Boeken / Interview
special: Richard Russo over de rol die geluk in het leven speelt

‘Als schrijven er nu niet toe doet dan deed het er nooit toe’

Vraag een Amerikaan van begin 70 waar hij was op 1 december 1969 en hij zal een gedetailleerd verslag uitbrengen. Op die dag werden live op tv alle 366 mogelijke verjaardagsdata één voor één getrokken. Mannen geboren tussen 1 januari 1944 en 31 december 1950 die hun verjaardag vroeg hoorden afroepen, waren ervan verzekerd naar Vietnam gestuurd te worden.

De zogeheten ‘Draft lottery’ besliste ook over het lot van Richard Russo, wiens Chances are… vandaag in Nederlandse vertaling verschijnt. Hoewel de Amerikaan een Pulitzer op zijn naam heeft staan, brak hij nooit echt door in Nederland. Een flink gemis want Russo is een meesterverteller die als geen ander weet te schrijven over vergane glorie in kleinstedelijk Amerika.

In Er is een kans… ontmoeten drie jeugdvrienden elkaar weer op Martha’s Vineyard, waar ze veertig jaar geleden hun afstuderen vierde. Ze namen destijds hun vriendin Jacy mee: het meisje op wie ze alle drie verliefd waren en die na het weekend spoorloos verdween. Nog altijd houdt ze hun gemoederen bezig. Coronaproof sprak 8WEEKLY per mail met Russo over zijn nieuwe roman.

Veel schrijvers vonden de lockdown niet zo’n probleem, gezien ze gewend zijn veel binnen te zitten. Hoe bent u de afgelopen maanden doorgekomen?

Fotograaf: Elena Seibert

“Van de ene op de andere dag vervielen zo goed als alle verplichtingen die ik had. In het begin voelde het zoals de weken na 11 september. Doorgaan met schrijven alsof er niets aan de hand is voelde op z’n zachts gezegd bizar, zo niet immoreel. Toch ging ik vrij snel weer aan de slag en uiteindelijk bleek dat mijn redding te zijn. Ik word heen en weer geslingerd tussen mijn werk en de meedogenloze headlines over het virus, politiegeweld en Black Lives Matter. Mijn mantra dezer dagen is: als schrijven er nu niet toe doet dan deed het er nooit toe. Als het er ooit toe deed, dan doet het dat nog steeds.”

Lincoln, Mickey en Teddy zijn in hun jeugdjaren alle drie verliefd op Jacy. Toch blijken ze haar uiteindelijk niet echt te kennen. Zijn ze verblind door liefde? Of is er iets speciaals aan vriendschappen tussen mannen en staan ze niet toe dat een vrouw te dichtbij komt?

“Voor mij gaat Er is een kans… over hoe liefde kan floreren bij een haast volledig gebrek aan kennis. Lincoln, Teddy en Mickey geloven alle drie dat ze het meisje waar ze verliefd op zijn kennen, maar zoals het boek wel duidelijk maakt doen ze dat niet. Het verschil zit ‘m wellicht in het verschil tussen ‘kennen’ en ‘kennis hebben van’. ‘Kennis hebben van’ suggereert feiten en informatie. De vrienden weten dat Jacy mooi, slim, wild en vrij is. ‘Kennen’ gaat meer over begrijpen en jong en onervaren als ze zijn, doen ze dit niet. Sterker nog, ze begrijpen niet dat het niet Jacy is, of toch niet alles aan haar, waar ze voor gevallen zijn. Het is haar hele wereld.”

“De vriendschap tussen Lincoln, Teddy en Mickey is vooral gebaseerd op hun afkomst: ze zijn de kinderen van arme afkomst op een dure privéschool. Ze willen Jacy (wie wil dat niet?) maar ze zijn ook verleid door haar afkomst en de tijdsgeest die ze representeert (seksuele vrijheid). Tegen het eind van de roman staan twee van de drie vrienden het toe dat vrouwen dichtbij hen komen. Mickey heeft het meest geleden onder zijn liefde voor Jacy en zal een dergelijke intimiteit misschien nooit vinden. Met name eerste liefde lijkt blind. Het is erg moeilijk om iemand te kennen wanneer je jezelf nog niet kent.”

Er is een kans… heeft kenmerken van een detective. Was het uw plan om een dergelijke roman te schrijven, of ontstond dit tijdens het schrijfproces?

“Van meet af aan wilde ik een serieuze roman schrijven die zou opereren als een thriller of detective. Het ding met genrefictie is dat de formule werkt, zelfs wanneer het boek zelf dat niet doet. Daarom zijn liefhebbers van detectives, romantische verhalen en thrillers soms teleurgesteld over de slechte uitwerking in een bepaald boek, zonder dat ze afknappen op het hele genre. Er is een kans… is een boek dat het één belooft, om vervolgens iets totaal anders af te leveren. Het is een gevaarlijke tactiek, maar erg belonend wanneer je het weet klaar te spelen. Sommige genreliefhebbers zullen teleurgesteld zijn wanneer ze erachter komen wat er met Jacy gebeurd is. Ik hoop dat anderen aangenaam verrast zijn dat het boek over meer gaat dan het aanvankelijk deed vermoeden.”

De Vietnam Loterij speelt een beslissende rol in het leven van Lincoln, Mickey en Teddy. Het bepaalt de loop van de rest van hun leven. Hoe beleefde u dit beslissende moment zelf?

“Mijn eigen beleving van dit moment komt goed overeen met hoe het in de roman beschreven is. Ik attendeerde dan wel aan een grote staatsuniversiteit in het westen, maar net als mijn hoofdpersonages was ik afwasser in een vrouwensociëteit. Alle afwassers keken samen op een waardeloze zwart-wittelevisie in een achterkamertje. Ik kan me de lange wandeling die ik na afloop over de campus maakte nog levendig herinneren. Mijn vriendin (met wie ik inmiddels al 48 jaar getrouwd ben) studeerde daar en ik had haar beloofd te laten weten hoe het me vergaan was.”

“Tijdens de boekentournee die ik voor deze roman maakte zijn veel mannen én vrouwen van mijn leeftijd naar me toegekomen om hun eigen ‘Draft lottery’-verhaal te vertellen. Dit is wat me het meest heeft verheugd aan de ontvangst van deze roman.”

Kans is een belangrijk thema in deze roman. Uw eigen verjaardag werd pas als 322e getrokken, dus u had erg veel geluk. Behalve dat u niet naar Vietnam hoefde, hoe heeft deze trekking uw leven nog meer beïnvloed? Bent u hierdoor meer bewust geworden van de rol van geluk in uw leven?

“Ik ben me altijd bewust geweest van de rol die kans in mijn eigen leven speelt. Mijn laatste vier boeken handelden over lotsbestemming en vrije wil. Terugkijkend heb ik altijd geluk gehad op momenten waarop ik dat het meest nodig had, zoals op de avond van de loterij. Succesvolle mensen baseren hun levensverhaal vaak op wilskracht en hard werken. Ze maken zichzelf wijs dat ze gescoord hebben in het leven. Veel van hen vergeten hierbij hun privileges als het hebben van witte-, hoogopgeleide- en welvarende ouders.”

“Ik ben erachter dat ik geboren ben op de juiste plek op het juiste moment. Hoewel mijn familie niet rijk was, kon ik relatief eenvoudig en goedkoop studeren omdat de overheid destijds garant stond voor studiebeurzen. Doordat ik uit een arbeidersgezin kom en opgroeide tussen optimistische en trotse eerste- en tweedegeneratie Europese immigranten is mij een dankbaar onderwerp in de schoot geworpen dat mij nog nooit heeft gefaald. Op mijn eigen manier ben ik ook met een voorsprong geboren.”

Tot slot: waar heeft u de afgelopen maanden tijdens de lockdown aan gewerkt? Kunt u een tipje van de sluier lichten?

“Op dit moment werk ik aan het vervolg op Nobody’s Fool en Everybody’s Fool. Dit deel speelt zich af in 2010 tijdens de kredietcrisis, tien jaar na het vorige boek. Toen ik drie maanden geleden aan dit boek begon, had ik goed in beeld welke kant ik op wilde. Nu ik honderd pagina’s verder ben, realiseer ik me dat dit boek niet geschreven kan worden op de manier waarop ik het voor ogen had. Waarom niet? De wereld is ertussen gekomen en daar kan ik niet omheen. De klassenstrijd waar ik altijd over heb geschreven zal nog steeds centraal staan, zoals het dat ook in het echte leven doet. Drie van de hoofdpersonages zijn zwart en de nationale discussie die we nu voeren over ras zal belangrijk zijn in dit boek, zelfs al speelt het zich tien jaar voor de huidige discussie af. Politieagressie is een ander actueel thema dat aan bod zal komen: drie belangrijke personages uit het tweede deel zijn agent, waarvan er twee zelfs geliefden zijn. Wie weet vindt het coronavirus op een dag ook zijn doorwerking in mijn romans. Het leven is het onderwerp van fictie, je kunt het er niet buiten houden. Waarom zou je dat ook willen?”

In 2016 sprak 8WEEKLY met Russo over Nobody’s fool en diens opvolger Everybody’s fool.

Kunst / Expo binnenland

Een wereld vol nostalgische plaatjes

recensie: Eddy Posthuma de Boer. De eerste foto van God

De tentoonstelling van Eddy Posthuma de Boer (1931) in het Fotomuseum te Den Haag concentreert zich op zijn oeuvre uit de jaren vijftig, zestig en zeventig. De foto’s die worden gepresenteerd zijn voornamelijk in zwart-wit. Ze geven een kijkje in de wereld van toen.

In de Volkskrant van 28 januari 2020 zegt hij zelf over deze tentoonstelling: “Het is een soort overzicht van mijn vroege werk. Toen ik het kort voor de opening zag, kreeg ik een beetje een idee dat ik al dood was, …”

De inmiddels achtentachtigjarige Posthuma de Boer werkte als fotograaf voor Nederlandse dagbladen en tijdschriften, o.a. voor Het Parool, de Volkskrant en Avenue. Voor Het Rode Kruis en Terre des Hommes reisde hij naar conflictgebieden, waar hij vooral de erbarmelijke omstandigheden van kinderen fotografeerde. Bovendien publiceerde hij veel fotoboeken.

De straat

Een belangrijk onderwerp in het werk van Posthuma de Boer is het straatbeeld uit de bovengenoemde jaren, vooral in Amsterdam. Zelf is hij een geboren en getogen Amsterdammer. In de jaren vijftig fotografeert hij daar het leven van alledag. Massa’s mensen op de fiets naar hun werk, een jongetje plassend op straat voor de etalage van de Bijenkorf, vrouwen met enorme kinderwagens en niet te vergeten André Hazes als klein jongetje op de Albert Cuyp Markt. In de jaren zestig legt hij de opkomst van de vetkuiven, de brommers en de jazz- en rock & roll muziek vast. Het gevestigde plaatje is aan het veranderen. In de jaren zeventig volgt Posthuma de Boer de werkloosheidscrisis. Hij maakt foto´s van protestdemonstraties en werkeloze mensen. Voor de mensen die zelf in die tijd opgroeiden, roepen deze foto’s veel herkenbare herinneringen op.


Hoge nood, 1955. © Eddy Posthuma de Boer

Band met literatuur

Posthuma de Boer heeft ook veel interesse in de literatuur. Hij maakt voor uitgeverij De Bezige Bij portretten van Jan Cremer, Jan Wolkers, Hugo Claus, Harry Mulisch en vele anderen. Met Cees Nooteboom (1933) reist hij de wereld rond. Aan de in Spanje gemaakte foto van een eenvoudige boer, gaf Cees Nooteboom de titel De eerste foto van God (1982), die ook verwijst naar zijn gedicht dat hij bij dit portret maakte. Hij stelt hierin de vraag of deze boer, die zo dicht bij de natuur staat en het land bewerkt, gezien kan worden als de schepper, of dat het de fotograaf is die deze betekenis creëert.


Jan Cremer, 1961. © Eddy Posthuma de Boer

Reizen

Posthuma de Boer bezocht vijfentachtig landen, zowel voor zijn opdrachten als fotojournalist als voor zijn eigen werk. De tentoonstelling laat hiervan maar een klein gedeelte zien, maar dit oeuvre is enorm. Ook hier weer veelal portretten van alledaagse mensen. We zien kinderen op straat in Noord-Ierland voor een muur waarop staat ‘No Pope Here’, een indringend portret van een Peruaanse boerenvrouw (1972) en een protesterende vrouw (voor De Gaulle) ten tijde van de mei-revolutie in Parijs (1968).

Het vroege werk van Ed van der Elsken wordt wel vergeleken met het werk van Postuma de Boer. Er zijn zeker overeenkomsten in de thematiek, maar toch heeft Posthuma de Boer niet dezelfde bekendheid gekregen. De reden daarvoor is niet bekend. Je zou kunnen zeggen dat Ed van der Elsken een zeer extroverte persoonlijkheid was en Posthuma de Boer niet. Hij zei over zichzelf in de in de bovengenoemde Volkskrant: “Ik loop nooit met mijzelf te koop. Bescheiden in de achterzaal, zeg ik altijd.”

Zoals gezegd heeft de tentoonstelling een hoog nostalgisch gehalte, wat in feite afdoet aan zijn verdere indrukwekkende oeuvre. Jammer dat de keuze van het museum zich voornamelijk tot deze periode heeft beperkt. Inmiddels werkt Posthuma de Boer alweer aan zijn nieuwe boek Big City Blues.

Muziek / Album

Sprekende Pianomuziek

recensie: Pianomuziek: Muriël Bostdorp – En Route & Marynka – Red Moon

Pianomuziek is er in vele vormen, waarvan het klassiek pianowerk natuurlijk heel bekend is. Een modern instrumentaal album vraagt echter andere kwaliteiten. In deze recensie geven we aandacht aan twee Nederlandse pianisten.

Soms geven de klanken van een piano een extra dimensie aan een liedje. Om alleen pianomuziek te laten boeien moet een pianist van goede huize komen. Het boeien van de luisteraar gedurende een tocht door een louter instrumentaal klanklandschap is een kunst die niet iedere muzikant gegeven is.

Muriël Bostdorp – En Route

Het album En Route van pianiste Muriël Bostdorp is het tweede volwaardig album dat vorig jaar verscheen. In de tussentijd verschenen nieuwe EP’s en singles als opmaat van mogelijk weer een nieuw album. Het is de hoogste tijd om aandacht te geven aan het werk dat groeit bij iedere luisterbeurt, zodat je op een gegeven moment haar stijl gaat herkennen als het album in een serie van cd’s in de cd-wisselaar voorbijkomt. Dat op zich is een verdienste die het talent siert en de luisteraar het oor doet spitsen.

De muziek van En Route is van het rustgevende soort. Voor wie de uitleg van de pianiste leest gaan de stukken ook beelden geven. Maar wie zijn eigen gedachten en fantasie de vrije loop wil laten gaan zal van deze muziek vele uren kunnen genieten. De dertien stukken, die Bostdorp zelf componeerde, geven haar emotionele ontwikkeling weer richting volwassenheid, zo vertelt ze in de release-informatie. Een weg van liefde, afscheid en verandering voert de luisteraar mee op een ontdekkingstocht over de zwarte en witte toetsen. Overigens kan de luisteraar bij deze instrumentale muziek ook zijn eigen verhaal schilderen en de gedachten de vrije loop laten gaan. Soms beleef je de muziek in één tocht door het hele album of in kleine hapjes als de schotel te veel ineens lijkt te zijn. Wie op zoek is naar een rustgevend album dat wel de fantasie prikkelt heeft aan En Route een fijne muziekbeleving in handen.

 

Marynka – Red Moon

De van oorsprong Russische Marynka woont al vele jaren in Nederland. Voluit heet deze pianiste Marynka Nicolai-Krylova: een onmogelijke naam om te onthouden. Reden genoeg voor haar om als artiestennaam alleen Marynka te nemen. Wie naar haar website gaat ontdekt dat deze dame veel meer doet dan alleen pianomuziek maken. Laten we ons hier beperken tot het voorliggende werk Red Moon. Dit album is het debuut van deze pianiste. Het album werd twee jaar geleden opgenomen tijdens de langste maansverduistering van de eeuw. Daar heeft het album de titel aan te danken. Haar pianospel werd door acht microfoons opgenomen door Attie Bouw. Bouw verdiende zijn sporen met opnames van o.a. The Scorpions, The Nits, Hans Dulfer en Racoon. Niets werd aan het toeval overgelaten. Wat opvalt is dat het pianowerk van Marynka de nodig luisteraandacht vraagt. Het is geen muziek die op de achtergrond lekker weg-kabbelt. Ondanks dat de piano in een rustgevende stemming is gestemd volgens de cover van de cd (in de 432 Hz), herbergen de tracks niet altijd rustgevende klanken. De aanwezige dissonanten en wendingen in de melodielijnen vergen de nodige inspanning van een geoefende luisteraar om het pianospel van Marynka op waarde te schatten. Het voordeel is dat als Marynka je weet te pakken, je een ontdekkingsreis door haar muziek kunt maken. Het is voer voor liefhebbers van wat moeilijker pianomuziek die het ontdekken waard is. De bloem moet als het ware uit de knop komen door goede luisterverzorging.

 

Boeken / Fictie

Filosofisch kinderboek over de kracht van verbeelding

recensie: Annelies Verbeke - Patrick

Wanneer een meisje in de zomervakantie twee kinderen ontmoet, besluit ze hun te vertellen dat er een aap bij haar woont. De kinderen twijfelen: is de aap verzonnen of bestaat hij echt? Met Patrick (2020) schrijft Annelies Verbeke een grappig verhaal met een diepere laag, waarbij ze filosofeert over de grens tussen waarheid en fantasie.

Annelies Verbeke heeft in het volwassen genre al een flinke naam opgebouwd. Met haar debuut Slaap! won ze gelijk de Vlaamse Debuutprijs en ze werd een voorvechtster van het Nederlandse korte verhaal. Patrick is Verbekes eerste kinderboek. Deze novelle voor kinderen vanaf 8 jaar wordt uitgegeven in de Maand van de Filosofie 2020.

Het verhaal begint met het meisje Katinka die in de vakantie bij haar opa logeert. Ze ontmoet al snel twee buurtkinderen, Mauro en Mira, en spreekt af om samen te gaan spelen. Katinka vertelt haar nieuwe vrienden niet dat ze na de zomer naar een nieuwe school gaat, omdat er op haar vorige school iets gebeurd is. ‘Als je iemand leert kennen, word je zelf ook een beetje nieuw’, zo redeneert ze. Het is een kans om een nieuw verhaal over zichzelf te verzinnen. Zo komt Katinka op het idee om de buurtkinderen te vertellen over een aap die bij haar woont, genaamd Patrick.

Is de aap echt?

Als Mira en Mauro de volgende dag bij haar komen spelen, vertelt Katinka over de aap. Mauro, de jongste van de twee, is dolenthousiast en kan niet wachten om de aap te zien. Mira is sceptischer, ze vermoedt gelijk dat Katinka een leugen vertelt. Maar als het moment daar is dat Katinka de aap wel moet laten zien, en doet alsof de aap is ontsnapt door haar hele kamer overhoop te halen en het raam open te zetten, begint Mira toch te twijfelen.

De drie kinderen gaan vervolgens op zoek naar Patrick. Mauro denkt dat de aap misschien in de supermarkt is. Katinka draagt Mira en Mauro op om afzonderlijk te gaan zoeken en verzint een plan. Na een tijdje zoeken in de supermarkt roept ze de anderen erbij. Mira en Mauro lopen naar haar toe en zien chaos: er is flink met wc-papier gegooid. Hun conclusie is natuurlijk dat Patrick hier is geweest. Dan komt opeens de beveiliger aangelopen en hij neemt hen mee naar achteren.

De kinderen zien op bewakingsbeelden dat Katinka de chaos zelf heeft gecreëerd, nu moet ze wel opbiechten dat Patrick verzonnen is. Een schok voor de broer en zus! Ze reageren beiden verschillend op het nieuws. Mauro huilt dagen achtereen, want hij wou zo graag dat Patrick echt was. Mira snapt wel dat Katinka de leugen vertelde om vrienden te maken, maar dat plan is helaas mislukt. De nuchtere Mira concludeert: ‘Dat is het droevige van dit verhaal: niemand heeft een nieuwe vriend. Zo is het leven’.

Verschillende reacties

Het is knap hoe Verbeke met haar schrijfstijl de belevingswereld van de kinderen tot leven weet te brengen. Ze geeft het kinderlijke enthousiasme van Mauro weer (‘hij wil hem ziiiiiien!’) en toont via dagboekfragmenten de sceptische houding van Mira. De verschillen tussen Mauro en Mira komen ook naar voren in hun reactie op de ontdekking dat Patrick verzonnen is. Mauro is er kapot van als hij de waarheid ontdekt, terwijl Mira het eigenlijk wel zag aankomen.

Het opvoeren van twee verschillende karakters biedt aanknopingspunten voor jonge lezers. Hierdoor kunnen ze voor zichzelf nagaan hoe zij zouden reageren: laten ze zich meevoeren door emotie, zoals de jonge Mauro, of zijn ze meer berekenend en rationeel, zoals de oudere Mira?

Maand van de Filosofie

Patrick is een verhaal over de kracht van verbeelding en de dunne grens tussen fictie en waarheid. Mira gelooft het verhaal in eerste instantie niet, maar doordat Katinka het zo echt doet lijken, gaat Mira toch twijfelen. Mauro gaat er niet eens vanuit dat het verhaal over Patrick een leugen kan zijn. Hierdoor nodigt het verhaal uit tot een filosofische nabespreking over de vraag hoe je kunt weten of iets waar is of verzonnen. Achterin het boek zijn vragen toegevoegd om dat gesprek met kinderen te starten. Een voorbeeld: kun je bewijzen of Patrick wel of niet echt bestaat?

Uiteindelijk is het verhaal ook een prachtige ode aan de kinderlijke verbeelding. Het is misschien niet zo netjes om te liegen, maar Mira, Mauro en Katinka hebben wel een middag lang van alles beleefd in hun tijdelijke fantasie.

Muziek / Album

Hoogwaardige indie-releases schitteren

recensie: Indie update volume 1: Moses Sumney – Grae, Eve Owen – Don't Let The Ink Dry & Hilary Woods – Birthmarks

Indie is een muziekstroming die veel verschillende muzikale uitingen kent. Het is een beetje ongrijpbaar soms en dat maakt het spannend.In deze eerste editie aandacht voor een langverwacht tweede album en twee nieuwelingen die om aandacht schreeuwen.

Moses Sumney – Grae

In 2017 debuteerde Moses Sumney met zijn geprezen album Aromanticism. Met Grae voegt Sumney meer ongrijpbare elementen toe aan zijn muziek. Zowel qua omvang als qua inhoud is Grae een krachtsinspanning van jewelste. Sumney’s muziek is niet een hokje te proppen, omdat hij een amalgaam van stijlen presenteert waardoor hij nagenoeg ongrijpbaar lijkt. Het album is een ontdekkingstocht dat je hersenen steeds laat zoeken in allerlei uithoeken om de muziek te bevatten. Het vaste element is de falset van Sumney zelf, die fraaie melodielijnen meandert en net zo vaak niet voor de hand liggen als zijn muziek. Toch voelt Grae steeds meer als een warm bad als je het album weer laat spinnen.

Niet alleen de muziek is fraai en vooral heel erg Sumney zelf, maar ook in het artwork van de cover laat deze artiest zichzelf spreken. In fraaie poses maakt Sumney lichamelijk deel uit van de natuur die gefotografeerd wordt. Sumney laat zijn naakte body spreken in de vloeiende lijnen van het beeld. Dit staat model voor de lijnen in de muziek van deze artiest, die vloeiende stijlen lijkt te omarmen en ook te verbinden. Het levert een luisterervaring op die de nodige spanning kent maar ook weet te boeien en broeien.

‘Me In 20 Years’ lijkt bij beluistering een cover te worden van een heel bekend liedje, waar ik ook bij herhaaldelijke beluistering maar niet de vinger achter lijk te krijgen. Na een paar dagen pruttelen en steeds het intro draaien duikt het op uit mijn geheugen in flarden tekst en dat brengt me bij ‘Love’s In Need Of Love To Date’ van Stevie Wonder. De regels, ritme en intonatie passen over de eerste zangregels van de twee liedjes. Maar heel erg is dat niet als je zo’n geweldig indringend album weet te maken. Grae overtuigt het talent van Sumney. Een album om in je armen te sluiten en soms even bij weg te dromen.

Eve Owen – Don’t Let The Ink Dry

De muziek van singer-songwriter Eve Owen is niet goed eenduidig te typeren als we haar vergelijken met andere dames uit de Indie en popmuziek. Bij het beluisteren horen we referenties naar boven komen van bekende artiesten als Tori Amos en Billie Eilish, maar ook de minder algemeen bekende vergelijkingen zijn er in de hoge regionen van haar stem met Eivor.

Het dozijn aan liedjes is allemaal van goede kwaliteit. De zangkwaliteiten van Owen leiden tot een fijne mengeling van de bovengenoemde dames met voldoende eigen stijl. Instrumentaal maakt Owen gebruik van diverse elektronische instrumenten en beats. Hier is de vergelijking met de jonge ster Billie Eilish zeker op zijn plek, al gaat Owen het experiment minder aan en blijft ze makkelijker in het gehoor liggen. Het is niet alleen elektronica waarmee deze dame zich bedient. De elektrische gitaargeluiden in ‘Blue Moon’ doen denken aan PJ Harvey, terwijl op de achtergrond als contrast strijkers te horen zijn.

Van het rauwere ‘Blue Moon’ gaan we met ’29 Daisy Sweetheart’ de gevoelige sferen in, terwijl Owen de hogere regionen van haar stembanden aanspreekt. Alles bij elkaar laat dit album, Don’t Let The Ink Dry, de luisteraar heen en weer slingeren tussen de referenties, terwijl de liedjes van Owen stuk voor stuk op zichzelf staan.

Hilary Woods – Birthmarks

Het album Birthmarks is tot stand gekomen in een hevige periode in haar leven rond de zwangerschap van Hilary Woods. In die periode heeft ze een behoorlijk emotionele strijd met zichzelf geleverd, wat heeft geleid tot deze muziek. Over een periode van twee jaar schreef ze de muziek en tijdens het hoogtepunt van haar zwangerschap heeft ze de opnames gemaakt.

Zowel het artwork als de sfeer van het album ademen pijn en mystiek uit. Soms is de sfeer zelfs griezelig te noemen; is het de angst voor het onbekende die een vrouw ervaart bij een eerste zwangerschap? Gedurende de ruim een half uur dat het album duurt sleept Woods ons mee in de wereld van een zwangere vrouw. Wie de achtergrond van de totstandkoming van het album niet kent, kan echter ook onbevangen luisteren naar de klanken van Birthmarks, al valt dat niet mee als je ook de titel van het album weet. De soms adembenemende reis waarin Woods je mee aan het haar meesleept in haar beleving vraagt wel de juiste stemming.

Het eerste nummer van het album, ‘Tongues of Wild Boar’, klinkt griezelig. Het daaropvolgende ‘Orange Tree’ klinkt als een verlichting, maar wie dat liedje als eerste opzet zal toch ook hier het mysterieuze karakter van de muziek voelen. Dat karakter vormt zeker de boventoon van het album. Probeer maar eens in het donker te luisteren naar ‘Through the Dark, Love’: de siddering van het intro gaat over in vioolgeluiden om vervolgens met de zang van Woods je langzaam wat rust te schenken en te ontspinnen in het mooiste moment van het album.

Birthmarks is een indringende muziekbeleving die niet gemaakt is voor tere zieltjes. Wel voor iedereen die meer wil dan alleen vermaak. En als je bereid bent je mee te laten slepen in niet alledaagse klanken van soms angst, maar vervolgens de strijkers je te laten zalven en je door de piano te laten verleiden.

 

Boeken / Fictie

Wanneer het leven een constant gevecht is

recensie: Thomas Heerma van Voss - Condities

Schrijven over poep is niet sexy. Toch is dat precies waar Condities (2020) van Thomas Heerma van Voss over gaat. Rond zijn dertigste wordt hoofdpersoon Vincent Pek gediagnosticeerd met de ziekte van Crohn en hij besluit er een boek over te schrijven.

Het zieke lichaam

Pek leidt een vrij zorgeloos bestaan, tot hij steeds meer darmklachten krijgt die zijn leven in toenemende mate beïnvloeden. Op de middelbare school weet hij zich nog redelijk staande te houden, maar als student keldert zijn gezondheid achteruit. Geen goede timing, als je eigenlijk bezig wilt zijn met uitgaan, vriendinnetjes en studentenborrels. In plaats daarvan moet hij steeds eerder naar bed en heeft hij amper energie om colleges bij te wonen.

Zweetaanvallen, slapeloze nachten, tien keer per dag naar de wc moeten, op de raarste momenten darmkrampen krijgen. Het is maar een greep uit de vele klachten die Pek bijna dagelijks ervaart. Vaak verteren zijn darmen het eten niet goed, waardoor het er soms al na tien minuten weer uitkomt. Zowel Peks eigen gevecht met de ziekte, als de vraag hoe anderen reageren als bekend is dat je een chronische ziekte hebt, staan centraal in dit boek.

In het begin, als de ziekte het leven van Pek nog niet volledig in haar greep houdt, beschouwt zijn omgeving, maar ook Pek zelf, de ziekte als iets wat nou eenmaal bij hem hoort, waar goed mee te leven valt en wat hooguit af en toe vervelend is. Gaandeweg, wanneer hij steeds meer klachten krijgt, reageert zijn omgeving steeds bezorgder. Zijn vriendin behandelt hem als een patiënt, wat steeds negatievere gevolgen heeft voor hun relatie. Zijn vrienden en zijn ouders ziet hij uiteindelijk nog maar zelden, want er moet nou eenmaal een boek geschreven worden.

Schrijven als uitlaatklep

Pek gedraagt zich zoals je van iemand zou verwachten die niet als slachtoffer gezien wil worden: doen alsof het wel goed gaat terwijl dat niet zo is, de schijn ophouden. Want niet alleen voor je omgeving, maar ook voor jezelf wordt iets pas ‘echt’ als je erover praat. En als je er al over praat, wil je niet zielig gevonden worden. Dus houdt Pek zich keer op keer groot, tot hij het niet langer kan verbergen en wel moet toegeven dat het allemaal toch niet zo lekker gaat als hij doet voorkomen. Ik denk dat veel mensen zich hierin zullen herkennen, ook als je geen chronische ziekte hebt. De gevoelens van onmacht, onzekerheid en schaamte zijn universele gevoelens die in dit boek heel geloofwaardig omschreven worden.

Als Pek besluit een boek te publiceren over zijn ziekte, merkt hij dat het schrijfproces hem op de been houdt. In zijn boek kan hij zijn ei kwijt. Alles wat sociaal ongemakkelijk is, kan hij opschrijven, zonder zich ervoor te hoeven schamen, zonder dat iemand hoeft te denken dat hij zielig is of hulp nodig heeft. Het schrijven van dit boek is waar hij voor leeft en elke dag zijn bed voor uitkomt, ook op dagen dat zijn lichaam en zijn omgeving hem in de steek laten.

Na de publicatie van het boek krijgt Pek met stevige kritiek te maken. Hij wordt uitgenodigd om over zijn boek te praten in een tv-programma, waar de volgende opmerking wordt gemaakt door de presentatrice: ‘Als je wilt voorkomen dat mensen je zo zien, had je er natuurlijk het allerbeste gewoon niet over kunnen schrijven.’ Ik denk dat dit de vinger op de zere plek legt. Over het algemeen geldt, denk ik, dat veel mensen met psychische dan wel lichamelijke problemen zich vaak beter voordoen dan ze zich daadwerkelijk voelen, om maar niet zielig gevonden te worden. Want zodra je toegeeft dat er iets met je aan de hand is, kun je het stigma ‘zielig’ of zelfs ‘aansteller’ opgelegd krijgen, waardoor je alleen nog maar met je ziekte geassocieerd wordt.

Psychische cirkels

Filmisch maar niet theatraal vertelt Heerma van Voss een aangrijpend verhaal dat je bij de lurven pakt, maar tegelijkertijd op een afstandje laat en nergens melodramatisch wordt. Zelfs als Pek een slechte fase doormaakt, blijft hij hoop houden op een medicijn dat wel werkt, en wil hij de droom koesteren dat hij ooit weer naar behoren kan functioneren. Al weet hij, en jij als lezer, dat de ziekte van Crohn chronisch is en dus nooit helemaal uit zijn leven zal verdwijnen. Toch komt zijn hoop nergens naïef over. Hoop is zijn overlevingsmechanisme, vooral op zijn slechtste dagen.

Zelfs als hij tot wanhoop gedreven zijn ouders belt om te vragen of ze voor hem kunnen zorgen, blijft hij denken aan zijn toekomst en hoe hij hier beter wil uitkomen. Niet als held, maar om het leven aan te kunnen. Vaak komt Pek dan ook wat lethargisch over: om maar niet steeds over zijn gezondheid te hoeven praten, lijkt het soms alsof hij zijn gevoelens wegstopt. Met als gevolg dat zijn toestand vaak verslechtert. Et voilà, de vicieuze cirkel is rond.

Condities dwingt je na te denken over de vraag: in hoeverre wordt een ziekte door je eigen psyche bepaald? Of verandert een lichamelijke ziekte je psychische gezondheid zodanig, dat beide aspecten invloed op elkaar hebben? Zo zegt de uitgever van het boek waar Pek aan werkt: ‘Je blijft een controlfreak, Vincent’. Goedbedoeld, amicaal, maar voor Pek voelt het als een steek in de rug. Want misschien is datgene wel wat zijn klachten verklaart en versterkt: zijn behoefte om zijn leven te controleren.

Ik denk dat Condities een lans breekt voor niet alleen dit soort ziektes waarover zowel in de medische wereld als bij het publiek nog weinig bekend is, maar ook voor het openbreken van het taboe om te praten over je psychische gesteldheid. Open over je gevoelens praten en toegeven dat je niet lekker in je vel zit, is een thema waar veel mensen mee worstelen. Zeker in een tijd waarin iedereen het perfecte leven nastreeft, zijn dit soort boeken belangrijk om je weer even met je neus op de feiten te laten drukken en blij te zijn met een lijf dat functioneert zoals het zou moeten. Condities slaagt hier wat mij betreft wonderwel in.

Boeken / Non-fictie

Verademing in een onrechtvaardige maatschappij

recensie: Rebecca Solnit - Wiens verhaal is dit

Rebecca Solnit is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een urgente stem binnen hedendaags feminisme en activisme. In haar nieuwste essaybundel Wiens verhaal is dit? geeft ze op haar beurt een stem aan hen die gemarginaliseerd worden in onze samenleving.

Op het moment van schrijven voltrekt zich in de Verenigde Staten en daarbuiten een massaopstand. De gewelddadige dood van George Floyd door politiegeweld doet mensen massaal de straat op komen. Floyds dood is helaas geen incident, maar past binnen het geïnstitutionaliseerde racisme van autoriteiten. Het is deze barre werkelijkheid waarover Solnit onder andere schrijft in deze en eerdere bundels. Hoewel haar essays vooral over de Verenigde Staten handelen, zijn veel van haar onderwerpen (helaas) universeel. Ze schuwt de harde realiteit niet en legt hardnekkige structuren van racisme en vrouwenhaat bloot.

Dominante narratieven

In de Nederlandse boektitel is een bewuste keuze gemaakt: het neutrale whose wordt vertaald als wiens (en niet het vrouwelijke wier). Hiermee is direct de toon gezet, Solnit bespreekt in haar essaybundel namelijk talloze voorbeelden van tragische verhalen die vrouwen opgelegd zijn. Direct geweld, zoals aanranding en seksueel misbruik, maar ook indirect geweld door uiterst bedenkelijke wetgevingen. Wat te denken van staten waar verkrachters ouderlijk gezag behouden over door hun verwekte kinderen?

De Amerikaanse schrijver toont dat er nog een lange weg te gaan is. De MeToo-beweging heeft veel losgemaakt en een ongezien bewustzijn gecreëerd, maar raakt nog niet genoeg aan de patriarchale machtsverhoudingen. Nog altijd wordt veel vrouwen het zwijgen opgelegd na een traumatische ervaring als een verkrachting. Zelfs wanneer ze wel gehoord worden, lopen ze de kans dat hun kant van het verhaal even zwaar gewogen wordt als die van de dader. Ze hebben zich dan zogezegd in grijs gebied begeven, waarbij de waarheid wel ergens in het midden zal liggen.

Trefzekerheid

Bronvermelding is er voor Solnit nauwelijks bij. Hoewel ze uit talloze artikelen en nieuwsberichten put, verwijst ze haast nooit direct naar haar bronnen. Misschien omwille van de leesbaarheid en esthetiek, of omdat veel van haar lezers al bekend zijn met de specifieke gevallen die ze behandelt. De meest waarschijnlijke reden is dat het niet nodig is: we wéten dat geweld tegen vrouwen en zwarten aan de orde van de dag is.

Solnit wordt er nog wel eens van beschuldigd een te eenzijdig beeld te schetsen. Concrete bronverwijzingen zouden een uitkomst zijn om haar argumenten kracht bij te zetten. Het getuigt echter van moed en zekerheid dat niet te doen. Het is aan Solnits critici om te verklaren wat misogyne en racistische structuren überhaupt nog in onze samenleving doen. Activisme draait om overtuiging en idealen; bewijsmateriaal is illustratief maar niet leidend.

Muziek / Reportage
special: EERST NAPELS ZIEN …

Online Festival Oude Muziek Utrecht (I)

Dit jaar geen Festival Oude Muziek in Utrecht (FOMU), maar vanaf juni stelt het Festival een jaar lang gratis concertopnamen online beschikbaar. Op deze manier is het mogelijk om festivalmomenten uit vorig jaar opnieuw te beleven of gemiste concerten alsnog te bekijken. Dat is leuk, maar, is dan de vraag: als je niet zo thuis bent in de oude muziek, waar moet je dan beginnen? We geven wat tips.

Het festival zelf geeft ook altijd al wel wat rode lijnen aan. Verleden jaar, toen de muziek in Napels centraal stond, waren dat bijvoorbeeld ‘Napels klavierstad’ en ‘De viool in Napels’. We beginnen met ‘Napels klavierstad’. Op een manier zoals we dat van grote websites kennen: Houdt u van ….., luister dan ook eens naar …. Volgende maand volgt dan het tweede thema.

Een opmerking vooraf, die de musicoloog Guido Olivieri maakte in het dikke Festivalboek. Hij verwijst naar de pestepidemie die Napels in 1656 trof, ‘de stadsbevolking halveerde en bijna een hele generatie musici uitroeide’. Het gevolg was volgens hem wél, ‘dat dit ook de weg voor vernieuwing opende.’ In dat kader noemt hij de naam van Alessandro Scarlatti.

Napels klavierstad

Scarlatti is een familienaam die onder het grote publiek bekend is. We nemen vooral de muziek van Alessandro’s oudste zoon, Domenico (1685-1757), als uitgangspunt. Wat op z’n zachtst gezegd grappig is, omdat hij lange tijd in de schaduw van zijn vader stond en pas toen hij nota bene Napels had verlaten zijn eigen stijl vond. Dat was in Spanje, waar in 1738 zijn eerste bundel met korte klaviersonates verscheen. Uiteindelijk schreef hij er maar liefst vijfhonderd. Het zijn heerlijke stukken, om te spelen én om naar te luisteren, en de invloed ervan bleef dan ook niet uit.

Pier Domenico Paradisi

Dan zijn we waar we wezen willen: bij het eerste concert dat FOMU onder de noemer ‘Napels klavierstad’ beschikbaar stelt, met werken van Pier Domenico Paradisi (1707-1791), opgenomen op 24 augustus 2019 in de Lutherse kerk in Utrecht. Net als zijn naamgenoot leefde Paradisi zich uit in technische hoogstandjes, zoals gekruiste handen, grote sprongen van links naar rechts, wat ook nog eens leuk is om naar te kijken, zeker als het van bovenaf of dichtbij is gefilmd. Kortom: houdt u van Domenico Scarlatti, luister dan ook eens naar muziek van deze Paradisi, gespeeld door de Napolitaanse klavecinist Enrico Baiano, gespecialiseerd in Scarlatti maar dus ook niet vies van deze muziek. Tussen twee haakjes: houdt u trouwens van de galante, maar ook grillige muziek van Bachzoon Carl Ph. Emanuel, probeer het dan óók eens. U wordt vast niet teleurgesteld!

Giovanni Maria Trabaci

De tweede naam die voorbij komt, is die van Giovanni Maria Trabaci (ca. 1575-1647). Een componist die zich in zijn geestelijke muziek keurig aan de regels hield, maar in zijn klaviermuziek helemaal uit zijn bol ging. Ook hier wordt het de speler niet makkelijk gemaakt. Die speler is in dit geval klavecinist Marco Mencoboni, op een eenklaviers instrument van Nederlandse makelij, een dag later door ConcertMedia gefilmd, op 25 augustus 2019, in dezelfde Lutherse kerk in Utrecht.

Hij vergelijkt in het programmaboek de muziek van Trabaci met die van de bekendere componist (en moordenaar) Carlo Gesualdo da Venos, maar ook met de barokke schilderkunst van Caravaggio (1571-1610). Dat zou wel eens kunnen komen door een begrip als afschuw (terribilità), dat het Rijksmuseum gebruikt in verband met de overigens niet in Napels maar Rome werkzaam geweest zijnde Caravaggio, van wie ze momenteel werk tentoonstelt; ook Trabaci was niet uit op perfectie, maar vooral op het weergeven van emoties. En dat kan soms best schuren. Dus: houdt u van Gesualdo of Caravaggio, luister dan eens naar Trabaci. Hun kunst is soms te waar om mooi te zijn.

 

Online Festival Oude Muziek Utrecht 2019 – Napoli, de vergeten hoofdstad van de muziek

Elke maand (t/m september 2020) komen nieuwe concerten beschikbaar

Kunst / Expo binnenland

Kunst als bezinning op de toekomst

recensie: Poems For Earthlings van Stichting Oude Kerk en The World After van Mister Motley

Van 1 juni tot en met 16 augustus is ze weer te bekijken: de installatie Poems for Earthlings van Adrián Villar Rojas in de Amsterdamse Oude Kerk op de Wallen. Er zijn primair houten schotten en zandzakken te zien. De houten schotten herinneren onder meer aan de loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog en de zandzakken aan de Tweede Wereldoorlog, die schatten in kerken, zoals de kathedraal van Reims, beschermden tegen oorlogsgeweld. De bezoeker wordt omringd door een soundscape met geluiden van mensen en geluiden uit de natuur.

Poems for Earthlings is een tentoonstelling die bij het publiek vragen en kritiek oproept (de kerkvloer zou worden beschadigd door de zandzakken) en die tijdens de coronacrisis niets aan actualiteit heeft ingeboet. Daarom heeft de Stichting Oude Kerk in samenwerking met het online tijdschrift Mister Motley kunstenaars uitgenodigd te reageren op deze vragen en een toekomstvisie te verbeelden. De reacties, onder de titel The World After, worden in de vorm van video, (gesproken) tekst of afbeeldingen geplaatst op de website van zowel de Oude Kerk als Mister Motley.

Poems for Earthling wil de boze buitenwereld, waar uitbuiting en geweld is, buitensluiten. Maar die valt niet altijd buiten te sluiten. Denk maar aan de COVID-19-pandemie die ons persoonlijke leven binnendringt en de gevolgen daarvan: een economische recessie en eventueel politieke veranderingen. The World After wil deze donkere vooruitzichten verbeelden, naast toekomstvisioenen die hoopvoller zijn gestemd.

Marc Mulders en Hans van Houwelingen

Hoe verschillend de uitwerkingen van The World After ook zijn, soms raken ze elkaar. Neem bijvoorbeeld de fotocombinaties van schilder en fotograaf Marc Mulders, waarin iemand met een gezichtsmasker naast een glas-in-loodraam is afgebeeld, en daarnaast het filmpje Are we still able to bow for what transcends us? van beeldend kunstenaar Hans van Houwelingen. In het filmpje zijn pakken te zien die de Spoetnikbemanning in 1957 droeg met daarnaast de beademingsuitrusting van een coronapatiënt. Thema’s als ‘transcendentie’, licht en donker (‘darkness of space’) komen zowel bij Van Houwelingen als bij Mulders terug.
Het verschil zit hem in de interventies die beiden zoeken: Mulders tussen kunst en geloof, Van Houwelingen tussen kunst en politiek. Mulders is positief en wil tegenover de donkere installatie van Villar Rojas het licht laten zegenvieren via een glas-in-loodraam. Voor hem valt dat samen met God. Van Houwelingen vertelt een absurdistisch verhaal waarin het de vraag is of wij voor de aarde buigen of de aarde voor ons.

Smári Róbertsson en Ruchama Noorda

Ook de bijdragen van Smári Róbertsson en Ruchama Noorda raken elkaar. Allebei lieten ze zich, direct of indirect, inspireren door elementen in de Oude Kerk. Róbertsson door de klok boven de middentoren van het orgel. In een video zien we een alledaagse klok die maar blijft ronddraaien, of liever, die de kunstenaar alsmaar laat draaien. De boodschap is duidelijk: de wereld is dolgedraaid en wat er gebeurt valt moeilijk af te remmen, omdat er zoveel tegenstrijdige belangen zijn.
Noorda reist vanaf een bank, variërend van de divan van Freud tot een klassieker als die van Mart Visser, door het heelal en doet al reizend aan zelfhealing. De grot waarin ze soms zit, beschermt haar als een cocon, net als de zandzakken en schotten in Poems for Earthlings. Ze zoekt haar heil in een innerlijk landschap, open voor verschillende invloeden, zoals spiritualiteit en natuur.

PolakVanBekkum

In een video van kunstenaarsduo PolakVanBekkum zien we de schaduw van een fietser die langs een landschap fietst. Het landschap glijdt voorbij als een oud-Hollands schilderij. Het is een techniek die we uit ander werk van ze kennen en die steeds weer fascineert. En ook vragen oproept: hoe komt dat landschap, hoe komt de natuur bij die fietser binnen? De schaduw fietst langs een bos waar een storm doorheen lijkt te zijn gegaan, en daarna langs een stuk mooi groen gras. De schaduw stemt hoopvol: de mens heeft een schaduw, er zijn medemensen. Hij is niet alleen.

The World After is een inventieve invulling van de Oude Kerk – een relatief jong museum waar overigens ’s zondags nog de eredienst wordt gevierd – in samenwerking met een gerenommeerde kunstsite. In de komende weken worden er steeds nieuwe bijdragen toegevoegd, onder anderen van Melanie Bonajo en David Helbich.

Zowel Poems for Earthlings als The World After maken in samenhang indruk. Je kunt er een weg doorheen zoeken. Tussen de schotten en zandzakken in een spaarzaam verlichte kerk, en tussen de verschillende kunstwerken op de websites van de Oude Kerk en Mister Motley. Beide tentoonstellingen nodigen uit tot interactie, zodat je uiteindelijk als bezoeker zelf probeert om de vragen die de kunstwerken stellen te beantwoorden.

Boeken / Fictie

Liefdesgeschiedenis in semifictief jasje

recensie: Geert Kimpen – Het meisje dat aan de oever verscheen

De Vlaming Geert Kimpen debuteerde in 2006 met De Kabbalist. Het boek verkocht honderdduizend exemplaren en werd in vijftien landen uitgegeven. Met Het meisje dat aan de oever verscheen maakt Kimpen zijn eerste kwartet aan boeken vol. Opnieuw is de liefde het centrale thema van het boek.

Voor velen in Nederland zal Geert Kimpen nog niet meteen een belletje doen rinkelen. Voor wie van zware literatuur houdt of van diepgravende verhalen, lijkt Kimpen geen aanrader. Maar wie verder zoekt naar achtergronden weet dat schijn bedriegt. Voor de lezer die openstaat voor Indiase wijsheden en wil leren over meditatie en mindfulness, heeft Kimpen een fijn verpakt verhaal.

Gelauwerde schrijver

Geert Kimpen heeft zijn sporen verdiend als schrijver voor toneel, cabaret en televisie. Hij werd voor dat werk bekroond met de prestigieuze Prins Bernardprijs. Het op feiten gebaseerde debuut van Kimpen, vermengd met de verhalende stijl over de liefde, heeft hem veel aandacht en fans opgeleverd. Zijn tweede boek verscheen in 2008: De Geheime Newton, opnieuw op ware verhalen gebaseerd. Ook met Rachel, of mysterie der liefde begaf Kimpen zich op het terrein van semifictie.

Zijn fans bleven hem roemen, maar na dit derde boek, dat in 2011 verscheen, werd het stil. Door eigen liefdesverdriet, veroorzaakt door een scheiding, lukte het Kimpen niet een nieuw verhaal te schrijven. Acht jaar later verbreekt hij de stilte met een boek dat ons meevoert naar India en de wereld van de Dalai Lama met zijn geheime tantratempel, die model stond voor een deel van het verhaal van Het meisje dat aan de oever verscheen. Met name de verzameling kleurrijke tantraschilderingen leverde Kimpen de inspiratie. Hij reisde zelf naar de geheime tempel, die sinds midden jaren tachtig te bezichtigen is.

Een sappige levensles

Het verhaal van Het meisje dat aan de oever verscheen heeft als rode draad de volwassen wordende Kama. Kama, de visserszoon die geen visser zal worden, heeft op zoek naar zijn lotsbestemming een reis te gaan langs geluk en ongeluk in het leven. Ook de zoektocht naar zijn werkzame leven is een beleving. Kama verlaat zijn geboortegrond en reist naar de Tempel van het Oosten. Onderweg beleeft hij avonturen, ontmoet al vroeg een meisje aan wie hij blijft denken maar trekt toch verder, aangetrokken door de tempel. Hij leert verhalen vertellen, trouwt en sticht een gezin om vervolgens weer te scheiden en op zoek te gaan naar zijn werkelijke geluk.

Het levens- en liefdesverhaal sleept de lezer mee naar alle toppen en dalen van het leven. De liefde staat centraal net als in de andere boeken van Kimpen. In dit boek geeft de schrijver Indiase liefdeslessen over de grootste vervoeringen, die de liefde kan schenken als de liefdespartners de kennis en kunde eenmaal geleerd hebben. De taal van de schrijver is helder maar laat ook voldoende ruimte voor de fantasie in een romantische schrijfstijl.

De kronkelpaden van het leven van Kama kennen parallellen met menig levenspad en misschien ook wel van die van de schrijver zelf. Het verhaal heeft parallellen met het leven van Kimpen, bevat elementen van de Dailai Lama maar het verhaal is geromantiseerd en doorspekt van fantasie. De taal van Kimpen is niet hoogdravend maar vooral geschreven voor het vermaak van de lezer. De spanning van de wendingen in het verhaal nodigen de lezer uit om te blijven lezen en pagina’s te verslinden.

Wie houdt van vele uren prettig lezen en een sappig liefdesverhaal zonder platte seksualiteit kan waarderen, gestoken in een spannend semifictief verhaal, zal aan dit boek veel plezier beleven.