Muziek / Reportage
special: MOMO 2022 Rotterdam

5 tips voor Motel Mozaïque 2022

Motel Mozaïque. Het kan een beetje hectisch zijn voor degene die Rotterdam niet in zijn broekzak heeft zitten. Waar ligt in vredesnaam Roodkapje? Wat is WORM? Wie zijn al die artiesten? Verslaggevers Rose Heliczer en Priya Wannet doken voor je in het diepe en kwamen met een best-of Motel Mozaïque 2022.

Het was niet makkelijk kiezen. Duikel je binnen in kerk Arminius voor een intiem concert met Belgisch nu-folktalent Meskerem Mees, loop je halverwege weg om toch naar Rotown te gaan voor Britse ontdekking Katy J. Person en krijg je beide concerten maar half mee? Misschien. Maar als je eenmaal in het festivalwezen geland bent en eens een keer stil blijft staan krijg je de muzikale wind van voren.

Famous

Bij de band Famous, bijvoorbeeld: de driekoppige formatie die tot nu toe vooral beroemd is in de Londense underground scene. De zanger, wiens naam redelijk lastig te achterhalen is als je op “famous band London” zoekt, schudt handen met het publiek tijdens de soundcheck. “Nice to meet you”, zegt hij. Een beleefde opening voor iemand met teksten als “I wish I was dead or at least in someone elses head”, of: “I wake up dead in my bed while she wakes up next to somebody else”. Een nerveuze muzikale rant over liefde, dood, en alle random associaties die erbij horen. Klinkt als een distorted versie van Bright Eyes meets Joy Division.

Grooves in de kerk

De grootste verrassing kwam echter van Goya Gumbani, bijna gemist door het spektakel in Rotown. Maar voor degene die onmiddellijk na Famous haar tas greep om naar de kerk Arminius te marcheren lukte het nog nèt om een kwartier mee te pakken. Nogmaals: enigszins jammer van de programmering, want het is een verademing om na de goede, maar intense wanhoopsact van Famous, in deze groove van Gumbani te vallen. De Londense rapper met New Yorkse roots brengt een live-band mee. Ze weten een warme, ontspannen sfeer te creëren, waarin de ease in de stem van Gumbani goed tot zijn recht komt.

Mirjam Manusama

Op zaterdag gaan we langs bij de Rotterdamse ontwerper Mirjam Manusama die met haar slow fashion label Manusama Nuance taboes rondom genderstereotypen wil doorbreken. Zodra je de donkere ruimte van het Ubik Theater binnentreedt wordt je aandacht meteen getrokken naar een groot scherm. Hierop zijn twee dansers te zien die in vloeiende cirkels om elkaar heen bewegen. De kleding valt prachtig over hun lichamen en samen lijken ze met elkaar te versmelten. Na de bewegende beelden volgt de rest van Manusama’s collectie op de paspoppen: een serie Japanse kimono’s die opvallen door hun minimalistische eenvoud. De tassen die ze speciaal voor deze collectie heeft ontworpen zijn met kettingen aan het plafond opgehangen. Ook ligt her en der de vloer bezaaid met houtsnippers wat de eenvoud van haar design nog eens extra benadrukt.

“Sioh Maluku”

Van Mirjam Manusama gaan we naar de Arminiuskerk voor de Molukse familie Lekranty-Lo’ko. Meteen vanaf het begin is het concert een puur spektakel: de familie komt gezamenlijk op met dansers. De dansers gekleed als molukse krijgers slaan hun stokken tegen elkaar en maken sierlijke bewegingen. Vanaf de kerkbanken beginnen mensen enthousiast mee te klappen en te joelen. Echter slaat de stemming direct om zodra de dansers de vloer verlaten en de band begint te spelen. “Sioh Maluku” (NL: O Moluku) klinkt door de zaal, die onmiddellijk stilvalt. Ons vaderland Maluku. Zo ongelofelijk mooi gezongen, dat het kippenvel tot op je enkels staat. 

VACUUM

De naam zegt het al: VACUUM. Luchtledig, zonder sturing of duidelijk doel. Bijna een uur lang kijk je naar een video waarbij beelden zich langzaam lijken te vervormen. Je hebt geen idee waar je naar zit te kijken. In de beschrijving lees je alleen maar: ‘een concertervaring die allesbehalve typisch is’. Nou dat hebben we geweten. De voorstelling begint met een dansperformance waardoor je als toeschouwer meteen al op het verkeerde been wordt gezet. Want zodra de danser uit beeld is gekropen start er een ellenlange beeldmontage. De muziek is voortdurend op de achtergrond te horen en geeft de voorstelling een extra dimensie. Al met al een zeer bijzondere en geslaagde voorstelling die het zeker waard was te bezoeken. 

 

En zo kunnen we natuurlijk nog pagina’s volschrijven over het overvolle festivalprogramma. Er is zoveel te zien en te beleven. Voor wie de “Early Bird” tickets voor de volgende editie al in huis heeft en niet zo bekend is met Rotterdam: huur een OV- fiets! Sommige locaties liggen ver uit de buurt en de programmering is behoorlijk strak. Afgezien daarvan was Motel Mozaïque ook dit jaar weer een zeer geslaagd en divers festival. Wij kijken alvast uit naar de volgende editie!

Muziek / Album

Patchwork indie sound

recensie: Indie-update vol. 8 Jake Xerxes Fussell, Lady Wray, Imarhan
patchwork sfeerbeeldhttps://unsplash.com/photos/1ladsTZC_vA

In deze achtste editie van de indie-update hebben we aandacht voor een grote verscheidenheid aan muziek. De singer-songwriter Jake Xerxes Fussell linken we hier aan de soul van Lady Wray, om met de woestijnrock van Imarhan af te sluiten. Het is als patchwork deze deken van indie sound.

De verbinding tussen de drie albums is ongetwijfeld de hoge kwaliteit naast de toegankelijkheid van de muziek. De drie albums ademen een grote mate van vakmanschap uit, hunkerend om door een groter publiek omarmd te worden. Het gevaar van zo’n stap is dat de commercie zou kunnen toeslaan, wat creatieve ontwikkeling zou kunnen remmen.

Jake Xerxes Fussell

Het album Good and Green Again van Jake Xerxes Fussell voelt al bij eerste beluistering als thuiskomen bij een goede bekende. Het openingsnummer ‘Love Farewell’ grijpt de luisteraar direct bij de schouder om je mee te voeren in deze belevenis. Hoe dat komt, is gedurende het beluisteren van dit fraaie album eenvoudig te duiden. De vergelijkingen met één artiest is niet te maken. Wel horen we referenties aan Townes van Zandt, Bill Callahan, een vleugje John Hiatt en Xavier Rudd. Niet de minste namen als je dat zo leest.

In het laatste nummer ‘Washington’ kunnen we door de toevoeging van blazers niet om een vergelijking heen met het album Pet Sounds van The Beach Boys / Brian Wilson. Een wonderlijke, maar heerlijke cocktail weet Fussell ons voor te schotelen. Dat muzikale brein van uw recensent maakt overuren met al die referenties. Heeft Fussell dan geen eigen geluid? Jawel, met al die referenties weet deze singer-songwriter op zijn vierde album juist heel erg dichtbij zichzelf te blijven met werkelijk prachtige liedjes. Zijn stem doet dan wel aan velen denken, maar heeft juist daarom zijn eigenheid. Muzikaal straalt het album een enorme rust en schoonheid uit die je vaak doet verlangen om deze cd op te zetten.

Het is overigens het eerste album van Fussell geheel gevuld met eigen composities. Dat belooft nog wat voor de toekomst. Het is waarschijnlijk een album dat we aan het einde van het jaar zullen herinneren bij het opstellen van een lijstje met de beste albums van 2022.

Lady Wray

Feitelijk leek dit album van Lady Wray veel eerder te verschijnen. De song ‘Piece of Me’ verscheen als single al in 2019. Nu is er pas het volledige album met dezelfde titel. De volledige naam van deze zangeres is Nicole Monique Wray. Ze nam de tijd om haar album af te maken. Het moederschap stond tussen die eerste single en het verschijnen van Piece of Me. Het album leunt sterk op de soul traditie, maar heeft toch genoeg van jazz en een dreigende hang naar hip hop zodat je bij het luisteren van het openingsnummer ‘I Do’ alle kanten op wordt geslingerd.

Het is te makkelijk om het album de R&B hoek in te duwen. Het album beweegt meer richting de echte soul waar ook Amy Winehouse te vinden was. De productie voelt lekker droog en is daarmee meer retro dan mening R&B act. Voor een vergelijking met Aretha Franklin komt Lady Wray wat bezieling te kort in haar zang, maar de sfeer in bijvoorbeeld ‘Come On In’ kan hier wel gesitueerd worden. Het album voelt als een groeibriljantje dat rondjes moet maken in cd-speler.

Imarhan

De Algerijnse woestijnrock van Imarhan straalt met dit derde album een compleet nieuwe dimensie van rust uit. De band nam Aboogi op in de eigen studio die ze bouwden gedurende coronapandemie. De uitwerking van het virus in de wereld en creëren van een eigen plek heeft op de band veel invloed gehad. De akoestische benadering van de muzikale roots heeft gezorgd voor een bijzonder album dat de warmte en kalmte uitademt van de woestijn.

De band heeft samen met de voorman van Tinariwen, Abdallah Ag Alhousseyni, een fijn woestijnblues ofwel ‘Assouf’ album gemaakt. Woestijnblues is een wat lome blues met vooral wat invloeden van Afrikaanse muziek toegevoegd. De gastbijdrage van Mohamed At Itlale (AKA Japonais) en het gezang in ‘Taghadart’ van de Soedanese zangeres Sulafa Elyas stuwen de kwaliteit alleen maar op. Het laatstgenoemde nummer is misschien wel de parel van het album. Met dit laatste willen we de rest van de composities zeker niet tekortdoen.

Aboogi is een album dat je al in de uitloper van de winter doet verlangen naar een warme hete zomer waar de loomheid van de woestijn je tempo doet laten zakken. Toch nodigt Imarhan met haar muziek je uit om actief te luisteren, te beleven en de elf composities te doorgronden. Zelfs als je de taal niet machtig bent is het muziek vol zeggingskracht dankzij de rustige en doordringende sfeer die wordt geschapen en het ritme dat meermaals de stuwende kracht is.

LAVALU
Muziek / Album

LAVALU lanceert nieuw album ‘Earthbound’

recensie: Earthbound - LAVALU
LAVALU

Vrijdag 8 april presenteerde de Arnhemse zangeres en pianiste LAVALU (Marielle Woltring) haar nieuwe album Earthbound in het Amsterdamse Concertgebouw. Het derde en tevens ook het laatste deel uit de Rise-trilogie die maar liefst zes jaar duurde. Op Earthbound is ze voor het eerst te horen in trio-formatie samen met altvioliste Roos Tuenter en cellist Paul Rittel.

Soms lopen dingen anders dan gedacht en sta je ineens met je voeten in de modder. Al ploeterend door het drassige moeras zak je steeds verder weg in een bodemloze put. Marielle Woltring (1979), beter bekend onder haar artiestennaam LAVALU, ging een periode van stilstand door die ze moest zien te verwerken in combinatie met een burn-out. Haar hele leven was ze gewend om altijd maar te vliegen. Altijd maar te presteren. Tot het moment dat haar vleugels afbraken en ze zichzelf ter aarde zag storten. Het besef kwam dat het zo niet langer verder kon. Met Earthbound laat ze die periode van onrust achter zich. Ze richt zich nu op de toekomst. Waarvan ze zelf zegt dat ze die neemt zoals het komt: ‘Je kunt in het leven wel een glitterpak aantrekken, maar uiteindelijk sta je toch met je poten in de modder’.

Zachte kracht

Door het toevoegen van zang zorgt Woltring er voor dat Earthbound niet alleen een klassiek album is, maar ook een popalbum. Met zachte, kwetsbare zang brengt ze haar muziek en diepe betekenisvolle teksten. Zo zingt ze over teleurstellingen op een manier die gevoelig maar nooit droevig overkomt. Ze nam de meeste liedjes thuis op, in haar woonkamer. Die intimiteit voel je in bijvoorbeeld het bloedstollend mooie Your Hand. Tegelijkertijd bemerk je ook een muzikale gevoeligheid, een stukje perfectionisme wellicht, in de composities. Noten die prachtig vallen, instrumenten die elkaar aandachtig beantwoorden, achtergrondvocalen die Woltrings stem perfect complementeren. Hierdoor wil je niet alleen maar in LAVALU’s stem kruipen omdat het er zo knus en fijn is, maar ook omdat die muziek gewoon heel erg goed in elkaar steekt.

Een album met vooral ingetogen klanken, een beperkt aantal instrumenten en zachte zang, kan over het algemeen snel wat saai worden. Earthbound is echter een album dat tien tracks lang blijft boeien, ongeacht hoe vaak je het album hoort. Ingetogen en tedere klanken domineren. Daarnaast zijn er nummers waarop Woltring laat horen dat ze ook jazzy en poppy kan klinken. Kortom: een prachtige afsluiter van een persoonlijke reis die door dalen en over bergen is gegaan.

 

Theater / Voorstelling

Overweldigend op een geweldige manier!

recensie: OustFaust - Theu Boermans

Op zaterdag 2 april konden theaterliefhebbers een moderne twist op de legende van Faust bekijken. De bekendste bewerking van Faust werd geschreven door de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe. Hij schreef het in delen tussen 1790–1887. Tom Lanoye herschreef het verhaal van Goethe naar de indrukwekkende moderne vertaling. Hij noemde het stuk ‘OustFaust’, waarbij ‘oust’ zich vanuit het Engels laat vertalen als ‘verdrijven’. De keuze voor de titel, wordt duidelijk in de allerlaatste scène, waarbij Faust uiteindelijk onomkeerbaar wordt verdreven.

De kunst van acteren

Theu Boermans (1950), regisseur van het stuk, is al heel zijn leven gefascineerd door Faust. Wellicht is het die fascinatie, die zorgt dat het een fantastisch stuk is geworden. De acteurs waren grandioos. Zij wisten het hoge niveau van taal toegankelijk te maken. Het script was in handeling als Barokke taal maar maakte soms een uitstapje naar straattaal. De acteurs droegen foutloos de onvergefelijke rijmende tekst over. Het was ongelofelijk knap voor de ongeveer drie uur durende voorstelling.

Er gebeurde heel erg veel in de voorstelling. Het stuk overkwam je. Zittende in mijn stoel wist ik mij af en toe geen houding te geven. Naakt, seks en waarheden maakte mij als kijker oncomfortabel. Die oncomfortabelheid deed pijn, maar op een goede manier. Het was de pijn van herkenning van waarheden over de menselijke natuur, die je soms liever ontloopt, op een grandioze theatrale manier in je gezicht geduwd.

(16+)

De voorstelling staat verkondigd als 16+. Waarom? Seks, naaktheid, drugs en moord zijn belangrijke thema’s in het stuk. Dat kan een reden zijn om de voorstelling aan te raden voor ouder publiek. Zou ik de voorstelling aanraden voor kinderen of jongeren? Naar mijn mening vraagt de voorstelling een bepaalde levensrijpheid om het echt te kunnen waarderen.

Na de pauze

Wanneer Helena (van Troje) het podium betreedt, in deel 2, lijkt het alsof er ineens een compleet losstaande verhaallijn wordt aangesneden. Toen de Homunculussen (de kunstmatige mens zonder de ziel) kort daarop in morph-pak het podium betraden, leken we mijlenver verwijderd van wat we zagen voor de pauze. Goethe schreef het originele Faust II pas 17 jaar later. Het is wellicht daarom dat deel 1 en deel 2 onverenigbaar lijken. Ik vond deel 1 toegankelijker. Deel 2 kende een hogere mate van abstractie.

Even inlezen

De zaal uitlopend hoorde ik iemand uitroepen ‘ik snapte er helemaal niets van!’. Al geloof ik dat deze persoon in de minderheid was, is het een begrijpelijke reactie. Het script vereiste concentratie van het publiek. Om de voorstelling te kunnen volgen is het wenselijk om de legende van Faust of de bewerking van von Goethe te kennen (of het Wikipedia artikel door te lezen).

De voorstelling geeft de kijker de vrijheid om te interpreteren. Zo worden er in het stuk suggesties gedaan die aan de vrije interpretatie worden overgelaten. Na de voorstelling vroeg ik bijvoorbeeld aan acteur Daniël Kolf of hij het was die zijn zus had bezwangerd, of dat het Faust was. Daarop haalde hij lachend zijn schouders op. Er blijven dus zaken voor mij een mysterie en wellicht ook voor de acteurs? De voorstelling legt je in ieder geval geen woorden in de mond.

Aan het eind van de avond was ik moe, van alles wat ik had gezien, gevoeld en meegemaakt. Precies alles wat ik hoop na een avondje theater. Ik raad u van harte aan om eens naar het Nationale Theater in Den Haag te gaan om deze geweldige voorstelling te zien!

 

Muziek / Album

Dwars en tegendraads

recensie: Indie-update vol. 7 King Hanna, Keeley Forsyth, Glitch Princess

Dat muziek soms dwars en tegendraads kan zijn is in de indie-hoek van de populaire muziek een heerlijkheid. In deze zevende editie van de indie-update geven we aandacht aan het soms schurende geluid van King Hannah, Keeley Forsyth en elektronische geluid van Yeule.

De avontuurlijke luisteraar wordt op zijn wenken bediend als het gaat om muziek die geen eenheidsworst is. Het indie-genre is zo breed dat we in deze editie wederom vele uithoeken opzoeken. Nergens vliegt de muziek negatief uit de bocht, maar weet de kwaliteit te prevelleren.

King Hannah

De eerste noten van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me, het tweede album van King Hannah doen zodra de zang klinkt zondermeer denken aan Patti Smith. Wat later druppelt een wat oudere referentie langzaam maar zeker door naar Nico van The Velvet Underground. De zang van Hannah is debet aan deze laatste vergelijking.

De donkere stem van Hannah Merrick en diep donkere bas, drum en gitaarlijnen maken van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me niet het vrolijkste album. In ‘Ants Crawling ON An Apple Stork’ klinkt de wat hogere mannenstem van Craig Whittle. Whittle vormt met Hannah Merrick het duo King Hannah.

De muziek van het duo vergt de nodige luisterinspanning om het op waarde te kunnen schatten. Wie de tijd neemt zal ervaren dat de parels zich langzaam maar zeker laten ontdekken. De inspanning die geleverd moet worden zit in de toegankelijkheid van de liedjes, bij vluchtige eenmalige beluistering ontvouwt zich niet de ware schoonheid.

Het lawaaierige ‘It’s Me And You, Kid’ sluit het tweede album van King Hannah af als een statement. Voor sommige luisteraars zal het daarna een zucht van verlichting zijn om de stilte te ervaren, voor de liefhebbers is het zeker een sein om het album op repeat te zetten. Uw 8WEEKLY recensent behoort zeker tot de laatste soort.

Keeley Forsyth

Het nummer ‘Fires’ opent het album Limbs van Keeley Forsyth en trekt de luisteraar direct naar binnen. De stem van Forsyth roept een vergelijking op met Dayna Kurtz, maar muzikaal zitten de twee dames op een totaal andere golflengte.

De songs van Forsyth zijn breekbaar en kaal in de instrumentatie van de begeleiding. De sfeer die de muziek oproept is mysterieus en dreigend. Vrolijkheid lijkt ver weg evenals lichtvoetigheid. De spanning die het album Limbs oproept trekt de aandacht van de luisteraar zodat een aandachtige luisterervaring al snel ontstaat. Wie niet in de stemming is zal snel weg willen bewegen van deze muziek. Wie zich openstelt voor de composities zal al snel de pracht ontdekken die zich ontvouwt.

Tekenend voor de sfeer is het nummer ‘Silence’ waar uiteraard de stilte tussen de noten evenveel muziek lijkt te zijn als de karige instrumentatie met tingelende percussie en rustige zang. De album afsluiter ‘I Stand Alone’ kent naast klanken van een harmonium tevens strijkers die de zang van Forsyth begeleiden.

Het album ademt een enorme rust uit, als een oase. Het zal heerlijk zijn om na de drukte van alle dag weg te drijven op de zalvende deining van deze weldadige rustgevende klanken die nergens uiteenspatten. Forsyth weet de luisteraar te boeien en langzaam te ademen in de onderhoudende rustige melodielijnen.

Yeule

De uit Singapore afkomstige Yeulewerkt vanuit London. Ze maakt geen muziek voor tere zieltjes. In het ‘My Name is Nat Ćmiel’ van het album horen we haar uitspreken: “I Like Getting Fuck and I like Being Fucked”. Ze stelt zichzelf voor in deze track met haar echte naam Nat Ćmiel. Deze tekstregel klinkt natuurlijk heftig in een tijd waar de kranten vol staan over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Misschien wil Yeule hiermee wel een stevig statement maken of juist laten blijken dat ze een gewone twintiger is. Verderop in de negende track ‘Too Dead Inside’ horen we veelvuldig “I Love You” waardoor gelukkig ook de liefde lijkt te overheersen in de teksten van deze dame.

Muzikaal is het album niet bestemd voor tere oortjes die niet tegen piepen en kraken kunnen. Yeale tapt uit een elektronisch vaatje dat schuurt en piept, maar soms ook ineens heel toegankelijk kan klinken. De contrasten zijn heerlijk groot.

Het album Glitch Princess is allesbehalve eenheidsworst. Yeule verrast de luisteraar op een prikkelende wijze. Zowel tekstueel als muzikaal is er voldoende te ontdekken voor de avontuurlijk ingestelde luisteraar.

 

Muziek / Album

De rijkdom van stilte

recensie: Silent Dreams - Harriet Krijgh
Harriet Krijgh op haar celloCo Broerse

De Nederlandse Harriet Krijgh is een van de meest veelbelovende cellisten van haar generatie. Op haar nieuwe album Silent Dreams (2021) speelt ze samen met pianiste Magda Amara liederen voor cello en piano. Onder meer Schubert, Schumann, Brahms, Strauss en Rachmaninov zijn van de partij. Krijgh selecteerde zestien liederen die haar na aan het hart liggen. Ze vormen een weerspiegeling van haar leven als mens en musicus.

Als Harriet Krijgh (1991) in 2019 door een zware handblessure thuis komt te zitten komt haar carrière als succesvol musicus noodgedwongen in de ijskast te staan. Ze wordt overspoeld door een gevoel van eenzaamheid. Zonder cello weet Krijgh niet meer wie ze is en is ze haar muzikale stem verloren. Ondanks deze tegenslagen put zij kracht uit dezelfde gedichten die componisten als Schubert, Schumann, Brahms en Richard Strauss inspireerden. Vooral het onbestemde verlangen erin treft haar als een blik van herkenning. Die liederen vertellen haar iets over zichzelf waar ze nog geen woorden voor had. Op Silent Dreams zijn nu zestien prachtige stukken te beluisteren die Krijgh speciaal voor het maken van dit album heeft uitgezocht. Samen vormen ze het magische huwelijk tussen woord en klank. Het zijn de liederen (en gedichten) die haar in moeilijke tijden troost en houvast hebben geboden.
‘En daarom wil ik ze spelen en delen, met de enige muzikale stem die ik bezit, die van de cello. Het gaat me niet om de schoonheid en de lange lijnen, maar om dicht bij de betekenis van de woorden te komen. Wanneer het in een lied om Schmerz (NL: pijn) gaat, moet mijn cello niet mooi zingen, maar juist die pijn voelbaar maken’, zegt ze daarover in het cd-boekje van Silent Dreams.

Klassieke werken

Om de klassieke werken zo goed mogelijk tot uitdrukking te laten komen, werkte Krijgh samen met haar goede Russische vriendin Magda Amara (1984). Amara behoort in haar eigen land en ver daarbuiten tot een van de meest vooraanstaande pianisten. Ze won prijzen op grote concoursen, waaronder het Ennio Porrino Piano Concours in Italië en de Vladimir Horrowitz International Competition. Net als Krijgh werd ook Amara al in een vroeg stadium van haar leven geïnspireerd door de wereld van de klassieke muziek. Beide vrouwen zijn ontzettend gedreven om alles te geven wat ze in zich hebben. En dat is terug te horen op dit album. Schubert, Schumann, Poulenc, Chausson, Glinka en Rachmaninov: ze komen allemaal voorbij in het artistieke repertoire van deze jonge makers. Ook de opname zelf is fraai gestileerd: met een speelduur van bijna 48 minuten is het een waar genot voor het luisterend oor. Vooral het laatste lied ‘Morgen’ van Richard Strauss klinkt hoopvol, vol vertrouwen en vooral vol van liefde.

Al met al is Silent Dreams een zeer ontroerende recital waarbij er over alles is nagedacht. De melodieën die door beide musici met veel precisie en aandacht zijn uitgewerkt raken je als luisteraar tot op het bot. Krijgh bewijst maar weer dat de cello echt kan ‘zingen’, het ideaal dat ze voortdurend nastreeft in haar musiceren. Dus leg je oor te luisteren, adem de klanken in en laat je meevoeren op de golven van de stilte.

Theater / Voorstelling

Futuristisch theater dat verbindt

recensie: Kyoko Scholiers - Zone X

Met Zone X maakte actrice en theatermaker Kyoko Scholiers een futuristische toeristische stadswandeling waarin de grenzen tussen publiek en performer vervagen. Een eerste speelreeks van de voorstelling vond plaats in het stadscentrum van Antwerpen. Begin mei zal Zone X nog te zien zijn in Gent.

Voor aanvang van de voorstelling ontvangt het publiek van Zone X een folder met toelichting bij de voorstelling. Hier begint meteen de verwarring over de grenzen van de voorstelling. “Proficiat met uw hoge burgerscore,” valt in blokletters af te lezen van de folder. “Als beloning voor uw onberispelijke gedrag biedt stadsbedrijf De Natie in samenwerking met GreenSlaves u graag aan: een gegidste wandeling van 55 minuten in Zone X.”

Wie die folder begint te lezen, staat meteen al met één been in de voorstelling. Even later krijgen we van onze gids Miko een koptelefoon en begint de immersie officieel. Miko, Daisy Ip, gidst al zes decennia lang bezoekers door de Zone, waar de tijd al sinds De Ramp van 2034 stilstaat en de mensen dus nog leven zoals in de jaren 2020. Miko kan zich voor haar uitzonderlijke kennis van de Zone beroepen op de bij haar ingeplante geheugenchip van een achtjarig meisje dat leefde ten tijde van De Ramp. Gekleed in een prachtig futuristisch patchwork-pak leidt ze het publiek op een wandeling langs allerhande bezienswaardigheden in de kern van de Zone en toont hoe mensen ‘toen’ leefden.

De ‘fuck it’-mentaliteit

‘Toen’ is dus nu, en de mensen die we bestuderen zijn de inwoners en bezoekers van de stad Antwerpen. Miko wijst op cafés en restaurants waar inwoners van Zone X zich op rituele wijze overgeven aan de ‘fuck it’-mentaliteit en waar zelfs nog dierlijk vlees wordt geconsumeerd – een onwaarschijnlijk anachronisme, zo valt af te leiden uit haar verontwaardiging. Op die manier houdt de tekst ons een spiegel voor over ons eigen gedrag.

De vraag is wel hoe confronterend die spiegel nog is. Dat vlees eten steeds problematischer wordt en dat een ‘fuck it’-mentaliteit de mens niet siert, zijn zacht gezegd open deuren. Bijgevolg krijgt de tekst een gemakzuchtige en zelf-feliciterende toon.

Wat Miko over de toekomst laat doorschemeren, is vaak evenmin vernieuwend of uitgewerkt genoeg om echt te beklijven. Zo heeft ze het slechts in een bijzin over ethisch kannibalisme, een boeiend en futuristisch gegeven waarover minstens 55 minuten te discussiëren valt. Dat roept de vraag op of het niet boeiender was geweest om naar de toekomst te kijken in plaats van naar het al zozeer platbekritiseerde heden.

Wie is de toeschouwer?

Het boeiendste aan Zone X is dan ook niet de tekst, maar de immersieve ervaring. Zonder ingewikkelde kunstgrepen brengt de voorstelling participatief theater naar een nieuw niveau en onderscheidt zich op die manier van theater in een zaal.

Het publiek wandelt achter Miko aan doorheen de stad en loopt dus te kijk voor de inwoners van De Zone. Dat samen te kijk lopen, genereert een verbondenheid zoals die wel vaker voorkomt bij geleide tours: in de tijd waarin ze allen naar dezelfde gids luisteren groeit er een collectief uit de samenstellende groepjes en individuen. Daarnaast: waar bij participatief theater in een zaal een zeer groot zelfbewustzijn aanwezig blijft, wordt het publiek hier, dankzij de blik van de Zone X’ers, onderdeel van het stuk. Het publiek begint op die manier zelf mee te spelen – al is ‘spelen’ niet het juiste woord voor het ophouden van het gedeelde decorum dat we ons in een futuristische stadswandeling bevinden.

Theatrale registers

Ook Ip moet het merendeel van de voorstelling schijnbaar geen enkele moeite doen voor de rol van gids. Aan de hand van een zeer accurate bewegingstaal en stem laat ze het publiek moeiteloos geloven in haar rol van gids. Het is pas naar het einde van de voorstelling toe, wanneer ze meer uit haar rol van gids moet stappen en het verhaal van het vermiste meisje verder wordt uitgediept, dat ze echt speelt.

Die plotse verandering van theatraal register sluit niet aan bij de rest van de tour. Opeens staan de aanwezigen in een afgelegen plekje op een kluitje te kijken naar het drama dat zich voor hun ogen ontwikkelt en komen ze op die manier buiten het geheel te staan.

De aandoenlijke afsluiter waarin Ip ons wijst op de schoonheid van hetgeen ons omringt, en waarvoor twee mannen in Takeaway-uitrusting minutenlang blijven meeluisteren, maakt veel goed. Het is bijzonder en slim theater dat dit soort verbondenheid over theatrale grenzen heen kan teweegbrengen, maar de voorstelling had baat gehad bij meer tekstuele durf en nog strengere keuzes met betrekking tot de theatrale registers.

Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam
Kunst / Expo binnenland

Naar het noorden met de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen

recensie: Allart van Everdingen (1621-1675): het ruige landschap
Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam

Stedelijk Museum Alkmaar pakt uit met een tentoonstelling over de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen, een kunstenaar die zich heeft laten inspireren door het Scandinavische landschap. Een mooie overzichtstentoonstelling van een onbekende, maar veelzijdig kunstenaar.

In de zeventiende eeuw vertoefden schilders het liefst in Italië. Het werk van Italiaanse oude meesters als Rafaël, Michelangelo en Leonardo da Vinci sprak tot de verbeelding van veel kunstenaars uit de Nederlanden, evenals de ruïnes uit de Romeinse oudheid en de mediterrane landschappen die op schilderijen vaak lijken te baden in goudgeel zonlicht. Het is daarom niet verbazingwekkend dat Italië in de zeventiende eeuw een sterke aantrekkingskracht had op schilders en hun vaak rijke opdrachtgevers, maar dat geldt niet voor Allart van Everdingen (1621-1675). Hij is, voor zo ver bekend, de enige schilder uit zijn tijd die een reis ondernam naar het noorden in plaats van het zuiden.

Allart van Everdingen, Noors landschap met waterval en watermolen, 1650, olieverf op doek, 112,8 x 88,2, Bayerische Staatsgemälde Sammlung, Alte Pinakothek, München

Naar het noorden
Van Everdingen vertrok in 1644 voor enkele maanden naar Scandinavië. Het klinkt als een gewaagde, tegendraadse keuze, maar in feite was Scandinavië toen een gebied waar Nederland al enkele decennia lang goede handelscontacten mee had. Dus daar kon Van Everdingen handig op meeliften.

Het eerste deel van de tentoonstelling geeft een mooi overzicht van de indrukken die hij opdeed in Scandinavië. Eenmaal daar aangekomen legde hij rotsachtige landschappen met blokhutten vast op tekeningen. Na enkele maanden keerde hij terug naar Nederland om zijn studies uit te werken tot etsen en schilderijen van het Scandinavische landschap. Je ziet dat hij vaak dezelfde motieven gebruikt in zijn schilderijen, etsen en tekeningen. Zijn schilderijen zijn bovendien lang niet altijd volledig naar waarheid geïnspireerd op bestaande landschappen. Hij plaatste motieven vaak zodanig in composities om een zo mooi en indrukwekkend mogelijk landschap te creëren.

Zo zie je in zijn landschappen vaak kleine menselijke figuren die aan het werk zijn. De ondergeschiktheid van deze mensen aan de natuur doet denken aan de schilderijen van de Romantiek, een negentiende-eeuwse stroming waar Van Everdingen ook invloed op heeft gehad. Dat wordt echter in deze tentoonstelling buiten beschouwing gelaten. De kleine figuren in de landschappen van Van Everdingen worden omgeven door monumentale rotspartijen, kolkende rivieren en houten blokhutten. Zulke landschappen hadden schilders en rijke opdrachtgevers in de Nederlanden nog nooit gezien. Het tweede deel van de tentoonstelling staat daarom in het teken van zijn succes en de interacties tussen Van Everdingen en zijn tijdgenoten. Zo ga je merken dat de landschappen van Van Everdingen naar verloop van tijd grappig genoeg steeds minder “Scandinavisch” worden.

Allart van Everdingen, Berglandschap met rivier en kasteel, ca. 1660-1670, olieverf op doek, 219 x 193 cm, Statens Museum for Kunst, Kopenhagen

Steeds minder Scandinavisch
Aanvankelijk lijkt het schilderij Berglandschap met rivier en kasteel een typisch schilderij dat is gemaakt door Van Everdingen. Hiervan getuigen de kleine figuren op de voorgrond, de rotspartijen en de rivier. Maar hoe zit het met het kasteel op de achtergrond? Op de tekeningen die Van Everdingen maakte tijdens zijn reis zien we namelijk helemaal geen kastelen terug.

Van Everdingen verhuisde in 1652 naar Amsterdam waar hij in aanraking kwam met het werk van de Haarlemse schilder Jacob van Ruisdael (1628-1682). Van Everdingen nam enkele motieven van hem over, zoals vakwerkhuisjes en burchten, terwijl Van Ruisdael op zijn beurt de watervallen van Van Everdingen gebruikte in zijn schilderijen. Zo konden ze allebei een graantje meepikken van elkaars succes. Het is alleen jammer dat er geen schilderijen, tekeningen of etsen van de tijdgenoten van Van Everdingen tentoon worden gesteld die zich door hem hebben laten inspireren, of andersom.

Alleen maar Allart
De tentoonstelling draait alleen om Allart en raakt zijdelings aan zijn interactie met tijdgenoten en zijn rol in de Romantiek. Het is een mooi verhaal over een tegendraadse schilder die voor zijn tijd uitzonderlijke landschappen maakte. Dat maakt deze tentoonstelling een mooi initiatief en zeker een bezoek waard, maar het is vooral een goede opmaat naar een breder verhaal met tijdgenoten, negentiende-eeuwse bewonderaars en hedendaagse kunstenaars die reageren op zijn werk.

Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest
Kunst / Expo binnenland

Helemaal terug van weggeweest: Aelbert Cuyp

recensie: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner
Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest

Lange tijd kon je de fraaie landschappen van Aelbert Cuyp, geboren in Dordrecht, alleen bewonderen aan de overkant van de Noordzee. De afgelopen decennia zijn enkele belangrijke doeken teruggekocht door Nederlandse musea. Ter ere van zijn 400e geboortedag eert het Dordrechts Museum haar plaatsgenoot met een prachtige overzichtstentoonstelling: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner.

Aelbert Cuyp (1621-1690) wordt tegenwoordig tot de grote landschapsschilders van de 17e eeuw gerekend. Maar in zijn eigen tijd was hij nauwelijks meer dan een lokale grootheid. Kenmerkend zijn de stralende landschappen, badend in het heldere licht van een net buiten beeld gepositioneerde zon. Op de voorgrond vaak een aantal minutieus geschilderde koeien, of schepen, op de achtergrond het herkenbare silhouet van zijn geliefd Dordrecht. Buiten die regio begaf hij zich zelden. Op bestelling werkte hij voornamelijk voor plaatselijke notabelen. Pas jaren na zijn dood begon zijn ster echt te rijzen, vooral in Engeland.

Ontdekt door de Engelsen

In Engeland werd Cuyp vanaf het midden van de 18e eeuw een gevierde naam, met bewonderaars als Thomas Gainsborough, William Turner en de rijke landadel die zijn ode aan het buitenleven enorm waardeerde. Die hang naar het buitenleven is opvallend in een periode waarin de grauwe industrialisering een aanvang nam. Als je de overzichtstentoonstelling in Dordrecht bezoekt, valt het op dat  zijn werken nog steeds erg fris, levendig en harmonieus ogen. Ze ademen in alles een groot vakmanschap. Het is meteen begrijpelijk dat Cuyp de Engelsen wist te raken met zijn panorama’s vol warme gloed en ongerepte landelijkheid.

Invloedrijk

Engelse landschapsschilders als John Constable, Gainsborough, en Turner waren allemaal op de één of andere manier schatplichtig aan Cuyp. Zijn lichteffecten, wolkenpartijen, thema’s en composities werden door hen grondig bestudeerd en vervolgens naar eigen hand gezet. Veelzeggend is dat grootmeester Turner in de periode 1817-1835 vier keer naar Dordrecht afreisde om persoonlijk de wereld van Cuyp te bestuderen. De impact van Cuyp op de toonaangevende Engelse kunstenaars is een mooi uitgewerkt thema in de expositie.

Even helemaal terug in Dordrecht

Het gevolg van Cuyps grote overzeese populariteit was dat bijna al zijn werken rond 1800 waren opgekocht door Engelse aristocraten. In Nederland was toen amper nog een schilderij van hem te vinden. Hij raakte hier zelfs een beetje in vergetelheid. Gelukkig is er de afgelopen decennia gewerkt aan een inhaalslag. Eén van de topstukken van de expositie in Dordrecht is Cuyps Rivierlandschap met ruiters (ca. 1653-1657). Dit schilderij werd in 1965 als eerste belangrijke werk van Cuyp aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam.

Met de expositie In het licht van Cuyp is de schilder weer even helemaal terug, thuis in het Dordrecht waar hij van geboorte tot dood leefde. Vanuit Engeland en de Verenigde Staten zijn meesterwerken als Het Valkhof te Nijmegen (ca. 1660) en De Maas bij Dordrecht (ca. 1650) beschikbaar gesteld. In totaal zijn er bijna 30 van zijn schilderijen te zien, geflankeerd door tientallen werken van Engelse bewonderaars. Een uitgelezen kans om je onder te dompelen in hun weidse landschappen.

Verlengd t/m 8 mei

In verband met onderbreking door de pandemie is de tentoonstelling verlengd en nog te bezoeken t/m 8 mei. Nieuwsgierig? Op de website van het museum kun je vooraf een leuke online rondleiding volgen!

 

Afbeelding boven: Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca. 1650 (Museum of Fine Arts, Budapest)

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap

recensie: Portrait of a Lady - Art Deco museum Villa Empain

De tentoonstelling Portrait of a Lady, nog tot 4 september 2022 te zien in het Art Deco museum Villa Empain te Brussel, biedt in vijfentachtig zeer goed geselecteerde kunstwerken een niet te missen bijdrage aan de vervrouwelijking van de kunst.

‘It isn’t easy to inhabit the body, is what I’m trying to say; it isn’t easy to stop being a picture, pretty as or trying to be,’ schrijft Olivia Laing in haar essay Skin Bags[1]. In Portrait of a Lady wordt niet expliciet verwezen naar Laing, maar de expositie roept wel echo’s van Laings werk op door op dezelfde doorwrochte manier te wroeten in het beeldkarakter van de vrouw. In een tiental kamers passeert de toeschouwer een geschiedenis van de vrouw in de kunst.

Geen geschiedenisles

De hoofdstukken waarin de expo is onderverdeeld (zoals: Vrouwen in een interieur en De transformatie van het discours) vormen zeker niet het boeiendste onderdeel van de expo. Al was het maar omdat zich toch steeds de vraag blijft opdringen wat deze hoofdstukken voor hebben op andere thema’s. In vijfentachtig goed gekozen kunstwerken (overigens van consequent hoge kwaliteit), verdeeld over een tiental kamers, loopt het publiek langs een van de schier oneindige versies waarop het verhaal van de vrouw in de kunst verteld kan worden.

Wie deze expo bezoekt met als doel een eenduidige geschiedenisles te krijgen, komt bedrogen uit. Wie die ambitie echter los kan laten, krijgt iets zeer waardevols in de plaats. De expo roept bedrieglijk eenvoudige gevoelens op, waaronder een complex netwerk van interessante, intellectuele opvatting verborgen zit.

Meer dan de male gaze

Neem het voorbeeld van de twee werken in de volledige met azuurblauwe steentjes betegelde badkamer: Girl with Outstretched Arms van Alphonse Mucha en Voluptuous van Felix De Vigne. Frontaal in de nis van de badkamer hangt de potloodtekening van Mucha waarop een jonge vrouw haar armen uitstrekt, de palmen in een afwerend gebaar. Dieper in de nis hangt het schilderij van De Vigne. Het werk straalt sensualiteit uit en toont twee naakte, roomwitte vrouwen die zich baden in een rivier.

De vastberaden vrouw in broze potloodlijnen lijkt haar seksegenoten te willen beschermen tegen begerige blikken. Zodat deze, niet verstoord door schaamte of zelfbewustzijn, naakt kunnen zijn. Hoewel dit contact over kaders en lijsten heen een werkelijk uitzonderlijk moment in de expo is, blijft de dialoog tussen kunstwerken en publiek zich door de hele tentoonstelling manifesteren.

Deze expo overstijgt met verve de eendimensionele antwoorden op het vraagstuk van de male gaze en legt de verantwoordelijkheid voor het denken en voelen bij de kijker. Dat je daarbij en passant ronduit schitterende werken van Seydou Keïta, James Ensor en Irina Rasquinet te zien krijgt, is balsem voor de soms pijnlijke vragen die overblijven. Met betrekking tot het werk van Rasquinet, te zien onder de bomen op het balkon van de villa, valt het overigens tegen alle goede gewoonten in aan te raden het museum op een stralend zonnige dag te bezoeken. Het spel van licht en schaduw op de glasvezel sculpturen is van een hypnotiserende schoonheid.

Museum van empathie

Portrait of a Lady sluit af met een reizende installatie van het Empathy Museum: A Mile in My Shoes. De bezoeker kiest een paar schoenen uit, stuk voor stuk vrouwenschoenen. Ze krijgt vervolgens in een koptelefoon het korte, bijbehorende (levens)verhaal te horen, ingesproken door de eigenaar van de schoenen zelf. Dat kan een heftig en geladen verhaal zijn, maar net zo goed het relaas van een ouder wordende vrouw die haar roeping vond als bloemist.

Door het laatste woord te geven aan vrouwen en aan een verbindend gegeven als empathie lijkt deze expo te willen zeggen dat in de feministische slag om musea, protest en zorg hand in hand moeten gaan.

Het is niet met zekerheid te zeggen, maar het vermoeden rijst dat dit een tentoonstelling is die gemaakt is voor vrouwen. Als het dan al niet de vrouwelijke kunstenaar of de vrouwelijke muze is die als kwantificeerbare winnaar uit deze vergelijking komt, dan toch zeker wel de vrouwelijke toeschouwer, die dankzij haar bezoek een wezenlijke en nog lang nazinderende dialoog over vrouwelijkheid kan aangaan. Portrait of a Lady is op die manier als een goed gesprek met een hartsvriendin, of als een essay van Olivia Laing. En bovenal is de expo een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap.

 

[1] Laing, Olivia. 2020. Funny Weather: Art in an Emergency. Londen: Picador.