Boeken / Fictie

The Killing Fields is niet genoeg

recensie: Peter Fröberg Idling (vert. Wendy Prins) - De fatale driehoek

Wat weten we van Pol Pot? Dat hij als Rode Khmer-leider verantwoordelijk was voor – naar schatting – 1,7 miljoen doden die vielen tussen april 1975 en januari 1979. De fatale driehoek gaat niet over deze gruwelijke periode, maar over een driehoeksverhouding in 1955.

We hebben allemaal The Killing Fields gezien. De film uit 1984 die ons onverbloemd toont hoe gruwelijk het dagelijks leven onder het bewind van de Rode Khmer was. Als je denkt dat deze film voldoende documentatie is om De fatale driehoek te begrijpen, dan heb je het mis.

Wie de vele subtiele verwijzingen naar de politieke situatie wil doorzien, zal eerst een paar dagen in de bibliotheek moeten doorbrengen. Een personenregister en een politieke duiding van Cambodja in 1955 waren daarom niet overbodig geweest. Nu is het alsof je door de Hel van Dante loopt, zonder al die verschillende personages te herkennen.

Het verhaal
Saloth Sar is docent op een middelbare school, maar ook secretaris van de Democraten en in het geheim lid van de ultracommunistische Rode Khmer. Zijn revolutionaire gedachtes, opgedaan in zijn studietijd in Parijs, houdt hij zoveel mogelijk geheim. Sam Sary is de rechterhand van prins Sihanouk. De eerste parlementsverkiezingen in 1955 worden door de partij van prins Sihanouk gewonnen. Sterker: zij behalen alle zetels. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van alle mogelijke middelen die de macht ter beschikking staat: grootschalige fraude, verdachtmaking, intimidatie en zelfs executie van oppositieleden.

Saloth Sar staat op het lijstje te executeren dilettanten, maar door een voor hem gelukkig toeval ontloopt hij een vroege dood. Hij verliest de verkiezingen en het geloof in de democratie, maar erger nog: hij verliest zijn verloofde Somaly. Aan aartsrivaal Sam Sary nota bene! Gedesillusioneerd zal Saloth Sar Phnom Penh ontvluchten, om twintig jaar later als Pol Pot terug te keren.

Het blijft buitenkant
Omdat je weet dat Saloth Sar de geschiedenis is ingegaan als een van de grootste beulen aller tijde, is het verleidelijk om overal antwoorden te lezen op de vraag: waarom werd de vriendelijke en fatsoenlijke Sar uiteindelijk de massamoordenaar Pol Pot? Een gemiste kans is het dan ook dat Fröberg Idling niet tot de psyche van Sar weet door te dringen. Hij blijft steken in weinigzeggende observaties.

Sam Sary en Somaly komen er niet veel beter vanaf. Elke andere machtswellusteling en verveelde modepop had op dezelfde manier beschreven kunnen worden. Ze krijgen geen eigen stem, ze gaan niet leven. Meevaller: we krijgen een inkijkje in de beau monde van Phnom Penh. Die lijkt overigens wel erg veel op die van andere steden. Maar ja, dat is eigen aan de wereld van soirees en cocktailparty’s.

Het noodlot of de vrije wil?
Saloth Sar komt naar voren als een twijfelaar die zijn lot laat afhangen van de grillen van zijn verloofde; de zes jaar jongere miss Cambodja. Moet hij voor de revolutie kiezen, of toch voor een leven met haar? Uiteindelijk kiest Somaly voor hen beiden. Zij dumpt Sar en raakt zwanger van Sam Sary.

Het eerste deel van de roman is geschreven in de tweede persoon. Het is alsof de schrijver het personage Sar souffleert. Alsof hij hem influistert wat hij moet doen. Op die manier krijg je de indruk dat Sar geleid wordt door iets buiten hem. In dit geval door de liefde en het verlies ervan en door de politieke situatie die hem noopt om de revolutie te steunen. Alsof niet hijzelf, maar het noodlot Sar heeft gemaakt tot wat hij later zou worden.

Je staat voor een auto. Stap in en ga zitten. Start de motor van de auto, luister naar het regelmatige geluid. Zet hem dan in de eerste versnelling en aanvaard de tocht zoals gepland. Neem geen omwegen, behalve dat je de buurt rond de Marché Abbatoir met zijn kuilige en slijkige straten mijdt. Rijd rustig in een hogere versnelling naar de rivier.

De steigers ontnemen het zicht
De fatale driehoek is een onconventionele, postmoderne roman. Fröberg Idling heeft durf en dat valt te prijzen. Maar doordat de schrijver steeds nadrukkelijk aanwezig is en doordat de scènes te veel op zichzelf staan, kom je geen moment echt in het verhaal. Het is alsof de steigers die de schrijver optrekt steeds het zicht ontnemen op het eigenlijke bouwwerk.

Nergens grijpt het boek je aan, nergens weet de schrijver je te overtuigen van de noodzaak van dit verhaal. En toch kijk ik uit naar zijn volgende boek, al was het maar omdat zijn vorige boek De glimlach van Pol Pot stukken beter was en omdat er over Cambodja en Pol Pot nog zoveel te vertellen valt.

Muziek / Album

Eigenzinnig en origineel

recensie: Jeroen Kant - De lafaard kapitein

In het tv-programma ‘De beste singer-songwriter van Nederland’ valt Jeroen Kant op en misschien zelfs uit de boot. Meedoen en gehoord worden is voor hem dan ook belangrijker dan winnen.

~

Eigenwijs als Kant is met zijn weerbarstige teksten, heeft hij samen met Mathijs Leeuwis het alternatieve platenlabel Bastaard platen opgericht om hun muzikale uitingen de wereld in te slingeren. Het belooft een mooie toekomst voor dat label dat het motto draagt: “‘Als de grote labels niks willen en de kleine niks kunnen, dan doen we het toch gewoon zelf”‘. Want na het album van Leeuwis Het is al lang geleden – dat nog in eigen beheer verscheen – heeft nu de nieuwe cd van Jeroen Kant de primeur om op dit samenwerkingsverband te verschijnen.

Nu valt het kwartje wel
Jeroen Kant vond met zijn vorige album Goud of op je bek gaan onderdak bij het bijzondere Smoked Recordings label, dat een avond lang in de belangstelling stond tijdens de ‘Label nacht’ bij Grandcafé Meneer Frits in Eindhoven. Kant was daar de enige artiest die met zijn eigenzinnige liedjes in het Nederlands zong: een vreemde eend in de bijt. Hij viel op en uit de toon bij de rest van het nogal alternatief getinte muziekavontuur van die avond. Bij het beluisteren van het nieuwe werkje van Kant, De lafaard kapitein, komt onwillekeurig het beeld van die avond terug. Maar in tegenstelling tot dan valt in een vrije beluistering het kwartje nu wel de goede kant op. De recht-voor-zijn-raap-teksten van Kant zijn een pluspunt als je hem los van zijn vroegere collega-labelgenoten hoort.

Aangewakkerde fantasie
De vergelijkingen die gemaakt worden om Kant te typeren zijn niet mis: Dimitri van Toren en Boudewijn de Groot. Zijn liedjes zijn soms verhalen in een notendop, zoals het titelnummer ‘Grillig lastig listig nukkig’, ‘Halve zolenpad’ en ‘De haven van Rotterdam’, en soms uit het leven gegrepen. Heel af en toe klinkt er een bijzonder liefdesliedje als ‘Mijn mooiste mijn liefste mijn alles mijn bruid’. Een beeld dat hij op straat zag inspireerde hem tot het lied ‘Liza’, die in Scheveningen met een verrekijker over zee kijkt. Soms roept Kant vragen op of verbaast hij de luisteraar met zijn recht-door-zee-benadering van een onderwerp. Origineel is Kant zeker, al doet  zijn “He-Ho” even denken aan een bijna gelijkmatige melodielijn uit een Disneyfilm. Maar misschien is dat te ver gezocht; zeker voor een singer-songwriter die vooral zichzelf is.  

Live in Nederland:
25-07 “Sterke Verhalen a/d  Kade” Piushaven Tilburg
28-07 De Ploeg Bergeijk
01-08 t/m 11-08 Theaterfestival Boulevard ‘s-Hertogenbosch
29-08 “Sterke Verhalen a/d  Kade” Piushaven Tilburg

Boeken / Fictie

De onvermijdelijke consequenties van de liefde

recensie: Rascha Peper - Handel in veren

Handel in veren, de postuum verschenen roman van Rascha Peper, had het eerste deel moeten zijn van een tweedelige roman. Haar ziekte maakte dat ze dat doel niet heeft kunnen realiseren. Maar ze heeft het eerste deel als een complete, goed vertelde, spannende en humoristische roman afgeleverd.

We volgen in deze roman de familie rond Henk Bronkhorst, een nogal fanatieke ornitholoog met maar één droom: bewijzen dat het zeldzame Bruijns boshoen nog niet is uitgestorven. Vanuit het heden kijken onder meer zijn vrouw en kleindochter Wendela terug op de tijd waarin hij daarvoor op expeditie ging naar Nieuw-Guinea.

Werk gaat voor het meisje
Langzaam wordt duidelijk welke gevolgen deze individuele obsessie had voor Henks vrouw Minke en het gezin waarin Wendela’s vader opgroeide. Wendela wordt door haar oma ingewijd in de échte familiegeschiedenis. De kille en koude verstandhouding tussen haar opa en oma wordt door Peper met rake beelden beschreven. Waar Henk een echte vakidioot is en ongeremde liefde heeft voor zijn boshoen, zo verlangt Minke naar een relatie met een man die oog voor haar heeft. Ze vindt er één, maar ze kan die relatie natuurlijk niet openlijk delen.

Ook Henk volgen we op zijn zoektocht. De lezer leert hem kennen als een ietwat autistische man met flinke dosis doorzettingsvermogen. Met veel gevoel voor drama én humor beschrijft Peper de tochten, waarin Henk soms vlak bij zijn doel is, maar het lot roet in het eten gooit. Opvallend is dat hier bewezen wordt dat Henk wel degelijk in staat is tot liefde en dat ook hij kan ervaren wat de gevolgen zijn als je niet krijgt wat je zou willen.

Tot zijn schrik rolden de tranen hem opeens over de wangen. Hij werd overmand door zo’n grote droefenis dat hij moeite moest doen niet hardop te snikken. De zachtheid van de veren die zijn handpalmen gevoeld hadden, kwam weer bij hem op, de frisse, levendige gloed van de kam, de groene weerschijn op dat stevige lijf, de sierlijke kracht van de zwarte poten.

Lezen zonder eind
De humor enerzijds en de spannende vertelwijze anderzijds, maken het boek onweerstaanbaar. Als lezer leer je alle personages goed kennen en je gaat ook met allemaal meeleven. Ook als lezer wil je het Bruijns boshoen vinden, maar bovenal wil je natuurlijk het familiegeheim ontrafelen.

Wat vooral zo mooi is, is dat Peper de lezer het werk laat doen. Die is degene die verbanden mag leggen tussen alle verhaallijnen. Het boek geeft ze niet zomaar prijs. Omdat de roman wegens omstandigheden omgewerkt is naar één deel zijn er wel enkele personages die in een omvangrijker werk beter tot hun recht zouden zijn gekomen en nu erbij lijken te hangen als losse eindjes. Dat is natuurlijk een manier om ernaar te kijken, maar nu, op deze manier, kan de lezer zijn fantasie daar nog eens extra op loslaten. 

Film / Achtergrond
special: Can't Stand Losing You – Surviving The Police

Een bittere pil

De documentaire Can’t Stand Losing You is gebaseerd op de memoires van Andy Summers, de gitarist van The Police. Hierin blikt hij terug op de geschiedenis van de band. Van de drie leden van The Police heeft Andy Summers de ernstigste kop en dat tekent deze documentaire. Can’t Stand Losing You lijkt te verwijzen naar de bittere pil die Andy te slikken kreeg na het uiteenvallen van The Police.

~

In deze documentaire komen Andy’s omzwervingen ruimschoots aan bod. Zijn tijd voor The Police in bandjes als The Soft Machine, Dantalion’s Chariot, maar ook Zoot Money’s Big Roll Band en een korte tijd speelde hij in Eric Burdon and the Animals, wat later The Animals (bekend van House of the Rising Sun) werd. Voor een muziekliefhebber is het interessant hoe Andy’s muzikale ontwikkeling gegaan is. Op het moment dat hij zijn gitaar kreeg, leek hij daarmee zijn eerste liefde te hebben gevonden. Mogelijk ook zijn sterkste liefde, want in deze memoires is ook aandacht voor het huwelijksleven van Andy – een huwelijk dat tot een scheiding kwam in de jaren tachtig, mede door het succes van The Police.

Synchronicity
Al vanaf Andy’s geboorte (noodgedwongen in een zigeunercaravan vanwege de oorlog) lijkt synchroniciteit een rol te spelen. ‘Synchroniciteit’ is een Jungiaanse term (naar de Zwitserse psychiater Carl Jung) wat zoveel betekent als zinvol toeval. Op uiterst toevallige wijze raakt hij na vele omzwervingen met bandjes aan de praat met drummer Stewart Copeland. Wanneer hij gevraagd wordt voor Strontium 90, een band van ex-Gong bassist Mike Howlett, zit hij daar met Stewart en Sting, wat de geboorte van The Police inleidt.

Onbevredigd refrein

~

De dvd schiet tekort door veelvuldig gebruik van herhalingen. Wanneer het leven van Summers voldoende in beeld is gekomen, evenals dat van Sting, lijkt het alsof de energie eruit zakt. Op een haast identieke manier als waarop The Police uitelkaar gaat. De livebeelden van hun reünietour doen die oude energie helaas niet meer herleven. Sommige hits doorstaan de tand des tijd slechts door haar jeugdige rebellie, iets wat de mannen zelf gaandeweg kwijtgeraakt zijn. Daarnaast komt drummer (en grapjas) Stewart Copeland nauwelijks aan bod in de film en wordt Sting vooral als arrogante popster en dwarsligger neergezet. Zo blijft de kijker achter met een onvolledig en teleurgesteld beeld over The Police. 

Boeken / Fictie

Het eindvonnis wordt versnipperd hier

recensie: Mustafa Stitou - Tempel

.

Stitou heeft vanuit zijn beschutte dichterspositie een open vizier op een wereld die zich niet beperkt tot zijn eigen omgeving, met dank aan een ruim voorstellingsvermogen. Hij beschrijft min of meer verbaasd en verwonderd wat hem in het oog valt en benadrukt, hoewel tegelijk haast terloops, het aardige en vaak ook bizarre.

Licht venijn
Nogal wat gedichten bevatten slechts enkele regels van expliciete verontrusting, van minimaal commentaar, alsof Stitou het niet op zijn geweten wil hebben de stemming à la dolce vita te bederven. Maar hij komt er niet onderuit dat in veel moois een angel steekt. Zeker die van de dood. Lees wat een eekhoorn te berde brengt:

                                je dood is het

eerste werkelijke dat je zal overkomen.
Ik herhaal: je dood is het eerste werkelijke
dat je zal overkomen. Als dit waar is,

dacht ik, spreekt een eekhoorn soms
de waarheid. Ik herhaal: spreekt een
eekhoorn soms de waarheid.

Een paar keer neemt een heel gedicht iets zogenaamd moois op de hak, bijvoorbeeld een verzorgde vakantie, ‘middelen/ om uit je lichaam de dood/ te verjagen’, biologisch boeren, Mekka, heilsverwachting. Er figureren veel dieren, koeien vooral. Dat schept een afstand die de destructie van mensen in een des te verontrustender perspectief plaatst.

Bundel als gebedshuis
De titel Tempel kan de locatie van de gedichten aanduiden: de bundel als gebedshuis. Niet gek als je bedenkt dat poëzie religieuze wortels heeft en nog vaak met een eerbiedigheid bejegend wordt die dichters tot halve priesters verheft. Hoe dan ook wil taal betekenis geven aan de belangrijke zaken van het onder- en bovenmaanse, ook al kan dat meer versluieren dan ontsluieren, waar de wetenschap op uit is.

hier wordt betekend benevens beneveld
kan men hier sterven leren en leven?
hier stokt het hanige heilige woord

staat in het titelgedicht. Poëzie beslaat het terrein waar we niet echt wijs uit worden. Religieuze teksten idem dito, hoe die ook in waarheid grossieren. ‘Tempel’ opent aldus:

Keer deze tempel de rug niet toe
hier strijken talrijke goden neer
van ademende waarheden is deze tempel vergeven
hier bespreekt het brein het brein
bezingt wonder wonder en tegenwonder

Gesloten circuit
Taal als duiventil voor stemmen die menen waarheden te spreken, maar dat doen binnen een gesloten circuit: het brein dat het brein bespreekt, het menselijk wonder dat het wonder van het leven bezingt en het tegenwonder van de dood. Het onvatbare reduceren we tot iets vatbaars: ‘er staan heelallen op de planken’, maar gelukkig ook ‘droefenis stelpende alfabetten’.

Tempel laat quasi onbekommerd zien dat alles van tegenstrijdigheid aan elkaar hangt, met geboorte en dood als kern. Het is de wankele basis waar het mee gedaan moet worden. Stitou beoefent als een soort doekje voor het bloeden veel berusting, liever kiezend voor een lichtere toets dan voor een sombere.

Muziek / Album

Vrolijk en zwierig

recensie: No Angry Young Man - Paris Rains

De Belgische formatie No Angry Young Man debuteerde in 2009 met een titelloos album. Met Paris Rains tappen deze Belgen uit een iets ander vaatje. Dat is wennen voor de fans van het eerste uur. En voor de nieuwkomers: dit is een nieuwe popband met klassieke instrumentatie.

Was No Angry Young Man een album dat ook in de rootshoek hoge ogen gooide, met Paris Rains stappen de heren van de roots af en spelen ze meer in op het reeds aanwezige popgeluid met een klassieke inslag door het gebruik van cello, viool, hobo en klarinet.

Vrolijk en luchtig karakter
Het album opent met ‘Counting Stars’ dat een gefloten intro heeft en doet denken aan een bekend deuntje van Rudi Carell: ‘Samen een straatje om’. Gelukkig houdt de vergelijking al snel op al is het een vrolijk en ietwat huppelend liedje. De lichte pop met klassieke inslag heeft een vervolg in het tweede liedje ‘No Man’s Land’ dat hetzelfde zwierende en wiegende gevoel heeft maar dan ondersteund door piano en accordeonklanken. Een associatie met Frankrijk is dan snel gemaakt. De luisteraar denkt onwillekeurig aan uitgedoofde Franse stadjes op het platteland met lege straten en de brandende zon op de rug terwijl je over de ongelijke stenen loopt. Het vrolijke en luchtige karakter van de openingsnummers wordt op het hele album vastgehouden. Dit is muziek die prima past bij een frisse lentedag maar ook verkwikkend werkt op een snikhete zomerdag.

Na regen komt zonneschijn
Even lijkt de lieflijkheid en vrolijkheid doorbroken te worden bij het intro van ‘Fake, Cheat and Lie’ maar dat is van korte duur. De wat afwijkende sfeer is ook aanwezig in ‘Integrity Falls’ omdat het onderwerp van het lied daarom vraagt. Een bijtend liedje verpakken in een vrolijke melodie is No Angry Young Man wel toevertrouwd. De zang van Jeroen van Ham is zuiver en kent een bereik van een aantal octaven van de middenlaag tot aan de rand van een kopstem. Een wals kan niet uitblijven en ‘Whispers and Mourns’ voldoet aan deze verwachting. Het is geen zoetsappig liedje want met een dreigende trommelslag in het midden pakt het net even anders uit. Het trio No Angry Young Man heeft met Paris Rains een fijn plaatje gemaakt waarvan bij alle jaargetijden genoten kan worden. Gelukkig is van de ‘regen’ uit de titel alleen maar ‘zonneschijn achteraf’ overgebleven zoals in het spreekwoord.

Live in Nederland:
3 september ‘Nazomer festival’ Zeeland

Boeken / Non-fictie

Een pond vlees: culturele achtergrond van de menselijke anatomie

recensie: Hugh Aldersey-Williams (vert. Inge Pieters) - Anatomie

Het lichaam blijft fascineren, getuige de aanzienlijke al aanwezige bibliografie betreffende het onderwerp. Hugh Aldersey-Williams voegt daar nog een boek aan toe, waarin hij focust op een holistische visie van de menselijke anatomie.

‘Ik kan de organen er om de beurt uit halen en weer terug in proppen, net als bij de plastic modellen die geneeskundestudenten gebruiken,’ stelt Hugh Aldersey-Williams vast wanneer hij in het eerste hoofdstuk van zijn nieuwe roman, simpelweg Anatomie getiteld, een snijzaal bezoekt. ‘De darmen lijken niet op de sliert worstjes die we uit stripverhalen kennen, maar worden over de hele lengte gevoed door een complex web van bloedvaten,’ vervolgt hij. Daarmee is de toon gezet: met wetenschappelijke belangstelling en vol menselijke verwondering brengt Aldersey-Williams onderdeel voor onderdeel het gehele menselijke lichaam in kaart.

Wetenschap en cultuur

De ondertitel ‘A cultural history of the human body’ is bij de vertaling verloren gegaan en vervangen door ‘De ontdekking van het menselijk lichaam’. Jammer, want daardoor dekt de titel de lading van het boek niet meer. Na zijn inleidende hoofdstukken waarin hij de geschiedenis van anatomische ontledingen uit de doeken doet, focust Aldersey-Williams namelijk niet meer zozeer op het menselijk lichaam als voorwerp. In plaats daarvan omschrijft hij in overzichtelijke hoofdstukken de anatomie zo volledig mogelijk, vanuit wetenschappelijk maar vooral ook cultureel oogpunt. Daarbij betrekt hij geschiedenis, geneeskunde, biologie, architectuur, gedichten en schilderijen. Hij doet dat per lichaamsdeel, zodat onder andere hoofd, hart, oog, maag en huid aan bod komen.

Reis

Op die manier ontstaat een holistische visie in een soort stream of consciousness, waarin schijnbaar tegengestelde vakgebieden moeiteloos in elkaar overvloeien: een prettige schrijfstijl die verraadt dat Anatomie niet zijn eerste populairwetenschappelijke boek is. De Brits-Amerikaanse Aldersey-Williams schreef eerder al boeken over onder meer de ontdekking van de elementen, Britse geschiedenis en ‘paniekologie’ in de media. Daarnaast is hij journalist en stelt hij tentoonstellingen samen voor musea. Waar hij in het verleden soms doorschoot naar al te veel wetenschap of te weinig diversiteit, vindt hij in Anatomie een mooi evenwicht. Hoewel het boek de lezer over de eigenlijke anatomie uiteindelijk niet zo veel wijzer maakt, biedt het spelenderwijs een mooi inzicht in onze visie op het menselijk lichaam door de eeuwen heen.

Boeken / Fictie

De Linda van de Nederlandse letteren

recensie: Diverse auteurs - Das Magazin, Het jong

.

Film / Films

Eerlijkheid duurt het langst

recensie: Thin Ice

Een clandestiene verzekeraar probeert een van zijn schaarse klanten op te lichten, maar werkt zichzelf steeds meer in de nesten.

~

In Thin Ice, ook bekend onder de titel The Convincer, speelt Greg Kinnear de malafide verzekeringswerknemer Mickey Prohaska. Mickey geeft workshops over het pitchen van verzekeringen, maar ironisch genoeg zijn deze workshops succesvoller dan zijn bedrijf. Wanneer Mickey bij een cliënt een kostbare viool ziet liggen, ziet hij een buitenkansje het saldo van zijn bedrijf een boost te geven. Voordat het echter zover is moet hij nog wel afrekenen met de seniele eigenaar (Alan Arkin) van de viool.

Mickey is iemand die de buitenwereld kan laten geloven dat hij het meest succesvolle bedrijf van de staat runt. Tom Cruise toonde zo’n kunstje al eens in Jerry Maguire. Net als Jerry heeft ook Mickey zijn eigen, licht opstandige secretaresse (Michelle Arthur). De enige andere werknemer is verkoper Bob Egan (David Harbour). Zowel Mickey als Jerry liegen alsof hun leven ervan af hangt, maar waar Jerry nog door een uit het hart geschreven memo genoodzaakt was zijn biezen te pakken, lijkt Mickey geen ander doel dan verkopen te hebben.

Wet van Murphy

Thin Ice leunt zwaar op hoofdrolspeler Greg Kinnear. Hij speelt leuk en luchtig, maar zijn personage is niet erg aimabel. Mickey steelt, liegt, fraudeert, pleegt overspel en faalt bovendien constant. Hij is de antiheld die naast zijn falen weinig te bieden heeft en daardoor soms moeite heeft de aandacht vast te houden.

~

De situaties waarin Mickey belandt zijn soms vermakelijk, maar voelen ook vaak geforceerd aan. Het haalt het niveau van Thin Ice omlaag, dat wel degelijk potentie heeft als komische thriller. De hoeveelheid ellende die Mickey zich op de hals haalt is bijna niet voor te stellen. Het is de wet van Murphy, maar dan anderhalf uur lang. De problemen stapelen zich in rap tempo op en er lijkt geen einde aan te komen, totdat een verrassende plotwending de film toch nog een beetje glans geeft.

Thirteen Conversations

Regisseur Jill Sprecher maakte eerder het uitstekende Thirteen Conversations About One Thing maar raakte met die film in financiële problemen. Uiteindelijk zou het tien jaar duren voordat ze een volgende film kon maken en het is dan ook te betreuren dat Thin Ice niet aan de verwachtingen kan voldoen.

Film / Films

Zoeken naar geluk in een vijandig Italië

recensie: Io Sono Li

Een Chinese naaister komt in Italië in een bar te werken. Terwijl ze geld probeert te verdienen om haar zoontje uit China over te laten komen, bouwt ze een sterke band op met een stamgast.

Io Sono Li is een kleinschalige film die belangrijke onderwerpen behandelt op een intieme manier. Shun Li moet keihard werken om haar zoontje terug te krijgen. Die zit namelijk nog in China, en Shun Li heeft haar geluk gezocht in Italië. Ze heeft gezocht, en is gedurende de film zoekende, maar het enige dat ze vindt is de harde mentaliteit van zowel haar Chinese bazen als het Italiaanse volk.

De hoofdrol in deze dramafilm is weggelegd voor Tao Zhao, die Shun Li speelt. Shun Li is naaister in een atelier in Rome en met haar verdiensten hoopt ze ooit de reis van haar achtjarige zoontje naar Italië te kunnen bekostigen. Of dit gaat lukken is maar zeer de vraag. Shun Li weet niet hoeveel ze de Chinese organisatie, in essentie mensenhandelaren, nog verschuldigd is en ze leeft in constante onzekerheid.

Gesloten gemeenschap

~

Dat ze machteloos staat en naar de pijpen moet dansen van haar Chinese bazen  wordt duidelijk wanneer ze overgeplaatst wordt naar Chioggia, een eiland in de buurt van Venetië. Zonder morren stapt ze in de bus en rijdt ze urenlang naar haar nieuwe bestemming. Weer is er de onzekerheid, want ze weet niet hoelang ze daar zal blijven. In Chioggia gaat ze aan de slag in een bar, leert ze Italiaans en voert ze steeds meer gesprekken met de stamgasten. Het kleine café staat symbool voor de kleine, gesloten gemeenschap die voornamelijk bestaat uit vissers.

Een van die vissers is Bepi, een immigrant uit het voormalige Joegoslavië. Bepi wordt gespeeld door Rade Serbedzija, die vooral bekend is van zijn stereotype rollen als gemene Oostblokker. Io Sono Li toont Serbedzija echter als de gemoedelijke oude visser, die als enige binnen de gemeenschap te doen heeft met het lot van Shun Li. De dagen vorderen en in gebroken Italiaans leren ze elkaar steeds beter kennen. De twee immigranten bouwen zo een warme vriendschap op, maar de gemeenschap reageert afkeurend op deze ontwikkelingen. Zolang de Chinezen zich met hun eigen zaken bemoeien, is alles goed. Wanneer de mensen in Chioggia echter denk dat de Chinezen de gemeenschap infiltreren, is het wel gedaan met de tolerantie voor buitenlanders. Een tolerantie die in Italië überhaupt niet zo groot is.

Slachtoffers van de situatie

~

Regisseur Andrea Segre, ook hoogleraar Sociologie en Interculturele Communicatie, legt de vinger op de zere plek zonder schuldigen aan te wijzen. Chioggia houdt niet van indringers, een mentaliteit die soms ook op de Nederlandse eilanden in kleine dorpen te merken is. Italië, vaak gezien als racistisch, komt er niet goed vanaf, maar de Chinezen ook niet. Ze misbruiken hun positie om Shun Li hard te laten werken en weigeren uitsluitsel te geven over haar zoontje. De enige twee onschuldige mensen, en tevens de slachtoffers van de situatie, zijn Shun Li en Bepi. Die laatste wordt ook wel ‘de poëet’ genoemd, omdat hij allerlei toepasselijke rijmpjes uit zijn mouw schud, tot groot vermaak van zijn vissersvrienden.

In eerste instantie is Io Sono Li een dramafilm over een warme vriendschap, met voortkabbelende scènes en mooie beelden van het eiland en de zee. Pas later komt de problematiek langzaam naar de oppervlakte. De gesprekken tussen Shun Li en Bepi verlopen moeizaam, maar wanneer ze vanuit Bepi’s vissershutje uitkijken over de zee blijken woorden overbodig. Deze veelzeggende scènes, misschien wel de mooiste stukken uit de film, tonen zowel hoop op een beter leven als de hopeloosheid van het huidige bestaan. De zoektocht naar geluk is gedeeltelijk geslaagd – maar wat Shun Li echt wil, ligt buiten haar macht.