Tag Archief van: 8WEEKLY

Klooster
Boeken / Non-fictie

Monnikenwerk

recensie: Philip Holt - Schiere monniken en grijze vrouwen
Klooster

Kloosters en hun bewoners hebben veel betekend in de Lage Landen. Monniken legden moerassen droog, kopieerden boekwerken en polderden zeegebieden in. Als je dan weet dat het eerste cisterciënzerklooster in Nederland in 1165 werd gesticht en dat het land tegen het einde van de 15e eeuw maar liefst 34 cisterciënzerkloosters telde, dan kan je nagaan dat hun ‘bewoners’ heel wat nuttig werk hebben verricht.

De opzet van auteur Philip Holt is een exhaustief overzicht te geven van de geschiedenis – en, in de meeste gevallen teloorgang – van die 34 kloosters, wat gezien de bibliografie (per klooster aangegeven) duidelijk een huzarenwerk moet zijn geweest. Lovenswaardig, maar gezien het specifieke karakter uiteraard alleen interessant voor historici, studenten en liefhebbers van vaderlandse en/of monastieke geschiedenis. Die dan nog wellicht alleen die kloosters zullen opzoeken die interessant zijn voor hun onderzoek. Dankzij de overzichtelijke en logische indeling (‘zelfstandige vrouwenabdijen’ worden gebundeld, en verder de kloosters per provincie) zullen ze heel snel vinden wat ze zoeken. Het inleidende geschiedkundige overzicht is helder, maar weinig begeesterend omdat het heel feitelijk is. Wat, voor alle duidelijkheid, geen verwijt is.

Prediken voor eigen kerk

Dit boek aanprijzen is, zoals gezegd, prediken voor de eigen kerk: mensen die niet geïnteresseerd zijn in monastieke geschiedenis zullen Schiere monniken en grijze vrouwen wellicht nooit ter hand nemen. Maar voor (amateur)historici is dit boek een zakelijk en, dankzij het beeldmateriaal, heel degelijk vormgegeven naslagwerk dat een belangrijk en vaak onderschat stuk Nederlandse geschiedenis bundelt in een handig overzicht. De geschiedenis van het ene klooster is natuurlijk niet altijd even boeiend als die van het andere, maar dat kan de auteur niet verweten worden. Alleen die lyrische inleiding door ene broeder Bernardus Peeters, die haaks staat op de wetenschappelijke stijl van Holt en wel héél enthousiast de stimulerende rol van liefde bewierookt, had wat ons betreft geschrapt mogen worden.

Klooster
Boeken / Non-fictie

Monnikenwerk

recensie: Philip Holt - Schiere monniken en grijze vrouwen
Klooster

Kloosters en hun bewoners hebben veel betekend in de Lage Landen. Monniken legden moerassen droog, kopieerden boekwerken en polderden zeegebieden in. Als je dan weet dat het eerste cisterciënzerklooster in Nederland in 1165 werd gesticht en dat het land tegen het einde van de 15e eeuw maar liefst 34 cisterciënzerkloosters telde, dan kan je nagaan dat hun ‘bewoners’ heel wat nuttig werk hebben verricht.

De opzet van auteur Philip Holt is een exhaustief overzicht te geven van de geschiedenis – en, in de meeste gevallen teloorgang – van die 34 kloosters, wat gezien de bibliografie (per klooster aangegeven) duidelijk een huzarenwerk moet zijn geweest. Lovenswaardig, maar gezien het specifieke karakter uiteraard alleen interessant voor historici, studenten en liefhebbers van vaderlandse en/of monastieke geschiedenis. Die dan nog wellicht alleen die kloosters zullen opzoeken die interessant zijn voor hun onderzoek. Dankzij de overzichtelijke en logische indeling (‘zelfstandige vrouwenabdijen’ worden gebundeld, en verder de kloosters per provincie) zullen ze heel snel vinden wat ze zoeken. Het inleidende geschiedkundige overzicht is helder, maar weinig begeesterend omdat het heel feitelijk is. Wat, voor alle duidelijkheid, geen verwijt is.

Prediken voor eigen kerk

Dit boek aanprijzen is, zoals gezegd, prediken voor de eigen kerk: mensen die niet geïnteresseerd zijn in monastieke geschiedenis zullen Schiere monniken en grijze vrouwen wellicht nooit ter hand nemen. Maar voor (amateur)historici is dit boek een zakelijk en, dankzij het beeldmateriaal, heel degelijk vormgegeven naslagwerk dat een belangrijk en vaak onderschat stuk Nederlandse geschiedenis bundelt in een handig overzicht. De geschiedenis van het ene klooster is natuurlijk niet altijd even boeiend als die van het andere, maar dat kan de auteur niet verweten worden. Alleen die lyrische inleiding door ene broeder Bernardus Peeters, die haaks staat op de wetenschappelijke stijl van Holt en wel héél enthousiast de stimulerende rol van liefde bewierookt, had wat ons betreft geschrapt mogen worden.

Muziek / Concert

De party animals van Kakkmaddafakka

recensie: Recensie Kakkmaddafakka @ Patronaat, 24 maart 2016

Misschien dat je wat vreemde blikken krijgt van mensen als je zegt dat je naar een concert van Kakkmaddafakka gaat, maar de bandnaam betekent gewoon party animals. Vanavond doet de band haar naam eer aan in een bijna uitverkocht Patronaat.

De muziek van het Noorse Kakkmaddafakka is geïnspireerd op veel verschillende genres en is niet echt in een hokje te plaatsen. Waar in sommige nummers duidelijk een reggae-invloed te horen is, hebben andere liedjes meer een hiphop-feeling. In de tien jaar dat ze wereldwijd touren hebben ze flink naam gemaakt als live-act met hun interessante en energieke shows.

De zaal uit gedrildSay Yes Dog

Terwijl het publiek langzaam binnendruppelt, mag het Luxemburgse Say Yes Dog de zaal vast opwarmen. Hun dansbare electropop wordt goed ontvangen door de zaal en de aanwezigen zijn al volop aan het dansen. Het is jammer dat in de instrumentele stukken de bas extreem overheerst en mensen bijna de zaal uit gedrild worden. Na ruim veertig minuten spelen beginnen er ongeduldige geluiden uit het publiek te komen en ze lijken het niet erg te vinden als de band na een laatste applaus de aftocht blaast.

Als het doek na een korte pauze weer open gaat is het podium nog leeg. Een bandje met een opera-achtig muziekje gaat aan. Na een net iets te overdreven lange tijd komen de bandleden één voor één op en beginnen te spelen, allemaal ontvangen met luid applaus. Het kleine podium staat met zes muzikanten gezellig vol. Het feestje begint eigenlijk meteen al zodra de band de eerste noten van oude hit ‘Touching’ in zet.

Muziek van en voor jonge mensen

Na het tweede nummer van de set komen alle bandleden even achter hun instrument vandaan om een vreugdedansje te doen en het applaus in ontvangst te nemen. Iets wat de rest van de avond nog een paar keer gebeurt. De zes jongemannen zijn duidelijk blij om hier te zijn, geven elkaar boksen en werpen ontelbaar veel kushandjes het publiek in. Ook hebben ze veel te vertellen tussen de nummers door, zo blijkt dat bassist vandaag 27 is geworden. Dat de muzikanten richting de 30 gaan is op hun nieuwe album KMF enigszins te horen. Waar de ongecompliceerd vrolijke liedjes uit hun beginperiode vooral gaan over meisjes, drank en feesten, hebben de teksten nu meer diepgang en zijn de nummers wat rustiger.Kakkmaddafakka 3

Het optreden is een dynamisch geheel. Elk van de bandleden heeft zijn eigen rol. De drie mannen die vooraan staan wisselen elkaar af met de eerste stem, en de achterste rij verzorgt de achtergrondzang. Zelfs de achterin weggestopte percussionist krijgt zijn minutes of fame door een cover van Haddaways ‘What is Love’ te zingen en ook de toetsenist mag even naar voren komen om met een enorme vlag met de bandnaam door de zaal te zwaaien, waarvan het nut overigens niet helemaal duidelijk werd.

Geen technisch hoogstandje

Voor geraffineerde gitaarsolo’s en zinderende uithalen moet je niet naar een show van Kakkmaddafakka komen. Erg ingewikkeld zit hun muziek niet in elkaar, en ook geluidstechnisch gaat er soms wat mis. Zo valt de zang af en toe bijna weg of klinkt deze juist veel te hard, en tijdens een van de rustige nummers klinkt er een lange irritante piep door de boxen. Ook is de band niet optimaal voorbereid; halverwege de set is een capo nodig maar kunnen ze deze nergens vinden. Na aan uitbreide zoektocht wordt er eentje onder het keyboard gevonden. Gelukkig maar, want het komt ook wel eens voor dat ze attributen helemaal vergeten.

Maar wat maakt het uit. Kakkmaddafakka doet waarvoor ze gekomen zijn: een feestje bouwen! Al na een paar nummers is de zaal één grote deinende massa geworden. Tijdens de toegift is er zelf een dappere jongen die het aandurft om te crowdsurfen. Kakkmaddafakka is een bonk Noorse energie op het podium en ze weten hoe ze een verrassende, energieke show moeten neerzetten.

Kakkmaddafakka 1

 

Concert

Paastraditie schittert

recensie: Festivalverslag Paaspop vrijdag, 25 maart 2016

Schijndel in Noord-Brabant is traditiegetrouw de locatie voor Paaspop: het startpunt van het festivalseizoen. Het festival biedt ruim drie dagen muziek, gezelligheid, en is na eenendertig jaar inmiddels flink uit de kluiten gewassen. Paaspop richt het vergrootglas doorgaans op Nederlandse acts, maar ook buitenlandse acts van formaat of belofte worden graag begroet.

Ondanks de vroege Pasen zijn de weergoden gunstig gestemd. De sfeer op het festivalterrein is dan ook traditiegetrouw om door een ringetje te halen. Ieder jaar slaagt de organisatie er weer in om zoveel zichtbare en onzichtbare maatregelen te treffen dat er geen enkele smet komt op het vredige karakter van het festival.

Een heel Goede Vrijdag

Terwijl de BZB in de Apollo-tent de aftrap verzorgt kiezen wij een half uur later voor de inwijding van de Phoenix-tent door DeWolff. Wie zoals ondergetekende de band al vanaf het prille begin volgt, constateert dat de broers Pablo en Luka van de Poel samen met Robin Piso enorm gegroeid zijn in hun performance, zonder de wortels van hun muziek te verloochenen.
De band opent met het titelnummer van hun nieuwste album: ‘Roux-Ga-Roux’, waarbij ze volgens Pablo enigszins geplaagd worden door een storing in de apparatuur van het bas-geluid. In de tent was dat niet hoorbaar. De band laat in een uur horen dat zowel de hapering in de techniek als het vroege tijdstip van half vijf geen enkele invloed heeft op de professionaliteit en bezieling waarmee de muziek wordt uitgevoerd. Het drietal geeft het festival een fantastische start. Menig act zal moeite moeten doen om dit optreden muzikaal te overtreffen. DeWolff laat een verpletterende psychedelische indruk achter.

Ook ander vermaak

Wie even geen concert van zijn gading in het blokkenschema kan vinden of gewoon zin heeft om zich anderszins te laten vermaken, kan op het uitgestrekte terrein genoeg vertier vinden. Weer is het aanbod gegroeid en zijn er vele tenten en gezellige hoekjes te vinden. Ook als trouwe bezoeker is er weer voldoende te ontdekken in alle hoeken en gaten van het terrein. Een echte ‘White Chapel’ voor het voltrekken van spontane festivalhuwelijken terwijl de DJ in actie is; een theater voor 18+ of een heus speciaalbier-café voor de liefhebbers. Maar voor de meesten is toch de muziek de hoofdschotel. Of dat nu rap, rock, hardrock, elektronische- of feestmuziek is. Iedereen komt aan zijn trekken.

Hoogtepunt

Het is goed om je algemene indruk te baseren op hoogtepunten, maar soms ontkom je er niet aan een misser, dieptepunt of teleurstelling mee te nemen. We houden het meer dan een half uur uit bij het optreden van de veel geprezen en gehypete Jett Rebel, in de hoop en het vertrouwen dat hij zijn belofte zal inlossen. Helaas weet deze opgeklopte singer-songwriter, ondanks zijn maffe uitdossing, niet te boeien. Zijn optreden sprankelt niet van muzikaliteit en ook al slooft Rebel zich nog zo uit, nergens krijgt hij het publiek in beweging. Gaandeweg het optreden lijkt hij dat zelf ook steeds meer te merken. Dat gaat John Coffey met hun hevige rock dan beter af op de Jack Daniel’s Stage.
Voor de afsluiting van de avond moeten we kiezen tussen Baroness en de show van Golden Earring. Omdat de Hagenaren een half uur eerder beginnen gaan we eerst even bij hen kijken, maar het feest der herkenning dat ze ons voorschotelen laat ons niet meer los. Aangevuld met saxofonist Bertus Borgers weet de Earring een fijne show te geven met als hoogtepunt een langgerekte versie van ‘Radar Love’. Als intro gaat een lange, boeiende bassolo van Rinus Gerritsen naadloos over in de overbekende rif van de grootste hit van Golden Earring. De vrijdag wordt zo waardig afgesloten door een band waar niemand echt omheen kan. Het vijftigjarige jubileum van Golden Earring wordt mooi luister bijgezet.

 

Jezus en de vijfde evangelist
Boeken / Non-fictie

De Fik erin!

recensie: Fik Meijer - Jezus & de vijfde evangelist
Jezus en de vijfde evangelist

Het geheel is meer dan de som van de delen: deze uitdrukking gaat niet op voor Jezus en de vijfde evangelist, dat uit twee duidelijk te onderscheiden stukken is samengesteld die elkaar helaas niet versterken. Meer nog, het tweede deel is gewoon overbodig en zelfs historisch onverantwoord opgevat.

De opzet van het boek is lovenswaardig: de situatie schetsen waarin Jezus van Nazareth destijds opereerde, aangezien die bij weinig mensen bekend is. Maar de enige verrassende vaststelling die daaruit voortvloeit is dat het sinds de 2e eeuw voor Christus, en vooral met de komst van de Romeinse bezetters, krioelde van de zelfverklaarde ‘messiassen’, koningen en zaligmakers. Meijer toont mooi de correlatie tussen de toenemende (belasting)druk van dictators en militaire besturen en de opkomst van verzetsgroepen – vooral aan de hand van de geschriften van Flavius Josephus, de ‘vijfde evangelist’ uit de titel.

Helaas slaagt Meijer erin deze heel boeiende periode op een gortdroge en van enige mogelijke spanning ontdane manier te vertellen. Het eerste deel van Jezus en de vijfde evangelist is voornamelijk een opsomming van namen van verzetslieden, gepaard aan biografische anekdotes over Romeinse keizers en consuls die weinig of zelfs niet ter zake doen. Door zich bovendien zonder enige twijfel op de sowieso al weinig betrouwbare Josephus te verlaten, toont hij zich een historicus die weinig opheeft met historische kritiek.

Maar in het tweede deel, waarin Meijer Jezus loslaat in de door hem geschetste context, ontspoort het boek volledig. Nog los van het feit dat de auteur er gemakshalve van uitgaat dat Jezus een historische figuur is – wat nog steeds niet onlosmakelijk en onafhankelijk van de evangeliën bewezen kan worden – behandelt hij de geschriften van Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes doodleuk als feitelijke documenten. Meer nog, hij haalt ook het apocriefe evangelie van Thomas als bron aan én de zaken die de evangelisten niet vermelden, vult Meijer doodleuk en speculatief zelf in – iets waar hij zich in zijn Paulus-biografie ook al aan bezondigde. Dit resulteert in gevolgtrekkingen als deze:

‘Over Jozef wordt verder in de evangeliën niet veel meer gesproken. Hij verdwijnt geruisloos naar de achtergrond. Misschien was hij veel ouder dan Maria en is hij kort nadat Jezus zich op twaalfjarige leeftijd in de tempel had gepresenteerd gestorven. In ieder geval heeft hij het optreden van zijn zoon niet meegemaakt.’

Waar hij de bewijzen vandaan haalt om die laatste zin te valideren, is een raadsel.

Door Jezus nadrukkelijk als historische figuur te presenteren, brengt Meijer zichzelf ook in een lastig parket. Want wat te doen met de verrijzenis, die de evangeliën als feitelijk voorstellen? Heel eenvoudig: hij gaat er in mee en beschrijft Jezus’ ontmoetingen met leerlingen alsof ze daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Faut le faire.

Nee, dan vonden wij Jezus van Nazaret, Paul Verhoevens controversiële kijk op de evangeliën, een stuk boeiender, consistenter, gewaagder en vooral: rijker aan inzichten. Even speculatief, jawel, maar Verhoeven is geen historicus en kan zich dat daarom permitteren.

Tot slot nog dit: wat de stambomen van Romeinse keizers achter in dit boek doen en wat de meerwaarde vormt van het katern met middeleeuwse schilderijen in het midden, is ons een volstrekt raadsel. Conclusie: Fik Meijer is alvast niét de zesde evangelist.

Alex Vargas
Muziek / Concert

Nieuwe belofte in Paradiso Noord

recensie: Alex Vargas @ Tolhuistuin Amsterdam
Alex Vargas

Wie de afgelopen week een beetje televisie heeft gekeken of de social media van DWDD in de gaten heeft gehouden, kent hem al: de Deense singer-songwriter Alex Vargas. Maandag werd hij door zanger Dotan uitgenodigd om tijdens de uitzending van DWDD een stuk te laten horen van zijn track ‘Shackled Up’. Nog dezelfde avond stond deze single op nummer één in de Nederlandse iTunes Store en stroomden de social media vol met enthousiaste reacties.

Een probleem voor de nieuwe luisteraars van Vargas: twee dagen later zou hij in Paradiso Noord optreden, maar die show was al een aantal weken uitverkocht. Voor het publiek dat wel aanwezig is deze avond is het misschien wel een van de laatste keren dat ze een optreden van deze muzikale Deen in een dergelijke intieme setting zien.

Alex VargasLoepzuiver

Het gaat goed met de talentvolle muzikant in ons kikkerlandje. Eerder stond hij al in een uitverkochte kleine zaal van Paradiso en begin dit jaar mocht hij optreden en een paar sessies doen tijdens Eurosonic Noorderslag in Groningen. Het optreden bij DWDD gaf hem net dat extra zetje wat hij nodig had om een wat breder publiek te trekken. Vargas is echter geen standaard singer-songwriter, maar biedt de luisteraar net wat meer dan de meeste mannen met baardjes en gitaren: tijdens zijn shows zingt hij niet alleen, hij produceert ook live een uur vol met downtempo electropop via zijn laptop, zijn keyboard en de knopjes op zijn launchpad.

Gehuld in een zwarte hoodie met capuchon komt hij met gitarist Tommy Sheen het podium op. Dikke mist vult het podium en de eerste noten worden gezongen, zonder dat we zien wie er nou eigenlijk op het podium staan. Een mysterieus sfeertje voor helemaal niet zulke mysterieuze muziek. De loepzuivere stem van Vargas knalt door de barrière van mist heen en maakt het publiek nieuwsgierig. De krachtige uithalen, het aanstekelijke refrein en de dansbare beats van ‘Ashes’ vragen nu al naar meer.

Multi-talent

‘Giving Up The Ghost’, het eerste nummer van de gelijknamige EP, is zo’n nummer waarbij je eigenlijk helemaal los wilt gaan. Vargas doet dat dan ook, inclusief excentrieke dansbewegingen. Door de diverse apparatuur lijkt het qua geluid alsof er een complete band op de planken staat. Kwalitatief is het echt steengoed. De warme stem van Vargas past perfect bij de uptempo beats van ‘Giving Up The Ghost’. Bij ‘Oh Love, How You Break Me Up’ gaat hij aan de slag met een loopstation wat absoluut een toevoeging aan de show an sich is. Er staan natuurlijk slechts twee muzikanten op het podium, dus vooral visueel gezien is dit een extraatje. Om even bij te komen van het dansen maakt Vargas midden in de set ruimte voor het rustige en adembenemende ‘Till Forever Runs Out’. Het is een heel bijzonder nummer met dito lyrics waar de meeste mensen vrijwel direct stil van worden. De afwisseling in uptempo en meer ballad-achtige tracks laat goed zien wat hij allemaal kan met zijn stem.

Een totale verrassing is de cover van TLC’s ‘Waterfalls’, een hele relaxede uitvoering van dit toch al fantastische nummer. De r&b-touch gaat heel goed samen met zijn soulvolle stem. Hij kan het daarna niet laten om even wat te vertellen over zijn hele ervaring rondom het iTunes-gebeuren na DWDD. Hij is vooral totaal verrast door de geweldige verkoop van zijn single na zijn optreden daar. Oh, en of we voor het volgende even allemaal heel stil willen zijn. Hij moet namelijk iets belangrijks vragen aan de tourmanager: “Eh, where’s my water? You must think ‘what a little diva!’ but I can’t find the bottle and you need to keep hydrated, right?.” Na een flinke slok begint hij met de dansbare single ‘Shackled Up’, tot groot enthousiasme van het publiek. De knikkende bollen maken een klein beetje plaats voor een paar voorzichtige voetjes van de vloer.

Alex VargasPerfecte afsluiter

Pas echt stil is het bij encore ‘Howl’. Gitarist Sheen heeft inmiddels het podium verlaten en Vargas begint een hilarisch stuk over dat we maar net moeten doen dat hij de bühne ook even af is geweest om vervolgens de toegift te komen spelen. Hij vindt het grote onzin dat artiesten afscheid nemen en even later weer terug komt om nog een nummer of wat te spelen. Geef hem eens ongelijk. De zanger is het publiek oprecht dankbaar en heeft meerdere malen tijdens de show verteld hoe awesome hij het vindt dat er steeds meer mensen naar zijn shows in Nederland komen. Voordat hij aan zijn toegift begint, voegt hij daar nog aan toe dat hij hoopt dat we elkaar weer zien, ook al praat-ie tussendoor zo veel. De, vaak sarcastische, verhaaltjes die hij tussen de songs door vertelt, maken de show juist compleet: ze geven het totaalplaatje net wat meer persoonlijkheid.

‘Howl’ is zonder raggende gitaren van Sheen en bliepjes uit de aanwezige apparatuur een hele bijzondere en intieme afsluiter. Na de veelzijdige uptempo tracks, waar het grote deel van de set uit bestaat, zou dit juist averechts kunnen werken. Niets blijkt minder waar: het is tot dan nog niet zó stil geweest. De soulvolle stem van Vargas laat je verlangen naar meer: de uithaal aan het eind van ‘Howl’ is extreem goed. Het is jammer dat de show na een klein uur al afgelopen is. Gelukkig geeft de goedlachse muzikant dit jaar nog een aantal shows op Nederlandse bodem. Ga dat checken, mensen.

Alex Vargas kun je deze zomer onder andere nog checken op het Naked Song Festival in Eindhoven (25 juni), op Welcome To The Village in Leeuwarden (15,16,17 juli), in poppodium Doornroosje in Nijmegen (18 juli) en op 7 Layers Festival in Amsterdam (18 september).

Muziek / Concert

Denderend, indrukwekkend en vooral memorabel

recensie: Sivert Høyem @ Paradiso Noord Amsterdam, 15 maart 2016

Met aanzwellende donder en bliksem betreden Sivert Høyem en zijn band het podium in de uitverkochte Paradiso Noord-zaal. Ze laten er geen gras over groeien om te tonen wat ze in huis hebben!

Eind januari werd het nieuwste album van Sivert Høyem uitgebracht. Lioness bevestigt andermaal dat Høyem tot de top-rockacts uit Noorwegen gerekend moet worden. Zijn sound is steeds herkenbaarder geworden en op dit zesde album als solo-artiest geeft hij zijn unieke donkere stemgeluid een hoofdrol.

Ook Madrugada

Waar hij op Lioness een perfectionistisch en verfijnd rockgeluid opzoekt, is Høyem bij aanvang van het optreden vooral een muur van gitaargeluid aan het bouwen. Hij begint wel met het titelnummer van de plaat, om daarna steeds meer gas te geven. Alles wordt gedragen door de stem, performance en persoonlijkheid van Hoyem. Maar pas als de stevige muur staat en de voorman durft af te dalen en terug te grijpen naar de Madrugada-periode en een uitstekende versie van ‘What’s On Your Mind’ ten gehore brengt, breekt het fraaiste gedeelte van de avond aan. Vanaf dat moment wentelt Høyem zich steeds meer in het geluid van zijn fantastische band. Hier worden vaak de finesses aan de fraaie composities toegevoegd, waardoor het optreden na een enorme geldingsdrang en prestatiedrift DSC_3317van de band de liedjes laat sprankelen en groeien in de live-uitvoeringen.
Ondanks het ooit pijnlijke teloorgaan van de band Madrugada door het overlijden van gitarist Robert Solli Burås, schuwt Høyem het oude materiaal niet en eert hij zijn vroegere maten met een aantal prachtige uitvoeringen van composities van de band. Zo horen we ‘Where Is My Moon’ en een schitterende langgerekte versie van ‘Honey Bee’.

Rockster van formaat

Het nieuwste, werkelijk voortreffelijke, album van Høyem komt uitgebreid aan bod. We hoorden al het titelnummer ‘Lioness’ als opener van de show voorbij komen. Nieuwe liedjes, als het duistere ‘V-O-I-D’, waarbij de titel steeds gefluisterd wordt en het inmiddels tot de persoonlijk favorieten behorende ‘Sleepwalking Man’, nemen een belangrijke plaats in binnen de setlist van de avond.DSC_3326
Op het album zingt Høyem ‘My Thieving Heart’ samen met Marie Munroe, wat een schitterend duet oplevert; een pareltje tussen de tien nieuwe liedjes. Wie gehoopt had op een gastoptreden van de zangeres, werd helaas teleurgesteld.
Gelukkig is Lioness na afloop van de show te koop bij de merchandisetafel en kunnen de bezoekers thuis naar haar luisteren. De vier nieuwe composities die vanavond gespeeld zijn, hebben duidelijk de interesse gewekt en de plaat vindt gretig aftrek. Met een denderend en indrukwekkend optreden van Høyem en zijn band is het een avond geworden om niet snel te vergeten. En als deze Noorse zanger een ding bewezen heeft in Amsterdam dan is wel het volgende: Sivert Høyem is een rockster van formaat!

Boeken / Non-fictie

Gids voor de Matthäus-Passion

recensie: Floris Don, Mischa Spel - De Matthäus-Passion

Muziek is de enige kunstvorm die de omweg via het hoofd niet nodig heeft om het hart te bereiken. Dat geldt uiteraard ook voor Bachs Matthäus-Passion die tegen Pasen weer in tal van concertzalen en kerken in Nederland te horen zal zijn.

Maar meer kennis van de muziek kan het hart ontvankelijker maken. Precies dat willen de samenstellers Micha Spel en Floris Don met het boek De Matthäus-Passion bereiken.

De Matthäus-Passion is iets typisch Nederlands. Een Franstalige toeristengids uit 1959, zo lezen we in het boek van de twee NRC-journalisten Mischa Spel en Floris Don, meldde dat niet tulpen, molens of klompen ons land kenschetsen, maar ‘hooggezeten’ fietsers, de verjaardagskalender op de wc en de Matthäus-Passion. Sindsdien is de populariteit van het stuk alleen maar toegenomen. Werden er in 1959 nog 92 Matthäus’en uitgevoerd, dit jaar ligt dat aantal boven de 140.

Kritische noten

Kan het ook te veel worden? Er klinken in het boek ook waarschuwingen. Zo stelt tenor Mark Pedmore, die de Matthäus zelf zo’n tweehonderd keer heeft gezongen, dat veelvuldige luisteraars kunnen denken dat ze de sleutels tot het werk nu wel op zak hebben ‘en de passie daardoor ondergaan als een esthetisch genoegen. Dat is natuurlijk niet Bachs bedoeling geweest.’ Je krijgt zo de werkelijke les niet mee, meent Padmore.

‘Het is een meditatie over lijden. Er wordt iemand vals beschuldigd, gearresteerd, gemarteld en geëxecuteerd: actuele thematiek die nú ons geweten in beroering zou moeten brengen. Het aanscherpen van onze compassie – dat is Bachs bedoeling met dit werk.’

De Vlaamse dirigent Philippe Herreweghe ziet een ‘verdisneyficering’ van de passie: het wordt een evenement. Begint deze Passie steeds meer te lijken op die andere Passion, die van de EO? Dirigent en artistiek leider van de Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven zegt gekscherend dat er een tienjarig verbod op het uitvoeren van de Matthäus-Passion moet komen. ‘Als je dan na tien jaar voor het eerst weer de Matthäus hoort, is het misschien alsof je naar een nieuw werk luistert.’

(Verborgen) symboliek

Hoewel er dus enkele kritische noten klinken over de verering van het stuk, is het boek vooral een ode aan de Matthäus-Passion. Het stuk zit vol symboliek. Zo heeft Bach, een liefhebber van wiskunde, er talloze verborgen boodschappen in verwerkt met getallen. Ook in de klanken zelf zit verborgen symboliek. Bach schrijft als het ware met muziek, soms erg beeldend: muziek die een kronkelende slang verbeeldt bijvoorbeeld. Je gaat het pas zien (horen) als je het doorhebt, om maar even met Johan Cruijff te spreken.

Het boek is eigenlijk een aaneenschakeling van achtergrondinformatie waardoor je de Passie van Bach beter kan doorgronden. Zoals de volgende passage van Van Veldhoven over het openingskoor:

‘Het muziekgenre waar Bach in de beginmaten naar verwijst, is de tombeau. Dit is een langzame, statige Franse dans uit de zeventiende eeuw die uitdrukking geeft aan getourmenteerde emoties. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de zacht pulserende bas, waar je dus eventueel ook doodsklokken in kunt horen.’

De Matthäus-Passion biedt de lezer een beter inzicht in al die (verborgen) symboliek. Maar ook wordt er veel aandacht besteed aan de tekst. In het ontkerkelijkte Nederland was het lange tijd gebruikelijk om de tekst van de Matthäus-Passion wat te geringschatten. Die hele christelijke boodschap was achterhaald, zo luidde de dominante opvatting. Dat is de laatste jaren veranderd. Van een zeker ongemak met het religieuze karakter van de tekst, lijkt geen sprake meer. En terecht: of je nu gelovig bent of niet, je kan het stuk niet los zien van het lijdensverhaal van Christus. Voor de zeer gelovige Bach stond dat, op z’n zachtst gezegd, centraal.

Het doel van het boek is volgens de auteurs om de liefde van de lezer voor de Matthäus-Passion nóg groter te maken dan die al was. Ze bieden de lezer genoeg handvatten om meer te halen uit de drie-uur durende zit, al was het maar de praktische tip van tenor Nico van der Meel: ‘Voor elke Matthäus-Passion moet ik goed gegeten hebben. Anders word ik chagrijnig.’

Boekenbal voor lezers
Boeken / Reportage
special: Het Boekenbal voor Lezers - 19 maart 2016
Boekenbal voor lezers

Bier, Literatur und noch ein bisschen tanzen

Waar kun je een boekenweek met het thema ‘Was ich noch zu zagen hätte’ nou beter afsluiten dan in Nijmegen? Dé studentenstad op een steenworp afstand van Duitsland.

Het statige Concertgebouw De Vereeniging bood een chique decor voor het laatste feestje van de Boekenweek. Centraal stond natuurlijk Duitsland – een relevant thema voor een literaire studentenstad op nog geen 15 kilometer afstand van de Duitse grens. Dit jaar vond Het Nijmeegs Boekenfeest er bovendien voor de tiende keer plaats. Reden om de afsluiter van de Boekenweek voor één keer om te dopen tot het ‘Boekenbal voor Lezers’.

Es gibt kein Bier auf Hawaii

De avond begint goed met het ensemble Frommermann, dat de hele zaal binnen een paar minuten aan het zingen krijgt met de blijkbaar voor iedereen nogal nostalgische hit ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii, es gibt kein Bier, drum fahr ich nicht nach Hawaii, drum bleib ich hier.’ De toon is gezet.

Esther Gerritsen

Esther Gerritsen (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Was ich meine familien noch zu sagen hätte…

Deutsche Schlagers? Dan heb je aan Esther Gerritsen een goede. Vrolijk begint ze in de eerste minuten na opkomst nog méér Duitse slagers te zingen. Slechts een kleine greep uit haar volgens eigen zeggen ‘enorme repertoire aan smakeloze Duitse liederen.’ Een luchtig en interessant gesprek over haar schrijverschap én haar familie volgt. Zo vertelt Gerritsen dat de eerste zin van haar Boekenweekgeschenk Broer, ‘haar broer belde haar vlak voor hij zijn been zou verliezen’, gebaseerd is op een echte gebeurtenis uit haar vaders leven. En over haar fascinatie met familie: ‘Interessant aan familie is dat het totaal verschillende personen zijn die anders voor geen goud bij elkaar zouden zijn. En die moeten het dan samen maar rooien.’ Haar personages komen dan ook vaak in de problemen met familierelaties. ‘Dat doe ik expres natuurlijk, want ik geniet daarvan. Net als ik, hebben mijn personages in die relaties vaak een zekere afstand tot de werkelijkheid. Ze observeren de situatie.’

Dennis Gaens

Dennis Gaens (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Jonge schrijvers maken indruk

Na Gerritsen is het tijd voor de jonge generatie schrijvers. Ook zij putten uit hun eigen ervaringen met familie. Neem Dennis Gaens en Lotte Lentes; twee jonge schrijvers die allebei een Duitse vader hebben. Gaens, oud-stadsdichter van Nijmegen, heeft bovendien een Duits paspoort en spreekt de taal vloeiend. Maar is hij dan ook echt Duits? Hij onderzocht het en komt tot de conclusie: echte Duitsers vertellen alleen het broodnodige. Dus nee.
Lotte Lentes weigerde – in tegenstelling tot Dennis Gaens – om tweetalig te worden opgevoed. Toch neemt ze haar Duitse vader als uitgangspunt en vertelt over het belang van zijn ‘tweede blik’, waardoor je de dingen beter leert kennen. En mooi voordragen kan ze ook nog eens.

Charlotte Mutsaers

Charlotte Mutsaers (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Zeiktijd

Vreemd maar eigenlijk heel grappig is het hierop volgende optreden van Charlotte Mutsaers, die werd geïnterviewd over de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann en zijn populaire licht-sadistische kinderboeken. Meisjes die spelen met vuur en dat moeten bekopen met de dood, dat soort dingen.  Mutsaers heeft in ieder geval geen zin om er al te diep op in te gaan. Ze lijkt juist vooral te genieten van dat sadistische element. Waarom? ‘We leven in een zeiktijd. Die opvoeding van nu waarin alles altijd “samen” is, is ongezond. Dus het is héél gezond om dit leuk te vinden.’

Inmiddels is de avond verder gevorderd en zijn de grijze haren van het begin ingewisseld voor iets meer vlotte knotjes en hippe brillen. Nijmegen is tenslotte toch ook nog een studentenstad, en dat wordt nu duidelijk. Sowieso heeft de organisatie van het Boekenbal voor Lezers een goede mix van gevestigde namen, aanstormend talent en wetenschappers geprogrammeerd. Fijn is dat je aan het eind van de avond eindelijk gehoor kan geven aan dat ene Duitse zinnetje dat na lezen van het programma steeds blijft opkomen: ‘Nein mann, ich will noch nicht gehen. Ich will noch ein bisschen tanzen.’ Op naar de Duitse disco en prost op een geslaagde afsluiter van de Boekenweek in Nijmegen.

Paper Kites
Muziek / Concert

Enthousiaste fans, intieme sfeer en onzichtbare inkt

recensie: The Paper Kites @ Paradiso
Paper Kites

“I believe I am getting a bit emotional now.” Het is niet vreemd dat het zanger Sam Bentley even teveel wordt tijdens zijn eerste optreden in Amsterdam: alles lijkt hem en zijn band The Paper Kites mee te zitten op deze dinsdagavond. Wegens de succesvolle kaartverkoop werd het optreden van de Australische band al naar de grote zaal van Paradiso verplaatst, en nog voor de eerste noten klinken, is de zaal al razend enthousiast. Amsterdam heeft lang moeten wachten op dit optreden en dat is te merken.

De band was in Nederland vanwege het in 2015 verschenen album twelvefour. De titel verwijst naar de tijd tussen twaalf en vier uur ’s nachts – in deze uren schijn je het creatiefst te zijn. Voor Bentley een reden om alle nummers midden in de nacht te schrijven. Met twelvefour lijken The Paper Kites een nieuwe weg in te slaan: de sprookjesachtige folkmuziek van eerdere albums maakt plaat voor een volwassener geluid met een elektronisch tintje. Toch is het nog steeds onmiskenbaar een plaat van The Paper Kites, en dat is mede de danken aan de altijd even poëtische teksten van Bentley.

Intieme sfeer

De set begon met het mooie ‘Electric Indigo’, dat al veel radio-aandacht heeft gekregen in Nederland. In dit nummer is goed de langzame, dromerige stijl te horen die kenmerkend is voor twelvefour. Diezelfde stijl kwam terug in, bijvoorbeeld, het prachtige ‘Revelator Eyes’ en ‘I’m Lying To You Cause I’m Lost’. Toch werden er maar weinig liedjes van het nieuwe album gespeeld; de band speelde voornamelijk oudere nummers van States en Woodland EP. Juist omdat de muziek op deze eerder verschenen albums zo verschilt van twelvefour leverde dit een afwisselende set op.

Een van de hoogtepunten was het nummer ‘Bloom’, wellicht het bekendste nummer van de band. Het publiek, dat zich tot dat moment redelijk koest had gehouden, begon heel zachtjes mee te zingen. Net hard genoeg om het te kunnen horen, maar niet hard genoeg om het over te nemen van Bentley. Die samenzang zorgde voor een mooie sfeer die goed paste bij het nummer. Voor even werd het in Paradiso nóg intiemer, en mocht het publiek onderdeel uitmaken van de band.

Die intimiteit was kenmerkend voor de sfeer gedurende de rest van het optreden. Er werd nauwelijks gepraat tussen de nummers door, en weinig fans haalden hun camera of telefoon tevoorschijn. Dat zorgde ervoor dat het publiek The Paper Kites de volledige aandacht kon geven. Aandacht die ze verdienden.

Onzichtbare inkt

Misschien werkte dit enthousiasme aanstekelijk, want ook de band had kreeg zichtbaar steeds meer plezier in het optreden. Ze prezen de zaal en het publiek meerdere keren op de avond, en Bentley vulde de stiltes tussen nummers met grapjes en verhalen. Zo vertelde hij over het nummer ‘Paint’ dat hij met onzichtbare verf een boodschap voor een ex-vriendin op zijn plafond had opgeschreven, waarin hij zijn liefde aan haar verklaarde. Om er daarna achter te komen dat de verf niet zo onzichtbaar was als hij had verwacht. Toen de relatie uit ging, moest Bentley natuurlijk het plafond opnieuw schilderen, wat ook een symbolische betekenis had die terug te horen is in ‘Paint’.

Als toegift werd nog een prachtige versie van het bekende ‘Featherstone’ gespeeld, waarna het publiek de band trakteerde op een lang, daverend slotapplaus. Het is duidelijk: Paradiso had The Paper Kites  niet beter welkom kunnen heten in Amsterdam. Niet gek dus dat Bentley de hoop uitsprak snel terug te komen en dat wij die hoop delen.

Boeken / Fictie

Over waanzin en chimpansees

recensie: Yann Martel - De Hoge bergen van Portugal

In zijn nieuwste boek De Hoge bergen van Portugal beschrijft Yann Martel drie verschillende episodes uit het leven van drie verschillende mannen in drie verschillende periodes. Ze zijn verbonden door verdriet, rouw, Portugal, en chimpansees.

Verrassend genoeg komt het boek niet als een verrassing. In Het Leven van Pi schreef de fictieve auteur in het voorwoord dat hij oorspronkelijk een boek zou schrijven dat zich in Portugal, 1939, afspeelt. Maar dat verhaal bleek “emotioneel dood”, dus hij gaf het op. Met zo een aankondiging is het merkwaardig dat Martel het toch aandurft een boek te publiceren dat zich volledig in Portugal afspeelt, en deels in 1938. Het is dan ook een merkwaardig boek, waarin Martel gaten laat vallen en die probeert op te vullen met doorzichtige metaforen. Zo loopt een van de hoofdpersonen achteruit – hij heeft zijn rug naar de wereld toegekeerd.

Drie losse verhalen

In het eerste deel, ‘Thuisloos’, dat zich afspeelt in 1904, maken we kennis met de jonge Tomás. Hij is diep in rouw en geobsedeerd geraakt door het zeventiende-eeuwse dagboek van de waanzinnige Pater Ulisses. Tomás rijdt rond in een van de eerste auto’s van Portugal op zoek naar een “schat” beschreven en gemaakt door Pater Ulisses, die als missionaris in Afrika van zijn geloof is gevallen. Tomás kan amper auto rijden, en het verhaal gaat dan ook net als zijn autorit – met horten en stoten.

Het verhaal wordt abrupt afgebroken om door te gaan op oudejaarsavond 1938, waar de patholoog Eusebio Lozora nog aan het werk is in zijn werkkamer. Hij wordt onderbroken door zijn vrouw en een oude dame – beiden met vreemde verhalen, die uiteindelijk duidelijk maken wat er met Eusebio aan de hand is.

Chimpansees

Ook dit deel van het boek – getiteld ‘Thuiswaarts’ – komt resoluut tot zijn einde, om over te gaan op het laatste deel, ‘Thuis’. Dit deel, waarin de Canadese senator Peter Tovy de hoofdrol speelt, is veruit het vloeiendste van het boek, maar desalniettemin merkwaardig. Het is duidelijk dat dat Martels leidraad voor het hele boek was; onder het mom van rouw creëerde hij drie karakters die door waanzin gedreven worden. Dit komt pas goed tot uiting in het terugkerende thema van een chimpansee, waar alle drie de karakters mee te maken hebben. De laatste woont er zelfs mee samen. Het moge duidelijk zijn dat dit niet echt getuigt van gezond verstand. Waarom het een chimpansee moet zijn, is niet erg duidelijk. Dat Martel goed is in het beschrijven van dieren, waaronder chimpansees, wisten we al door Het Leven van Pi. In een interview met het Canadese CBC vertelt Martel dat dieren zo een belangrijke rol spelen in zijn boeken, omdat hij ze iets goddelijks toedicht.

De Hoge bergen van Portugal doet zijn titel in die zin eer aan, dat het sferisch mooi geschreven is. Iedereen die ooit in Portugal is geweest (en verder is gekomen dan het strand), kan het land voor zich zien. Verder werkt het boek niet echt naar een punt toe. Met de titels van de drie delen, Thuisloos, Thuiswaarts, en Thuis, heeft Martel het thema van ergens thuis horen in het boek willen verweven, maar zonder die titels was dat nooit opgevallen. De drie delen zijn eigenaardige, losse vertellingen van een episode uit het leven van drie eigenaardige, verdrietige mannen.