Muziek / Album

Imperfectie maakt perfect

recensie: The Gods We Can Touch - AURORA

Drie jaar na het laatste album kunnen liefhebbers van de Noorse singer-songwriter AURORA, genieten van haar nieuwste conceptalbum The Gods We Can Touch. Met krachtige synth- en electropopdeuntjes, schetst AURORA een beeld van perfectie in imperfectie en reflecteert op de complexiteit van het leven en religie.

The Gods We Can Touch heeft zijn titel te danken aan de Griekse mythologie. De Griekse goden waren namelijk niet perfect of onaantastbaar. Door hun menselijke gebreken, is het makkelijk om jezelf te herkennen in deze machtige figuren. Ze zijn perfect op hun eigen imperfecte manier. In vijftien nummers gaat AURORA in op tal van imperfecties binnen de samenleving.

Wie is AURORA?

De 25-jarige Aurora Aksnes, beter bekend als AURORA, is een Noorse singer-songwriter en producer. Ze is o.a. bekend van haar nummer ‘Runaway’ en ‘Into th Unknown’ van de Frozen 2 soundtrack. Haar muziek bestaat vooral uit Nordic-folk, synth-pop en electropop. AURORA haalt veel inspiratie uit de Noorse natuur en folklore. Dit is goed te merken aan haar derde studioalbum The Gods We Can Touch, dat uitkwam op 21 januari 2022. Tijdens het schrijven verbleef ze een maand in kasteel Baroniet Rosendal in Noorwegen. Dit kleine kasteel wordt omgeven door enorme bergen en veel natuur. Volgens de zangeres zelf, voelde het als een magisch toevluchtsoord. Niet zo gek dus, dat het album zo etherisch voelt in de productie.  

Op het eerste gehoor

The Gods We Can Touch is een album boordevol commentaar op de samenleving en complexiteit van religie. AURORA opent het album met ‘The Forbidden Fruits Of Eden’. Dit introductienummer doet denken aan harmonieus engelengezang.
Het volgende nummer, ‘Everything Matters’, is een langzamer nummer met een akoestische gitaar die later aangevuld wordt met piano. Teksten als ‘I’m watching a storm turn into form’ en ‘we are an atom and a star’ zijn een knipoog naar de Griekse god Atlas. Hij moet als straf voor eeuwig het hemelgewelf op zijn schouders tillen. ‘Everything Matters’ draait om het waarderen van de kleine dingen in het leven, voordat ze voorbij zijn. De twist komt bij de outro, die in het Frans gezongen wordt door Pomme. Ze maakt zich hard voor een veiligere (muziek)industrie voor vrouwen en behandeld vaak gevoelige onderwerpen in haar muziek. In 2021 won ze de prijs voor beste vrouwelijke artiest tijdens de ‘Victoires de la musique’ awards in Parijs.

Liefhebbers van rustige nummers zullen blij worden van ‘Exist For Love’, ‘Exhale Inhale’, ‘Artemis’ en ‘This Could Be A Dream’. Wie graag naar snellere nummers luistert en wil kunnen dansen, hoeft niet lang te wachten. De rust uit ‘Everything Matters’ wordt gelijk verbroken in ‘Giving In To The Love’. Het nummer voelt als een adrenalinekick. Dit komt door de krachtige drums en catchy beat. Het is een last minute demo die nooit volledig is afgemixt. Dit “ongepolijste” geluid maakt het nummer af. Het leven is nou eenmaal imperfect. ‘I want to live my life, be all of its pages and underline that I am not an angel’. Voor wie ‘Giving In To The Love’ een favoriet was, zullen ‘Cure For Me’, ‘The Innocent’ en ‘A Temporary High’ ook niet tegenvallen.

Statements met verrassende toon

‘Cure For Me’ is een sterk voorbeeld van AURORA’s commentaar op religie. Door middel van de funky synthbeats, zou je bijna denken dat je in een club staat te dansen. AURORA weet daarmee goed te verbloemen, dat de tekst helemaal niet zo vrolijk is. Het nummer is geïnspireerd op de Griekse godin van de geneesmiddelen, Panacea. Haar naam is afgeleid van ‘panacee’ – een denkbeeldig geneesmiddel voor alle kwalen. Toch wijkt de zangeres een hele andere kant uit met de tekst. Ze zingt over het losbreken van diverse verwachtingen. Het nummer is voor iedereen die ooit gehoord heeft dat ze verkeerd geboren zijn en “genezen” moeten worden. De tekst ‘No, I don’t need a cure for me’ is een statement tegen homohaat en conversietherapie.

Een ander voorbeeld is ‘Heathens’. Gebaseerd op Persephone, de godin van de onderwereld en de lente. Het is een mooie illustratie van iedereens donkere kant.  AURORA beaamt dit met de tekst: ‘That is why we live like heathens. Stealing from the trees of Eden’Eva nam een hap uit de appel, waardoor ze het paradijs moesten verlaten. Het is een onverschrokken ode aan vrouwen die gestraft en verbrand zijn.

De cirkel is rond

Het album sluit af met ‘A Little Place Called The Moon’. Als je de eerste track ‘The Forbidden Fruits Of Eden’ naast dit laatste nummer legt, sluiten ze perfect op elkaar aan. Opnieuw creëert dit nummer de illusie van harmonie en engelengezang. Het is een goede afsluiter om de cirkel van track 1 tot en met 15 rond te krijgen.

 

Boeken / Non-fictie

Naar de diepten van het hart

recensie: Michael Ignatieff - Troost: Als licht in donkere tijden

Essayist, romanschrijver en oud-politicus Michael Ignatieff behandelt op een persoonlijke manier de vraag waarom mensen troost zoeken en vinden in kunst, filosofie, religie en politiek. Het werd een zowel uniek als universeel verhaal.

Ignatieff geeft een eenvoudige definitie voor wat hij onder ‘troost’ verstaat: ‘Vasthouden aan de liefde voor het leven zoals het is, in het hier en nu.’ Hij richt zijn blik op overlevers uit de Europese traditie die ons kunnen inspireren. Bijvoorbeeld de Bijbelse Job en Paulus, maar ook de filosofen Boëthius en Montaigne, de schrijvers Dante en Camus en de componist Gustav Mahler. Allemaal mannen (enkele vrouwen zijn ondergebracht in één hoofdstuk) die zich openhartig en herkenbaar uitten. Paulus’ ontwikkelde een taal van vertroosting die de eerste en krachtigste taal van gelijkheid was, de taal die – meestal niet erkend – de basis is van alle seculiere, revolutionaire, socialistische, humanistische en liberale talen van gelijkheid’. Dat deze wel degelijk wordt (h)erkend, blijkt uit enkele boeken van filosofen als Badiou, Agamben en Žižek.

Marcus Aurelius is ‘ongeëvenaard openhartig (…) over eenzaamheid, ontmoediging, angst en verlies, precies de zaken die maken dat we behoefte hebben aan troost. Want het biedt troost om te weten dat zelfs een keizer, alleen met zijn gedachten, de avond niet door kon komen. Dat is iets wat we met hem kunnen delen’.

Troost als wederkerigheid

Montaigne ondernam in het derde deel van zijn Essais ‘expedities naar de diepten van zijn hart’. Sterker nog: hij vestigde zijn aandacht geheel op het leven van alledag en de mensen om hem heen, schrijft Ignatieff. Ook de filosoof Hume zocht troost en afleiding in menselijk gezelschap, zelfs toen hij wist dat de dood nabij was.

Soms is het thema ‘troost’ wat minder duidelijk en lijkt de keuze meer ingegeven door Ignatieffs bekendheid met politieke figuren als markies De Condorcet, Karl Marx en Lincoln en richt Ignatieff zich daarbij slechts op een element van troost: hoop. Of misschien eerder: het op aarde gerechtigheid bewerkstelligen. Iets waar de socioloog Max Weber het weer helemaal niet mee eens was. Hij waarschuwde ervoor dat mensen ‘een verlangen naar verlossing maar moesten laten varen’. Weber kon zichzelf in zijn latere leven niet laten getroosten door hetzij het geloof of andere (seculiere) vormen van zingeving. Wellicht kun je zeggen dat iemand zoals hij daardoor een ander ook niet echt kon troosten.

Troost in de kleine dingen des levens

Een voorbeeld van iemand die beide kon is Gustav Mahler. Hij kon zich zowel laten troosten door muziek én door anderen. Bovendien kon hij zowel uitvoerende musici als luisteraars troosten met zijn composities. Hij had in zijn jeugd acht broertjes en zusjes verloren en later een dochtertje, Marie. De dood van Marie zette hem aan tot het voltooien van zijn Kindertotenlieder.

Dat troost niet per se woorden of klanken behoeft, beschrijft Ignatieff treffend in het hoofdstuk over Camus’ La peste, dat in coronatijd veelvuldig werd gelezen:

‘Van zijn eigen moeder in Algiers, een arme, analfabete weduwe, al vanaf haar geboorte half doof, die de kost verdiende als naaister en werkster, had Camus geleerd dat de meest helende troost woordeloos kon zijn. Sterker nog, er waren ogenblikken waarin woorden te veel waren. Je moest gewoon naast het bed zitten en iemands hand vasthouden, water geven, schone kleren aantrekken, verschonen en proberen het lijden te verlichten. Dat was de enige troost die ertoe deed’.

Het zijn dergelijke citaten die de lezer raken en het begrip ‘troost’ inzichtelijk maken. Over de hele linie worden verschillende manieren van troost beschreven: de Stoïcijnse, joodse, christelijke troost en die van de vooruitgang. Het idee voor Ignatieffs boek ontstond tijdens het tweedaagse 150 Psalms gedurende het Festival Oude Muziek 2017 in Utrecht, waar de auteur een lezing hield. Hij ervaarde hier dat muziek mensen kan troosten. Maar het lijken toch vooral medemensen en de kleine dingen des levens te zijn die troost kunnen bieden. Voor veel lezers ‘in donkere tijden’ waarschijnlijk o zo herkenbaar.

© Foppe Schut

Uitvoering van een psalm door het Nederlands Kamerkoor © Foppe Schut

Theater / Voorstelling

Een spoedcursus existentialisme

recensie: Het Zuidelijk Toneel - Sartre & de Beauvoir
Sartre & de BeauvoirKoen Broos

Een sober decor bestaande uit een rond tafeltje en twee rieten stoelen: meer heeft Stefaan van Brabandt niet nodig om de levensloop van het beroemdste filosofenkoppel uit de twintigste eeuw te verbeelden. Frank Focketyn en Sien Eggers kruipen in de huid van Jean-Paul Sartre, de grondlegger van het existentialisme, en zijn levensgezel, filosofe en schrijfster Simone de Beauvoir. In een setting die doet denken aan een typisch Parijs terras blikken de twee terug op hun leven – en wat voor één.

Het had weinig gescheeld of Sartre en de Beauvoir hadden elkaar nooit ontmoet. Het oorspronkelijke plan van de Beauvoir’s ouders – haar uithuwelijken door middel van een riante bruidsschat – viel in het water door het plotse faillissement van haar vader, waardoor ze noodgedwongen moest gaan studeren aan dezelfde school als Sartre. Die laatste was (klein, dik en met een pokdalig gezicht) niet bepaald een adonis te noemen. Van liefde op het eerste gezicht was dan ook geen sprake – de Beauvoir stuurde haar kat (in de vorm van haar zus Poupette) naar hun eerste afspraakje. Maar Sartre was volhardend en wist de Beauvoir toch te veroveren – en de twee bleven hun leven lang bij elkaar. Samen zetten ze zich af tegen de normen van de bourgeoisie en sloten een filosofische liefdespact: geen monogamie, geen jaloezie en complete openheid.

Pingpongen met sneren

Van Brabandt zou bijna twee jaar aan dit stuk gewerkt hebben, en dat is te merken. De toeschouwer wordt ruim anderhalf uur ondergedompeld in een van de populairste filosofische stromingen uit de twintigste eeuw: een spoedcursus existentialisme, zo u wil. Toch voelt de tekst nooit stoffig of wollig aan en worden zelfs complexe begrippen uit Sartres theorieën behapbaar. Dat is vooral te danken aan de vlotte dialoogvorm, die Eggers en Focketyn zich schijnbaar moeiteloos eigen hebben gemaakt. Soms kabbelt het gesprek rustig voort, soms wordt er gepingpongd met sneren, maar altijd spat de liefde ervan af. Je zou als toeschouwer bijna vergeten dat je niet écht met Sartre en de Beauvoir op café zit.

Verantwoorde ontspanning

De Beauvoir maakte ooit een lijst van soorten mensen die ze het leukst vond, en de mens die zichzelf serieus neemt stond helemaal onderaan. Jezelf niet te serieus nemen loopt dan ook als een rode draad door het stuk, waarin humor en het occasioneel verbreken van de vierde muur niet geschuwd wordt. Wie had er dan ook beter gecast kunnen worden dan Sien Eggers en Frank Focketyn – twee topacteurs die, ondanks dat ze zichzelf ook niet altijd serieus lijken te nemen, toch een meeslepend en soms zelfs ontroerend spel hebben neergezet? ‘We hebben van ons leven een goed verhaal gemaakt,’ zei Sartre op zijn sterfbed tegen de Beauvoir. En dat is precies wat Van Brabandt ook gedaan heeft, een goed verhaal gemaakt waarin biografie en dramatisering door elkaar heen lopen. Een aanrader voor een portie verantwoorde ontspanning op de zondagmiddag.

Boeken / Fictie

Een reis naar binnen

recensie: Astrid Roemer – Over de gekte van een vrouw

Wat is er in deze tijden van Black Lives Matter en de schandalen die BOOS aan het licht bracht relevanter dan een roman over een Surinaamse vrouw die in een door mannen gedomineerde wereld haar moeizame weg vindt? Gelukkig is dat boek allang geschreven. Onze recensent snorde Over de gekte van een vrouw (1982) op uit haar boekenkast en herlas hem. Is het boek nog steeds relevant in 2022?

Met Over de gekte van een vrouw zorgde Astrid Roemer (Paramaribo, 1947) voor een compleet eigen geluid in de Nederlands-Caribische literatuur en veroverde daarmee een Europees lezerspubliek. Deze indrukwekkende roman over het vrouw-zijn in de jaren tachtig zorgt ervoor dat de koloniale geschiedenis van Suriname voelbaar wordt. De achttienjarige Noenka wordt, wanneer zij als lerares het nest verlaat, in een samenleving gezogen die vibreert van identiteiten, botsende levensovertuigingen, agressie en persoonlijke belangen. Zij worstelt met het vinden van een eigen identiteit en seksualiteit. Die zoektocht naar de betekenis van het vrouw zijn en het zwart zijn, is het belangrijkste onderwerp van Over de gekte van een vrouw, de tweede roman van Roemer. De Surinaamse auteur debuteerde in 1970 onder het pseudoniem Zamani met de dichtbundel Sasa en ontving in 2016 de P.C. Hooftprijs voor haar gehele oeuvre. Als kers op de taart won Roemer vorig jaar de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren.

Ik ben Noenka, wat betekent: Niet Weer. Geboren uit twee tegenstellingen, een vrouw en een man die zelfs mijn dromen opentrekken. Ik ben vrouw, ook al weet ik niet waar het begint en waar het vrouw-zijn ophoudt, en in de ogen van anderen ben ik zwart en iedere keer wacht ik af wat dat betekent.

 

Transformatie

Hoewel het verhaal eerst even op gang moet komen trekt het je daarna al snel mee naar het postkoloniale tijdperk. Dit is een periode waarin er geen ruimte is voor avontuurlijke rebelse vrouwen die de wereld willen ontdekken en zeker niet willen blijven hangen in een gewelddadig huwelijk. Toch weet Noenka zich al na negen dagen te bevrijden uit de wurggreep van haar man en slaat ze op de vlucht. Een drastische keuze die haar leven compleet verandert. Noenka rolt van de ene in de andere relatie, maar allemaal kunnen ze haar niet bieden wat ze zoekt. Tot ze later iemand tegenkomt die haar leert om haar vrouwelijkheid te omarmen. ‘Zacht als een open orchidee’.

 

Toen kwam Gabrielle. Ze bevrijdde mij uit de greep van mijn vaders geslacht zoals mijn moeder dat gedaan zou hebben, reddeloos en beslist. Ze droeg mijn koffer de hele weg die wij te voet aflegden naar het treinstation. Het scherpe zand vulde onze schoenen en bemoeilijkte het lopen. Ze sprak niet. Soms bleef ze staan om het zweet van haar gezicht te vegen, haar schoenen leeg te schudden, de koffer in de andere hand te vatten of om te zuchten: mijn Gabrielle, strijdbaar maar zonder wraak op haar lippen.

 

Bijbelse symbolen

De roman staat bol van de symboliek en is daarmee uitermate geschikt voor de meer ervaren lezer. Het is beeldenrijk en complex geschreven, vol Bijbelse verwijzingen en Creoolse allegorieën. Met name in het begin en aan het einde laat de auteur veel open. De lezer moet zelf het verhaal reconstrueren aan de hand van flarden informatie van een verwarde Noenka.

 

In mijn hoofd schreeuwde mijn stem:
Hoe kun je mij slaan, zwarte man? Hoe kun je mij zo diep kwetsen? Weet je niet dat daar mijn pijnlijke wond is, zwarte man, deel van het gezwel dat generaties oud is. Hoe kun je een erectie krijgen terwijl je mij slaat, zwarte man. Hoe kun je pijn met pijn vergelden. Ik wil dat je zacht voor me bent, zwarte man, een heelmeester voor dat oude gezwel. Ik heb niets te maken met die afgrijselijke poel, zwarte man, waarin deze wittemannenwereld jou wil doen verdrinken. Ik ben een mee-lijdende zuster, zwarte man.

De thrillerachtige sfeer, gecombineerd met de poëtische beschrijving van een vrouwelijke binnenwereld maakt van Over de gekte van een vrouw een heel bijzonder boek. Maar belangrijker nog: het laat de lezer kennismaken met Suriname op een manier die in Nederland onbekend is. Juist nu in deze tijd is het belangrijk om stil te staan bij onze eigen privileges. Al met al een boek dat zeer de moeite waard is en je aan het denken zet.

 

Film / Serie

Ben je een rechtvaardige of zondaar?

recensie: Hellbound

Stel je eens voor dat er plots een gigantisch zwevend hoofd voor je verschijnt met de voorspelling dat je maar een bepaalde hoeveelheid tijd over hebt voordat je een eeuwigheid in hel moet rotten? Het overkomt de personages in de Zuid-Koreaanse Netflix serie Hellbound. De moeite van het kijken waard? Onze kersverse recensent Deborah Nergui zocht het voor je uit.

Hellbound is een nieuwe Netflixserie die geregisseerd is door Yeon Sang-Ho, de maker van onder meer Train to Busan (2016) en Psychokinesis (2018). We worden geconfronteerd met een absurd hoofd dat datum en tijdstip aankondigt van wanneer een persoon door een drietal monsters afgemaakt wordt om daarna een eeuwigheid in hel te lijden. De angst onder de Zuid-Koreaanse samenleving groeit. De New Truth Society is een opkomende cult onder leiding van Jeong Jin-Soo (Yoo Ah-In). De cult gebruikt de groeiende angst onder de mensen om hun eigen ‘religieus schrift’ te promoten als de enige leefwijze om niet naar hel gestuurd te worden. Ze maken de angst daarnaast nog groter door mensen die naar de hel zijn gestuurd bekend te maken aan het publiek. Ze worden afgebeeld als criminelen en zondaars.

Diepe vraagstukken

Wanneer detective Jin Kyung-Hun (Yang Ik-June) merkt dat zijn dochter onbedoeld een misdrijf heeft gepleegd onder invloed van Jeong Jin-Soo, blijkt het dat de uitspraken van de cultleider en New Truth Society niet op de waarheid gebaseerd zijn. Deze onthulling verandert het perspectief op de slachtoffers van de voorspellingen. Zo worden de personages en wij als kijker geconfronteerd met een dilemma. Is het beter om iedereen in een leugen te doen geloven om de orde te behouden? Of onthullen we de waarheid met alle gevolgen van dien? De personages krijgen met meer serieuze morele vraagstukken te maken, zoals exploitatie, moord, verraad en het verspreiden van propaganda. Dit laat zien dat niet alles even zwart-wit is. De acteurs vertonen een overtuigend spel. De karakters hebben interessante motivaties achter de keuzes die ze maken ter bescherming van hun familie, de mensheid of zichzelf. Aan de andere kant zijn de personages uitgewerkt met weinig diepgang. De serie probeert teveel belangrijke personages te introduceren in maar zes afleveringen. Dit haalt wat van het kijkplezier eraf en geeft frustratie. Het is moeilijk om als kijker empathie te tonen voor de platte karakters. Desondanks blijft het verhaal wel interessant en spannend.

Monsters

Behalve de moordzuchtige monsters en het gigantische zwevend hoofd, lijken er ook monsters onder de mensen te leven. Hoe ver gaat een individu voor macht? En wat betekent het om goed te zijn? Regisseur Yeon Sang-Ho lijkt vooral interesse te hebben in het menselijk gedrag tijdens de chaos. De focus ligt meer op de acties van de personages dan op die van de monsters. Terwijl de personages ons steeds weten te verrassen blijven de monsters telkens hetzelfde patroon vertonen, wat op een gegeven moment vlak begint te voelen. Daarbij zijn de CGI-effecten van de wezens van slechtere kwaliteit dan de rest van de cinematografie waardoor ze nep en goedkoop ogen.

Ondanks een paar kleine schoonheidsfoutjes is de serie een must-watch met veel actie, mysterie, spanning en nog veel potentie na de onvoorspelbare cliffhanger van aflevering zes. Hopelijk kunnen de makers meer diepgang creëren in een nog te bevestigen tweede seizoen. In de tussentijd kun je lekker genieten van de zes afleveringen van het eerste seizoen!

Boeken / Achtergrond
special: Poëziebespreking: Komijnsplitsers - Marieke Lucas Rijneveld

Aanmoediging voor iedereen en vooral zichzelf

Met acht afdelingen en 63 gedichten is Rijnevelds Komijnsplitsers een lijvige dichtbundel, die niet loslaat en erom vraagt om in een keer uitgelezen te worden.

Marieke Lucas Rijneveld bracht op 20 januari zijn nieuwe dichtbundel Komijnsplitsers uit, die momenteel over de toonbank vliegt. Bij het grote publiek werd Marieke Lucas bekend door het winnen van de International Booker Prize 2020 voor de vertaling van zijn boek De avond is ongemak (2018) en ook zijn volgende roman Mijn lieve gunsteling viel in de smaak. Hij debuteerde echter al in 2015 met de dichtbundel Kalfsvlies en in 2019 verscheen de bundel Fantoommerrie. Nu is er Komijnsplitsers: het boek is niet aan te slepen, wat zeer bijzonder is voor een dichtbundel, maar helemaal terecht.

Harmonie in zichzelf

De bundel opent met een warm welkom voor iedereen, want het gedicht ‘De troostzoekers’ laat weten: ‘(…) voor wie en iedereen is hier de plek.’ Wie verder leest, komt er al snel achter dat de dichter vooral zichzelf lijkt te verwelkomen, te troosten en aan te moedigen.

Komijnsplitsers is opgedeeld in acht delen, die elk een ander onderdeel van het groeiproces van de dichter laten zien. Een dichter die op zoek is naar de harmonie in zichzelf en zichzelf lijkt toe te spreken, als ware het therapie. De bundel staat vol gebiedende wijzen, levensadviezen die de dichter wel lijkt te weten, maar waar hij zichzelf, tussen de levensvragen door, aan probeert te herinneren.

Mooie woorden en slingerende zinnen

Veel dichtbundels zijn te herkennen aan vrij lege bladspiegels, maar bij Komijnsplitsers is zeker niet bezuinigd op het aantal woorden. De zinnen dansen over de pagina’s en de gedichten lijken niet te stoppen. Ze staan vol mooie woorden voor alledaagse zaken, die de realiteit wat minder plat en hard maken. Een realiteit waar kommaneukers komijnsplitsers zijn, of artsen bouwheren, en de vis geen vis.

Verschillende motieven komen steeds terug: bouwen, vogels en het schrijverschap. De dichter ‘ontwerpt’ zichzelf, praat met ‘bouwheren’ en bestaat uit onderdelen als ‘vlottertjes’, een ‘wolfskuiltje’ en moet zijn eigen ‘lijfbieder’ zijn. Hij zoekt een plek om rustig te wonen, om de continue onrust in het hoofd en in het lijf, te overwinnen. De vogels en veren die het ultieme symbool van vrijheid zijn, lijken in deze bundel toch meer gevangen te zitten. Ook het schrijverschap wordt regelmatig genoemd: ‘het goud uit je vingers tikken’, ‘dat er in de bovenkamer van je/ gedachten dichtregels opgerold liggen te slapen’.

Een herkenbare zoektocht in acht delen

Het mooie aan poëzie is dat het veel ruimte over laat aan de interpretatie van de lezer. Wat ik persoonlijk als lezer in deze bundel herken, zal menig cispersoon waarschijnlijk heel anders zien, maar ik heb nog nooit zoveel herkenning gevonden tijdens het lezen. Wat ik herken laat ik zien in deze poëziebespreking.

Noem het troostrijk (1)

De eerste afdeling opent met iedereen welkom te heten ook ‘(…) wie verstrikt zit in eigen-ik’. Dit beeld lijkt bij de dichter zelf te passen: ‘en nergens heb je een plekje waar je moet en tot rust,/ waar je spijkers in het hout kan slaan,’. Hij zoekt zichzelf, om zich te troosten en een hart onder de riem te steken: ‘In deze troebele kennismaking vind ik je waar ik mezelf/ kwijtraakte’.

Tot in het genottelijke (2)

In de tweede afdeling spreekt de dichter zichzelf of zijn jongere ik bemoedigend toe. Dan komt al snel de kern van het probleem naar voren: ‘(…) wat is kalmering als je lichaam/ een schip is in een onrustige zee’ en ’In gezelschap zul je nooit naar kalmering zoeken, je doet het vooral als je alleen bent,’. De dichter is op zoek naar een plek waar hij rustig kan wonen, hij wil de rust in zijn lichaam terugvinden, want die voelt hij nu niet: ‘zie het als een in elkaar gezet Ikea-meubeltje dat niet door de deur past’. De dichter schrijft brieven en noemt zichzelf van ‘neuspeuteraar’ tot ‘schobbejak’ en ook hier blijkt de tweedeling in de dichter zelf ‘we zijn elkaar geworden, lieve schobbejak, zonder de een is de ander zoekgeraakt.’ De dichter is ‘we’, de dichter is twee en geeft een wijs advies ‘verslik je niet in jezelf’. In ‘Lieve wiebelaar’ blijkt dat de onrust blijft en weer volgt er wijs advies: ‘(…) wat heelt is dat je jezelf niet zo vreest.’.

Hoofd vol maakbaarheid (3)

Waar de eerste twee delen ook heel algemeen te lezen zijn (ieder heeft zijn eigen zoektocht), kan ik de derde afdeling niet anders lezen dan een herkenbare beschrijving van iemand die in transitie wil gaan: ‘(…) de hij is bereidwillig om te veranderen,/ de zij niet, muurvast zit ze in het bloeiproces.’ Ook al focust dit deel zich op het transitieproces zelf, hier worden ook al de angstgedachten aan wat anderen ervan vinden beschreven: ‘Ze zullen het je kwalijk nemen, deze jammerdaad’. Maar de zwaarste strijd is niet die met anderen: ‘Halsstarrig is dit handgemeen met het zelf’. En over het cliché van ‘het verkeerde lichaam’ wil de dichter het niet hebben, want dat ervaren velen met hem heel anders.

Paradoxaal genoeg wordt er van hem gevraagd zijn eigen ‘lijfbieder’ te worden, want ‘pas als er wapening in de constructie gaat roesten, wordt er actie/ ondernomen.’ In het gedicht ‘lijfbieder’ wordt vrij duidelijk beschreven welke opties van medische transitie er zijn, maar het onomkeerbare ervan wordt ook benadrukt en de vragen die vooral anderen daarbij hebben: ‘Wat ga je doen als je door melancholie bevangen wordt?’ en ‘Of je klaar bent voor verlies,/ zoals dat van een dierbare, van het meisje,/ ja het meisje, ook al zet je haar nu/ aan de kant van de straat.’ Want kan hij het meisje uit het verleden echt wissen, bestaat er niet een kans tot heimwee? Zelfs na een sociale transitie, zelfs na het kopen van ‘(…) mijn eerste piemel voor zeventienvijftig’, lijken mensen nog altijd onder al die lagen een meisje te zien terwijl de dichter hoopt dat het ontwerpen bijna klaar is: ‘dat ik kan zeggen dat ik iemand en mooi ben geworden.’

Schuurmens hartje polijstwereld (4)

In het vierde deel lijkt de dichter te botsen met de buitenwereld: ‘(…) hoe sta je/ rechtop als de kraanvogel verkeerd/ gevouwen is?’. De dichter hoopt zich in een wereld te redden zonder zichzelf steeds moed in te moeten praten, hij probeert zich groter voor te doen in de gepolijste wereld: ‘ze zien ook hoeveel moeite je hebt met de fluistercampagne tegen jezelf.’ De ‘bouwheren’ constateren dat je te veel moeite hebt, leeft in een ‘burchtverlies’ en ‘tot op het bot gerenoveerd’ moet worden. In het titelgedicht gaat het dan om de mensen die altijd commentaar hebben op alles: ‘de mens met zijn rikketik op de tong’. De dichter heeft er angst voor, maar constateert in ‘conversatieangst’ eindelijk zonder genade van zichzelf te houden.

De speeltijd van het kassiewijle (5)

In de vijfde afdeling flirt de dichter met de dood: ‘Je vertelt dit omdat je er niet langer alleen mee wil zijn,’ want je twijfelt aan je bestaan. Het leven lijkt de dichter niet te passen in ‘het komt hierop neer’. De twijfel ontstaat onder meer door de ‘vrees om iemand te worden/ die de ander niet kan hebben’ en wordt verder geïllustreerd door mooie zinnen als ‘(…) dat je nog zo/ hard voor de waarheid kunt vechten, maar dat de waarheid ook voor jou/ het harnas in moet’. Maar in ‘klapwiekgevaar’ komt ook een andere vrees: om niet te herkennen wanneer genoeg genoeg is. Hoe ver kun je doorgaan met groeien? Ook spreekt er een verlangen naar een wederhelft: ‘(…) de werkthee koud laten worden/ omdat je van andermans warmte hebt gedronken’. Helaas weerklinkt ook meteen het besef dat diegene misschien nooit gevonden wordt. Aan het einde van deze afdeling zegt de dichter ‘het schikt’  tegen de buitenwereld, ook al blijven zijn schoenen te groot, het masker gaat weer op.

Scheluwe dagen (6)

In het zesde deel komt de ruwheid van het bestaan naar voren. ‘De spijtoptant’ is doordrenkt van spijt en woede, maar spijt waarvan? Van het jarenlange zwijgen of juist van het zeggen waar het op staat?  Of van beide? De reis lijkt nooit klaar en zit vol hobbels en is behoorlijk complex: ‘(…) over hoe je het meisje moet/ vergeten om de jongen te onthouden,’ en zelfs de basisdingen in het leven lijken al moeilijk en als je zelfs de vis neerbuigend tegen je laat spreken ‘schrijvertje van likmevestje’ is de weg lang. Die eeuwige hoop dat het beter wordt, blijft.

Ze zeggen dat de zee van niets weet (7)

In de zevende afdeling blijft het een zoektocht: ’je bent (…) een jutter die vooral zichzelf zoekt.’ Ook weer het verlangen om iemand te hebben om niet zonder mee te kunnen en voor iemand veel te kunnen betekenen. Maar het gaat de goede kant op: in ‘Schuldenlast’ denkt hij vooral aan het positieve van zichzelf, al denkt hij snel weer aan zichzelf als bouwpakket, maar een volledige renovatie lijkt onmogelijk. Hij houdt zich zelf ook een spiegel voor en laat de lezer twijfelen: ‘je schrijft scheef als het over jezelf gaat.’

Dit land met zijn tinnen inborst (8)

Het laatste deel sluit de zoektocht toch nog redelijk positief af.  ‘In plukhoogte’ wordt duidelijk dat de dichter de goede kant op gaat, maar het fijner zou vinden als zaken op ‘plukhoogte’ hangen zodat de strijd wat minder hard is. Maar acceptatie volgt: ‘(…) Ik heb de schaar in mijn haar gezet en waterpas een/jongetje uit me geknipt’. Toch laat de twijfel ‘die stemmen/ in je hoofd’ de dichter niet los. De dichter komt tot de conclusie dat hij niet langer leeft voor de ander, niet meer ‘(…) voor wie mij ziet, wil ik leven.’ De dichter is oorlogsmoe en moet het maar doen met het land dat hij heeft. Ook wankelen lijkt nut te hebben en alles zou nu bewoonbaar zijn, ook zijn lichaam.

Meerdere interpretaties

Dat de gedichten multi-interpretabel zijn, wordt wel duidelijk met het laatste gedicht ‘Alles bewoonbaar’ dat Marieke Lucas schreef naar aanleiding van de ophef omtrent het feit dat hij vertaler zou worden van het inauguratiegedicht van Amanda Gorman (toen heeft hij zich teruggetrokken). Een gedicht dat duidelijk inspeelt op de actualiteit, maar juist in het kader van de reis in de bundel ook lijkt te passen in het lijf dat bewoonbaar moet worden en ook moet strijden voor de moeilijkheden van anderen en niet alleen voor zichzelf.

Of die geïmpliceerde dichter te vereenzelvigen is met schrijver Marieke Lucas Rijneveld, is nog maar de vraag. Zulke vergelijkingen zijn verleidelijk, maar gevaarlijk. In interviews sprak Marieke Lucas openlijk over zijn zoektocht naar zijn lichaam, zijn identiteit, zijn seksualiteit. Marieke Lucas meldde eerder deze maand dat hij graag met ‘hij’ aangesproken wil worden. Daar kwamen helaas ook critici op af, die in deze bundel Komijnsplitsers al bekritiseerd worden, voordat ze hun commentaar konden leveren. Zo lijkt er toch sprake van autobiografische elementen in deze bundel, maar ontkomt menig dichter daar niet aan en doorstaat niet iedereen een zoektocht naar zichzelf? Heeft iedereen zich niet weleens ‘een in elkaar gezet Ikea-meubeltje dat niet door de deur past’ gevoeld?

De gedichten laten niet los, de lappen tekst klinken het mooist als je ze hardop voorleest en je het ritme duidelijk hoort: de aanmoediging, maar ook het onheilspellende. De mooie, ongewone en lieve woorden voor alledaagse en harde zaken steken de gedichten in een mooi jasje, maar zetten zeker aan het denken. Staat er wat er staat? Kortom, iedereen die zich wil verliezen in of vereenzelvigen met de zoektocht en het groeiproces van de dichter, is bij deze bundel aan het goede adres.

 

Het gedicht ‘De troostzoekers’ gezongen door Wende Snijders

Boeken / Poezie

Verbannen dichtkunstenaar

recensie: Ai Qing - Sneeuw valt op het land van China

De dichter Ai Qing is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het vrije vers in China. De bundel Sneeuw valt op het land van China maakt zijn werk bereikbaar voor een nieuwe generatie. Samengesteld door de ene zoon en voorzien van een voorwoord door zijn andere zoon.

De dichter Ai Qing ondergaat omwille van zijn schrijfwerk moeilijke tijden in zijn leven. Door het regime van China wordt hij verbannen. Hoewel hij een vertrouwensband met Mao Zedong had, belandt hij in Klein Siberië. Ondanks dat blijft hij schrijven.

Poëzie wordt begrijpelijk

Het lezen van en begrijpen van gedichten is niet voor iedereen weggelegd. Wonderlijk genoeg is Sneeuw valt op het land van China voor menigeen goed leesbaar. Ook is het werk van Ai Qing voor velen goed te lezen en te doorgronden. Dit is vooral te danken aan het baanbrekende werk van de schrijver om poëzie te schrijven in een vrije versvorm en gebruik te maken van heldere zinnen in plaats van veel beeldspraak.

Toch is Qings werk wel degelijk poëzie. Hij maakt namelijk gebruik van strofen en in korte teksten weet hij veel te vertellen. Nergens krijg je het gevoel dat het proza is. De teksten zijn een heldere weergave van de binnenwereld van Qing en van observaties van zijn omgeving en zijn belevenissen. Soms voel je het ritme in zijn teksten en ontstaat een duidelijk kader van tijd doordat voorvallen gelinkt worden aan geschiedkundige gebeurtenissen. Zo lezen we twee strofen van het gedicht ‘Sneeuwval in de ochtend’:

          Zonder geluid valt de sneeuw, valt de sneeuw

          zonder ophouden van de sneeuw, valt de sneeuw

          witte sneeuw heeft de tuin bedekt,

          witte sneeuw heeft de bladeren bedekt,

          hoe stil is de hele wereld, hoe stil.

 

          ……..

          ……..

 

          We zijn al lang niet meer geweest in bos

          waar alle bomen hun bladeren verloren;

          van niemand is nog een schaduw,

          maar ik herinner me nog altijd dat kind

          en zijn heel, heel zachte zang,

          al zou ik nu niet meer weten in welke hut hij woonde.

Periodes tekenen

De bundel Sneeuw valt op het land van China werd samengesteld door zijn zoon en schrijver Ai Dan. Het voorwoord werd geschreven door zijn zoon uit een ander huwelijk, de beeldend kunstenaar Ai Weiwei.

Alle gedichten werden geschreven tussen 1933 en 1980. De schrijver Qing leefde van 1910 tot 1996. De gedichten worden in de bundel ingedeeld in zes periodes van de schrijver die steeds ingeleid worden door een duidelijk beeld te schetsen van de periode in het leven van de schrijver, zijn omstandigheden en zijn levenswandel. Een levenswandel die het lezen waard is omdat de periodes in zijn leven met ontberingen hem toch niet weerhielden om fraaie poëzie te schrijven die ook in deze tijd nog steeds zijn waarde en waardering kan vinden.

De bundel is het lezen meer dan waard en is voor minder geoefende poëzielezers een aanbeveling door de wijze van dichten. Bovendien heb je daarna nog de mogelijkheid om veel meer toegankelijke poëzie te lezen, want Qing kreeg vele navolgers.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: Valentines’ Mixtape Essentials

Februari, met name Valentijnsdag, is de tijd van het jaar waarin de liefde wordt gevierd: of dat nu gaat om de liefde voor je partner, je vrienden, je familie of je geheimzinnige crush. De creatiefste cadeaus staan klaar in de winkel, maar je kan het dit jaar ook anders aanpakken: zelf iets maken! En nee, dan hebben we het niet over ingewikkelde knutselprojecten die je toch na dagenlange wanhoop opgeeft, nee, we hebben het over een ouderwetse mixtape. Een mixtape? Jazeker.

Vroeger werden mixtapes met grote zorgvuldigheid samengesteld en op een casettebandje of CD gezet, tegenwoordig is dat een eigen Spotify playlist. Al vraagt de samenstelling van zo’n mixtape nog wel op de nodige aandacht. Eén zoekopdracht in Google naar de manier om de perfecte mixtape te maken leert al gauw dat er een hele kunst achter schuil gaat, van het kiezen van de thema’s en de liedjes tot de alles bepalende volgorde die zou moeten zorgen voor een goede flow. Goed, de eerste paar stappen heeft 8WEEKLY al gezet, het medium (Spotify) en het thema (liefdesliedjes) zijn duidelijk. De gekozen, energieke nummers vertellen elk op hun eigen vrolijke manier een duidelijke boodschap aan een (potentiële) geliefde. Nu is het verder aan jou om schaamteloos deze nummers te kopiëren en te plakken in die prachtig samengestelde mixtape. Heb je meer context nodig bij enkele nummers? Lees dan even verder!

Vrolijk nummer mét vrolijke tekst: uniek voor The 1975

Als je al jaren bevriend bent met iemand en je aan deze persoon duidelijk wil maken dat je verliefd op hem of haar bent geworden, dan moet je overwegen om ´Me & You Together Song’ van The 1975 te verwerken in jouw playlist. Wat betreft de melodie en de tekst had het nummer zo in een romantische komedie uit de jaren 2000 kunnen zitten. De bandleden geven toe dat dit voor The 1975 vrij uniek is. Over het algemeen is het zo dat wanneer een nummer van deze band vrolijk klinkt, men ervan uit kan gaan dat de tekst dat niét is. Dit nummer werd als een uitdaging beschouwd, het was lastig om het écht positief te houden. De band ging deze uitdaging aan en met succes, dit nummer mag dan ook niet ontbreken in jouw playlist!

Naar het Rijksmuseum met Thijs Boontjes

Wil je graag duidelijk maken dat je iemand wel ziet zitten en je de nacht wel samen wilt doorbrengen? Dan kan ‘Deze Nacht’ van Thijs Boontjes niet ontbreken! Hoewel Thijs Boontjes eigenlijk op bezoek was bij de ochtendshow van 3FM om zijn nieuwe nummer ‘Het Regent in Parijs’ te promoten, was het zijn cover van ‘All Night Long’ van Lionel Richie die viral ging. Het aanstekelijke nummer heeft een duidelijke boodschap en dat is niet zo vreemd, meneer Boontjes heeft eerder aangegeven dat hij bij liefdesliedjes niet van vaagheid houdt. Of je nu een nummer zoekt voor je mixtape of overweegt een serenade te geven aan iemand, dit lied is uitermate geschikt.

De liefdesballade van een pessimist

Als je een hekel hebt aan veel dingen, maar duidelijk wil maken dat dit niet geldt voor die ene persoon, laat ze dan vooral het nummer ´I Hate Everything But You´ van de tv-serie Crazy Ex-Girlfriend horen. Deze muzikale tv-serie gaat over het leven van advocate Rebecca Bunch en behandelt veel belangrijke thema’s, waaronder mentale gezondheid en LGBTQ+. De vele nummers uit de serie zijn vaak geïnspireerd op bepaalde musicals, artiesten en/of specifieke liedjes. In het geval van ‘I Hate Everything But You’ is de kunst duidelijk afgekeken bij Bruce Springsteen. Het resulteert in een humoristische ballad met één hele duidelijke boodschap: ik mag dan veel dingen haten, jij bent de grote uitzondering.

Natuurlijk is de playlist er ook voor iedereen die geen mixtape wil maken. Het is immers ook zonder Valentijnsdag leuk om naar energierijke liefdesliedjes te luisteren. Veel luisterplezier!

  • She Makes Me Feel Like – The Struts
  • Your Love Is My Favourite Band – The Vaccines
  • Taken a Tumble – Stereophonics
  • Charlene – Go Back To The Zoo
  • Like Sexy Dynamite – The Orion Experience
  • Anna-Leigh – Royal Republic
  • Weg Van Jou – Rob Dekay
  • I Dare You – The Regrettes
  • Me & You Together Song – The 1975
  • 23:59 – McBusted
  • Next To You – The Police
  • Growing on Me – The Darkness
  • Breakthru – Queen
  • I Hate Everything But You (feat. Skylar Astin) – Crazy Ex-Girlfriend Cast, Skylar Astin
  • I Want You To Want Me – Cheap Trick
  • Ruby – Kaiser Chiefs
  • Deze Nacht (All Night Long) – Thijs Boontjes
  • Heartbeat – Scouting For Girls
  • I Really Like You – Carly Rae Jepsen
  • Oh shit… are we in love? – Valley
  • Vapour Trail – Ride
Boeken / Fictie

Dit riekt te zoetsappig

recensie: RECENSIE: Sophia’s wens – Corina Bomann
Bron: Mohamed Hassan via Pixabay.

In het tweede deel van De kleuren van schoonheid-trilogie van Corina Bomann – Sophia’s wens – blijven nog heel veel open vragen onbeantwoord. Sophia loopt vele bekenden uit deel 1, Sophia’s hoop, tegen het lijf en dat zorgt soms voor kleine momenten van geluk of het leidt tot ongekende misère.

Een onplezierig wederzien

In het eerste deel van de trilogie overkwam de twintigjarige, prille studente Sophia Krohn zoveel ellende dat je het haast niet voor ‘waarheid’ kon aanzien: ze werd bezwangerd door haar docent, werd het huis uit verbannen door haar strenge vader, ging met haar beste vriendin naar Parijs, kreeg een baan aangeboden door Helena Rubinstein, werd verliefd op ontwerper Darren O’Connor én heel hard door hem gedumpt en werd uiteindelijk ontslagen als scheikundige in het laboratorium van Rubinstein vanwege een bezuiniging. In het tweede gedeelte stapelen de gebeurtenissen zich niet in zo’n hoog tempo op als in het eerste boek. Prima, maar toch blijft er ‘genoeg’ over om de aandacht van de lezer vast te houden. Het tweede deel start precies waar het eerste deel eindigde: met de brief die een onbekende afzender naar Sophia stuurde. In de brief beweert iemand dat haar zoontje – die ze de naam ‘Louis’ heeft gegeven – nog leeft:

U kent mij niet, en waarschijnlijk zullen we elkaar nooit ontmoeten, las ze hardop. Ik wil u slechts één ding zeggen: uw zoontje leeft. Ik weet niet waar ze hem naartoe hebben gebracht, maar hij leefde en ademde toen ik hem de laatste keer zag. Meer kan ik niet zeggen.

Sophia is bevallen van haar zoontje in Hôpital Lariboisière in hartje Parijs. Ten tijde van de bevallig raakte ze bewusteloos en toen ze na een aantal dagen ontwaakte, vertelden de verpleegsters dat haar baby was overleden. De hoogste tijd voor Sophia om zelf op onderzoek uit te gaan, maar niet voor ze haar vriendin Henny opzoekt. Die woont intussen samen met haar verloofde, monsieur Jouelle, in een ‘voornaam pand in jugendstil’, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de stad en de Jardin du Luxembourg. Het wederzien met Henny is allesbehalve plezierig; haar vriendin, een danseres bij Folies Bergère, is sterk vermagerd en verward. Haar collega-danseressen vertellen dat Henny ‘op de draak jaagt’, oftewel: ze is verslaafd aan opium en de verslaving krijgt haar steeds meer in haar macht.

Lievelingetje van de bazin

In het ziekenhuis wacht Sophia nog een teleurstelling: het verplegend personeel werkt niet mee en wijst haar resoluut de deur. De politie neemt haar aangifte van ‘kinderroof’ totaal niet serieus. Gelukkig komt er hulp vanuit onverwachte hoek: de detective Monsieur Martin heeft de jonge, wanhopige Sophia waargenomen en wil haar – tegen betaling van drie franc – wel helpen bij haar zoektocht naar haar zoontje. Als Sophia’s laatste pogingen om meer raadsels op te lossen – zoals een bezoekje aan vroedvrouw Madame Guérin – niets meer opleveren, besluit ze om terug te gaan naar New York. Ze gaat in op het aanbod van Miss Ardens om voor haar grote cosmetica-imperium te werken. Tot grote verbazing van Sophia wordt ze niet als scheikundige in het lab geplaatst, maar als schoonheidsspecialiste in de salon onder leiding van de jaloerse Miss Hodgson.

Al snel groeit Sophia uit tot het lievelingetje van de bazin: ze mag zelfs mee op allerlei tripjes om de beste vriendinnen van Miss Arden te ontmoeten en haar man Mr Jenkins (om meteen ook deelgenoot te worden van al hun ruzies). Het is dus niet zo gek dat Miss Arden Sophia aanwijst om haar nieuwste project te leiden: een beautyfarm – een soort spa voor rijke vrouwen – in Maine. Maar die klus kan ze natuurlijk niet in haar eentje klaren. Ze krijgt hulp van niemand minder dan… ontwerper Darren, die haar hart vier jaar terug in duizenden stukken heeft gebroken. Hoe kunnen zij twee iets maken van het project als ze elkaar niet eens in de ogen kunnen aankijken?

Een goedkope Pride & Prejudice?

Dit deel verhaalt vooral over de metamorfose die de beautyfarm ondergaat en over de grillen van Miss Arden. Tussendoor krijgt Sophia – uiteraard! – nóg een zware domper te verwerken, wanneer ze erg droevig nieuws krijgt uit Duitsland. Ze reist halsoverkop af naar Berlijn en ziet hoe de prachtige hoofdstad langzamerhand verandert in een beangstigende plek waar joden uit de samenleving worden verbannen. Het opkomende nationaalsocialisme en tevens de economische depressie, worden als historische momenten breed uitgemeten in het boek. De jaren vervliegen in dit boek sneller dan in het eerste deel en dat maakt dat Sophia ook veel volwassener overkomt.

Wie meer van Bomann heeft gelezen, weet dat haar personages altijd erg dweperig zijn en dat de dialogen bol staan van overdreven uitlatingen. Het voelt soms alsof je een goedkope Pride & Prejudice in je handen hebt. Toch is de schrijfstijl van Bomann boeiend en houdt ze het tempo erin. Toch kon Bomann in het eerste deel de spanning hoger opvoeren. In dit tweede deel is de zoektocht van Sophia naar haar zoontje schijnbaar een bijzaak en gaat het meer om het laten uitkomen van haar eigen dromen en ambities. Ook laat dit boek pas écht duidelijk zien wat voor karakterontwikkeling Sophia heeft doorgemaakt: ze houdt zich vast aan haar principes en de keuzes die ze maakt, zullen grote gevolgen hebben voor het verdere verloop in het verhaal. Sophia is een powervrouw avant la lettre, die menige lezer zal verrassen met haar ijzersterke wil. Ze is niet langer het meisje dat in een verdomhoekje wordt weggestopt en leert ons hoe belangrijk het is om op te komen voor je ambities, van je werk tot je geliefde: zorg dat jouw lijst met eisen en voorwaarden bekend zijn bij de ander.

De verwachting is dat deel 3 meer helderheid gaat scheppen over Sophia’s verloren zoon (en waarschijnlijk met een goede afloop, gezien de titel van deel 3: Sophia’s triomf). Het laatste deel zal zich wederom voornamelijk afspelen in New York, in het jaar 1942. Dan zal Sophia maar liefst 36 jaren tellen. Wat zou er in de tussentijd allemaal gebeuren? Het is uitzien naar 8 februari 2022, want dan zal er met deel 3 een einde komen aan al die open vragen die de lezers al met zich meedragen sinds deel 1.

Film / Films

Vijf films die je absoluut moet kijken op het IFFR

recensie: International Film Festival Rotterdam
Hold Me Tight FilmIFFR

Het International Film Festival Rotterdam wordt dit jaar online uitgezonden tot en met 6 februari. We missen het pluche, en op je laptop komt de cinematografie natuurlijk een stuk minder sterk uit dan op een groot bioscoopscherm. Voordeel is wel dat je alle films kan kijken die je wilt. Tegelijk maakt het ontbreken van een blokkenschema de keuze wel heel moeilijk. Hoe word je wegwijs in zo een groot aanbod? Rose Heliczer deed het vuile werk voor je en kwam tot deze best-of selectie.

Stijlvolle film-noir

THE EXECUTION – Lado Kvataniva

Issa viert feest. Hij heeft na tien jaar een van de meest complexe moordzaken uit Rusland opgelost. Althans, dat denkt hij. Dan krijgt hij een telefoontje. Er is een nieuw slachtoffer, dat de aanval overleefd heeft. Hoewel de trailer veel bloed en geweld belooft, is dat niet de reden om deze film te kijken. The Execution is geen heldenfilm, maar een psychologische verkenning van de begrippen goed en kwaad en hoe de twee in elkaar verweven zijn. De film drijft op intelligente wendingen in het plot en een sterke opbouw. De relatie tussen de detective en verdachte wordt steeds persoonlijker. Aan het eind geeft dat, zoals een goede film-noir betaamt, vooral slachtoffers. De Etruskische executie, waarin de crimineel gestraft wordt door zijn eigen prooi, speelt een rol. 
Dankzij de goed gestileerde beelden (die sovjet-auto’s!) en een druppel zwarte humor is deze bij tijden bloederige film goed te verteren. Een prettig opgezet verhaal dat door heen en weer in de tijd te springen naar een verrassend einde toewerkt.

 

Liefde en verlies

HOLD ME TIGHT– Mathieu Amalric

Hoewel de cinematografie erg sterk is en er weinig gesproken wordt, is dit niet je standaard “weinig dialoog prachtige landscapes”- arthouse-film. We volgen Clarisse, die haar gezin verlaat in een prachtige oldtimer die al twee maanden stof stond te happen in de garage. Of dat denken we. Beelden van haar nachtelijke vertrek vermengen zich met hoe de rest van het gezin de volgende ochtend wakker wordt in een huis zonder moeder. Franse filmmaker Mathieu Amalric weet een geslaagd verhaal over liefde en verlies neer te zetten. Kundig speelt hij met tijd, realiteit en fantasie. Wie zit er in wiens hoofd? Wie verliet wie? Of verliet iedereen elkaar op een bepaalde manier? Zinnen als “I imagined that I left” of “I am tired of waiting on spring”, veranderen door de film heen van betekenis. Net als het beeld dat je vormt van deze weggelopen moeder, die indrukwekkend vertolkt wordt door Luxemburgse actrice Vicky Krieps. Een poëtisch getinte film waarbij na afloop pas de gebeurtenissen en uitspraken op hun plek dwarrelen.

 

Lippenstift en drugskartels

NOCHE DE FUEGO – Tatiana Huezo

Drugskartels in Mexico. Zijn we daar ondertussen niet op uitgekeken? Nou: Nee. Tatiana Huezo laat ons meekijken in het dagelijks leven van Ana, een jong meisje dat de oversteek naar adolescentie aan het maken is in een dorp dat beheerst wordt door een drugskartel. Als je op de papavervelden werkt beschermen ‘ze’ je. Maar ‘ze’ nemen ook jonge meisjes mee van huis. Daarom hebben Ana en haar moeder een kuil gegraven waarin Ana zich kan verstoppen als het nodig is. De moeder-dochterband speelt een grote rol in de film. Het wordt steeds begrijpelijker waarom Ana’s moeder zwaar aan de drank gaat, of razend wordt als ze ziet dat haar negenjarige dochter lippenstift draagt.

De meisjes worden gedwongen hun haren af te laten knippen tegen de luizen. Ana’s moeder verklaart dat het meisje met de hazenlip niet geknipt hoeft te worden omdat luizen alleen van zoet bloed houden, en dat van haar is bitter. De kijker weet wel beter. Ana is een dapper kind dat haar weg vindt in een verstoorde wereld. Die overigens in prachtige beelden en door knap acteerwerk (de blik van de jongere Ana!) vastgelegd is. Noche de Fuego is ook sonorisch erg aantrekkelijk. Er wordt veel nadruk gelegd op het gehoor, omdat de meisjes getraind worden om goed te luisteren waar welk geluid vandaan komt. Wiens hond blaft. Waar er geschreeuwd wordt. Welke auto op hun huis afkomt. Een film over vriendschap, moeders, en manieren om je te redden in de dreigende dagelijkse realiteit dat alles van het een op het andere moment afgelopen kan zijn.

 

Vergane Glorie

GÉZA – Reyndert Guiljam

Er staan veel films op de IFFR-programmering. Vergeet daarom vooral niet ook wat shorts te kijken! Reyndert Guiljam, de maker van Géza, is er één om in de gaten te houden. ‘Alles wat de dag me brengt dat is goed’, zegt Géza Szegedi, subject van de korte documentaire. Hij was ooit Neerlands grootste strafrechtadvocaat. We zien beelden van hem in de rechtszaal. We horen hoe hij op zijn knieën over de vloer van de zaal kroop om ‘het recht te zoeken’. Deze markante en extreem succesvolle advocaat maakte een duikvlucht naar beneden toen vanaf de jaren tachtig het een en ander veranderde in de regelgeving omtrent advocatuur in Nederland. Hij verloor zijn bezittingen en is zelfs dakloos geweest. De vraag die door de documentaire heen blijft zinderen is: is Szegedi geniaal of gek? En zou het kloppen dat hij, zoals zijn zoon stelt, een motor zonder standaard is? Een motor die op volle kracht door moet blijven rijden om niet om te vallen? Géza is een slim gemonteerd, onderhoudend verhaal. We spreken de geliefde van Géza, een oud seksbaron, een zoon, een vriendin. Het wordt nergens te sentimenteel en blijft afwisselen tussen lichtvoetigheid en tragiek, zoals Géza zelf bloedserieus en clownesk door het leven wandelt. Al dan niet met een enorme bontmuts op zijn hoofd.

GÉZA Film

Géza | IFFR 

Dromenland

Please Baby Please – Amanda Kramer

Gezien maker Amanda Kramer de IFFR Focus van 2022 is, kun je de openingsfilm Please Baby Please eigenlijk niet missen. Maar wat valt erover te zeggen? Kijk hem niet als je brak bent. Of kijk hem juist als je brak bent. Want dit is geen logische film. Zet hem aan en word meegevoerd in deze hypergestileerde draaikolk over seksuele voorkeuren, mannelijkheid en de aantrekkingskracht van gevaar. Maak een val van de realiteit naar een spookachtig droombeeld. Mijmer over de functie van ‘stoer zijn’ en word verliefd op Karl Glusman die in zijn doorkijktanktop zwoele blikken in de camera werpt. Maar verwacht geen pakkende verhaallijn of een enorme spanningsboog. Wel is de film de moeite van het kijken waard. Het is een interessante afwisseling op conventionelere cinema, vanwege zijn extravagante karakters, droomachtige sfeer en het sporadische musicallied.

International Film Festival Rotterdam is te zien tot en met 6 februari 2022.

 

Please Baby Please Film