: de verhoudingen tussen man en vrouw waren vast bepaald en onwrikbaar. Maar de mens is geen mal en de levenskracht overstijgt veelal de wet. Dat wist ook Wesley Stace, en hij heeft er een prima debuutroman uit gepuurd. Een kolos van een roetsjbaan in het Londen van de duistere Jack The Ripper.

~

Historische romans zijn een risico: als je er niet in slaagt om een verleden met een hartenklop weer te geven, doet de plot er al helemaal niet meer toe. Die hindernis heeft Stace in ieder geval reeds feilloos genomen: Londen leeft op 528 pagina’s. En dat is alvast geen evidentie, want Versleuteld verleden is de eerste roman van de folkzanger Wesley Stace (1965), die zich in dat milieu overigens John Wesley Harding laat noemen. Deze artiest heeft reeds 13 albums op zijn naam staan en speelde samen met onder meer Lou Reed, Iggy Pop, Peter Buck, Joan Baez en Bruce Springsteen. Vooral die laatste is in dit opzicht zeer interessant: Springsteen slaagt er namelijk telkens in om in enkele zinnen een ganse wereld op te trekken, compleet met het grijs van verlies en logge uitzichtloosheid. Stace’s roman mag dan wel een dikke pil zijn, het is duidelijk dat ook hij de gave heeft met weinig veel te zeggen, en dan nog met een duizelingwekkende vaart, bijvoorbeeld waar hij een personage neerzet:

Soms merkte hij dat hoe minder hij over de buitenwereld nadacht, des te beter het was, want hoe meer hij hem probeerde te begrijpen, des te minder lukte het. Maar hij deed zijn werk goed en van zijn liedjes werd hij rustig – zowel van de liedjes die hij bedacht als van de oudjes die hij verfraaide. Ze hielden de wereld op een afstand en voorkwamen dat echte gedachten en muizenissen zijn hoofd binnendrongen.

Eigenlijk een jongen

Maar waarover gaat de roman? In Engeland anno 1820 dreigt de familie Lovell uit te sterven. Maar dan ziet de lord op een dag een zwerfhond met een pakje rondwandelen, en daarin bevindt zich… een baby. Lord Lovell, die vanwege een zieke moeder en een overleden zus geen vrouwen meer in zijn nabijheid duldt – zelfs als hij zou willen – besluit het meisje te adopteren en op die manier toch nog voor enige tijd het uitsterven van het geslacht Lovell te voorkomen. Hij huwt de bibliothecaresse in een poging om zijn dochter voor ‘zijn’ dochter te doen doorgaan.

Maar Rose, zoals het meisje wordt gedoopt, komt jaren later – korsetten en zware make-up ten spijt – tot de conclusie dat ze eigenlijk een jongen is. Meteen wordt overal gefluisterd dat hier gesjoemel aan te pas is gekomen, dus wordt Rose omwille van de goede naam van de familie verstoten en gedoemd tot de wijde wereld. Haar of zijn opdracht is niet gemakkelijk: met zichzelf in het reine komen (“wie ben ik eigenlijk?”) en vervolgens terugkeren naar Londen, om er in vreemde gedichten en haast onontcijferbare familieboeken trachten achter te komen wat er precies aan de hand is geweest. En dat blijkt een vreselijk geheim te zijn, dat we hier uiteraard niet uit de doeken gaan doen.

Een geheel eigen smoel

Het is ongelooflijk welke rijpheid en vaart van deze debuterende romanauteur uitgaat: vanaf de eerste pagina word je om de oren geslagen met allesbehalve de minste referenties. Versleuteld verleden doet denken aan Een schitterend gebrek van Arthur Japin en Middlesex van Jeffrey Eugenides, en in niet geringe mate aan het wondermooie Het parfum van Patrick Süskind. Het combineert de sfeerschepping van de eerste, het bizarre onderwerp van de tweede en het toverachtige van de derde en slaagt er in toch een geheel eigen smoel te hebben. Dat is het kenmerk van grote literatuur, literatuur die woekert rond het heerlijke en onvergetelijk ontroerende hoofdpersonage Rose, en kietelt met sprankelende humor. Versleuteld verleden is een prachtige pageturner en hopelijk het begin van een al even prachtige schrijverscarrière.

Boeken / Fictie

Belofte maakt schuld

recensie: Sarah Dunant - In the Company of the Courtisan (In het gezelschap van de courtisane)

Na het prachtige De geboorte van Venus was het wachten begonnen. Met het verstrijken van de dagen steeg de spanning. Elk moment zou de nieuwe roman van Sarah Dunant kunnen verschijnen. En nu is het dan eindelijk zover: In the Company of the Courtisan heeft het levenslicht gezien. We kunnen ons weer storten op het Italië van lang vervlogen tijden.

~

Ditmaal is niet het Florence van de vijftiende eeuw, maar het Venetië van begin zestiende eeuw de plek van handelen. We volgen de gebeurtenissen van de jonge, beeldschone courtisane Fiammetta Bianchini en haar trouwe metgezel, de dwerg Bucino. Gevlucht uit het door Spanjaarden en Duitsers veroverde en vernielde Rome van 1527 komen ze terecht in het toenmalige middelpunt van de Europese handel: Venetië. Met alleen een paar, vlak voor de vlucht ingeslikte, edelstenen en een gedichtenbundel, proberen ze in Venetië een nieuw bestaan op te bouwen. Aanvankelijk lijkt dit vrij hopeloos, maar door wat geluk en met behulp van oude bekenden lukt het hen uiteindelijk een luxueus leventje in de bloeiende havenstad op te bouwen.

Authentiek

Wederom weet Dunant het oude Italië nieuw leven in te blazen. Het zestiende-eeuwse Venetië wordt zo goed beschreven dat je het niet alleen voor je ziet, maar dat je zelfs de stank, die uit de nauwe vaargeulen opstijgt, ruikt. Het voelt allemaal levensecht aan. Die authenticiteit is te danken aan Dunants vaardigheid met de pen, maar ook aan het feit dat ze duidelijk haar research heeft gedaan. Hoewel Fiammetta en Bucino fictieve karakters zijn, was een dergelijke combinatie van gezelschapsdame en dwerg in die tijd niet ongebruikelijk. Daarnaast spelen vele bekende eigentijdse personages een rol. Zo passeren de schilder Tiziano Vecellio (Titian) en de schrijver Pietro Aretino de revue. Referenties naar hun werk in In the Company of the Courtisan zijn tevens referenties naar bestaande werken.

De vertelkunst van Dunant is zeer meeslepend. Het is duidelijk dat zij van oorsprong een thrillerschrijfster is, want de wendingen in het verhaal zijn klassieke voorbeelden uit dat metier. Op de juiste tijdstippen weet ze het verhaal weer in een stroomversnelling te krijgen door een niet verwachte gebeurtenis of onthulling.

Het beste van drie werelden

Dat maakt van In the company of the courtisan dan ook meer dan alleen een historische roman rondom een sterke vrouw en haar problematiek. We hebben het hier over een historische roman, gebaseerd op gedegen research, voorzien van twee kwetsbare personages, die ondanks tegenslagen en politiek gekonkel blijven vechten voor hun bestaan. En dat alles voorzien van een twist op het eind. Het beste van drie werelden ontmoet elkaar: de historische roman, de thriller, en de vrouwenliteratuur hebben een geslaagd verbond gesloten.

Het wachten op de nieuwe roman van Dunant is dus zeker beloond. We kunnen wederom genieten van een meesterlijk verteld verhaal. Een verhaal over een kleine man en diens grote liefde voor een vrouw die van het verkopen van haar liefde een kostwinning maakt. Maar ook een verhaal dat een belofte nakomt.

Nederlandse vertaling: Sarah Dunant • In het gezelschap van de courtisane • Uitgever: Archipel • Prijs: € 18,95 (gebonden) • ISBN: 9063052219

Boeken / Fictie

Een overgestileerde crash

recensie: DBC Pierre - Ludmila’s Broken English

.

A big and bold stroke

“Dirty But Clean Pierre”, voor de burgerlijke stand Peter Finlay, heeft een leven achter de rug dat wat opbouw betreft veel op zijn boeken lijkt. Hij werd in 1961 geboren in Australië maar groeide op in Mexico, waar zijn vader om carrièreredenen met zijn gezin naartoe verhuisde. De Finlays waren rijk en Peters kindertijd was rustig en luxueus. Toen hij negentien was begon de zaak te ontsporen: eerst stierf zijn vader, niet lang daarna werd de familie financieel geruïneerd door de nationalisering van de Mexicaanse banken. Daarna veranderde het leven van DBC in een neerwaartse achtbaanrit: hij begon geld te lenen, eerst voor zijn familie, later voor zijn eigen drugs. Hij maakte enorme schulden, lichtte onbekenden op (onder andere door ze wijs te maken dat hij het goud van Montezuma wist te vinden), bedroog zijn eigen vrienden en dacht naar eigen zeggen toen hij tegen de dertig liep: “How the fuck did I get here?”.

De berichten uit de jaren negentig zijn tegenstrijdig. Pierre zelf beweert dat hij zich als kluizenaar terugtrok, en, al luisterende naar Russische orkestmuziek, zich aan zijn “big and bold stroke” wijdde: een roman schrijven. Het was een poging om in één klap een normaal leven te beginnen én zijn schulden af te kunnen betalen. Zijn debuut móest een succes worden. En het ongelooflijke gebeurde: Vernon God Little werd een verkoopsucces en dat niet alleen, het werd direct geconsacreerd door de gevestigde literatuurwereld met de toekenning van de Man Booker Prize, een van de meest prestigieuze onderscheidingen in mondiaal letterenland.

Doelgerichte ontsporing

De afgekickte (“clean”) maar nog even vuile Pierre keert nu, drie jaar na zijn doorbraak, terug met Ludmila’s Broken English, een boek geschreven onder aanmerkelijk minder gecompliceerde omstandigheden dan zijn eersteling. Het boek zelf is juist gecompliceerder. Twee verhalen uit ‘de nabije toekomst’, om en om verteld, worden pas over de helft van het boek met elkaar verweven. In het eerste verhaal draait het om de Britse Gordon-Marie (“Bunny”) en Blair Heath, een voormalig Siamese tweeling die pas op hun drieëndertigste fysiek worden gescheiden en losgelaten uit hun verzorgingstehuis.

Na de volledige privatisering van de overheid en daarmee van het zorgsysteem, is het simpelweg goedkoper om de broers aan de “care in the community” over te laten. De Heaths reageren zeer verschillend op de plotselinge (bewegings-)vrijheid: Blair tracht zich op alle mogelijke manieren te storten in de overspannen wereld van de open markt en het hoogkapitalisme, het ‘geloof in jezelf’ en de vrije sex, terwijl Bunny enkel terugverlangt naar de beschermende koepel van hun verzorgingstehuis.

Het tweede verhaal speelt in Ublilsk, een postcommunistisch ministaatje in de Kaukasus, beschreven als “a compacted heap of dung and snow”. Het toch al instabiele republiekje staat op het punt te worden veroverd door het nabije Gnezvarikstan en oorlog, geweld, armoe, honger en dood dreigen. De knappe, jonge Ludmila woont in een boerengehucht maar droomt van een vlucht uit haar armoedige leven. Met haar minnaar Mikhail wil ze proberen de “the fountainhead of war”, het Westen, te bereiken; daar moeten immers vrede en overvloed te vinden zijn. Een maffe, maar niettemin geloofwaardige reeks incidenten leidt ertoe dat Ludmila uiteindelijk haar foto post op een Russische bruiden-website, waarna de link met de Britse tweeling gelegd kan worden en een orgiastische botsing tussen oost en west plaats kan vinden. Pierre werkt zelfbewust en doelgericht naar die ontsporing toe.

Overstilering

De satire is duidelijk – ligt er zelfs wat dik op-, het Westen, het Kapitalisme, onze hedonische party-wereld: we kunnen het in onze zak steken. Maar wie dat wil doen krijgt wel te maken met Pierre’s stijl, die met ‘bloemrijk’ nog maar zeer ten dele is beschreven. Het lijkt erop dat dit de toegevoegde waarde is van een Pierre-roman in rust geschreven, maar het had beter zonder gekund. Voorbeelden: in Ludmila’s Broken English loopt of kijkt niemand. Bij Pierre heet lopen “bowling”, “booming over”, “washing along like sperm” en kijken omschrijft hij met “curl an eye”, “beach a fat eye”, “throw a volley of blinks”, “poke deadly eyes”. Het is even aardig, maar al snel vermoeiend lezen en vooral zo onwaarachtig als wat: het boek wil zo ontzettend graag stilistisch origineel en anders zijn, dat het zo gekunsteld en nep wordt als een bos plastic tulpen met lichtjes erin. Het boek is een crash, maar een overgestileerde crash.

Ludmila’s Broken English heeft niettemin een hoop te bieden: een venijnige maar humoristische blik op de stand van zaken, politiek en moreel, maar ook de ‘kladderadatsj’ aan het einde en de (letterlijk vertaalde?) overdreven formele frasentaal der sombere Kaukasiërs. Maar of het nu aan de ’tweede-boek-koorts’ ligt of iets anders: de stijl haalt veel van de vaart uit de Pierre-ervaring, en juist van die vaart moet hij het hebben. Hopelijk vliegt DBC Pierre de volgende keer weer wat harder, rauwer en onopgesmukter uit de bocht.

Nederlandse vertaling: DBC Pierre • Ludmila’s gebroken Engels • Uitgever: Podium • Prijs: € 18,50 (paperback) • 331 pagina’s • ISBN 9057590573

Film / Films

Misdaadclichés in nachtelijk New Jersey

recensie: Running Scared

De actiethriller Running Scared is geschreven en geregisseerd door Wayne Kramer, die in 2003 verantwoordelijk was voor de casinofilm The Cooler. Zijn nieuwste film is één grote flashback van een nachtelijke zoektocht door de criminele onderwereld van New Jersey. Alle misdaadclichés zijn aanwezig: gewelddadige criminelen, corrupte politieagenten, de Russische maffia en pooiers en prostituees – ze passeren deze nacht allemaal de revue.

~

Joey is een kleine crimineel die als taak heeft wapens te laten verdwijnen nadat deze zijn gebruikt bij criminele activiteiten. Maar in plaats dat hij deze hot guns voorgoed opruimt, bewaart hij ze in zijn eigen kelder als oudedagsvoorziening. Wanneer buurjongen Oleg bij toeval op deze indrukwekkende verzameling wapens stuit, besluit de kleine man één van de wapens te stelen om er zijn gewelddadige stiefvader mee neer te schieten. Joey rest nu maar één ding: zo snel mogelijk zijn op de vlucht geslagen buurjongen plús wapen terugvinden.

Bloedspetters alom

In de eerste scène wordt direct de toon gezet voor de rest van de film: een drugsdeal mondt uit in een gewelddadig bloedbad als onverwacht de politie opduikt. Ledematen worden eraf geschoten, bloedspetters vliegen over het scherm en drugsdealers worden tegen de muur gesmeten. Ook in de rest van de film komt het geweld in sneltreinvaart voorbij, met hier en daar een morele boodschap tussen het bloedvergieten door. De grimmige sfeer van de film wordt versterkt door de korrelige, ruwe beelden en het gebruik van doffe en donkere kleuren. Bovendien is een groot deel van de film opgenomen met een losse camera, wat zorgt voor een onrustige sfeer.

~

De hoofdrol in Running Scared wordt gespeeld door Paul Walker (The Fast and the Furious). Walker doet zijn best om door middel van moeilijke blikken en veelvuldig gebruik van scheldwoorden de harde crimineel uit te hangen, maar komt niet echt uit de verf. De jonge Cameron Bright (Godsend) doet het beter, als de op de vlucht geslagen Oleg. Alle acteerprestaties worden echter compleet overschaduwd door het razendsnelle geweld in de film.

Onwaarschijnlijkheden

Hoewel regisseur Kramer zijn best heeft gedaan een aardig verhaal rond al het geweld te schrijven, is de film onnodig ingewikkeld gemaakt. Ook zit het verhaal vol ongeloofwaardigheden, zoals een criminele afrekening op het glibberige ijs van een overdekte schaatsbaan, en een vader die zijn twaalfjarige zoon meesleept door het nachtleven van de criminele onderwereld. Bovendien duikt in de film plotseling een totaal nutteloos pedofilie-subplot op waar enkele vraagtekens bij te zetten zijn. Een onwaarschijnlijke wending aan het einde van de film zorgt er uiteindelijk voor dat Running Scared elke vorm van geloofwaardigheid verliest.

De overdaad aan geweld, snelle beelden en actie zorgt ervoor dat je je in een wervelwind van filmbeelden begeeft, maar het is allemaal net iets teveel, waardoor je de grip op het verhaal verliest. Liefhebbers van razendsnelle actiefilms die bol staan van bloed en geweld kunnen hun hart ophalen – beide spatten van het scherm af – maar de filmkijkers met een wat zwakkere maag én liefhebbers van geloofwaardige films kunnen Running Scared het beste aan zich voorbij laten gaan.

Film / Films

Krankzinnige kermis

recensie: Romance & Cigarettes

Regisseur David Lynch is een fervent bewonderaar van wijlen zanger Roy Orbison, die met zijn loodzware ballades moeiteloos kon ontroeren in slechts drie minuten. Een speelfilm en een popsong laten zich moeilijk vergelijken, maar zo overrompelend en instant ontroeren zou Lynch nooit kunnen, treurde hij ooit. Toch deed hij pogingen om Orbisons genie te evenaren, de surrealistische dansscène in zijn Blue Velvet, in een donker bos op het dak van een auto, begeleid door Orbisons epos In Dreams, is een schitterend eerbetoon aan de meester van de bloedend-hart-ballade.

Misschien had regisseur John Turturro deze beroemde scène op zijn netvlies toen hij op het idee kwam voor Romance & Cigarettes. Het is een film met veel muziek geworden, een overdaad aan Orbisoniaanse dramatiek van genregrootheden zoals Dusty Springfield en Tom Jones, maar zeker geen brave musical, eerder down & dirty, zoals Turturro het zelf typeert.

Ballades van tijdloze allure


~

Wellicht dacht Turturro dat deze ballades van tijdloze allure zijn gemankeerde personages goed van pas zouden komen als ze niet meer op woorden konden komen. En zijn hunkerende, gefrustreerde losers kunnen vaak een helpende hand gebruiken; de plot van Romance & Cigarettes is papierdun, maar even tijdloos als de veelvuldig gebruikte ballades. De film speelt zich af in de armzalige volkswijk Brooklyn in New York. Een wreed milieu, waarin emoties zich in het ogenblik afspelen; instant agressie, instant bevrediging, instant verdriet en instant woede zijn aan de orde van de dag. Wanneer deze weerbarstige types onmachtig zijn hun gevoelens te verwoorden, barsten ze ongegeneerd los in wervelende dans en zang.

Venus en Mars


Hoofdrolspelers Nick (James Gandolfini) en Kitty (Susan Sarandon) staan op het punt om uit elkaar te gaan omdat Nick vreemd gaat met de hoerige Tula (Kate Winslet). Hoewel Kitty nog zielsveel van Nick houdt, is ze onverbiddelijk: Nick moet opdonderen en snel. Vrouwen komen van Venus, mannen van Mars, lijkt de boodschap. In Brooklyn, harige oksel van de Verenigde Staten, hoort een echte man een permanente stijve te hebben. It’s a Man’s World, schreeuwt een wanhopige James Brown, maar gaandeweg de film is Nick met al zijn brandende geilheid, en zonder zijn geliefde Kitty hier niet meer zo zeker van. De ontroostbare Kitty blijft alleen achter als een Prisoner of Love, zoals ze hartverscheurend zingt, met haar dochters als achtergrondkoor. Maar als vrouwen gevangen genomen worden door de liefde dan zijn mannen ontegenzeggelijk gegijzeld door seks, vervloekt en gedoemd hun geslachtsdeel tot in de eeuwigheid na te jagen.

Te vunzig


~

Nick wordt uiteengereten tussen Tula en Kitty. Kate Winslet is geweldig op dreef als Tula, femme ordinaire, of sex on kegs op z’n Engels. Ze staat symbool voor de ultieme mannenfantasie, met haar rode haar, nog rodere lippen en spreekwoordelijk zaadvragende ogen, en niet te vergeten haar specialisme, dirty talk, geil geklets verhevigd tot kunst. Winslet ging tijdens de opnames volgens regisseur Turturro zo verbaal te keer dat hij haar zelfbedachte geile passages vaak moest schrappen omdat ze zelfs voor mannen te vuil en vunzig waren.

Bijrollen


De acteurs in bijrollen excelleren stuk voor stuk. Bobby Carnavalle als Fryburg, de buurt gigolo, Mandy Moore als zijn wulpse vriendin Baby en Steve Buscemi als Angelo, Nicks beste buddy. Hoofdrolspeler James Gandolfini is onlosmakelijk verbonden met zijn alter ego Tony Soprano uit The Sopranos, maar roept hem nooit in een storende manier op. Saillant detail: Turturro wilde hem zo graag hebben dat hij zijn film twee jaar uitstelde totdat Gandolfini klaar was met zijn verplichtingen voor The Sopranos.

De befaamde broers Coen zijn de producenten van zijn film, Turturro is niet alleen regisseur maar ook één van hun favoriete acteurs (O Brother Where Art Thou, Miller’s Crossing). Hun onmiskenbare invloeden zijn hier en daar te bespeuren tussen de zorgvuldig georganiseerde chaos. Romance & Cigarettes is een krankzinnige kermis geworden met vaak originele en sprankelende choreografie. De plot is weliswaar een universeel uitgemolken cliché en de film loopt met een iets te langdradige sisser af, maar dat is Turturro vergeven want er is verder veel, zeer veel te genieten. Gandolfini en Sarandon zijn een overtuigend en sympathiek liefdespaar, Kate Winslet als de afgrijselijk ordinaire Tula is onvergetelijk en, last but not least, Christopher Walken imponeert als Cousin Bo. Hij danst subliem en laat wederom zien, in navolging van zijn befaamde prijswinnende rol in Fat Boy Slims videoclip, Weapon of Choice, waarom hij nog altijd de coolste zestiger op planeet aarde is.

Kunst / Expo binnenland

Europees voetbal: een kunstvorm

recensie: Hans van der Meer - Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal

.

Hans van der Meer - Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal
Hans van der Meer – Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal

Van der Meer reisde vijf jaar lang door Europa op zoek naar afgelegen voetbalvelden in de laagste regionen van het amateurvoetbal. Op een bijzondere, eigen manier fotografeerde hij de wedstrijden, die op deze velden gespeeld werden. Sportfotografie zoals we die bijvoorbeeld uit kranten kennen, bestaat voornamelijk uit met telelens gemaakte close-ups, waarop hooguit twee of drie spelers te zien zijn, maar die daarbij totaal uit hun context zijn losgeweekt. Van der Meer is juist geen man van de close-up. Hij is, geïnspireerd door de sportfotografie uit het begin van de twintigste eeuw, juist op zoek gegaan naar de context. Zijn foto’s zijn ruim opgezet zodat niet alleen de spelsituatie, maar ook de omgeving waarin deze plaatsvindt tot zijn recht komt.

Anders

Door deze benadering zijn de foto’s zo anders dan we gewend zijn, maar tegelijkertijd komen ze ook heel vertrouwd over. Ze zijn anders omdat er al jaren niet meer zo gefotografeerd wordt rondom welk sport evenement dan ook. Sportfotografie gaat over die éne actie van die éne persoon. Er wordt geen aandacht besteed aan ‘irrelevante omstandigheden’. Dit is juist het ingredient dat Van der Meers fotografie zo boeiend maakt. Herten die gemoedelijk herkauwend een wedstrijdje volgen in een sportpark in Dublin, Oostblok flats die boven een dor veldje in Boedapest uit torenen: het zijn allemaal elementen die een tweede laag aan de foto’s toevoegen. Het gaat hier niet alleen om het spel zelf, maar ook om het maatschappelijke en persoonlijke belang van het spel.

Hans van der Meer - Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal
Hans van der Meer – Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal

Bekend

Door voetbal in een context te plaatsen zie je dat het een essentieel onderdeel vormt van de omgeving, of de samenleving. Het relativeert het belang en geeft tegelijkertijd aan dat het een belangrijke uitlaatklep is voor de deelnemers. Hoe ver je ook afstaat van het grote voetbalgeld in de Champions League, de beleving van het spel blijft gelijk. De inzet van de spelers is in Mytholmroyd in Engeland is even groot als bij Chelsea en bij Calanda even groot als bij Barcelona. Alleen de plaats van handelen is beduidend anders. Dat is ook wat deze foto’s in de eerste plaats zo vertrouwd maakt. Iedereen kent wel een plaatselijk voetbalveld met de daarbij horende bolbuikige veertigers die op zondagmiddag tegen een balletje trappen. Het zijn deze overbekende beelden die Van der Meer heeft vastgelegd. Maar de kracht van zijn beelden zit in de vertolking van een beeld dat iedereen kent vanuit nét een ander kader of op een vreemd moment vastgelegd: het vertrouwde op een andere wijze gebracht. Door de andere invalshoek word je gedwongen de gewoon geachte situatie opnieuw te doorgronden.

Hans van der Meer - Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal
Hans van der Meer – Europese velden. Landschap van het amateurvoetbal

De weergegeven taferelen zijn voor iedereen direct herkenbaar, maar tegelijkertijd roepen ze vele vragen op bij de toeschouwer. De bekende W-vragen (wie, wat, waar, wanneer en waarom) komen allemaal aan bod. Niet alleen wat de keuzes van de fotograaf zelf betreft – bijvoorbeeld waarom voor een bepaald standpunt en onderwerp gekozen is – maar ook veel basaler kwesties zoals: “Wat is er aan de hand met die geblesseerde speler?” Hiermee gaat Van der Meer ver voorbij de sportfotograaf. Doordat hij buiten de sport treedt, spreken zijn foto’s een veel breder publiek aan. De beelden zijn zo expressief, dat je, ook als je niet geïnteresseerd bent in voetbal, geraakt wordt door het haast nutteloze fanatisme van de spelers. Een schijnbaar nietige emotie in de context van de Middellandse zee of de Zwitserse Alpen; wat lijkt er zinlozer dan een stel fanatieke amateuristische voetballers aan de voet van een sereen oeroud gebergte? De vergankelijkheid en de betrekkelijkheid worden pijnlijk duidelijk in dergelijke situaties. Deze onthechting maakt het vertrouwde beeld ontzettend sterk.

Verbroedering

~

Museum Boijmans van Beuningen geeft met de tentoonstelling over Hans van de Meer een goed beeld van zijn werk. In een tweetal ruimtes zijn zijn foto’s te bewonderen en door het grote formaat komen ze helemaal tot hun recht. Deze afbeeldingen schreeuwen namelijk om een vergroting, zodat hun boodschap nog duidelijker wordt. Het museum toont naast de voetbalfoto’s ook een serie portretten die Van der Meer maakte. Na afloop van de door hem gefotografeerde wedstrijden vroeg hij altijd iemand te poseren voor een portret. Een selectie van deze portretten is in het museum tentoongesteld. Voor deze portretten is in de bij de tentoonstelling verschenen publicatie Europese velden – Landschap van het amateurvoetbal geen plaats ingeruimd. Dat is jammer, maar beide – boek én tentoonstelling – zijn zeker de moeite waard voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal, fotografie en/of kunst.

Europese velden – Landschap van het amateurvoetbal
Uitgeverij De Verbeelding
Paperback: 21 x 29,7 cm
176 pagina’s
€ 30,-

Boeken / Fictie

J.J. ten Kate als Maori

recensie: J.J.L. ten Kate - Eerste liefde

De literatuurgeschiedenis bestaat uit niet meer dan kasten vol ongelezen boeken. De schrijvers die overleven doen dat alleen nog maar in vage anekdotes, van Vestdijk (stofzuiger) tot Mulisch (neus). Zo kan het gebeuren dat de negentiende eeuwse domineesdichter Ten Kate (1819-1889) als enige van zijn generatie nog steeds bekend is, louter doordat Van Eeden onder het pseudoniem Cornelis Paradijs een zeer geslaagde parodie op hem schreef, die beter bekt dan alles wat hij zelf ooit geschreven heeft. Van Eeden is nu totaal vergeten, Ten Kate leeft voort, enigszins dan, en is voor de derde maal in relatief korte tijd onder het stof vandaan gehaald.

Verantwoordelijk daarvoor zijn Gerrit Komrij en zijn Sandwich-reeks, fraai uitgegeven bundeltjes eigentijdse en antieke poëzie. Dat Ten Kate daarin een plaats verwierf is meer dan terecht, al was het alleen maar door zijn statuur in de negentiende eeuw. Een contemporain overzichtswerk merkt over hem op: “Zijne heerschappij over de taal als schrijver en spreker, zijne ongemeene talenten als dichter en poëtisch vertolker, en zijne zoo zeldzame gave der improvisatie zijn overbekend.” De man was iemand, vertaalde alle groten en verwierf zelf enige rebelse faam met het tijdschrift Braga.

J.J.L. ten Kate (door: Bartholomeus J.W.M. van Hove. Rijksmuseum, Amsterdam)
J.J.L. ten Kate (door: Bartholomeus J.W.M. van Hove. Rijksmuseum, Amsterdam)

De poëzie die uit zijn handen kwam werd in zijn eigen tijd door giftige geesten al weggezet als rijmelarij en dat oordeel is sindsdien niet milder geworden, ondanks het rehabilitatiewerk van iemand als Anton Korteweg en de gedichten die Komrij opnam in zijn Dikke.

Ten Kate lezen we nu hooguit nog zoals we Bilderdijk lezen en Tollens, als camp. Komrij schrijft in zijn inleiding dan ook dat het maken van een bloemlezing uit het slechtste van Ten Kate bijzonder verleidelijk is. Toch wil hij daar niet aan toegeven. In zijn visie mag je best dergelijke humoristisch bedoelde verzamelingen aanleggen, maar dan alleen in een literatuur rijker dan de onze, waar “nepdichters eerder als een bliksemafleider en antidotum worden ervaren. (…) De schatkamer verblindt te zeer en er is soms behoefte aan een berghok.”

Bij ons is dat anders:

Dat Nederland geen succesvolle cultus kent van idiote poëzie, vormt het bewijs dat het niet over een rijke literatuur beschikt. Er bestaat geen behoefte aan contrast en tegengif. Beroerde poëzie herinnert wellicht juist te pijnlijk aan het gemiddelde niveau. Of men ziet idiote poëzie zonder knipoog aan voor eersteklas poëzie – ook een oplossing.

Dat juist Ten Kate door Van Eeden werd vereeuwigd, komt volgens Komrij doordat er zo lekker veel op zijn achternaam rijmde:

…wil iemand als Nederlands dichter de eeuwen trotseren, dan dient hij in de eerste plaats over een achternaam te beschikken waarop niets rijmt.

Arme Komrij, zo vrij en blij in de poëticale wei, met zijn geliefde aan zijn zij, klappend in zijn handjes allebei, wie kent hem niet, ja hij: Gerrit Komrij, onze dappere dichterkei. Dat op Van Eeden (“daar komt hij aangeschreden”) ook van alles rijmt, was al een teken aan de wand.

Stofzuiger

De bloemlezing die volgt is niet meer dan een bloemlezinkje. Negenentwintig gedichten, waaronder ook een aantal fragmenten, is niet echt veel als je het enorme oeuvre beziet dat Ten Kate naliet. Bij elkaar bieden ze wel een fraaie introductie tot dat werk, met voorbeelden van luchtig light verse, romantisch gekwezel, vertalingen – van onder meer Petrarca – en de Grote Greep. Het enige wat ontbreekt zijn de noten, want die heb je inmiddels wel nodig als je geen gediplomeerd neerlandicus bent.

De tijd, die grote stofzuiger van de Eeuwigheid, heeft veel van wat de mensheid ooit moet hebben aangesproken inmiddels weggevaagd, zodat we deze poëzie lezen alsof die door een Maori is geschreven: een cultureel-antropologisch avontuur, signalen uit een wereld die we niet kunnen begrijpen, omdat hij in cultuur en mentaliteit lichtjaren van ons verwijderd is. Enig besef van de eigen vergankelijkheid lijkt bij Ten Kate zelf ook al aanwezig, dat is dan toch wel weer knap en onderscheidt op zich de betere schrijvers van de zelfingenomen poseurs die denken dat ze echt voor de eeuwigheid zijn:

Zijn er in ’t verschiet
Elyzeese dreven.
Waar ’t gebroken Lied
Zingend zal herleven?
Waar de bloem zich windt
Uit verstorven stengel?
En de bloeiende Engel
Uit het dode kind?

Tegelijkertijd verscheen ook deel 11 uit de Sandwich-reeks: Willem Thies • Toendra • Uitgever: 521 • Prijs € 16,90 • 47 pagina’s • ISBN 9049970192

Film / Films

Besmettelijke nieuwsgierigheid

recensie: Capote

.

~

Capote wijkt af van de gemiddelde biopic, omdat de film niet de gehele carrière, maar een specifieke periode in het leven van Truman Capote belicht, namelijk de periode waarin hij zijn inmiddels wereldberoemde boek In Cold Blood schreef. In November 1959 leest Truman Capote een artikeltje in de krant over een viervoudige moord in het dorpje Holcomb, Kansas. Hij besluit voor The New Yorker te gaan schrijven over de situatie in Holcomb na de schokkende gebeurtenis. Samen met zijn jeugdvriendin en collega-schrijfster Nelle Harper Lee vertrekt hij naar Kansas. Langzamerhand weten de twee het vertrouwen van een aantal sleutelfiguren in de moordzaak te winnen, waardoor ze exclusieve informatie kunnen bemachtigen. De moordenaars zouden in eerste instantie geen onderwerp van het artikel zijn, maar zodra Capote kennismaakt met de twee mannen verandert dit. Hij wil hierna niets liever dan achterhalen waarom ze een familie omgebracht hebben. Capote besluit zijn artikel uit te breiden tot een roman, een van de eerste non-fiction novels in de geschiedenis van de literatuur. Deze beslissing zal zijn leven voorgoed veranderen.

Charismatische schrijver

In Capote wordt er weinig aandacht besteed aan de daadwerkelijke moorden en gaat alle aandacht naar de persoon Truman Capote en de manier waarop In Cold Blood zijn leven heeft beïnvloed. Capote blijkt een ingewikkeld en interessant persoon te zijn, die aan het einde van de film nog steeds niet volledig te doorgronden is. Philip Seymour Hoffman kroop in de huid van de charismatische schrijver en zette hem neer als een intelligente, egocentrische en veelzijdige persoonlijkheid met een controversieel gevoel voor humor. Dit lijkt een afweermechanisme tegen de vooroordelen die men over hem heeft op basis van zijn vreemde stemgeluid en overduidelijke homoseksualiteit. Capote deinst er niet voor terug om mensen te manipuleren en vaak onthult hij iets persoonlijks om er informatie voor terug te krijgen. Voor een goed verhaal heeft hij veel over; zijn nieuwsgierigheid blijkt keer op keer sterker te zijn dan zijn angst en geweten. Hij lijkt zelfverzekerd, maar vraagt constant om aandacht en bevestiging. Het feit dat er van Capote geen eenduidig beeld geschetst wordt, maakt de film interessant.

Ingetogen

~

Van opvallende cinematografie, overdonderend geluid of een ingewikkeld plot moet deze film het niet hebben. Het geluid valt soms juist op door afwezigheid; eventuele muziek is heel subtiel en fungeert vaak als een opmaat voor dramatische momenten, waardoor een korte explosie van geluid in de scène extra doordringend is. Het kleurgebruik is vrij natuurlijk, behoorlijk sober en vrij donker en de panoramashots van de weidse vlakten van Kansas zijn een lust voor het oog. De ingetogen manier waarop het verhaal verbeeld wordt, zorgt ervoor dat alle aandacht op de prestaties van de acteurs komt te liggen. Zij moeten de film dragen en gelukkig kunnen ze dat. Vooral Hoffman laat geen steekje vallen en lijkt zich schijnbaar moeiteloos het hoge stemmetje, de gebaren en zenuwtrekjes van Truman Capote eigen gemaakt te hebben. Door spaarzame dialogen moet hij veel uitdrukken met zijn houding, mimiek en ogen. Blikken lijken even belangrijk als woorden; door de vele close-ups krijgen we het gevoel heel dicht bij de personages te komen, waardoor het gevoel zich opdringt dat ons een stiekeme blik wordt gegund op gebeurtenissen waar we eigenlijk geen getuige van mogen zijn. De hoofdrolspelers laten zelfs bij dramatische gebeurtenissen vooral subtiele gezichtsuitdrukkingen zien, wat dit intieme gevoel versterkt.

Vragen

Wat Capote ook tot een bijzondere biopic maakt, is de kritische houding ten opzichte van het hoofdkarakter. In films als Ali en Ray worden zo nu en dan ook de mindere kanten van de hoofdpersonen getoond, maar uiteindelijk worden deze toch neergezet als sympathieke legendes. In Capote is het minder duidelijk hoe de filmmakers willen dat je denkt over de hoofdpersoon. Truman Capotes nieuwsgierigheid is besmettelijk, maar roept ook veel vragen op. Hoe ver kun je gaan? Hoe behandel je een moordenaar die overduidelijk schuldig is, maar ook menselijk genoeg om je mee te kunnen identificeren? De antwoorden moet de kijker zelf invullen, waardoor Capote nog lang door het hoofd blijft spoken.

Film / Films

Moord op de Drentse heide

recensie: Het zwijgen

.

Het zwijgen is de nieuwe film van André van der Hout en Adri Schrover. De twee werkten eerder samen aan De arm van Jezus, een film die in 2003 op het IFFR werd genomineerd voor de Tiger Award. In De arm van Jezus werd veelvuldig gebruik gemaakt van archiefbeelden en muziek, elementen die ook een prominente rol spelen in Het zwijgen. De oude opnames van de veenkolonies tonen een begrafenis, vrouwen die in witte gewaden dansen en dampende heidelandschappen waar hardwerkende arbeiders turf steken en bomen kappen. Een vervlogen tijd, die wordt teruggehaald en vervlochten met het heden. De archiefbeelden, afgewisseld met de prachtige shots van het Drenthe van nu, worden begeleid door de weemoedige klanken van het moordlied waar de film om draait.

Moordlied

~

Moordliederen werden in het vroeg twintigste-eeuwse Drenthe veelvuldig gezongen. Er werd veel gemoord in die tijd en bij gebrek aan radio, kranten en televisie, was het gezongen lied het medium om nieuws van deze gruweldaden te verspreiden. Het moordlied uit Het zwijgen vertelt van een nog altijd onopgeloste drievoudige moord bij het plaatsje Koekange op een schapenhandelaar, zijn huishoudster en een schaapherder. Wanneer Victor Dreisen, onderzoeker aan het Meertens Instituut in Amsterdam, vertrekt naar Koekange om in het oude huisje van zijn gestorven oom te trekken, raakt hij gefascineerd door het lied. Hij krijgt een verhouding met de schippersvrouw Geesje, die net als de andere dorpelingen meer van de moord weet dan ze wil loslaten. Vastbesloten het mysterie van de moord op te lossen, raakt Victor steeds dieper verwikkeld in het web dat de dorpelingen, de heide en de verraderlijke klanken van het lied om hem heen spinnen.

Mythisch

Het zwijgen is een film vol mythische symboliek. De veerman uit de film vertoont sterke gelijkenissen met de nurkse Charon en zijn rivier de Styx. Met zijn pont vormt de veerman de verbinding tussen enerzijds het dorp en het leven en anderzijds het kerkhof en de dood. Een andere verwijzing naar de Griekse mythologie is Geesje, de schippersvrouw, met haar schip de Sirene. Af en toe verdwijnt de Sirene met onbekende bestemming. Maar steeds duikt ze weer op, in de vaart bij het kerkhof, in de sluis, of langzaam voorbijglijdend langs het jaagpad. Aan het roer de zingende Geesje. Deze mythische beelden geven de film een diepere laag en versterken de ogenschijnlijke tijdloosheid van het verhaal. Want sommige personages uit de film lijken de wetten van de tijd aan hun laars te lappen. De herdersjongen die ten tijde van de moord leefde, zwerft nog steeds over de heide. En ook andere dorpelingen lijken niet vatbaar te zijn voor de tand des tijds. Zo wordt Het zwijgen een sprookjesachtige film.

~

Het nadeel van dit sprookjesachtige karakter zijn de vele personages die vooral een archetypische rol spelen en daarom nauwelijks tot leven komen. Voor een deel heeft dit ook te maken met de acteerprestaties van de cast, die niet altijd even overtuigend zijn. Susan Visser in de rol van Heleen, Victors assistente op het Meertens instituut, zet vooral een typetje neer en laat nergens een diepere emotie zien. Ook Vincent Croiset, in de rol van Victor Dreisen, stelt enigszins teleur. Gedurende het grootste deel van de film blijft hij vlak en afstandelijk. Potentieel gevaarlijke situaties treedt hij opgewekt en schijnbaar onbewogen tegemoet. Pas aan het eind van de film maakt deze distantie plaats voor mooi en gevoelig acteerwerk.

Geen thriller

Hoewel Het zwijgen werd aangekondigd als een whodunitmysterie en de film op papier alle kenmerken heeft van een meeslepende thriller, is Het zwijgen als film zeker meeslepend, maar absoluut geen thriller. Misschien is het vooral door de gematigde acteerprestaties dat de film niet echt spannend wordt. Of wellicht waren de makers er helemaal niet op uit een spannende film te maken. Misschien is Het zwijgen bovenal een sprookje, dat vertelt over het gevaar van graven in een afgesloten verleden. Of dit sprookje goed af loopt, valt te bezien. Ondanks de paar minpunten hebben de makers een prachtige film gemaakt; de muziek, het veen en het zwijgen blijven nog lang nazingen in je hoofd.

Lees ook het interview met regisseur Adri Schrover