Muziek / Album

Lichte teleurstelling

recensie: Dungen - Tio Bitar

De rockers van de Zweedse band Dungen borduren rustig voort op de psychedelische gitaarpop die zij sinds de doorbraakplaat Ta det lugnt uit 2005 geperfectioneerd hebben. Het samenspel van razende drums, zwevende orgeltjes, gierende elektrische en warme akoestische gitaar en dromerige panfluit en viool – belangrijkste man in de band Gustav Ejstes weet het weer als geen ander samen te smeden tot een tijdloos en onweerstaanbaar geheel.

~

Op het eerste gehoor is er weinig verschil te bespeuren tussen de nieuwe plaat en de vorige. Na een instrumentale introductie in vrije stijl begint het album met een speels, zweverig nummer, om te vervolgen met een vlottere en hardere rocksong. Daarna komen een vrolijke, uitgerekte vioolmelodie, een paar Beatlesque gitaarliedjes, wat meer psychedelische composities, en een rustig voortkabbelende instrumentale afsluiter.

Magie ontbreekt

Stuk voor stuk zijn het allemaal weer schitterende liedjes, waarvan de meeste op Ta det lugnt niet misstaan zouden hebben. Het probleem met Tio Bitar is, dat de songs ondanks de kwaliteit bijna allemaal de magie missen die de meeste nummers van die eerdere plaat wel hadden. Het lijkt erop dat Ejstes met heel kleine variaties zijn meesterlijke talenten nog wel kan uitbuiten, maar datgene wat instant klassiekers als Panda en Festival zo bijzonder maakte niet meer continu kan bieden. Bovendien mist de plaat als geheel focus: hij voelt meer aan als een collectie van tien nummers in willekeurige volgorde dan als een solide album. Alle virtuositeit ten spijt, na zo’n prachtige doorbraak als de voorganger krijg je het idee dat Ejstes tot meer in staat zou moeten zijn.

En toch: in een zwak nummer als Mon amour ontspoort een gitaarsolo, die vervolgens meer dan vijf minuten doorraast, en Så blev det bestämt, een dromerig liedje met akoestische gitaar en piano, verandert geheel vloeiend in een heftige jam met een gruizige riff en een duister klinkende sitar. Dat dit soort fantastische details de lichtpuntjes op deze plaat vormen, is lichtelijk teleurstellend. Ook al is het alleen na het horen van het superieure Ta det lugnt dat zulke kritiek op zo’n bijzonder album relevant is.

Boeken / Fictie

Een bloot jongetje op school

recensie: Keith Ridgway - Beesten

Het was een muis, maar net zo goed had het een dode kat of een van de boordsteen afgereden duif kunnen zijn. Zo klein en schijnbaar onbeduidend, maar toch slaagt de aanblik van dit kleine dode diertje erin het hoofdpersonage uit Beesten van Keith Ridgway volledig uit zijn lood te slaan. Met trillende handen neemt hij zijn telefoon, belt zijn levensgezel en beschrijft de situatie. K reageert eerder lauw en laat de verteller verweesd achter, waardoor die de sporen volledig verliest.

Beesten is een moderne roman over paranoia en onzekerheid. Ridgway schetst een beeld van de huidige maatschappij dat op zijn zachtst gezegd een beetje ongemakkelijk is. Hij laat een willekeurig personage het traject afgaan dat toevallig ergens begint met een lichte geagiteerdheid, overgaat in totale onzekerheid en tenslotte uitmondt in paranoia en wellicht ook, maar gelukkig buiten de pagina’s van het boek, in een totale psychische explosie.

Het slachtoffer in kwestie is een tamelijk succesvolle cartoonist die het huis deelt met de onvermijdelijk naar Kafka verwijzende K. Zijn ondergang begint met een domme ruzie met zijn levensgezel, waarna hij het huis verlaat en terechtkomt in een spiraal van verwarring en paranoia. De randfiguren die hij één voor één opzoekt zijn zo mogelijk nog excentrieker dan hijzelf. Het hoofdpersonage zoekt eerst zijn toevlucht tot een in zijn vrije tijd door fantasy geobsedeerde kelner, maakt kennis met een geflipte makelaar na een drama in het zwembad, wordt aan het huis van een afwezige vriend opgepikt door diens stalkende moeder en breekt tenslotte in bij een bevriende kunstenares wiens werk voornamelijk bestaat uit het de wereld rondsturen van absurde leugens. Het hoofdpersonage raakt langzaam maar zeker steeds verwarder en verkent alle hoeken van de stad. Uiteindelijk zet hij zich in een hotelkamer om daar het relaas van zijn ondergang zo helder mogelijk uit de doeken te doen. Naarmate hij vordert in zijn schrijven, wordt echter ook zijn verhaal steeds minder duidelijk, wat mag blijken uit deze scène op een bus:

Achter me. Iets. Een koude gewaarwording tegen m’n strot. En al de geluiden zijn verdwenen. En de wereld is stilgevallen. Hoe vreemd. En alles is volkomen helder. Plotseling is er een helderheid, een helderheid. Hier. Ik kan het niet helpen omlaag te kijken, en ik kan de pagina niet zien.Ik kan de pagina niet zien.

Een vermakelijke ondergang

Beesten mag dan al de vinger leggen op angstervaringen als belangrijk zwak punt in de huidige maatschappij en dankzij de nodige zin voor typering en absurditeit zeker gesmaakt worden door hipsters, jammer genoeg schort er echter nog een en ander aan dit boek. Het thema van de achtervolgingswaan wordt op zo’n geëxalteerde manier beschreven dat het personage en met hem de lezer in een karikaturaal web terechtkomt dat nog weinig te maken heeft met een reëel bestaan. De wereld die Ridgway schetst is met andere woorden zo ver getypeerd dat hij een belachelijke afspiegeling wordt van de wereld die ons dagelijks omringt. De droom bijna van het jongetje dat bloot op school toekomt en dan ziet hoe al zijn klasgenoten met zijn kleren rondwandelen. Zo karikaturaal dat het lachwekkend wordt, zo lachwekkend dat de lezer al snel denkt “maar ach, zoiets gebeurt toch nooit écht”. Net daar zit hem de knoop.

Het lijkt Ridgways bedoeling te zijn geweest aan te tonen wat er echt misgaat in de wereld, hoe angst mensenlevens dirigeert en langzamerhand de wereld naar de ondergang trekt. Door de invalshoek die hij kiest, die van de om de stommiteiten van zijn ik-personage lachende dirigent, maakt hij van zijn boek een ongevaarlijke satire die weliswaar vermakelijk is, maar die ook te gemakkelijk door de lezer wordt weggelegd. Beesten had een boek kunnen zijn dat zijn lezers aan het denken zet over de menselijke psyche, Beesten had nuances van angst kunnen tonen die aan een ongeoefend oog voorbijgaan, maar belandde jammer genoeg te snel in de mand van het gemakkelijke entertainment. Ridgway had met zijn uitgangspunt een interessante stelling kunnen innemen, voorzag zijn hoofdpersonage daartoe van een interessante entourage, maar leukte alles teveel op en schetste uiteindelijk slechts een vermakelijke ondergang.

Theater / Voorstelling

Slim als een vos

recensie: Lenneke Maas ism United-C - Under my skin

.

Under my skin is tot stand gekomen uit gesprekken tussen de twee speelsters die elkaar tijdens de repetities hebben geobserveerd en gedachten met elkaar hebben uitgewisseld. De voorstelling zelf lijkt een voortzetting van dat gesprek en toont gewoon een gesprek tussen twee vriendinnen, de een wat ouder dan de andere.

Een gesprek

~


Lenneke Maas is eigenlijk onzeker over zichzelf. Ze is ouder dan Lisa van Doremalen en ze heeft bepaalde dingen in het leven niet gedurfd of gedaan. In Under My Skin probeert Maas haar vriendin te gebruiken om zo achter haar eigen gevoelens en gedachten te komen. Op de muur is het gezicht van Van Doremalen groot geprojecteerd. Lippen die krullen, ogen die vluchtig naar rechts kijken, een beweging met de neus, niets blijft verborgen voor ons. Elk spiertje in haar gezicht wordt benut om haar verhaal kracht bij te zetten. Haar grote ogen richten zich schuin omhoog als ze gedachten probeert te visualiseren.

Samen roken ze genoeglijk een sigaretje en drinken een kopje koffie. De dames kennen elkaar al lang. Als je de gesprekken volgt lijken ze alles met elkaar te kunnen bespreken. Toch is dit niet zo. Van Doremalen heeft geen zin om te praten over de eerste ontmoeting met Maas. De gedachten en gevoelens van die dag zijn te intiem. De spiertjes in haar gezicht spannen aan en haar ogen kijken zo nu en dan naar beneden als Maas toch doordramt om te antwoorden. De keuze om beelden van de camcorder op de muur te brengen is doeltreffend. Een twijfelachtige blik, gefronste wenkbrauwen of een liefdevolle glimlach, het zijn allemaal uitdrukkingen die bij gevoelens passen en die gevoelens ervaar je op dat moment zelf ook, je herkent jezelf, je wordt meegetrokken in een soort van documentaire. Van Doremalen ergert zich aan het psychologisch geleuter. Als kijker krijg je inderdaad ook het gevoel alsof je op de sofa van een zielenknijper ligt en omdat Maas nogal autoritair is, wordt de conversatie irritant om te volgen. Van Doremalen heeft er ook genoeg van en speelt ondertussen met de camcorder.

De ommekeer

“Ik heb het gevoel dat je iets van me wilt of iets graag van me wilt horen en dat ik daarover ga vertellen”. Ze zeggen wel eens dat een vos met een vos gepakt moet worden en dat lukt Van Doremalen goed; ze opent haar aanval. In niet te misverstane woorden duidt ze haar vriendin aan als een fröbelend dom mens. Ze moet maar iemand zoeken die ze niet kan beleren. Waarom acteert ze zelf niet? Omdat ze niet kan acteren? Waarom word ze zelf niet groot? Is ze zelf wel zo bijzonder? De rollen zijn omgedraaid en het slachtoffer lijkt de grip op de situatie kwijt te raken. Maas wordt geconfronteerd met haar eigen angstige gevoelens en die durft ze niet aan het publiek te laten zien. Lisa daarentegen draait zich om en loopt kranig naar het witte ronde licht dat op de grond schijnt en gaat er op staan. Alsof ze zegt: “Kom maar op”. Een beeld dat een strijdbaar gevoel naar boven haalt.

Under my skin is een confronterende voorstelling waarin een gesprek tussen twee vriendinnen centraal staat. Gevoelens, gedachten en grenzen vormen de thema’s van dit intieme samenzijn. Als theatermaker heeft Lenneke Maas een groot observerend vermogen en daarmee maakt ze dit derde project tot een inspirerende voorstelling.

Muziek / Album

Weekendmuziek

recensie: Kraak & Smaak - The Remix Sessions

Twee jaar geleden verbaasde Kraak & Smaak de wereld met hun debuutplaat Boogie Angst. Een lekkere up-tempo dansplaat die bol stond van broeierige neo-funk. In het buitenland sloeg de plaat nog beter aan dan binnen de landsgrenzen, voornamelijk in Engeland. Maar ook in Noord-Amerika, Azië en Australië is het Nederlandse funkcollectief een graag geziene gast. In de afgelopen jaren werd Kraak & Smaak met grote regelmaat gevraagd om een nummer te remixen en deze mixes zijn nu gebundeld op de dubbelaar The Remix Sessions. De heren hebben nummers van grote artiesten door de mangel gehaald, wat dacht u bijvoorbeeld van Sarah Bettens, Jamiroquai, Max Sedgley en Richard Dorfmeister? Voor de liefhebber worden de remixes gecomplementeerd met twee nog niet eerder op cd uitgebrachte nummers. Resultaat: een lekkere zomerplaat met twee verschillende gezichten.

~


Het is vrijdagmiddag en je zit met een koel glas rosé op een terrasje het begin van het weekend te vieren. In de cd-speler ligt Smaak, de eerste cd van The Remix Sessions. Met toegeknepen oogjes geniet je van de heerlijk relaxte bewerking van Man of constant sorrow, waarin Kraak & Smaak een uitstekende ontmoeting tussen oost en west laat zien. Ook de rest van de cd zorgt voor een gemoedelijk zomerse sfeer. Downtempo drums, lieflijke orgelpartijen, fijne basloopjes, een panfluitje, de Leidse heren spreiden een heerlijk loungy muziekuurtje tentoon. Al luisterend naar bijvoorbeeld de remix van Mark Rae’s Medicine besef je dat Kraak & Smaak hierbij hun kenmerkende funkgeluid niet uit het oog verliest. Achter je zonnebril geniet je vervolgens van de bewerkingen van Bittersweet’s Mating Game en She’s Gone van Resin Dogs, je hoort een meeslepend basloopje, fijne samples en tot een dromerig gehijg bewerkte vocalen. De zon gaat langzaam onder.

Vrijdagavond

Inmiddels is het middernacht en je staat op de dansvloer. Je hebt je rosé ingeruild voor een flesje bier en de DJ draait Kraak, de uptempo tweede helft van de dubbelaar. Als je hierop stil wilt blijven staan, moet iemand een paar emmers lijm aan je schoenen smeren. Met een grote glimlach op je gezicht dans je op de heerlijke remix van Jamiroquai’s Electric Mistress, het soulvolle Everything is Plastic en A Part in that Show, een zomerse bossanova. Om je heen kijkend zie je dat iedereen op de dansvloer van de even moderne als tijdloze mix van dance en funk staat te genieten. Je hoort de swingende ritmes, de aanstekelijke basloopjes en het fantastische toetsenspel waar de funk met bakken tegelijk vanaf druipt.

Vrijdagnacht

Als je vrijdagnacht op bed ligt, besef je dat de Kraak & Smaak-cocktail van soul, dance, bossanova, lounge en uiteraard funk lekkerder smaakte dan de rosé en dat het je hoofd meer op hol bracht dan de alcohol in de biertjes. ‘Over een paar maandjes het nieuwe album kopen,’ is het laatste dat je denkt voordat je met een grote glimlach in slaap valt.

Theater / Voorstelling

Blakende dansprojecten op Mode Biënnale

recensie: Introdans - Positive Sensations

Een uniek project; acht jonge choreografen van Introdans gaan voor de Arnhemse Mode Biënnale samen met beginnende modeontwerpers de uitdaging aan om onder de noemer Positive Sensations een samenwerking tot stand te brengen. Het resultaat is letterlijk en figuurlijk een indrukwekkende reis langs al het mooi wat dans en mode vandaag de dag te bieden hebben.

Het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem is het startpunt van deze Tour de Dance. Na een korte wandeling kom je uit bij de dansacademie ArtEZ, waar de eerste drie van de in totaal acht choreografieën worden opgevoerd. De spits wordt op een indringende wijze afgebeten door Levenslang van dansmaker Stein Fluijt; twee mannen dansen een duet waarbij ze aan elkaar vastzitten door middel van geboeide handen. De dans wordt gekenmerkt door een continue aantrekken en afstoten, als twee broers die soms vechten als honden, maar wiens levens voor altijd aan elkaar verbonden zijn.

Waanzin regeert

~


De tour heeft een leuk vervolg; na het eerste deel van de avond gaat het publiek met een klein bootje de Rijn over om daar het laatste deel van Positive Sensations te bekijken. Helaas zijn de weergoden de bezoekers op vrijdagavond bijzonder slecht gestemd. Het water valt met bakken uit de hemel, maar door een vooruitziende organisatie wordt iedereen gelukkig voorzien van een grote paraplu.

Een prachtig intermezzo vormt de dans die voortkomt uit de samenwerking tussen dansmaker Eva Henning en ontwerper Bas Kosters. Onder het zachtjes tikken van de regen op het doek van de Spiegeltent begint de opmerkelijke choreografie op de opzwepende klanken van Roni Sizes Drum ’n Bass. Al sidderend en nerveus heen en weer bewegend komt het kwartet in beweging. Gekleed in kostuums die knipogen naar de hippiemode met hun uitzinnige kleurenpracht laten zij een verfrissende dans zien waarin de waanzin regeert. Soms is het onderscheid tussen een ingestudeerde beweging en een willekeurige spastische trek nauwelijks te onderscheiden.

Blakend, bont kleurenpalet

~


Wat dit unieke project vooral duidelijk maakt is hoe divers de twee kunstdisciplines elkaar kunnen beïnvloeden. Soms smelten dans en kostuum samen zoals bij Silent Sensation; de subtiele kleding sluit aan bij de soberheid van de choreografie. Een andere keer zijn de kostuums ingezet als beeldend middel om de dans meer verhalend van aard te maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij Ay, ay, ay! en de afsluiter van de avond: Disillusioned. Kleding wordt hier ingezet om respectievelijk een aantal korte liefdesverhalen uit te beelden en een door een wilde stam opgejaagd stelletje neer te zetten.

Waar je voorkeur ook ligt, of dat nu bij de subtiele, abstracte dans is, of als je wel houdt van een choreografie met een knipoog; aan iedereen is gedacht. Positive Sensations laat de nieuwste ontwikkelingen op zowel mode- als dansgebied zien en komt zo tot een blakend, bont kleurenpalet van dansvormen en kledingstijlen. Een ding is zeker: Positive Sensations maakt nieuwsgierig en smaakt vooral naar meer!

Klik hier voor meer informatie.

Muziek / Album

Revolutie zonder invloed

recensie: The Nightwatchman - One Man Revolution

Muzikaal geweld wordt niet altijd door een zeskoppige band gemaakt. Soms is één gitaar en één stem minstens zo veelzeggend. Zo zagen we Tom Morello vorige week in z’n eentje in de Pinkpop-tent staan, en konden we niks anders dan respect opbrengen voor deze zanger. Hij imponeerde het gehele publiek met zijn akoestische protestliedjes. Maar wat schetst de verbazing? Van bovenstaand complimenten blijft op cd helemaal niets over. Het blijkt een eenmansrevolutie met bar weinig invloed.

~

Live blijf je geboeid luisteren naar Morello. Ondanks de uitgeklede en sobere gitaarzang-combinatie. Ondanks een wat vlakke stem, ondanks die eeuwige en soms dus ook best vermoeiende ‘goede’ socialistische boodschap. De titel van z’n debuutplaat is een gewaagde zet. Want in je eentje een revolutie ontketenen, blijft natuurlijk een moeilijke opgave. Eveneens op muzikaal vlak.

Serieuze praktijken

Toch waagt Tom Morello (ex-Audioslave, tegenwoordig weer Rage Against the Machine) zich aan deze taak. En hij neemt deze taak serieus. Zanger en tekstschrijver Chris Cornell van Audioslave moest niets van zijn politieke teksten hebben. Morello wilde juist ten strijde trekken: iets voor zijn medemens betekenen, activisten optrommelen. Daarom stampte hij ooit al samen met System of a Down-frontman Serj Tankian de socialistische organisatie Axis of Justice uit de grond.

Gebalde vuisten

Maar ook Morello moest en zou het solo proberen en zo verscheen onlangs zijn debuut The Nightwatchman: One Man Revolution. Tekstueel is het één grote aanklacht tegen thuisland Amerika. De man is tegen de handelsboycot met Cuba, hij is tegen de oorlog in Irak en tegen oorlog in het algemeen. Hij is anti-Amerika, anti-establishment, anti-alles. ‘Whatever it takes’ vermeldt het opschrift op z’n akoestische gitaar. Maar hoe lang duurt het voordat deze ‘revolutie’ begint te irriteren?

Korte revolutie

Wat mij betreft irriteert deze revolutie al na één live-concert. Want hoor je vervolgens de cd, dan beklijft er weinig meer dan een redelijk opnamegeluid (Brendan O’Brien goes acoustic!). Tuurlijk, je mag als luisteraar blij zijn met de variëteit. Het is weliswaar allemaal (power)folk, maar gelukkig hebben niet alle nummers dezelfde songstructuur en stijl. The Road I Must Travel klinkt Iers. Flesh Shapes the Day en Union Song hebben standaard bluesschema’s, laatstgenoemde met weinig hoogstaande mondharmonicasolo. Toch pakt het me allemaal niet. Hoewel de live-optredens van Morello zo overtuigen, zijn de composities op het album niet meer dan redelijk ingespeeld. De dynamiek in zijn stem die we kennen van zijn optredens is moeilijk te herkennen op dit album, dat niet verassend hoogstaand is gezongen. Strijdbaar? Dat wel. Indrukwekkend? Nee, te weinig. Morello’s eenmansrevolutie houdt op na één live-optreden.

Boeken / Fictie

Een stilleven

recensie: Daniel Mason (vert. Ko Kooman) - Een ver land

De debuutroman van Daniel Mason (1976), De Pianostemmer, beschreef het Birma van de 19e eeuw, in zijn nieuwe roman is daarentegen een duidelijke locatie niet te achterhalen. Mason schetst in Een ver land wel een herkenbare setting die doet denken aan het beeld van de armste Zuid-Amerikaanse of Afrikaanse landen. Of, zoals het in een rijm binnen het verhaal wordt beschreven: “een land, zo arm dat er alleen grafstenen groeiden”.

Isabel komt uit Sint-Michael-in-’t-Riet, één van de vele kleine dorpjes in het stoffige, droge binnenland, waarover een vriend scherp opmerkt: “Als je je dorp noemt naar de heilige die met de duivel vecht, maak je dan maar gereed om mee te doen”. Ze is een stil meisje dat een bijzonder hechte band heeft met haar oudere broer Isaias. Isabel is geboren met een “open geest”, hetgeen niet zozeer duidt op haar liberalisme, als wel op een sterk ontwikkelde intuïtie, met name wat betreft het doen en laten van Isaias. Wanneer ze echter door één van de immer terugkerende droogtes van het binnenland wordt gedwongen haar heil te zoeken in de grote stad, wordt haar intuïtie hevig op de proef gesteld. Als blijkt dat Isaias, die al eerder naar de stad was vertrokken om zijn vioolspeelkunsten te etaleren, onvindbaar is, slaat de verwarring helemaal toe.

Lost in Translation

Mason vertelt het verhaal van een jong meisje dat rekent op haar broer, maar opeens op zichzelf aangewezen is. De rode lijn door het verhaal is echter de cultuurschok die alle migranten uit het binnenland meemaken, mede veroorzaakt door het welvarender leven. Gehard door de honger en de droogte zijn de migranten ware overlevers geworden die nut vinden voor nutteloze dingen. In de stad lijken hun vaardigheden echter zinloos te zijn. Eén voor één worden de dorpelingen geconfronteerd met het harde individualisme van de stad, waarin hun oude gewoontes hun betekenis verliezen.

Door het verhaal heen verwoordt Isabel in haar gedachten het conflict van de immigranten, hoewel zij ook in het dorp ver van typisch was. Ze zoekt naar de fysieke sporen en signalen die ze gewend is, maar kan deze niet vinden in het beton en het afval van de ironisch naamgegeven sloppenwijk Nieuw Eden. Langzaamaan begint Isabel te begrijpen dat de taal van de stad niet alleen anders is vanwege de verschillende dialecten, maar ook door de context waarin het leven zich afspeelt: “het probleem is niet dat hij het niet kan uitleggen, maar dat zij niet weten hoe ze zijn uitleg moeten begrijpen”. Hoe kunnen mensen begrijpen wat honger en droogte betekenen als ze deze zelf nooit hebben gekend? Hoe maken mensen zich verstaanbaar als ze elkaar niet kennen?

Aanklacht

Deze boodschap steekt echter met moeite met het hoofd boven het lokale suikerrietveld uit. Vermengd tussen de beschrijving van een onbekend land en het eerste contact van een kind met de onevenwichtige verdeling van rijkdom, is het juist de aanklacht tegen armoede die in het begin de aandacht trekt, maar weinig overtuigend overkomt. De eerste helft van het boek leest als een stilleven van het dorre landschap dat, hoewel het met mooie penstreken is neergezet, niet kan boeien. Mason beschrijft het leven van de dorpelingen in de woorden van Isabel, waarin de volkswijsheden en religieuze interpretaties van de plaatselijke cultuur slechts dunnetjes worden neergezet. De functie en toegevoegde waarde van Isabels gave zijn zodoende ook zeer beperkt en doen in feite af aan het realisme dat Mason lijkt na te streven. Masons antropologische ambities lijden zodoende onder het verhaal.

Een ver land is een mooi beschreven verhaal en een aanrader voor diegenen die van een knap verwoord stilleven kunnen genieten. Maar de bezieling en levendigheid van Masons boek blijven in dit geval helaas achter bij zijn schrijftechniek.

Film / Films

Fatale rituelen

recensie: 13 Tzameti

Géla Babluani’s debuutfilm 13 Tzameti (2005) weet de kijker op sfeervolle wijze in een dodelijk spel te lokken. De film is een minimale stijloefening in het opbouwen van suspense door middel van pakkende zwart-wit beelden en geheimzinnige plotwendingen.

De Georgisch-Franse regisseur Géla Babluani castte zijn eigen broer, George Babluani, in de hoofdrol van 13 Tzameti. Als de buitenlandse arbeider Sébastian repareert hij het dak van een vervallen villa in een mistroostig kustplaatsje. De bewoners van het huis zijn een schimmige man en zijn bezorgde vrouw. Als de man zelfmoord pleegt, nadat hij een brief heeft ontvangen, vermoedt Sébastian dat er meer achterzit. Omdat hij na de dood van deze man geen geld meer krijgt voor zijn werkzaamheden, waagt hij zich aan de mysterieuze opdracht die in de brief staat.

~

Zijn opdrachtgever blijkt een deelnemer te zijn van een raadselachtig spel, met een hoge inzet. Sébastian neemt zijn plaats in zonder te weten wat het precies inhoudt. Ook wordt hij gevolgd door de politie, maar de toeschouwer tast net als hij nog in het duister over wat er precies gaande is. Na wat geheime omzwervingen belandt hij in een landhuis, waar zich een grote groep mannen heeft verzameld om te wedden op de uitkomst van een macabere wedstrijd. Voor Sébastian is het dan al te laat om te ontsnappen aan de fatale rituelen, waar deze louche groep haar geld op inzet.

Het geheime rendez-vous is voorzien van sfeervolle muziek, en Babluani realiseert door zijn keuze voor zwart-wit cinematografie een sterk clandestiene sfeer. Hij weet na de mysterieuze opening de spanning erin te houden door het camerawerk en de montage af te stemmen op de angsten die ontstaan als de kijker getuige is van het lugubere spel. Acteur Aurélien Recoing (bekend van zijn indringende rol in Laurent Cantets L’emploi du temps) speelt een doorleefde tegenspeler die schippert tussen wanhoop en agressieve uitbarstingen. In zijn dreigende voorkomen vormt hij een contrast tegenover de onwetende angst van Sébastian.

Clandestiene stijl

~

13 Tzameti is een stijlvolle film, waar de afhandeling erg gebonden is aan stilistische en thematische constanten. Visueel is 13 Tzameti erg strak vormgegeven, wat te zien is aan de mooie contrasten van de zwart-wit beelden en bepaalde lange shots. Dit sluit goed aan bij het minimale verhaal, waar de personages allemaal schimmig blijven, terwijl ze een mate van realisme behouden. De thematiek van de film doet denken aan Film Noir, en Babluani refereert duidelijk naar het genre in zijn onheilspellende beelden en duistere personages. De clandestiene spanning heeft af en toe ook wel wat weg van spionagefilms. Babluani speelt soms met deze elementen door ze een surreële lading te geven, alsof we kijken naar een sinister gruwelverhaal.

Momenteel werkt Babluani aan een Amerikaanse versie van 13 Tzameti, wat misschien aangeeft dat het plot ook een formuleachtige kwaliteit heeft die per internationale doelgroep anders verpakt kan worden. Afgaand op de Amerikaanse afkeur voor buitenlandse zwart-wit films is het maar afwachten hoe Babluani zijn visie gaat vertalen voor een commerciëler publiek.

De dvd van 13 Tzameti bevat afgezien van wat trailers geen extra’s.

Boeken / Fictie

Terug naar de middeleeuwen

recensie: Tod Wodicka (vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema) - Alles komt goed en alles komt goed en alle dingen komen goed

Burt Hecker eet geen chocola, houdt zich verre van tabak en drinkt al 20 jaar geen druppel koffie. Niet omdat ze zijn gezondheid schaden, maar omdat ze UVT zijn – Uit de Verkeerde Tijd. De excentrieke hoofdpersoon uit Tod Wodicka’s roman Alles komt goed en alles komt goed en alle dingen komen goed staat namelijk op gespannen voet met de twintigste eeuw en zoekt daarom zijn heil in het stiefkindje van de Europese geschiedenis, de middeleeuwen. Ridders, jonkvrouwen en tovenaars incluis.

Dat de uitgever het debuut van de Amerikaanse schrijver Tod Wodicka (1976) aanprijst als voer voor liefhebbers van Jonathan Safran Foer, is een vloek die waarschijnlijk meer jonge auteurs de komende jaren ten deel zal vallen. Maar vergelijkingen met beroemde land- en generatiegenoten zal de in Duitsland woonachtige Wodicka helemaal niet nodig hebben om zijn weg naar het publiek te vinden. Alles komt goed en alles komt goed en alle dingen komen goed naar een uitspraak van de veertiende eeuwse mystica Julian of Norwich – is een hartveroverend absurde roman over de strapatsen van een van de meest disfunctionele vaders en echtgenoten uit de literatuurgeschiedenis.

Middeleeuwse bestormingen

De 63-jarige Burt Hecker is de grote man achter het Genootschap Hervonden Verloren Eeuwen, een vrolijke bende van twintigste eeuwse ontheemden die in hun vrije uren de middeleeuwen doen herleven met het naspelen van historische bestormingen. Tijdens een van deze bestormingen annex drinkgelagen gaat het mis: Hecker wankelt ladderzat en slechts gehuld in een lijfrok over het slagveld terwijl even verderop zijn doodzieke vrouw Kitty op sterven ligt. Dochter June en zoon Tristan zijn des duivels en verbreken na de dood van hun moeder alle banden met hun vader: June vlucht naar Californië, Tristan in het kielzog van zijn grootmoeder, trotse afstammelinge van een Pools bergvolk, naar Oost-Europa.

Na twee jaar steekt Hecker in het gezelschap van een groep middeleeuwse zangfanatici de oceaan over om in Duitsland de viering van de negenhonderdste verjaardag van mystica en componiste Hildegard von Bingen bij te wonen. In Duitsland begint een liederlijke odyssee die Hecker, vrijwel zonder uitzondering met een slokje teveel op van zijn zelfgebrouwen mede (een hoogalcoholisch mengsel van limoen en nootmuskaat), uiteindelijk naar de grijze buitenwijken van Praag zal voeren om het bij te leggen met zijn geliefde zoon Tristan. Maar Tristan zit niet bepaald te springen om een weerzien met zijn vader.

Poolse onruststoker

Als Wodicka met Alles komt goed en alles komt goed en alle dingen komen goed heeft geprobeerd om de moderne tijd een spiegel voor te houden, dan is dat mislukt. Verder dan wat obligaat gefoeter tegen mobiele telefoons (zéér UVT) en twintigste eeuwse architectuur komt zijn hoofdpersoon namelijk niet, zodat de redenen van Heckers afkeer tegen zijn eigen tijdsgewricht nergens duidelijk worden. Behalve dan natuurlijk dit: dat Hecker aan zijn “echte leven” een broertje dood heeft en daarmee dus ook aan de tijd waarin dit leven zijn middelmatige koers vervolgt.

Maar als Wodicka met zijn debuut heeft geprobeerd een even bizarre als tragische en lachstuip-opwekkende roman te schrijven, dan is hij daar honderd procent in geslaagd. Na 263 pagina’s lang te zijn meegezogen in Heckers fantasieën, waarin vliegtuigen consequent “vliegmachines” worden genoemd en Copernicus niet meer is dan “een Poolse onruststoker”, houdt de lezer de werkelijkheid liever ook nog een dag of wat buiten de deur.

Theater / Voorstelling

Charmant, klein en heel erg goed

recensie: Frank Sanders' Akademie voor Musicaltheater - Zonder moeite niets

Nog een week geleden hadden ze niet eens stroom in het gebouw en ‘let niet te veel op de foyer want die is nog niet af’, zegt Koen van Dijk over het gloedjenieuwe M-Lab. Het theater is gevestigd in een oud fabriekspand in Amsterdam-Noord, vlakbij de aanlegplek van het pontje, en kijkt uit over het IJ en het Java-eiland. Af of niet, het ziet er prima uit van binnen.

Er was nog geen school voor schrijvers. Daarom greep Van Dijk de kans aan om, op initiatief van echtpaar Van den Ende, een ‘proeftheater’ op te zetten waar toneelschrijvers en theatermakers hun werk kunnen ‘uitproberen’. Want musicals moeten veelal meteen de stap naar de grote theaters maken en dat kan riskant zijn, waardoor te veel goed werk nooit het daglicht ziet en beginnende schrijvers nauwelijks worden gekozen boven gearriveerde vakmensen.

Aftrap

~

Bij de officiële opening, in september, wordt Into the woods opgevoerd in een regie van Van Dijk zelf. Maar de aftrap werd woensdag al gegeven met één van de vier examenvoorstellingen van muziek- en theateropleidingen in Nederland. Van Dijk had zich geen mooiere start kunnen wensen, want de voorstelling Zonder moeite niets, waarmee vier meiden hun opleiding aan de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater afrondden, toonde vier porties talent die duidelijk klaar zijn voor het echte werk.

Ze laten bovendien meteen zien welke keiharde wereld ze straks instappen, want Zonder moeite niets, een backstage comedy van Allard Blom, geeft een blik achter de schermen waar vier actrices repeteren voor een musical. Een GTST’er met veel gevoel voor drama, een sterretje dat zonder opleiding (oh!) carrière heeft gemaakt, een moeder wiens man/collega al twee jaar met hun peuter werkloos thuis zit en een onhandige stuntel wie het voor de wind gaat, maar kanker dreigt te hebben.

Gouden combinatie

~


Ze kunnen stuk voor stuk hun talenten en aangeleerde techniek laten zien aan een publiek waar twee handen vol kopstukken uit de musicalwereld in zitten: naar de opening van het M-Lab kwamen bekende namen als Henk Poort, Bill van Dijk en Ellen Evers af. In een sober maar werkzaam decor, met praktisch schuivende coulissen, zien we een avondvullende voorstelling met mooie momenten, veel humor en fijne liedjes. De vier jonge actrices doen niets onder voor gastacteur Arie Cupé, maar personage Eva steekt er toch met kop en schouders bovenuit. Haar vileine oneliners, geestige mimiek en absoluut goede stem zijn een gouden combinatie.

Even komt het gevoel naar boven dat een kleine voorstelling als dit, waar de lampen niet altijd op het juiste moment aangaan en de decorstukken niet helemaal synchroon worden omgedraaid, meer charme heeft dan zo’n gelikte musicalshow in het Beatrixtheater. Want als het verhaal een snaar raakt, en de acteurs hun tekst en liedjes meer dan prima overbrengen, zijn die rafelrandjes aan de uitvoering helemaal niet erg. Net zoals je een mierzoet, moralistisch verhaal als The Wiz niet kunt maskeren met een perfect opgepoetst uiterlijk.

Al met al een geslaagde opening van een theater waarmee Amsterdam-Noord een mooie cultuur-broedplaats rijker is, waar de kaartjes altijd onder de twintig euro zullen bijven (beloofde Koen van Dijk), waar we komend seizoen theatermakers als Viggo Waas, Acda & De Munnik, de Ashton Brothers en Anne van Veen (dochter van..) kunnen bewonderen, en waar de foyer bíjna af is.

Kijk voor meer info op www.m-lab.nl.