Boeken / Non-fictie

Werken omdat het leven ervan afhangt

recensie: Geen tijd verliezen - Jolande Withuis
zakhorlogehttps://www.freeimages.com/nl/download/lost-in-time-1419354

Harry Mulisch zei: ‘Schrijver word je niet, dat ben je.’ Woorden die Jeanne Bieruma Oosting (1898 – 1994) als muziek in de oren moeten hebben geklonken. Jolande Withuis schreef haar biografie en gaf het de titel Geen tijd verliezen. Die is meteen raak want schilderen was voor Oosting een wezenlijke behoefte.

Ze werd geboren in een steenrijk Fries aristocratisch milieu, groeide op in landhuizen en uitgestrekte buitens, tussen bedienden en veeleisende familieleden die zich verhielden tot hun voorouders die precies op dezelfde manier hun leven hadden geleefd, zoals het hoorde: rijk, vormelijk en ongenaakbaar. Dat zo’n adellijke, onwrikbare levenswijze voor het gepeupel en voor de mens die zich weigerde te conformeren heel wat minder aangenaam kon zijn, behoeft nauwelijks verklaring. Zeker niet in onze tijd waarin hiërarchische verhoudingen (de machtige versus de onmachtige) volop in de spotlights staan.

Uitbreken uit een relatief gesloten gemeenschap is geen sinecure: de groep bepaalt je identiteit, levert je geborgenheid en, gezien Oostings statige afkomst, garantie voor een financieel zorgeloze toekomst (niet dat de vrouw wat betreft geldzaken indertijd veel had in te brengen). Binnen het opvoedsysteem waarin Jeanne verkeerde was geen plaats voor de niet-plooibare mens en al helemaal niet voor de niet-plooibare vrouw – dat was toch wel het allerergste. In het meest ideale geval was het leven van een dame een passieloze invuloefening: opgroeien met het etiquetteboekje in de hand, een minieme scholing, een kapitaalkrachtige vent aan de haak slaan en zorgen voor nageslacht. Aan duidelijkheid geen gebrek, dit was de weg. Maar Adriana Johanna Wilhelmina (Jeanne) Bieruma Oosting weigerde.

Nee

Die ‘nee’ werd expliciet nadat ze schilderlessen mocht gaan volgen bij Marianne Bleeker, ze was toen zestien jaar. Jeanne genoot en voor het eerst realiseerde zij zich dat het mogelijk was: leven als kunstenaar. Daar moesten dan wel offers voor worden gebracht. Toen een van Bleekers leerlingen de lessen afbrak omdat ze ging trouwen was voor Oosting duidelijk: het huwelijksleven en de kunst, die gaan niet samen. Tot het eind van haar leven heeft ze die overtuiging gekoesterd. De geestige anekdote die Withuis in haar inleiding naar voren brengt getuigt daarvan. Tijdens hun enige ontmoeting kon de schilderes Withuis’ werk als wetenschapper niet rijmen met haar huwelijksleven: ‘Je kunt geen twee heren dienen.’

Jolande Withuis (1949) geniet bij het grote lezerspubliek bekendheid met haar biografie over koningin Juliana – ook al zo’n eigenwijze vrouw. Voor Withuis zelf lijkt met deze biografie over Oosting de cirkel rond (al willen we haar natuurlijk nog lang niet afschrijven). Veel van de thema’s waar ze zich tijdens haar loopbaan in heeft verdiept komen in Geen tijd verliezen aan bod. Meest evident is het thema feminisme. Withuis doceerde vrouwenstudies aan de VU Amsterdam, schreef columns voor het maandblad Opzij, publiceerde over communistische vrouwenorganisaties, en de titel van eerder aangehaalde biografie over de eigenwijze koningin luidt: Juliana, vorstin in een mannenwereld. Aan de hand van Oostings leven schetst de schrijfster een levendig beeld van de eerste feministische golf. Oosting, en tal van andere vrouwen, vochten tegen de klippen op. Een strijd waar maar heel langzaam een kentering zichtbaar werd.

Wanhoop en eenzaamheid

La Révolte van Jeanne Oosting

Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994)
La Révolte, uit serie ‘Accents Plaintifs’, 1934
Litho
Museum Henriette Polak

Die strijd leverde Jeanne in haar beginjaren voornamelijk met haar eigen familie: soebattend om het huis te mogen verlaten om bij die of die in de leer te gaan. Toen ze in 1929 het plan opvatte om naar Parijs te gaan, daar waar het hart van de moderne kunst klopte, stond het voor haar vader vast: mijn dochter is mislukt. Toch won ze de slag en vertrok. In Parijs beet ze op een houtje, genoot van het bruisende stadsleven. Withuis beschrijft de Parijse jaren levendig en mooi. Daarnaast legt ze de nadruk op werk dat Oosting daar maakte maar – helaas – in de vergetelheid is geraakt. Naakttekeningen, veel grafisch werk waarin de zelfkant van het leven centraal stond: duister en macaber. De hoge kwaliteit van dit werk stond buiten kijf en toch ontlokte het bij recensenten regelmatig de reflex om het te classificeren als ‘mannelijk’. Een van hen schreef: ‘In dit rijk van wanhoop en eenzaamheid volgt men vooral een vrouw niet gaarne.’ Er was dus nog een wereld te winnen.

En dat deed Oosting stap voor stap, steeds zelfverzekerder. De biografie schets de ontwikkeling van mens, werk én tijd. Mede door het mogen inzien van Oostings correspondentie met familie, vrienden en liefdes weet de biografe heel wat lagen van de gereserveerde kunstenares af te pellen. Toch blijft er genoeg te gissen over. Met name haar liefdesleven blijft in nevelen gehuld. Maar liefdes heeft ze gekend, mannen en vrouwen, dominante types als Roline Wichers Wiersma, Netty Nijhof en (al werd zij dan door hem afgewezen) Roland Holst. Het is aandoenlijk om te lezen hoe Oostings zelfverzekerdheid omslaat in grote aanhankelijkheid en vertwijfeling – met name op het moment dat een liefde stukloopt. Gelukkig is daar altijd het werk en de vele vriendschappen die haar door moeilijke periodes slepen.

Exposities

reliëf-ets J. Oosting Stilleven met zee-egels

Jeanne Bieruma Oosting Stilleven met zee-egels reliëf-ets. Collectie Museum Henriette Polak

Tijdens haar leven heeft Oosting onnoemelijk veel geëxposeerd. Na haar dood is de belangstelling voor haar werk zachtjesaan afgenomen. Daarom is het goed om te weten dat haar oeuvre komend voorjaar in diverse musea te zien zal zijn. Museum Belvédère pakt uit met De zomer van Jeanne, met maar liefst vijf exposities vanaf april. De nadruk komt te liggen op haar grafiek uit de Parijse periode. Het is mooi dat Withuis met het schrijven van deze rijke biografie dit dreigende, weemoedige maar toch ook levenslustige werk aan de vergetelheid heeft weten te ontrukken. Het is natuurlijk nog mooier dat zij met deze biografie een monument voor een van Nederlands grootste kunstenaressen heeft geschreven.

Muziek / Theater / Muziek
special: De redactieleden van 8WEEKLY bespreken het recente cultuurnieuws en meer!

8WEEKLY Podcast – Aflevering 6

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In de zesde aflevering van de 8WEEKLY podcast bespreken Sanne en Jorien het recente cultuurnieuws. Sinds de heropening van de theaters hebben beide redacteuren veel gezien en dit bespreken ze, voorstellingen die de revue passeren: ‘Verder’ van Simone Kleinsma, het theaterconcert van Wende Snijders, de musical Diana en zonen, de theatershow van Marcel van Roosmalen en Gijs Groenteman en Spring Awakening. Daarnaast worden de opkomende albums van de Red Hot Chili Peppers en Rammstein besproken. Verder geven Sanne en Jorien nog cultuurtips voor een goede eerste date.

Beluister de nieuwe aflevering op Spotify of klik hier!

00:00 – 00:30 – Intro

 

00:30 – 04:33 – Rammstein & Red Hot Chili Peppers

 

04:36 – 09:57 – Diana & Zonen

Onze recensie van Diana & Zonen

 

09:59 – 16:06 – De Wildernis Wende Snijders

 

16:08 – 22:50 – Spring Awakening

 

22:54 – 28:46 – De Pannenkoekencaravan Marcel van Roosmalen & Gijs Groenteman

 

28:47 – 32:15 – Simone Kleinsma Verder

 

32:16 – 33:51 – The Book of Mormon Carre

Onze recensie van The Book of Mormon

 

33:53 – 43:39 – Lentekriebels! Onze Do’s en Don’ts voor cultuurdates!

 

43:50 – 44:32 – Outro

Boeken / Non-fictie

De weg naar vernieuwing

recensie: Wie kies je om te zijn - Roek Lips
vader met dochtertjehttps://pixabay.com/nl/photos/pa-dochter-bedrijf-handen-ouder-1853657/

Hoe vinden we onze weg in een wereld die in crisis en verwarring is? Roek Lips (1961) ging daarover in gesprek met bestuurders, wetenschappers, kunstenaars en vele anderen, op zoek naar inspiratie en houvast. Een deel van deze gesprekken zijn nu gebundeld en verschenen onder de titel Wie kies je om te zijn: Gesprekken en gedachten over een nieuwe tijd.

Nieuwe leiders

‘Hoe laat is het op de klok van de wereld?’ Het had zomaar een van de motto’s in dit boek kunnen zijn, concludeert de journalist en schrijver Roek Lips zelf. Deze veelzijdige duizendpoot, ook wel bekend als programmamaker voor televisie, gelooft dat we een ruimere blik nodig hebben om de vragen van onze tijd te kunnen beantwoorden. Hij ging daarom het gesprek aan met meer dan vijftig wetenschappers, filosofen, kunstenaars en bestuurders. ‘Nieuwe leiders’, zoals hij ze ging noemen, die hem een ander perspectief konden bieden. Lips gelooft namelijk dat we weer beter naar elkaar moeten gaan luisteren. Vooral ook naar degene die we niet dagelijks op onze weg tegenkomen. Het resultaat is deze prachtige bundeling van inspirerende verhalen, ideeën en betekenisvolle inzichten.

Copyright Martine Sprangers Fotografie ©

Joke J. Hermsen (1961), filosoof en auteur
Foto: Martine Sprangers

Het boek bevat een selectie uit de inmiddels meer dan honderd gefilmde ontmoetingen waarvan een deel eerder in het dagblad Trouw is gepubliceerd. Laat je inspireren door mensen als Ahmed Aboutaleb, Paul de Blot, Claudia de Breij, Hans Clevers, Louis van Gaal, Berthold Gersons, Jan Geurtz, Arnon Grunberg, Joke J. Hermsen, Ivo van Hove, Reinbert de Leeuw, Irene van Lippe-Biesterfeld, Daan Roovers, Jan Terlouw, Typhoon en Paul Verhaeghe. Wat doen zij en wat kunnen we van hen leren?

‘Het is die onbenoembare ziel waar de oude Grieken het al over hadden. Na dit gesprek is onze ziel alweer veranderd. Er is iets subtiels verschoven, en morgen gebeurt dat weer. De mens ís niet; mensen wórden. We zijn allemaal een proces in wording.’

Bewustzijn creëren

De gesprekken staan in vijf delen geordend, telkens met een prikkelende inleiding: ‘Beschavingen zijn vergankelijk en kwetsbaar’; ‘Wonderen komen voort uit eenvoudige regels’; ‘We creëren onze eigen werkelijkheid’; ‘Kleine initiatieven leiden tot grote doorbraken’; ‘Jezelf zijn is een proces dat je regelmatig moet bijstellen’. Ieder deel groepeert een tiental gesprekken, die elk nog een eigen titel krijgen. Wat je te lezen krijgt, is niet de dialoog tussen Roek Lips en zijn gesprekspartner, wel een vlot geschreven samenvatting waarbij hij zelf op de achtergrond verdwijnt. Door de aard van de aanpak – verschillende mensen en onderwerpen – zijn de afzonderlijke stukken zeer divers, wat meteen de rijkdom van het boek verklaart. Je leest dingen die je zelf ook al dacht en je wordt geconfronteerd met opvattingen die niet de jouwe zijn (en dat is soms best even slikken). Je wordt als het ware gedwongen om na te denken over de persoon die je wilt zijn. Niet alleen voor jezelf of voor je eigen generatie, maar ook voor de generaties die na jou komen.

Voor wie bereid is om zijn of haar eigen standpunt van een andere kant aan te kijken en geïnteresseerd is in de argumenten van anderen, wacht een spannende gedachtetrein van de moderne leider. Kortom: een heerlijk boek om in te grasduinen en na te denken over de zin van het leven. Want hoewel er van alles op je pad komt, is er altijd een moment waarop je een keuze kunt maken.

 

Theater / Voorstelling

De geest swingt uit de fles

recensie: Stage Entertianment - Aladdin

Een geest die alles tovert wat je maar wenst. Leuk voor een tekenfilm, maar hoe breng je dit op het toneel? De musical Aladdin is het gelukt, want anders dan de naam doet vermoeden, steelt de geest de show.

De musical Aladdin is gebaseerd op de gelijknamige tekenfilm van Disney. De straatrat Aladdin wordt verliefd op prinses Yasmine en met de hulp van een geest probeert hij haar hart te veroveren. De musical vertelt hetzelfde verhaal, alleen enkele details zijn wat veranderd. Zo spelen dieren als het aapje Abu en voorwerpen zoals het kleedje een grote rol in de film en niet in de musical. Abu is nergens te bekennen, het kleedje komt alleen naar voren in het nummer ‘De Wereld wacht’ en Iago is het menselijke hulpje van Jafar geworden.

Arabisch sprookje met Nederlandse tint

Met kleurrijke kostuums en het decor probeert de show ons in Arabië te laten wanen. Dat lukt het grootste gedeelte van de tijd, zeker door de mooie kostuums, maar de erg Hollandse cast leidt hier weleens van af. Gelukkig heeft de show ook veel zelfspot, zo laten ze klompen zien als souvenirtje uit Agraba.

De Nederlandse vertaling van Erik van Muiswinkel is ook erg goed. De Engelse Disneyfilm had natuurlijk al een Nederlandse vertaling, maar de musical is weer hertaald en zit vol actuele grappen. Ook de bekende nummers zijn soms net anders ‘A whole new world’ is in de Nederlandse film ‘Een nieuw begin’ en in de musical ‘De wereld wacht’. De kwaliteiten van Van Muiswinkel als cabaretier klinken ook door in de vertaling, al lijken sommige grappen of verwijzingen aan een deel van het (jonge) publiek voorbij te gaan. Denk aan verwijzingen als ‘zo sterk zijn als Badr Hari’ of ‘Sammy kijkt nooit meer omhoog’.

Van moment naar moment

‘Hebben jullie me gemist?’ vraagt Stanley Burleson als de geest, wanneer hij na ruim 50 minuten na het openingsnummer weer op het podium verschijnt, omdat Aladdin over de fles wrijft. Een terechte vraag, want pas op dit moment met het nummer ‘Vriend als ik’ komt de show echt op gang. De show krijgt elke keer wat vaart als de geest op het podium is.  Dat is erg fijn, maar ook een nadeel, want op andere stukken is de show wat traag. Nummers die eruit springen zijn het openingsnummer ‘Arabische nacht’, ‘Vriend als ik’, ‘Prins Ali’ en het enige goede nummer waar de geest niet in zit: ‘De Wereld wacht’.  In dit laatste nummer stappen Yasmine en Aladdin op het kleedje en vliegen rond in een sterrenhemel, een bijzondere scene op het podium. Ook tijdens de andere genoemde nummers pakt de show groots uit met veel kostuumwisselingen en grootse choreografieën.

Het absolute hoogtepunt is het nummer ‘Vriend als ik’. Alleen al voor dit nummer verdient Aladdin Musical Awards voor kostuumontwerp, decorontwerp, choreografie en de acteerprestaties van Stanley Burleson als geest. Voor Nederlandse musicalbegrippen wordt er enorm groot uitgepakt in het nummer waarin de geest in een gouden grot uit de fles komt en zingt dat Aladdin nog nooit zo’n goede vriend heeft gehad als hij. Hierbij tovert hij van alles tevoorschijn, van eten, tot danseressen en meer. Dit nummer moet je live in het theater gezien hebben, om te begrijpen hoe geweldig het is.

Een gemiste kans ligt er voor de slechteriken Jafar en Iago, hun karakters zijn als slechteriken niet zo goed uitgewerkt. Zo hebbende meeste slechteriken van Disney een geweldig solonummer dat hun karakter vormt, dat is in het verhaal van Aladdin niet het geval. Daarnaast brengt met name Iago (Darren van der Lek) de nodige luchtigheid in de show met zijn niet altijd even geslaagde grappen. Wie ook aan deze luchtigheid bijdraagt is één van de boomlange vrienden van Aladdin, Babkak (Florian Avoux).

Een vergelijking met de musicalklassieker The Lion King lijkt snel gemaakt, maar de twee shows zijn totaal niet te vergelijken. Aladdin heeft een totaal eigen karakter met veel hoogtepunten die laten zien dat je een cartoon ook goed op toneel kan vertolken. Deze musical is een aanrader voor wie wil wegdromen bij een sprookje uit verre landen. Een familiemusical, die je gerust ook zonder kinderen kunt bezoeken.

 

Still the hand of god
Film / Films

Een bont allegaartje van poëtische karakters

recensie: È Stata La Mano Di Dio (The Hand of God) - Paolo Sorrentino
Still the hand of god

In È stata la mano di Dio (The Hand of God) van Paolo Sorrentino maak je kennis met het kleurrijke en rumoerige Napels van de jaren 80. Bij het zien van de eerste beelden van de door de zon verlichte stad, besef je als kijker dat je een wondermooie film tegemoet gaat. Sorrentino maakt deze verwachting waar: È stata la mano di Dio is een parel van een film.

Jongleren met appelsienen

De puber en protagonist Fabietto, wiens volwassenwording aanbreekt, geniet van het samenzijn met zijn ouders en zijn oudere broer. Zijn moeder houdt ervan doldwaze grappen uit te halen en vader is een komiek in wording. Net als het door voetbalgekte geteisterde Napels, zijn Fabietto en zijn familie in de ban van Maradona: de aanwinst van de voetbalploeg Napoli. De voetballer is een mythische figuur in de film die zonder echt in beeld te komen het verhaal toch een beetje stuurt.

Net als in zijn vorig werk – zoals La Grande Bellezza (2013) en The New Pope (serie, 2019-2020), geeft Sorrentino zijn karakters een poëtisch tintje: van moeder Maria die tijdens een dramatische scène jongleert met appelsienen tot de cynische grootmoeder die maniakaal van een druipende mozzarella eet tijdens een familiefeest. En wanneer de ouders van Fabietto steeds een melodietje naar elkaar fluiten om stiekem elkaars liefde en wederzijds begrip te bezingen, weet je dat je naar een film kijkt die in versvorm gefilmd lijkt te zijn.

Een uitnodiging voor een lach en een traan

Sorrentino biedt de kijker een gedicht in filmvorm aan. È stata la mano di Dio is een film die je ontroert en tegelijkertijd laat glimlachen. Deze parel van een film is, door het poëtisch gehalte, een warme uitnodiging om zelf nostalgisch eigen herinneringen op te halen. En net als Fabietto, ben je als kijker verwonderd van al die schoonheid die je te zien krijgt. Met open mond staart hij tante Patrizia aan die hem met ontblote boezem een tedere blik toewerpt.

Er zijn heel wat verwijzingen te vinden naar het werk van Fellini. Net als Amarcord (1973), La strada (1954) of Satyricon (1969) van Fellini is È stata la mano di Dio bevolkt door een bont allegaartje van zowel typerende en carnavaleske, als poëtische en diepgaande figuren. Tijdens het wachten op zijn broer voor een auditie voor een film van Fellini, komt Fabietto zelf tussen typische ‘Felliniaanse’ figuren terecht die zopas het theater lijken ontvlucht te zijn.

Zuppa di latte

Sorrentino levert met È stata la mano di Dio een warme, huiselijke film af vol met lyrische en cinematografische verzen die zowel het alledaagse als de donkere kant van het leven bezingen. Een film even warm als een verse mok zuppa di latte van mama aan de keukentafel.

 

Boeken / Fictie

Een sterk doortrokken maatschappijkritische houding

recensie: Prachtige wereld, waar ben je – Sally Rooney
Pixabay

Prachtige wereld, waar ben je is een boek dat naadloos aansluit bij Sally Rooneys eerdere werk: we vangen weer een glimp op van haar generatie. Er wordt getinderd bij de vleet, appjes bepalen de stemming van de dag en geen enkel hoofdpersonage schuwt een gesprek over politiek of klimaat. Hoewel Rooney hetzelfde trucje toepast (lees: ongeveer hetzelfde soort type hoofdpersoon met eenzelfde soort levenshouding, dezelfde setting (Ierland), dezelfde soort intellectuele gesprekken), is haar boek geenszins saai of vervelend. Integendeel.  

Huisje, boompje, Tinder

Twee vriendinnen verbonden door één passie: literatuur. Daar waar Alice veel roem heeft vergaard met twee romans, moet Eileen het stellen met een onderbetaalde baan bij de redactie van een literair tijdschrift. Alice kan niet bepaald genieten van alle aandacht die haar toekomt. Onmachtig om zich te weren tegen roddel en achterklap en overmatige belangstelling, belandt ze in een psychiatrische kliniek. Na haar inzinking verkast ze naar de Ierse westkust en onderhoudt ze contact met haar vrienden via de mail. De e-mails naar Eileen staan bol van de heimelijke verwijten, verslagen over seksuele verhandelingen en filosofische overpeinzingen. In deze e-mails tonen de twee twintigers zich als toonbeelden van hun generatie: enerzijds peinzend over grote politieke en milieugerelateerde vraagstukken en anderzijds vol twijfels over de nieuwe vangsten op Tinder.  

Al snel blijkt dat beiden aan het begin van het boek tegen hun bijna dertigste levensjaar opkijken en dat het burgerlijke ‘huisje, boompje, beestje’ een ver-van-hun-bed-show is. Na haar break-up met Aidan, hangt Eileen – meer dan ze het zelf zou willen toegeven – angstvallig vast aan haar vriendschap met de veel oudere Simon, een oude jeugdvriend. Al jaren smacht ze stiekem naar deze knappe, lange vent met een aureool van blonde krullen om zijn hoofd. Intussen datet Alice erop los met de wel erg directe Felix, die zowel oog heeft voor de knappe vrouwen als mannen in de wijde omtrek. Hoewel Felix de ene na de andere gemene opmerking tegen Alice maakt, lijkt Alice de rode vlaggen niet te willen zien en zet ze haar gekrenkte trots opzij. Tegen beter weten in, nodigt ze Felix uit om haar te vergezellen naar Rome. Een gedurfde zet in hun prille ‘relatie’ of zelfsabotage van Alice? 

Autobiografisch?

De vraag die onvermijdelijk naar boven komt, is de volgende: zou Alice een alter ego van Sally Rooney kunnen zijn? Sally Rooney die net als Alice ook twee boeken heeft geschreven en een ongelukkige tijd doormaakte in haar voormalige woonplek New York. Gelukkig bleef een inrichting haar bespaard, maar – autobiografisch of niet – Rooney wil wel korte metten maken met de gedachte dat een geslaagde schrijver zijn altijd een pretje is. 

Rooney neemt dit keer nog meer afstand tot haar hoofdpersonages. Er is namelijk een ‘beperkte’, alwetende verteller aan het woord, die jammerlijk genoeg niet kan doordringen tot de gedachtes van Eileen, Alice, Simon en Felix. Enkel aan de onderlinge dialogen is af te lezen hoe zij zich tot elkaar verhouden. Nimmer tonen ze daadwerkelijk hun binnenwereld, behalve aan het einde van het verhaal. Dan zijn de emoties, waarvan we soms geen weet hadden, zo erg opgekropt dat dit leidt tot grote uitbarstingen. Dan verworden de ‘intellectuele’ jongeren tot mensen van vlees en bloed en verstommen de intellectuele gesprekken en maatschappijkritische geluiden om plaats te maken voor gesprekken over verwachtingen, onzekerheden en geluk. Zo lijken ze beiden een soort vervroegde ‘midlife-crisis’ mee te maken. Ze zijn ontevreden met hun huidige leven en lijken niet per se de beste oplossingen voorhanden te hebben om dit te kunnen veranderen. 

Observerende schrijver

Ondanks dat iedere pagina riekt naar hoogdravende, literaire pretenties (zo’n koele, observerende schrijfstijl en ethische, doordachte vragen vloeien niet zomaar uit je pen), is het een boek waar je met een prettig tempo doorheen raast. Rooney is een goede observator en biedt ons voornamelijk ellenlange beschrijvingen in plaats van dialogen. Haar afstandelijke manier van schrijven maakt het soms lastig om dichter tot de personages te komen. Ter illustratie: 

Om tien voor halfeen op een woensdagmiddag zat een vrouw achter een bureau in een gedeelde kantoorruimte in het centrum van Dublin door een tekstdocument te scrollen.

Toch geven dit soort observaties het boek ook een hoog waarheidsgehalte. Het lijkt echt alsof Rooney soms alleen maar optekent wat ze in het echt heeft waargenomen. Alsof Eileen en Alice daadwerkelijk bestaande vriendinnen van haar zijn, wier levensloop zij opschrijft. Een gemankeerde vriendschap: de vriendinnen durven alleen via e-mails openhartig te spreken over hun leven. Zelfs over seks. De boodschap luidt: seks staat zeker niet garant voor de liefde of het verkrijgen van een gelukzalige liefdesrelatie. Seks wordt gedegradeerd tot een leuke activiteit voor friendswith-benefits. Hoe geïnteresseerd ze ook lijken in die e-mails, opmerkelijk genoeg bellen de twee vriendinnen Eileen en Alice elkaar nooit. Beiden lijken zich te verstoppen achter de woorden van hun e-mails. 

Een droefgeestig gemoed

Tot slot, de titel. Gedurende het gehele verhaal zijn de vier hoofdpersonages naarstig op zoek naar manieren om het leven weer plezierig en aangenaam te vinden. Ze zoeken naar schoonheid in een wereld die wordt getergd door discriminatie, kapitalisme en ongelijke kansen. Aan het einde lijkt ieder personage een stukje van die schoonheid te hebben teruggevonden, maar blijven ze vrij pessimistisch van aard. Hetzelfde zou je kunnen zeggen voor de schrijfster, wier bedrukte stemming behoorlijk voelbaar is in dit verhaal. Tenminste, dat is een grote aanname die met verscheidene buitentekstuele informatie gestaafd zou kunnen worden. De vraag is of Rooney zich straks voor de vierde keer waagt aan een roman over worstelende, niet-heel-veel-zeggende hoofdpersonages in een wereld die hen teleurstelt óf voor de verandering eens kiest voor personages die meer berusten in hun lot en zoveel mogelijk plezier proberen te maken in het leven. 

Theater / Voorstelling

Klein dorp met groot hart

recensie: Medialane - Come From Away

Come from away  wordt ook wel ‘de 9/11 musical’ genoemd, omdat het over de nasleep van deze aanslagen gaat. De musical is veel meer dan dat en vertelt op dynamische wijze een actueel en hartverwarmend verhaal.

Op 11 september 2001 wordt na de aanslagen het Amerikaanse luchtruim dichtgegooid. Alle vliegtuigen boven de VS worden omgeleid, dit heeft grote gevolgen voor het Canadese dorpje Gander in Newfoundland. Het is een dorpje van een paar duizend inwoners en er worden meer dan dertig vliegtuigen, met in totaal duizenden reizigers, naar omgeleid. De ‘vliegtuigmensen’ zitten daar een aantal dagen vast en worden op gevangen door de ‘eilanders’. Hoe zal dit uitpakken? Come from away vertelt dit hartverwarmende verhaal waarin mensen in een noodsituatie elkaar helpen.

Actueel verhaal over een historische gebeurtenis

Het Canadese schrijversduo Irene Sankoff en David Hein reisde op 10 september 2011 af naar Gander om dit bijzondere verhaal op te schrijven. Tien jaar na de gebeurtenis was er namelijk een reünie van mensen die betrokken waren bij het opvangen van de ‘vliegtuigmensen’ en de ‘vliegtuigmensen’ zelf. Irene en David hebben allerlei persoonlijke verhalen verzameld en opgeschreven. Uiteindelijk vormen deze persoonlijke verhalen de basis voor de musical Come frome away.

Naast dit bijzondere waargebeurde verhaal, is het aspect dat de musical niet één hoofdpersoon heeft, maar heel veel personages, erg bijzonder. Over het algemeen is de voorwaarde voor een goed verhaal minimaal één hoofdpersonage waar het publiek zich mee kan identificeren. De musical vertelt het verhaal van de ‘eilanders’ die de ‘vliegtuigmensen’ opvangen. Stuk voor stuk identificeer jij je als publiek met de verschillende mensen. Zo zijn er de Amerikaanse Diane en Britse Nick, die verliefd op elkaar worden, is er de trotse vrouwelijke pilote die haar emoties probeert te onderdrukken en is er het koppel Kevin en Kevin, dat wil verbergen dat ze gay zijn.

De aanslagen van 11 september hadden vorig jaar hun 20-jarige gedenkdag, toch vertelt Come from away een verhaal dat actueler is dan ooit. Hoe gaat men om met een internationale ramp? De dorpsbewoners van het kleine Gander weten niet wat hen overkomt, als duizenden vliegreizigers onderdak nodig hebben. In deze noodsituatie komt een gevoel van saamhorigheid in de mensen naar boven en maken ze het beste van de situatie.

Een dynamisch geheel

Alles in de musical loopt goed in elkaar over: elke acteur speelt meerdere personages, deze wisselingen zijn duidelijk en dialoog loopt over in muziek en vice versa. Bovendien ondersteunt het decor deze dynamiek, doordat het de vorm heeft van een Romeinse theaterarena. Afwisselend zitten en staan de ‘vliegtuigmensen’ en de ‘eilanders’ in de arena.  Alle acteurs spelen meerdere rollen. Zo speelt Frank van den Hengel Kevin, de ene helft van het homokoppel, en Ali, de islamitische passagier die behoorlijk gewantrouwd wordt. Als publiek ben je geen moment in verwarring door al deze dubbelrollen en dat komt vooral door de goede staging en choreografie van Daan Wijnands.

Daarnaast lopen tekst en liedtekst in elkaar over en  op geen enkel moment is dit geforceerd. Bovendien is de muziek mooi gearrangeerd, met instrumenten en melodieën die niet vaak in musicals voorkomen. Zo bespeelt muzikaal leider Rosite van der Woude verschillende instrumenten en ze heeft zelfs speciaal voor de show een soort accordeon leren bespelen. Daarnaast komt er ook een bekend Newfoundlands volkslied in voor en horen we Ierse invloeden.

Come from away is dus niet alleen een mooi verhaal, de musical steekt ook nog eens erg goed in elkaar. Doordat alles zo dynamisch in elkaar overloopt zijn er geen personages of momenten die eruit springen, het gaat echt om de musical in zijn geheel. Alles is goed op elkaar afgestemd en ondanks dat het verhaal begint met een ramp, is het toch hartverwarmend verhaal dat focust op de positieve daden van mensen. Een kennismaking met deze nuchtere ‘eilanders’ op hun ‘rots’ in deze niet zo traditionele musical is zeker de moeite waard.

Leestip: meer weten over hoe een musical tot stand komt? Lees dan de special over het musicalcollege van Come from away.

Muziek / Concert

Mahler in een twijfelachtig jasje

recensie: Symphonic Cinema - The Echo of Being

Kun je muziek verfilmen? Die vraag vormt het uitgangspunt van Symphonic Cinema, een concept bedacht door filmmaker Lukas van Woerkum. In plaats van bestaande beelden te ondersteunen met muziek werkt hij omgekeerd, en probeert zo iconische klassieke muziekstukken te visualiseren en tot leven te wekken. Maar lukt hem dat ook?

Een gezin – moeder, vader, dochter – ploegt zijn weg door de sneeuw, de dochter duidelijk ziek en vermoeid. Ze zijn op weg naar een afgelegen huisje aan de rand van een bergmeer, zodat hun dochter er haar laatste adem kan uitblazen. Deze beelden vormen de openingsscenes van The Echo of Being (2020), het jongste Symphonic Cinema-project. Het verhaal is losjes gebaseerd op het leven van Gustav Mahler, een van de belangrijkste laat-romantische componisten uit de negentiende eeuw. Mahlers jongste dochter overleed op jonge leeftijd, en dit dramatische feit zette van Woerkum aan het schrijven. Een biopic is het echter niet geworden: The Echo of Being speelt zich af in het hier en nu en vertelt een modern, fictief verhaal over het verlies van een kind. In deze film winnen de beelden het van het plot: in plaats van een complex verhaal heeft van Woerkum gekozen voor emotieve beelden die het verdriet van de ouders en de spiritualiteit van de dood illustreren. De film belooft een reflectie op het leven, de dood, en alles daarna. 

Psychedelische beelden

Op het podium van de Grote Zaal in TivoliVredenburg staat het gerenommeerde twaalfkoppige New European Ensemble in een sober decor met op de achtergrond enkel een filmscherm. Naast het orkest neemt van Woerkum ook zelf op het podium plaats: hij synchroniseert namelijk live de film met de muziek zodat beeld en geluid precies overeenkomen. Om te vermijden dat de film de muziek zou inhalen, worden de filmscènes afgewisseld met caleidoscopische beelden die een beetje aan een cliché weergave van een LSD-trip doen denken. De abstracte beelden staan in schril contrast met de winterse taferelen waar de kijker op wordt getrakteerd – zo mooi dat je haast David Attenborough’s stem op de achtergrond verwacht. Later wordt duidelijk dat de psychedelische overgangen de binnenkant van een steen moeten voorstellen, waar de dochter tot aan haar dood gehecht aan was. Toch rijst de vraag of er echt geen betere keuze voorhanden was- de schreeuwerige kleuren werken afleidend en dragen weinig bij aan het verhaal.

Sentimentele clichés

Het bijzondere concept van Symphonic Cinema is ook buitenlandse acteurs niet ontgaan en de cast is dan ook zeker niet de minste. Zo wordt de vaderrol vertolkt door de Britse acteur Greg Wise, bekend van onder andere Sense and Sensibility (1995) en The Crown. Amira Casar, die de moeder speelt, vergaarde faam na haar rol in Call Me By Your Name (2017). Helaas maken goede acteurs niet altijd een goede film: de cast doet zijn uiterste best op de perfect uitgevoerde symfonieën van Mahler, maar toch doet het geheel eerder sentimenteel dan ontroerend aan. De vader die met zijn zieke dochter door de kamer danst terwijl de moeder mistroostig toekijkt van achter het raam, of een woedeaanval van de moeder terwijl de sneeuw met dikke vlokken naar beneden valt – de clichés stapelen zich op. Dat is jammer, want het is ongetwijfeld een knappe prestatie om een verhaal te vertellen zonder dialoog. Wat wél werkt is de combinatie van muziek en natuur: de bijna buitenaardse beelden van de bevroren Dolomieten vullen de muziek zo goed aan dat het bijna lijkt alsof Mahler het zelf zo bedacht heeft.

De klassieke muziek was op zoek naar nieuwe, moderne concertvormen en je moet het van Woerkum nageven: die heeft hij zeker geboden. The Echo of Being had alle ingrediënten om te slagen: een goed orkest, een internationale topcast en schitterende beelden, maar slaat toch nét de plank mis. Kun je muziek verfilmen? Aan het concept en de bereidheid zal het niet liggen, dus wellicht lukt het van Woerkum in zijn andere films beter.

Theater / Voorstelling

Humor met een roze glitter strik

recensie: The Book of Mormon

De makers van Southpark die een musical maken over het Mormoonse geloof. Het klinkt als een absurde grap uit de animatieserie zelf, maar niets is minder waar. The Book of Mormon is een wervelwind van een musical, die gegarandeerd staat voor heel wat gelach. Momenteel staat de Engelstalige versie van de musical in Carré.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, in de volksmond de mormonen, staat centraal in deze hilarische musical. Twee elders (net volwassen mormonen die op zending moeten) worden op missie gestuurd naar Oeganda, waar zij de bevolking moeten bekeren tot het geloof. Die bevolking blijkt erg koppig en druk bezig met andere belangrijke zaken. Dit leidt tot allerlei misverstanden en uiteindelijk tot massale bekering.

Bespottende maatschappijkritiek

De musical drijft de spot met alles: het Mormoonse geloof, andere musicals en het stereotype beeld dat mensen hebben van Afrika. Bovendien maakt het allerlei alledaagse situaties belachelijk en is er veel maatschappijkritiek. Een voorbeeld is de overdreven vrouwelijke homoseksuele mormoon die ‘Turn it off’ zingt over zijn verboden gevoelens. Ook speelt hij een hoofdrol in ‘Spooky Mormon Hell Dream’ tussen Djengish Kahn en Hitler. De grappen die gaan over zin seksuele geaardheid zijn totaal niet politiekcorrect, maar ze zijn wel hilarisch en ook zeer maatschappijkritisch. De musical is razendsnel: flauwe ‘poep en plas humor’ wisselt af met goed gevonden grappen en veel ironie, waar veel dubbele lagen in zitten. Een dubbele laag zit bij voorbeeld in hoe de reis naar Afrika uitgebeeld lijkt te worden met een show die erg op The Lion King lijkt. Dit is kritiek op deze musical, racisme én het cliché beeld dat de meeste mensen hebben van Afrika.

(C) Julieta Cervantes

Elder Cunningham (Conner Peirson) en Elder Price (Robert Colvin) hebben een goede chemie, of beter gezegd ‘anti-klik’, op het podium. Price is de perfecte populaire Mormoon die denkt dat de wereld om hem draait, Cunningham is zijn tegenpool en wordt wonder boven wonder juist succesvol. De toon voor hun vriendschap wordt duidelijk gezet in het nummer ‘You and me (but mostly me)’, waarin duidelijk wordt dat Price in Afrika de show moet gaan stelen en Cunnningham slechts een hulpje is. Vooral de vertolking van Conner Peirson valt op, met bijna elke (on)subtiele beweging zorgt hij voor lachsalvo’s.

Hoogstaande internationale kwaliteit

The Book of Mormon drijft ook de spot met het medium musical, vooral door zeer groots uit te pakken. De musical zit vol grote dansnummers, waarbij het grote ensemble choreografieën danst die doen denken aan grote musicalklassiekers. De musical voldoet aan alle eisen van een klassieke musical: grootse choreografieën, regelmatig kostuumwisselingen, veel zang en gevarieerde decorwisselingen. Het drijft de spot, maar is op zichzelf een perfecte musical van hoge kwaliteit. Bovendien past de inhoud natuurlijk niet in het stereotype beeld dat mensen hebben van musicals: zoetsappige liefdesverhaaltjes. De musical zit namelijk vol harde humor en gescheld.

In het kader van de serie Broadway in Carré  werd de Engelse versie van The Book of Mormon in 2019 naar Carré gehaald. Naar aanleiding van dit succes draait de musical nu weer drie weken in Carré. In de jaren daarvoor speelden onder andere de internationale versies van Sunset Boulevard en The Courious Case of the Dog in the Night-time kort in Carré. Een jonge traditie die hopelijk nog lang blijft bestaan, want deze hoogstaande grootse musicals hebben we zelden in Nederland. Er wordt nergens op bezuinigd: de ensembles zijn bestaan uit veel dansers en met kostuums en decor wordt ook groots uitgepakt. Bovendien is het erg leuk om zulke stukken eens in het Engels te zien, want dat is vaak toch de vorm waarin je de muziek al kent.

The Book of Mormon is een musical die iedereen belachelijk maakt, maar niemand beledigd. Na de voorstelling stonden er buiten Carré zelfs een paar Mormonen hun geloof te verspreiden. Kortom, deze musical is een must-see voor iedereen: of je nu van musicals houdt of ze haat, of je Southpark kijkt of niet, of je nou gelooft of niet!

 

 

Boeken / Fictie

Een fleurige doorsneeroman

recensie: De Jasmijnvilla – Elena Conrad
pixel2013 via Pixabay

Kan een vakantiebestemming zoveel indruk maken dat je ervoor in de pen wilt klimmen? Jazeker! Auteur Elena Conrad schreef over haar favoriete vakantieplek: de Ligurische kust. Zoals de titel, De Jasmijnvilla, al doet vermoeden gaat het eerste deel van de Jasmijnserie over een prachtige villa met een jasmijn- en olijfboomgaard. De bewuste villa wordt geërfd door een Duitse, alleenstaande jonge vrouw die zich laat inpalmen door haar sexy buurman. 

Vlinders en vlegels

Hoe rechttoe rechtaan kan een verhaal zijn: advocate in spe, Giulia Zeidler, krijgt onwerkelijk slecht en mooi nieuws op één dag. Haar opa, Enzo Martini, is eenzaam en alleen overleden en heeft aan zijn dochter Giuseppina Zeidler (Giulia’s moeder), zijn villa in Italië achtergelaten. Giuseppina – ‘Pina’ – wil echter niets weten van haar riante erfenis. Niet voor niets heeft ze haar thuisland jaren geleden ontvlucht om in het huwelijksbootje te stappen met de Duitser Robert Zeidler. Van contact tussen Pina en haar vader Enzo was geen sprake. Giulia vindt het maar vreemd en wil dolgraag een kijkje nemen op het landgoed van haar grootvader. Moedwillig neemt ze een tijdje vrij van werk en stapt in haar Twingo naar Levanto. Aldaar wordt ze met een zeer sceptische blik verwelkomd door Fulvio en Loretta, een echtpaar dat haar grootvader tot aan zijn laatste adem heeft geholpen met het runnen van het landgoed. Giulia weet hen gaandeweg in te palmen en te verzekeren van haar goede zaak: ze wil de villa koste wat kost opknappen.  

Niet alleen haar nieuwe missie bezorgt haar veel vlinders in haar buik. Ook de knappe buurman, Marco Signorello, zorgt voor een zekere opleving en blozend gelaat. Jammer dat Marco’s vader Alessandro al meteen zo’n grote aversie tegen haar heeft. Komt het doordat ze zoveel uiterlijke overeenkomsten vertoont met haar moeder Pina en haar aanblik al zijn diep weggestopte herinneringen naar boven haalt? Marco’s ‘aartsvijand’ Paolo Messi is tenminste wél in Giulia geïnteresseerd. Iets te veel, tot grote ergernis van Marco. Of aast Paolo – als de gewiekste makelaar die hij is – op de villa van wijlen haar grootvader? Ondertussen probeert hij ook Alessandro zijn huis en haard afhandig te maken. 

Voorspelbaar plot en een beperkte woordenschat

Drama alom, dus. Conrad weet genoeg intrige te kweken voor haar debuutroman. Ze lijkt de kunst te hebben afgekeken bij andere romanschrijfsters en haar plot is dan ook tamelijk voorspelbaar: iedere uitkomst in dit verhaal ligt in de lijn der verwachting. Conrads stijl is direct. Van haar hoef je geen gedetailleerde beschrijvingen te verwachten en ze heeft een tamelijk beperkte woordenschat die ze tentoonstelt. Dat maakt dat het verhaal heel toegankelijk is voor een breed lezerspubliek. Ook het feit dat ze zo weinig personages laat opvoeren in het verhaal, maakt dat het boek heel goed te volgen is. Jammer genoeg valt er weinig te lachen: de dialogen zijn vrij ernstig. Niet alleen de gesprekken tussen Alessandro en Giulia, maar ook die tussen Marco en Paolo en zelfs die tussen Giulia en haar moeder zijn behoorlijk negatief van aard. Een lachje kan er zeker niet af. Het boek is dus niet ‘luchtig’ te noemen, eerder een tikkeltje droefgeestig. Vooral als Laura, de zus van Marco, haar intrede doet in het verhaal. Ze is erg ziek en vreest voor de zorg voor haar negenjarige dochter Aurora… 

Dertien-in-een-dozijn-serie

Dit boek is zeker een aanrader voor lezers die houden van romantiek ten top. Lezers die houden van mooischrijverij en verrast willen worden door een indrukwekkende schrijfstijl, kunnen deze ‘dertien-in-een-dozijn-roman’ het beste links laten liggen. Er zijn genoeg Duitse collega-schrijvers die iets meer imponerende boeken op hun naam hebben staan. Neem een Anne Jacobs of Corina Bomann: met hun trilogieën kan Conrad zich niet meten. Het werk doet eerder denken aan dat van Paula Stern, die de Koffietrilogie schreef. Het lijkt bijna een soort trend: vrouwelijke schrijvers die zich wagen aan het schrijven van een trilogie en die vervolgens ophangen aan een zoetsappige naam: de Chocoladevilla-serie (Maria Nikolai), de Café Engel-serie (Marie Lamballe) en de Kleuren van schoonheid-serie (Corinna Bomann) kwamen dit jaar al eerder voorbij. Deze nieuwe serie, de Jasmijnserie, zet de traditie voort. Conrad lijkt de zoveelste schrijfster te zijn die haar romannetje wil opdelen in drie aparte verhalen. Ze heeft daartoe gekozen voor een toereikend aantal ingrediënten: wie La Bella Italia mixt met een knappe buurman, een wantrouwende omgeving en zon-, zee- en ziekenhuistaferelen, weet dat er genoeg drama op haar bordje komt.  

Hoe voorspelbaar het plot ook mag zijn en hoe sterk je ook het idee krijgt dat je dit verhaal al eerder voorbij hebt zien komen in boekvorm of in de gedaante van een serie of film: het verhaal lees je heerlijk weg op een zonnige dag. Voor even waan je je in de prachtige boomgaard in Levanto, wetend dat er een appetijtelijke Italiaan rondloopt die alles voor je overheeft. Ach, je kunt het slechter treffen…