Muziek / Album

Na omzwervingen toch weer gewoon thuis

recensie: Lawn - Silver

.

Vijf jaar geleden speelden de Groninger Friezen van Lawn zichzelf naar een hoger plan met hun rockparel Backspace. Enerverende muziek die deed denken aan de grootmeesters van de uitgesponnen gitaarrock: Motorpsycho. Nu, vijf jaar later ligt er de opvolger: Silver. De herinneringen blijven, al is er genoeg nieuws te ontdekken.

Silver – de derde plaat van de band – werd onlangs gepresenteerd in de Groninger Vera. Zoals gezegd, een kleine vijf jaar na het verschijnen van de plaat Backspace. In die tussenliggende vijf jaar is er veel gebeurd. Lawn trad regelmatig op, ook buiten de landsgrenzen. Interessante toertjes werden opgezet, spraakmakende podia werden bespeeld, soms met grote namen als Sophia. Daarnaast was er een bezettingswisseling – de rustige bassist Sietse Dost is vertrokken, showbassist Maarten Rischen is gekomen – en werd er lang gewerkt aan een volwaardige opvolger van Backspace. Voor Silver werd naast de ‘vaste’ producer Pieter Kloos (o.a. Motorpsycho) ook gewerkt met Phil Vinall (o.a. Placebo).

Nooit ver van de basis

Wanneer de band de rust opzoekt – bijvoorbeeld op Sanctuary, een beklemmend duet met Lydia van Maurik (o.a. This Beautiful Mess) – laat Lawn zich van zijn beste kant zien. Was het hoogtepunt van de voorganger vooral de single Fix, een duet met Anneke van Giersbergen (The Gathering), op Silver zijn er meer van dat soort momenten, bijvoorbeeld met het uitgesmeerde Silver Lining. Ondanks de verschillen en vernieuwingen blijft het verleden een rol spelen. Gaandeweg de plaat nemen de invloeden van producer Vinall af en doet Lawn, onder leiding van de broers Job en Titus van ’t Veer, dat waar de band goed in was en nog steeds is: uitgesponnen gitaarrock maken (The Sea, en het eerder genoemde Silver Lining). Hetgeen Motorpsycho deed met de fantastische platen Blissard en Trust Us, een sound die ook veelvuldig op Backspace te horen was. De vijf jaren van omzwervingen, de zoektochten naar een ander geluid en de inspiratie uit verschillende hoeken, hebben de band weliswaar ontwikkeld, de jongens blijven gelukkig toch honkvast. Daar waar het goed is.

Theater / Voorstelling

New York meets Rotterdam

recensie: Dance Works Rotterdam - Rotterdam / New York

.

Ton Simons, afkomstig uit Rotterdam, heeft jaren in New York gewerkt en is tegenwoordig de huischoreograaf van Dance Works Rotterdam. Hij werkt in Rotterdam / New York samen met de Amerikaan Stephen Petronio, die een wereldwijde reputatie heeft als vooruitstrevende choreograaf.

~

Mortal Coil wordt gedanst op de muziek van prachtige klassieke Mozart. Het decor is simpel en strak, het licht daarentegen wisselt van heldere kleuren, naar zwart en wit. De dansers zetten een wonderlijke show neer. Hun grootse bekwaamheid komt tot uiting in de perfect uitgevoerde choreografie van Ton Simons. De dansers maken fantastische sprongen, waar de lenigheid van de dansers tot een goed recht komt. Opvallend is de rol die de mannelijke dansers hebben. De dansers worden geleid door hun vrouwelijke tegenspeelsters, in plaats van de klassieke rolverdeling die we gewend zijn van mannen en vrouwen.

Na de pauze volgt de Nederlandse première van Lareigne, de choreografie van Petronio. De dansers dragen weinig verhullende witte kleding. Het geheel oogt fragiel, maar de muziek van The Stranglers is dreigend en vormt een groot contrast met de muziek van Mozart. De dansers vliegen over het toneel, ze bewegen snel en onstuimig. De vele sprongen die de dansers uitvoeren zijn groots en dynamisch. Jammer dat de passen niet altijd gelijk gaan en het soms een beetje rommelig oogt.

Rotterdam / New York is een dynamische voorstelling, waarbij in het bijzonder Mortal Coil grote indruk op het publiek achterlaat. De kleding en het decor versterken de geweldige kwaliteit van de dansers en de choreografie van Rotterdam / New York. De choreografieën zijn vooruitstrevend in de vormgeving en de nadruk op puurheid in haar zuiverste vorm.

Rotterdam / New York is nog tot 8 mei in Nederland te zien.

Kunst / Expo binnenland

Zoektocht naar hedendaagse mythes

recensie: Dagmar Donners, Aimée Zito Lema en Judith Kisner - Straalstroom #2 Mythologisering van het Nu

.

Mythologisering van het Nu is een onderdeel van Straalstroom, een serie van zes tentoonstellingen waarin de dialoog met een externe discipline wordt aangegaan. Deze keer was de beurt aan de journalistiek. Voor de opening van de tweede aflevering van Straalstroom werd de spanning er lekker in gehouden. Alex van der Hulst, een journalist van de kunstredactie van De Gelderlander, mocht als eerste het eindresultaat zien. Hij reflecteerde vanuit zijn discipline – de journalistiek – op het werk van de drie kunstenaars en schreef er een column over. Deze droeg hij voor en pas daarna mocht het publiek, in kleine groepjes onder begeleiding van de kunstenaars, de zaal betreden.

overzicht tentoonstelling
overzicht tentoonstelling

En wat troffen zij daar aan? De normaal gesproken wat kille fabriekshal badend in een licht van kaarsjes, de matrassen van de drie kunstenaars uitgestald te midden van hun werk en Aimée Zito Lema die in kleermakerszit een tekst over mythes reciteerde. Verschillende definities van het begrip ‘mythe’ kwamen voorbij. Hiermee vestigde Zito Lima de aandacht op hetgeen de kunstenaars hier hebben geprobeerd: de mythe terugbrengen in het heden.

Serendipiteit

In hun vier dagen van afzondering zijn Donners, Kisner en Zito Lema met open vizier het internet ingedoken, benieuwd naar het beeld dat zij zich zouden vormen van ‘de werkelijkheid’. Dagmar Donners vertelt dat hij zich wel bewust was van de hiërarchie in informatie, ook op het internet. Als test typte hij in google als zoekterm ’the world’ in. Als eerste resultaten kreeg hij een bouwproject in Dubai, met de naam ‘The World’. Zoekt en gij vindt iets anders, lijkt het motto. Het risico van een dergelijk project is natuurlijk een allegaartje aan informatie en ideeën waar nog maar moeilijk een eenheid uit te smeden is.

werk uit de tentoonstelling
werk uit de tentoonstelling

De drie kunstenaars hebben hun ideeën geordend door te kiezen voor symbolen en deze uit te vergroten. Verspreid over de ruimte komen bijvoorbeeld diamantvormen terug: geschilderd op de muren, of van karton als basis voor altaren waarop foto’s van dieren omringd door kaarsjes te zien zijn. Waar staan deze diamanten symbool voor? Dat wordt niet onmiddellijk duidelijk, wellicht symboliseren ze de vele kanten van ‘de waarheid’, zoals Donners oppert. Ze hebben alledrie, door elkaar, hun eigen symbolen uitgewerkt tot een zaalvullende collage. De collage, die mooi van compositie is en verrassend harmonieus aandoet, herbergt vele ideeën en verhalen. De kunstenaars laten het aan de bezoeker over om hier een persoonlijk verhaal of mythe uit te destilleren.

Eén verhaal viel me in het bijzonder op, dat van Nita. Nita is een fictief personage, gecreëerd door Judith Kisner. Ze is in verschillende situaties te zien: ‘Dump Nita’ staat met dikke zwarte letters op de muur, “als een vriendinnetje dat je maar liever kwijt dan rijk bent”, licht Kisner toe. Nita woont in Puddingland, een plek die nodig schoongemaakt moet worden, gezien de tekst ‘Clean Up Puddingland’. Nita heeft het zwaar te verduren, op één van de muren vindt ze zelfs haar graf. Puddingland is een bestaande plek, een zwaar verontreinigd stuk grond in de Verenigde Staten, dat momenteel gesaneerd wordt. Kisner mythologiseert de plek, door deze uit haar context te trekken en er een fictief personage aan toe te voegen. Je ziet Nita door de modder van haar vaderland banjeren.

Dialoog met journalistiek

Het idee was dat de journalist (Alex van der Hulst) zou reageren op het beeld van ‘het nu’, gecreëerd door de kunstenaars. Van der Hulst vergelijkt hen met webloggers; die sluiten zich immers ook op in donkere kamertjes met alleen het internet als informatiebron en reflecteren van daaruit op de wereld. Het resultaat verschilt in vorm. Hij is verrast dat het zo onschuldig aandoet. Na vier dagen van totale overlevering aan het internet, had hij verwacht een gebroken wereldbeeld te zien. Op een paar geweren en een onvermijdelijke afbeelding van Paris Hilton na, moet hij constateren dat ze zich er betrekkelijk ongeschonden doorheen hebben geslagen. Hij gaat verder in op de vraag ‘wat is werkelijkheid?’. Zoveel waarnemingen, zoveel werkelijkheden, is zijn conclusie en dit gaat volgens hem zowel op voor journalisten, als voor webloggers. Het project is eigenlijk meer een dialoog van de drie kunstenaars met het internet en met elkaar, dan met de journalistiek. De journalistiek reageert op hun werk, maar de interactie komt niet echt op gang. Van der Hulst hield zijn verhaal betrekkelijk algemeen over het internet en perceptie van werkelijkheid, de column beïnvloedt de kijkervaring nauwelijks.

werk uit de tentoonstelling
werk uit de tentoonstelling

In het werk zijn duidelijk drie signaturen te herkennen, drie persoonlijke verhalen. Je kan zien dat de samenwerking soepel is verlopen. Ze hebben elkaar de ruimte gegeven om eigen ideeën uit te werken, vervolgens hebben ze de vrijheid genomen ook elkaars werk aan te passen en soms hele delen weer over te schilderen. Ze zijn er uiteindelijk goed in geslaagd een evenwichtige compositie te maken, waarin alledrie de kunstenaars aan bod komen. Het kunstwerk is echter even vergankelijk als ‘het nu’, na 6 april wordt de hele zaal weer gewit. Hoewel Nita misschien nog een kansje op een tweede leven heeft, Kisner heeft een haat-liefde verhouding met haar opgebouwd die je nu eenmaal niet zo makkelijk verbreekt

Theater / Voorstelling

Leven achter halftransparante gordijnen

recensie: De Wetten van Kepler - Winterkoorts

.

Dementie vraagt haar tol, zowel van degene die eraan lijdt als van de omgeving. De Wetten van Kepler probeert hiervan een beeld te schetsen in Winterkoorts. Ex-operazangeres Elise (Nelleke Zitman) trekt in bij haar enige zoon Lucas (Willem Schouten) totdat er plaats voor haar is in een verzorgingstehuis, maar voor geen van beiden is dat gemakkelijk. De hulp die ze krijgen van verpleegster Noortje (Janneke Daalderop) zorgt alleen maar voor extra complicaties.

~

“Waarom is het hier zo nat? Heb jij de viooltjes water gegeven?” “Nee, dat heb jij gedaan. Drie keer het afgelopen uur.” De zakelijke en berustende manier waarop Lucas dit zegt, maakt de situatie alleen maar grappiger, maar ook de blik van Elise spreekt boekdelen. Uiteindelijk zien we een vrouw die de grip op haar leven en handelen heeft verloren en hoe zij daaronder lijdt. Winterkoorts brengt de toestand waarin iemand die aan het dementeren is goed in beeld.

Portret van dementie

Alles draagt eraan bij om dementie te portretteren. Het decor, bijvoorbeeld, bestaat uit de contouren van een huis met halftransparante gordijnen. Dit onderstreept heel mooi hoe dementie alle beelden en gedachten vervaagt. Ook heeft de voorstelling vrijwel geen plot en wordt gedragen door situaties die zich steeds met enkele variaties herhalen. Keer op keer loopt Elise met haar lege gietertje naar de viooltjes en leest zij op de sherryfles dat zij haar schoenen moet poetsen. Dit is de leefwereld van iemand met dementie en door het gebrek aan een echt verhaal en de constante herhalingen, komt dit heel duidelijk naar voren. Winterkoorts heeft wel een paar korte verhaallijnen. Het publiek vangt flitsen op van het verleden over een overleden kind en een zangleerlinge van Elise die is omgekomen in een auto-ongeluk, maar deze informatie is eigenlijk niet van veel belang. De belangrijkste ontwikkeling zit hem in het heden, namelijk in de relatie tussen Lucas en Noortje die abrupt eindigt voordat die goed en wel op heeft kunnen bloeien. Dit is wederom een voorbeeld van hoe dementie het leven van mensen kan verstoren, ook voor de mensen in de directe omgeving.

~

Muzikale omlijsting

Zoals altijd bij De Wetten van Kepler neemt ook in Winterkoorts muziek een belangrijke plaats in. Deze keer in de vorm van opera. Tijdens haar waanbeelden denkt Elise vaak dat ze weer operazangeres is en op moet treden, maar ook andere herinneringen worden vergezeld van aria’s, gezongen door Daalderop. De begeleiding achter de schermen bestaat uit contrabas en klarinet en zorgt voor een sobere, maar gepaste muzikale omlijsting van de zang. Daarbij geeft de zang een extra dimensie en betekenis aan het spel met liederen als Ich freue mich auf meinem tod aan het einde van de voorstelling. Het nadeel is dat deze link voor de niet-operakenner op het moment zelf moeilijk te leggen is. Dit mag echter niet deren omdat de toon van de aria of het lied eigenlijk al boekdelen spreekt.

Al met al is Winterkoorts een voorstelling die ondanks een duidelijk of spannende verhaallijn toch weet te boeien doordat het zo’n goed beeld schetst van een ziekte waar zoveel mensen mee te maken krijgen. De enscenering en zang zorgen voor een sprookjesachtige omlijsting en houden de aandacht vast van begin tot het einde.

Winterkoorts is nog te zien t/m 31 mei op verschillende plaatsen in Nederland. Klik hier voor de speellijst en extra informatie.

Muziek / Concert

Zingende bandita’s

recensie: Girls Wanna Have Fun - Girls in Crime

.

Girls in Crime is een voorstelling van de gelegenheidsformatie Girls Wanna Have Fun. Normaliter gevormd door elf zangeressen, maar op de avond dat 8WEEKLY er is, ontbreekt Vera Springveer. Wie er wel zijn: Lies Schilp, Inge Bonthond, Monique Klemann, Manuëla Kemp, Frédérique Spigt, Neel, Suzanne Klemann, Robbie Schmitz, Mieke Stemerdink, Janice Williams: stuk voor stuk dames die hun sporen in de zangwereld ruimschoots hebben verdiend en nu hun talenten bundelen.

~


In Girls in Crime draait het allemaal om vrouwen en misdaad. Er komt geen man aan te pas op het podium en de vijfkoppige band bestaat ook uit louter dames. Er wordt in deze voorstelling niet gesproken en het grote voordeel is dan ook dat de liedjes niet aan elkaar geluld hoeven te worden met zoete anekdotes. Op het podium staat gewoon een grote groep zingende grieten die in sneltreinvaart het ene na het andere nummer erin knallen. Het decor is mooi (voor de pauze een duister getto en na de pauze een gevangenis) en de kostuums zijn afwisselend en oogstrelend. Glitterjurken, overalls, minirokken en workers worden net als de liedjes snel verwisseld en veranderd.

Strak concept

De vrouwen vormen een groep criminele babes die samen hangen, spannen en keten. Ze plegen delicten, roven en dollen. En zingen. Alle liedje hebben daardoor te maken met hetzij misdaden, danwel vrouwen. Ondanks dit strakke concept, is het repertoire van Girls in Crime mooi uitgebalanceerd, net als de zangeressen zelf. Het zijn allemaal wijven met pit en hun passie delen ze gemakkelijk met het publiek. Uitblinkers zijn Stemerdink en Spigt die ook veel reactie uit de zaal krijgen. De ruim twintig nummers die in sneltreinvaart voorbijkomen zijn in goede balans. Een meeklapper, een tearjerker of een lekkere twist; het publiek consumeert het gretig. Bij Spigts Jailhouse Rock werd zelfs een dansende bezoekster gesignaleerd. Naast deze voor de hand liggende swinger komen er ook minder voor de hand liggende nummers voorbij. Delilah van Tom Jones bijvoorbeeld. Door het thema zijn de liedjes die gezongen worden aan elkaar gelinkd. Hoogtepuntjes zijn Queens Killer Queen, Aerosmiths Janie’s got a gun en Nancy Sinatra’s Bang Bang.

~

Peter R.

Hoewel er vrijwel geen interactie is met het publiek, is er wel degelijk sprake van een leidraad. De geestige rol van verteller is weggelegd voor Peter R. de Vries die het publiek via een televisieprogramma op de hoogte houdt van de zoektocht naar de zingende bandita’s. Met een uitgestreken gezicht onthult hij de vergrijpen en roept hij op tot opsporing. Ook een leuke bijrol is weggelegd voor Jeroen Pauw. En hiermee is Girls in Crime beter te verhapstukken dan het zoveelste gelegenheidsoptreden. Energieke muziek, goede en vooral diverse zangeressen, een groots decor en een afwisselend repertoire. Daar valt geen misdadig randje aan te ontdekken.

De voorstelling Girls in Crime is nog t/m eind april te zien. Kijk op: www.girlswannahavefun.nl

Muziek / Album

The Long Blondes houden van sinister drama

recensie: The Long Blondes - "Couples"

.

In 2006 debuteerde The Long Blondes, een gemengd vijftal uit Sheffield, met Someone to Drive You Home. De singles Once and Never Again en  Giddy Stratopheres bereikten in het Verenigd Koninkrijk respectievelijk plaats 30 en 37 in de hitlijsten, maar de nummers deden het veel beter in het clubcircuit. De groep is na lang en intensief toeren terug met de opvolger van Someone to Drive You Home. “Couples” (de aanhalings-Een voorbeeld van zo’n poppy meezinger is Here Comes the Serious Bit. Het nummer duurt amper drie minuten en bestaat voornamelijk uit een couplet dat eigenlijk een herhaling is van de titelwoorden, die op een uitbundige manier door Jackson en gitariste Emma Chaplin in de microfoon gegild worden. Dit gaat goed samen met het snelle tempo en de voorspelbare melodielijn van het nummers. Een ander voorbeeld is I Liked the Boys, dat nog niet eens twee minuten duurt. Ook hier wordt snel een catchy refrein ingezet en vaak herhaald. Jacksons stem is vaker bewerkt door de vocoder dan op Here Comes the Serious Bit en er zijn meer quasi-sexy hijggeluidjes van de dames te horen. Desalniettemin, dansbaarheid alom!

Bring on the drama!

~


De band is niet zozeer muzikaal veranderd, maar heeft iets meer ruimte gemaakt voor het onconventionele; het typerende geluid van de groep is echter altijd terug te horen. Zo heeft de synthesizer op deze plaat bijvoorbeeld een prominentere rol gekregen. De dames en heren maken dan ook met openingsnummer Century, tevens de eerste single, meteen duidelijk dat de lijn van het debuutalbum niet klakkeloos wordt herhaald. De onheilspellende donkere synthesizergeluiden van het intro en de stem van Jackson die moeiteloos van falset omschakelt naar haar natuurlijke alttonen zorgen voor een beklemmend gevoel. Hier is geen sprake van een vrolijk dansnummer. Wie goed naar het nummer luistert, zal niet ontgaan dat de band hier afwijkt van het gebruikelijke thema (klein en groot persoonlijk leed) maar de problematiek van de Koude Oorlog oprakelt.

Een ander voorbeeld van een nummer in nieuwe stijl is het dramatische Nostalgia. De eenvoudige pianomelodie, het langzame ritme en het sporadisch terugkerende synthesizerpiepje vormen de achtergrond voor het hartstochtelijke verhaal dat Kate Jackson te vertellen heeft. Als ze zingt over de toekomst van haar relatie ontroert ze door te verkondigen: “I want to move into the future with you“. Dit is bijna een tearjerker, maar dan in een donker en melodramatisch jasje.

Nieuwe stijl

Het is maar goed dat “Couples” voor zo’n groot deel uit nummers in de ‘The Long Blondes-nieuwe stijl’ bestaat, want het zijn de minder conventionele nummers die dit album de moeite waard maken. Af en toe een lekker electro-dansnummer ertussen is natuurlijk geen enkel probleem; deze nummers blijven typerend voor de stijl van de band. Maar het zullen onder andere Century, Nostalgia en Round the Hairpin zijn die je dit album opnieuw zullen doen luisteren.

Muziek / Album

MGMT, voor ná de apocalyps

recensie: MGMT - Oracular Spectacular

Welkom in speeltuin van twee jongemannen die voornemens zijn de wereld eens mooi te gaan misleiden. Ze zouden zichzelf “The Colin Powells” kunnen noemen, naar de koning van de misleiding. Maar nee, ze kozen voor de naam MGMT. Een slimme naam, want deze bekende afkorting voor management levert ruim vijftien miljoen hits op bij een zoekactie op het internet en valt op. Het suggereert ook een afkeer tegen de wereld van de kantoren vol krijtstrepen pakken, iets wat ze bevestigen door in het artwork van hun cd halfnaakt en bebloed de fik te steken in dollarbiljetten.

Tegelijkertijd is de kans groot dat het juist diezelfde marketing managers, de vertegenwoordigers van het kapitalisme, zijn die het hele concept verzonnen en uitgewerkt hebben. MGMT is niet voor niets ondergebracht bij de reus Colombia Records. Het moge duidelijk zijn, in een wereld waarin niets meer is wat het lijkt, is MGMT niet wat het lijkt.

De wereld van MGMT is “fanciful, but with an undercurrent of doom“, iets wat goed naar voren komt in de afsluitende song Future Reflections, dat gaat over “premonitions of a post-apocalyptic future where colonies of young people live on the beach and lead savage yet refined primitive lifestyles and go surfing“. In de populaire single Time To Pretend is het refrein “This is our vision, to live fast and die young“. Doembeelden van jongemannen die zich zorgen maken over het broeikaseffect en allerlei ander onrecht en dan maar zoiets hebben van alles lekker nu verbrassen. Ach, wat maakt het allemaal uit, het gaat om de muziek en eerlijk is eerlijk, de debuutplaat Oracular Spectacular van MGMT is wél een lekkere plaat. Geen wereldschokkende plaat, gewoon een goede plaat.

Kitscherig en verslavend

~


De twee Amerikaanse neo-hippies Andrew Vanwyngarden en Ben Goldwasser, de mannen die sinds 2002 verschuilen achter de naam The Management en zichzelf nu dus MGMT noemen, zijn namelijk zeer bedreven in het smeden van verslavende popliedjes. De songs kenmerken zich door het aaneenrijgen van aanstekelijke riedeltjes met veel galm, pompende baslijnen en baden gevuld met synthesizergeluid. Dit alles leuken ze op met hoge stemmetjes en samenzang. Het geluid is sterk vervormd, alsof Jeff Lynne van ELO een paddo heeft opgepeuzeld en is gaan klussen aan enkele nieuwe songs. De klanken roepen ook herinneringen aan de kitschpop uit de jaren tachtig op. Feit is dat het trucje bij het merendeel van de tien nummers op Oracular Spectacular werkt. Weekend Wars, The Handshake en Of Moons, Birds & Monsters zijn lekker uitgesponnen psychedelische nummers, met tempowisselingen en bij het laatste nummer een lange, ruige gitaarsolo. En misschien ken je de al eerder genoemde single Time To Pretend al, een langzame song met pianoriedel en fuzz-rock geluid die het goed doet in de alternatieve hitlijsten.

Zonsopgang

Toch zou het mij niet verbazen als MGMT het meest bekend gaat worden met de twee beste nummers van de plaat, Electric Feel en Kids. Beide zijn geheide hits en daarmee al genoeg reden voor een grote platenmaatschappij om op deze populaire trein mee te springen. Dikke kans dat je deze zomer op het strand de zon ziet opkomen bij de klanken van deze mannen. En als jij het bent die daar staat te dansen samen met de jongens van MGMT heb je misschien wel net de apocalyps overleefd.

Muziek / Album

(Ouwe) Hollandse nieuwe

recensie: Hospital Bombers - Footnotes

.

Daar hadden ze ons bijna te pakken bij Excelsior. Vlak voor het verscheiden van 2007 loodste de platenmaatschappij het debuut van Amsterdams collectief Hospital Bombers (zonder ’the’) vrijwel ongemerkt de wereld in. Oké, dat is ietwat overdreven – ze stonden dit jaar immers wel mooi op Noorderslag. Toch valt het contrast met de recente release van ‘de nieuwe Voicst’ op, die on-Nederlands groots geplugd werd door een gezamenlijke inzet van de Nederlandse media. Deze recensie poogt als een tamelijk late lofrede, om bij u thuis een klein plekje in de platenkast vrij te doen maken voor een album dat stiekem nog beter is dan A Tale of two Devils.

~

Hospital Bombers bestaat uit vier muzikanten die in andere gedaantes al flink wat ervaring hadden opgedaan, maar geen van hen was ooit echt doorgebroken. De huidige aanpak lijkt een bewuste strategie te zijn en luidt: “We kennen maar drie akkoorden, en daar doen we het mee”. Nuchtere eenvoud dus, en een klein beetje valse bescheidenheid. Want Footnotes verraadt een grote kennis van popmuziek, en het album komt tot leven dánkzij simpele akkoordenschema’s en instrumentatie. Het album ademt een professionele voorliefde voor ongekunsteldheid met een flinke dosis humor. Of, zoals ze het zelf zeggen: “We houden van The Velvet Underground en pindakaas”.

Susanne Linssen vervult een spilfunctie met haar zwevende vioollijnen, tweede stem en incidentele orgelaccentjes. Zij maakt de melodieën af en contrasteert met haar warme viool de dunnige gitaar van Jan Schenk, een combinatie die Hospital Bombers een rauwige indie vibe geeft. Footnotes lijkt met weinig studiofoefjes geproduceerd, geheel in lijn met het ‘eenvoudige’ karakter van de nummers, maar vooral erg lekker: helder, droog en gedefinieerd. Er is hoorbaar veel zorg besteed aan de plaat, zonder concessies te doen aan eisen van radiovriendelijkheid en verkoopbaarheid. Juist die oprechte, sobere methode is de uitgekiende kracht van Hospital Bombers.

Ingetogen uitgekleed

~

Er zit een kleine keerzijde aan het wat uitgeklede karakter van Footnotes. Aan het einde van de cd sluipt de sleur er een klein beetje in, wanneer de band bewust niet probeert om het ziekenhuis plat te krijgen. Die ingetogenheid sleept echter een lichte verveling in het kielzog mee. De combinatie van eenvoudige compositie, droge opname én ingetogen spel lijkt even wat te veel van het goede. Het lukt dus niet om de intensiteit een heel album lang met zulke beperkte middelen vol te houden, al zijn die middelen nog zo bewust gekozen en duurt de plaat maar veertig minuten. Toch is deze kleine inzinking vergeeflijk, want ook in de slotnummers behoudt de band de ongepolijste eenvoud – zij het hier vooral tekstueel – die Footnotes als geheel zo sterk maakt.

Hospital Bombers weet precies wat ze doen – af en toe dus net meer dan goed voor ze is. Voor een debuut is Footnotes echter een indrukwekkend en consistent album, dat de band wat mij betreft een Grote Belofte maakt. Na de aankondiging van het definitieve einde van Caesar kunnen we ons chauvinistische hart dus troosten met deze nieuwe Hollandse trots.

Muziek / Voorstelling

Rolando Villazón verovert Amsterdam

recensie: Operarecital door Mexicaanse stertenor

Nog voordat hij ook maar een regel gezongen had, was er een ovationeel applaus. Anderhalf uur later werd de zaal bijkans afgebroken en na de eerste van twee toegiften leek het alsof een collectieve hysterie zich van het publiek meester had gemaakt. Taferelen die je verwacht bij een popconcert of Idols-uitzending, maar de locatie was niet de Heineken Music Hall maar het Muziektheater, waar de Mexicaanse tenor Rolando Villazón een galaconcert gaf.

~

In 2004 schitterde Villazón bij De Nederlandse Opera in de titelrol van Verdi’s Don Carlo. Een ieder die hem toen hoorde, was het erover eens: hier staat een fenomenale zanger. Dat vond men bij De Nederlandse Opera ook, en dus werd Villazón meteen gecontracteerd voor een andere Verdi-opera, Un ballo in maschera, in april en mei van dit jaar. Tussen 2004 en 2008 groeide Villazón uit tot een absolute wereldster die de ene grote rol na de andere aannam bij de meest prestigieuze operahuizen. En waar hij ook zong, overal werd hij binnengehaald als ‘de nieuwe Pavarotti’. Ten onrechte, want hoewel deels met hetzelfde repertoire furore maakt, doet zijn stem vooral denken aan zijn ontdekker en grote leermeester Placido Domingo.

Gouden koppel

De echte doorbraak kwam in 2005 in Salzburg. Gekoppeld aan sopraan Anna Netrebko liet Villazón een overweldigende indruk achter in een door Willy Decker fraai geënsceneerde productie van La traviata – volgend seizoen bij De Nederlandse Opera in Amsterdam te zien. Villazón tekende een exclusief platencontract met Deutsche Grammofon, de cd- en dvd-versie van ‘hun’ La traviata werd een bestseller en een zeer succesvol duetalbum volgde vorig jaar. Waren het een aantal jaren geleden nog Angela Gheorghiu en Roberto Alagna, nu zijn het Netrebko en Villazón die verkocht worden als het ‘gouden koppel’.

Wie zo populair en succesvol is, wordt al snel van platte commercie beschuldigd. Wie zo’n marketingapparaat achter zich heeft, kan niet echt goed zijn – de klassieke muziek verschilt daarin niet van popmuziek, waarbij de ‘serieuze popliefhebber’ elke band die naar een groot publiek doorbreekt terzijde schuift of strijdbaar roept: “Ik vond ze al goed toen ze nog heel erg slecht waren.” Obscuur en onontdekt is altijd beter.

Een onwillig paard

Veel problematischer bleek echter de enorme hoeveelheid nieuwe rollen die Villazón op zich had genomen. Vorig jaar ging het Barcelona mis, en Villazón zei al zijn engagementen af, eerst voor een paar weken, uiteindelijk voor ruim een half jaar. Ironisch genoeg nam juist Roberto Alagna een aantal van optredens over. Tegen een journalist van de New York Times verklaarde Villazón later: “Ik zie mijn stem als een paard dat ik moet berijden, maar het wilde me niet meer. Het schudde me van zich af, gooide me op de grond.”

Begin dit jaar keerde Villazón terug op het podium, maar hij blijft voorzichtig met het aannemen van nieuwe rollen. Wel stemde hij toe ter compensatie voor het afzeggen van Un ballo in maschera twee galaconcerten in het Muziektheater te geven, met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en dirigent Carlo Rizzi, die ook La traviata in Salzburg leidde. Als een verloren zoon werd Villazón in Amsterdam warm onthaald.

Hartverscheurend

Heel mooi natuurlijk, de liefde van het publiek voor een stertenor, maar de belangrijkste vraag is: hoe goed is Villazón nu werkelijk? Het antwoord is simpel: heel erg goed. Net als alle andere grote tenoren heeft hij uiteraard zijn maniertjes – de getormenteerde blik, de snik in de stem en de lang aangehouden hoge noten – maar ontegenzeggelijk beschikt Villazón over een van de mooiste stemmen van dit moment: donker en warm, dramatisch en buitengewoon helder in de hogere regionen. Villazón is bovendien in staat om zelfs tijdens een galaconcert zich meteen helemaal in te leven in een rol, zo bleek in Amsterdam uit de hartverscheurend mooi gezongen aria’s uit Verdi’s Simon Boccanegra, Luisa Miller en Tsjaikovski’s Jevgeni Onjegin.

Wie het Amsterdamse publiek letterlijk op de stoelen weet te krijgen, is met recht een superster. Kasper Jansen merkte in NRC op dat dit concert hopelijk het begin is van een “jaarlijks operagala met wereldberoemde zangers die men hier nooit hoort”. Ik sluit me graag bij deze oproep aan.

Theater / Achtergrond
special: Sarah Ringoet - Simon Says

Met heel weinig heel veel

.

In de serie Blind Date – nieuwe theatermakers on tour gaat iedere maand een voorstelling van beginnende, nog onbekende theatermakers, geselecteerd door het Theater Instituut Nederland, op tournee door Nederland. Theatermakers krijgen zo de kans om een groter publiek kennis te laten maken met hun werk. De volgende voorstelling in de reeks is Simon Says. 8WEEKLY sprak met theatermaakster Sarah Ringoet.

~

Simon Says is de Engelse variant van het welbekende spelletje waarbij de ene speler zegt wat de andere moeten doen. Een vermakelijk tijdverdrijf, maar dat is niet waar Sarah Ringoet in geïnteresseerd was. “Ik was benieuwd naar de manipulatieve en gewelddadige kant van het spel. Daarbij zocht ik meer naar een abstracte manier om de onvoorspelheid van spelletjes te laten zien. Ik wilde het niet zozeer over geweld hebben in de voorstelling, maar kijken hoe ik een uur en een kwartier de dreiging van die onvoorspelbaarheid voelbaar kon maken.”

Deconstructie
In het repetitielokaal krijgt het ‘proefpubliek’ een laatste instructie. “Dit is een afstandsbediening”, zegt Elsa May Averill terwijl ze met een of ander voorwerp zwaait. “En dit vest is eigenlijk zo’n winterjas met een capuchon met bontkraag.” Er worden nog een paar laatste zaken geregeld en dan kan de doorloop beginnen. Ondanks het weinig sfeervolle tl-licht en de plaatsvervangende rekwisieten, weten de drie spelers die sfeer van dreiging en onvoorspelbaarheid voelbaar te maken. In een aaneenschakeling van beeldende, fysieke scènes zien we drie figuren in een ruimte die zich tot elkaar moeten zien te verhouden. De een staat – met capuchon – tegen de muur geleund, een ander valt steeds opnieuw op de grond. Een omhelzing, een gevecht, een flauwte, een dans. Dat gaat gepaard met een zekere spanning. Er hangt iets in de lucht waarvan je niet weet wat het is, maar wel dat het ieder moment zou kunnen ontploffen.

Ringoet (in 2002 afgestudeerd aan de mimeopleiding in Amsterdam) hanteert daarbij een theatertaal die je abstract en fysiek zou kunnen noemen. Voor Simon Says heeft ze het gegeven ‘spel’ willen deconstrueren, zeg maar: uiteenhalen in kleinere elementen. “Ieder spel heeft een tijdsduur. Het begint, het duurt en het eindigt. Die elementen kun je uit elkaar halen. Als je bijvoorbeeld zou gaan hinkelen, dan neem je de eerste poging tot springen en daar ‘snij’je als het ware. Je houdt dan alleen de aanzet tot de sprong over. Het springen zelf en het landen laat je achterwege.”

“Het is met heel weinig heel veel”, legt Ringoet uit. “Bijvoorbeeld als Elsa vooraan staat en ik sta achteraan en loop heel langzaam naar haar toe, dan is dat voor het publiek een heel spannend moment. Als Elsa dan dat moment ‘dit’ zou doen”, ze maakt een snelle beweging met haar hoofd opzij, “dan wordt het meteen een bangig meisje. Maar ik wil niet dat ze een bang meisje speelt en ik wil geen dreigende persoon spelen, maar gewoon staan en gewoon op haar aflopen. Dat hoef je dan niet meer in te vullen. Er ontstaat een zekere spanning omdat je als publiek niet weet wat er gaat gebeuren.”

Verwarring
Die onvoorspelbaarheid die binnen de voorstelling tussen de drie spelers gaande is, wordt als het ware getransponeerd op het publiek. Aan het begin van de voorstelling ligt een van de spelers, Sarah Ringoet zelf, op de grond. Een andere speler komt op, fluistert iets in haar oor en samen lopen ze gehaast af. Wat er precies aan de hand is, weet je als publiek niet. Als Elsa May Averill vervolgens een tekst komt voordragen die ze tegelijk van het Frans naar het Nederlands vertaalt, lijkt het alsof ze de tijd probeert op te vullen. Maar wat er nou precies aan de hand is, weet je als publiek niet. Is de verwarring bij de spelers echt? Of toch gespeeld? Ook op andere momenten wordt gespeeld met de wetten van het theater en weet je als publiek niet altijd even goed waar je nu precies naar zit te kijken. De gespeelde verwarring van de spelers in het begin ontwikkelt zich tot verwarring bij het publiek aan het eind.

Die verwarring teweegbrengen bij de toeschouwer vindt Ringoet interessant. “Het houdt je scherp. Ik vind het niet leuk als mensen kijken met een gevoel van ‘dit-kennen-we-al’.” Net zoals ze het publiek wil verrassen, wil ze zichzelf tijdens het proces ook laten verrassen. Ringoet werkt met de spelers op de vloer vanuit improvisaties. De keuze voor bepaalde personen als performers in haar voorstelling, maakt dan ook al deel uit van het concept. De persoonlijkheid van de spelers en wat diegene meeneemt in het proces aan ideeën of bewegingskwaliteit, maakt deel uit van het materiaal waar Ringoet mee werkt. Soms zit dat in hele kleine dingen, zoals een jas met een capuchon. “Op een dag kwam een van de spelers binnen in een jas met een capuchon met zo’n bontkraag”, vertelt Ringoet. “Toen ik haar binnen zag komen, dacht ik dat dat wel eens zou kunnen passen in de voorstelling. Dat is een element dat van haar is, maar het klopte binnen de voorstelling en het gaat een heel eigen leven leiden.”

~

Tijd nemen
Al werkende aan allerlei materiaal ontstaat langzamerhand de voorstelling. Simon Says heeft al een langer traject achter de rug. In 2006 begonnen als voorstudie in werkplaats hetveemtheater, in 2007 in reprise in de Melkweg en dit jaar een langere tournee door Nederland met Blind date. Iedere reprise is voor Ringoet een kans om verder te werken aan de voorstelling en door te zoeken. Is een voorstelling ooit af? “Een voorstelling is af als hij niet meer gespeeld wordt. Het eindigt bij het laatste publiek. Op het moment dat de voorstelling hernomen wordt, gaat het werken eraan gewoon weer door. Dat heeft met de tijd te maken die in de tussentijd verstreken is. Vandaag is anders dan een jaar geleden. Ben ik ook anders. Is de wereld anders. Als ik een van mijn eerdere voorstellingen nu zou maken, zou ik het misschien heel anders doen.”

“Ik heb ook tijd nodig om mijn eigen werk te begrijpen. Ik werk zo intuïtief tijdens het werken aan een voorstelling, dat ik tijd nodig heb om afstand te nemen. “En al zou Ringoet wel eeuwig door willen onderzoeken, zij snapt natuurlijk ook wel dat een voorstelling op een gegeven moment afgemonteerd moet worden om op reis te gaan. Dat ze zelf in de voorstelling meespeelt, is een groot voordeel. “De voorstelling gaat over heel veel; over dreiging en manipulatie, maar ook over theater zelf. Door in de voorstelling mee te spelen kan ik direct zien hoe de voorstelling bij mensen aankomt, in plaats van achterin in de zaal te zitten en naar de ruggen van die mensen te kijken. Ik maak er nu zelf deel van uit. En dat is heel spannend.”

Simon Says van Sarah Ringoet is in april te zien in Blind date – Serie Nieuwe Theatermakers on tour. Klik hier voor de speellijst.

De voorstelling Reprise van Sarah Ringoet is te zien in festival De Nieuwe Lichting op 16 en 17 mei in de Verkadefabriek in Den Bosch en op 6 en 7 juni in het Chassé Theater in Breda.